Bijlage 7 Tracébesluit N35 Zwolle – Wijthmen Waterhuishoudkundigplan
Rijkswaterstaat Oost-Nederland Datum
Mei 2015
Status
Definitief
Rapport
Aveco de Bondt bezoekadres postbus
TB/MER N35 Zwolle - Wijthmen Waterhuishoudkundigplan
Reggesingel 2 202
postcode
7460 AE Rijssen
telefoon
(0)548 51 52 00
telefax
(0)548 51 85 65
e-mail internet
[email protected] www.avecodebondt.nl
projectnaam N35 Zwolle - Wijthmen projectnummer 141360 referentie MvV/001 opdrachtgever Rijkswaterstaat postadres Postbus 9070 6800 ED Arnhem status Definitief versie 3.0 datum Mei 2015 auteur Maarten van Vierssen
paraaf Joop Meinders gecontroleerd Edwin de Kant
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
2 van 40
INHOUDSOPGAVE 1
2
INLEIDING
5
1.1
Aanleiding
5
1.2
Doel
5
1.3
Voorkeursvariant
5
GEBIEDSBESCHRIJVING
9
2.1
Hoogteligging, bodem en geohydrologie
9
2.2
Oppervlaktewater
13
3
NORMEN EN EISEN WATERBEHEERDERS
15
4
ONTWERP EN INGREPEN OP DE WATERHUISHOUDING
17
5
datum
4.1
Ingreep 1: Aanpassen en aanleggen van duikers
17
4.2
Ingreep 2: Compensatie toename verhard oppervlak
20
4.3
Ingreep 3: Bermen/ bermpassage
22
4.4
Ingreep 4: Waterberging en verlegging van de Baarlerwetering
22
4.5
Ingreep 5: Ontwatering van de weg
24
WEGONTWERP EN WATERHUISHOUDKUNDIGE OPLOSSINGEN
mei 2015
referentie
MvV/001
25
pagina
3 van 40
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
4 van 40
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding In verband met de toenemende verkeersdrukte op de N35 tussen Zwolle en Wijthmen hebben de provincie Overijssel, de gemeenten Zwolle, Dalfsen en Raalte en het Rijk gezamenlijk het initiatief genomen om de problemen op de N35 aan te pakken. Voor de aanpassing van de N35 Zwolle-Wijthmen wordt een Tracébesluit opgesteld. In het Tracébesluit worden de effecten van de voorkeursvariant nader onderzocht. Daarnaast worden maatregelen aangegeven om de eventueel nadelige effecten van de aangepaste N35 Zwolle-Wijthmen te mitigeren en/of compenseren. Voor u ligt het waterhuishoudkundig plan waarin de waterhuishouding met betrekking tot de plannen voor de opwaardering van het traject N35 Zwolle-Wijthmen beschreven staat. Dit rapport beschrijft de huidige waterhuishouding, de effecten van de aanpassingen aan de N35 en de maatregelen om negatieve effecten te voorkomen.
1.2
Doel Door Aveco de Bondt is het waterhuishoudkundig plan opgesteld. Het gaat in op de uitgangspunten ten aanzien van het omgaan met water en draagt oplossingen aan, waarbij het ruimtebeslag is bepaald. Het detailniveau van de resultaten past bij het gevraagde detailniveau van een TB. De resultaten zijn verwerkt in deze rapportage, maar ook in het ontwerp en TB. In het plan wordt beschreven op welke wijze bij het wegontwerp in het Tracébesluit rekening gehouden wordt met aanpassingen op de waterhuishouding. Proces Waterschap Groot Salland is beheerder van het gebied waarin de ontwikkelingen plaatsvinden. Het waterschap is als lid van de klankbordgroep betrokken bij de planontwikkeling van de N35. De plannen zijn in het kader van de Watertoets voorgelegd aan het waterschap. Daarnaast worden de effecten van het ontwerp met de aanvullende inpassingsmaatregelen beschreven in het TB. Op dit moment is het wegontwerp uitgewerkt tot het detailniveau voor het TB. Op basis van dit ontwerp en de inpassingsmaatregelen, dat is getoetst door Rijkswaterstaat en andere betrokken partijen, is het Tracébesluit (TB) opgesteld. Het ontwerp is vastgelegd op de bij dit besluit behorende detailkaarten.
1.3
Voorkeursvariant Het tracé van de voorkeursvariant N35 Zwolle-Wijthmen begint bij het kruispunt met de Oldeneelallee in Zwolle en eindigt net na het kruispunt met de Koelmansstraat ten oosten van Wijthmen.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
5 van 40
Huidige situatie Momenteel is de weg circa 7 meter breed (1x2 rijstroken) en mag er 80 km/uur worden gereden. Ter plaatse van de Oldeneelallee, de Kroesenallee en de Koelmanstraat zijn gelijkvloerse kruisingen aanwezig met verkeerslichten. Op het tracé is op een aantal plaatsen een oversteek aanwezig. Op vrijwel het gehele tracé bevindt zich aan de noordzijde van de weg een parallelweg, met uitzondering van enkele locaties. Aan de zuidzijde van de weg is op slechts een klein deel van het tracé een parallelweg aanwezig. Toekomstige situatie Figuur 1 geeft de ligging van de voorkeursvariant grafisch weer. De voorkeursvariant gaat uit van een standaard dwarsprofiel van een stroomweg met 2x2 rijstroken met gescheiden rijbanen en een parallelstructuur voor langzaam verkeer. De parallelweg wordt daar waar deze langs de stroomweg ligt gescheiden van de stroomweg door een obstakelvrije berm, dus zonder bomen of sloten. Deze obstakelvrije berm heeft een breedte van 10 meter. Ook wordt halfverharding toegepast. Om te voorkomen dat auto’s ongewenst vanaf de N35 de parallelwegen oprijden, wordt een botsvriendelijke scheiding aangebracht in de berm. Daar waar een obstakelvrije berm niet mogelijk is door bijvoorbeeld bebouwing, wordt een geleiderail geplaatst en wordt het dwarsprofiel smaller uitgevoerd. Tussen de lanen naar Landgoed Soeslo en de aansluiting op de Kroesenallee bevindt zich een watergang tussen de stroomweg en de parallelweg. De breedte van de weg is circa 19 meter (inclusief middenberm) en er mag 100 km/uur worden gereden. De verlegde Kroesenallee sluit door middel van een ongelijkvloerse aansluiting aan op het nieuwe tracé van de N35. De met verkeerslichten geregelde kruispunten bij de Oldeneelallee en Koelmansstraat blijven gehandhaafd. Ter hoogte van beide kruispunten geldt een maximumsnelheid van 70 km/uur. Vanaf de Koelmansstraat gaat de weg weer over in een weg met 1x2 rijstroken, zoals dat in de huidige situatie ook het geval is. Hier mag 80 km/uur worden gereden.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
6 van 40
Figuur 1 Tracé voorkeursvariant N35 Zwolle-Wijthmen
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
7 van 40
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
8 van 40
2
GEBIEDSBESCHRIJVING
2.1
Hoogteligging, bodem en geohydrologie Het gebied is relatief vlak en de hoogte varieert tussen de 0 en 2,5 m + NAP (www.ahn.nl/viewer). Zie figuur 2.
