Jeugd met beperkingen. Rapportage gehandicapten 2006. S.E. Kooiker (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, maart 2006
Bijlage A Gebruikte databestanden
Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek (AVO)................................................................................. 2 Enquête beroepsbevolking (EBB) ............................................................................................................... 3 Peiling jeugd en gezondheid (PJG 2002/2003) ........................................................................................... 4 Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) ................................................................................................ 5 Personen met een verstandelijke handicap (PVH)....................................................................................... 7
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
1
Aanvullend voorzieningengebruik onderzoek (AVO) Het AVO is een vierjaarlijks onderzoek om gegevens te verkrijgen over het gebruik van een groot aantal maatschappelijke en culturele voorzieningen door de Nederlandse bevolking. Het onderzoek richt zich zowel op meting van het gebruik van voorzieningen als op meting van een breed scala van kenmerken die een huishouden en de individuele personen binnen een huishouden karakteriseren. Doelpopulatie Soort onderzoek Steekproefeenheid Entiteiten Steekproefkader Verzamelmethode Opdrachtgever Frequentie Weging Berichtgevers Verslagperiode
Nederlandse bevolking van 6 jaar en ouder, zelfstandig wonend enquête huishouden personen en huishoudens PTT- cq. TPG-afgiftepuntenbestand mondelinge + schriftelijke vragenlijst Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) vierjaarlijks, vanaf 1979 personen: naar leeftijd/geslacht/burgerlijke staat/urbanisatiegraad (vanaf 1995 'stedelijkheid'); huishoudens: naar weegfactor hoofd huishouden voor sommige kinderen één van de ouders; indien mogelijk aanvulling onvolledige vragenlijsten door proxi-interviews het gebruik van voorzieningen wordt gepeild voor een voorgaande periode, variërend van enkele maanden tot enkele jaren
AVO'95 Uitvoerder veldwerk Veldwerkperiode Steekproefmethode Steekproefomvang Respons
GFK Interact september 1995 - januari 1996 enkelvoudige aselecte adressensteekproef 9305 huishoudens 6421 huishoudens; 14.489 personen (69%)
AVO'99 Uitvoerder veldwerk Veldwerkperiode Steekproefmethode Steekproefomvang Respons
GfK Nederland september 1999 - februari 2000 enkelvoudige aselecte adressensteekproef 9216 huishoudens 6125 huishoudens; 13.490 personen (66%)
AVO2003 Uitvoerder veldwerk Veldwerkperiode Steekproefmethode Steekproefomvang Respons
GfK Panel Services Benelux september 2003 - maart 2004 enkelvoudige aselecte adressensteekproef 10.680 huishoudens (inclusief niet bereikt) 6404 huishoudens; 13.776 personen (60%)
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
2
Enquête beroepsbevolking (EBB) De Enquête beroepsbevolking (EBB) van het Centraal Bureau voor de Statistiek is een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen, met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen (institutionele bevolking) De EBB wordt sinds 1987 gehouden. In deze enquête worden naast persoons- en huishoudenskenmerken onder meer gegevens verzameld over de arbeidsmarktpositie, het arbeidsmarktverleden en het opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder. Ingaande 1996 is de omzetting van de steekproefaantallen in totalen voor heel Nederland herzien. Daardoor zijn de cijfers tot en met 1995 niet geheel vergelijkbaar met de cijfers vanaf 1996. Met ingang van oktober 1999 is de EBB een roterende panelonderzoek geworden en is de vragenlijst gewijzigd. Doelpopulatie Soort onderzoek Steekproefeenheid Entiteiten Steekproefkader Steekproefmethode Verzamelmethode Opdrachtgever Uitvoerder veldwerk Frequentie Weging Berichtgevers
