handleiding intermediair augustus 2011
VRIJHEID IN HYPOTHEKEN 1
Hypotrust Handleiding Intermediair augustus 2011 ©2011 Hypotrust Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hypotrust. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912 het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Hypotrust te wenden. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrievalsystem, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from Hypotrust.
2
aug - 2011
Ondanks alle aan de samenstelling van de tekst bestede zorg, kan noch Hypotrust, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze uitgave zou kunnen voorkomen.
Handleiding Intermediair augustus 2011 Postadres
Postbus 2936 3000 CX Rotterdam
Bezoekadres
Fascinatio Boulevard 1302, 2909 VA Capelle aan den IJssel
Telefoon algemeen Fax algemeen
010 - 2421000 010 - 2421090
Internet www.hypotrust.nl
3
aug - 2011
E-mail
[email protected]
4
Hoofdstuk 1
Inleiding
pagina 10
1.1
De Hypotrust-organisatie
pagina
10
1.2
De Hypotrust-hypotheek
pagina
10
1.3
Voordelen voor de consument
pagina
11
1.4
Voordelen voor het intermediair
pagina
11
1.5 Afsluitvergoeding en bemiddelingsregeling
pagina
11
1.6
Inducement
pagina 11
Hoofdstuk 2
Acceptatienormen
pagina 13
2.1 Gegarandeerde leningen
pagina
13
2.2 Gedragscode Hypothecaire Financieringen 2011
pagina
13
2.3 Leningen zonder garantie
pagina
13
2.3.1 Starterssubsidies
pagina
13
2.4 Algemeen
pagina
13
2.5
pagina
14
2.6 Aankoop woning
Definities van “Marktwaarde”
pagina
14
2.7
Oversluiting
pagina
14
2.8
Tweede Hypotheken en Verhogingen
pagina
15
2.9
Het onderpand
pagina
15
2.9.1 Acceptabele onderpanden
pagina
15
2.9.2
Onacceptabele onderpanden
pagina
15
2.9.3
Erfpacht
pagina
16
2.9.4
Vereniging van Eigenaren (VvE)
pagina
16
2.9.5
Taxatierapport
pagina
17
2.9.5.1
Voorwaarden
pagina
17
2.9.5.2
Insolventieverzekering
pagina
17
2.9.6 Geen taxatierapport
pagina
17
2.9.6.1
Bestaande bouw
pagina
17
2.9.6.2
Nieuwbouw
pagina
17
2.10
De geldnemer
pagina
18
2.10.1 Aansprakelijkheid van de geldnemer
pagina
18
2.10.2
Nederlandse nationaliteit
pagina
18
2.10.3
Niet - Nederlandse nationaliteit
pagina
18
2.11
Inkomensbestanddelen
pagina
18
2.11.1
Bruto salaris
pagina
18
2.11.2
Vakantietoeslag
pagina
18
2.11.3
13e en 14e maand
pagina
19
2.11.4
Pensioen- of VUT-uitkering
pagina
19
2.11.5
Netto winst uit zelfstandig beroep of bedrijf (zelfstandigen)
pagina
19
2.11.6
Provisie
pagina
19
2.11.7
Eindejaarsuitkering
pagina
19
2.11.8
Onregelmatigheidstoeslagen
pagina
19
2.11.9
Overwerk
pagina
19
2.11.10 Sociale uitkeringen
pagina
19
2.11.11
pagina
20
2.11.12 Alimentatie
Werkloosheidswet (WW)
pagina
20
2.11.13
VEB-toelage
pagina
20
2.11.14
Inkomen in buitenland
pagina
20
5
2.11.15
Toekomstige inkomensstijging
pagina
20
2.12
Dienstverband
pagina
20
2.12.1
Beoordeling van het inkomen
pagina
20
2.12.2
Tijdelijke contracten (met intentieverklaring)
pagina
21
2.12.3
Flexwerkers/uitzendkrachten en jaarcontracten (zonder intentieverklaring) pagina
21
2.12.4
Inkomen uit vermogen
pagina
21
2.12.5
Verhoging leencapaciteit
pagina
21
2.13
Financiële verplichtingen
pagina
22
2.13.1
BKR-toetsing
pagina
22
2.13.2
Betalingsmoraliteit
pagina
22
2.14
Beoordeling
pagina
22
2.14.1 Algemeen
pagina
22
2.14.2
Rente
pagina
22
2.14.3
Toetsingsmethode
pagina
22
2.14.4
Consumptieve (deel) financiering
pagina
23
2.14.5
Toetsrente
pagina
23
2.14.6
Tweeverdienerbeleid
pagina
23
2.14.7
Woonquotes
pagina
23
2.14.8
Buitenlands inkomen
pagina
23
2.15
Beoordeling huidige hypothecaire schuld
pagina
23
2.16 Geldigheidstermijnen van de offerte
pagina
24
2.16.1 Acceptatietermijn uitgebrachte offerte
pagina
24
2.16.2 Geldigheid offerte
pagina
24
2.16.3
pagina
24
2.16.4 Geldigheid offerte met ProfijtRente
pagina
24
2.16.5 Geldigheid offerte met BudgetRente
pagina
24
2.17
Bouwdepot
pagina
24
2.18
Verzekeringen
pagina
25
2.18.1 Schadeverzekering
pagina
25
2.18.2
Risicoverzekering
pagina
25
2.18.3
Woonlastenbeschermingsverzekering
pagina
25
2.19
Na aktepassering
pagina
25
2.20 Aflossen
pagina
26
2.20.1
Boetevrij aflossen
pagina
26
2.20.2.
Extra aflossing
pagina
26
2.20.3 Algehele aflossing
pagina
26
2.20.4 Afkoop rentevastperiode
pagina
26
2.20.5
Tweede hypotheek
pagina
27
2.20.6
Wijziging van aflossingsvorm
pagina
27
2.20.7
Wijziging risicoklasse
Dagrente
pagina
27
2.20.8 Meeneemregeling
pagina
27
2.20.9
Verhuisregeling
pagina
28
2.20.10
Doorgeefregeling
pagina
28
2.20.11
Ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid
pagina
28
Hoofdstuk 3
Hypotheekvormen
pagina 30
3.1 Algemeen
pagina
30
3.2
pagina
30
Rentewijzigingen
6
3.3 Actietarieven
pagina
30
3.4 AnnuïteitenHypotheek
pagina
30
3.5 LineaireHypotheek
pagina
30
3.6 AflossingsvrijeHypotheek
pagina
30
3.7 LevenHypotheek
pagina
31
3.8
BeleggersHypotheek
pagina
31
3.9
HybrideHypotheek
pagina
31
3.9.1 SpaarToekomstHypotheek (HybrideHypotheek)
pagina
31
3.10
Combinatiehypotheek
pagina
32
3.11
OndernemersHypotheek
pagina
32
3.11.1 Algemeen
pagina
32
3.11.2
pagina
32
3.11.3 Maximale bevoorschotting/ verhoogde inschrijving
pagina
32
3.11.4
Inkomenstoets
pagina
32
3.11.5
Bepaling inkomen
pagina
33
3.11.6
Vrije beroepsbeoefenaren
pagina
33
Hoofdstuk 4
Renteproducten
pagina 34
Rente
4.1 StandaardRente
pagina
34
4.1.1
pagina
34
4.1.1.1 Algemeen
Variabele Renteclausule SVR1012
pagina
34
4.1.1.2
Vastzetten
pagina
34
4.2
ProfijtRente
pagina
34
4.2.1
Profijtclausule PV0609 (vanaf september 2006)
pagina
34
4.2.2
Profijtclausule PV0212 (tot september 2006)
pagina
34
4.2.3
Omzetten ProfijtRente
pagina
34
4.3
BudgetRente
pagina
35
Hoofdstuk 5
Bankgarantie en overbruggingskrediet
pagina 36
5.1
Bankgarantie
pagina
36
5.1.1 Algemeen
pagina
36
5.1.2 Acceptatiekader bankgarantie
pagina
36
5.1.2.1 Maximum aankoopgarantiebedrag
pagina
36
5.1.2.2 Geldigheidsduur
pagina
36
5.1.2.3 Aankoopgarantieprovisie
pagina
36
5.1.2.4
pagina
36
5.1.2.5 Aanvraagprocedure
pagina
36
5.2
pagina
36
5.2.1 Algemeen
pagina
36
5.2.2
Claim onder een aankoopgarantie Overbruggingskrediet
pagina
36
5.2.3 Maximale overbrugging
Hypothecaire inschrijving overbrugging
pagina
37
5.2.3.1
Indien huidige woning verkocht en ontbindende voorwaarden verstreken
pagina
37
5.2.3.2
Indien huidige woning verkocht en ontbindende voorwaarden niet ...
pagina
37
5.2.3.3
Indien huidige woning niet verkocht
pagina
37
5.2.4
Hoofdsom overbruggingen
pagina
37
5.2.5
Bestemming gelden overbrugging
pagina
37
5.2.6
Rente
pagina
37
5.2.7
Betaling rente
pagina
38
7
5.2.8
Inkomenstoets
pagina
38
5.2.9 Looptijd en verlenging van het overbruggingskrediet
pagina
38
5.2.10 Afsluitprovisie
pagina
38
5.3
Woonlastenbeschermingsverzekering
pagina
38
Hoofdstuk 6
Zeker Weten Hypotheek
pagina 39
6.1
Productbeschrijving
pagina
39
6.2 Aflosvormen
pagina
39
6.3
pagina
39
6.4 Startersfaciliteiten
pagina
39
6.5
Rente
pagina
39
6.5.1
Rentevarianten
pagina
39
6.5.2
Rentetarieven
pagina
40
6.6 Algemene voorwaarden
pagina
40
6.7
Voordelen Zeker Weten Hypotheek
pagina
40
Hoofdstuk 7
SpaarToekomstHypotheek
pagina 41
7.1
Productbeschrijving
pagina
41
7.2
Beleggingsmogelijkheden
pagina
41
7.2.1
Ruime keuze aan beleggingsvormen
pagina
41
7.3
Beleggingsrendementen en profielen
pagina
42
7.3.1
Investeringspremie beleggingsfondsen
pagina
43
7.3.2
Kosten beleggingsfondsen
pagina
43
7.4
RendementsKompas
Verzekering
pagina
44
7.5 Switchlimiet
pagina
44
7.5.1 Algemeen
pagina
44
7.5.2
Werking van de switchlimiet
pagina
44
7.5.3
Waarop is de switchlimiet niet van toepassing?
pagina
45
7.6 Switchen
pagina
45
7.6.1
Tussen beleggingsfondsen:
pagina
45
7.6.2
Van SpaarHypotheekRekening naar beleggingsfondsen:
pagina
45
7.6.3
Van beleggingsfondsen naar SpaarHypotheekRekening:
pagina
45
7.7
Informatie
pagina
45
7.8
Dekkingsmogelijkheden
pagina
45
7.8.1
Risicodekking bij overlijden
pagina
45
7.8.1.1 Algemeen
pagina
45
7.8.1.2 Som van de betaalde premies
pagina
46
7.8.1.3
90% of 110% van de aanwezige eurowaarde
pagina
46
7.8.1.4
Een gelijkblijvend risicokapitaal
pagina
46
7.8.1.5
Een gelijkmatig dalend risicokapitaal
pagina
46
7.8.2 Gevolgen van switchen op de risicoverzekering
pagina
46
7.8.2.1 Switch tussen beleggingsfondsen onderling
pagina
46
7.8.2.2 Switch tussen beleggingsfondsen en SpaarHypotheekRekening
pagina
46
7.8.3
pagina
47
7.8.4 AO-rente ter grootte van de woonlasten
pagina
47
7.8.5 Arbeidsongeschiktheid
pagina
47
7.8.5.1 Uitkeringsklassen
pagina
47
7.8.5.2
pagina
47
Premievrijstelling bij Arbeidsongeschiktheid
Wachttijden
8
7.8.5.3
Beroepsklasse indeling
pagina
47
7.9 Aanvullende mogelijkheden
pagina
47
7.9.1
Premiedepot
pagina
47
7.9.2
Hoog/laag-constructies
pagina
48
7.9.3
Bijzondere mogelijkheden
pagina
48
7.10 Acceptatienormen
pagina
48
7.10.1 Medische acceptatie
pagina
48
Hoofdstuk 8
BeleggersHypotheek
pagina 49
8.1
Productbeschrijving
pagina
49
8.1.1 Algemeen
pagina
49
8.1.2
Beleggingsfondsen
pagina
49
8.2
Noordnederlands Effektenkantoor
pagina
49
8.2.1
Fondsenmozaïek
pagina
49
8.2.2
Rekenrendement
pagina
49
8.2.3
Inleg
pagina
49
8.2.4
Incassotraject
pagina
50
8.2.5 Starten bij Fondsenmozaïek
pagina
50
8.2.6 Switchen
pagina
50
8.2.7
Overzichten
pagina
50
8.2.8
Opnamemogelijkheid
pagina
50
8.2.9
Tegenrekening
pagina
51
8.2.10 Aflossen en extra aflossingen (boetevrij)
pagina
51
8.3 Aanvullende acceptatienormen
pagina
51
8.3.1
Inkomen uit vermogen
pagina
51
8.4
Bevoorschotting en risicoklassen
pagina
51
8.5
Risicoverzekering
pagina
51
8.5.1 Algemeen
pagina
51
8.6
Verpanding van de beleggingsrekening(en)
pagina
52
8.6.1
Eerste hoge storting ineens, géén vervolginleg
pagina
52
8.6.2
Eerste hoge storting én maandelijkse inleg
pagina
52
8.6.3
Inleg hoger dan noodzakelijk om de deellening af te lossen
pagina
52
Hoofdstuk 9
Spaar OK Hypotheek
pagina 53
9.1
Productbeschrijving
pagina
53
9.2 Aflosvormen
pagina
53
9.3
Verzekering
pagina
53
9.4
Rente
pagina
54
9.4.1
Rentevariant
pagina
54
9.4.2
Rentetarieven
pagina
54
9.5 Algemene voorwaarden
pagina
54
9.6 Afsluitvergoeding en bemiddelingsregeling
pagina
54
Hoofdstuk 10
Verkoopondersteuning
pagina 55
10.1 Algemeen
pagina
Bijlage I Bijlage II
pagina 56 pagina 57
Belangrijke internetadressen, telefoon- en faxnummers Woonqutes Nibud 2011 9
55
Hoofdstuk 1
Inleiding
De informatie in deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor het intermediair. De informatie is bedoeld om inzicht te verschaffen in de mogelijkheden die Hypotrust biedt en de algemene beleidslijnen die worden gehanteerd bij het verstrekken en begeleiden van hypothecaire geldleningen welke zijn afgestemd met de diverse geldverstrekkers van Hypotrust. Deze handleiding heeft een informatief karakter. Rechten kunnen uitsluitend worden ontleend aan uitgebrachte offertes. Hypotrust behoudt zich het recht voor, om mede namens haar geldverstrekkers, in voorkomende gevallen af te wijken van hetgeen is vermeld in deze handleiding. Deze versie geldt tot nader order en vervangt alle eerder uitgebrachte versies. Opzet van de handleiding Deze handleiding bevat gegevens die u nodig heeft voor de advisering en het afsluiten van een hypotheek via Hypotrust. De informatie is verdeeld over de hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Acceptatienormen 3. Hypotheekvormen 4. Renteproducten 5. Bankgarantie en overbruggingskrediet 6. Zeker Weten Hypotheek 7. SpaarToekomstHypotheek 8. BeleggersHypotheek 9. Spaar OK Hypotheek 10. Verkoopondersteuning Bijlagen Indien u vragen of opmerkingen heeft over deze handleiding kunt u contact opnemen met Hypotrust.