Figuur 2 Uitsnede hoogtekaart ter hoogte van N35 Zwolle-Wijthmen Uit de Bodemkaart van Nederland blijkt dat het gebied bestaat uit zandgronden met hier en daar lemig fijn zand en zware zavel (www.bodemdata.nl). Een uitsnede van de Bodemkaart is opgenomen in Figuur 3. De grondwatertrappen variëren van II tot VII (www. bodemdata.nl). Een uitsnede van de bodemkaart met grondwatertrappen is opgenomen in Figuur 4. In Tabel 1 zijn de Gemiddelde Hoogste Grondwaterstand (GHG) en Gemiddelde Laagste Grondwaterstand (GLG) behorende bij deze grondwatertrappen opgenomen.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
9 van 40
Figuur 3 Bodemkaart van Nederland met grondsoort
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
10 van 40
Figuur 4 Bodemkaart van Nederland met grondwatertrap Tabel 1 Grondwatertrappen Grondwatertrap
II
III
III*
IV
VII
GHG
< 0,4 m-mv
< 0,4 m-mv
0,25 – 0,4 m-mv
0,4 – 0,8 m-mv
0,8 – 1,4 m-mv
GLG
0,5 - 0,8 m-mv
0,8 - 1,2 m-mv
0,8 - 1,2 m-mv
> 1,2 m-mv
> 1,2 m-mv
De grondwaterstroming in het studiegebied is west tot noordwestelijk gericht. In het grootste deel van het studiegebied treedt lichte kwel op, met uitzondering van enkele lokale wegzijgings- of intermediaire gebiedjes (zie Figuur 5). De grondwatertrappenkaart geeft aan dat er hoge grondwaterstanden voor kunnen komen.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
11 van 40
Figuur 5 Kwel en infiltratiekaart De gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG) verkregen van waterschap Groot Salland is gebaseerd op modelberekeningen. De GHG varieert in het gebied van <80 tot 300 cm onder maaiveld. De N35 ligt wat hoger, daardoor zullen de grondwaterstanden dieper liggen ten opzichte van maaiveld. De gronden daaromheen, met name aan de zuidkant liggen lager. Dat betekent dat de grondwaterstanden hier dichter bij het maaiveld kunnen liggen. Voor de volledigheid wordt hierbij opgemerkt dat in de Toelichting behorende bij het OntwerpTracébesluit N35 Zwolle-Wijthmen is vermeld dat was gebleken dat het wegontwerp en de onderzoeken niet waren uitgegaan van de juiste gemiddelde hoogste grondwaterstand. De weg in het TB ontwerp is hoger komen te liggen ten opzicht van het OTB. De rand verharding is verhoogd, variërend tussen 0 en 60 cm. Het omliggende terrein is mee verhoogd waardoor een verticale verschuiving heeft plaats gevonden van het ontwerp. Er zijn door de verticale verschuiving inhoudelijke wijzigingen aangebracht in het ontwerp (bijv. afmetingen van zaksloten of aanpassingen van ontwerpgrenzen). De berekende GHG’s komen niet overeen met de grondwatertrappenkaart. De berekende GHG’s liggen dieper beneden het maaiveld. De berekende gegevens zijn recenter dan de grondwatertrappen van de
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
12 van 40
Bodemkaart van Nederland en afgestemd op de actuele waterhuishoudkundige situatie in het gebied. Tevens heeft het waterschap aangegeven dat de grondwaterstand gemiddeld minimaal een meter beneden maaiveld ligt. Voor het onderzoek zijn daarom de aangeleverde berekende GHG’s als maatgevend beschouwd. Binnen het studiegebied bevinden zich geen grondwaterbeschermingsgebieden. Het studiegebied valt wel binnen de boringsvrije zone voor het diepe pakket van Salland.
