Bijbelse Fundamenten
Vrijheid In Christus
Vrijheid in Christus
2
Inleiding Vrijheid is in de Bijbel een belangrijk thema. Al in het Oude Testament maakt God Zichzelf bekend als de God die vrij maakt uit slavernij: “Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft” (Exodus 20:2). Die lijn wordt doorgetrokken in het Nieuwe Testament, waar de Here Jezus Zelf zegt: “Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn.” (Johannes 8:36). Ook in de brieven van Paulus lezen we dat we “tot vrijheid geroepen zijn” (Galaten 5:13). Het zijn geweldige woorden, maar tegelijkertijd roepen ze allerlei vragen bij ons op. Wat betekent “vrijheid” bijvoorbeeld concreet? Ben je als christen automatisch vrij, of kun je als christen ook niet-vrij zijn? Kunnen we als vrije christenen gewoon doen en laten wat we willen? En wat heeft Gods wet dan nog voor betekenis? In deze studie willen we je helpen om te begrijpen hoe geweldig mooi en uitdagend de vrijheid is waar de Bijbel over spreekt. Daarnaast willen we je ook laten zien welke weg de Bijbel wijst om echt in die vrijheid te komen.
Vrijheid volgens de wereld Als we kijken wat de wereld om ons heen verstaat onder vrijheid, dan is dat ongeveer dit:
Niemand die je vertelt wat je moet doen Kunnen doen wat je fijn vindt Geen beperkingen hebben Geen verantwoording af hoeven leggen Geen verplichtingen hebben Onafhankelijk zijn, geld genoeg hebben, van niemand iets nodig hebben
Kortom: alles mag en niets moet.
In de Bijbel betekent vrijheid iets heel anders… De Bijbel verstaat onder “vrijheid” iets heel anders dan de wereld om ons heen. Het is zelfs zo dat wat de wereld “vrijheid” noemt (doen wat je wilt), door de Bijbel wordt gekenmerkt als “slavernij aan de zonde”. Een grotere tegenstelling is bijna niet mogelijk. Wat verstaat de Bijbel dan onder “vrijheid”? Als we daar duidelijkheid over willen krijgen, dan moeten we ons twee dingen afvragen. Ten eerste: waarvan ben ik vrij? En ten tweede: met welk doel ben ik vrij? De Bijbel geeft hierop een aantal antwoorden dat met elkaar duidelijk maakt wat het betekent om vrij te zijn in Christus.
Vrij van … Gods toorn De Bijbel zegt dat alle mensen van zichzelf zondaars zijn en daarom Gods rechtvaardig oordeel verdiend hebben. Maar voor iedereen die zijn vertrouwen op de Here Jezus heeft gesteld geldt dat Christus ons heeft vrijgekocht waardoor wij volledig straffeloos voor God kunnen staan. Hij heeft de complete prijs voor ons betaald. Alle zonde en alle vuilheid uit ons leven heeft Hij op Zich genomen. Het gevolg is dat wie gelooft in de Here Jezus mag weten dat hij volledig vrij is van Gods toorn. God ziet je in Christus aan alsof je nooit één zonde gedaan hebt. Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt. (Galaten 3:13)
Vrijheid in Christus
3
Vrij van … de macht van de duisternis Maar er is meer veranderd. Door het offer van de Here Jezus zijn niet alleen je zonden vergeven, maar ben je ook een nieuwe schepping geworden. Je bent overgebracht uit het rijk van de duisternis naar het koninkrijk van Christus. Omdat Christus de machten van de duisternis volledig heeft overwonnen, en jij nu een kind van God bent, hebben die machten van de duisternis geen recht meer in jouw leven. Dat wil niet zeggen dat je er niet meer mee te maken hebt: de duivel zal er alles aan doen om je bij God vandaan te halen. Maar omdat hij geen recht meer op jou heeft slaagt hij daar alleen in als je hem zelf daarvoor de gelegenheid geeft. Hij heeft ons getrokken uit de macht van de duisternis en overgezet in het Koninkrijk van de Zoon van Zijn liefde. (Colossenzen 1:13) Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. (Romeinen 6:14) Hij heeft de overheden en de machten ontwapend, die openlijk te schande gemaakt en daardoor over hen getriomfeerd. (Colossenzen 2:15) Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te trappen en de macht over alle kracht van de vijand; en niets zal u schade toebrengen. Verblijd u echter niet daarover dat de geesten aan u onderworpen zijn, maar verblijd u erover dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel. (Lukas 10: 19-20)