1.1
De Hypotrust-organisatie Hypotrust fungeert als schakel tussen het professionele intermediair en geldverstrekkers. Hypotrust verstrekt, administreert, distribueert en begeleidt hypotheken in opdracht van -en namens- geldverstrekkers: grote financiële instellingen in binnen- en buitenland. Hypotrust werkt uitsluitend voor rekening en risico van deze geldverstrekkers. Hypotrust treedt nimmer zelf op als geldverstrekker, verzekeraar of beleggingsinstelling. Hypotrust is een handelsnaam van Quion Hypotheekbemiddeling B.V. Hypotrust en de aan haar verbonden geldverstrekkers ondersteunen de gedragscode van het Contactorgaan Hypothecair Financiers.
1.2
De Hypotrust-hypotheek De Hypotrust-hypotheek kent een hoge mate van flexibiliteit. Uw klanten kunnen, bijvoorbeeld na de rentevastperiode, probleemloos overstappen naar een andere aflossingsvorm binnen het assortiment dat Hypotrust namens de geldverstrekkers aanbiedt. Maar ook naar een andere rentevastperiode, een kortere of langere looptijd, een nieuwe hypotheekvorm; het is een kwestie van eenvoudig wijzigen. Doorgaans zonder dat opnieuw hoge afsluitkosten verschuldigd zijn en vaak zonder dat er een notaris aan te pas hoeft te komen. Die flexibiliteit spreekt sterk tot de verbeelding van uw klanten. En dat geldt natuurlijk ook voor de concurerende tarieven. Zo biedt Hypotrust u een steeds groeiend aantal mogelijkheden om de ideale hypotheek samen te stellen voor uw klanten. Daarbij heeft u alle vrijheid in het combineren van ons hypotheekproduct en de naar uw mening best passende verzekering. De verzekering is immers het meest complexe onderdeel van de hypotheek. Het is ook de component, waarmee u tot in de details op de wensen van uw klant kunt ingaan. Het verzekeringsdeel van de hypotheek vereist daarom nauwkeurige bestudering en is bij uitstek het terrein van de hypotheekspecialist.
10
1.3
Voordelen voor de consument u
u u
u u u
1.4
Vrijheid van bankieren; de consument behoeft niet van bank te veranderen; Snelle offerte; door gebruik van HDN kan de klant zeer snel de beschikking krijgen over de gevraagde offerte; De lening kan worden meegenomen naar een volgende woning: dit is vooral van belang wanneer de verhuizing plaatsvindt in een periode waarin de marktrente hoger is dan de rente van het lopende contract; Vrijheid van keuze van de mee te verbinden levensverzekering; Bij verlenging kan de klant kiezen uit diverse rentevastperioden of rentecontracttermijnen; Scherpe rente altijd actueel te vinden op www.hypotrust.nl.
Voordelen voor het intermediair u De
lening wordt verzorgd door Hypotrust; het intermediair verzorgt de passende maatwerk levensverzekering; u Snelle levering van offerte; u Snelle levering van de offerte door aansluiting op HDN; u Samenwerken met een flexibele en marktgerichte partner; u Hypotrust is gespecialiseerd in hypotheken; u Een compleet en bewezen assortiment: - StandaardRentes van 1 maand tot en met 20 jaar vast; - Voordelige ProfijtRente van 1 jaar tot en met 20 jaar vast; - Extra voordelige Budgetrente van 1 tot en met 20 jaar. u Eenduidige hypotheekvoorwaarden en acceptatierichtlijnen; u Scherpe rente altijd actueel te vinden op www.hypotrust.nl en het Extranet (extranet.hypotrust.nl).
1.5 Afsluitvergoeding en bemiddelingsregeling Voor uw bemiddelingsvergoeding voor een Hypotrust-hypotheek heeft u de keuze uit: u bemiddelingshypotheek: kijk voor de actuele bemiddelingsvergoeding in de Hypotrust Bemiddelingsregeling; u zerohypotheek: u spreekt uw vergoeding zelf af met uw klant. U ontvangt geen bemiddelingsvergoeding. Uw klant betaalt bij de keuze bemiddelingshypotheek eenmalig e 195,- afsluitvergoeding, ongeacht het aantal deelleningen. Wanneer uw klant en u kiezen voor een zerohypotheek, dan vervalt de e 195,afsluitvergoeding. Deze regeling geldt vanaf 30 september 2010
1.6 Inducement/Passende provisie Naast het onderscheid tussen de wijze van uitbetaling van bemiddelingsprovisie over complexe en niet-complexe producten heeft de wetgever bepaald dat de beloning passend moet zijn ten opzichte van de geleverde werkzaamheden. Ontvangt u naast de bemiddelingsprovisie ook nog een beloning van de klant, dan wordt deze beloning meegenomen in de afweging of de totale beloning passend is ten opzichte van de geleverde inspanning. Daar u ook zelf verantwoordelijk bent voor het passende beloning beleid dient u rekening te houden met de totale beloning. Vanaf 1 juli 2011 maximaliseert Hypotrust de bemiddelingsprovisie. Hypotrust maakt in deze geen onderscheid tussen een complex en een niet-complex hypothecair product. Hypotrust betaalt nooit meer provisie dan e 6.000,- (e 7.500,- met bijverbanden).
11
Tabel signaalgrens maximale bemiddelingsprovisie per hypothecair product Productvormen
Bandbreedte leningen
Maximale bemiddelingsprovisie
1e Hypotheek; Meeneemregeling; Verhuisregeling; Doorgeefregeling. • 2e (en verdere) Hypotheek; • Onderhandse verhoging.
nvt
e 6.000,-
e 12.500,e 12.500,- - e 50.000,e 50.000,- - e 100.000,e 100.000,- >
e 750,e 1.250,e 2.000,- € e 3.000,-
nvt
e 2.000,-
• • • •
Overige wijzigingen, zoals ontslag hoofdelijkheid, omzetting etc.
12
Hoofdstuk 2 Acceptatienormen Hypotrust verstrekt, namens haar geldverstrekkers, zowel leningen met als zonder Nationale Hypotheek Garantie.
2.1 Gegarandeerde leningen Voor aanvragen met Nationale Hypotheek Garantie worden de voorwaarden en normen van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen gehanteerd. Hierbij mag niet uit het oog verloren worden, dat de verantwoordelijkheid van het op juiste wijze toepassen van deze voorwaarden en normen ten tijde van de introductie van de NHG bij de geldverstrekkers is neergelegd. Tevens menen wij dat de NHG niet als een „vergaarbak” voor minder goede aanvragen gebruikt mag worden. Dit houdt in dat als wij een aanvraag niet onder onze eigen voorwaarden willen verstrekken, de aanvraag niet automatisch onder NHG gehonoreerd zal worden. Deze gedachtegang kan inhouden dat wij op sommige acceptatietechnische onderdelen strenger ogen dan de voorwaarden van de NHG voorschrijven. Voorbeeld I: de maximale verstrekking op basis van het inkomen wordt verhoogd met een eerste hoge storting. In deze situatie zullen wij voor aktepassering om een stortingsbewijs van de eerste hoge storting vragen. Voorbeeld II: De voorwaarden en normen van de NHG spreken over het toestaan van herstelde of afgeloste achterstandsmeldingen, er worden echter geen beperkingen aan het aantal meldingen gesteld. In een dergelijke situatie zullen de normen van het acceptatiekader van Hypotrust een grote invloed hebben en zullen deze aanvragen strenger beoordeeld worden dan de normen van de NHG in eerste instantie lijken aan te geven. Behalve de borgtocht gesteld door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen (NHG), accepteert Hypotrust slechts bij hoge uitzondering een borgstelling als aanvullende zekerheid. Borgstelling door een natuurlijk persoon is niet acceptabel. Wel kan, in bepaalde situaties, een natuurlijk persoon zich als medehoofdelijk schuldenaar aan de hypotheek mee verbinden.
2.2 Gedragscode Hypothecaire Financieringen 2011 Zoals alle financiële instellingen in Nederland onderschrijft Hypotrust namens haar geldverstrekkers de Gedragscode Hypothecaire Financieringen 2011 (kortweg gedragscode). Door de maatregelen in de gedragscode willen de financiële instellingen overkreditering van de consumenten beperken. Zo is afgesproken dat alle hypothecair financiers de woonquotes zullen gebruiken die het NIBUD afgeeft (zie bijlage II), terwijl ook de toetsrente aangepast wordt. De opzet van de gedragscode is om zoveel mogelijk hypothecaire leningen te sluiten die voldoen aan de gedragscode. In zijn algemeenheid worden hypotheken met NHG beoordeeld op basis van de normering zoals deze is afgegeven door de Stichting Waarborgfonds Eigen Woning. Indien de normering vanuit de Gedragscode strenger is, zullen de normen zoals gesteld in de Gedragscode prevaleren boven de normen zoals deze zijn vastgesteld door de Stichting
2.3 Leningen zonder garantie Bij aanvragen voor leningen zonder garantie hanteert Hypotrust normen op onder andere het gebied van het onderpand, de aansprakelijkheid van de geldnemer, het inkomen en de financiële verplichtingen. In hoofdstuk 2 worden deze acceptatiecriteria nader uitgewerkt en verklaard. Tevens worden de door Hypotrust ondersteunde hypotheek- en rentevormen verklaard en nader toegelicht in de hoofdstukken 3 t/m 8. 2.3.1 Starterssubsidies Een Starterslening kan worden afgesloten, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan. Voor de voorwaarden van de Starterslening wordt verwezen naar de website van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten www.svn.nl
2.4 Algemeen De maximale financiering op onderpanden is de laagste van: 1. 104% van de marktwaarde + eventuele overdrachtsbelasting 2. 125% van de executiewaarde (tenzij anders is bepaald in deze acceptatienormen) De minimale hypotheeksom voor een eerste hypotheek is e 35.000,-. Voor een tweede hypotheek geldt een minimum van e 12.500,-. Een tweede hypotheek wordt via Hypotrust bij dezelfde geldverstrekker gesloten als de eerste hypotheek. De renteherzieningsdata van een eerste hypotheek en de vervolghypotheken dienen aan elkaar gelijk te zijn. Voor hypotheken met NHG geldt dat maximaal het bedrag dat mogelijk is conform de normen en toetsing Gedragscode 2011 verstrekt wordt. Bij het bepalen van het bevoorschottingspercentage wordt geen rekening gehouden met een eventueel premiedepot. Wel wordt de eerste hoge storting in de spaarverzekering in de berekening meegenomen.
13
Vervolgstortingen worden niet meegenomen. De maximale looptijd van een hypotheek bedraagt 30 jaar. De minimale aanvangsleeftijd van de geldnemer is 18 jaar. De maximale leeftijd is bij een leven- en bij een spaarhypotheek afhankelijk van de verzekeringsmaatschappij. Op de einddatum van de hypotheek dient de lening in principe afgelost te worden. Wanneer de geldverstrekker akkoord gaat met verlenging, kan de hypotheek doorlopen. Voor het verlengen van de looptijd is geen nieuwe hypotheekakte nodig.