2.2
Oppervlaktewater Het oppervlaktewater in het studiegebied wordt gevormd door de Herfterwetering, de Baarlerwetering en de Marswetering. Deze watergangen zijn in beheer van het waterschap Groot Salland. De Herfterwetering kruist de N35 ten oosten van de Kanaalweg en stroomt in zuidelijke richting naar de Nieuwe Wetering. De Baarlerwetering (ter hoogte van Sauna Swoll) en de Marswetering (ter hoogte van Koelmansstraat) stromen beiden van oost naar west door het studiegebied naar de Nieuwe Wetering (zie Figuur 6). Daarnaast zijn diverse kavelsloten in het studiegebied aanwezig. De Baarlerwetering ontwatert het studiegebied en loopt via een gemaal (buiten het studiegebied) uit in de Nieuwe Wetering. De Marswetering komt alleen aan de oostzijde van het studiegebied dicht genoeg bij het plangebied om eventueel effect te ondervinden van de geplande werkzaamheden. De Marswetering en de Baarlerwetering zijn beide aangewezen als waterbergingszone. De Marswetering is daarnaast aangemerkt als KRW waterlichaam. Op twee locaties binnen het studiegebied zijn langs de Baarlerwetering waterbergingslocaties aangelegd (zie blauw gestreepte gebieden in Figuur 6 en foto 1). Daarnaast zijn in de Baarlerwetering natuurvriendelijke en duurzame oevers aangelegd. Langs de Marswetering is op een locatie aan de zuidzijde van het studiegebied een waterbergingslocatie aangelegd. Voor een overzicht van de watergangen en bergingslocaties in het studiegebied, zie Figuur 6.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
13 van 40
Figuur 6 Overzicht watergangen en waterbergingslocaties
Foto 1 Baarlerwetering met waterberging bij Soeslo
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
14 van 40
3
NORMEN EN EISEN WATERBEHEERDERS Om overeenstemming te krijgen over de wijze waarop in het ontwerp van de verbreding en vernieuwing van de N35 met het afstromende wegwater wordt omgegaan en hoe de verbreding van de weg in het huidige waterhuishoudkundig systeem wordt ingepast, zijn samen met het waterschap Groot Salland randvoorwaarden en uitgangspunten opgesteld. Hiervoor is meerdere malen overleg geweest met waterschap Groot Salland en heeft per email afstemming plaatsgevonden. Door in een vroegtijdig stadium met de betrokken partijen te overleggen, is een weloverwogen ontwerp gemaakt, waarin rekening gehouden wordt met waterbeheer. Naast de specifieke uitgangspunten is er ook een aantal algemeen geldende uitgangspunten waaraan het ontwerp van het watersysteem moet voldoen. Deze zijn voortgekomen uit landelijk beleid en denkwijzen (WB21, Watertoets, Waterwet en Nationaal Bestuursakkoord Water). Tabel 2 geeft een overzicht van de geïnventariseerde randvoorwaarden en uitgangspunten.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
15 van 40
Tabel 2 Overzicht randvoorwaarden en uitgangspunten waterhuishoudkundig plan Nr 1 2 3 4
Eis/norm
Herkomst
Het afstromende water van verhard gebied wordt zoveel mogelijk binnen de eigen gebiedsgrenzen opgevangen. Hemelwater wordt vertraagd afgevoerd, zo mogelijk wordt het op natuurlijke wijze geïnfiltreerd of tijdelijk gebufferd. Het waterhuishoudkundige systeem is geen losstaand gegeven, maar wordt volwaardig ingepast in het ontwerp. Compensatie verhard oppervlak: 40 mm berging per m2 toename verhard oppervlak.
Algemeen Algemeen Algemeen Waterschap
In principe moeten uitstroomvoorzieningen zodanig worden vormgegeven dat bij 5
neerslaggebeurtenissen extremer dan de maatgevende situatie (T>5) de afvoer
Algemeen
geknepen wordt. 6 7 8 9
Bestaande bermsloten die gedempt worden, moeten 100% gecompenseerd worden. De waterkwaliteit moet voldoen aan de kwaliteitseisen behorende bij de specifieke functiedoelstellingen. Het afstromende wegwater mag de huidige waterkwaliteit in nabijgelegen wateren niet negatief beïnvloeden. Ingrepen in het waterhuishoudkundige systeem leiden tot een verbetering van de situatie.
Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap
De duiker in de Herfterwetering moet worden vervangen: breedte 1,2 m * hoogte 1,5 m, BOB op - 1,35 NAP (opgemerkt wordt dat de afmetingen in het OTB groter waren; breedte 2,5m* hoogte 2,0m). 10
De nieuwe duikers in de Baarlerwetering moeten de volgende afmetingen krijgen: diameter 1,0 meter, BOB op - 0,6 NAP.
Waterschap
De duiker in de Marswetering onder de N35 wordt vervangen: breedte 4 m * hoogte 2 m, BOB op - 0,93 NAP. De duiker in de Marswetering onder de parallelweg van de N35 blijft gehandhaafd. 11 12 13 14 15
De verlegde Baarlerwetering dient een bodembreedte te hebben van 1,8 meter.
Waterschap
Bochten in de Baarlerwetering dienen ten behoeve van de doorstroming minimaal 110 graden te zijn. Het onderhoudspad langs een watergang dient minimaal 4 meter breed te zijn.
Waterschap Waterschap
Het diepste punt van de bergingsberekening in de zaksloten dient boven de GHG te liggen. Het wegendistrict van RWS vereist voor de zaksloten een talud van 2:3 ten behoeve van het onderhoud.
Waterschap RWS
Tussen De Staat der Nederlanden en Waterschap Groot Salland wordt een convenant opgesteld betreffende de duikers in de Marswetering en de Herftewetering ter hoogte van de N35. De in deze overeenkomst genoemde werkzaamheden komen in de plaats voor de werkzaamheden aan duiker Marswetering en duiker Herftewetering als genoemd in het ontwerp Tracébesluit N35 Zwolle – Wijthmen en worden in het Tracébesluit opgenomen. Het conceptconvenant is verwerkt in het Tracébesluit.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
16 van 40
4
ONTWERP EN INGREPEN OP DE WATERHUISHOUDING Dit hoofdstuk geeft inzicht in het ontwerp van de N35 Zwolle-Wijthmen en de waterhuishoudkundige ingrepen die daarbij horen. Voor de locatie van de watergangen, wegen en het recreatiegebied wordt verwezen naar bijlage 1, een uitvergroting van de topografische kaart met globaal het ontwerp en de voorgestelde maatregelen ten aanzien van waterhuishouding. Voor een gedetailleerde weergave van het ontwerp wordt verwezen naar het ontwerp-Tracébesluit (II Kaarten). Ten opzichte van het OTB zijn wijzingen doorgevoerd aangaande de duiker Marswetering onder de parallelweg en zijn de afmetingen van de Herfterwetering gewijzigd.
4.1
Ingreep 1: Aanpassen en aanleggen van duikers Er worden twee duikers vervangen (Herfterwetering en onder de N35 in de Marswetering). Daarnaast worden er twee nieuwe duikers gerealiseerd bij de Baarlerwetering. Voor de ligging van deze duikers zie bijlage 1. De afmetingen van de duikers zijn gebaseerd op de gegevens van het te sluiten Convenant: Door de verbreding van de weg dient de bestaande duiker bij de Herfterwetering (Figuur 7) over de gehele lengte te worden vervangen met de volgende afmetingen: breedte 1,2 m * hoogte 1,5 m BOB op 1,35 NAP. Er moeten twee nieuwe duikers geplaatst worden nabij de Baarlerwetering (bij restaurant MOL en bij de Kroesenallee) met een diameter van 1,0 meter BOB op - 0,6 m NAP (duikers 2 en 3 in bijlage 1). De afmetingen van de duikers worden afgestemd op de huidige afvoercapaciteit van de Baarlerwetering.