Vrij van … allerlei dingen die ons kunnen binden Het gevolg van leven in de duisternis is dat je gebonden raakt aan allerlei dingen die je leven kapotmaken, zoals: Angst, bezorgdheid, negatief denken Verbittering, wrok Anderen niet kunnen vergeven Verslaving aan alcohol, drugs of pornografie Negativiteit, kritiek, roddel Rebellie, koppigheid Gevoel van minderwaardigheid …. Veel mensen worstelen hiermee, vaak zonder dat anderen dat weten. Ook kinderen van God worstelen met die dingen. Het is niet zo dat als je tot geloof komt, al deze dingen direct uit je leven verdwenen zijn. Maar het is ook niet zo dat als je met dit soort dingen worstelt er geen uitweg is en je er je hele leven niet van af komt. God geeft een weg van heiliging en reiniging waarin alle banden die ons nog gevangen houden verbroken kunnen worden in de Naam van Jezus. Het is aan ons om die weg in gehoorzaamheid te gaan. Verderop in deze studie komen we hierop terug. De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. (2 Corinthiërs 3:17) Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1:9)
Vrijheid in Christus
4
Vrijgemaakt om … aangenomen te worden als zoon van God God heeft je vrijgemaakt met een doel. Zijn eeuwige plan met de schepping is dat de mensen in volledige harmonie voor altijd met Hem zouden leven. Hij heeft de mens geschapen naar Zijn beeld. Als gevolg van de zonde is dat plan verstoord, maar God blijft bij Zijn plan. Door het offer van de Here Jezus zijn we weer vrijgekocht en kunnen we weer terugkomen in Gods plan. Dat is het doel waarvoor God ons vrijmaakt: om te worden aangenomen als zoon van God. Als we een zoon van God zijn geworden, dan betekent dat dus ook dat we mogen leven vanuit alle rechten die een zoon heeft! 4 Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, zond God Zijn Zoon uit, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, 5 om hen die onder de wet waren, vrij te kopen, opdat wij de aanneming tot kinderen zouden ontvangen. 6 Nu, omdat u kinderen bent, heeft God de Geest van Zijn Zoon uitgezonden in uw harten, Die roept: Abba, Vader! 7 Dus nu bent u geen slaaf meer, maar een zoon; en als u een zoon bent, dan bent u ook erfgenaam van God door Christus. (Galaten 4)
Vrijgemaakt om … heilig voor God te leven Het tweede doel waarom God je vrijgemaakt heeft is om heilig voor Hem te leven. Veel mensen denken dat ‘heiligheid’ vooral bestaat uit het niet doen van verkeerde dingen. Maar in de Bijbel is heiligheid iets dat veel verder gaat. De Bijbel vertelt ons dat God de mensen geschapen heeft “naar Zijn beeld”, maar door de zonde is dat kapotgegaan. Gods reddingsplan is dat het beeld van God weer hersteld wordt in jouw leven. Als God spreekt over heiliging dan is dat niet beperkt tot het niet doen van slechte dingen. Natuurlijk is het dat ook, maar het is veel meer: dat je weer gaat lijken op zoals God je bedoeld heeft. Dat je mag gaan lijken op de Here Jezus. Door de hele Bijbel heen, van Genesis tot Openbaring, maakt God duidelijk dat Hij wil dat ieder die Hem dient heilig is. Letterlijk betekent het woord ‘heilig’: apart gezet zijn. Dat drukt precies uit wat heiliging is. Je wordt afgezonderd van de