Nederlandse bevolking van 15 jaar en ouder in particuliere huishoudens enquête adres personen en huishoudens geografisch basisregister gestratificeerde tweetrapssteekproef: gemeenten, adressen; stratificatie naar gemeente computerondersteunde mondelinge vragenlijst (CAPI); sinds 1999 in 5 peilingen met tussenpozen van 3 maanden: 1e peiling via CAPI, vervolgpeilingen telefonisch (CATI) Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) continu, sinds 1987 naar leeftijd, geslacht, burgerlijke staat, stedelijkheid proxi-interview door ander lid van het huishouden mogelijk
EBB 2002 Steekproefomvang Respons
circa 123.000 adressen; netto circa 81.000 adressen circa 47.000 huishoudens (58%); circa 92.000 personen
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
3
Peiling jeugd en gezondheid (PJG 2002/2003) Om inzicht te krijgen in de algehele ontwikkelingsstaat van 0-12-jarigen in Nederland, hun leefsituatie en het voorzieningengebruik is de peiling jeugd en gezondheid gehouden. Deze peiling heeft plaatsgevonden via de jeugdgezondheidszorg en is gekoppeld aan de reguliere contacten van ouders en kinderen met consultatiebureaus en de periodiek geneeskundige onderzoeken van de GGD'en voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Doelpopulatie Soort onderzoek Steekproefeenheid Entiteiten Steekproefkader Steekproefmethode Verzamelmethode Opdrachtgever Uitvoerder veldwerk Frequentie Weging Berichtgever Veldwerkperiode Respons
in Nederland woonachtige kinderen van 0-12 jaar enquête jgz-instelling, persoon personen kinderen van 0-12 jaar die aan periodieke gezondheidsonderzoeken van GGD’en deelnemen of bij consultatiebureaus komen tweetrapssteekproef: jgz-instellingen via stratificatie naar regio; selectie door de instelling van kinderen schriftelijke vragenlijsten voor jgz-medewerker, ouders en kinderen uit groep 5-8 Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) TNO Kwaliteit van Leven eenmalig naar regio, voor de groep 5-12-jarigen ook naar herkomst ouders, jgz-medewerker, kinderen 2002-2003 van de totaal 43 GGD'en en 65 thuiszorgorganisaties hebben 24 instellingen meegedaan (15 GGD'en en 9 consultatiebureaus); 4776 kinderen; nonrespons 8% voor 0-4-jarigen, 18% voor 5-12jarigen
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
4
Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) POLS is een groot, continu onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) naar verschillende onderwerpen betreffende de leefsituatie, zoals gezondheid, arbeidsomstandigheden, rechtsbescherming, veiligheid, tijdsbesteding en wonen. Deze informatie komt beschikbaar over allerlei groepen in de bevolking. POLS bestaat uit verschillende modules. Alle respondenten krijgen een basisvragenlijst voorgelegd. De vragenlijsten voor de verschillende modules worden aan een deel van de respondenten voorgelegd. In POLS zijn verschillende oudere onderzoeken geïntegreerd: het DLO (Doorlopend Leefsituatie Onderzoek), de ERV (Enquête Rechtsbescherming en Veiligheid), de Gezondheidsenquête (GEZ) en het Woningbehoefte Onderzoek (WBO). Doelpopulatie Nederlandse bevolking van 0 jaar en ouder in particuliere huishoudens Soort onderzoek enquête Steekproefeenheid persoon Entiteiten personen Steekproefkader gemeentelijke basisadministratie (GBA) Steekproefmethode tweetrapssteekproef: gemeenten, personen; stratificatie naar gemeente; maandelijkse deelsteekproeven Opdrachtgever Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Uitvoerder veldwerk Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Frequentie continu, vanaf 1997 Berichtgever bij kinderen jonger dan 12 jaar is het interview afgenomen met een ouder of verzorger; de vragen voor de hoofdkostwinner over de inkomenssituatie van het huishouden kunnen door