Figuur 7 Duiker 1 Herfterwetering (km 5.27) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 5, zie bijlage 1 voor ligging duiker 1 in tracé]
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
17 van 40
Figuur 8 Duiker 2 Baarlerwetering (km 7.21) en Duiker 3 Kroesenallee (km 7.43) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 7 , zie bijlage 1 voor ligging duiker 1 in tracé]. De duiker in de Marswetering
Figuur 9 dient vervangen te worden: breedte 4 m * hoogte 2 m, BOB op -
0,93 NAP. De duiker in de Marswetering in de parallelweg blijft gehandhaafd.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
18 van 40
Figuur 9 Duiker 4 Marswetering (km 8.70) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 8, zie bijlage 1 voor ligging duiker 1 in tracé].
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
19 van 40
4.2
Ingreep 2: Compensatie toename verhard oppervlak Toename van verhard oppervlak dient waterhuishoudkundig gecompenseerd te worden. Conform het beleid van het waterschap dient hemelwater dat op de weg valt geretendeerd of geïnfiltreerd te worden. Daarnaast dient bij een verlies aan berging in de huidige watergangen als gevolg van het initiatief het verlies aan bergingsruimte gecompenseerd te worden. In de plannen voor het ontwikkelen van de aangepaste N35 vindt op meerdere plaatsen een toename van verhard oppervlak plaats:
De rijstroken van de bestaande N35 Zwolle-Wijthmen van de Oldeneelallee tot en met recreatiecentrum Karba worden aan de zuidzijde verbreed zodat 2x2 rijstroken ontstaan, waar nu sprake is van 1x2 rijstrook. Dit zorgt voor een toename van verhard oppervlak.
Vervolgens wordt vanaf recreatiecentrum Karba tot en met de Koelmansstraat een nieuw stuk weg met 2x2 rijstroken aangelegd. Dit zorgt eveneens voor toename verhard oppervlak.
Bij de Kroesenallee wordt een nieuwe ontsluiting gemaakt die zorgt voor toename verhard oppervlak.
Popovstraat- Kanaalweg.
Halfverharding (50% afstromende verharding)
In de situatie met een aangepaste N35 wordt het hemelwater dat valt op de verharding geïnfiltreerd in een ondiepe en droogvallende zaksloot. Het water komt dus niet rechtstreeks in het oppervlaktewatersysteem. Door een zaksloot aan te leggen, is infiltratie mogelijk en wordt er geen onnodig grondwater onttrokken door de zaksloot. Een zaksloot heeft de voorkeur van zowel waterschap Groot Salland als Rijkswaterstaat. De zaksloten hebben echter geen functie in de afwatering van het omliggende gebied. Plaatselijk is de grondwaterstand (GHG) te hoog. In dat geval zal het water niet of beperkt kunnen infiltreren. Om deze reden is het belangrijk dat de zaksloten (en in situaties waarbij teveel water richting de zaksloot tot overlast leidt) onderling met elkaar verbonden zijn zodat de sloten kunnen nivelleren. Dit geldt bijvoorbeeld ook in situaties waarbij de zaksloot lokaal onderbroken wordt door plaatsing van bomen in relatie tot de vleermuisroutes. Vervolgens worden de zaksloten uiteindelijk met een noodoverloop aangesloten op een bestaande watergang zodat het water afgevoerd kan worden bij extreme neerslagsituaties opdat er geen wateroverlast ontstaat. In hoofdstuk 5 wordt nader in gegaan op de noodoverloop. Door de hernieuwde berekende grondwaterstanden is de rand verharding verhoogd (om aan de droogleggingseis te kunnen voldoen). Het naast gelegen talud is evenredig verhoogd. Er dient echter wel rekening mee gehouden te worden dat de GHG berekend en afgeleid is. De berekende GHG geeft een minimale veilige waarde aan. De weg heeft grotendeels een dakprofiel met een verkanting van 2,5%. Daarom wordt aan de weerszijden van de weg een droogvallende zaksloot geplaatst. Op een aantal plaatsen op het tracé is in de voorkeursvariant sprake van ruimtegebrek waardoor het water niet in een zaksloot opgevangen kan worden. Andere redenen voor het niet toepassen van zaksloten kunnen ook het behouden van landschappelijke waarden of de noodzaak van ecologische maatregelen zijn. In hoofdstuk 5 wordt nader in gegaan op maatwerkoplossingen voor delen waar geen zaksloot gerealiseerd kan worden.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
20 van 40
De berekening en toelichting van de compensatie verhard oppervlak en de afmetingen van zaksloten die worden geadviseerd, is opgenomen in Tabel 3 in hoofdstuk 5. De compensatie voor verhard oppervlak is 40 mm berging per vierkant meter toename verharding (www.watertoets.nl, waterschap Groot Salland). Bij het berekenen van deze getallen zijn de volgende stappen genomen: 1.
Berekenen toename verhard oppervlak op basis van ontwerptekeningen.
2.
Berekenen compensatieopgave met behulp van toename verhard oppervlak en eis 40 mm.
3.
Berekenen dimensies zaksloot waarbij de berekeningshoogte1 hoger dan de GHG dient te liggen.
4.
Omdat er per zaksloot over de gehele lengte van die specifieke zaksloot één eenduidig profiel is gekozen, ontstaat er meer berging dan strikt nodig is. Dit wordt ‘overcompensatie’ genoemd.
In de huidige situatie is er geen sprake van opvang van hemelwater langs het tracé in sloten of andere verlagingen in het maaiveld. Het water wordt via de berm naar de omgeving afgevoerd. In de genoemde tabel is eveneens aangegeven hoeveel berging er in de zaksloten aanwezig is bij een volledige vulling (of aangenomen vulling in verband aansluiting bestaand/ nieuw). Het wegendistrict van RWS vereist voor de zaksloten een talud van 2:3 ten behoeve van het onderhoud.