2.5
Definities van “Marktwaarde” 1. De koopprijs van de woning zoals blijkt uit een schriftelijke door de consument en de verkoper(s) ondertekende koopovereenkomst, een akte van levering of een veilingakte; 2. De koop en/of aannemingssom zoals blijkt uit een schriftelijke koop- en/of aannemingsovereenkomst of uit een schriftelijke begroting van een bouwbedrijf, waar van toepassing vermeerderd met de waarde of koopprijs van de grond, de kosten van bouw, meerwerk, bouwrente en de af- en/of aansluiting op openbare nutsvoorzieningen (nieuwe definitie voor bepaling marktwaarde nieuwbouwwoningen); 3. De meest recente WOZ-waarde; 4. Een door de hypothecair financier ter zake deskundig geachte taxateur vastgestelde marktwaarde (eventueel na verbouw), blijkend uit een recent taxatierapport. De taxatie is gebaseerd op de waarde exclusief roerende zaken.
2.6 Aankoop woning Te hanteren Marktwaarde definitie Nieuwbouw: De marktwaarde wordt bepaald conform de executiewaardebepaling, echter zonder de vermenigvuldigingsfactor voor de vertaling van de vrije verkoopwaarde naar de executiewaarde (definitie 2 met restricties conform bestaande definitie executiewaardebepaling). Bestaande Bouw: Bij bestaande bouw wordt als marktwaarde het minimum aangehouden van de koopprijs (definitie 1) en de taxatiewaarde (definitie 4). Conform de aanvullende voorwaarden in het acceptatiekader kan met een opgave WOZ worden volstaan (definitie 3). De WOZ-waarde wordt dan gehanteerd als marktwaarde. Bestaande Verbouw: Bij bestaand verbouw wordt als marktwaarde aangehouden: de door de hypothecair financier ter zake deskundig geachte taxateur vastgestelde marktwaarde na verbouw, blijkend uit een recent taxatierapport. De taxatie is gebaseerd op de waarde exclusief roerende zaken (definitie 4). Maximaal verstrekkingspercentage Conform de Gedragscode dient het verstrekkingspercentage gemaximeerd te worden op 104% van de marktwaarde van de woning vermeerderd met overdrachtsbelasting. Maximaal aflossingsvrij Maximaal 50% van de marktwaarde van de woning zal aflossingsvrij geleend mogen worden. De bovenstaande criteria zijn tevens van toepassing op de meeneem- (verhoog), verhuis- (verhoog) en doorgeef- regelingen.
2.7 Oversluiting Te hanteren Marktwaarde definitie Bij oversluiting wordt de marktwaarde bepaald aan de hand van een taxatierapport, (definitie 4). Op verzoek van de klant kan worden gewerkt met een opgave van de WOZ-waarde. De bestaande regeling t.a.v. verstrekking op basis van WOZ-waarde blijft bestaan. Conform de aanvullende voorwaarden in het acceptatiekader kan met een opgave WOZ worden volstaan (definitie 3). De WOZ-waarde wordt dan gehanteerd als marktwaarde. Maximaal verstrekkingspercentage Conform de Gedragscode dient het verstrekkingspercentage gemaximeerd te worden op 104% van de marktwaarde (artikel 7). Er kan meer dan 104% van de marktwaarde worden verstrekt indien financiering is beperkt tot de huidige hypotheek + bijkomende kosten1. In dat geval wordt de verstrekking afgetopt op 125 % van de executiewaarde. 1
notariskosten, taxatiekosten, betaalde fee en verschuldigde vergoeding wegens vervroegde aflossing.
14
Maximaal aflossingsvrij Maximaal 50% van de marktwaarde van de woning zal aflossingsvrij geleend mogen worden.
2.8
Tweede Hypotheken en Verhogingen Te hanteren Marktwaarde definitie Bij een tweede hypotheek wordt de marktwaarde bepaald aan de hand van een taxatierapport waarin ook de executiewaarde is opgenomen (definitie 4). Conform de aanvullende voorwaarden in het acceptatiekader kan met een opgave WOZ worden volstaan (definitie 3). De WOZ-waarde wordt dan gehanteerd als marktwaarde. Maximaal verstrekkingspercentage Conform de Gedragscode dient het verstrekkingspercentage gemaximeerd te worden op 104% van de marktwaarde. Maximaal aflossingsvrij Geen toename van het bestaande aflossingsvrije bedrag boven de 50% marktwaarde van de woning. De verhoging kan alleen aflossingsvrij worden verstrekt indien het totale aflossingsvrije gedeelte (totale hypotheek) kleiner of gelijk is aan 50% van de marktwaarde van de woning.
2.9
Het onderpand Het onderpand moet voldoen aan de volgende eisen: u De vrije verkoopwaarde dient minimaal e 75.000,- te bedragen*); u Het moet uiterlijk op de datum van transport eigendom zijn van de geldnemer; u Het moet bestemd en geschikt zijn voor permanente bewoning door de geldnemer; u Het moet vrij zijn van huur; u Het moet liggen binnen Nederland. *) Voor panden met een vrije verkoopwaarde tot e 75.000,- geldt het volgende: Indien de vrije verkoopwaarde lager is dan e 75.000,- gelden voor gegarandeerde leningen de gebruikelijke NHG normen en voorwaarden. Indien een niet gegarandeerde lening wordt aangevraagd zal bij een vrije verkoopwaarde tussen de e 75.000,- en e 100.000,- een uitgebreide, individuele beoordeling plaatsvinden, waarbij de mogelijkheid bestaat dat er aanvullende informatie opgevraagd zal worden.
2.9.1 Acceptabele onderpanden u Appartementen;
u Eengezinswoningen; u Maisonnettes;
u Twee-onder-1-kapwoningen; u Herenhuizen; u Villa’s;
u Bungalows; u
(Woon)boerderijen zonder agrarische bestemming; waarbij de executiewaarde van het woongedeelte minimaal gelijk of hoger dan 50% van de totale executiewaarde is en het woongedeelte bestemd en geschikt is voor permanente eigen bewoning door de geldnemer. Er kan een renteopslag van 0,5% op de rente van toepassing zijn. De aard en de ligging van het onderpand maken onderdeel uit van de totale beoordeling van de aanvraag. u Woon/winkelpanden
2.9.2
Onacceptabele onderpanden De volgende onderpanden worden niet geaccepteerd: u Bedrijfspanden; u Vakantie- en recreatiewoningen; u Stacaravans en woonwagens; u Woonboten en vaartuigen; u Vliegtuigen; u Landelijke eigendommen; u Onderpanden met agrarische bestemming; u Verhuurd onroerend goed; u Beleggingspanden; u Zakelijke objecten; u Recht van opstal; u Coöperatieve flatexploitatieverenigingen; u Panden of woningen op een industrieterrein.
15
Niet toegestaan is: u Een hypotheek te vestigen op een onderpand dat alleen economisch eigendom is van de geldnemer, dan wel waarvan eerst het economisch eigendom wordt overgedragen en later het juridisch eigendom; u Een onderpand waarop het recht van vruchtgebruik rust, of waarop het recht van vruchtgebruik wordt geplaatst; u Een onderpand waarop een zakelijk recht van gebruik en bewoning rust; u Bloot eigendom; u Onderpanden in coöperatief eigendom; u Onderpanden in huurkoop; u Onderpanden met Maatschappelijk Gebonden Eigendom en alle varianten hierop worden niet in behandeling genomen onder Hypotrust voorwaarden. Vaak is verstrekking met NHG wel mogelijk. Onderstaande koopconstructies kunnen uitsluitend gefinancierd worden met NHG:
u Startersleningen; u Groninger
akte Maatschappelijk Gebonden Eigendom (MGE); Verantwoord Eigendom (MVE); u Koopgarant; u Koopcomfort; u Koopzeker; u Koop Goedkoop; u Kopen met Korting; u Slimmer Kopen (Trudo); u Betaalbaar Koopwoningsysteem (o.a. Zaanstad); u Beter Koop; u Wet Voorkeursrecht Gemeenten (WVG); u Koop Giesbers. Overige koopvormen dienen ter goedkeuring voorgelegd te worden. Indien aan de betreffende koopvorm goedkeuring is verleend, geldt dat verstrekking altijd plaats dient te vinden onder NHG voorwaarden. u Maatschappelijk
2.9.3 Erfpacht De looptijd van de lening mag in principe nooit langer zijn dan de duur van de erfpacht. Blijkt uit de koopakte, de (concept)transportakte of het taxatierapport niet dat de duur van het recht van erfpacht langer is dan de looptijd van de lening, dan moet de vestigingsakte van het recht van erfpacht worden overgelegd. Indien de gemeente bereid is te verklaren dat de erfpacht aan het einde van de looptijd zal worden verlengd, kan op basis van deze verklaring tot verstrekking worden besloten. Wanneer er sprake is van commerciële erfpacht dient de aanvraag te worden voorgelegd. Bij commerciële erfpacht is de grond eigendom van een commerciële instelling en niet van de gemeente zoals bij reguliere erfpacht het geval is. 2.9.4
Vereniging van Eigenaren (VvE) Het voeren van een actieve Vereniging van Eigenaren is verplicht. Daarnaast worden er eisen gesteld aan het onderhoudsfonds van de VvE. Actieve VvE en onderhoudsfonds Stand onderhoudsfonds Voorbehoud Op te vragen extra Besluit bescheiden Negatief, kleiner Onderhoud dient op alle punten Onderhoudsplan Akkoord dan € 0,- voldoende tot goed te zijn Negatief, kleiner dan € 0, Positief, groter of gelijk € 0,-
Onderhoud matig en/of slecht Geen
Niet akkoord
Onderhoud dient op alle punten Geen Akkoord voldoende tot goed te zijn
Positief, groter of Onderhoud matig en/of slecht. Onderhoudsplan, Akkoord gelijk € 0,- Onderhoudsplan dient overeen bouwkundig rapport te komen met direct en indirect noodzakelijk onderhoud bouwkundig rapport 16
2.9.5 Taxatierapport Behalve voor de in 2.9.5.1 genoemde voorwaarden moet te allen tijde een taxatierapport overgelegd worden dat voldoet aan onderstaande voorwaarden. De in het taxatierapport op te nemen gegevens moeten overeenstemmen met het modeltaxatierapport financiering woonruimte, vastgesteld door het Contactorgaan Hypothecair Financiers, LMV, NVM, RVT en VBO. Het taxatierapport dient te zijn opgemaakt door een persoon die: u is ingeschreven in de registers van de Stichting Vastgoed Cert, kamer Wonen/MKB, of de Stichting Certificering VBO-makelaars (VBO). De taxateur dient lid te zijn van één van de volgende brancheverenigingen: u de landelijke Makelaars Vereniging (LMV); u de Nederlandse Vereniging van Makelaars (NVM); u de Nederlandse Vereniging van Register Vastgoed Taxateurs (RVT); u de Vereniging Bemiddeling Onroerend Goed (VBO); u de Nederlandse Vereniging van Rentmeesters (NVR). 2.9.5.1 Voorwaarden Degene die het taxatierapport heeft opgemaakt, of het kantoor waar hij/zij werkt mag op geen enkele wijze betrokken zijn bij de (ver)kooptransactie of bij de financiering en dient het taxatierapport op te maken op basis van plaatselijke bekendheid. Ten aanzien van taxatierapporten gelden tevens de navolgende voorwaarden: u Onderpanden in de steden Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Groningen moeten getaxeerd worden door een taxateur uit de betreffende gemeente of door een taxateur uit een aangrenzende randgemeente; u In alle overige situaties geldt een maximale afstand tussen taxateur en het te taxeren onderpand van 15 kilometer (met uitzondering van de hierboven genoemde steden); u De correcte bevoegde instanties dienen in het kader van punt J1 geraadpleegd te zijn door de taxateur. Op www.bodemloket.nl is zichtbaar wie de bevoegde instantie is; Gemeente of Provincie. Wanneer de gemeente de bevoegde instantie is dienen er stukken van deze instantie bij de taxatie te zijn gevoegd. Wanneer de provincie de bevoegde instantie is biedt een uittreksel van www.bodemloket.nl voldoende informatie. Voor NHG aanvragen worden de normen van NHG gevolgd; u Het taxatierapport mag op datum van offreren niet ouder zijn dan 6 maanden. De taxatiekosten zijn voor rekening van geldnemer. In geval van een verbouwing van het onderpand moeten in het rapport zowel de waarde voor als na verbouwing van de vrije verkoopwaarde en de executiewaarde vermeld worden. Een aanvraag kan op grond van het taxatierapport worden afgewezen. Wanneer nieuwbouw in eigen beheer plaatsvindt, moet een taxatierapport worden overgelegd. Uitkering van de gelden gebeurt naar aanleiding van de originele bouwnota’s en/of een verklaring van de taxateur. 2.9.5.2 Insolventieverzekering Voor niet NHG aanvragen worden de normen van NHG gevolgd betreffende de insolventieverzekering. 2.9.6 Geen taxatierapport 2.9.6.1 Bestaande bouw Voor een financieringsaanvraag voor aankoop van een bestaande woning waarbij de verhouding tussen het hypotheekbedrag en de koopprijs 60% of minder is hoeft geen taxatierapport overgelegd te worden. De executiewaarde wordt bepaald op 85% van de koopprijs (exclusief roerende zaken); Voor een financieringsaanvraag voor het oversluiten van een huidige lening waarbij de verhouding tussen het hypotheekbedrag en de Beschikking WOZ 60 % of minder is, wordt met de beschikking WOZ genoegen genomen. De WOZ-waarde wordt gehanteerd als marktwaarde (definitie 3). Wij behouden ons het recht voor om toch een taxatierapport te vragen; In beide situaties dient er een recente foto van de voor- en achterzijde van de woning te worden aangeleverd. 2.9.6.2 Nieuwbouw Voor een financieringsaanvraag voor een nieuwbouwwoning hoeft geen taxatierapport overgelegd te worden. Voor nieuwbouw en zelfbouw geldt dat de betrokken aannemer/projectontwikkelaar lid dient te zijn van de Stichting Garantie Instituut Woningbouw (GIW) of van de Stichting BouwGarant. 17
De executiewaarde wordt als volgt bepaald: (koop- aanneemsom + meerwerk) x 90%. Bij de koopaanneemsom kan het volumevergrotende meerwerk opgeteld worden. Onder „volumevergrotend” meerwerk wordt verstaan een uitbouw van de nieuwbouwwoning, een garage, een serre of een dakkapel. Uiteraard dient dit meerwerk uitgevoerd te worden door een aannemer (bij voorkeur door dezelfde aannemer als degene die het gehele project verzorgd). Het overige meerwerk wordt volledig meegenomen ter bepaling van de executiewaarde, mits het bedrag niet meer is dan 20% van oorspronkelijke koopaanneemsom. De marktwaarde wordt bepaald conform definitie 2 = koop- aanneemsom + meerwerk. Bij de koopaanneemsom kan het volumevergrotende meerwerk opgeteld worden. Onder „volumevergrotend”‟meerwerk wordt verstaan een uitbouw van de nieuwbouwwoning, een garage, een serre of een dakkapel. Uiteraard dient dit meerwerk uitgevoerd te worden door een aannemer (bij voorkeur door dezelfde aannemer als degene die het gehele project verzorgd). Het overige meerwerk wordt volledig meegenomen ter bepaling van de executiewaarde, mits het bedrag niet meer is dan 20% van oorspronkelijke koopaanneemsom.
