1
Bijlagen Inhoudstafel Bijlage 1: Overzicht van centraal beschikbare gestandaardiseerde toetsen of toetsbatterijen voor taal p. 2-79
Bijlage 2: Lijst van personen en instellingen, geconsulteerd in binnenen buitenland p. 80-81
Bijlage 3: Questionnaire p. 82-83
Bijlagen Haalbaarheidsstudie
2
Bijlage 1: Overzicht van centraal beschikbare gestandaardiseerde toetsen of toetsbatterijen voor taal 1.1 Toelichting Het overzicht als bijlage inventariseert: (1) centraal beschikbare, (2) gestandaardiseerde en/of genormeerde (3) toetsen of toetsbatterijen. (1) De keuze voor centraal beschikbare toetsen is evident. De toetsen moeten voor iedereen toegankelijk en bruikbaar zijn. Komen dus niet in aanmerking: - centrale proeven van de onderwijskoepels (Vlaanderen en Nederlandstalig onderwijs in Brussel, bv. interdiocesane proeven), - toetsen gebonden aan de onderwijsleermethode, - toetsen ontworpen door de school, - toetsen ontworpen door de leerkracht. (2) “Gestandaardiseerde en genormeerde toetsen scoren voor outputmeting hoog op het gebied van validiteit en betrouwbaarheid. Ze worden door gespecialiseerde diensten of deskundigen ontworpen, zijn uitgebreid getest en zo nodig bijgestuurd om voldoende valide te zijn. De toetsen worden volgens duidelijk bepaalde, uniforme procedures afgenomen: tijdstip, instructie, tijdsduur en andere condities zijn vooraf vastgelegd en moeten minutieus worden gevolgd.” 1 . Bijkomend voordeel is in veel gevallen de beschikbaarheid van normeringsgegevens. We beperken ons in het overzicht tot toetsen of toetsbatterijen waarvan de oorspronkelijke normen niet ouder zijn dan 15 jaar of gedurende de afgelopen 15 jaar vernieuwd. Normen van tests waarmee gedurende 15 jaar geen hernormerings- of ijkingsonderzoek plaatsvond, mogen volgende de COTAN (Commissie Testaangelegenheden Nederland) als ‘verouderd’ worden bestempeld. Twintig jaar oude normen verdienen het label ‘niet meer bruikbaar’. (3) Omdat voor het efficiënt en snel screenen van grote groepen leerlingen observatieinstrumenten minder geschikt zijn, beperken we ons tot toetsen en toetsbatterijen. (4) Toetsen om eventuele specifieke leermoeilijkheden op het spoor te komen (bijvoorbeeld dyslexie) worden niet in het overzicht betrokken. In het overzicht worden de toetsen of toetsbatterijen beschreven volgens een aantal parameters. Dit zijn: • naam • auteur en/of • instelling • publicatiejaar (en dus in het geval van genormeerde toetsen het jaar waarin de oorspronkelijke normen werden bepaald) • update van de nomen (eventueel)
1
Bron: WOTO (Werkgroep Output en Toetsontwikkeling), (2004), DOK. Dossier Output & Kwaliteitsbewaking. Basisboek: Achtergronden en concept. Antwerpen/Apeldoorn: Garant
Bijlage 1 – toelichting
3 • •
onderwijsniveau (voor het leerplichtonderwijs: kleuteronderwijs, lager onderwijs, secundair onderwijs) doelgroep (zoals gedefinieerd door de auteurs of instelling, afhankelijk van Vlaamse of Nederlandse oorsprong); legende:
Voor het basisonderwijs: Vlaanderen 1ste kleuterklas 2de kleuterklas 3de kleuterklas 1ste leerjaar 2de leerjaar 3de leerjaar 4de leerjaar 5de leerjaar 6de leerjaar
Nederland Primair Onderwijs (Kinderen gaan pas op 4-jarige leeftijd naar school.) groep 1 groep 2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
Voor het secundair onderwijs: Vlaanderen Beroeps Secundair Onderwijs (BSO) 1e + 2e graad
Nederland Voorgezet Onderwijs (VO) Voorbereidend Beroeps Onderwijs (VBO) Leeftijd: 12-16 jaar
Technisch Secundair Onderwijs (TSO) en Voorbereidend Middelbaar Beroeps Kunst Secundair Onderwijs (KSO) Onderwijs (VMBO) 1e + 2e graad (voorheen Middelbaar Alg. Voorgezet Onderwijs (MAVO)) Leeftijd: 12-16 jaar Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) 1e + 2e + 3e graad
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs (HAVO) Leeftijd: 12-17 jaar
Algemeen Secundair Onderwijs (ASO) 1e + 2e + 3e graad
Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs (VWO) Leeftijd: 12-18 jaar
• • • • •
getoetste prestatie (meetpretentie, zoals gedefinieerd door de auteurs of instelling) beschrijving (meer info over de getoetste prestatie, het achterliggende construct, ...) maatstaf volgsysteem: ja, neen of deel van diagnose/screening (inschatting van bruikbaarheid door de onderzoekers): o Hier geven we in eerste instantie aan of de toets kan worden ingezet voor diagnose of screening, en op welk niveau: leerling, klas, school of systeem. Het moge duidelijk zijn dat het niveau ‘leerling’ alle globalere niveaus impliceert. Bijlage 1 – toelichting
4
•
o Vervolgens geven we weer op welk niveau van taalvaardigheid er gemeten wordt: het microniveau van elementen en aspecten, het mesoniveau van afzonderlijke vaardigheden (luisteren, spreken, lezen, schrijven), het macroniveau van globale taalvaardigheid. o Hier gaat het niet over de meetpretentie, zoals aangegeven door de auteurs van de toets, maar wel om de inschatting van de bruikbaarheid door de onderzoekers in deze studie. In de tekst wordt daarop ingegaan. Vlaams/Nederlands: oorsprong van de toets en ook van de normeringsgroep, tenzij anders vermeld
De informatie bij de parameters zal voor alle toetsen en toetsbatterijen worden beschreven voor zover deze beschikbaar is en/of binnen het bestek van deze studie kon worden verworven. De voornaamste bronnen van de onderzoekers bij het opmaken van het overzicht waren: • de websites van: o Cito-groep: www.citogroep.nl o Harcourt Test Publishers: www.harcourt.nl o Eduforce: www.eduforce.nl •
de website www.toetswijzer.nl (een onderdeel van Kennisnet) Toetswijzer is een gids op internet voor het onderwijs met informatie over toetsing, examinering en evaluatie.
•
de volgende naslagwerken: o Melis, G., (2004), DLE-boek. Met DLE-schalen van alle bruikbare testen in Nederland. Leeuwarden: Eduforce. (coproductie van DOBA Onderwijsadviseurs, Harcourt Test Publishers, Uitgeverij Eduforce) o C.A.P. (Coördinatieteam Antwerpen voor Psychodiagnostiek), (2001), CAPVademecum van diagnostische instrumenten en methoden voor C.L.B. (samenstelling: W., R. Grysolle, A. Bos & W. De Cleen)
Het hierna volgende overzicht behandelt achtereenvolgens de toetsen voor het kleuteronderwijs, het lager onderwijs en het secundair onderwijs. Telkens worden eerste de Vlaamse toetsen besproken en vervolgens de Nederlandse. Binnen elk van deze categorieën zijn de toetsen alfabetisch geordend op naam. kleuteronderwijs – Vlaanderen kleuteronderwijs – Nederland lager onderwijs – Vlaanderen lager onderwijs – Nederland secundair onderwijs – Vlaanderen secundair onderwijs – Nederland
p. 5-14 p. 15-23 p. 24-32 p. 33-53 p. 54-57 p. 58-79
Bijlage 1 – toelichting
5 1.2 Kleuteronderwijs – Vlaanderen
Genormeerde kleutertoetsen: - (1) Test voor woordvlotheid - (2) INTAK: individuele taalniveautest voor kleuters auteur P. Dudal instelling VCLB Service, Brussel publicatiejaar 1999, 2002 (gezamenlijke uitgave in 2003) update van de normen geen onderwijsniveau kleuterschool doelgroep tweede en derde kleuterklas INTAK: woordenschat getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving Het kind moet een voorgezegde zin aanvullen met een naam-, een doe- of een hoewoord dat het tegengestelde of een gelijkenis uitdrukt. afnamemodaliteiten maatstaf (1) normen voor midden 2de kleuterklas en begin 3de kleuterklas (2) normen voor midden tweede kleuterklas, voor begin derde kleuterklas en voor begin eerste leerjaar LO diagnose/screening screening (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
6
Kleuterstapjes auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
maatstaf
N. Breban et al uitgegeven Wolters Plantyn 2003 neen kleuteronderwijs eerste t.e.m. derde kleuterklas luistervaardigheid spreekvaardigheid leesvaardigheid schrijfvaardigheid taalbeschouwing kindvolgsysteem dat zowel sociaal-emotionele als cognitieve aspecten (wiskunde en taal) in kaart brengt; observatie op basis van gestandaardiseerde set activiteiten; geënt op leerplannen en ontwikkelingsdoelen afname (screening) op drie momenten per schooljaar leerkracht individueel voor risicokinderen: observatie (idem) geen normen, wel score 'laag-midden-hoog'
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
diagnose op leerlingniveau microniveau (woordenschat, uitspraak) en mesoniveau ja Vlaams
beschrijving
afnamemodaliteiten
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
7
Kleuters veilig oversteken (Signaallijst voor kleuters) auteur J. Scheiris/Bosman et al instelling SIG-intervisiegroep publicatiejaar 1992, 2005 update van de normen 2005 onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep 2 tot 6,6 jaar getoetste prestatie auditieve perceptie (meetpretentie) uitspraak spreekvaardigheid beschrijving observatie-instrument met verschillende ontwikkelingsdomeinen afnamemodaliteiten afname (screening) halfjaarlijks eenieder individueel maatstaf norm vanaf 2,6 jaar; voor 8 leeftijdscategorieën, scores 1-3 diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau (woordenschat, uitspraak, morfologie, syntaxis) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
8
KOBI-TV. Kleuterobservatie-instrument Taalvaardigheid auteur S. Gysen, K. Rossenbacker & M. Verhelst instelling Steunpunt NT2 publicatiejaar 1999-2000 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep tweede kleuterklas getoetste prestatie luistervaardigheid en spreekvaardigheid beschrijving afname op verschillende momenten (norm op drie momenten) geënt op de ontwikkelingsdoelen afnamemodaliteiten leerkracht individueel 15’ per leerling maatstaf norm (andere leerlingen, leerling zelf op eerder moment, leerlingpopulatie in Vlaanderen, differentiatienorm voor OVBscholen) diagnose/screening screening op leerlingniveau (meetpretentie) mesoniveau volgsysteem ja, binnen de tweede kleuterklas Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
9
Leerlingvolgsysteem (Cito) voor Vlaanderen auteur J. van Kuyk instelling Cito-groep (Vlaamse aanpassing op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs) publicatiejaar 2003 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep tweede en derde kleuterklas getoetste prestatie ordenen (Ordenen) (wordt verder niet besproken) (meetpretentie) taal (Taal voor Kleuters) beschrijving In de toetsen Taal voor Kleuters voor Vlaanderen zijn aspecten van de taalontwikkeling (conceptueel bewustzijn, 2de en 3de kleuterklas) en de beginnende geletterdheid (metalinguïstisch bewustzijn, enkel 3de kleuterklas) opgenomen: - conceptueel bewustzijn: hieronder valt passieve woordenschat en kritisch luisteren. Dit is het herkennen van begrippen en het begrijpen van korte teksten. - metalinguïstisch bewustzijn: hieronder valt schriftoriëntatie, klank en rijm, laatste en eerste woord horen en auditieve synthese. Metalinguïstisch bewustzijn is de vaardigheid om af te zien van de betekenis en te letten op de vorm, bijvoorbeeld de gerichtheid van kinderen op geschreven taal en de gerichtheid op klanken. Voor elke klas zijn er twee afnamemomenten. Voor leerlingen met een lage of zeer lage vaardigheidsscore (zie maatstaf) is het van belang verder te onderzoeken waar de problemen zich voordoen. Daartoe is een analyseformulier voorzien. Voor risicoscores wordt het gebruik van het Observatie- en Hulpprogramma Taalplezier aangeraden. Daarmee kan o.a. achterstand verder in kaart worden gebracht en gerichte hulp geboden. afnamemodaliteiten leerkracht groepsgewijs (na oefenen met oefenboekje) of individueel afname in twee periodes van 20 à 30’ maatstaf De opdrachten van de toetsen worden op een schaal van gemakkelijk naar moeilijk geplaatst. Hoe meer, maar ook hoe moeilijker opdrachten een kind goed maakt, hoe groter de taalvaardigheid van het kind is. Dit wordt uitgedrukt door een vaardigheidsscore. Deze vaardigheidsscore kan worden vergeleken met de vaardigheidscore van de leerling zelf op een eerder moment of met een landelijke (Vlaamse) vergelijkingsgroep. Er worden 5 niveaus of normen onderscheiden. diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) micro- tot mesoniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams Vlaamse versie van het Nederlandse Cito-LVS, aangepast aan de Vlaamse situatie en normering Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
10
RTOS. Reynell Taalontwikkelingsschalen (vertaling van de Reynell Developmental Language Scales) auteur A. Schaerlaekens, I. Zink & K. Van Ommeslaeghe instelling K.U.Leuven (uitgever Berkhout Nijmegen) publicatiejaar 1993 update van de normen geen onderwijsniveau voorschools en kleuterklas doelgroep 2 tot 5 jaar getoetste prestatie taalbegrip (meetpretentie) taalproductie (woordenschat, taalinhoud en beoordeling van spontane taal) beschrijving toets bestaande uit subtesten afnamemodaliteiten leerkracht of andere individueel 45’ maatstaf norm (‘grenzen’) op 13 momenten (om de drie maanden) diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