iemand anders zijn beantwoord Basisvragenlijst De basisvragenlijst van POLS bevat vragen naar achtergrondkenmerken en naar algemene leefsituatiekenmerken. In 2004 is ten opzichte van voorgaande jaren het vragenblok onderwijs ingrijpend gewijzigd en het vragenblok beroep en bedrijf ingrijpend gewijzigd. Verzamelmethode computerondersteunde mondelinge vragenlijst (CAPI) en computerondersteunde telefonische enquête (CATI) Weging naar leeftijd en geslacht, burgerlijke staat, stedelijkheidsgraad, COROP-gebied, huishoudgrootte Steekproefomvang 1998: 151.680 personen 1999: 76.054 personen 2000: 63.470 personen 2001: 40.668 personen 2002: 38.508 personen Respons 1998: 80.789 personen (53%) 1999: 42.605 personen (56%) 2000: 37.482 personen (59%) 2001: 24.231 personen (60%) 2002: 22.259 personen (58%) In 2001 is aan de basisvragenlijst een vragenblok over kinderopvang toegevoegd. De vragen over kinderopvang zijn uitsluitend gesteld aan steekproefpersonen die ouder/verzorger zijn van een of meer kinderen onder de dertien jaar. Als een steekproefpersoon aan dit criterium voldeed is voor ieder kind afzonderlijk gevraagd of er behoefte is aan en gebruik wordt gemaakt van kinderopvang, en zo ja welk type opvang en de duur ervan. Verder is aan de ouders gevraag of ze tevreden zijn over de opvang, wat de kosten zijn en om welke reden ze gebruik maken van kinderopvang. Respons
4650 ouders
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
5
Gezondheid en arbeid Het doel van de POLS-module Gezondheid en Arbeid is het schetsen van een zo volledig mogelijk overzicht van de ontwikkelingen in de gezondheidstoestand, het gebruik van medische en maatschappelijke voorzieningen, de leefstijl, waaronder arbeidsomstandigheden en het preventief gedrag van de Nederlandse bevolking van 0 jaar en ouder in particuliere huishoudens. Verzamelmethode computerondersteunde mondelinge vragenlijst (CAPI) en schriftelijke vragenlijst (PAPI) Weging naar leeftijd en geslacht, burgerlijke staat, stedelijkheidsgraad, COROP-gebied en huishoudgrootte Steekproefomvang 1998: 16.178 personen 1999: 17.661 personen 2000: 18.043 personen 2001: 15.664 personen 2002: 15.930 personen Respons 1998: 9323 personen (58%) 1999: 9877 personen (56%) 2000: 9922 personen (55%) 2001: 9676 personen (62%) 2002: 9745 personen (61%)
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
6
Personen met een verstandelijke handicap (PVH) Het PVH is een onderzoek om inzicht te krijgen in de leefsituatie van volwassen (18+) verstandelijk gehandicapten. Hiertoe zijn gegevens verzameld over personen die wonen in een algemene instelling voor verstandelijk gehandicapten (AIVG) of gezinsvervangend tehuis (GVT) en/of gebruik maken van een dagvoorziening voor ouderen (DVO) of een sociale werkvoorziening (SWV). Doelpopulatie Soort onderzoek Frequentie Entiteiten Steekproefeenheid Steekproefmethode Steekproefkader Verzamelmethode Opdrachtgever Uitvoerder veldwerk Veldwerkperiode Berichtgever Weging Steekproefomvang Respons
verstandelijk gehandicapten van 18 jaar en ouder die gebruik maken van een woonvoorziening en/of dagbesteding, zelfstandig wonend of in instellingen verblijvend enquête eenmalig personen persoon tweetraps: instellingen, personen adressenbestand ministerie van VWS; Zorgnota 2000; adresgids gehandicapten 1999 mondelinge, schriftelijke en telefonische vragenlijst Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) GfK PanelServices Benelux 8 mei 2000 - 31 december 2000 (vanaf 22 maart 2000 werden de instellingen benaderd) familie en verzorgers van woonvoorzieningen, begeleiders van dagbesteding of sociale werkvoorziening naar leeftijd, geslacht, mate van handicap, regio en capaciteit van de instelling 530 instellingen, waarvan er 323 zijn benaderd 199 instellingen hebben medewerking verleend; 996 personen
Jeugd met beperkingen – Bijlage A
7