2.10 De geldnemer 2.10.1 Aansprakelijkheid van de geldnemer De geldnemer moet een natuurlijk persoon zijn, meerderjarig en/of handelingsbekwaam. Als er sprake is van een huwelijk in gemeenschap van goederen of van een geregistreerd partnerschap zonder registratie van voorwaarden, dan worden de aanvrager en zijn/haar partner beide hoofdelijk aansprakelijk. Als er sprake is van ongehuwd samenwonen of gehuwd zijn buiten gemeenschap van goederen of van een geregistreerd partnerschap met registratie van voorwaarden, kan na overleg met Hypotrust de hoofdelijke aansprakelijkheid van één van de partners vervallen, als de woning uitsluitend op naam van de geldnemer wordt gekocht. Beide partners zijn in ieder geval hoofdelijk aansprakelijk als beide inkomens nodig zijn om de gewenste lening te verkrijgen. 2.10.2 Nederlandse nationaliteit Aanvragers met de Nederlandse nationaliteit dienen een kopie van een geldig paspoort dan wel een kopie van een geldige Nederlandse of Europese identiteitskaart te overleggen. Originele identiteitsbewijzen dienen door de tussenpersoon te worden gecontroleerd en de kopie dient door de tussenpersoon voor gezien ondertekend te zijn. 2.10.3 Niet - Nederlandse nationaliteit Ten aanzien van een aanvrager met een niet Nederlandse nationaliteit gelden de onderstaande voorwaarden: u Heeft de aanvrager de Zwitserse nationaliteit of de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie of de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte dan behoeft geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd overlegd te worden. Uiteraard dient legitimatie door middel van een geldig paspoort of een geldige Europese Identiteitskaart te gebeuren. u Onderdanen uit de overige landen dienen, naast geldige identiteitspapieren, een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd te overleggen. Indien er geen verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd is, dan kan de zaak worden voorgelegd aan de geldverstrekker. De geldverstrekker kan aanvullende voorwaarden stellen. Als aan de bovenstaande voorwaarden van de verblijfsdocumenten voor niet Nederlandse nationaliteiten is voldaan, kan het huidige inkomen van de aanvrager meegenomen worden ter bepaling van het toetsinkomen. De aanvrager moet aantonen dat hij/zij de laatste 3 jaar een bestendig inkomen heeft genoten. Dit kan aangetoond worden door overlegging van (bijvoorbeeld) jaaropgaven van de laatste 3 jaar.
2.11 Inkomensbestanddelen 2.11.1 Bruto salaris Hierbij dient te worden uitgegaan van het maandsalaris of het salaris per vier weken. Dit inkomen wordt gecontroleerd aan de hand van een werkgeversverklaring en een salarisstrook, en eventueel een arbeidsovereenkomst of een aanstellingsbrief. Bij een dienstverband korter dan 1 jaar zal altijd een arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief worden opgevraagd. De werkgeversverklaring mag maximaal 3 maanden oud zijn en de salarisstrook mag maximaal 2 maanden oud zijn. 2.11.2 Vakantietoeslag De vakantietoeslag wordt volledig meegerekend. Bestaat het vakantiegeld uit vakantiebonnen dan kan 75% van de opgebouwde waarde van de vakantiebonnen als vakantietoeslag beschouwd worden.
18
2.11.3 13e en 14e maand De 13e of 14e maand dient vast te zijn en mag daarom niet resultaatafhankelijk zijn. Dit moet blijken uit de te overleggen werkgeversverklaring. 2.11.4 Pensioen- of VUT-uitkering Het pensioen of de VUT-uitkering dient te worden aangetoond door opgave van de uitkeringsinstantie. Als de aanvrager ouder is dan 55 jaar zal ook om opgave van het toekomstige pensioeninkomen worden gevraagd. Tijdens de beoordeling van de ontvangen stukken wordt met dit inkomen rekening gehouden. 2.11.5 Netto winst uit zelfstandig beroep of bedrijf (zelfstandigen) Ter bepaling van het inkomen uit zelfstandig beroep of bedrijf dienen de jaarcijfers en de ingediende aangiften van de afgelopen 3 jaar overgelegd te worden. Uit de jaarcijfers dient te blijken dat de solvabiliteit en de liquiditeit van het bedrijf op orde zijn. Als de geldnemer een bedrijf heeft waarbij er sprake is van een negatief eigen vermogen zal de aanvraag niet gehonoreerd worden. Aanvragen voor zelfstandigen, waarbij geen jaarcijfers van de afgelopen 3 jaar kunnen worden overgelegd, worden niet in behandeling genomen. Tevens geldt een maximale bevoorschotting van 100% van de executiewaarde. Het toetsinkomen van de zelfstandig ondernemer wordt vastgesteld middels een gewogen gemiddelde bere¬kening: ( 1x inkomen 2 jaar oud + 2x inkomen 1 jaar oud + 3x inkomen afgelopen jaar) / 6. Bij deze berekeningswijze weegt het laatste jaar het zwaarst. Er zal op voorhand een offerte uitgebracht worden, waarbij ervan uitgegaan wordt dat de te overleggen jaarcijfers het gevraagde bedrag rechtvaardigen. Valt de beoordeling van de jaarcijfers na ontvangst van de getekende offerte en de te overleggen stukken alsnog negatief uit, dan wordt de aanvraag alsnog afgewezen. Naast de financiële beoordeling van de aanvraag, is ook de sector waarin de aanvrager zijn of haar beroep uitoefent van belang. Aanvragen van horecaondernemers in de ruimste zin van het woord zullen niet gehonoreerd worden. Vrije beroepsbeoefenaren zoals artsen en notarissen kunnen aanvragen indienen tot een maximum van 125% executiewaarde of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting). 2.11.6 Provisie Het al dan niet meenemen van de provisie-inkomsten is individueel te beoordelen. Algemeen kan worden uitgegaan van 85% van het gemiddelde van de laatste drie jaren. Bij (vaste) dienstverbanden korter dan 1 jaar wordt 50% van de aantoonbare provisie meegenomen ter bepaling van het toetsinkomen. 2.11.7 Eindejaarsuitkering Een eindejaarsuitkering kan worden meegenomen mits deze vast is. 2.11.8 Onregelmatigheidstoeslagen Onregelmatigheidstoeslagen (en ook ploegentoeslagen) zijn beroepsafhankelijke inkomensbestanddelen en kunnen, mits aangetoond via een salarisstrook of een werkgeversverklaring, volledig meegenomen worden ter bepaling van het toetsinkomen. 2.11.9 Overwerk Het overwerk kan voor 100% worden meegenomen, mits u het overwerk niet meer bedraagt dan 35% van het bruto jaarinkomen (gebaseerd op 12 x het maandsalaris of 13 x het salaris per vier weken) en u het overwerk aangetoond kan worden over de afgelopen 2 jaar en u aanvrager een beroep uitoefent dat behoort tot de volgende beroepsgroepen: u Beveiliging; u Vervoer; u Zorg; u Horeca; u Technische beroepen; u Bouw; u Productie. 2.11.10 Sociale uitkeringen Met ingang van 2006 is de WAO vervangen door de WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). De WIA kent 2 uitkeringsmogelijkheden: u een WGA uitkering (regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) en u een IVA uitkering (regeling Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten).
19
WIA De WGA-uitkering kan nooit meegenomen worden ter bepaling van het toetsinkomen. De IVA uitkering mag volledig meegenomen worden ter bepaling van het toetsinkomen. Een IVA uitkering is maximaal 70% van het laatst verdiende loon (met een maximum van 70% van het dagloon). Ter verhoging van het toetsinkomen kunnen uitkeringen uit hoofde van verzekeringen voor arbeidsongeschiktheid meegenomen worden. Uiteraard dient zowel van de IVA uitkering als van de uitkering van een verzekering een toekenningsbesluit of een ander document, waaruit de bestendigheid van uitkering blijkt, overgelegd te worden. WAO Onder bepaalde voorwaarden kan het zijn dat de WAO nog van toepassing is. Tijdelijke uitkering Als niet blijvende uitkering wordt beschouwd een arbeidsongeschiktheidsuitkering van iemand die op grond van de wetswijziging wordt herbeoordeeld. Dit betreft arbeidsongeschikten die zijn geboren na 1 juli 1954. Deze uitkering wordt niet meegenomen ter bepaling van het toetsinkomen. Blijvende uitkering Als blijvende arbeidsongeschiktheidsuitkering mogen worden beschouwd: 1. De uitkering van iemand die op 1 juli 2004 een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontving en geboren is voorof op 1 juli 1954. Deze uitkering wordt volledig meegenomen ter bepaling van het toetsinkomen. 2. De uitkering van iemand, geboren na 1 juli 1954, die bij eerdere herbeoordelingoperaties is ontzien enwiens arbeidsongeschiktheid niet wordt beoordeeld. Deze uitkering wordt volledig meegenomen ter bepaling van het toetsinkomen. 3. De uitkering die is vastgesteld na beoordeling of herbeoordeling op basis van het per 1 oktober 2004 gewijzigd Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten. Deze uitkering wordt voor 50% meegenomenter bepaling van het toetsinkomen. 2.11.11 Werkloosheidswet (WW) Met inkomen uit de Werkloosheidswet wordt in principe geen rekening gehouden. 2.11.12 Alimentatie Bij de bepaling van het toetsinkomen wordt rekening gehouden met alimentatieverplichtingen voor een ex-partner. De brutolasten van de alimentatie worden in mindering gebracht op het totale bruto inkomen. De alimentatie-inkomsten kunnen worden meegenomen ter bepaling van het inkomen zolang de alimentatie inkomsten van toepassing zijn. Met de alimentatieverplichtingen ten laste van of alimentatie-inkomsten ten behoeve van kinderen wordt geen rekening gehouden. Om de alimentatieverplichtingen of -inkomsten te kunnen beoordelen dienen de echtscheidingsstukken overgelegd worden. Indien van toepassing worden hieronder verstaan het echtscheidingsconvenant, het echtscheidingsvonnis, een bewijs van inschrijving van de echtscheiding in de Burgerlijke Stand en indien van toepassing een (concept)akte van levering. 2.11.13 VEB-toelage Een VEB-toelage kan, mits aangetoond via een salarisstrook en/of een werkgeversverklaring, volledig meegenomen worden ter bepaling van het toetsinkomen. 2.11.14 Inkomen in buitenland Zie 2.14.8 Buitenlands inkomen 2.11.15 Toekomstige inkomensstijging Onvoorwaardelijke toekomstige inkomensstijgingen binnen 6 maanden kunnen worden meegenomen voor het bepalen van de maximale leencapaciteit. Er dient een opgave van de inkomensstijging overlegd te worden met een getekende verklaring van de werkgever, alsmede een kopie van de arbeidsovereenkomst.