1
In de berekening van de berging wordt alleen rekening gehouden met de hoogte boven de GHG.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
21 van 40
4.3
Ingreep 3: Bermen/ bermpassage De berm heeft verschillende functies:
veiligheid (obstakelvrije zone);
waterzuiverende functie (bermpassage);
beheer en onderhoud.
Vanaf de kant van de weg is uit veiligheidsoverwegingen een obstakelvrije zone verplicht van 10 meter [Handboek Wegontwerp]. Daarnaast dient rekening gehouden te worden met een onderhoudspad. Dit kan deel uit maken van de obstakelvrije zone. Het afstromend hemelwater van de intensief gebruikte N35 is verontreinigd met zware metalen, olie en PAK. Om geen negatieve effecten van het hemelwater te hebben op de waterkwaliteit van het oppervlaktewater, grondwater en verontreinigingen te voorkomen, is het belangrijk om een bermpassage toe te passen conform het CIW rapport afstromend wegwater uit 2002. Het hemelwater wordt via een bermpassage afgevoerd naar een droogvallende zaksloot of watergang zodat de berm kan dienen als zuiveringsvoorziening die PAK, oliën en zware metalen kan afvangen en/of afbreken. De grasberm tussen de weg en de zaksloot fungeert als bermpassage. Het beheer en onderhoud van de zaksloten is de verantwoordelijkheid van RWS. Het waterschap heeft voor het onderhoud van de watergangen (Herfterwetering, Baarlerwetering, Marswetering) een zone nodig om de watergangen en bijbehorende kunstwerken te kunnen bereiken. Hiervoor dient een zone van 4 meter te worden aangehouden. Daarnaast moet ook rekening gehouden worden met bereikbaarheid van de stuw van de waterberging aan de Baarlerwetering.
4.4
Ingreep 4: Waterberging en verlegging van de Baarlerwetering Ter plaatse van de nieuwe aansluiting Kroesenallee dient de Baarlerwetering verlegd te worden omdat de huidige loop schuin onder het nieuwe kruispunt met de Kroesenallee loopt. De verlegging wordt als volgt uitgevoerd:
een duiker onder de verlengde Kroesenallee door.
een nieuw tracé voor de Baarlerwetering in de noordelijke oksel van de N35/verlengde Kroesenallee met een flauwe bocht.
een duiker onder de N35 (inclusief parallelwegen op- en afritten en zaksloten) door.
ten zuiden van de parallelweg een haakse bocht (minimaal 110 graden) in westelijke richting naar de huidige loop van de Baarlerwetering.
Dit is verduidelijkt in Figuur 8 waarin het tracé van de Baarlerwetering is aangegeven. De duiker onder de N35 kruist de wegen haaks in verband met het voorkomen van verzakking. Een duiker schuin onder de weg door zou kunnen betekenen dat de weg ongelijkmatig kan verzakken, wat onwenselijk is. De duikers onder de parallelweg en de verbindingsweg kruisen de weg schuin, dit is in overleg met de wegbeheerders gedaan.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
22 van 40
Het waterschap heeft de volgende eisen en wensen ten aanzien van de inrichting van de Baarlerwetering meegegeven:
eis: bochten minimaal 110 graden.
wens: zuidtalud 1:3 met daarbij een bodembreedte 1,8 m; zo mogelijk ook noordzijde 1:3.
Deze verlegging is afgestemd met de disciplines landschap, ecologie, archeologie en wegontwerp. De haakse bochten (ten zuiden en noorden van de N35) kan leiden tot een vermindering van de doorstroming doordat het stromende water meer weerstand ondervindt. Dit betekent een risico tot opstuwing en daarmee een risico op wateroverlast. Deze risico’s kunnen beperkt worden door een juiste inrichting van dit deel van de Baarlerwetering: steilheid van taluds, type beschoeiing, etc. Dit dient in overleg met het waterschap nader te worden uitgewerkt. De Baarlerwetering doorkruist na verlegging niet het waterbergingsgebied (zie Figuur 10). Het huidige waterbergingsgebied (blauwe arcering in de figuur) kan blijven bestaan. Wel dient de stuw (paarse ster in de figuur voor een lokale plaatsbepaling) in westelijke richting verlegd te worden. Daarnaast is het mogelijk dat de waterberging wat minder vaak ingezet wordt doordat het waterpeil in de Baarlerwetering ter hoogte van de waterberging wat lager kan zijn door opstuwing door de nieuwe duikers. Door de inlaat van de stuw wat te verlagen, kan dit effect worden opgeheven. De exacte locatie en oriëntatie van de stuw dient in samenwerking met waterschap Groot Salland te worden uitgewerkt.