wereld van de duisternis en je wordt apart gezet en toegewijd aan God. Het principe van heiliging vinden we heel mooi terug in het Oude Testament als het gaat om de voorwerpen die in de Tabernakel en Tempel werden gebruikt. Uiteraard moesten al die voorwerpen rein zijn: er mocht geen onvolmaaktheid of smet op zitten. Maar niet alles wat rein is, is ook heilig. Daarvoor is nog een tweede stap nodig: het voorwerp moest apart gezet worden voor de dienst van God, helemaal aan Hem toegewijd worden. Precies zo is het ook in ons leven. De ene helft van heiliging is dat we rein worden, dat er geen onvolmaaktheid of smet meer aan ons is. Maar de tweede helft is dat we helemaal aan de Here God toegewijd worden, apart gezet voor Zijn dienst. Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig. (1 Petrus 1: 15,16) En, vrijgemaakt van de zonde, bent u dienstbaar gemaakt aan de gerechtigheid. (Romeinen 6:18) Maar nu, van de zonde vrijgemaakt en aan God dienstbaar gemaakt, hebt u uw vrucht, die tot heiliging leidt, met als einde eeuwig leven. (Romeinen 6:22)
Vrijheid in Christus
5
Vrijgemaakt om … elkaar te dienen in liefde Ten derde zijn we vrijgemaakt om elkaar te dienen in liefde. Voor de wereld is dat onbegrijpelijk. Vrijheid betekent daar juist dat je met niemand iets te maken hebt en zeker niet dat je een dienende rol hebt. Maar God wijst ons een andere weg. De gemeente wordt in de Bijbel vergeleken met het lichaam van Christus en daarin mogen we voor elkaar zorgen op een dienende manier. Je bent pas echt vrij als je anderen kunt dienen door de liefde. Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde. (Galaten 5:13)
Ik kan mijzelf niet vrij maken…. Laten we maar meteen met de deur in huis vallen: er is geen enkele mogelijkheid om door je eigen presteren je vrijheid te verdienen. God is een heilige God en alleen volmaaktheid kan aan Zijn norm voldoen. Het is net als met een verspringer die over een kloof probeert te springen. Sommigen springen maar 2 of 3 meter en de allerbeste springt misschien 9 meter, maar als de kloof meer dan een kilometer breed is, heeft dat allemaal geen enkele zin. Gods doel van volmaaktheid is voor iedereen uit zichzelf onbereikbaar.
Gods wet is niet het probleem, ik ben het probleem! Sommige christenen zien de wet van God als oorzaak van het probleem. Ze denken: door Gods wet wordt duidelijk dat ik een zondaar ben, de wet is dus slecht. Voor hen is “vrijheid” dat Christus de wet heeft afgeschaft. Maar de werkelijke oorzaak van mijn onvrijheid is niet de wet maar mijn zondige natuur. Nergens in de Bijbel staat dat de wet slecht is. Integendeel, Paulus schrijft “Zo is dan de wet heilig, en het gebod is heilig en rechtvaardig en goed.” (Romeinen 7). Ook de Here Jezus zelf zegt: 17 Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. 18 Want, voorwaar, Ik zeg u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota of één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles geschied is. 19 Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen. (Mattheus 5)
Maar de wet kan mij niet vrijmaken…. Maar, hoewel de wet niet de oorzaak is van ons probleem, kan de wet ons probleem ook niet oplossen. Door onze zondige natuur is er geen enkele mogelijkheid om op die manier aanvaardbaar te worden voor God. Krampachtig proberen om de wet zo goed mogelijk te houden is (letterlijk) een doodlopende weg. Niemand is daar toe in staat. De conclusie is duidelijk: via de wet kan ik nooit vrij worden. Net doen alsof de wet er niet is, is geen oplossing. En uit alle macht de wet proberen te houden is ook geen oplossing. De oplossing moet van een heel andere kant komen.
