Bijlage 1: Samenvatting haalbaarheidsonderzoek (DM 816557 hoort bij bestuursvoorstel DM 832322) Om een goede bestuurlijke afweging te maken, is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd. Voor het haalbaarheidsonderzoek zijn twee varianten nader onderzocht met behulp van een quick-scan onderzoek waarin verschillende thema’s zijn bekeken. Daarnaast is voor de globale kostenraming (tabel 1) een derde variant toegevoegd. Deze derde variant is destijds niet meegenomen in het quickscan onderzoek, omdat deze grotendeels vergelijkbaar is met de onderzochte twee varianten. Ten slotte is er altijd nog de variant ‘niets doen’. Samenvattend gaat de afweging tussen de volgende varianten: Variant 1. Oude rivierarm via Lunenburgerwaard Variant 2. Gravenbol via oude rivierarm Variant 3. Oude rivierarm (a+b)
Variant 1.
Oude rivierarm via Lunenburgerwaard Breedte 20 m diepte 2 m, Q= 9 m3/s (*)
Door zomerdijk V2
Dicht maken, maar overvaarbaar voor woonboten
Figuur 1.
Variant 1 – Oude rivierarm via Lunenburgerwaard
Argumenten voor - Meekoppelkans is de inrichting van N2000-gebied (Lunenburgerwaard). Flora- en faunawet vormt geen zware belemmering. Tijdens de uitvoering zal wel rekening moeten worden gehouden met het voorkomen van beschermde soorten. - Door het graven van de watergang zal het leefgebied van vissen worden vergroot. - Recreatievaart, evenals overwinterende vrachtschepen, naar Gravenbol en jachthaven kan de huidige route blijven gebruiken. - Nauwelijks extra water vanuit de Nederrijn dat de zwemlocatie Gravenbol bereikt. - Lage archeologische verwachting op het kunnen aantreffen van een intacte archeologische vindplaats. - Geen bestemmingsplanwijziging noodzakelijk (is al bestemming water), wel een aanleg- en een watervergunning.
Argumenten tegen - Lunenburgerwaard op gelijk peil Nederrijn, waardoor inundatiefrequentie in de Lunenburgerwaard (met uitzondering van de hogere bebouwde delen) toeneemt van eens in 10 jaar naar 1 à 2 keer per jaar. Dit is ongunstig/ het is niet meer mogelijk om gewassen te telen. - Veel bodemverzet als gevolg van graven watergang. Op basis van indicatief onderzoek blijkt dat milieuhygiënische kwaliteit van de waterbodem/grond matig tot sterk verontreinigd is. Verhoogde gehalten zijn gemeten in mengmonsters van zowel de boven- als ondergrond verspreid over het terrein. - Beperkte vermindering foerageergebied weidevogels en herbivore vogels (ganzen) door graven watergang en toename inundaties. Variant 2.
Gravenbol via oude rivierarm
Breedte 20 m diepte 2 m, Q= 9 m3/s V1 Breedte en diepte groot genoeg voor vrachtschepen Dicht maken Dicht maken, maar overvaarbaar voor woonboten
Figuur 2.
Variant 2 – Gravenbol
Argumenten voor - Weinig grondverzet ten opzichte van variant 1. De grond is wel matig tot sterk verontreinigd. - Lage archeologische verwachting op het kunnen aantreffen van een intacte archeologische vindplaats. - Geen hydrologische effecten in de Lunenburgerwaard. Argumenten tegen - Bestemmingsplanwijziging noodzakelijk (huidige bestemming is recreatieve voorziening met dubbelbestemming ‘waterstaatsdoeleinden’), vanwege amendement dat is opgenomen in het bestemmingsplan. Hierin is aangegeven dat sprake is van strijdig gebruik indien sprake is van het verondiepen van de plas en het storten en/of verwerken van slib. - Door de directe inlaat van water uit de Nederrijn (naar verwachting rijker met nutriënten) in de plas bestaat de kans op toename blauwalgenbloei. Dit kan periodiek leiden tot een negatief zwemadvies of verbod. Ook de kans op verhoogde concentraties pathogenen (vanuit de recreatievaart die via de plas naar de oude rivierarm moet varen) kan periodiek leiden tot een negatief zwemadvies of verbod. - Flora- en faunawet vormt geen zware belemmering. Echter biedt de variant weinig meerwaarde voor de meekoppeling met de inrichting als N2000-gebied. - Mogelijk nadelige rivierkundige effecten als gevolg van het afsluiten van de oude rivierarm. Dit dient nog verder in overleg met Rijkswaterstaat te worden onderzocht.
