BIJLAGE (1) Spelpaleis Ooit nagedacht waarom kinderen niet tegen hun verlies kunnen? Wij wel, het is dezelfde reden waarom volwassen niet tegen hun verlies kunnen. Het heeft alles met frustratie grenzen te maken. Op bepaalde momenten wordt men gefrustreerd en treed er ongewenst gedrag op. Dit gebeurt zowel bij kinderen als bij volwassen. Gelukkig is er een manier om het verlies dragelijk te maken. Wij hebben hiervoor een model ontwikkeld. Het Spelpaleis, een paleis met vier pilaren, een stevige basis en een dak. Het Spelpaleis gaat in op de verschillende facetten waar een spel aan moet voldoen zodat er geen ongewenst gedrag ontstaat. Bij elke spel moet deze vier pilaren op maat zijn anders zakt het dak in. Zonder een goede basis zullen de spellen ook niet gespeeld worden. De pilaren zijn; Spanningsboog – duur van het spel, Inzicht – hoe moeilijk is het te winnen, Complexiteit – hoe moeilijk is het spel te leren, Motoriek – hoe goed is het uit te voeren. De peilers staan om de Basis – begeleiders, met een Dak – beleving. Deze 6 factoren bespreken we na het volgende inleidende verhaal.
Inleiding Spellen bestaan al sinds mensenheugenis. Had je vroeger nog spelletjes waar mensen steentjes of stukjes hout bij gebruikten heb je tegenwoordig spellen waar een compleet bord bij komt en bijbehorend materiaal. De meeste ouders kennen de spellen zoals Mens–erger-je–niet, Yatzee, Stratego, Ganzenbord, Monopoly en Risk. Vroeger werden deze spellen veel gekocht. Tegenwoordig worden deze spellen nog steeds gespeeld. Je kunt je afvragen waarom ze deze spellen kiezen en niet de iets modernere spellen. Er is niets mis met deze spellen, alleen ze duren vaak vrij lang en er zit vaak een grote geluksfactor bij. Tegenwoordig hebben veel gezinnen andere eisen aan spellen: ze mogen niet te lang duren, het liefst willen ze dat je gedurende het hele spel betrokken kunt blijven (niet dat halverwege het spel de winnaar al bekend is) en er moet een leerelement in zitten. Spellen van tegenwoordig houden daar rekening mee: gezelschapsspellen duren over het algemeen niet langer als 1 uren en er is veel interactie, tactiek en mogelijk. Ook bij de kinderen wordt rekening gehouden met de duur van het spel en de aandacht vasthouden van kinderen voor de betrokkenheid. Ook lukt het vaak om een spel in te delen in bepaalde leer – en/ of speelelementen. Hiervoor verwijzen we u naar SLICE op onze site. Natuurlijk moeten we niet vergeten dat het vooral voor de meesten gaat om het plezier en dat is ook het belangrijkst, maar tegenwoordig wordt sowieso ingespeeld hoe de maatschappij zich ontwikkeld en de tijd die je overhoudt en wat je belangrijk vind. Daar spelen ze met het spellen maken goed op in. Heel veel spellen komen uit Duitsland; het is nu eenmaal zo dat Duitsland erg goed is in het maken van spellen. Leeftijdsaanduiding; meestal komt de leeftijd van het spel wel overeen met wat en kind van die leeftijd aankan. Als er staat vanaf 5 jaar dan betekent dat dat ongeveer 90% van de kinderen die 5 jaar zijn dat spel kunnen spelen. Voor een kind van 6 jaar is het vaak moeilijker een familiespel (8+) of een volwassen spel te spelen. Dat heeft met name te maken met de duur van het spel als ook elementen van relaties leggen tussen de acties die in het spel plaatsvinden. Dat wil niet zeggen dat je nooit een spel kunt doen die eigenlijk voor oudere kinderen bedoeld zijn.De kans is dan groter dat je tegen problemen aanlopen. Onderverdeling spellen: Vanaf 2 – 7 jaar: kinderspellen, uitsluitend voor het kind; Vanaf 3 – 7 jaar: familiespellen die kinderen ook mee kunnen spelen; Vanaf 8 – 10 jaar: familiespellen; Vanaf 10 – 12 jaar: volwassenspellen / gezelschapsspellen; Vanaf 12 jaar: volwassenspellen met veel facetten; Vanaf 13+ tactische spellen/vriendenspellen.