Vrijheid in Christus
6
Alleen het bloed van de Here Jezus maakt vrij Gods reddingsplan pakt de wortel van het probleem aan: mijn oude zondige natuur. En ook nog eens op de meest grondige manier: door hem te doden. Toen de Here Jezus aan het kruis werd gehangen en stierf, heeft Hij volledig betaald voor al mijn zonden. De Bijbel zegt dat mijn oude natuur met Christus is gekruisigd en gestorven en dat ik een nieuwe schepping ben. Doordat mijn oude natuur is gestorven en Christus de volledige prijs heeft betaald, heeft de zonde geen recht meer op mij. Daar mag ik dan ook uit gaan leven. 20 Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. (Galaten 2) 6 Dit weten wij toch, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam van de zonde tenietgedaan zou worden en wij niet meer als slaaf de zonde zouden dienen. 7 Want wie gestorven is, is rechtens vrij van de zonde. 8 Als wij nu met Christus gestorven zijn, geloven wij dat wij ook met Hem zullen leven. 9 Wij weten toch dat Christus, nu Hij is opgewekt uit de doden, niet meer sterft. De dood heerst niet meer over Hem. 10 Want wat Zijn sterven betreft, is Hij voor eens en altijd voor de zonde gestorven, en wat Zijn leven betreft, leeft Hij voor God. 11 Zo dient ook u uzelf te rekenen als dood voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus, onze Heere. 12 Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. 13 En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. 14 Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade.
God verandert mij van binnenuit door Zijn Geest Het tweede onderdeel van Gods reddingsplan is dat Hij Zijn Heilige Geest wil laten wonen en werken in ons hart. Daardoor gaat Hij ons van binnen uit veranderen. De Here God poetst niet onze buitenkant op, maar verandert ons hart diep van binnen. Onze oude zondige natuur sterft en we krijgen een nieuwe natuur. En omdat onze binnenkant verandert, verandert onze buitenkant ook. Je gaat een nieuw leven leiden, niet zozeer omdat je heel erg je best doet om volgens God regels te leven. De Heilige Geest is degene die het werk van de Here Jezus toepast in ons leven. 33 Voorzeker, dit is het verbond dat Ik na die dagen met het huis van Israël sluiten zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven en zal die in hun hart schrijven. Ik zal hun tot een God zijn en zíj zullen Mij tot een volk zijn. (Jeremia 31) 17 De Heere nu is de Geest; en waar de Geest van de Heere is, daar is vrijheid. (2 Corinthiërs 3:17)
Vrijheid in Christus
7
22 De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Daartegen richt de wet zich niet. 24 Maar wie van Christus zijn, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd. 25 Als wij door de Geest leven, laten wij dan ook door de Geest wandelen. (Galaten 5:22)
En de wet dan? Hiervoor hebben we gezegd dat de wet van God niet het probleem is, maar ikzelf. We hebben ook gezien dat niet de wet ons kan vrijmaken, maar alleen de Here Jezus door Zijn offer. Maar dan blijft de vraag: hoe zit het dan met de wet? Het is moeilijk om dat kort samen te vatten, maar wel kunnen we een paar dingen zeggen. Veel van de wetten die onder het oude verbond aan Israël zijn gegeven, zijn onder het nieuwe verbond niet aan ons opgelegd. Bijvoorbeeld alle wetten die te maken hebben met de tempeldienst en met de offers die daarin gebracht werden. Dat is door het ene offer van de Here Jezus niet meer nodig (zie de Hebreeën brief). Ook de besnijdenis, de voedselwetten en de reinigingswetten en alle andere soortgelijke wetten gelden niet meer voor ons (zie Handelingen 15). Dat wil echter niet zeggen dat deze wetten ons niets meer te zeggen hebben. Integendeel, ze hebben een profetische betekenis (denk bijvoorbeeld aan de offers, de feesten en de bouw van de tabernakel/tempel) die heenwijzen naar de Here Jezus. We zien diepe geestelijke principes terug in de wet die God aan Israël heeft gegeven en kunnen er veel van leren. Er zijn wetten uit het oude verbond waarvan de inhoud in het nieuwe verbond wordt herhaald en die in die nieuwe vorm dus geldig zijn voor ons. Opvallend is dat de Here Jezus deze wetten naar een heel ander niveau tilt en het veel meer een zaak van het hart maakt. Bijvoorbeeld wanneer Hij zegt “U hebt gehoord dat tegen het voorgeslacht gezegd is: U zult geen overspel plegen. Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft.” (Mattheus 5:27-28). Daarmee legt Hij de lat in feite nog veel hoger. Daarnaast zien we dat in het nieuwe testament heel veel geboden staan voor ons leven als kind van God. Bijvoorbeeld: “Wees vurig van geest”, “Volhard in het gebed” (Romeinen 12:11-12), “wees dankbaar” (Kol 3:15) en “vorm geen ongelijk span met ongelovigen” (2 Kor. 6:14). Als je al deze geboden uit het nieuwe testament optelt, kom je zelfs op een aantal dat veel hoger is dan de 613 geboden uit het Oude Testament.