11
TALK. Taalvaardigheidstoets Aanvang Laatste Kleuterklas auteur Werkgroep Taaltoetsen instelling Steunpunt NT2 publicatiejaar 1996 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep derde kleuterklas getoetste prestatie luistervaardigheid beschrijving eenmalige afname van 30 korte items, begin schooljaar geënt op schooltaalonderzoek afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal 50’ maatstaf norm (andere leerlingen) screening op leerlingniveau diagnose/screening (meetpretentie) meso-niveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
12
TAL. Taalvaardigheidstoets Aanvang Lager Onderwijs auteur Werkgroep Taaltoetsen instelling Steunpunt NT2 publicatiejaar 1995 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep derde kleuterklas/eerste leerjaar getoetste prestatie luistervaardigheid beschrijving eenmalige afname van 50 korte items, einde schooljaar (derde kleuterklas) of begin schooljaar (eerste leerjaar) geënt op schooltaalonderzoek afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal 50’ maatstaf norm (andere leerlingen) diagnose/screening screening op leerlingniveau (meetpretentie) meso-niveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
13
Test voor Functioneel Taalbegrip (t.f.t.) auteur K. Maes instelling Waas revalidatiecentrum Lokeren uitgegeven bij Swets Test Services publicatiejaar 1993 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep 3 jaar t.e.m. 6,6 jaar getoetste prestatie luistervaardigheid en 'taalbegrip' (woordenschat) (meetpretentie) beschrijving eenmalige testafname, herhaalde meting mogelijk afnamemodaliteiten leerkracht individueel 15’ maatstaf normen voor tweede en derde kleuterklas (daterend van 1987) diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
screening op leerlingniveau micro- en mesoniveau ja (verschillende normen voor verschillende leeftijden maar op basis van dezelfde test) Vlaams
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
14
Toeters. TOEts voor Taal– en Rekenvoorwaarden, Schrijfmotoriek en observatie van de werkhouding auteur Lessius Hogeschool Antwerpen, departement psychologie en Centrum voor Leerlingenbegeleiding, Haacht instelling idem publicatiejaar 1995 update van de normen 2003 onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep derde kleuterklas getoetste prestatie lees- en schrijfvoorwaarden (visueel-auditief-rekenen-visuomotoriek) (meetpretentie) beschrijving schoolrijpheidstest afnamemodaliteiten eenmalige afname (februari) leerkracht (of anderen) klassikaal maatstaf norm (met verfijnde opsplitsing van normgroepen naar leeftijd) diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams Vergelijkbare toets: Kontrabas (vervolg op Toeters voor zwak scorende kleuters)
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Vlaanderen
15 1.2 Kleuteronderwijs – Nederland Cito-leerlingvolgsysteem Begrippentoets (Cito-leerlingvolgsysteem) auteur L. Verhoeven instelling Cito-groep publicatiejaar 1993 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs en lager onderwijs (groep 2-3) doelgroep 5 jaar tot 7 jaar getoetste prestatie passieve woordenschat (meetpretentie) beschrijving toets in 2 delen (concrete woordenschat en woordenschat m.b.t. aanvankelijk lezen afnamemodaliteiten afname op 2 momenten (eerste: april-juni groep 2), bij zwakke scoorders en tweetalige leerlingen opnieuw na 5 maanden leerkracht klassikaal 2 x 15’ maatstaf norm in 3 categorieën diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
16
Taal voor Kleuters (TvK) (Cito-leerlingvolgsysteem) auteur J. Van Kuyk instelling Cito-groep (V.U.B. voor Vlaamse aanpassing) publicatiejaar 1996 (Vlaamse aanpassing 2003) update van de normen 2003 voor Vlaanderen (zie Leerlingvolgsysteem voor Vlaanderen) onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep 4 jaar tot 6 jaar (tweede en derde kleuterklas) getoetste prestatie passieve woordenschat (groep 1-2) (meetpretentie) kritisch luisteren (groep 1-2) klank en rijm (groep 2) laatste en eerste woord horen (groep 2) schriftoriëntatie (groep 2) auditieve synthese (groep 2) beschrijving bestaat uit toets voor jongste en toets voor oudste kleuters afnamemodaliteiten afname onderdelen (subtesten deelvaardigheden; keuze op basis van observatie), ongeveer 2x per jaar (januari en juni; in totaal op 4 momenten) leerkracht (of digitaal) klassikaal 2 x 20 à 30’ maatstaf norm in 5 categorieën, aparte waarden voor jongste en oudste kleuters diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau en mesoniveau (enkel onderdeel kritisch luisteren) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
17
Toets Tweetaligheid (Cito-leerlingvolgsysteem) auteur L. Verhoeven, G. Narain, G. Extra, Ö.A. Konak & R. Zerrouk instelling Cito-groep publicatiejaar 1995 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs (groep 1-2) doelgroep 4 jaar tot 6 jaar getoetste prestatie klankonderscheiding (meetpretentie) woordenschat cognitieve begrippen zinsvorming tekstbegrip beschrijving bestaat uit toetsenset in telkens twee talen: Nederlands + Turks/Marokkaans-Arabisch/Papiamentu om vast te stellen welke taal bij allochtone kleuters het sterkst is ontwikkeld: de moedertaal of het Nederlands. De toets geeft eveneens aan hoe de vaardigheid in elk van beide talen zich verhoudt tot die van allochtone en autochtone leeftijdgenootjes. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal maatstaf norm diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau en mesoniveau (enkel onderdeel tekstbegrip) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
18
OBIS. Onderbouw Informatiesysteem (bewerking van de Engelse PIPS Baseline Assessment (Performance Indicators in Primary Schools)) auteur A. van der Hoeven instelling ITS, Radboud Universiteit Nijmegen publicatiejaar 2005 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep groep 1 en 2 getoetste prestatie schrijven (meetpretentie) woordenschat leesbegrip klanken en woorden rijmwoorden beschrijving toetsing van ‘kennis van vaardigheden voor aanvankelijk lezen (en rekenen)’; vertaling door tolk in T1 toegelaten; met centraal (digitaal) feedbacksysteem afnamemodaliteiten afname (screening), eerste keer na 2 maanden in groep 1; vervolgmeting op 5/6 jaar leerkracht (en digitaal) individueel 20’ maatstaf geen normen, wel ‘tussendoelen’ diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau en mesoniveau (enkel onderdeel leesbegrip) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
19
Peutervolgsysteem auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
J. van Kuyk Cito-groep 2000 geen kleuteronderwijs 3 tot 4,2 jaar passieve woordenschat definitievaardigheid kritisch luisteren actieve woordenschat kindvolgsysteem met verschillende ontwikkelingsdomeinen, bestaande uit observatielijst en toetsen afname (screening) halfjaarlijks door leerkracht individueel 15’ per kind norm, 5 niveaus diagnose op leerlingniveau microniveau (woordenschat) en mesoniveau (enkel onderdeel kritisch luisteren) ja Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
20
SNEL-test (Spraak- en taal Normen Eerste Lijn) auteur M. Luinge instelling Universiteit Groningen publicatiejaar 2006 update van de normen neen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep groep 1 (kan vanaf 2,6 tot 6,1) getoetste prestatie luistervaardigheid (meetpretentie) spreekvaardigheid beschrijving 14 vragen afnamemodaliteiten verzorger/leerkracht individueel 3’ maatstaf geen normering op basis van onderzoek screening (observatie-instrument, geen toets) diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) micro- en mesoniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
21
VTO. Taalscreenings-instrument (TSI) voor 3-, 4- en 5-jarigen auteur F.M.E. Gerritsen instelling uitgegeven bij Swets Test Services publicatiejaar 1992-1994 update van de normen neen onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep 2,9 jaar t.e.m. 5,8 jaar getoetste prestatie receptieve en productieve woordenschat (meetpretentie) woordvorming uitspraak beschrijving eenmalige testafname (bestaat daarnaast uit vragenlijst voor ouders, speelzaal en school) afnamemodaliteiten verzorger/leerkracht individueel maatstaf normen voor 3-, 4- en 5-jarigen (daterend van voor 1988) (apart normeringsonderzoek voor allochtonen) diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
22
Woordenschattest voor groep 1 auteur G. Dijkstra & T. de Vos instelling Eduforce publicatiejaar 2000 update van de normen DLE in 2002 onderwijsniveau kleuteronderwijs doelgroep groep 1 (kan vanaf 2,6 tot 6,1) getoetste prestatie productieve woordenschat (meetpretentie) beschrijving na twee maanden afnamemodaliteiten leerkracht individueel 50’ maatstaf norm (andere leerlingen) screening op leerlingniveau diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem neen (wel meting vooraf en herhaalde meting mogelijk) Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - kleuteronderwijs - Nederland
23 1.3 Kleuter- en lager onderwijs – Nederland
TAK. Taaltoets Alle Kinderen auteur L. Verhoeven & A. Vermeer instelling Cito-groep publicatiejaar 2001 update van de normen geen onderwijsniveau kleuteronderwijs en lager onderwijs (groep 1 t.e.m. 4) doelgroep 4,7 jaar tot 8,3 jaar getoetste prestatie passieve woordenschat (meetpretentie) woordvorming zinsbegrip tekstbegrip klankonderscheiding beschrijving afnamemodaliteiten afname onderdelen (subtesten deelvaardigheden; keuze op basis van observatie) ongeveer 1x per jaar (in totaal op 5 momenten) leerkracht (of digitaal) individueel maatstaf norm in 5 categorieën, aparte waarden voor tweetaligen met thuistaal T1/T2 diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau en mesoniveau (enkel onderdeel tekstbegrip) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
24 1.4 Lager onderwijs – Vlaanderen
Toetsen begrijpend lezen auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
P. Dudal VCLB Services 2005 lager onderwijs begin 2de of begin 3de leerjaar begrijpend lezen
Deze toets van Paul Dudal wil de leesvaardigheid en het leesbegrip testen in een vroege fase van de leesontwikkeling. De toets bestaat uit drie delen: - In Deel 1 moeten de leerlingen 15 keer een onvolledige zin aanvullen met het juiste woord (keuze uit 4 woorden, keuze aanduiden). - In Deel 2 moeten de leerlingen in 15 zinnen het ontbrekende woord bedenken en invullen. - In Deel 3 worden korte stukjes tekst aangeboden (2 tot 4 zinnen), waarbij een vraag wordt gesteld. De leerlingen kiezen het juiste antwoord (een woord) uit 4 mogelijkheden. Er wordt niet getoetst naar leesbegrip van langere teksten. De toets is geschikt voor klassikale afname in het eerste trimester van het tweede leerjaar en biedt op dat ogenblik een juist beeld van het niveau van leesbegrip van alle leerlingen. In het begin van het derde leerjaar is de test bruikbaar om te controleren of er nog leerlingen zijn die uitvallen bij deze aanvankelijke vorm van begrijpend lezen. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal (2de leerjaar)/individueel of kleine groep (3de leerjaar) maatstaf De toets is genormeerd op groepen Vlaamse kinderen. diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid)) microniveau (woordenschat, incl. kennis van de wereld) volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
25
DOK. Dossier Output en Kwaliteitsbewaking auteur instelling Werkgroep Output en Toetsontwikkeling uitgegeven voor Garant publicatiejaar 2004 (voor het onderdeel Nederlands) update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep 6de leerjaar getoetste prestatie Nederlands (begrijpend lezen, luisteren, spreken, schrijven, (meetpretentie) taalbeschouwing) wereldoriëntatie (wordt verder niet besproken) wiskunde (wordt verder niet besproken) beschrijving DOK-Nederlands is een geheel van evaluatiemiddelen voor de taalvaardigheden, waaronder toetsen die opgesteld zijn vanuit de eindtermen lezen en taalbeschouwing. Daarnaast zijn er aanbodsroosters (voor luisteren en spreken; om het aanbod van de eindtermen in kaart te brengen), observatie- en beoordelingsfiches (voor luisteren en spreken, op leerling- en groepsniveau), portfolio (voor schrijven en taalbeschouwing), integratie van LVS-VCLB voor spellingvaardigheid. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal Voor lezen zijn er twee deeltoetsen, die elk ong. 35’ in beslag nemen. Ook voor de toets taalbeschouwing dient een lestijd van 50’ te worden voorzien, maar er is geen tijdslimiet. maatstaf criterium (eindtermen gewoon lager onderwijs) + norm (ruime Vlaamse steekproef van leerlingen van het 6de leerjaar) diagnose/screening Volgens de handleiding dient DOK als geheel een dubbele (inschatting bruikbaarheid)) focus: bewaking van het aanbod van de school en de evaluatie. Het kan beslissingen op leerling-, klas- en schoolniveau onderbouwen.