2.12 Dienstverband 2.12.1 Beoordeling van het inkomen De inkomsten dienen een continu karakter te hebben. Dit betekent onder andere dat salarisbetalingen per kas niet geaccepteerd worden en dat er sprake moet zijn van een vast dienstverband na de proeftijd. Aktepassering kan pas plaatsvinden als de proeftijd met goed gevolg is doorlopen en dit door de werkgever is bevestigd. Indien het waarschijnlijk is dat het inkomen in de toekomst zal dalen, bijvoorbeeld bij pensionering, wordt hiermee bij de beoordeling rekening gehouden. Het inkomen dient te worden aangetoond door middel van inkomensbescheiden, zoals onder andere een werkgeversverklaring en een salarisstrook en eventueel een arbeidsovereenkomst of aanstellingsbrief. De werkgeversverklaring dient door de daar-
20
voor bevoegde werknemer van de werkgever ingevuld en ondertekend te worden. Indien er aanleiding toe bestaat, kan contact met de werkgever worden opgenomen. 2.12.2 Tijdelijke contracten (met intentieverklaring) Als de geldnemer een dienstverband voor bepaalde tijd heeft, dan moet dit blijken uit de werkgeversverklaring en de te overleggen arbeidsovereenkomst. Het tijdelijke dienstverband mag niet opgevolgd worden door wederom een tijdelijk contract maar alleen door een vaste aanstelling. De werkgever dient te verklaren dat het tijdelijke contract bij gelijkblijvend functioneren en ongewijzigde bedrijfsomstandigheden wordt omgezet in een vast dienstverband voor onbepaalde tijd. Is dit zo dan wordt het inkomen van die aanvrager volledig meegenomen, mits de intentieverklaring is afgegeven drie maanden na indiensttreding. 2.12.3 Flexwerkers/uitzendkrachten en jaarcontracten (zonder intentieverklaring) Heeft de hoofdaanvrager een tijdelijk dienstverband en wil of kan de werkgever geen intentie verklaring afgegeven, dan wordt 80% van het gemiddelde inkomen van de laatste drie kalenderjaren meegenomen. Schematisch ziet dit er als volgt uit: Het gemiddelde inkomen heeft een maximum van het huidige inkomen. Het inkomen dient te worden aangetoond door overlegging van jaaropgaven en een werkgeversverklaring van de huidige werkgever. Inkomen Hoofdaanvrager
Inkomen Partner
meeting inkomen Hoofdaanvrager
meeting inkomen Partner
maximale verstrekking
Flex
Geen
80%
-
125% of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting)
vast
Flex
100%
100%
125% of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting)
‘vast’ met intentieverklaring
Flex
100%
80%
125% of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting)
Flex
Flex
80%
80%
125% of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting)
Het gemiddelde inkomen heeft een maximum van het huidige inkomen. Het inkomen dient te worden aangetoond door overlegging van jaaropgaven en een werkgeversverklaring van de huidige werkgever. 2.12.4 Inkomen uit vermogen Met ingang van 1 augustus 2011 is de nieuwe gedragscode van kracht. In artikel 6, lid 2 staat dat ter verhoging van de leencapaciteit rekening gehouden kan worden met inkomsten uit vermogen. De inkomsten uit vermogen moeten vrij ter beschikking staan van de cliënt, hetgeen inhoudt dat de vermogensbron niet mag worden aangetast. Voor het bepalen van vrij voor de cliënt beschikbare inkomsten uit vermogen zal Hypotrust uitgaan van het door het Contactorgaan Hypothecair Financiers vastgestelde percentage. Daar deze inkomsten vaak een individueel karakter hebben, zullen dergelijke aanvragen apart beoordeeld worden. 2.12.5 Verhoging leencapaciteit De toekomstige vrij voor de consument beschikbare inkomsten uit vermogen kunnen worden meegenomen indien die redelijkerwijs te verwachten zijn. De hoogte van het percentage voor deze inkomsten uit vermogen wordt door het CHF vastgesteld per 1 januari van elk jaar en tijdig medegedeeld via een circulaire. Het percentage voor 2011 is vastgesteld op 3% van de waarde van het vermogen en tot op heden niet gewijzigd. Voorbeeld: Als de consument dus een vermogen zou hebben van e 100.000,-, mag hij voor de bepaling van de leencapaciteit e 3.000,- op jaarbasis meetellen als toekomstig inkomen. Bij Hypotrust geldt een minimale ondergrens voor het aanwezige vermogen van e 100.000,-.
21
2.13 Financiële verplichtingen 2.13.1 BKR-toetsing Ten tijde van de beoordeling van een aanvraag voor een hypotheek vindt altijd een toetsing plaats bij het Bureau Krediet Registratie. In het kader van de privacy wetgeving is de tussenpersoon gehouden de geldnemer ervan op de hoogte te stellen dat er een BKR-toetsing uitgevoerd zal worden. Uit deze toetsing blijken mogelijke financiële verplichtingen uit hoofde van aflopende kredieten, doorlopende kredieten en/ of andere consumptieve kredieten. Het resultaat hiervan wordt meegenomen in de uiteindelijke beoordeling van de aanvraag. Lasten die voortvloeien uit financiële verplichtingen worden in mindering gebracht op de maximaal toegestane woonlast. Voor het bepalen van de maandlast van doorlopende kredieten, waaronder ook een creditcard of een winkelpas vallen, wordt uitgegaan van 2% van de bij het BKR geregistreerde kredietlimiet. De lasten van een aflopend krediet dienen te worden berekend op basis van (minimaal) 2% van de oorspronkelijke kredietsom. Er is geen sprake van een drempelbedrag. Indien uit het dossier blijkt dat de werkelijke last van een krediet hoger ligt dan 2%, dan wordt de hogere last meegenomen. De lasten worden buiten beschouwing gelaten indien consumptief krediet voor het passeren uit eigen middelen wordt afgelost. Dit dient aangetoond te worden door middel van een brief van de krediet verstrekker of een BKR toets waarin de aflossing is verwerkt. 2.13.2 Betalingsmoraliteit Een BKR-toetsing geeft een belangrijk beeld van het betalings- en leengedrag van de geldnemer. Er worden geen leningen verstrekt aan aanvragers geregistreerd met: u Een schuldregeling (waaronder de kredietsoorten saneringskrediet en schuldbemiddeling vallen), al dan niet met achterstandscodering en/of al dan niet afgelost; u Een nog niet afgelost krediet met een al dan niet herstelde achterstandsmelding; u Een hypotheek (indien geregistreerd is dat altijd in combinatie met een achterstandscodering); u Een reeds afgelost krediet met een achterstandscodering, waarbij de herstelmelding op de achterstand minder dan 24 maanden geleden geregistreerd is. Als de aanvragers één reeds afgelost krediet met achterstandsmelding hebben en een herstelcode en het krediet is langer dan 24 maanden geleden afgemeld, kunnen zij een door hen opgestelde en ondertekende verklaring overleggen waarin zij het ontstaan en de afloop van de betalingsproblemen verklaren. Deze verklaring zal door Hypotrust beoordeeld worden. Hypotrust behoudt zich alsnog het recht voor de aanvraag af te wijzen. Tevens zullen aanvragers met meer dan 6 geregistreerde kredieten (al dan niet afgelost) nader beoordeeld worden op het leengedrag, bijvoorbeeld op het oversluiten van kredieten, waarbij de limieten verhoogd worden.
2.14 Beoordeling 2.14.1 Algemeen Een aanvraag wordt beoordeeld aan de hand van de afspraken die Hypotrust met de geldverstrekkers heeft gemaakt en die in deze handleiding zo goed mogelijk verwoord zijn. Het kan zijn dat een aanvraag bij een geldverstrekker voorgelegd moet worden omdat deze buiten onze volmacht valt. Een dergelijke aanvraag zal langer duren dan gebruikelijk en er zal meer informatie opgevraagd worden. Als na beoordeling van een aanvraag blijkt dat wij genoodzaakt zijn de aanvraag af te wijzen, ontvangt u van ons een schriftelijke, gemotiveerde afwijzingsbrief. 2.14.2 Rente De aanvragers(s) heeft (hebben) recht op de rente van de dag dat de aanvraag ons bereikt. Rentewijzigingen worden gecommuniceerd via de HypoRente en het Extranet. Rentekortingen worden niet gegeven. Bij wijze van uitzondering kan, na overleg met de geldverstrekker, een disagio gevraagd worden. Terzake een disagio geldt dat het bedrag van de disagio ten tijde van de passeerdatum ingehouden wordt. 2.14.3 Toetsingsmethode Met ingang van 1 augustus 2011 is een nieuwe gedragscode van kracht. De belangrijkste wijziging betreft artikel 6 van de gedragscode, in dit artikel wordt de leencapaciteit bepaald. De maximale leensom wordt vastgesteld op basis van de normen volgens de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF).
22
Bij het berekenen van de maximale hypotheek wordt uitgegaan van de Gedragscode Hypothecaire Financiering, zoals deze sinds 1 januari 2007 geldt (hierna; “de Code”). Ingeval van een NHG-aanvraag wordt uiteraard de NHG-toets uitgevoerd. De inkomenstoets voldoet aan de gedragscode, dat wil zeggen er vindt een berekening plaats op basis van de door het NIBUD vastgestelde woonquotes (zie bijlage II) en de toetsrente zoals deze voorgeschreven wordt (zie hoofdstuk 2.14.5). Er wordt uitgegaan van een 30-jarige annuïteitenlening. Het totale bruto toetsinkomen wordt vermenigvuldigd met de woonquote. De hieruit voortvloeiende toegestane woonlast wordt verminderd met de erfpacht op jaarbasis (indien van toepassing) en de financiële verplichtingen op jaarbasis. 2.14.4 Consumptieve (deel) financiering De aanvrager dient bij de aanvraag op te geven het deel van de lening waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is. Indien sprake is van een leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt de financieringslast die voortvloeit uit dit leningdeel berekend op basis van de volgende formule: (Ann * K) *F F – (1,5 * R + 1,5% - punt) Waarbij geldt: Ann = annuïteitenfactor (=1:anp) met een betaling maandelijks achteraf en met de toetsrente zoals vermeld in hoofdstuk 2.14.5 K = de hoofdsom van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is F = financieringslastpercentage (woonquote) R = toetsrente De aldus berekende financieringslast van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is, wordt in mindering gebracht op de bij het inkomen behorende toegestane financieringslast. De maximale lening is in dit geval de lening die wordt berekend op basis van de resterende toegestane financieringslast, vermeerderd met de hoofdsom van het leningdeel waarvan de rente niet fiscaal aftrekbaar is. 2.14.5 Toetsrente Door het van kracht worden van de nieuwe gedragscode per 1 augustus 2011 is de toetsrente als volgt vastgesteld: Indien de gewenste rentevastperiode korter is dan tien jaar, dan geldt de door het contactorgaan hypothecair financiers vastgestelde toetsrente met een minimum van de werkelijke rente. Bij een rentevaste periode van tien jaar of langer wordt de bij die rentevastperiode behorende rente gehanteerd. Bij de bepaling van de leencapaciteit wordt ongeacht de gekozen rentevastperiode uitgegaan van tenminste de lasten behorende bij een 30-jarige annuïtaire lening. 2.14.6 Tweeverdienerbeleid De inkomens worden bij elkaar opgeteld en de woonquote die behoort bij het hoogste inkomen is van toepassing op het gezamenlijke inkomen. De overlijdensrisicoverzekering dient zodanig afgesloten te worden, dat bij overlijden van één van de geldnemers de overblijvende partner de lasten van het restant hypotheekbedrag kan opbrengen. 2.14.7 Woonquotes De woonquotes zoals jaarlijks door het NIBUD in opdracht van het Contactorgaan Hypothecair Financiers vastgesteld worden gehanteerd. In Bijlage I en Bijlage II zijn de woonquote tabellen 2011 opgenomen. 2.14.8 Buitenlands inkomen Indien de debiteur of – bij twee inkomens – beide debiteuren in het buitenland belastingplichtig is / zijn, is het toegestane woonlastpercentage 20%. Dit geldt niet als aangetoond wordt dat door de fiscale aftrekbaarheid van de hypotheekrente belastingvoordeel ontstaat. Als bij tweeverdieners één van beiden in Nederland belastingplichtig is, wordt op dat betreffende inkomen de reguliere woonquote toegepast.
2.15 Beoordeling huidige hypothecaire schuld Hypotrust hanteert als uitgangspunt dat de lening op de huidige woning is of wordt afgelost op het moment van passeren van de nieuwe hypotheekakte. Hierop zijn enkele uitzonderingen mogelijk: u wanneer de lasten van beide leningen binnen de normen vallen mag de lopende lening binnen een jaar na passeren van de nieuwe lening worden afgelost; u wanneer de lasten van beide leningen niet binnen de normen vallen, maar de aanvrager een koopcontract van de ‘oude’ woning zonder ontbindende voorwaarden kan overleggen waarin een uiterste overdrachtsdatum wordt genoemd. Hierbij zijn twee situaties te onderscheiden:
23
- het nieuwe pand is een nieuwbouwwoning: de lening op het oude pand moet uiterlijk zes maanden na de oplevering van de nieuwe woning zijn afgelost; - het nieuwe pand is een bestaande woning: de lening op het oude pand moet uiterlijk zes maanden na het passeren van de nieuwe lening zijn afgelost. u wanneer sprake is van overwaarde in de oude woning, die wordt benut voor financiering van de nieuwe woning en die wordt voorgefinancierd door middel van een door Hypotrust verstrekt overbruggingskrediet, gelden ten aanzien van de maximale termijnen van verkoop van de oude woning de voorwaarden verbonden aan het overbruggingskrediet. Als er geen voorlopig koopcontract aanwezig is, moet worden aangetoond dat de aanvrager over voldoende financiële reserves beschikt om tijdelijk de lasten van beide leningen te dragen. In ieder geval moet een verklaring van de verkopend makelaar overgelegd worden. In deze verklaring dienen te zijn opgenomen de verwachte verkoopopbrengst, de verwachte verkooptermijn en de vraagprijs. Daarnaast is een bewijs noodzakelijk van de restantschuld van de lopende lening en de lasten die hieruit voortkomen. Zie ook hoofdstuk 5.2 Overbruggingskrediet.