Figuur 10 Uitsnede TB met betrekking tot waterberging Baarlerwetering
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
23 van 40
4.5
Ingreep 5: Ontwatering van de weg Het is belangrijk om de weg met voldoende ontwatering te realiseren. Onvoldoende ontwatering betekent te weinig draagkracht, stabiliteit en kans op verzakkingen van het wegdek. Voor de N35 is een minimale ontwatering van 1,0 m ten opzichte van de GHG noodzakelijk (primaire weg). Op de hoogtekaart (zie paragraaf 2.1) is duidelijk te zien dat de huidige N35 hoger ligt dan het omliggende maaiveld. Op deze gedeelten van de bestaande N35 is voldoende ontwatering. De nieuwe gedeelten worden wat betreft wegpeil aangesloten op de bestaande hoogtes van de N35, met een minimum ontwatering van 1,0 m.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
24 van 40
5
WEGONTWERP EN WATERHUISHOUDKUNDIGE OPLOSSINGEN Tabel 3 geeft per traject (A t/m F) de huidige situatie met de toekomstige ingrepen en geadviseerde maatregelen voor waterhuishouding weer. De trajecten en zaksloten zijn terug te vinden in de figuur in bijlage 1. Benodigde berging en berging in huidig ontwerp In totaal wordt circa 80.155 m² extra verharding gecreëerd. Conform de norm van 40 mm berging per toegenomen m² verharding, is de bergingsopgave in totaal circa 3.206 m³. In de te realiseren zaksloten is op dit moment een berging van minimaal circa 3.744 m³ aanwezig. Dit betekent dat er een ‘overcompensatie’ is van circa 538 m³. Wanneer er geen ruimte is voor een zaksloot Op een aantal plaatsen op het tracé is in de voorkeursvariant sprake van ruimtegebrek waardoor het water niet via een greppel of berm afgevoerd kan worden. Dit geldt onder andere ter plaatse van Huize Zalné en in het gebied rondom de Karba. In dit geval is andere oplossing nodig om het water op te vangen en te infiltreren. Hierbij kan gedacht worden aan een IT-riool, riolering in combinatie met retentie/ infiltratie op een andere plek, grindkoffers of andere oplossingen. De aanleg van riolering is dan noodzakelijk voor de afvoer van het hemelwater naar een geschikte opvanglocatie om aan de bergings- en afvoereis te kunnen voldoen. In dit waterhuishoudkundig plan is bij het bepalen van het ruimtebeslag er vanuit gegaan dat het water wordt verplaatst naar de dichtstbijzijnde zaksloot en daar wordt vastgehouden en zo mogelijk wordt geïnfiltreerd. Het creëren van een noodoverloop Op een aantal plekken is het mogelijk om vanuit de zaksloot een noodoverloop te maken naar het oppervlaktewater. Deze noodoverloop treedt enkel in werking wanneer er een neerslagebeurtenis valt, die groter is dan 40 mm en de zaksloten haar bergende functie maximaal (in samenhang met elkaar) hebben vervuld. Op dat moment mag het water onvertraagd worden afgevoerd naar het bestaande oppervlaktewater. Op de volgende punten is het mogelijk om een noodoverloop te creëren:
Herfterwetering.
Baarlerwetering.
Marswetering.
De locaties van de noodoverlopen zijn in de figuren 11, 12 en 13 weergegeven met een rode ‘X’. De invulling van het type noodoverloop dient nader te worden uitgewerkt. Voorbeelden van een noodoverloop zijn een stuwconstructie en/of een doorlaat. Waterhuishouding Door de aanleg van de zaksloten C2 en E1 kan de waterhuishouding tussen de oude en nieuwe N35 indien nodig worden gegarandeerd door het verdiepen van zaksloten en plaatsen van stuwen. Door C2 aan te sluiten op C1 kan afgewaterd worden indien dit, na overleg met het waterschap, nodig blijkt.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
25 van 40
Figuur 11 Noodoverloop Herfterwetering (km 5.27) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 5]
Figuur 12 Noodoverloop Baarlerwetering (km 7.21en km 7.43) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 7]
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
26 van 40
Figuur 13 Noodoverloop Marswetering (km 8.70) [bron: uitsnede TB detailkaart blad 8] Ontwerp Kanaalweg Het ontwerp van de Kanaalweg (Figuur 14: inrichting Kanaalweg) maakt als aanvulling onderdeel uit van de totale procedure. Door de aanleg vinden geen ingrepen plaats in de bestaande waterhuishouding. De toename van het verharde oppervlak kan niet in de directe omgeving worden gecompenseerd (gezien de ligging op/ naast een dijklichaam) en is in overleg met het waterschap een oplossing binnen de kaders van de N35 gezocht. De kanaalweg kruist een bestaande duiker (aangesloten op een gemaal) waarvan op dit moment onbekend is of deze constructief voldoende sterk is. In het D&C contract wordt hiermee rekening gehouden.
Figuur 14: inrichting Kanaalweg
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
27 van 40
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
28 van 40
Tabel 3 Overzicht geadviseerde waterhuishoudkundige maatregelen per traject Algemene opmerking: de bergingscapaciteit van de zaksloot toont aan dat de berging minimaal gegarandeerd kan worden wanneer gekozen worden voor zaksloten. De in de OTB opgenomen afmetingen van de zaksloot zijn aangepast omdat deze niet overeen kwamen met het ontwerp. In het D&C contract worden eisen opgenomen die een correcte afwatering garanderen zonder dat daarbij de waterhuishouding wordt beïnvloed.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
29 van 40
Traject A
Kilometrering 4.46 - 5.04
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
3.131 m2
125 m3
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloot code A1 B
5.04 - 6.52
datum
mei 2015
21.464 m
2
Huidige situatie en
Afmetingen zaksloten
Oplossing waterhuishouding
ingreep
(zie bijlage 1 voor code)
Gecreëerde bergingsruimte traject A: 344 m3 De bestaande en nieuwe
De toename van verhard oppervlak wordt
Code zaksloot traject A: A1
rijbanen wateren af naar
gecompenseerd in de verbrede watergang aan
Locatie: km 4.61 – 4.77 noordzijde
een watergang aan de
de noordzijde. Hier wordt 344 m³ gecreëerd.
Lengte: 145 m
noordzijde. Hier is een
Diepte: 0,86
bestaande watergang
Breedte insteek-insteek: 7,4 m
aanwezig die wordt
Bodembreedte: 4,0 m, Talud 2:3
verbreed.
Bergingscapaciteit bij een vulling tot 50 cm: 344 m3
859 m
3
referentie
Gecreëerde bergingsruimte traject B2: 585 m
3
De bestaande 2 rijstroken
In de zaksloten B1 en B2 wordt respectievelijk
Code zaksloot traject B: B1
wateren allebei af naar
een berging van 184 en 585 m³ gerealiseerd.
Locatie: km 5.13 – 5.25 zuidzijde
het noorden. In de
Aangezien zaksloot B1 een te handhaven
Lengte: 135 m
nieuwe situatie verandert
watergang betreft, telt deze inhoud niet mee
Diepte: 0,4
dit niet.
in de berekening van de gecreëerde
Breedte: 4,55 m
De rijbaan met 2
bergingsruimte.
Bodembreedte: 2,8 m, Talud 2:3
rijstroken die aan de
De zaksloten moeten met elkaar verbonden
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
zuidzijde geplaatst
worden. Vervolgens moeten de zaksloten
de taludlijn: 184 m3. Deze berging telt
wordt, watert af naar het
uiteindelijk met een noodoverloop met kleine
in de compensatie niet mee omdat het
zuiden.
afvoercapaciteit aangesloten op bijv. de
een te handhaven watergang betreft.