volgsysteem Vlaams/Nederlands
screening op leerling-, klas en schoolniveau micro- tot mesoniveau neen Vlaams
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
26
Leerlingvolgsysteem VCLB auteur E. Billiaert, G. Deloof, P. Dudal, R. Grysolle, J. Marranes & L. Van Dooren instelling VCLB (voorheen CSBO, koepel van de vrije CLB’s) uitgegeven bij Garant publicatiejaar 1997 e.v. update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep 1ste t.e.m. 6de leerjaar (spelling) 1ste t.e.m. 3de leerjaar (lezen getoetste prestatie spelling (meetpretentie) technisch lezen wiskunde (wordt verder niet besproken) beschrijving Dit leerlingvolgsysteem bevat onder meer signaleringstoetsen waarmee leerlingen van nabij kunnen worden gevolgd bij hun voortgang in de genoemde leerstofdomeinen. Daarnaast is er voor elk domein een boek waarin aandacht wordt besteed aan de verdere analyse van problemen en aan hoe hulp kan worden geboden, aan het handelen dus. Er zijn toetsen voorzien voor begin, midden en einde van het schooljaar. De school kan daar twee momenten uit kiezen: begin en midden, of midden en einde. afnamemodaliteiten leerkracht individueel (lezen)/klassikaal (spelling) 1.30’ per leerling (lezen)/ongeveer een lestijd (spelling) maatstaf norm (andere leerlingen, leerling zelf op eerder moment) diagnose/screening screening en diagnose op leerlingniveau (ook klasniveau) (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams opmerking Toetsen van Paul Dudal zijn geïntegreerd in dit systeem.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
27
Leerlingvolgsysteem voor Vlaanderen auteur F. Moelands & R. Rymenans instelling Cito-groep op initiatief van de Vlaamse Gemeenschap, departement Onderwijs publicatiejaar 2003 update van de normen geen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep 1ste t.e.m. 6de leerjaar getoetste prestatie technisch lezen (Drie-Minuten-Toets) (meetpretentie) spelling (Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid) beschrijving Met de Drie-Minuten-Toets voor Vlaanderen kan worden vastgesteld hoe goed een leerling losse woorden van uiteenlopende moeilijkheidsgraad kan verklanken of hoe goed een leerling is in technisch lezen. Er zijn telkens 3 leeskaarten voor één minuut. Er zijn twee afnamemomenten per schooljaar. Vanaf het derde leerjaar moeten enkel de zwakkere lezers nog alle leeskaarten afleggen. Er worden aanwijzingen gegeven voor verdere analyse bij en hulp aan zwakke lezers. Voor leerlingen met hardnekkige leesproblemen worden een Grafementoets en een Toets voor Auditieve Synthese aangeraden, waarvoor echter geen Vlaamse vergelijkingsgegeven beschikbaar zijn.
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid)
De Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid, waarbij de leerlingen mondeling aangeboden woorden omzetten in schriftbeelden, bestaat uit een groot aantal woorden die geordend zijn op een schaal van gemakkelijk naar moeilijk. Je kan in een getal uitdrukken hoe moeilijk een woord is. De woorden zijn gegroepeerd in dictees die opklimmen in moeilijkheidsgraad. De score van de leerling op een dictee wordt omgezet in een schaalscore. Hoe hoger de schaalscore, hoe groter de spellingvaardigheid. Er zijn twee afnamemomenten per schooljaar. Voor elk afname moment is er een eenvoudiger en een wat moeilijker dictee. Voor zwakke spellers worden bijkomende analyse en didactische maatregelen (indien nodig aanvullende diagnostische toetsing: Fonemendictee en Toets voor Auditieve Analyse) aangeraden. Er wordt verwezen naar de Hulpboeken die het Cito hiertoe aanbiedt (zie Citoleerlingvolgsysteem). leerkracht klassikaal (SVS)/individueel (DMT) in twee delen/3’ per leerling De toetsscore van een leerling kan worden vergeleken met de score van de leerling zelf op een eerder moment of met een landelijke (Vlaamse) vergelijkingsgroep. Er worden 5 niveaus of normen onderscheiden. screening (en aanzetten tot diagnose) op leerlingniveau microniveau Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
28 volgsysteem Vlaams/Nederlands
opmerking
ja Vlaams Vlaamse versie van het Nederlandse Cito-LVS, aangepast aan de Vlaamse situatie en normering In het kader van SIBO (Steunpunt LOA, cf. J. Van Damme, J.P. Verhaeghe et al) wordt een vervlaamste aanpassing van de begrijpend lezen-toetsen van Cito gebruikt. (met medewerking van Universiteit Antwerpen)
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
29
Periodieke Peilingstoetsen auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
divers op initiatief van de Vlaamse overheid uitwerking door universitaire centra 1996 e.v. lager onderwijs 6de leerjaar luisteren begrijpend lezen schrijven en andere niet-talige vaardigheden (verder niet besproken) Per deelgebied van de eindtermen worden sinds 1996 toetsen ontwikkeld en gebruikt voor periodieke peiling van het onderwijs. Voor het deelgebied taal zijn er instrumenten voor begrijpend lezen, luisteren en schrijven. getrainde toetsafnemers klassikaal divers criterium (eindtermen) + cesuur: Op basis van IRT-analyses op de toetsresultaten van de getoetste groep worden vaardigheidsschalen geconstrueerd. Per schaal wordt een cesuur bepaald tussen voldoende en onvoldoende geachte prestaties. screening op systeemniveau mesoniveau neen Vlaams De overheid neemt het initiatief en bewaakt de toetsen, dus ze zijn niet centraal beschikbaar. Parallelversies kunnen wel aan de scholen ter beschikking worden gesteld.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
30
VLOT. Volgsysteem Lager Onderwijs Taalvaardigheid auteur M. Colpin, S. Gysen, K. Van den Branden et al (red.) instelling Centrum voor Taal en Onderwijs (voorheen Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2) uitgegeven door Wolters Plantyn publicatiejaar 1997-2000 update van de normen geen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep 2de t.e.m. 6de leerjaar getoetste prestatie luistervaardigheid (meetpretentie) spreekvaardigheid (begrijpend-)leesvaardigheid (creatieve) schrijfvaardigheid algemene taalvaardigheid (via edittoetsen) beschrijving Geheel van 60 toetsen, gespreid over 5 leerjaren, met telkens 3 meetmomenten (einde van elk trimester). Grosso modo is er voor elk meetmoment een luistertoets, een leestoets en een schrijftoets. Voor het 2de en het 3de leerjaar is er één spreektoets, voor de hogere leerjaren twee. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal (luisteren, lezen, schrijven)/individueel (spreken) Elke klassikale toets neemt ongeveer 1 lestijd (50’) in beslag. Voor de spreektoetsen dient ong. 5’ per leerling te worden voorzien. maatstaf De toetsscore van een leerling worden gekoppeld aan normen (5), bepaald op basis van afname bij veel leerlingen (ongeveer 600 per toets), verspreid over Vlaanderen (met grote vertegenwoordiging van scholen met allochtone leerlingen). De toetsscores van een leerling kunnen worden vergeleken met de scores van de leerling zelf op eerdere momenten, met andere leerlingen van de klas, met de grote groep Vlaamse leerlingen. Ook de evolutie van de klasgroep als geheel kan worden in kaart gebracht. diagnose/screening screening op leerling-, klas en schoolniveau (inschatting bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - lager onderwijs - Vlaanderen
31 1.5 Lager onderwijs – Nederland en Vlaanderen
AVI-leeskaarten auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf
J. Visser, A. van Laarhoven & A. ter Beek KPC-groep 1977 1994 (vernieuwing) Vlaamse normering: 2000 (W. Boonen, Garant) lager onderwijs groep 3 t.e.m. groep 6 1ste/2de t.e.m. 4de leerjaar technisch lezen Het doel van de AVI-toetskaarten is het niveau van technisch lezen van kinderen vast te stellen. De toets meet in hoeverre de technische leesvaardigheid van de leerling geautomatiseerd is. Zo kan men, ten behoeve van het technisch leesonderwijs, leesstof kiezen die aansluit bij hun niveau. De AVI-toets bestaat uit negen kaarten, voor elk leesniveau één. Van de AVItoets zijn een A- en een B-versie beschikbaar. Elke kaart bevat een tekst die een afgerond verhaal vormt. De afname van de toets vindt individueel plaats. De leerling krijgt een kaart voor zich met daarop een tekst behorend bij het niveau waarop hij of zij geacht wordt te lezen. De leerling moet de tekst hardop voorlezen. Het aantal fouten dat de leerling maakt en de tijd die de leerling nodig heeft om de tekst te lezen, bepalen de leesprestatie, ofwel het AVI-niveau, van de leerling. AVI staat voor Analyse van Individualiseringsvormen. KPC Groep startte hiermee in de jaren ‘70 met de bedoeling om voor langdurig gebruik scholen hulpmiddelen en werkwijzen aan te bieden voor individualisering van het leesonderwijs. leerkracht of andere individueel criterium: wanneer een leerling op een bepaald AVI-niveau is ingedeeld, dan wordt daarmee aangegeven dat die leerling - in technisch opzicht leesstof van een bepaalde moeilijkheidsgraad aankan. De niveaus klimmen op in moeilijkheidsgraad volgens tekstkenmerken en woordtypen.