Zijn we dan toch onder de wet? Maar hoe zit dat dan? Leven we dan als gelovigen in Christus toch weer onder de wet, al is het dan onder een andere dan voorheen? Absoluut niet! Paulus zegt het heel krachtig: “U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade”. Met die twee woorden “wet” en “genade” karakteriseert hij het fundamentele verschil tussen het oude verbond en het nieuwe verbond. Door het offer van de Here Jezus is sprake van een heel nieuwe werkelijkheid. Onder het oude verbond was de wet gegeven in stenen tafelen met de opdracht “doe dit en je zult leven”. Maar er was niemand die de wet kon houden. Door het offer van de Here Jezus is het nieuwe verbond gekomen dat volledig berust op
Vrijheid in Christus
8
genade. Alles is al door Christus gedaan en er is niets dat wij daaraan nog kunnen toevoegen. We kunnen helemaal niets doen waardoor we meer geliefd worden door God of waardoor we ons zelf meer acceptabel maken voor God. Kenmerkend voor het nieuwe verbond is dat de wet van God niet langer buiten ons is, maar in ons hart wordt geschreven door de Heilige Geest. Hij kiest er voor om ons door de kracht van het offer van Zijn Zoon van binnen uit te veranderen. Daarom is het onder het nieuwe verbond niet meer “Doe de geboden en je zult leven” maar “Leef in Christus en je zult Zijn geboden gaan doen”. Het sleutelwoord bij dit alles is “genade”. Onze redding is voor 100% door het offer van de Here Jezus. Alles wat ik daar zelf nog aan wil toedoen is een belediging voor Hem. We ontvangen onze redding niet door te doen wat Hij van ons vraagt, maar door onze redding gaan we willen wat Hij van ons vraagt. Wie werkelijk heeft leren zien hoe groot het offer van de Here Jezus is, verlangt er juist naar om Zijn wil te doen. Zijn geboden zijn dan niet iets wat je met moeite gaat houden, maar je wilt gewoon niet anders meer. Alle rommel die de wereld je aanbiedt verbleekt bij de heerlijkheid die een leven met Hem heeft.