MvV/001
pagina
30 van 40
Traject
Kilometrering
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code)
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloten code B1 en B2 en
Ter plaatse van km 5.27
Baarlerwetering zodat het water vertraagd
Code zaksloot traject B: B2
locatie duiker 1
bevindt zich de
afgevoerd kan worden.
Locatie: km 5.30 – 5.60 zuidzijde
Herfterwetering.
Deze watergang betreft voor het grootste deel
Lengte: 430 m
Ter plaatse van km 5.75
een te handhaven watergang (te dempen
Diepte: 0,4
bevindt zich de Oudeweg
watergangen dienen 100% gecompenseerd te
Breedte: 6,0 m
met een fietstunnel.
worden). Voor de inzichtelijkheid van het
Bodembreedte: 2,8 mTalud 2:3
Water van de oostzijde
afwateringssysteem is deze watergang wel
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
van de tunnel naar de
opgenomen.
de taludlijn: 585 m3
westzijde onder de tunnel door leiden en
De afwatering van de fietstunnel Oudeweg
verbinden is geen
wordt behouden en voor wat betreft de
handige optie.
verlenging wordt aangesloten bij de huidige
Vanaf de tunnel (km
wijze van afwatering. In deze watergang
5.75) komt ook een
wordt gecompenseerd voor bijbehorend
fietspad aan de
afstromend oppervlak. Tegelijk geldt dit als
zuidzijde. Vanaf daar
een één op één compensatie van gedempt
vindt een extra toename
oppervlaktewater. Aan de bovenliggende eis
verhard oppervlak plaats
van het waterschap ‘beïnvloed het
ten opzichte van het deel
watersysteem niet met de aanleg van de N35’
ten westen van de
wordt hiermee voldaan.
fietstunnel, terwijl er weinig ruimte is aan de
Bij de Herfterwetering (km 5.27) dient de
zuidzijde voor
bestaande duiker te worden vervangen met de
bijvoorbeeld sloten.
volgende afmetingen: breedte 1,2 m * hoogte 1,5 m BOB op - 1,35 NAP. Zie bijlage 1 duiker 1.
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
31 van 40
Traject
Kilometrering
C
6.52 – 7.19
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
16.343 m2
654 m3
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code)
Gecreëerde bergingsruimte traject C: 1.013 m3 Vanaf dit traject (circa
In totaal dient over dit traject 654 m3 berging
Code zaksloot traject C (gem. van
km 6.52) is de weg in zijn
gerealiseerd te worden ter compensatie van
dwarsprofiel 2400 en 2550, tek TB-
geheel nieuw.
de toename van het verharde oppervlak.
N35-Dp-2014-003): C1,
Aan beide kanten van de
Aan de zuidzijde is ruimte voor een zaksloot
Locatie: km 6.60 – 7,21 zuidzijde
weg zal gecompenseerd
(code C1).
Lengte: 610 m
moeten worden.
Op de plekken waar geen ruimte is voor een
Diepte: 0,1585
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloten code C1 en C2 en
zaksloot wordt het water op een andere wijze
Breedte: 5,43 m
locatie duiker 2
naar de dichtstbijzijnde zaksloot
Bodembreedte: 4,27 m
getransporteerd of op een andere wijze lokaal
Talud 2:3
geïnfiltreerd. Bij recreatiepark Karba is geen
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
ruimte voor een zaksloot. Het water zal
de taludlijn: 436 m3
m.b.v. riolering naar de zaksloot in traject C
Code zaksloot traject C: C2
geleid moeten worden.
Locatie: km 6.53 – 7.02, noordzijde
Aan de noordzijde is ook plek voor een
Lengte: 490 m
zaksloot (Code C2, 6.53 – 7.02).
Diepte: 0,32 Breedte: 4,49 m
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
Er wordt een nieuwe duiker geplaatst waar de
Bodembreedte: 3,2 m
Baarlerwetering doorheen kan stromen.
Talud 2:3
Afmeting van de duiker: diameter 1,0 m BOB
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
op -0,6 NAP. Zie bijlage 1 duiker 2.
de taludlijn: 577 m3
32 van 40
Traject D
Kilometrering 7.19 – 7.71
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
14.659m2
586 m3
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloten code D1, D2 en D3
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code)
Gecreëerde bergingsruimte traject D: 933 m3 Dit traject is in zijn
Er is aan de zuidzijde, noordzijde en in het
Code zaksloot traject D (op basis van
geheel nieuw.
midden is ruimte voor zaksloten (D1, D2 en
tek TB-N35-Dp-2014-003): D1
Hier stroomt op dit
D3).
Locatie: km 7.25 – 7.73, zuidzijde
moment de
De zaksloten worden zoveel mogelijk met
Lengte: 480 m
Baarlerwetering. Deze
elkaar verbonden en ook verbonden met de
Diepte: 0,12 m
watergang wordt
trajecten C en F.
Breedte: 5,58 m
overkluisd en verlegd via
Er kan in het traject van D ca. 933 m3 water
Bodembreedte: 4,55 m
de duiker met dezelfde
geborgen worden, wat voldoende is voor de
Talud 2:3
afmetingen in traject C.
compensatie verhard oppervlak.
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
De toename verhard
Het water dat op het viaduct valt, wordt
de taludlijn: 272 m3
oppervlak is in totaal
opgevangen in een leiding en naar de
Code zaksloot traject D: D2
14.659 m . De benodigde
dichtstbijzijnde zaksloot afgevoerd. Het water
Locatie: km 7.23 – 7.40, midden
berging is 586 m3.
wat valt op de toe- en afritten watert
Lengte: 170 m
oppervlakkig af naar de zaksloot onderaan het
Diepte: 0,55 m
talud.