normering op grote groepen Nederlandse en Vlaamse leerlingen laat toe de prestatie te vergelijken diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem Ja, in die zin dat je vooruitgang van de leerling ten opzichte van zichzelf en anderen in kaart kan brengen. Vlaams/Nederlands Nederlands, met Vlaamse normering opmerking Een nieuwe normering en herziening van het concept staat op stapel. Er zal een koppeling worden gemaakt met de toetsen Bron: D. Albers (KPC- ‘Leestechniek & Leestempo’ van Cito-LVS (voor eerste Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland en Vlaanderen
32 groep)
screening; betrouwbaarder dan DMT). De AVI-leeskaarten zullen enkel nog worden gebruikt bij de leerlingen die uitvallen, om meer diagnostische info te verkrijgen. In de toekomst komt er een AVI-indeling op basis van nieuwe leesbaarheidsformules (betere maten voor het bepalen van de moeilijkheidsgraad van boeken). De naamgeving verandert.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland en Vlaanderen
33 1.6 Lager onderwijs – Nederland
Begrijpend Leestest en Leesattitudeschaal auteur C. Aarnoutse instelling Vakgroep Onderwijskunde, Radboud Universiteit Nijmegen, uitgegeven door Harcourt Test Publishers (voorheen Swets & Zeitlinger) publicatiejaar 1988 tot 1992 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 t.e.m. groep 8 begrijpend lezen (begrip van de betekenis van teksten) getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving Met deze tests kan niet alleen de vooruitgang van de leerlingen vastgesteld worden, maar ook het effect van de gegeven leeslessen (zie ook ‘Opmerking’). Na het lezen van een informatieve of verhalende tekst beantwoorden de leerlingen vragen die betrekking hebben op het woord-, zins- en tekstniveau. De tests geven in korte tijd een beeld van de leesbekwaamheid van de kinderen. Ze kunnen ingezet worden om leerlingen die zwak of middelmatig lezen, tijdig op te sporen en extra aandacht en oefeningen te geven. De uitslag op de tests voor groep 7 en 8 kan worden gezien als aanwijzing in de richting van het voortgezet onderwijs. afnamemodaliteiten klassikaal maatstaf De toetsen meten het prestatieniveau van de leerlingen meten, maar ook de vooruitgang die de leerlingen gedurende een heel schooljaar boeken. Door de tests aan het begin en aan het einde van een schooljaar af te nemen, kan nagegaan worden of de vooruitgang van de leerlingen boven, beneden of rond het gemiddelde van de normgroep ligt. Deze tests zijn namelijk bij dezelfde leerlingen (de normgroep) in het begin en aan het einde van elk schooljaar afgenomen. diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) micro- tot mesoniveau volgsysteem beperkt (binnen een schooljaar) Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking Het DLE-boek vermeldt dat de Begrijpend Leestests integraal aansluiten op de leesmethode Wie dit leest (uitgeverij Zwijsen). Of het om het effect van precies de leeslessen van deze methode gaat, dient nader te worden bestudeerd. Van Aarnoutse e.a. worden testen van begrijpend lezen gevonden onder de titels: - Taakgericht begrijpend leestoetsen - Begrijpend leestests Aarnoutse - Schoolwijzer We hebben ons gebaseerd op de recentste uitgave van de catalogus van Harcourt Test Publishers voor de informatie over de ‘Begrijpend Leestest en Leesattitudeschaal’. Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
34
Pedagogisch-Didactisch Onderzoek Begrijpend Lezen 1 en 2 (PDO-BL-1 en 2) auteur 1) R. Claase, G., H. Cohen de Lara, L. Pauw & M. van der Wulp (Schooladviescentrum Utrecht) 2) R. Claase, G. Compen, H. Cohen de Lara & C. Groote Schaarsberg, R. Krutzen & P. Los (Partners in beter onderwijs ODB Breda i.s.m. Schooladviescentrum Utrecht) instelling Harcourt Test Publishers (voorheen Swets & Zeitlinger) publicatiejaar 1997-1998 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 4 t.e.m. groep 8 begrijpend lezen getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving PDO-BL is bestemd voor het onderzoek van leerlingen, die moeite hebben met begrijpend lezen (bepaalde aspecten ervan). De PDO-BL-1-map kan worden gebruikt voor taalzwakke Nederlandstalige leerlingen en leerlingen die het Nederlands niet van huis uit spreken. Het onderzoek met deze map kan antwoord geven op de volgende vragen: Heeft de leerling een actieve leeshouding? Kan de leerling de betekenis van onbekende woorden afleiden? Kan de leerling de betekenis van verwijswoorden achterhalen? Het gaat bij deze methode vooral om problemen die leerlingen hebben met het begrijpen van zinnen en alinea’s. Aansluitend op het onderzoek kan speciale begeleiding geboden worden met behulp van remediëringsprogramma’s (‘Woorddetective’). PDO-BL-2 is ontwikkeld voor leerlingen waarvan de leesproblemen meer liggen op het niveau van de tekst als geheel. Met behulp van deze map kan onderzocht worden in hoeverre een kind in staat is om de hoofdgedachte van een tekst te bepalen en in hoeverre kennis van tekstsoorten en inzicht in tekststructuur hierbij een rol spelen. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van een uit twee delen bestaande diagnostische toets. Daarop volgt een handelingsplan. afnamemodaliteiten De map kan gebruikt worden door groepsleraren, interne begeleiders (coördinatoren leerlingenzorg) en taakleerkrachten (waaronder remedial teachers) uit het (speciaal) basisonderwijs. individuele afname via diagnostisch gesprek ong. 60’ per deel maatstaf diagnose/screening diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) micro- tot mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
35
De Klepel auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
K.P. van den Bos, H.C. Spelberg, A.J.M. Scheepstra & J.R. de Vries uitgegeven door Harcourt Test Publishers 1999 (recentste versie) lager onderwijs (zie ook secundair onderwijs) groep 3 t.e.m. groep 8 technisch lezen De Klepel meet de technische leesvaardigheid van pseudowoorden bij leerlingen in groep 3 t/m 8 (fonologische component). De toets moet tegelijk met de Eén-Minuut-Test (EMT) Van Brus & Voeten (lexicale component) worden afgenomen. Het in combinatie afnemen van De Klepel en de EMT geeft de mogelijkheid veronderstellingen te formuleren ten aanzien van de relatieve sterkte en zwakte van de procedures van technisch lezen/woordidentificatie. Aan de hand van de scorecombinaties wordt de woordleesprestatie van de leerling geclassificeerd. De ‘beelden’ die horen bij zwakke en slechte leesprestaties worden voorzien van diagnostische aanwijzingen en orthodidactische adviezen. leerkracht individueel 2’ per leerling geijkt op leerlingen van groep 3 t.e.m. groep 8 van het basisonderwijs (en de brugklas van het voortgezet onderwijs); normtabellen voor twee momenten in het schooljaar: januari en juni diagnose op leerlingniveau microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
36
Eén-Minuut-Test (EMT) auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem
Vlaams/Nederlands
B.Th. Brus & M.J.M. Voeten uitgegeven door Harcourt Test Publishers 1972 1994 lager onderwijs (zie ook secundair onderwijs) groep 5 tot eerste jaar secundair onderwijs min. 7 tot max. 13 jaar technische leesvaardigheid De Eén-Minuut-Test meet de technische leesvaardigheid in de zin van ‘vlot kunnen ontsleutelen van gedrukte woorden’. De test wil nagaan in hoeverre dit aspect van de leesvaardigheid is gerealiseerd. Dit gebeurt door het aantal woorden te bepalen dat een kind in één minuut van een standaardlijst van woorden goed blijkt te kunnen lezen. Er werd gekozen voor nietsamenhangende woorden omdat, gezien de bedoeling van de test, het aspect van het begrijpen op de achtergrond moet blijven. De test is bedoeld voor het bepalen van een algemeen niveau van technisch lezen. De Eén-Minuut-Test (EMT) kan tegelijk met De Klepel worden afgenomen. leerkracht individueel 1’ per leerling leerjaarnormen volgens C-schaal en decielschaal, naast didactische leeftijdsnormen diagnose op leerlingniveau microniveau De toets maakt deel uit van leerlingvolgsysteem Leer in Zicht. (Bron: Toetswijzer - In de huidige catalogus van Harcourt Test Publishers wordt dit LVS niet meer vermeld.) Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
37
Eindtoets basisonderwijs auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem
Vlaams/Nederlands
Cito-groep jaarlijks nieuwe versie (sinds 1976, op basis van eerdere initiatieven lager onderwijs groep 8 taal rekenen (wordt verder niet meer besproken) studievaardigheden (wordt verder niet meer besproken) wereldoriëntatie (facultatief, wordt verder niet meer besproken) Het onderdeel Taal bestaat uit: schrijven van teksten, spelling, begrijpend lezen en woordenschat. De specifieke functie van de Eindtoets is het geven van een onafhankelijk advies op leerlingniveau voor de keuze van een passend school- of brugklastype. De Inspectie van het Onderwijs gebruikt de uitslagen van de Cito-eindtoets en van andere toetsen om zich een oordeel te vormen over de ‘opbrengsten’ (resultaten) van het onderwijs op de scholen. Deze oordelen van de inspectie zijn te vinden in de schoolrapporten, die de inspectie van alle scholen in Nederland heeft opgesteld. Deze schoolrapporten zijn te vinden op de website van de inspectie. Individuele scores per leerling worden door de inspectie niet opgenomen. Zij benut de gegevens van de leerlingen om zich een totaaloordeel over de school te vormen. Maken de toets niet: (allochtone) leerlingen die aan het begin van groep 8 vier jaar of korter in Nederland zijn en die het Nederlands onvoldoende beheersen om de opgaven goed te kunnen lezen; leerlingen die naar verwachting naar het (voortgezet) speciaal onderwijs of naar het praktijkonderwijs gaan. leerkracht klassikaal Het resultaat van een leerling op de verschillende toetsonderdelen wordt omgezet in een standaardscore. Deze score krijgt betekenis doordat ze gerelateerd kan worden aan de resultaten van een grootscheeps toelatings- en doorstroomonderzoek (T&D-onderzoek). Dit onderzoek wordt eens in de twee tot drie jaar gehouden. screening op leerling- en schoolniveau micro- en mesoniveau ja (samen met Entreetoetsen, zie hierna) Cito maakt werk van een Leerling- en Onderwijsvolgsysteem (LOVS) voor het primair onderwijs, waarin de functies van het LVS (zie verder), de Entreetoetsen (zie hierna) en de Eindtoets integraal zijn opgenomen. Nederlands Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
38 opmerking
De toetsen zijn niet ‘centraal beschikbaar’ in die zin dat ze kunnen worden ingekeken of vrij aan te kopen zijn door scholen. Alle scholen kunnen echter deelnemen en krijgen de toetsen toegezonden, en, na toezenden van de ingevulde, rapporten van de resultaten.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
39
Entreetoets basisonderwijs auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem
Vlaams/Nederlands
Cito-groep regelmatig nieuwe versies voor de verschillende groepen lager onderwijs groep 5 t.e.m. groep 7 taal rekenen (wordt verder niet meer besproken) studievaardigheden (wordt verder niet meer besproken) Het onderdeel Taal bestaat uit: schrijven van teksten, herkennen van de persoonsvorm (niet in groep 5), spelling van werkwoorden en niet-werkwoorden, leestekens (niet in groep 5 en 6), begrijpend luisteren, begrijpend lezen, leestempo en woordenschat. Het doel van de entreetoetsen is leerling en klas te evalueren op schoolvorderingen en de school op het onderwijs. leerkracht klassikaal tempo kan zelf worden bepaald; de meeste scholen nemen de Entreetoets af in een periode van drie tot vier weken; afname per taak duurt 25 tot 45’ totaalscore van de leerling resulteert in een leerlingprofiel Op basis van de totaalscore op de Entreetoets Groep 7 kan een te verwachte standaardscore op de Eindtoets Basisonderwijs te worden voorspeld. screening op leerling- en school(regio)niveau micro- en mesoniveau ja (samen met Eindtoets, zie hierboven) Cito maakt werk van een Leerling- en Onderwijsvolgsysteem (LOVS) voor het primair onderwijs, waarin de functies van het LVS (zie verder), de Entreetoetsen en de Eindtoets integraal zijn opgenomen. Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
40
Periodieke Peilingstoetsen auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
divers Cito-groep, in opdracht van het Ministerie van Onderwijs 1987 tot heden lager onderwijs groep 5 en groep 8 divers (zie ‘beschrijving’) Toetsen voor periodiek peilingsonderzoek in het primair onderwijs. Het onderzoek betreft in principe alle leerdomeinen van het primair onderwijs en vindt plaats in jaargroep 8 om zo het bereikte eindniveau te kunnen beschrijven. Daarnaast wordt voor de domeinen Nederlandse taal en rekenen/wiskunde peilingsonderzoek verricht halverwege het basisonderwijs (begin jaargroep 5) en in speciale scholen voor basisonderwijs (vroeger LOM en MLK). Belangrijk is daarbij aan te tekenen dat peilingsonderzoek ook betrekking heeft op leerdomeinen die normaal niet in de evaluatie van leerlingen worden betrokken. Dat geldt voor domeinen als Engels, muziek, lichamelijke opvoeding, verkeer, maar ook voor peilingsonderzoek op het gebied van de schrijfen spreekvaardigheid van leerlingen. De peilingen geven steeds een gedetailleerd antwoord op de vragen die het onderwijsresultaat betreffen. Behalve dat nagegaan wordt wat leerlingen feitelijk weten en kunnen, worden de peilingsresultaten ook gerelateerd aan de kerndoelen voor het primair onderwijs. De vraag wordt gesteld wat leerlingen feitelijk zouden moeten kunnen wanneer zij de kerndoelen hebben bereikt en vervolgens laten de peilingsresultaten zien in hoeverre het gewenste niveau wordt gerealiseerd. We spreken dan van standaarden voor de kerndoelen primair onderwijs en over de mate waarin de standaarden worden gerealiseerd. Door peilingsonderzoek periodiek te herhalen kunnen ook de ontwikkelingen over de tijd in beeld gebracht worden. gekwalificeerde toetsleiders klassikaal divers screening op systeemniveau mesoniveau neen Nederlands De toetsen vinden plaats op initiatief van de overheid en zijn niet centraal beschikbaar. De toetsversies van de vorige peilingen kunnen wel worden ingekeken.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
41
PI-dictee en PI-einddictee auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem
Vlaams/Nederlands opmerking
J. Geelhoed & P. Reitsma Harcourt Test Publishers versie 1994 en versie 2000 2000 lager onderwijs (zie ook secundair onderwijs) groep 3 t.e.m. groep 8 spellingvaardigheid Het PI-dictee is een spellingtoets voor het onderzoek van de spellingvaardigheid bij het schrijven van losse woorden. De toets kan zowel signalerend als diagnosticerend worden gebruikt. De uitkomsten van de toets geven inzicht in de beheersing van de deelvaardigheden van de spelling en in de beheersing van de spellingcategorieën. Hiermee wordt duidelijk aan welke onderdelen van de spelling in de instructie of begeleiding aandacht moet worden geschonken. Voor nader onderzoek is voor een groot aantal spellingcategorieën in de handleiding ook een controledictee opgenomen. leerkracht klassikaal duur van de afname bepaald door instapniveau en afbreekscore normen, uitgesplitst naar percentielscores, niveau-indicaties en DLE gerelateerd aan de spellingcategorieën van de Schaal Spellingvaardigheid van Cito (PI-dictee wordt vaak gebruikt voor uitgebreidere diagnostiek) screening of diagnose op leerlingniveau microniveau Het PI-dictee kan worden gebruikt als onderdeel van het leerlingvolgsysteem van een school. Bij herhaalde afname van de toets kan het verloop van de leervorderingen bij het spellen in kaart worden gebracht. Nederlands Het PI-einddictee (gebaseerd op de ervaringen en de resultaten van het PI-dictee) is ontwikkeld om de spellingvaardigheid van een leerling aan het eind van de basisschool op een efficiënte en verantwoorde manier te bepalen. Een basisschool kan de resultaten op het PI-einddictee betrekken in de aanbevelingen voor de richting en niveau van voortgezet onderwijs. De toets heeft goede psychometrische eigenschappen en normen voor groep 8. Ook zijn de resultaten voor de verschillende leerroutes binnen het vmbo en voor havo/vwo opgenomen. Aan het PI-einddictee is tevens een vergelijkbare toets voor werkwoordspelling toegevoegd. Beide toetsen hebben de vorm van een gatendictee en zijn vooral bedoeld voor klassikale afname. Afname, verwerking en interpretatie vragen weinig tijd zodat afname bij alle leerlingen mogelijk is. Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
42
Taaltoets Allochtone Kinderen bovenbouw auteur L. Verhoeven & A. Vermeer instelling uitgegeven door Zwijsen publicatiejaar 1993 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep 8-12 jaar getoetste prestatie sociale vaardigheden (meetpretentie) grammaticale vaardigheden beschrijving De toets geeft inzicht in de sociale en grammaticale vaardigheden in het Nederlands van allochtone kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar. Kan ook worden afgenomen bij taalzwakke en dialect sprekende Nederlandse kinderen. Met ‘sociale vaardigheid’ wordt bedoeld de vaardigheid om in het mondelinge communicatieproces met behulp van verbale of non verbale middelen bedoelingen te begrijpen of duidelijk te maken. Deze vaardigheid wordt nagegaan met behulp van observaties. De ‘grammaticale vaardigheid’ slaat op de vaardigheid om die bedoelingen te begrijpen of te verduidelijken door gebruik te maken van correcte zinsbouw en zinsbouw. Deze wordt opgesplitst in deeltaken. Onderdelen van de TAK zijn: passieve en actieve woordenschat, zinsbegrip, woordvorming, definitievaardigheid, leeswoordenschat, tekstbegrip en schrijfvaardigheid. Bouwt voort op TAK-onderbouw (zie ‘opmerking’). afnamemodaliteiten individueel maatstaf Het DLE-boek (Eduforce) vermeld DLE-scores voor de groepen: Surinamers/Antillianen, Mediterranen, Eentalige Nederlanders diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) micro- tot mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands Opmerking De TAK-onderbouw of ‘Taaltoets Allochtone Kinderen 5-9’ wordt nog in diverse bronnen vermeld (met DLE-scores voor diverse groepen in het DLE-boek). De toets is echter niet meer verkrijgbaar en is in 2001 vervangen door de Taaltoets Alle Kinderen (groep 1-4, zie kleuteronderwijs).