BIJLAGE Eerste pilaar: Spanningsboog - duur van het spel De spanningsboog is een van de meest belangrijke pilaren. Hoe jonger het kind is des te korter kan hij zich op een spel concentreren. De spanningsboog van een 3 jarige is slechts 5 minuten. Na 5 minuten begint het kind al te wiebelen, om zich heen te kijken, alle dingen in zijn buurt te grijpen. Zijn spanningsboog is overtroffen. Hij kan zijn aandacht er moeilijk bijhouden. De leeftijdsaanduiding geeft aan hoe lang de gemiddelde spanningsboog is.
De spanningsboog van een volwassen persoon is ook slechts 45 minuten. Na deze periode zie je dat men verslapt. Met elkaar begint te praten/ouwe hoeren. Men wordt minder serieus en neemt minder informatie op. ‘Ohhh ben ik al weer aan de beurt?’ Als je een spel gaat kiezen dien je hier geel goed rekening mee te houden. Staat er op de doos dat het voor oudere kinderen bedoeld is, dan zit je vaak ook aan een langduriger spel vast. Heel veel kinderen, ook kinderen die al wat meer aankunnen, hebben daar nog niet genoeg geduld voor. Er zijn al een heel aantal 6jarigen (of nog jonger) die Kolonisten van Catan (vanaf 10 jaar) spelen. Het begrijpen is dan niet zo zeer het probleem, alleen het spel duurt ongeveer 1 ½ uur en dat is voor de meeste jonge kinderen te lang. Bovendien zie je toch duidelijk verschil in het oplossen/ aanpakken in de manier van spelen. Betrokkenheid in het spel; het is voor te stellen dat hoe meer een kind bij het spel betrokken blijft des te geconcentreerder hij ermee bezig is. Een voorbeeld hiervan zijn spellen met een memory element. Als ze niet opletten dan weten ze niet wat ze de volgende beurt moeten doen. Het kan dat de kinderen steeds betrokken blijven bij het spel. Ze moeten constant opletten. Hier schuilt echter een paradox. Jonge kinderen 3 – 7 jaar zijn juist heel erg slecht in het opletten. Hun aandacht schiet overal heen. Met name als de spanningboog doorbroken is. Daarom moeten spellen met een hoge betrokkenheid zeer kort zijn. Er zijn ook spellen waarbij er een aan de beurt is en de ander hoeft niet eens op te letten, omdat het een individuele actie is. De ander moet echt wachten tot hij weer aan de beurt is. Het geeft dus niet dat de speler zijn aandacht ergens anders heeft. ‘Kira, jij bent aan de beurt.’ “ehhhh, ohhh ok” dobbel dobbel 6 “hee, ik ben uit!” ‘ohhhhnnnnneeee alweer’
Tweede pilaar: Inzicht - hoe moeilijk is het te winnen ‘Mijn kleinkind is zo slim!’ Dat is een heel herkenbare uitspraak die bij velen een glimlach op het gezicht toont. Natuurlijk is het kind de slimste kind ter wereld volgens de opa’s en oma’s. Maar ook veel ouders trappen in deze val. Het is heel gemakkelijk om te zien hoeveel inzicht je eigen kind heeft. Dit kan heel gemakkelijk getest worden door een potje schaak te spelen met kinderen. Elk jong kind is namelijk in staat om schaak te spelen. Ze hebben echter heel erg veel moeite om het te winnen. Zo kan een 4 jarig kind zonder problemen alle zetten van de schaakstukken opzeggen. Als ze het spel spelen kunnen ze deze zetten uitvoeren. Echter zien ze de consequenties van de zetten niet overzien. Ze missen oorzaak-gevolg. Als ze een pion ongedekt naar voren laten gaan snappen ze niet waarom hij geslagen wordt. Als ze 6 zijn zullen ze leren dat als ze de pion dekken met hun loper dat ze terug kunnen slaan. Echter kijken ze weer raar op hun neus als ze vervolgens weer hun loper kwijt raken. Een persoon kan maar beperkt naar voren kijken. Dit is leeftijdsgebonden.