2.16 Geldigheidstermijnen van de offerte Samen met de offerte worden de van toepassing zijnde clausulebladen en het EGI (Europees Gestandaardiseerd Informatieblad) meegestuurd. 2.16.1 Acceptatietermijn uitgebrachte offerte De acceptatietermijn van de uitgebrachte offerte is 3 weken. Geaccepteerde offertes die buiten de acceptatietermijn worden ontvangen, worden indien de rente is gestegen uitsluitend tegen de hogere rente geaccepteerd. Is de rente ongewijzigd, dan kan de offerte eventueel verlengd worden. 2.16.2 Geldigheid offerte Een geaccepteerde offerte is 3 maanden geldig, gerekend vanaf de eerste offertedatum. Daarna kan de geldigheidsduur met 3 maanden worden verlengd tegen betaling van bereidstellingsprovisie. Het verlengen gebeurt automatisch. De bereidstellingsprovisie bedraagt 0,25% per (gedeeltelijke) maand over de hoofdsom van de lening. Deze bereidstellingsprovisie wordt alleen in rekening gebracht als de rente van soortgelijke leningen op de datum van passeren (de dagrente) hoger is dan de geoffreerde rente. Renteverhogingen hebben geen invloed op offertes die binnen de acceptatietermijn door de geldnemer zijn geaccepteerd. Indien op de passeerdatum de rente die de geldverstrekker voor soortgelijke nieuw te verstrekken leningen hanteert lager is dan de in de offerte genoemde rente, wordt de lagere rente automatisch verwerkt in de hypotheekakte. Nadat het dossier finaal akkoord gegeven is kan de notaris de passeerdatum doorgeven via het formulier dat samen met de akte is toegezonden. De passeerdatum moet minimaal 3 werkdagen voor de daadwerkelijke datum zijn doorgegeven. Is er (tevens) sprake van een overbrugging (de eigen middelen die in de huidige woning zitten) is de volgorde van inbreng van middelen: eigen middelen, daarna de overbruggingsgelden en als laatste de hypotheekgelden. 2.16.3 Dagrente Op de passeerdatum wordt gekeken welke rente de laagste is: de dagrente of de geoffreerde rente. Het laagste rentepercentage zal opgenomen worden in de hypotheekakte. Dit geldt niet bij de Profijtclausule en Budgetclausule. 2.16.4 Geldigheid offerte met ProfijtRente Bij de Profijtclausule geldt een afwijkende geldigheid van de offerte. Zie hiervoor hoofdstuk 4.2 ProfijtRente. 2.16.5 Geldigheid offerte met BudgetRente Bij de Budgetclausule geldt een afwijkende geldigheid van de offerte. Zie hiervoor hoofdstuk 4.3 BudgetRente.
2.17 Bouwdepot Wanneer bij het passeren van de hypotheekakte het onderpand nog (deels) gebouwd of verbouwd moet worden, houdt Hypotrust de nog niet opgenomen gelden in bouwdepot. De rentevergoeding over het bouwdepot is gelijk aan de te betalen hypotheekrente. Het is mogelijk om bij nieuwbouw de hypotheekrente die betaald moet worden gedurende de bouw mee te financieren en te betalen uit het bouwdepot. Bij een spaarhypotheek in combinatie met een bouwdepot zal de geldnemer wel de verzekeringspremie moeten voldoen.
24
Bij een bouwdepot in geval van nieuwbouw is de maximale duur van het depot achttien maanden. Bij een bouwdepot voor verbouw is de maximale looptijd negen maanden. Zowel bij nieuwbouw als bij bestaande bouw kan de looptijd verlengd worden met zes maanden. Er wordt dan echter geen rentevergoeding meer gegeven over het uitstaande saldo. Indien er bij bestaande bouw sprake is van een verbouwing en er wordt geen bouwdepot aangehouden, geldt dat voor het bepalen van de risicoklasse de executiewaarde voor verbouwing van toepassing is. Indien wel een bouwdepot wordt aangehouden, wordt gerekend met de executiewaarde na verbouwing. Na passeren van de hypotheekakte ontvangt de klant een instructie over de uitbetaling van het bouwdepot.
2.18 Verzekeringen 2.18.1 Schadeverzekering De geldnemer is vrij in de keuze van de (verplichte) opstalverzekering, mits het gaat om een uitgebreide opstalverzekering, gesloten bij een verzekeringsmaatschappij die is ingeschreven in het register in het kader van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf van De Nederlandse Bank (www.dnb.nl). 2.18.2 Risicoverzekering Wanneer er sprake is van een lening boven de koopsom, is de geldnemer verplicht om voor het gedeelte boven 90% van de executiewaarde een overlijdensrisicoverzekering aan de geldverstrekker te verpanden. Dit minimumbedrag geldt voor iedere hypotheekvorm. Bij een combinatiehypotheek wordt voor de hoogte van de overlijdensrisicoverzekering uitgegaan van de totale lening minus 90% van de executiewaarde. Indien er een tweeverdienershypotheek wordt gesloten dient er op beide levens voldoende overlijdensdekking te worden gesloten om de lasten, bij het wegvallen van één van de aanvragers, te kunnen dragen. In geval van oversluiten is er bij een financiering boven de vrije verkoopwaarde tevens een verplichting tot het sluiten van een overlijdensrisicoverzekering. 2.18.3 Woonlastenbeschermingsverzekering Een woonlastenbeschermingsverzekering keert meestal uit als de geldnemer in de WIA komt of werkloos wordt. Een woonlastenbeschermingsverzekering kan bij iedere Hypotrust-hypotheek worden afgesloten zowel met als zonder Nationale Hypotheek Garantie. Door Hypotrust worden de volgende woonlastenbeschermers geaccepteerd: u Productnaam Inkomensverzekeraar; u Hyprotect GE Financial Insurance Nederland; u Hypotheek Opvang Polis Cardif Nederland; u Hypotheek Protector Lloyd’s; u Inkomensverzekering London General Insurance Company Limited; u Inkomensverzekering De Goudse Schadeverzekering N.V.; u Inkomensverzekering Fortis ASR Schadeverzekering N.V.; u Falcon Woonlasten AOV NV Amersfoortse Levensverzekering Maatschappij; u Inkomensverzekering Aon Warranty Group; u T@F Maandlastenbeschermer Genworth Financial; u De Allianzwooninkomstenverzekering Allianz; u Inkomensverzekering Ge Financial/ Hyprotect; u Innofin Hypotheekbescherming Bovemij; u Woonfonds woonlastenbescherming AWG; u Waerdevol woonlastenverzekering Bovemij. Aanvullende Acceptatiecriteria u Als er sprake is van een woonlastenbeschermingsverzekering met een éénmalige storting dan gelden de volgende aanvullende acceptatiecriteria; u maximale verstrekking 125% van de executiewaarde of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting); u alleen dat deel van de storting voor de inkomensverzekering boven € 4.750,- wordt als extra lasten meegenomen bij het bepalen van de maximale leencapaciteit. Voorwaarde is dat Hypotrust de koopsom overmaakt naar de verzekeraar. Dit gebeurt bij passeren van de hypotheekakte. Na ontvangst van de ingeschreven akte. Als de geldnemer de gelden zelf wenst over te maken, kan dat. Echter voor het passeren van de hypotheekakte dient Hypotrust in het bezit te zijn van een verklaring van de verzekeraar dat de gelden zijn ontvangen.
2.19 Na aktepassering Opname gelden zonder tussenkomst notaris Ten tijde van vestiging van de eerste hypotheek is het mogelijk voor een hoger bedrag in te schrijven dan voor het leningsbedrag. Op het door de consumenten gewenste moment is het mogelijk om zonder tussenkomst van de notaris deze gelden op te nemen. 25
Opname (met een minimum van € 12.500,-) binnen de verhoogde inschrijving kan geschieden na goedkeuring door Hypotrust. Beoordeling vindt plaats aan de hand van de dan geldende acceptatiecriteria en rentecondities. De mogelijkheid afgeloste bedragen weer op te nemen wordt behandeld alsof sprake is van een nieuwe hypotheekaanvraag. Het feit dat er een verhoogde inschrijving is houdt niet automatisch een accordering in van de opname. Voor het opnieuw opgenomen deel van de lening kan een andere aflossingsvorm binnen het assortiment van Hypotrust worden gekozen. De afsluitprovisie die de geldnemer verschuldigd is, bedraagt 1% van de heropname, met een minimum van € 275,-. Het is mogelijk, onder voorwaarden, verschillende renteproducten te combineren (zie hoofdstuk 4 Renteproducten).
2.20 Aflossen Extra aflossingen dienen minimaal € 500,- te bedragen en moeten dertig dagen van tevoren schriftelijk aan Hypotrust medegedeeld te worden. Het bedrag wordt tot aan de incassolimiet (maximaal € 11.344,- inclusief de hypotheekrente) automatisch geïncasseerd van de rekening van de geldnemer; daarboven ontvangt de geldnemer een acceptgirokaart. Van algehele aflossingen dient Hypotrust minimaal dertig dagen van tevoren schriftelijk bericht te ontvangen. Indien de opzegtermijn van dertig dagen niet in acht is genomen, wordt er een rente in rekening gebracht over het verschuldigde tot één maand na ontvangst van de bedoelde schriftelijke aankondiging. 2.20.1 Boetevrij aflossen Jaarlijks kan 10% van de oorspronkelijke hoofdsom boetevrij worden afgelost. Bij de BeleggersHypotheek kan 15% van de oorspronkelijke (deel)lening boetevrij worden afgelost. Vervroegde aflossing van de lening kan verder zonder vergoeding plaatsvinden: u Op de laatste dag van een rentevastperiode; u Bij het ontvangen van schadepenningen wegens het tenietgaan van het onderpand; u Bij het ontvangen van een uitkering van de verpande levensverzekering; u Bij verkoop van het onderpand door de geldnemer; u Wanneer het onderpand tenietgaat (mits de volledige aflossing plaatsvindt binnen één jaar); u Wanneer de aflossing het restantbedrag van een bouwdepot betreft; u Bij overlijden van één van de geldnemers mits de uitkering van de verpande levensverzekering binnen een jaar na overlijden plaatsvindt; u Bij overlijden van één van de geldnemers, mits aflossing geschiedt binnen zes maanden; u Als de marktrente hoger is dan de hypotheekrente die de geldnemer verschuldigd is. Onder marktrente wordt verstaan de rente die Hypotrust, namens de geldverstrekker, hanteert voor soortgelijke nieuw te verstrekken hypothecaire geldleningen op het tijdstip van ontvangst van de schriftelijke mededeling waarin de geldnemer de vervroegde aflossing aankondigt. 2.20.2 Extra aflossing Wanneer een extra aflossing wordt gedaan boven de toegestane boetevrije aflossing is een boeterente verschuldigd. Met ingang van 1 januari 2007 is een nieuwe boeteregeling van kracht. De te betalen boete rente wordt berekend aan de hand van de volgende factoren: u de restant looptijd van de rentevastperiode; u de contractsrente (de te betalen hypotheekrente); u de huidige marktrente voor soortgelijke nieuw te verstrekken leningen, uitgaande van de restantduur van de rentevastperiode danwel de naastlagere rentevastperiode. De datum van binnenkomst bij Hypotrust is bepalend voor de marktrente. 2.20.3 Algehele aflossing Bij algehele aflossing wordt de te betalen boeterente berekend aan de hand van de volgende factoren: u de restant looptijd van de rentevastperiode; u de contractsrente (de te betalen hypotheekrente); u de huidige marktrente voor soortgelijke nieuw te verstrekken leningen, uitgaande van de restantduur van de rentevastperiode danwel de naastlagere rentevastperiode. 2.20.4 Afkoop rentevastperiode Als de marktrente die Hypotrust, namens de geldverstrekker, hanteert lager is dan de hypotheekrente die de geldnemer verschuldigd is, kan de geldnemer zijn bestaande lening aanpassen aan de dagrente. Voor de afkoop van de rentevast periode gelden de volgende voorwaarden: u De te betalen boeterente wordt berekend aan de hand van de volgende factoren: - de restant looptijd van de rentevastperiode; - de contractsrente (de te betalen hypotheekrente);
26