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
43
Woordenschat- en Begrippentest auteur C. Aarnoutse instelling Harcourt Test Publishers (voorheen Swets & Zeitlinger) publicatiejaar 1988 tot 1992 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 t.e.m. groep 5 (Begrippentesten) groep 3 t.e.m. groep 8 (Woordenschattests) getoetste prestatie omgaan met woorden en begrippen in context (meetpretentie) beschrijving De Woordenschattests meten het begrijpen van de betekenis van geschreven woorden in een zin. Uit vier woorden kiest een leerling dat woord dat wat betreft de betekenis het meeste overeenkomt met het woord dat in een zin wordt aangeboden. De Begrippentests meten het afleiden van hogere begrippen uit meer concrete begrippen. De leerling kiest uit vier woorden of plaatjes dat woord of plaatje dat begripsmatig niet bij de andere drie woorden of plaatjes past. De Woordenschat- en Begrippentests geven in korte tijd een goed beeld van de verbale bekwaamheid of intelligentie van de kinderen. Ze zijn geschikt om kinderen die wat betreft begripsvorming zwak of middelmatig zijn tijdig op te sporen en extra oefeningen te geven. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal maatstaf Bij de Woordenschattests zijn DLE-scores beschikbaar, zie hiervoor het DLE boek. diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking De Woordschat- en Begrippentests voor groep 3 tot en met 8 sluiten integraal aan op de leesmethode Wie dit leest (uitgeverij Zwijsen). De band tussen beide dient nader te worden onderzocht.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
44 Cito-leerlingvolgsysteem Het Cito-leerlingvolgsysteem (hierna Cito-LVS) voor het primair onderwijs is een geheel van instrumenten om de ontwikkeling van leerlingen op verschillende domeinen van het onderwijs te meten en te volgen. We focussen hier op de domeinen die betrekking hebben op het taalonderwijs. Het LVS geeft leerkracht informatie over de vorderingen van leerlingen én de groep als geheel. Het geeft ook inzicht in de kwaliteit van het onderwijs op scholen. Het werkt volgens het principe signaleren-analyseren-handelen. - In de signaleringsfase worden toetsen afgenomen (meestal klassikaal, door de leerkracht, er zijn toetsen voor meerdere afnamemomenten) en de resultaten worden verwerkt tot leerlingenrapporten. De (schaal)score van een leerling kan worden vergeleken met de score van de leerling zelf op een eerder moment of met een landelijke vergelijkingsgroep. Er worden 5 niveaus of normen onderscheiden. Het DLE-boek maakt voor een aantal van de toetsen melding van aparte normen voor alle vs. allochtone leerlingen, of voor leerlingen in het leerwegondersteund) en praktijkonderwijs - Met analyseformulieren, diagnostische procedures of aanvullende toetsen kan men vaststellen op welk vlak eventuele problemen liggen. - Eens men dat weet, kan men bepalen welke gerichte hulp men kan bieden. Daartoe kan men gebruikmaken van aanwijzingen in de toetshandleiding, in een hulpboek of in andere publicaties. Om de toetsen voor de afzonderlijke domeinen verschillen op vlak van het niveau van taal (micro, meso of macro) dat wordt getoetst, of op vlak van het aanbod voor diagnose, worden ze hierna afzonderlijk besproken.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
45
Drie-Minuten-Toets (DMT) (Cito-leerlingvolgsysteem) auteur L. Verhoeven instelling Cito-groep publicatiejaar 1995 (recentste versie volgens DLE-boek) update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 t.e.m. groep 8 getoetste prestatie technisch lezen (meetpretentie) beschrijving De DMT geeft een gedetailleerd beeld van de technische leesvaardigheid van leerlingen van groep 3 tot en met 8. Met de toets kan men de oorzaak achterhalen van hardnekkige leesproblemen en krijgt men aanwijzingen en oefeningen om leesproblemen effectief aan te pakken. De toets (meerdere afnamemomenten) bestaat uit drie leeskaarten, elk met specifieke woordtypen.
afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
Ter vergelijking: De DMT geeft een meer gedetailleerd beeld van EMT (zie boven) en heeft daardoor meer diagnostische mogelijkheden. Voor leerlingen met bijzonder leesproblemen biedt de handleiding aanwijzingen om vast te stellen waar een leerling vooral moeite mee heeft. Bovendien is in het pakket een tweetal aanvullende toetsen opgenomen om mogelijke oorzaken van problemen met de technische leesvaardigheid vast te stellen: de Grafementoets en de Toets voor Auditieve Synthese. leerkracht individueel 3’ per leerling vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep diagnose op leerlingniveau microniveau ja Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
46
Leestechniek & Leestempo (Cito-leerlingvolgsysteem) auteur R. Krom instelling Cito-groep publicatiejaar 2001 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 (Leestechniek) groep 4 t.e.m. groep 8 getoetste prestatie technisch lezen (meetpretentie) beschrijving In Leestechniek gaat het om het lezen van woorden (woorden correct ontcijferen), in Leestempo om het lezen van teksten (nauwkeurig én vlot lezen). De vaardigheidsscore van een leerling op Leestempo wordt uitgedrukt in CILT of Cito Index voor de Leestechniek. Deze index wordt ook gebruikt als aanduiding van de technische leesbaarheid of moeilijkheid van teksten. (Voor begrijpend lezen is er de vergelijkbare CLIBindex.) Bij de toetsen hoort de ‘Boekenwijzer’ met een overzicht van boeken met CLIB en CILT-indexen. De score van een leerling op de toets verwijst zo direct naar passend leesmateriaal. afnamemodaliteiten leerkracht individueel in principe onbeperkt maatstaf vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep (zie ook index) diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
47
Lezen met Begrip + Toetsen Begrijpend Lezen (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur L. Verhoeven, G. Staphorsius & R. Krom instelling Cito-groep publicatiejaar 1992 en 1995 update van de normen 1993 en 1998 (nieuwste versies, incl. aanpassingen) onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 t.e.m. groep 4 (Lezen met Begrip) groep 5 t.e.m. groep 8 (Toetsen Begrijpend Lezen) getoetste prestatie begrijpend lezen (meetpretentie) beschrijving Lezen met Begrip bestaat uit de schalen Betekenisrelaties en Verwijsrelaties. De schaal Betekenisrelaties meet het inzicht in zinsbetekenis en betekenisrelaties tussen zinnen. De schaal Verwijsrelaties toetst het begrip van verwijzingen naar personen, naar ruimte of tijd, naar handelingen en naar gebeurtenissen. De toets kent een makkelijke en een moeilijkere variant. Het pakket biedt mogelijkheden voor een nadere foutenanalyse (via analyseformulier) en aanvullende toetsen. Er wordt beschreven hoe je zwakke lezers kan helpen. Voor groep 4 t.e.m. groep 8 is er een apart hulpboek.
afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerkingen
Met de Toetsen Begrijpend Lezen kan het niveau van de leesvaardigheid van de leerlingen worden bepaald en de ontwikkeling gevolgd. De vaardigheidsscore van een leerling op deze toetsen kan worden uitgedrukt in CLIB of Cito Leesindex voor Basis- en speciaal onderwijs. Deze index wordt ook gebruikt als aanduiding van de leesbaarheid of moeilijkheid van teksten. (Voor technisch lezen is er de vergelijkbare CILT-index. Bij de toetsen hoort de ‘Boekenwijzer’ met een overzicht van boeken met CLIB en CILTindexen.) De Toetsen Begrijpend Lezen maken individualisering van het leesonderwijs mogelijk, geen diagnose van begripsproblemen. (Bron: handleiding bij de toetsen) leerkracht klassikaal gemiddeld 40’ (per deel, twee delen per afnamemoment) vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep (zie ook index) screening (en aanzetten tot diagnose) op leerlingniveau micro- tot mesoniveau ja Nederlands - De CLIB-toetsen, uitgegeven door Cito in 1992, worden niet meer afzonderlijk vermeld op de website. - Het DLE-boek vermeld een IBT of Index voor het Begrijpen van Teksten, waarin totaalscores op Luisteren en Toetsen Begrijpend Lezen gekoppeld zijn.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
48
Luisteren 1, 2 en 3 (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur R. Krom instelling Cito-groep publicatiejaar 1992 tot 1996 update van de normen In de recentste uitgaven van de toetsen kunnen er kleine wijzigingen in de berekeningen zijn. onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 en 4 (Luisteren 1) groep 5 en 6 (Luisteren 2) groep 7 en 8 (Luisteren 3) getoetste prestatie luistervaardigheid (meetpretentie) beschrijving Binnen elk pakket (1, 2 en 3) zijn meerdere toetsen opgenomen, voor verschillende momenten binnen de genoemde groepen. De toetsen bestaan uit meerdere delen, die afzonderlijk dienen te worden afgenomen met het oog op de concentratie van de leerlingen. De toetsen zijn opgebouwd uit uitingen, (delen van) teksten (verhaaltjes, gesprekken, berichten) waarbij vragen worden gesteld op verschillende niveaus (met betrekking tot het geheel of onderdelen van de tekst). De toetsen zijn aangevuld met hulpboeken met extra luisterlessen voor gebruik in kleine groepen (met scores in de laagste twee niveaus). afnamemodaliteiten leerkracht (door middel van cd) klassikaal duur wordt bepaald door de duur van de uitingen en teksten maatstaf vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep screening op leerlingniveau diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) micro- tot mesoniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking Het DLE-boek vermeld een IBT of Index voor het Begrijpen van Teksten, waarin totaalscores op Luisteren en Toetsen Begrijpend Lezen gekoppeld zijn.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
49
Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid 1, 2 en 3 (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur L. van den Bosch, H. Geurts, P. Gillijns, R. Krom & F. Moelands instelling Cito-groep publicatiejaar 1991 tot 1995 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 en 4 (Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid 1) groep 5 en 6 (Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid 2) groep 7 en 8 (Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid 3) getoetste prestatie spellingvaardigheid (meetpretentie) beschrijving De Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid, waarbij de leerlingen mondeling aangeboden woorden omzetten in schriftbeelden, bestaat uit een groot aantal woorden die geordend zijn op een schaal van gemakkelijk naar moeilijk. Je kan in een getal uitdrukken hoe moeilijk een woord is. De woorden zijn gegroepeerd in dictees die opklimmen in moeilijkheidsgraad. De score van de leerling op een dictee wordt omgezet in een schaalscore. Hoe hoger de schaalscore, hoe groter de spellingvaardigheid. Er zijn twee afnamemomenten per schooljaar. Voor elk afname moment is er een eenvoudiger en een wat moeilijker dictee. Voor zwakke spellers worden bijkomende analyse (via analyseformulier) en didactische maatregelen aangeraden. Er is een hulpboek met controle-dictees, aanwijzingen, oefenvormen en verwijzingen per categorie. Bij hardnekkige spellingproblemen kan diagnostische toetsing worden ingezet in de vorm van het Fonemendictee of de Toets voor Auditieve Analyse, die in het pakket zijn opgenomen. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal in twee delen, met pauze tussenin maatstaf vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep diagnose/screening screening en diagnose op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
50
Taalschaal 1 en 2 (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur L. Van den Bosch & A.H.J. Moelands (red.) instelling Cito-groep publicatiejaar 1994 en 1998 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 4 t.e.m. groep 6 (Taalschaal 1) groep 7 t.e.m. groep 8 (Taalschaal 2) getoetste prestatie aspecten die nodig zijn voor een goede taalvaardigheid, (meetpretentie) ondersteunende taalaspecten beschrijving Voor het samenstellen van Taalschaal is een analyse gemaakt van enkele veel gebruikte taalmethoden om inzicht te krijgen in het aanbod van ondersteunende taalactiviteiten. Dit resulteerde in een lijst van taalleerdoelen, opgesplitst in vijf categorieën: woordvorming, zinsvorming, functiewoorden, betekenis (inhoudswoorden) en conventies (interpunctie, alfabet, lettergrepen, ...). Binnen elk van deze categorieën worden taalaspecten onderscheiden, die zijn vertaald in de opgaven voor de toetsen. Voor leerlingen die zwak scoren, is bijzonder actie gewenst. Hun fouten moeten nader worden geanalyseerd en dat moet resulteren in didactische maatregelen. Daartoe is een hulpboek voorzien, waarin per categorie aanwijzingen en oefeningen worden geboden. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal ong. 45’ per deel (twee delen per afnamemoment) maatstaf vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep screening (en diagnose) op leerlingniveau diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid) volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
51
Woordenschattoets 1 + Leeswoordenschat (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur L. Verhoeven & A. Vermeer instelling Cito-groep publicatiejaar 1992 en 1995 update van de normen In de recentste uitgaven van de toetsen kunnen er kleine wijzigingen in de berekeningen zijn. onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 3 t.e.m. groep 4 (Woordenschattoets 1) groep 5 t.e.m. groep 8 (Leeswoordenschat) getoetste prestatie (passieve) woordenschat (meetpretentie) beschrijving Via de Woordenschattoets 1 kan de passieve woordenschatontwikkeling van kinderen in de loop van de groepen 3 en 4 worden gevolgd. De leerlingen duiden op een reeks tekeningen diegene aan, die past bij het woord dat ze horen. De woorden uit de toets vormen een selectie uit de Streeflijst Woordenschat voor 6-jarigen. Leeswoordenschat is een vervolg op deze toets. De leerlingen lezen zinnen waarin een woord vetgedrukt is. Ze kiezen vervolgens uit vier mogelijkheden het woord dat het best de betekenis van het vetgedrukte woord weergeeft. Er worden een aantal suggesties voor oefeningen en werkvormen gegeven voor leerlingen bij wie sprake is van een stagnerende woordenschatontwikkeling. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal duur wordt bepaald door de opgave, maar is in principe niet aan tijd gebonden maatstaf Via de Woordenschattoets 1 kunnen leerlingen binnen een groep onderling worden vergeleken. Geen vooruitgang op niveau van de individuele leerling. Via Leeswoordenschat zijn beide mogelijk diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) microniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking Het DLE-boek maakt ook melding van de Toetsen Woordkennis (een serie toetsen Woordenschat en Woordvorming voor 8- tot 12-jarigen), van G. Staphorsius, uitgegeven door Cito-groep in 1990. Op de website van Cito-groep wordt geen melding gemaakt van deze toetsen.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
52
Didactische Toetsen Schrijfvaardigheid (Cito Leerlingvolgsysteem) auteur G. Staphorsius instelling Cito-groep publicatiejaar 1995 update van de normen onderwijsniveau lager onderwijs doelgroep groep 6 t.e.m. groep 8 getoetste prestatie schrijfvaardigheid (meetpretentie) beschrijving De Didactische Toetsen Schrijfvaardigheid (DTS) toetsen schrijfvaardigheid van leerlingen via het laten herkennen en verbeteren van fouten in teksten, geschreven door leeftijdsgenoten. De didactische betekenis zit in de gespreksstof waarin de ontsporingen in de teksten en de daarover gestelde vragen voorzien. De behandeling daarvan kan bij de leerlingen langzamerhand leiden tot een taakbewuster aanpak van de problemen waar het schrijven van teksten hen voor stelt. Verschillende werkvormen voor gesprek worden voorgesteld. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal ong. 40’ per deel (drie delen per afnamemoment) maatstaf vergelijking van de leerling met zichzelf op eerdere momenten en met de vergelijkingsgroep diagnose/screening screening op leerlingniveau (inschatting bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem ja Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking Deze toetsen werden door Cito uitgegeven, maar worden op de website vandaag niet meer vermeld als onderdeel van het LVS.