Variant 3.
Oude rivierarm (a+b)
20 m breed, 2 m diep Q= 9 m3/s
Brug over watergang (20 m breed, 2 m diep Q= 9 m3/s), 1-rijbaan sterkte voor hulpvoertuig
V3A
Dicht maken Dicht maken
Figuur 3.
Variant 3A – Oude rivierarm via zwaaikom toegang Gravenbol via Rijndijk
20 m breed, 2 m diep Q= 9 m3/s Brug (2 x) over watergang 1-rijbaan sterkte voor hulpvoertuig
Dicht maken Dicht maken
Figuur 4.
20 m breed, 2 m diep Q= 9 m3/s
V3B
Nieuwe toegangsweg
Variant 3B – Oude rivierarm via zwaaikom toegang Gravenbol via Aalswaard
Argumenten voor - Geen bestemmingsplanwijziging noodzakelijk (is al bestemming water), wel een aanleg- en een watervergunning. - Weinig grondverzet ten opzichte van variant 1. De grond is wel matig tot sterk verontreinigd. - Lage archeologische verwachting op het kunnen aantreffen van een intacte archeologische vindplaats. - Geen hydrologische effecten in de Lunenburgerwaard. - Nauwelijks extra water vanuit de Nederrijn dat de zwemlocatie Gravenbol bereikt.
-
Variant 3b biedt de kans om de gehele Lunenburgerwaard in te richten als een rustig natuurgebied. Variant 3b biedt een alternatieve veiligere route voor recreanten om de plas te bereiken (niet meer over de Lekdijk).
Argumenten tegen - Flora- en faunawet vormt geen zware belemmering. Echter biedt de variant weinig meerwaarde voor de meekoppeling met de inrichting als N2000-gebied. - Mogelijk nadelige rivierkundige effecten als gevolg van het afsluiten van de oude rivierarm. Dit dient nog verder in overleg met Rijkswaterstaat te worden onderzocht. - Grote extra onderhoudskosten als gevolg van de bouw van bruggen. Financiën In onderstaande tabel zijn de totale kosten exclusief de exploitatiekosten per variant weergegeven. Tabel 1.
Financiën
Voorbereidingskosten Investeringskosten Directievoering Leges Nutsvoorzieningen Flora- en faunaonderzoek Archeologisch onderzoek / begeleiding Accountantskosten Onvoorzien (max. 7%) BTW (niet gerekend over uren/leges) Totale kosten (excl. exploitatiekosten)
1. Oude rivierarm via Lunenburgerwaard 46.800
2. Gravenbol 46.800
3a. Oude rivierarm 46.800,00
3b. Oude rivierarm 46.800
3.017.200
8.644.000
3.115.600
3.395.600
31.200 7.500 30.000 10.000
31.200 7.500 30.000 10.000
31.200 7.500 30.000 10.000
31.200 7.500 30.000 10.000
25.000 2.500 436.394
25.000 2.500 1.224.146
25.000 2.500 450.170
25.000 2.500 489.370
1.392.571
3.921.255
1.436.792
1.562.624
€ 8.063.165,74
€ 22.633.201,66
€ 8.317.962,70
€ 9.042.994,70
Communicatie Op een aantal momenten tijdens het afgelopen jaar is op initiatief van DLG in opdracht van de provincie Utrecht een aantal bijeenkomsten georganiseerd om de verschillende doelen en plannen in en rondom de Lunenburgerwaard met de initiatiefnemers te delen en daar waar mogelijk te verkennen of er synergiekansen zijn. Hieronder volgt een korte samenvatting per overleg. Werkatelier op 28 februari 2013 Partijen: DLG, HDSR, Programmabureau Vallei en Heuvelrug, Provincie Utrecht, Recreatie Midden Nederland, RWS, Stichting Wijk Nog Leuker, Streekhuis Kromme Rijn, Utrechts Landschap, VVV Wijk bij Duurstede, Gemeente Wijk bij Duurstede De Lunenburgerwaard is als Natura 2000 gebied een NURG (Nadere Uitwerking Rivierengebied) project, waar de inrichting nog niet heeft plaatsgevonden. Deze zal niet meer gaan plaatsvinden vanwege een ontoereikend NURG budget. Er zijn in het kader van dit NURG project wel de nodige gronden aangekocht zodat er nu BBL-bezit ligt in de Lunenburgerwaard. Andere aspecten die een rol spelen in dit gebied zijn het winnen of het bergen van delfstoffen en het realiseren van recreatieve exploitatie. In dit kader speelt de recreatieplas de Gravenbol een belangrijke rol. Om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een integrale gebiedsontwikkelingsopgave in de Lunenburgerwaard heeft de Provincie Utrecht de Dienst Landelijk Gebied (DLG) verzocht de belangen en rollen van de verschillende betrokken partijen te onderzoeken. Tijdens een werkatelier op 28