Breedte: 5,57 m
2
Bodembreedte: 3,52 m Talud 2:3 Bergingscapaciteit bij een vulling tot 50 cm: 363 m3
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
33 van 40
Traject
Kilometrering
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code) Code zaksloot traject D: D3 Locatie: km 7.44 – 7.75, zuidzijde Lengte: 310 m Diepte: 0,2 (aanname, geen DTM beschikbaar) Breedte: 7,25 m Bodembreedte: 4,5 m Talud 2:3 Bergingscapaciteit bij een vulling tot de taludlijn: 298 m3
E
7.43
7795 m2
312 m3
Gecreëerde bergingsruimte traject E: 226 m3 Dit traject
Door aan beide zijden van de weg een
Code zaksloot traject E: E1
(verbindingsweg
zaksloot te plaatsen van 100 m respectievelijk
Locatie: km 7.40 westzijde
Kroesenallee) is nieuw.
135 m lang (diepte 0,20 en breedte 4,5 m, u-
Lengte: 100 m
Aan beide kanten is
profiel) kan in totaal (E1 + E2) 226 m3 water
Diepte: 0,2 m (aanname, geen DTM
ruimte voor een zaksloot.
geborgen worden. Dit is voldoende.
beschikbaar)
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloten code E1 en E2 en locatie duiker 3
Breedte: 6,95 m De Baarlerwetering kruist
Afmeting van de duiker bij de Kroesenallee:
Bodembreedte: 4,5 m
de nieuwe weg. Daardoor
diameter 1,0 m BOB op -0,6 NAP. Zie bijlage 1
Talud 2:3
wordt de watergang iets
duiker 3.
Bergingscapaciteit bij een vulling tot de taludlijn: 96 m3
verlegd en worden twee
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
34 van 40
Traject
Kilometrering
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code)
nieuwe duikers geplaatst:
Code zaksloot traject E: E2
Ter plaatse van traject C
Locatie: km 7.43 oostzijde
(restaurant Mol, duiker
Lengte: 135 m
2).
Diepte: 0,2
Ter plaatse van traject E
Breedte: 7,5 m
(Kroesenallee, duiker 3).
Bodembreedte: 4,5 m Talud 2:3 Bergingscapaciteit bij een vulling tot de taludlijn: 130 m3
F
7.71 – 8.51
15.662m
2
626 m
3
Gecreëerde bergingsruimte traject F1+F2 : 643 m3
datum
mei 2015
referentie
Tot km 8.30 is het
Er vindt een toename aan verhard oppervlak
Code zaksloot traject F: F1
wegdek nieuw.
plaats. Het water zal naar zaksloten
Locatie: km 7.71 – 8.45 zuidzijde
Vanaf km 8.30 gaat het
getransporteerd moeten worden. Aan de
Lengte: 330 m
om een verbreding van de
noordzijde is niet overal ruimte voor
Diepte: 0,4
bestaande weg aan de
zaksloten. Er zal gekeken moeten worden of
Breedte: 6,5 m
westzijde met een extra
het water via riolering (of een andere
Bodembreedte: 4,5 m
rijbaan.
oplossing) getransporteerd kan worden naar
Talud 2:3
Na de aansluiting
de andere zaksloten. Wellicht zijn ook andere
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
Koelmansstraat worden
oplossingen als bijvoorbeeld grindkoffers of
aangenomen halve hoogte i.v.m.
de rijstroken aangesloten
anderszins mogelijk.
aansluiting bestaand/ nieuw: 317 m3
MvV/001
pagina
35 van 40
Traject
Kilometrering
Toename
Compensatie
verhard
(taakstelling
oppervlak
= 40mm)
Uitsnede bijlage 1 met ligging zaksloten code F1, F2 en F3 en locatie duiker 4
Huidige situatie en
Oplossing waterhuishouding
ingreep
Afmetingen zaksloten (zie bijlage 1 voor code)
op de bestaande
In het ontwerp staat een zaksloot aan de
Code zaksloot traject F: F2
rijstroken (1x2 rijstrook).
zuidzijde gepland (tot km 8.45). Hier kan 317
Locatie: km 7.71 – 8.05 noordzijde
m3 (F1) geborgen worden Aan de noordzijde is
Lengte: 340 m
De Marswetering (KRW
vanaf km 7.71 tot km 8.05 ruimte voor een
Diepte: 0,4
water) kruist de
zaksloot van 340 m lang (code F2), goed voor
Breedte: 6,5 m
3
bestaande weg bij km
326 m berging.
Bodembreedte: 4,5 m, Talud 2:3
8.70. Door de verbreding
De totale beschikbare berging F1 + F2 () is 643
Bergingscapaciteit bij een vulling tot
van de weg zal de
m³.
aangenomen halve hoogte i.v.m.
bestaande duiker
(hierbij is de maaiveldhoogte bij F
aansluiting bestaand/ nieuw: 326 m3
verlengd moeten worden.
aangenomen omdat GBK gegevens ontbreken
Code zaksloot traject F: F3
Aangezien het een KRW
en bestaand/ nieuw aansluiten).
Locatie: km 8.58 – 8.68 noordzijde
water betreft mag er
De bestaande duiker bij de Marswetering zal
Lengte: 100 m
geen wegwater direct
aangepast worden. Zie bijlage 1, duiker 4.
Diepte: 0,4
geloosd worden op deze
Breedte: 7,95 m
watergang.
Bodembreedte: 4,5 m, Talud 2:3 Bergingscapaciteit bij een vulling tot de taludlijn: 204 m3. Deze berging telt in de compensatie niet mee omdat het een te handhaven watergang betreft.
Popovstraat-
-
1.100 m2
44 m3
Gecreëerde bergingsruimte traject:0 m3
Kanaalweg
datum
mei 2015
Berging wordt in overige plangebied ingevuld
referentie
MvV/001
pagina
36 van 40
Bijlagen Bijlage 1: Huidige situatie en toekomstige situatie
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
37 van 40
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
38 van 40
Bijlage 1:
datum
mei 2015
Huidige situatie en toekomstige situatie
referentie
MvV/001
pagina
39 van 40
datum
mei 2015
referentie
MvV/001
pagina
40 van 40
A1
Duiker 1 B1 B2
C2
E1
C1
E2 Duiker 3
Duiker 2
D2
D3
F2
D1 F1
F3 Zaksloot met code Locatie duiker
Duiker 4