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
53 Overige Nederlandse toetsen voor technische leesvaardigheid -
-
Tempo-Test-Lezen (woorden). Test voor het vaststellen van het niveau der technische leesvaardigheid voor het basis- en voortgezet onderwijs, T. de Vos, Berkhout Nijmegen B.V., Nijmegen, 1993 (zie ook Harcourt Test Publishers) Tempo-Test-Lezen (zinnen). Test voor het vaststellen van het niveau der technische leesvaardigheid voor het basis- en voortgezet onderwijs, T. de Vos, Berkhout Nijmegen B.V., Nijmegen, 199 (zie ook Harcourt Test Publishers)
Overige Nederlandse toetsen voor spellingvaardigheid -
-
-
-
-
Niveau-Test-Spellen (woorden). Test voor het vaststellen van het niveau van de spellingvaardigheid voor het basis- en voortgezet onderwijs, T. de Vos, Berkhout Nijmegen, Nijmegen 1993 (zie ook Harcourt Test Publishers) Niveau-Test-Spellen (zinnen). Test voor het vaststellen van het niveau van de spellingvaardigheid voor het basis- en voortgezet onderwijs, T. de Vos, Berkhout Nijmegen, Nijmegen 1993 (zie ook Harcourt Test Publishers) Spellingtests voor de basisschool (woorddictees). Bestemd voor groep 3 tot en met groep 8 van het basisonderwijs. Handleiding, verantwoording en testmateriaal, C. Aarnoutse, Berkhout Nijmegen, Nijmegen, 1996 (zie ook Harcourt Test Publishers) Spellingtests voor de basisschool (zinnendictees). Bestemd voor groep 3 tot en met groep 8 van het basisonderwijs, C. Aarnoutse, Berkhout Nijmegen, Nijmegen, 1996 (zie ook Harcourt Test Publishers) Schoolwijzer. Spelling, T. Kapinga en C. Aarnoutse, Swets & Zeitlinger B.V., Lisse, 2000.
DLE-LVS Eduforce Tot slot vermelden we voor het basisonderwijs nog de onderdelen die betrekking hebben op taal van het in ontwikkeling zijnde DLE-LVS (Eduforce, Leeuwarden). Dit LVS wordt door uitgeverij Eduforce naar voren geschoven als een “ander” leerlingvolgsysteem voor de instrumentele vaardigheden (in vergelijking met het Cito-LVS). Het systeem meet de voortgang op leerlingniveau, maar ook de kwaliteit van het onderwijs in de groep en op school worden bewaakt. De leerling kan worden vergeleken met zichzelf op vorige metingen, groepsgenoten, leerlingen in vorige en volgende groepen, de landelijke norm en met zichzelf in andere vaardigheden. Eduforce wil de leerling vooral vergelijken met zichzelf en minder met de groep. Daarom streeft men naar het maken van cumulatieftesten met DLE-schalen. Een DLE geeft aan in welke onderwijsmaand het gemeten niveau gemiddeld wordt gehaald. -
DLE-TEST lezen klassikaal (groep 3 t.e.m. groep 8) (J. Wassenaar, J. van den Born & T. de Vos, 2002) DLE-TEST lezen zinnen A en B (groep 3 t.e.m. groep 8) (T. de Vos, 2002) DLE-TEST begrijpend lezen (versie A en versie B, telkens voor groep 4 t.e.m. groep 8) (H. Aalbersberg W. de Jong, N. Osinga, , A. Huistra & T de Vos, 2002) DLE-TEST spellen zinnen A en B (groep 3 t.e.m. groep 8) (T. de Vos & M. van Veen, 2002) Bron: DLE-boek, met DLE-schalen van alle bruikbare testen in Nederland, 2004, Eduforce/Harcourt
Bijlage 1 - lager onderwijs - Nederland
54 1.7 Secundair onderwijs - Vlaanderen
TAS. Taalvaardigheidstoets Aanvang Secundair onderwijs auteur N. Bogaert, G. Smet & M. Smeyers instelling Steunpunt NT2 Publicatiejaar 2001 update van de normen geen Onderwijsniveau secundair onderwijs Doelgroep begin 1e jaar, A en B stroom getoetste prestatie - luistervaardigheid (meetpretentie) - algemene taalvaardigheid (via edittaken) gericht op schooltaalvaardigheid Beschrijving 1 luistertaak, 2 edittaken Afnamemodaliteiten klassikaal 70 à 80’ Maatstaf Vlaamse normen (leerlingenpopulatie in Vlaanderen) + aparte differentiatienormen voor OVB scholen diagnose/screening screening op klasniveau (scores per taak) (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau Volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Vlaanderen
55 TASAN. Taalvaardigheidstoets Aanvang Secundair onderwijs Anderstalige Nieuwkomers auteur S. Gysen, G. Ramaut & M. Sterckx instelling Steunpunt NT2 publicatiejaar 2003 update van de normen geen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep anderstalige nieuwkomers (12-16 jaar) op einde onthaalklas; begin 1e jaar A, en B stroom getoetste prestatie - luistervaardigheid (meetpretentie) - leesvaardigheid - schrijfvaardigheid gericht op schooltaalvaardigheid; geënt op ontwikkelingsdoelen onthaalklas beschrijving 3 luistertaken, 2 leestaken, 2 schrijftaken inclusief volledige paralleltoets afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal 2 uur 10’ (incl. pauze) maatstaf Vlaamse normen (populatie anderstalige nieuwkomers in Vlaanderen + leerlingen begin 1e jaar SO) diagnose/screening screening en diagnose op leerlingniveau (subscores voor (geschatte bruikbaarheid) vaardigheden en vaardigheidsaspecten, er wordt geen totaalscore berekend) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Vlaanderen
56 TIST. Taalvaardigheidstoets Instap Tweede jaar Secundair onderwijs auteur N. Bogaert, G. Vandommele & R. Heymans instelling Steunpunt NT2 publicatiejaar 2004 update van de normen geen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep begin 2e jaar A, en B stroom getoetste prestatie - luistervaardigheid (meetpretentie) - leesvaardigheid - schrijfvaardigheid gericht op schooltaalvaardigheid; geënt op de eindtermen einde 1e graad SO beschrijving 2 luistertaken, 3 leestaken, 1 schrijftaken afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal 120’ (incl. pauze) maatstaf cesuur (criteriumgerelateerd) voor screening + Vlaamse normen voor diagnose (leerlingpopulatie in Vlaanderen) diagnose/screening screening op leerlingniveau (1 totaalscore) (geschatte bruikbaarheid) diagnose op leerlingniveau (subscores voor vaardigheden en vaardigheidsaspecten) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Vlaams
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Vlaanderen
57 Toetsen dictee auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
P. Dudal VCLB Services 2004 geen secundair onderwijs overgang naar/begin 1e jaar (A stroom) spelling 1 oriënteringsdictee 6de leerjaar (1997): hulpmiddel in het kader van de keuzebegeleiding bij de overgang van basis naar secundair onderwijs. 1 dictee 1ste leerjaar A (2003) is bedoeld voor theoretische opties (“Latijn” en “Moderne”) gebaseerd op de spellingcategorieën die aan bod komen in het leerplan “Schrijven” van 1995. CLB-medewerkers individueel of in kleine groep Vlaamse normering (+ ook afzonderlijke normen voor ‘Latijn’ en ‘Moderne’) screening op leerlingniveau (1 totaalscore per dictee) microniveau neen Vlaams Er zijn via het VCLB ook dictees voor het begin van het 5e en 6e leerjaar beschikbaar met een normering voor het 1e jaar A “Technologie” en het 1e jaar B van het Secundair onderwijs.
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Vlaanderen
58 1.8 Secundair onderwijs - Nederland Adviestoets auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
Cito-groep 2001 secundair onderwijs einde tweede leerjaar Voortgezet onderwijs kernvaardigheden - leesvaardigheid Nederlands en Engels - wiskunde - studievaardigheden - woordenschat De Entreetoets VO bestaat uit acht taken: Taak 1: Nederlands leesvaardigheid 1 Taak 2: Nederlands leesvaardigheid 2 Taak 3: Wiskunde 1 Taak 4: Wiskunde 2 Taak 5: Engelse leesvaardigheid 1 Taak 6: Engelse leesvaardigheid 2 Taak 7: Studievaardigheden Taak 8: Nederlandse woordenschat Drie toetsversies: - vmbo-basisberoepsgeoriënteerd - vmbo-kaderberoepsgeoriënteerd/gemengde en theoretische leerweg - havo/vwo De toets wordt op school afgenomen, de resultaten worden voor verwerking en rapportering naar de Cito-groep gestuurd. leerkracht klassikaal gehele toets acht lesuren (45’ per taak): zelf te bepalen welke taken en in welke volgorde (een school moet wel alle taken van een onderdeel afnemen om een rapportage te krijgen) af te nemen in de periode augustus-oktober van het eerste leerjaar. landelijke norm: leerling wordt vergeleken met drie of vier landelijke vergelijkingsgroepen van leerlingen ingedeeld naar schooltypen en leerwegen. screening op leerlingniveau (rapportage geeft totaalscore en deelscores) meso- en microniveau (voor het Nederlands) ja, wanneer deel van VAS (Volg en Advies Systeem) Nederlands De adviestoets kan apart worden gebruikt, maar vormt samen met de entreetoets SO en de volgtoets een geheel (VAS: Volg en Advies Systeem).