Waarom is leven in vrijheid soms zo moeilijk? In de praktijk zien we dat veel Christenen worstelen om echt te leven in vrijheid. Aan de ene kant wil je wel vrij worden en probeer je het ook, maar iedere keer weer struikel je en loop je vast. Je merkt dat je nog vast zit in allerlei dingen. Het lukt gewoon niet. En op den duur wordt je helemaal moedeloos en denk je: het heeft toch geen zin. Sommigen lossen dat op door zichzelf er van te overtuigen dat het niet uitmaakt hoe je leeft: God houdt van je zoals je bent en je mag zijn zoals je bent. Je hoeft echt niet te veranderen. Maar je houdt jezelf daarmee voor de gek en doet jezelf tekort omdat je daardoor Gods plan mist. God houdt van je, maar daarom wil Hij je juist veranderen en echt vrij maken. Het probleem is dat veel mensen niet begrijpen wat die verandering inhoudt. Om dit duidelijk te maken geven we een voorbeeld. Stel: je hebt een vogeltje. Het heeft de aard van een vogeltje en is dus geneigd om te gaan vliegen. Maar als je dat vogeltje gaat dwingen om te gaan zwemmen en onder water te leven dan lukt dat nooit. Het past niet bij zijn natuur. Hetzelfde geldt voor een vis: die heeft de natuur van een vis. Al gooi je hem in de lucht: hij zal niet gaan vliegen. Precies hetzelfde gebeurt er met mensen die heilig willen leven, maar waar van binnen nog niet fundamenteel iets veranderd is. Ook dat zal niet lukken: het is een constant gevecht met de oude natuur en die oude natuur zal iedere keer winnen, net als in het voorbeeld van het vogeltje en de vis. Waarom is vrijheid in Christus vaak zo’n probleem? Omdat we aan de verkeerde kant beginnen. We proberen ons gedrag te veranderen, zonder dat onze natuur is veranderd. En dat levert alleen maar een moeizaam gevecht op, wat je uiteindelijk altijd verliest. God weet dat ook, en daarom heeft Hij een heel andere oplossing voor ons. Door het offer van de Here Jezus aan het kruis en door de Heilige Geest die in je woont, wordt het mogelijk dat je oude natuur met Christus sterft, waarna je een nieuwe natuur krijgt die naar het beeld van de Here Jezus is. Dan ervaar je werkelijk wat vrijheid is.
Gods weg naar de vrijheid Er is heel veel te zeggen en te schrijven over de manier waarop we als kinderen van God echt vrij kunnen worden. In deze studie geven we alleen de belangrijkste principes. Als je in je leven moeite ervaart om echt in vrijheid te leven dan is het verstandig om met iemand anders daarover te spreken. Binnen de gemeente hebben we daarvoor oudsten, kringleiders en het pastorale team die je willen helpen. Veel te vaak blijven we als gelovigen zelf aantobben, terwijl we in de gemeente aan elkaar gegeven zijn om elkaar te helpen. De belangrijkste principes zijn deze:
Vrijheid in Christus
9
Vertrouw 100% op de Here Jezus en op Zijn genade Het offer van de Here Jezus is het enige waardoor je vrij kan worden. Hij heeft de volkomen prijs betaald. Er is niets wat ik daar nog aan toe zou kunnen voegen. Het is zelfs omgekeerd: als ik probeer om er iets aan toe te voegen, dan doe ik af van het werk van de Here Jezus en raak ik Zijn genade kwijt. De sleutel tot vrijheid is om jezelf helemaal toe te vertrouwen aan de Here Jezus en te leven vanuit 100% genade.
Beleid je zonden en bekeer je van verkeerde dingen Onbeleden zonde in het leven van een christen heeft verwoestende effecten. Wie zonde toelaat in zijn leven maakt zichzelf opnieuw tot slaaf. Zondigen is nooit vrijblijvend want je betaalt een hoge prijs: je verliest je vrijheid in Christus. Onbeleden zonden in je leven zorgt er voor dat je relatie met God wordt verstoord. Er zijn dan gebieden in je leven waar je God liever buiten wilt houden. Je loopt rond met geheimen waar je je voor zou schamen als anderen het zouden weten. Daardoor kun je ook in je relaties met anderen niet meer transparant zijn. Uit onszelf zijn we heel goed om allerlei excuses te bedenken: het is zo erg niet, anderen doen het toch ook, God begrijpt het vast wel, ik kan niet anders, etc. Maar daarmee bedriegen we onszelf. De Bijbel wijst maar één weg naar echte vrijheid, en die weg is radicaal:
Belijd je zonden aan de Here God en als het nodig is aan elkaar. Breng ze in het licht. Bekeer je, neem afstand van je zonden en sla bewust een andere weg in. Jezus antwoordde hun: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ieder die de zonde doet, is een slaaf van de zonde. (Johannes 8:34) Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid. (1 Johannes 1:9)
Sommige christenen zijn druk bezig met de vraag waar de grens ligt, tot hoever ze kunnen gaan zonder echt te zondigen. Maar jezelf dat soort vragen stellen is al een teken dat er iets niet goed zit. De Bijbel zegt: er is duisternis en licht. Onze oude mens voelt zich thuis in de duisternis, de nieuwe mens wandelt in het licht. Maar er blijft strijd tussen die twee. Ook als je tot geloof gekomen bent, kun je nog steeds het randje opzoeken of daar zelfs overheen gaan, maar dat is niet zoals God het wil! Vergelijk het met een huwelijk. Stel dat een getrouwde man zich af gaat vragen tot hoever hij nog nèt kan gaan met andere vrouwen zonder dat het echt overspel is. Dan zegt iedereen toch dat je verkeerd bezig bent, die relatie is niet in orde! Op dezelfde manier vraag je je als christen ook niet af hoe dicht je nog bij de wereld van de duisternis mag komen! Je blijft er gewoon ver vandaan, niet omdat het moet maar uit liefde voor de Here Jezus en omdat je beseft wat het Hem gekost heeft.