februari 2013 zijn de partijen samengebracht en is geconcludeerd dat er inderdaad kansen zijn voor een gezamenlijk vervolg. Ook is geconstateerd dat de plannen van HDSR het meeste perspectief bieden, vanuit financiële haalbaarheid gezien, om bij aan te haken en deze bieden dus een belangrijk aanknopingspunt voor de gebiedsvisie. Werkatelier op 27 augustus 2013 Partijen: DLG, HDSR, Programmabureau Vallei en Heuvelrug, Provincie Utrecht, Gemeente Wijk bij Duurstede en Voorsluijs Beleid en Strategie. Doel van de bijeenkomst is uit te wisselen over op welke wijze en op welk moment de verschillende plannen, ideeën en wensen voor de inrichting en het gebruik van de Lunenburgerwaard gecombineerd kunnen worden, aangevuld met de opgave voor waterveiligheid (dijkversterking en klimaat). In het regioproces Nederrijn-Lek van het Deltaprogramma Rivieren is geconstateerd dat er bij de gemeente Wijk bij Duurstede een knelpunt ligt om in de nabije toekomst te voldoen aan de eisen die aan de waterveiligheid zullen worden gesteld. Hier komen verschillende opgaven bij elkaar, waaronder: - Waterveiligheid (dijkversterking in en nabij stedelijk gebied); - Zoetwatervoorziening Kromme Rijn (oplossen inlaatbeperkingen naar Kromme Rijn bij lage waterstanden op de Nederrijn en Lek); - Waterkwaliteit Kromme Rijn (aanleg van slibvang om te voldoen aan de KRW-doelen); - Recreatie in de nabijheid van Wijk bij Duurstede. De provincie Utrecht heeft de Gebiedscommissie Kromme Rijn gevraagd een visie op de ruimtelijke ontwikkeling van de Lunenburgerwaard uit te werken. DLG is in beeld als opdrachtnemer. Liesbeth van Doorn (HDSR) deelt mee dat het waterschap nog echt aan het verkennen is. Een uitwerking van een gebiedsvisie komt te vroeg. Eerst moet de technische haalbaarheid onderzocht worden van de slibvang. Jan Willem Vrolijk (PU) voegt hieraan toe dat in de waterveiligheidsopgave ook eerst nog voorwerk gedaan moet worden. Zowel Dennis van der Waardt (HDSR) en Liesbeth van Doorn (HDSR) delen mee dat voor wat het waterschap betreft: 1e stap de technische haalbaarheid onderzocht wordt van de slibvang; 2e stap de komende maanden een advies voor een bestuurlijk besluit voorbereid gaat worden (besluitvorming eind 2013); 3e stap na besluitvorming van HDSR het moment is aangebroken te bezinnen op het vervolgproces en de regierol. De volgende stappen worden afgesproken: 1. Actie: DLG DLG stelt een opdrachtformulering op voor de fase t/m december 2013. Dit wordt in concept gedeeld voor commentaar met Marjolein Braam (PU), de commissie Kromme Rijn en het Waterschap en de gemeente Wijk bij Duurstede. 2. Tot het eind van het jaar vult DLG de puzzelstukjes aan, van de wensen/ideeën/plannen die er zijn m.b.t. de Lunenburgerwaard. Dit betreft in elk geval landschap/ruimtelijke kwaliteit en waterveiligheid. Bovendien brengt DLG de procesmijlpalen in beeld, vanuit de diverse wensen/ideeën, de plannen en de geldstromen. 3. Na het besluitvormingsproces van het waterschap m.b.t .de slibvang wordt een plan van aanpak gemaakt. 4. Nadere procesafspraken voor de periode na 2013 en afspraken m.b.t. de regierol worden eind 2013 gemaakt, als besluitvorming m.b.t. de slibvang heeft plaatsgevonden. DLG organiseert dan een werkatelier. Overleg RWS 4 september 2013 Ten behoeve van het quick-scan onderzoek is een oriënterend gesprek met Rijkswaterstaat gevoerd over de varianten 1 en 2. Hieruit volgde dat de effecten op het riviersysteem gemodelleerd dienen te worden om deze nader in beeld te kunnen brengen. De afmetingen van de scheepvaartgeul bij variant 2 (Gravenbol) dient nog afgestemd te worden met RWS.