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
59 Begrijpend Leestest leerjaar 1 vbo auteur C. Aarnoutse instelling Harcourt Test Publishers publicatiejaar 1993 update van de normen onderwijsniveau secundair Onderwijs doelgroep onderbouw vmbo getoetste prestatie begrijpend lezen op tekstniveau (meetpretentie) beschrijving De schooltoets meet begrijpend lezen op tekstniveau bij leerlingen van het eerste leerjaar vbo. De toets sluit aan op en is gedeeltelijk gelijk aan de Begrijpend Leestest voor groep 8. afnamemodaliteiten maatstaf screening op leerlingniveau diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
60 Begrijpend Leestest leerjaar 1 mavo/havo/vwo auteur N. van Kan & C. Aarnoutse instelling Harcourt Test Publishers publicatiejaar 1993 update van de normen onderwijsniveau secundair Onderwijs doelgroep onderbouw vmbo/havo/vwo getoetste prestatie begrijpend lezen op tekstniveau (meetpretentie) beschrijving De schooltoets meet begrijpend lezen op tekstniveau bij leerlingen van het eerste leerjaar mavo/vmbo (gemengde theoretische leerweg), havo en vwo. afnamemodaliteiten maatstaf screening op leerlingniveau diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
61 De Klepel auteur
instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
K.P. van den Bos, H.C. Lutje Spelberg, A.J.M. Scheepstra & J.R. de Vries (i.s.m. Rijksuniversiteit Groningen, vakgroep orthopedagogiek) Harcourt Test Publishers 1994 secundair onderwijs (zie ook lager onderwijs) brugklas (vmbo, havo, vwo) technische leesvaardigheid van pseudowoorden: vaardigheid in de fonologische (indirecte of spellende) procedure De toets wordt best samen afgenomen met de Eén-Minuut-Test leerkracht individueel 2’ per leerling normtabellen voor de periode januari en de periode juni diagnose op leerlingniveau microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
62 DIA-TAAL auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep
getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid)
volgsysteem Vlaams/Nederlands
H. Hacquebord et al Etoc, Rijksuniversiteit Groningen 2004 geen secundair onderwijs Dia-tekst: klas 1-4 Dia-woord: klas 1-3 Dia-foon: 1e fase leesvaardigheid (Dia-tekst) woordenschat (Dia-woord) luistervaardigheid (Dia-foon): in ontwikkeling gericht op schooltaal Dia-tekst is een digitale (via internet), adaptieve toets; 2 parallelle versies. Deze toets is ook afzonderlijk verkrijgbaar in elektronische vorm als de elektronische tekstbegriptoets (ETB). Dia-woord is een digitale (via internet) toets, niet adaptief, 2 parallelle versies leerkracht individueel of klassikaal in pc-klas leerling krijgt onbeperkte tijd landelijk genormeerd (leerlingenpopulatie in Nederland) Dia-tekst: - screening op leerlingniveau (1 totaalscore) - diagnose op leerlingniveau (onderscheiden van lezerstypes, deelscores voor elementen als woordenschat, strategieën en voor tekstbegrip) - microniveau en mesoniveau Dia-woord: - screening op schoolniveau - diagnose op leerlingniveau - microniveau Dia-tekst: ja Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
63 Drempelonderzoek 678 auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
C. Aarnoutse & T.J. Kapinga 678 Onderwijs Advisering 2002 geen secundair Onderwijs onderbouw vmbo spelling woordenschat begrijpend lezen rekenen Drempelonderzoek 678 bestaat uit vier toetsen op het gebied van spelling, woordenschat, begrijpend lezen en rekenen. Differentiatie-instrument voor scholen in voortgezet onderwijs om aangemelde leerlingen vanuit basisonderwijs te kunnen plaatsen. landelijke genormeerd in 2001 De behaalde scores worden uitgedrukt in didactische leeftijdsequivalenten (DLE) en op deze wijze vergeleken met scores van basisschoolleerlingen in de groepen vijf tot en met acht. Met behulp van een plaatsbepalingsformulier worden de individuele scores van leerlingen vergeleken met scores van havo-/vwo-leerlingen, praktijkschoolleerlingen en leerlingen in de vmbo-leerwegen; gemengd-theoretisch, basis- en kaderberoepsgericht, wel of niet met leerwegondersteuning. Het didactisch profiel van de leerling wordt vertaald in een plaatsingsadvies op basis van een “veilige” plek voor de leerling. Een leerling is veilig als ongeveer 20% leerlingen in zijn omgeving minder weten/kunnen. screening en diagnose op leerlingniveau micro- en mesoniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
64 Eén-Minuut-Test (ETM) auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving afnamemodaliteiten
maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem
Vlaams/Nederlands
B.Th. Brus & M.J.M Voeten Harcourt Test Publishers (voorheen Swets & Zeitlinger) 1999 secundair onderwijs (zie ook lager onderwijs) onderbouw vmbo/havo/vbo technisch lezen De toets wordt best samen afgenomen met De Klepel. leerkracht individueel 1’ per leerling leerjaarnormen volgens C-schaal en decielschaal, naast didactische leeftijdsnormen screening en diagnose op leerlingniveau microniveau De toets maakt deel uit van leerlingvolgsysteem Leer in Zicht. (Bron: Toetswijzer - In de huidige catalogus van Harcourt Test Publishers wordt dit LVS niet meer vermeld.) Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
65 Entreetoets VO auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
Cito-groep 2001 secundair onderwijs eerste leerjaar voortgezet onderwijs - leesvaardigheid - rekenen - studievaardigheden - Engels - woordenschat De Entreetoets VO bestaat uit acht taken: Taak 1: Nederlands leesvaardigheid 1 Taak 2: Nederlands leesvaardigheid 2 Taak 3: Rekenen/wiskunde 1 Taak 4: Rekenen/wiskunde 2 Taak 5: Studievaardigheden Taak 6: Engels 1 Taak 7: Engels 2 Taak 8: Nederlandse woordenschat Drie toetsversies: - vmbo-basisberoepsgeoriënteerd - vmbo-kaderberoepsgeoriënteerd/gemengde en theoretische leerweg - havo/vwo De toets wordt op school afgenomen, de resultaten worden voor verwerking en rapportering naar de Cito-groep gestuurd. leerkracht klassikaal gehele toets acht lesuren (45’ per taak): zelf te bepalen welke taken en in welke volgorde (een school moet wel alle taken van een onderdeel afnemen om een rapportage te krijgen) af te nemen in de periode augustus-oktober van het eerste leerjaar landelijke norm: leerling wordt vergeleken met drie of vier landelijke vergelijkingsgroepen van leerlingen ingedeeld naar schooltypen en leerwegen. screening op leerlingniveau (rapportage geeft totaalscore en deelscores) meso- en microniveau (voor het Nederlands) ja, wanneer deel van VAS (Volg en Advies Systeem) Nederlands De entreetoets kan apart worden gebruikt, maar vormt samen met de volgtoets en de adviestoets een geheel (VAS: Volg en Advies Systeem).
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
66 Centraal Examen (CE) auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
Cito-groep jaarlijks nieuwe versie jaarlijks vernieuwd secundair onderwijs einde vmbo en havo/vwo Nederlands (ook voor andere eindtermen zijn er examens, deze worden niet besproken in dit overzicht) De volgende (sub)domeinen worden getoetst in het Centraal examen voor havo/vwo: - Domein A: Leesvaardigheid - Subdomein A1: Analyseren en interpreteren - Subdomein A2: Beoordelen - Subdomein A3: Samenvatten - domein D: Argumentatieve vaardigheden De volgende domeinen worden via schoolexamens gemeten: - Domein B: Mondelinge taalvaardigheid - Domein C: Schrijfvaardigheid - Domein D: Argumentatieve vaardigheden - Domein E: Literatuur
afnamemodaliteiten maatstaf
diagnose/screening (inschatting bruikbaarheid)
Voor het vmbo basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg worden in het CE lees- en schrijfvaardigheid en leervaardigheden voor het Nederlands getoetst. Voor het vmbo theoretisch en gemengde leerweg worden in het CE leesvaardigheid en leervaardigheden voor het Nederlands getoetst. Via het schoolexamen worden voor het vmbo de volgende kerndoelen gemeten: Het schoolexamen heeft ten minste betrekking op de exameneenheden - Oriëntatie op leren en werken - Leervaardigheden in het vak Nederlands - Luister- en kijkvaardigheid - Spreek- en gespreksvaardigheid - Schrijfvaardigheid - Fictie Het schoolexamen voor het vak Nederlands levert een bijdrage aan de examinering van: - Basisvaardigheden leerkracht klassikaal Via de Centrale Examencommissie Vaststelling Opgaven (CEVO) worden normen per onderwijsniveau vastgesteld. De omzettingstabellen worden onder meer via de Cito website gepubliceerd. screening op leerling- en schoolniveau micro- en mesoniveau Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
67 volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
neen Nederlands De toetsen zijn niet ‘centraal beschikbaar’ in die zin dat ze kunnen worden ingekeken of vrij aan te kopen zijn door scholen. Alle scholen kunnen echter deelnemen en krijgen de toetsen toegezonden, en, na toezenden van de ingevulde, rapporten van de resultaten.
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
68 ISK-TOETSEN auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
Maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid)
U.R.I. Schuurs Cito-groep 2000 (pretesting in 1994-1995) geen secundair onderwijs allochtone leerlingen 12-16 jaar luistervaardigheid leesvaardigheid schrijfvaardigheid spreekvaardigheid toetsbatterij bestaande uit 1 plaatsingstoets, 4 voortgangstoetsen (2/jaar: januari en juni), 2 parallelle uitstroomtoetsen (2 momenten: januari en mei) ,1 dictee, 1 toets klankherkenning, 3 spreektoetsen leerkracht klassikaal/individueel (spreektoets) plaatsingstoets (2 lesuren), voortgangstoets (1 lesuur), uitstroomtoets (2 lesuren), dictee (15’), toets klankherkenning (15’), spreektoets (20’ per leerling) Schriftelijke toetsen: Bij constructie van de opgaven gekoppeld aan niveaus van bestaande toetsen in Nederland; er is één honderdpunten schaal met verschillende cesuren opgesteld voor alle toetsen uit de batterij . Spreektoetsen: Geen normering op basis van empirisch onderzoek, maar drempels bepaald op basis van oordelen van NT2-docenten. Plaatsingstoets: - screening op leerlingniveau (1 totaalscore) - microniveau (luisteren, schrijven, lezen) en mesoniveau (luisteren) Voortgangstoetsen: - screening op leerlingniveau (1 totaalscore) - microniveau (luisteren, schrijven, lezen) en mesoniveau (luisteren, lezen) Uitstroomtoetsen: - screening op leerlingniveau (1 totaalscore) - microniveau (luisteren, schrijven, lezen) en mesoniveau (luisteren, lezen, schrijven)
volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
Dictee en klankherkenning: - diagnose op leerlingniveau - microniveau ja Nederlands De ISK-toetsen maken deel uit van het toetssysteem van Cito voor het NT2-onderwijs (Nederlands als tweede taal). Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
69 Leren in samenhang (themapaketten) auteur instelling Cito-groep publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep vmbo onder- en bovenbouw havo/vwo onderbouw getoetste prestatie voor de opdrachten Nederlands: spreekvaardigheid (meetpretentie) beschrijving Een themapakket bevat praktische opdrachten, deeltoetsen en vaardigheidstoetsen voor verschillende vakken met één overkoepelend thema. De paketten voor vmbo en voor havo/vwo bevatten voor Nederlands allebei een debatopdracht om de spreekvaardigheid te toetsen. De opdrachten Nederlands kunnen afzonderlijk worden gebruikt. afnamemodaliteiten leerkracht klassikaal/in groepjes/individueel, afhankelijk van de opdracht maatstaf diagnose/screening screening op leerlingniveau (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
70 Nederlands Schoolexamen Kijk- en luistertoetsen vmbo auteur instelling Cito-groep publicatiejaar per schooljaar hernieuwd update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep vmbo basisberoepsgerichte klas 3, 4 vmbo kaderberoepsgerichte klas 3, 4 vmbo gemengde leerweg klas 3, 4 vmbo theoretische leerweg klas 3, 4 getoetste prestatie kijk- en luistervaardigheid (meetpretentie) beschrijving Per toets zijn er drie onderdelen zoals uitvoeren van instructies, sprekersbedoeling, tekstbegrip, fictie. afnamemodaliteiten leerkracht individueel of klassikaal 55 tot 75’ maatstaf diagnose/screening screening op leerlingniveau (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
71 PI-Signaleringsdictee auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
P. Reitsma & J. Geelhoed Harcourt Test Publishers 1996 secundair onderwijs (zie ook bij lager onderwijs) brugklas spelling De toets heeft de vorm van een gatendictee. Het PI-signaleringsdictee is ontwikkeld om leerlingen met spellingproblemen in de eerste fase van het voortgezet onderwijs te signaleren. leerkracht klassikaal normen voor de verschillende leerroutes binnen het vmbo en voor havo/vw diagnose op leerlingniveau (1 totaalscore) microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
72 Spel-Direct auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
M. Hoefnagel, J. Verbeek & H. Bakker Harcourt Test Publishers eerste druk 1990, nieuwe druk in 2000 secundair onderwijs alle leerlingen spelling (auditief en visueel) - 2 begintests - 2 eindtests + remediëringspakket op ‘maat’ (persoonlijk oefenprogramma) leerkracht klassikaal vergelijkingsgegevens op de verschillende niveaus van het voortgezet onderwijs diagnose op leerlingniveau microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
73 Spellen auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
Cito-groep
secundair onderwijs vmbo onderbouw spelling woorddictees voor niet-werkwoorden en voor werkwoorden uit verschillende spellingcategorieën, oplopend in moeilijkheidsgraad door leerkracht klassikaal of individueel diagnose op leerlingniveau microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
74 STAAL. Schriftelijke Taalvaardigheden Allochtone en Autochtone Leerlingen auteur U. Schuurs instelling Cito-groep publicatiejaar 1993 update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep onderinstromers in het Voortgezet onderwijs (allochtone en zwakke autochtone leerlingen) getoetste prestatie studievaardigheid (meetpretentie) beschrijving Om te bepalen welke leerlingen extra taalhulp behoeven; en welk aandachtsgebied bij deze leerlingen extra stimulering behoeft. Toetsbatterij die bestaat uit: - Entreetoets - Lokaliserende toets studievaardigheid - Lokaliserende toets woordenschat - Lokaliserende toets schrijfvaardigheid: grammatica - Lokaliserende toets leesvaardigheid - Uitstroomtoets afnamemodaliteiten maatstaf landelijke normering diagnose/screening screening en diagnose op leerlingniveau (score per toets) (geschatte bruikbaarheid) microniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands opmerking wordt niet vermeld op de website van de Cito-groep
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
75 Toelatingstoets Iwoo en Pro (TLP) auteur G. Staphorsius instelling Cito-groep publicatiejaar 2001 update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep onderbouw vmbo: leerlingen die potentieel in aanmerking komen voor plaatsing in het leerwegondersteunend onderwijs (Iwoo) of het praktijkonderwijs (Pro) getoetste prestatie - leesvaardigheid: begrijpend en technisch lezen (meetpretentie) - spelling - inzichtelijk rekenen beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
- begrijpend lezen (drie taken) - technisch lezen (één taak) - spelling (twee taken) - inzichtelijk rekenen (twee taken) De toets wordt op school afgenomen, de resultaten worden voor verwerking en rapportering naar de Cito-groep gestuurd. door leerkracht, klassikaal, twee-en-een-half uur De scores worden omgezet naar een leerachterstandenprofiel. screening op leerlingniveau (rapportage geeft Leerachterstandenprofiel en deelscores) meso- en microniveau neen Nederlands De TLP is een onderdeel van VAS (Volg en Advies Systeem).