Leef vanuit je identiteit als kind van God Als je mag weten door genade een kind van God te zijn dan ben je een nieuwe schepping. Je oude leven is gestorven met Christus. Dat betekent dat je oude leven en alles wat daarin is gebeurd je nieuwe leven niet meer hoeft te bepalen. Je mag nu gaan leren om daar helemaal uit te gaan leven. Dat is vaak een proces. Het gaat niet van de ene op de andere dag. Maar steeds meer mag je gaan leren om te leven vanuit de overwinning in Christus.
Vrijheid in Christus
10
Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, het nieuwe is gekomen. (2 Korinthiers 5:17) Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten. (Filippenzen 3:20) Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, heeft ons door Zijn grote liefde, … met Christus levend gemaakt – uit genade bent u zalig geworden – en heeft ons met Hem opgewekt en met Hem in de hemelse gewesten gezet in Christus Jezus. (Efeze 2:4-6)
Strek je uit naar wat God je wilt geven De vrijheid die Christus je wil geven is zo groot en rijk dat je je leven lang bezig bent om daarin te groeien. Het is geen automatisme dat je volledig in de vrijheid staat wanneer je tot geloof komt. Vaak moeten er eerst nog dingen worden opgeruimd in je leven. De principes daarvoor zien we in het boek Jozua. Dat gaat over het volk Israël dat aan de grens van het beloofde land staat en nu van God de opdracht krijgen het in te nemen. God had geweldige beloften gegeven over het beloofde land waarin ze vrij zouden leven. Maar ze moesten onder leiding van Jozua het land wel innemen. Nu dan, sta op, steek deze Jordaan over, u en heel dit volk, naar het land dat Ik aan hen, de Israëlieten, ga geven. 3 Elke plaats die uw voetzool betreedt, heb Ik u gegeven, overeenkomstig wat Ik tot Mozes gesproken heb. …. 5 Niemand zal tegenover u standhouden al de dagen van uw leven. Zoals Ik met Mozes geweest ben, zal Ik met u zijn. Ik zal u niet loslaten en u niet verlaten. (Jozua 1)
Het boek Jozua laat dezelfde principes zien als waar we het hiervoor over hadden: God zorgt voor de overwinning, wij hoeven alleen te vertrouwen en alles weg te doen uit ons leven wat er niet in thuis hoort. Maar in het boek Jozua zien we twee soorten reacties:
Jozua en Kaleb zijn mannen van geloof. Over Kaleb lezen we in Jozua 14. Hij was veertig jaar geleden één van de verspieders. Door de reuzen die ze toen in het land gezien hebben durfde het volk het beloofde land niet in te trekken. Als straf moesten ze veertig jaar in de woestijn rondlopen tot iedereen die het land niet binnen durfde trekken gestorven was. Veertig jaar later trekt Kaleb onder leiding van Jozua alsnog het beloofde land binnen. Hij vraagt dan aan Jozua precies het stuk land waar de reuzen (Enakieten) woonden. Kaleb kijkt met Gods ogen naar de obstakels in zijn leven. Hij weet dat God hem de overwinning zal geven. Daardoor leeft Kaleb in vrijheid in het beloofde land onder Gods zegen.