- de huidige marktrente voor soortgelijke nieuw te verstrekken leningen, uitgaande van de restantduur van de rentevastperiode danwel de naastlagere rentevastperiode. u 10% mag boetevrij worden afgelost (bij een BeleggersHypotheek 15%); u De aanbieding is drie weken geldig. Binnen drie weken na verzending van de aanbieding dient Hypotrust het door de geldnemer te betalen bedrag te hebben ontvangen; u Nieuwe rentevastperiode naar keuze van de geldnemer. De ingangsdatum van de nieuwe rente is de eerste volle maand na de maand van aanvraag, mits het te betalen bedrag en de ondertekende aanbieding op tijd worden ontvangen door Hypotrust. 2.20.5 Tweede hypotheek Het afsluiten van een 2e (of 3e, etc) hypotheek is mogelijk onder de volgende voorwaarden: u Een 2e (of 3e, etc) hypotheek kan alleen afgesloten worden als de eerste hypotheek ook bij Hypotrust loopt; u Minimale hoofdsom € 12.500,-; u Maximale verhoging tot 125% van de executiewaarde; u Afsluitprovisie 1% over de verhoging, met een minimum van € 275,-; u Nieuwe hypotheekakte voor bedrag van de verhoging, een verhoogde inschrijving is mogelijk; u Tweede hypotheek mag een andere aflossingsvorm hebben. Het is mogelijk, onder voorwaarden, verschillende renteproducten te combineren (zie hoofdstuk 4 Renteproducten). Naar aanleiding van het opnemen van de 2e (of 3e etc) hypotheeklening kan het zijn dat de risicoklasse van de totale lening wijzigt, zowel naar boven als naar beneden. Voor de reeds lopende lening(en) zal de rente aangepast worden, eveneens zowel naar boven als naar beneden. De acceptatiecriteria die van toepassing zijn bij een aanvraag voor een 1e hypotheek, zijn ook van toepassing voor een aanvraag voor een 2e (of 3e, etc) hypotheek. Een 2e (of 3e, etc) hypotheek wordt afgesloten bij dezelfde geldverstrekker waarbij de 1e hypotheek is afgesloten, de rentedatum is de datum dat de aanvraag is ontvangen. 2.20.6 Wijziging van aflossingsvorm Het wijzigen van de aflossingsvorm is mogelijk mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: u Recente inkomensgegevens; u Nieuwe hypotheeklasten moeten aan het acceptatiebeleid voldoen; u Geldnemer ondertekent een door Hypotrust opgestelde onderhandse akte waarin wisseling van aflossingsvorm is vastgelegd; u Ingangsdatum is de eerste van de maand waarin aan alle voorwaarden is voldaan. Te hanteren Marktwaarde definitie Aangezien geen nieuwe toetsingen worden uitgevoerd is de bepaling van de marktwaarde alleen relevant voor het bepalen van het maximaal aflossingsvrij gedeelte. Deze berekening wordt gebaseerd op de waarden zoals die reeds bekend zijn. Maximaal verstrekkingspercentage Het maximale verstrekkingspercentage wordt niet opnieuw getoetst. Maximaal aflossingsvrij Geen toename van het aflossingsvrije bedrag boven de 50% van marktwaarde van de woning. Wisseling Wisseling aan het einde van een rentevastperiode is kosteloos. Voor tussentijdse wisselingen wordt e 225,administratiekosten in rekening gebracht. 2.20.7 Wijziging risicoklasse Wanneer, op initiatief van de geldnemer, door middel van een taxatierapport wordt aangetoond dat de waarde van de woning is gestegen en/of de top is afgelost, wordt de risicoklasse waarin de hypotheek valt opnieuw bepaald. De nieuwe risicoklasse wordt vastgesteld op basis van de executiewaarde, zoals vermeld in het nieuwe taxatierapport, en de pro resto hypotheekschuld. Bij een spaarhypotheek wordt het hypotheekbedrag minus de afkoopwaarde van de polis beschouwd als de pro resto hypotheekschuld. De nieuwe rente wordt bepaald aan de hand van de oorspronkelijke rentelijst. Een eventuele renteopslag vervalt met ingang van de eerstvolgende rentevervaldag. 2.20.8 Meeneemregeling Bij verhuizing naar een andere koopwoning is het mogelijk de rentecondities van de huidige lening mee te nemen naar de nieuwe woning onder de volgende voorwaarden:
27
u De
nieuwe hypotheekakte dient binnen 6 maanden na aflossing van de oude hypothecaire geldlening te passeren; u Bij het meenemen van de spaarhypotheek blijft de waardeopbouw van de spaarhypotheekverzekering doorlopen tegen door de betreffende verzekeringsmaatschappij te bepalen voorwaarden; u De afsluitprovisie bedraagt 1% van het verhogingsbedrag met een minimum van € 275,-, de bemiddelingsvergoeding wordt berekend over het verhogingsbedrag; u Als de huidige leven/spaarverzekering wordt meegenomen naar de nieuwe lening, zal na passeren van de hypotheekakte van de nieuwe lening het leven/spaardeel van de huidige overeenkomst worden voortgezet als aflossingsvrij deel. De looptijd blijft ongewijzigd; u De meeneemregeling is bij Profijtvoorwaarden PV0212 niet van toepassing, bij Profijtvoorwaarden PV0609 is de meeneemregeling wel van toepassing. Bij Budgetvoorwaarden is de meeneemregeling wel van toepassing. Gebruik maken van de meeneemregeling houdt in, dat de rentecondities van de oude lening (rentepercentage en restant rentevastperiode) worden meegenomen naar de nieuwe lening tot maximaal het bedrag van de restantschuld van de oude lening. Is het nieuw benodigde leningsbedrag hoger dan de restantschuld van de oude lening, dan geldt voor het meerdere bedrag de marktrente van de geldverstrekker van de lopende lening. Er wordt een apart leningsdeel voor het verhogingsbedrag gesloten. De rentevastperiode van de verhoging dient gelijk te zijn aan de restant rentevastperiode van de oude hypotheek. Het is mogelijk, onder voorwaarden, verschillende renteproducten te combineren (zie hoofdstuk 4 Renteproducten). Indien de huidige hypotheek wordt meegenomen naar de nieuwe woning kan er een periode ontstaan waarin de geldnemer tijdelijk twee leningen bij Hypotrust heeft. In dat geval wordt de rente op de lening van de te verkopen woning aangepast aan de marktrente van de desbetreffende geldverstrekker en zal de ‘oude’ rente per passeerdatum van de nieuwe lening overgaan naar de nieuwe financiering. De verhouding tussen de executiewaarde en de hoofdsom van de nieuwe lening kan ertoe leiden, dat ook voor het meegenomen deel van de lening een andere tariefopslag of -afslag van toepassing is. Het standaard acceptatiekader is van toepassing bij de beoordeling van de aanvraag. 2.20.9 Verhuisregeling Gebruik maken van de verhuisregeling houdt in dat er wel gebruik gemaakt wordt van de huidige rentestand, maar er wordt slechts afsluitprovisie berekend over de verhoging. Bij Profijtvoorwaarden PV0212 is de verhuisregeling niet mogelijk. Bij profijtvoorwaarden PV0609 is de verhuisregeling wel van toepassing. Bij Budgetvoorwaarden is de verhuisregeling wel van toepassing. Het standaard acceptatiekader is van toepassing bij de beoordeling van de aanvraag. 2.20.10 Doorgeefregeling Ook doorgeven van de bestaande lening aan de koper is toegestaan. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden: u Doorgeven van de rente kan voor de resterende rentevastperiode en de resterende hoofdsom; u Als een hoger leningsbedrag nodig is dan de resterende hoofdsom, wordt het meerdere gesloten tegen een renteproduct en een (pro resto) rentevastperiode die gelijk is aan het renteproduct en de (pro resto) rentevastperiode van het ‘doorgegeven’ leningdeel; u De doorgeefregeling is bij Profijtvoorwaarden PV0212 en PV0609 niet mogelijk; u De huidige geldnemer dient te verklaren dat hij/zij afstand doet van de mogelijkheid de rente mee te nemen naar een nieuwe financiering; u De afsluitprovisie (en de bemiddelingsprovisie) wordt berekend over de volledige hoofdsom; u De doorgeefregeling is wel van toepassing bij budgetvoorwaarden. 2.20.11 Ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid De beoordeling van het ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid is gelijk aan de beoordeling van aanvraag met één geldnemer. De volgende stukken dienen toegevoegd te worden aan het schriftelijk verzoek van de partner die in de woning blijft wonen: Bij echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap: u echtscheidingsconvenant; u beschikking en inschrijving burgerlijke stand; u (concept)akte van verdeling; u recente werkgeversverklaring; u recente salarisspecificatie.
28
Bij beëindiging samenlevingscontract: u recente werkgeversverklaring; u recente salarisspecificatie; u (concept)akte van verdeling. Te hanteren Marktwaarde definitie Aangezien het maximale verstrekkingspercentage niet opnieuw wordt bepaald is de definitie van de marktwaarde niet relevant. Indien er sprake is van een hoofdelijk ontslag/overlijden in combinatie met een verhoging geldt de definitie zoals aangegeven bij verhoging (marktwaarde op basis van taxatierapport). Maximaal verstrekkingspercentage Het maximale verstrekkingspercentage wordt niet opnieuw getoetst (mits geen verhoging van toepassing is). Maximaal aflossingsvrij Geen toename van het aflossingsvrije bedrag boven de 50% van de marktwaarde van de woning Er wordt geen toets gedaan op de maximale verstrekkingsnorm alleen een nieuwe inkomenstoets. Er zal een bedrag aan administratiekosten ad € 225,- in rekening gebracht worden.
29
Hoofdstuk 3
Hypotheekvormen
3.1 Algemeen Hypotrust biedt een volledig assortiment hypotheken aan. Op het rente- en productenoverzicht zijn de verschillende producten en de rentetarieven weergegeven. Bij de opbouw van de rentetarieven gaat Hypotrust uit van een aantal risicoklassen. Hierbij wordt rekening gehouden met NHG of met de hoogte van de financiering ten opzichte van de executiewaarde.
3.2 Rentewijzigingen Hypotrust stelt het met haar samenwerkende intermediair via e-mail op de hoogte van rentewijzigingen van de producten. Hiervoor is het noodzakelijk dat Hypotrust over een actueel e-mailadres beschikt. Naar dit adres zal de HypoRente worden verstuurd. u HypoRente:
Bericht over rentewijzigingen van Hypotrust; Nieuwsberichten over de producten van Hypotrust.
u HypoNieuws:
3.3 Actietarieven Actietarieven die worden gevoerd kunnen op ieder gewenst moment worden ingetrokken en hebben geen uitloopperiode. Actietarieven gelden alleen voor nieuwe aanvragen. Geldt niet voor renteherziening lopende hypotheken.
3.4 AnnuïteitenHypotheek Bij een AnnuïteitenHypotheek geldt dat het totaal van de maandelijkse betaling aan rente en aflossing niet wijzigt zolang het rentepercentage niet wijzigt en er geen extra aflossingen worden gedaan. Het rentebestanddeel van de annuïteit neemt gedurende de looptijd van de lening af, terwijl het aflossingsbestanddeel stijgt. Betalingen zijn verschuldigd per maand achteraf. Naast de AnnuïteitenHypotheek kan op het leven van de geldnemers een (annuïtair dalende) overlijdensrisicoverzekering gesloten worden. Deze behoeft niet altijd verpand te worden aan de geldverstrekker. Bij nieuwbouw wordt de annuïteit berekend op basis van de looptijd van de hypotheek minus één jaar. Het eerste jaar na passeren van de hypotheekakte betaalt de geldnemer alleen rente.
3.5 LineaireHypotheek Bij een LineaireHypotheek is er sprake van een gelijkblijvend bedrag aan aflossing en een dalend bedrag aan rente. De maandelijkse aflossing is gelijk aan de hoofdsom van de (deel)lening gedeeld door het aantal maandtermijnen. De totale betaling per maand daalt gelijkmatig gedurende de looptijd van de lening, zolang het rentepercentage niet wijzigt. Betalingen zijn verschuldigd per maand achteraf. Naast de LineaireHypotheek kan op het leven van de geldnemers een (lineair dalende) risicoverzekering gesloten worden. Deze behoeft niet altijd verpand te worden aan de geldverstrekker. Bij nieuwbouw wordt de lineaire aflossing berekend op basis van de looptijd van de hypotheek minus één jaar. Het eerste jaar na passeren van de hypotheekakte betaalt de geldnemer alleen rente.
3.6 AflossingsvrijeHypotheek Bij de AflossingsvrijeHypotheek is sprake van een maandelijkse betaling van een gelijkblijvend bedrag aan rente, zolang het rentepercentage niet wijzigt. De lening wordt aan het einde van de looptijd in één keer afgelost, of zoveel eerder als overeengekomen, tenzij de geldverstrekker akkoord gaat met het laten doorlopen van de hypotheek. De rentebetalingen zijn verschuldigd per maand achteraf.
30
3.7 LevenHypotheek Bij een traditionele LevenHypotheek geldt dat er een maandelijkse betaling is van een gelijkblijvend bedrag aan rente, zolang het rentepercentage niet wijzigt. Tevens is er een betaling van de premie voor de polis van levensverzekering aan de betreffende verzekeringsmaatschappij. De gemengde verzekering bij de traditionele LevenHypotheek mag worden ondergebracht bij iedere verzekeringsmaatschappij die is ingeschreven in het levenregister in het kader van de Wet Toezicht Verzekeringsbedrijf van De Nederlandse Bank (www.DNB.nl). De verzekering dient te worden verpand aan de geldverstrekker. Het is mogelijk bestaande polissen te verpanden. Ten aanzien van het minimaal verplichte verzekerd kapitaal van een ‘traditionele verzekering’ wordt de volgende tabel gehanteerd: duur duur duur duur duur duur
20 21 22 23 24 25
jaar jaar jaar jaar jaar t/m 30 jaar
70% van de (deel)lening 68% 66% 64% 62% 60%
Ook polissen op basis van beleggingen kunnen verbonden worden aan een hypotheek van Hypotrust. Voor deze ‘unit-linked’ polissen dient de betreffende verzekeringsmaatschappij een voorbeeld van het eindkapitaal op te geven, gebaseerd op een fondsrendement van maximaal 8% bruto rendement of het historisch fondsrendement indien dit lager is. Onder brutorendement wordt verstaan het rendement voor aftrek van alle kosten. Met dit voorbeeldkapitaal dient de (deel)lening te kunnen worden afgelost. Hypotrust stelt geen specifieke eisen aan de beleggingen, maar behoudt zich wel het recht voor polissen met risicovolle beleggingen te weigeren. Indien bij een LevenHypotheek twee polissen worden verpand waarvan de looptijden niet gelijk zijn, geldt dat de einddatum van de hypotheek gelijk is aan die van de langstlopende polis. Zodra de polis met de kortste looptijd tot uitkering komt, wordt het bedrag van de uitkering in mindering gebracht op de hoofdsom van de hypotheek. Voor deze aflossing behoeft geen vergoeding betaald te worden, ook niet als deze meer dan 10% van de oorspronkelijke hoofdsom bedraagt.