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
76 Volgtoets auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie)
beschrijving
afnamemodaliteiten
maatstaf
diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands opmerking
Cito-groep 2001 secundair onderwijs Einde eerste leerjaar Voortgezet onderwijs kernvaardigheden - leesvaardigheid Nederlands en Engels - wiskunde - studievaardigheden - woordenschat De Entreetoets VO bestaat uit acht taken: Taak 1: Nederlands leesvaardigheid 1 Taak 2: Nederlands leesvaardigheid 2 Taak 3: Wiskunde 1 Taak 4: Wiskunde 2 Taak 5: Engelse leesvaardigheid 1 Taak 6: Engelse leesvaardigheid 2 Taak 7: Studievaardigheden Taak 8: Nederlandse woordenschat Drie toetsversies: - vmbo-basisberoepsgeoriënteerd - vmbo-kaderberoepsgeoriënteerd/gemengde en theoretische leerweg - havo/vwo De toets wordt op school afgenomen, de resultaten worden voor verwerking en rapportering naar de Cito-groep gestuurd. leerkracht klassikaal gehele toets acht lesuren (45’ per taak): zelf te bepalen welke taken en in welke volgorde (een school moet wel alle taken van een onderdeel afnemen om een rapportage te krijgen) af te nemen in de periode augustus-oktober van het eerste leerjaar landelijke norm: leerling wordt vergeleken met drie of vier landelijke vergelijkingsgroepen van leerlingen ingedeeld naar schooltypen en leerwegen screening op leerlingniveau (rapportage geeft totaalscore en deelscores) meso- en microniveau (voor het Nederlands) Ja, wanneer deel van VAS (Volg en Advies Systeem) Nederlands De volgtoets kan apart worden gebruikt, maar vormt samen met de entreetoets SO en de adviestoets een geheel (VAS: Volg en Advies Systeem).
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
77 Voortgangstoetsen Leesvaardigheid: argumentatieve vaardigheden: havo vwo auteur instelling Cito-groep publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep havo klas 4 vwo klas 5 getoetste prestatie leesvaardigheid: argumentatieve vaardigheden (meetpretentie) gericht op eindtermen leesvaardigheid - argumentatieve vaardigheden uit het Examenprogramma beschrijving De toetsbatterij bestaat uit twee toetsmodules: één voor het einde van havo 4 en één voor het einde van vwo 5. Elke toetsmodule bestaat uit twee subtoetsen: - subtoets 1 bevat een gevarieerde verzameling van ca. 10 korte teksten met bij elke tekst één of enkele argumentatievragen - subtoets 2 bevat één of enkele lange teksten afnamemodaliteiten leerkracht individueel of klassikaal 45 tot 50’ per subtoets, dus 90 tot 100’ per toetsmodule maatstaf adviesnormeringen gebaseerd op normeringsonderzoek diagnose/screening screening op leerlingniveau (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem neen Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
78 Voortgangstoetsen Leesvaardigheid: tekstbegrip en samenvatten: havo vwo auteur instelling Cito-groep publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau secundair onderwijs doelgroep havo klas 4, 5 vwo klas 4, 5, 6 getoetste prestatie leesvaardigheid: tekstbegrip en samenvatten (meetpretentie) gericht op eindtermen van de bovenbouw beschrijving Per leerjaar is er een pakket met een variërend aantal toetsen; in totaal zijn er vier toetsen voor havo en zeven voor vwo. De toetsen hebben een oplopende moeilijkheidsgraad. Elke toets bestaat uit twee onderdelen: tekstbegrip en samenvatten. afnamemodaliteiten leerkracht individueel of klassikaal - tekstbegrip (45 à 50’) / samenvatten (45 à 50’) maatstaf landelijk genormeerd (leerlingenpopulatie in Nederland) diagnose/screening screening op leerlingniveau (geschatte bruikbaarheid) mesoniveau volgsysteem Vlaams/Nederlands Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
79 Woordbeeld auteur instelling publicatiejaar update van de normen onderwijsniveau doelgroep getoetste prestatie (meetpretentie) beschrijving
afnamemodaliteiten maatstaf diagnose/screening (geschatte bruikbaarheid) volgsysteem Vlaams/Nederlands
Escape Educatieve Software 2004 secundair onderwijs brugklas spelling Het elektronische onderzoekspakket begint met een startdictee. Voor die leerlingen die relatief veel fouten maken is er een aanvullend onderzoek. Dit aanvullend onderzoek bestaat uit minstens 3 aanvullende toetsen: - een zinnendictee - een letterdictee - een visueel dictee Zo'n vervolgonderzoek is relatief kort. In totaal neemt het ongeveer 90 minuten in beslag. Voor docenten die toch liever het uitgebreider onderzoek willen afnemen, zijn die extra toetsen opgenomen. door leerkracht klassikaal (in pc-klas)/individueel diagnose op leerlingniveau microniveau neen Nederlands
Bijlage 1 - secundair onderwijs - Nederland
80
Bijlage 2: Lijst van personen en instellingen, geconsulteerd in binnen- en buitenland Onderstaande lijst bevat de personen die informatie doorgaven relevant voor deze studie of de vragenlijst uit bijlage 3 invulden. Land België
Nederland
Denemarken
UK
Frankrijk Noorwegen
Australië Israel Zweden
Finland Duitsland: Beieren, NRW, NdS
VS
Contactpersoon - Bieke Defraine, Jean-Pierre Verhaeghe, Frederik Maes, Tineke Reynders, Jan Van Damme en Pieter Verachtert, Steunpunt Loa/SIBO, Katholieke Universiteit Leuven - Frans Daems, Universiteit Antwerpen - Dimokritos Kavadias, Vrije Universiteit Brussel/Universiteit Antwerpen, Opleidings- & OnderwijsWetenschappen - Fons van Wieringen en Frederik Riemersma, Onderwijsraad, Den Haag - Dolph Kohnstamm, Emeritus Ontwikkelingspsychologie Universiteit Leiden - Anne Vermeer, Katholieke Universiteit Brabant, Tilburg - Hellmuth Van Berlo, Nederlandse Taalunie - Peter Vilads Vedel, Danish Language Testing Consortium - Erik Nexelmann, Ministerie van Onderwijs - A. Holmen (Prof. Sociologie) - Cambridge Assessment - Peter Tymss, University of Durham - Samantha Kennedy, Department for Education & Skills - Gilles Breton en Patrick Riba, Centre international d’études pédagogiques (Ciep) - Berit Halvorsen en Reidun Oanaes Andersen, Studieforbundet Folkeuniversitetet Universitetet i Bergen - Margareth Sandvik, Oslo University College - Tom Lumley, Australian Council for Educational Research (ACER) - Elana Shohamy, University of Tel Aviv - Thomas Wrigstad en Katrin.Ahlgren, Stockholm University Centre for Research on Bilingualism & Department of Scandinavian Languages - Gunlog Sundberg, Department of Scandinavian Studies, Stockholm University - Karin Hector-Stahre, The Swedish National Agency for Education (Skolverket) - Sauli Takala, Jyvaskyla Universiteit - Leena Nissil, National Board of Education - Heinrich Rübeling, WeiterBildungs-Testsysteme (WBT), Frankfurt - Henny Rönneper, Ministerium für Schule und Weiterbildung des Landes Nordrhein-Westfalen - Birgit Bergman, Niedersächsisches Kultusministerium - Hajo Hülsdünker, Landesbeauftragter für niedersächsisch-niederländische Beziehungen im Schulbereich - James E. Purpura, Teachers College, Columbia University, New York - Antony Kunnan, California State University, Los Angeles - Eric Hanushek, Hoover Institution - Stanford University - Christine Rossell, Boston University, CAS Political Science - Roland Tharp, Center for Research on Education, Diversity & Excellence Bijlage 2
81 (CREDE)/ Graduate School of Education/ University of California, Berkeley - Donna Christian en Jim Bauman, Center for Applied Linguistics, Washington, DC - Annela Teemant, Center for Research on Education, Diversity & Excellence - Eva Baker, Director, Center for the Study of Evaluation, Standards, and Student Testing
Bijlage 2
82
Bijlage 3: Questionnaire Dear, The Centre for Language and Education has been asked by the Flemish minister of Education, Mr. Frank Vandenbroucke, to conduct a study on the feasibility of language tests/assessment 1. as a means to allocate funding for schools with learners at risk (socially disadvantaged learners); 2. as an indicator for the quality/progress of language education. The feasibility study focuses on compulsory education (primary and secondary). One of the steps in our research method is to make a comparison of ongoing practices in other countries. Apart form a literature study, we want to consult foreign experts in this field by means of this questionnaire. We have been informed that you are an expert in this matter and would like to ask you to give your opinion on this matter and provide us with more information by answering the following questions. We already thank you in advance for your kind cooperation. The Centre for Language and Education
Questions concerning function 1
(language tests/assessment tools as a means to allocate funding for schools with learners at risk (socially disadvantaged learners)
1 Is there a priority policy for learners at risk in your state/country? (relevant sources:… ) 2 Are schools funded for the number of learners at risk they have at school? 3 If not, on what grounds do schools get extra funding? 4 How are learners at risk defined? 5 How are learners at risk identified? •
By means of proxy variables/background indicators? o Which ones? o How are the data gathered?
•
By means of tests? o o o o o
Which learning domain(s)? Is/are the test(s) centrally developed? Which type of test(s)? At what age are the tests taken? By whom? Bijlage 3
83 6 How are these data translated into a funding system?
7 Is there any form of conditionality in relation to realised output? 8 Are there any studies conducted to evaluate these practices? •
What are the experiences by the different actors (positive and negative)?
•
Have there been made any changes in relation to the funding system during the past few years? If yes, which ones and why?
Questions concerning function 2
(language tests as an indicator for the quality/progress of language education)
1 Does the government encourage schools to produce output data with regard to their pupils' language proficiency? If so, only in the majority language? If so, what kind of action does the government take in this respect? 2 Does the government issue or distribute (national) language tests? If so, what purpose do these tests have: • • • • •
gather information on the students' level of majority/minority language proficiency? gather information on the effectiveness of particular schools? inspire schools on how to gather information on the students' level of language proficiency? encourage schools teams to reflect/take appropriate action in order to raise the quality of their language teaching? ....
3 Do you have any information on how the government organizes the production and distribution of these national language tests (who produces them? what budget lines are involved? How often are the tests administered? Is there any national testing agency involved?) 4 Does the government take any action towards schools that produce relatively poor output results with regard to majority language teaching? 5 Is school effectiveness tied in any way with equity funding? (in other words, do schools need to perform up to a certain level in order to receive any additional funding to promote equity in education?) 6 Are there any research studies or reports available on the impact of these national tests (for instance on school effectiveness)?
Bijlage 3