Daar tegen over staan de “zeven trage stammen” waarover we in Jozua 18 lezen. Jaren nadat het volk onder leiding van Jozua het beloofde land was ingetrokken hebben zij nog geen deel van het land veroverd. Jozua moet daarom namens God zeggen: “Hoelang bent u nog te traag om verder te trekken en het land in bezit te nemen dat de HEERE, de God van uw vaderen, u gegeven heeft”. Uit andere Bijbelboeken, zoals Richteren en Samuel, lezen we dat ze daar niet aan gehoorzaamd hebben. Ze hebben de vijanden van Israël gewoon in hun midden laten wonen. En dat heeft weer gezorgd voor heel veel strijd en moeilijkheden.
Ieder van ons moet in zijn leven een keuze maken. Ben je als Jozua en Kaleb of ben je als de zeven trage stammen? Ga je in geloof stáán in de vrijheid die God je gegeven heeft en overwin je vijandige bolwerken in je leven? Of leg je je neer bij de situatie en laat je je vijanden gewoon in je leven bestaan?
Vrijheid in Christus
11
Overgave, hoe doe je dat? We hebben al gezien dat het offer van de Here Jezus de enige manier is om echt vrij te worden. Als je nog vast zit aan allerlei dingen dan kan je jezelf daar niet vrij van maken. Maar de kracht van het bloed van de Here Jezus kan dat wel. De sleutel is volledige overgave aan de Here Jezus. Maar hoe doe je dat nu praktisch? Overgave is niets anders dan dat je ieder gebied van je leven onder Zijn controle brengt. Niet 80% of 90% maar echt alles: 100%. Hier onder staat een voorbeeld hoe je dat naar de Here God kunt uitspreken. Je weet zelf het beste wat er in jou leven nog uitgeleverd moet worden. • Heer ik geef u mijn ogen – Ik wil niet kijken naar dingen die niet naar Uw wil zijn – Ik wil mijn ogen richten op wat voor U belangrijk is. • Heer ik geef u mijn oren – Ik wil niet luisteren naar roddel en verkeerde dingen – Ik wil open staan voor Uw woorden. • Heer ik geef u mijn mond - Ik wil anderen niet pijn doen met mijn woorden – Ik wil woorden spreken die opbouwen en leven brengen. • Heer ik geef U mijn handen – Ik wil anderen niet pijn doen – Ik wil anderen helpen. • Heer ik geef U mijn voeten – Ik wil niet gaan naar plaatsen waar ik niet thuishoor – Ik wil gaan naar waar U me naar toe stuurt. • Heer ik geef u mijn negatief zelfbeeld – Het is een leugen die de tegenstander mij wijs probeert te maken: dat ik niets waard ben – Ik wil mezelf zien zoals U mij ziet: kostbaar in Uw ogen. • Heer ik geef U mijn boosheid – Het leidt tot bitterheid in mijn hart die me gevangen houdt – Ik wil dat Uw vrede leeft in mijn hart. • Heer ik geef u mijn angst en onzekerheid – Er is een stem in mij die fluistert dat ik het niet kan en dat alles mis zal gaan - Maar U zegt: “Werp al je zorgen op hem. Hij zorgt voor je.” En daar wil ik uit leven. • Heer ik geef U mijn hebzucht – Ik wil altijd meer, het is nooit genoeg – Ik wil leven uit dankbaarheid. • Heer ik geef U mijn lafheid – Dat ik niet voor U uit durf te komen als het er op aankomt – Ik wil zichtbaar een kind van U zijn. • Heer ik geef u mijn dromen en ambities – Ik heb al helemaal uitgestippeld hoe mijn leven zou moeten gaan – Maar nu wil ik U volgen in het plan dat U met mijn leven heeft.
Leef in de vrijheid die Christus geeft