BIJLAGE
Derde pilaar: Complexiteit – hoe moeilijk is het spel te leren Hoe meer regels hoe minder een kind kan. Keuzes maken is al moeilijk. Als je dit nog eens moeilijker maakt door het toevoegen van veel regels dan is de kans groot dat er kortsluiting ontstaat. Kinderen zijn beperkt in het aantal regels dat ze tegelijk kunnen onthouden en kunnen toepassen. Kinderen hebben veel begeleiding nodig om er voor te zorgen dat de regels toegepast worden.
We horen regelmatig dat mensen kinderen hun eigen regels laten maken. Dit zorgt er voor dat het spel niet gespeeld wordt zoals het dient te worden. Als kinderen met vriendjes en vriendinnetjes gaan spelen kan dit frictie veroorzaken. Zij zijn gewent het spel anders te spelen. Dit leidt vaak tot onenigheid en ruzies. Vierde pilaar: Motoriek – hoe goed is het uit te voeren ‘Kira!!!!’ Daar gaat ze weer. Weer de pionen over het bord. In plaats van de dobbelsteen op tafel te gooien gaat het over het bord. Kinderen zijn motorisch zeer beperkt. Het gooien van een dobbelsteen of het verzetten van een pion kan voor veel kinderen al een hele opgave zijn. Als dit vaak fout gaat zal dit voor frustratie bij het kind, maar ook bij ouders, zorgen. Wat te denken van spellen waarbij kinderen grote hoeveelheden kaarten vast moeten houden. Ook dit kan een uitdaging zijn.
Basis - begeleiders Bij het aanschaffen van spellen maken de meeste mensen een hele grote fout! Kinderen worden vaak ook aangetrokken tot hoe het spel er uit ziet. De fabrikant houdt hier rekening mee. Kinderen zullen dus snel vragen naar bepaalde spellen omdat het er zo leuk uitziet. De vraag is echter; Met wie gaan de kinderen spelen? Juist, vaak met de ouders (begeleiders). Kinderen kunnen spellen zelfstandig als de spellen minimaal 2 jaar beneden hun complexiteitspilaar is. Het is dus van belang dat de ouders de spellen leuk vinden.
BIJLAGE Bedenk van te voren wat je met een spel wilt bereiken: Ik wil een spel waar mijn kind veel moet onthouden, want dat kan hij zo goed. Hierbij val je dus terug op iets wat een kind al goed kan. Ik wil een spel waar mijn kind veel moet onthouden, want daar heeft hij moeite mee. Hierbij wil je dus waarschijnlijk stimuleren dat hij daar iets mee gaat doen. Maakt me niet uit als we maar gezellig met elkaar even leuk bezig zijn. Ik heb geen idee wat er allemaal is tegenwoordig; ik heb nog wat spellen van vroeger, maar ik wil wel weer eens iets anders Dit is de eerste keer dat ik om een spel kijk en ik heb geen idee wat ik moet halen Ik wil een spel dat tactisch, strategisch of geluksfactor heeft, zoals Risk
Dak - Beleving Bij het uitkiezen van spellen komen we nog een rare paradox tegen. De beleving van het kind dient bij het spel te passen. Maar kinderen willen vaak spellen die ouders niet leuk vinden. Wat moet je nu doen? Vaak is de beleving van een spel gebaseerd op een leuk plaatje of reclame. Het is vaak niet gebaseerd op speelwaarde. De kinderen hebben het dus nooit gespeeld. Waar ga je nu voor kiezen? Een spel waarvan de ouder denkt; 1x en nooit weer maar wel het kind geven wat hij wil of een spel kiezen dat een kind niet wil maar wat hij wel leuk met de ouder kan spelen. Kinderen willen vaak leuk een spel spelen met ouders. Het spel is vaak ondergeschikt. Ik zou dus voor de laatste optie kiezen. Zie ook spelen zijn duur verderop in de tekst. Veel ouders denken dat spellen voor 6+ niet meer bij een 8 jarige zou passen. Het zijn vaak de ouders die er een probleem van maken, niet de kinderen. Kwaliteit van het spel Het is helaas zo dat er veel spellen zijn die kwalitatief minder sterk en goed zijn, omdat ze of gemaakt zijn van slecht plastic en daardoor snel kapot gaan of het bestaat uit een constructie of onderdelen dat als het kapot gaat of je verliest iets dan kun je het spel niet meer spelen. Een voorbeeld hiervan zijn een hoop spellen van MB (MB Hupsakee en weg ermee) Dat wil niet zeggen dat alle spellen van MB slecht zijn, maar een bekend voorbeeld van een aantal zal zijn ‘muizenval’ die er leuk uitziet, maar het is gemaakt van slecht plastic en als er dus iets van kapot gaat dan kun je het hele spel niet meer spelen. Goede kwaliteit herken je vaak toch wel aan de prijs wat vaak spellen oplevert met hout materiaal, dik karton, goed uitgedrukte spelmateriaal. Het is van belang om hier goed naar te kijken. Materiaal bepaald de sfeer van een spel. Hierboven is al even genoemd dat we niet zo gecharmeerd zijn van de spellen van MB, omdat het materiaal over het algemeen wat minder is, maar ook is de kans groot dat een kind na een aantal keren spelen het spel niets meer aan vindt, omdat ze het trucje ontdekt hebben hoe je het spel kunt winnen. Dit zijn dan vooral de spellen die in de dikke doos zitten en op t.v komen op de reclame. Je kunt je dan ook afvragen waarom er reclame over gemaakt wordt. Ook vind je dit soort spellen afgeprijsd in winkels, zoals Kruitvat, Trekpleister. Goede spellen hoeven niet afgeprijsd te worden, die verkopen zichzelf wel. Dit geld ook voor reclames op tv. Als een spel dat nodig heeft dan beginnen wij te twijfelen over de kwaliteit van het spel.
BIJLAGE Spellen zijn duur Heel vaak horen we mensen om ons heen die vinden dat spellen zo duur zijn. Dan moet u zich in eerste instantie afvragen wat u duur vindt. Als wij met het gezin een avond naar de bioscoop ga, ben ik veel meer geld kwijt als bij het kopen van een goed spel waar we veel langer plezier van hebt. Toch kan ik me er wel iets van voorstellen, want het klinkt veel 20 – 40 euro voor een spel. Het wordt helemaal duur als een spel na twee of drie keer spelen al in de kast beland. Hou je echter rekening met de pilaren dan zal je zien dat dit minder snel zal gebeuren. Je kunt er voor kiezen om een paar, goedkope spellen te kopen die waarschijnlijk snel kapot gaan en snel vervelen of een of twee iets duurdere spellen die wel langer leuk blijven. Hou goed rekening met de ontwikkeling van een kind. Wat hij het ene moment nog leuk vond, kan een paar maand later wel veranderd zijn. Dit geld met name voor kinderspellen die uitsluitend voor kinderen bedoeld zijn. Ook is het afhankelijk hoe vaak je een spel met een kind speelt. We krijgen ook wel eens mensen die vertellen dat ze een tijd geleden een goed spel hebben gekocht, maar dat haar kind er een beetje op uit gekeken is. Het blijkt dan vaak ook wel dat het spel helemaal blauw is gespeeld. Normaal zie je bij kinderen ook van die periodes dat ze een hele tijd met lego spelen en dat het dan in een keer voorbij is en dat Knex het helemaal is. Het is dan niet zo dat lego wel weggegooid kan worden, maar ze zijn er tijdelijk op uitgekeken. Vaak pakken ze het een tijdje later wel weer uit de kast. Zo moet je dat ook met spellen bekijken. Soms is het leuk om het met een ander spel af te wisselen.