3.8 BeleggersHypotheek Bij een BeleggersHypotheek geldt dat er een maandelijkse betaling is van een gelijkblijvend bedrag aan rente, zolang het rentepercentage niet wijzigt. Bij aanvang van de hypotheek wordt er een eerste hoge inleg gedaan al dan niet in combinatie met een vervolginleg op een beleggingsrekening. Aan het einde van de looptijd wordt de hypotheek afgelost met de opgebouwde waarde op de beleggersrekening. Zie ook hoofdstuk 8 voor een verdere toelichting op de BeleggersHypotheek.
3.9 HybrideHypotheek Bij de hybride hypotheek geldt dat er een maandelijkse betaling is van een gelijkblijvend bedrag aan rente, zolang het rentepercentage niet wijzigt. Daarnaast loopt een levensverzekering waarmee de hypotheek aan het einde van de looptijd wordt afgelost. De verzekering kan een spaarhypotheekvariant zijn, een beleggingsvariant of een combinatie hiervan. Over het spaardeel van de premies wordt een gegarandeerd rendement vergoed dat gelijk is aan het hypotheekrentepercentage. Bij de beleggingsvariant kan worden gekozen uit een breed scala beleggingsfondsen. 3.9.1 SpaarToekomstHypotheek (HybrideHypotheek) Bij de SpaarToekomstHypotheek wordt de verzekering ondergebracht bij Generali Levensverzekeringmaatschappij N.V. De betaling van de rente vindt plaats per maand achteraf. De premie voor de SpaarToekomstHypotheek wordt per maand vooraf geïncasseerd door Generali. In hoofdstuk 7 wordt de SpaarToekomstHypotheek toegelicht.
31
3.10 Combinatiehypotheek Een Hypotrust-hypotheek kan bestaan uit verschillende aflossingsvormen. Voor iedere deellening kan apart het bedrag en de looptijd worden bepaald. Het is mogelijk, onder voorwaarden, verschillende renteproducten te combineren (zie hoofdstuk 4 Renteproducten). De totale lening mag bij hypotheken zonder garantie niet boven de 125% van de executiewaarde komen. Indien een combinatielening voor een deel bestaat uit een aflossingsvrije hypotheek, dan mag het aflossingsvrije gedeelte niet meer bedragen dan 75% van de executiewaarde.
3.11 OndernemersHypotheek 3.11.1 Algemeen De OndernemersHypotheek is een uitbreiding van het productengamma. De maximale bevoorschotting van 125% van de executiewaarde of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting) en de wijze van beoordelen van het inkomen zijn afwijkend ten opzichte van de huidige toetsing binnen het Acceptatiekader van Hypotrust u De OndernemersHypotheek kan niet gesloten worden met NHG; u De te kiezen aflossingsvormen zijn Leven, Aflossingsvrij, Lineair, Annuïtair, SpaarToekomstHypotheek, BeleggersHypotheek. 3.11.2 Rente Voor de actuele rentetarieven en rentevastperioden verwijzen wij u naar rentelijsten. 3.11.3 Maximale bevoorschotting/verhoogde inschrijving Voor de OndernemersHypotheek geldt een maximale bevoorschotting van 125% van de executiewaarde 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting). Verhoogde inschrijving is mogelijk. 3.11.4 Inkomenstoets Voor de OndernemersHypotheek gelden de volgende normen voor de inkomenstoets: u Minimaal 2 jaar zelfstandig. Indien korter dan 3 jaar zelfstandig prognose lopend jaar aanleveren; u Gemiddeld inkomen afgelopen drie jaar. Gemiddeld inkomen kan niet hoger zijn dan het laatste jaar (met prognose wordt geen rekening gehouden). Het inkomen moet worden aangetoond aan de hand van onderstaande tabel: Soort zelfstandige Volledige jaarcijfers Accountants- Aangiften en en aangiften en verklaring aanslagen IB van aanslagen IB van afgelopen 3 jaar afgelopen 3 jaar > 10 jaar zelfstandig of vrije beroepsbeoefenaar X of X of X 3 jaar zelfstandig X of X 2 jaar zelfstandig X + prognose lopend boekjaar Toelichting > 10 jaar zelfstandig of vrije beroepsbeoefenaar kan het inkomen aangetoond worden door middel van of een accountantsverklaring of aangiften en aanslagen IB van de afgelopen 3 jaar of volledige jaarcijfers en aangiften en aanslagen IB van de afgelopen 3 jaar; u Indien 3 jaar zelfstandig kan het inkomen aangetoond worden door of een accountantsverklaring of de volledige jaarcijfers en aangiften en aanslagen IB van de afgelopen 3 jaar; u Indien 2 jaar zelfstandig dan moet het inkomen aangetoond worden door de volledige jaarcijfers en de aangiften en aanslagen IB van de afgelopen 2 jaar en een prognose van het lopende jaar; u De accountantsverklaring vormt een integraal onderdeel van de offerte. Indien ter bepaling van het inkomen gebruik gemaakt wordt van de accountantsverklaring kan alleen dit model gebruikt worden. u Indien
In de offerte moet door de consument worden aangegeven welke stukken aangeleverd worden aan de hand waarvan het inkomen vastgesteld kan worden. In de offerte zullen vooralsnog de normale op te vragen stukken vermeld staan. Uiteraard zullen die stukken aangepast worden naar de overgelegde stukken.
32
3.11.5 Bepaling inkomen Afhankelijk van de wijze waarop de aanvrager het inkomen kan aantonen, wordt van de afgelopen drie jaar het gemiddelde inkomen bepaald. Met het gemiddelde inkomen wordt de gebruikelijke inkomenstoets uitgevoerd. Indien de aanvrager maar 2 jaar zelfstandig is wordt het gemiddelde inkomen bepaald aan de hand van de inkomens van die 2 jaar waarbij het gemiddelde niet hoger kan zijn dan het inkomen in het laatste jaar. De prognose wordt niet meegenomen in de bepaling van het gemiddelde inkomen. De prognose dient aangeleverd te worden middels een aparte verklaring. 3.11.6 Vrije beroepsbeoefenaren De volgende beroepen kunnen worden gerekend tot de ‘vrije beroepsbeoefenaren’: Advocaat, Accountantadministratieconsulent (indien dit ook de aanvrager en/of partner betreft, dient een extern kantoor de opstelling van de cijfers of de accountantsverklaring te doen), belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huidtherapeut, huisarts, interieurarchitect, juridisch adviseur, leraar, logopedist, medisch specialist, notaris, organisatieadviseur, orthopedagoog, psycholoog, raadgevend adviseur, registeraccountant (indien dit ook de aanvrager en/of partner betreft, dient een extern kantoor de opstelling van de cijfers of de accountantsverklaring te doen), tandarts, verloskundige.
33
Hoofdstuk 4
Renteproducten
4.1 StandaardRente De standaardrente is een rente met een vaste rentevastperiode. De standaardrente kan worden afgesloten voor 1, 2, 3, 5, 6, 7, 10, 15 en 20 jaar vast. Uiterlijk één maand voor het verstrijken van de rentevastperiode wordt een nieuw renteaanbod aan de consumenten gezonden. 4.1.1 Variabele Renteclausule SVR1012 4.1.1.1 Algemeen Leningen met een renteclausule SVR0905 hebben een variabele rente en worden alleen aangeboden bij nieuwe verstrekkingen. Iedere kalendermaand wordt de rente getoetst aan de actuele rente en aangepast. Toetsing van de contractrente aan de actuele rente vindt plaats op de laatste werkdag van een kalendermaand. De nieuwe rente gaat in per de eerste van de maand volgend op de toetsing. De actuele rente kunt u terugvinden op de rentelijsten. 4.1.1.2 Vastzetten De variabele rente geldt voor de gehele looptijd van de lening, maar de geldnemer heeft het éénmalige recht tijdens de looptijd van de lening de rente kosteloos vast te zetten (consolideren). Consolidatie vindt altijd plaats tegen de actuele rente van de geldverstrekker. De variabele rente kan worden toegepast bij alle aflossingsvormen, met uitzondering van spaarhypotheken. Het is niet mogelijk om de standaard variabele rente te combineren met een vaste rente. Het niet mogelijk om de standaard variabele rente aan te bieden bij verhogingen. (onderhandse verhoging, 2e hypotheek, meeneem/verhoog, verhuis/verhoog). Het is tevens niet mogelijk om de standaard variabele rente aan te bieden bij renteherziening en/of renteafkoop.
4.2 ProfijtRente De ProfijtRente is een extra aantrekkelijk geprijsde rente. De voorwaarden van de ProfijtRente zijn echter wat minder uitgebreid dan van de StandaardRente. 4.2.1
Profijtclausule PV0609 (vanaf september 2006) Met ingang van september 2006 zijn onderstaande voorwaarden voor de ProfijtRente van toepassing: u Verlenging geldigheid naar drie maanden; u Meeneem- en verhuisregeling zijn mogelijk; u Geen nieuwbouw depot (bestaande bouw met verbouwing is wel mogelijk); u Offerterente is rente bij passeren (zowel bij stijging als daling van de rente).
4.2.2
Profijtclausule PV0212 (tot september 2006) Leningen waarop de profijtclausule van toepassing is, kennen een aantal beperkingen: u Geen nieuwbouw depot (bestaande bouw met verbouwing is wel mogelijk); u Offerterente is rente bij passeren (zowel bij stijging als daling van de rente); u Passeren van de akte uiterlijk twee maanden na offertedatum; u Geen meeneem-, doorgeef- of verhuisregeling.
4.2.3
Omzetten ProfijtRente Voor het omzetten van ProfijtRente naar StandaardRente of StandaardRente naar ProfijtRente geldt het volgende: Situatie 1: De uitgebrachte offerte is nog niet door Hypotrust retour ontvangen Het omzetten is mogelijk, er geldt een nieuwe productdatum (de rente wordt aangepast aan de op het moment van omzetten actuele rentelijst) en de offerte krijgt een nieuwe geldigheid Situatie 2: De uitgebrachte offerte is door de klant geaccepteerd. Het is niet mogelijk te veranderen van rentevoorwaarden
34
4.3 BudgetRente
Budgetclausule PL0809
Leningen waarop de budgetclausule van toepassing is, kennen een aantal beperkingen: u
Offerterente is rente bij passeren (zowel bij stijging als daling van de rente); 1% van de totale hoofdsom; Boete bij verkoop 3% van de restant hoofdsom.
u Annuleringskosten u
35
Hoofdstuk 5
Overige producten
5.1 Bankgarantie 5.1.1 Algemeen Een garantie voor de waarborgsom betekent hetzelfde als een bankgarantie of aankoopgarantie. Via Hypo trust kan bij Nationale Waarborg een bankgarantie worden gesteld voor de waarborgsom vermeld in de koopakte. 5.1.2 Acceptatiekader bankgarantie 5.1.2.1 Maximum aankoopgarantiebedrag Het maximale bedrag van een aankoopgarantie bedraagt € 70.000,-. Er is geen minimum. 5.1.2.2 Geldigheidsduur De geldigheidsduur is tot maximaal de opgegeven vermoedelijke passeerdatum plus 1 maand met een maximum van 13 maanden. Na de koop en overdracht vervalt de aankoopgarantie. 5.1.2.3 Aankoopgarantieprovisie De aankoopgarantieprovisie (ook wel genoemd afsluitprovisie) bedraagt 1,25% van het garantiebedrag met een minimum van € 275,-. Deze provisie wordt door Nationale Waarborg via de notaris aan de koper(s) in rekening gebracht. 5.1.2.4 Claim onder een aankoopgarantie Indien Nationale Waarborg een schriftelijk verzoek tot uitbetaling van een garantie (een claim) ontvangt, zal Nationale Waarborg de tussenpersoon daarvan op de hoogte brengen. De tussenpersoon krijgt hierna maximaal drie werkdagen de gelegenheid om met haar consument contact op te nemen en overleg te plegen. De afwikkeling en betaling van de claim zullen door N.V. Nationale Borg-Maatschappij worden verzorgd. 5.1.2.5 Aanvraag procedure De compleet ingevulde Garantieopdracht (2 pagina’s) en een ingevulde Verklaring Tussenpersoon (1 pagina) worden door de tussenpersoon gefaxt naar 030 - 220 33 00. 1. Wanneer de aanvraagformulieren niet voldoen aan de eisen die Nationale Waarborg hieraan stelt, kan de aanvraag geweigerd worden. De tussenpersoon, Hypotrust en de betreffende acceptatieafdeling worden hiervan per e-mail op de hoogte gesteld. 2. Door Nationale Waarborg wordt de gefaxte Garantieopdracht alsmede de gefaxte Verklaring Tussenpersoon beoordeeld. De originele Garantieopdracht, Verklaring tussenpersoon en kopieën van alle bescheiden voor het stellen van de aankoopgarantie blijven in eerste instantie altijd in het bezit van de tussenpersoon. Wanneer Nationale Waarborg dit wenst kunnen deze bescheiden bij de tussenpersoon worden opgevraagd. Hierdoor kan het stellen van een aankoopgarantie vertraagd worden. 3. Wanneer de Garantieopdracht en Verklaring Tussenpersoon akkoord worden bevonden, wordt de aanvraag in behandeling genomen en zal de aankoopgarantie binnen twee werkdagen gesteld worden. 4. Nadat de aankoopgarantie is gesteld, worden de tussenpersoon, Hypotrust en de desbetreffende acceptatieafdeling per e-mail op de hoogte gebracht. 5. De originele aankoopgarantie wordt door Nationale Waarborg N.V. aan de notaris verstuurd, evenals de afrekennota. 6. Nationale Waarborg zal regelmatig op de hoogte gesteld worden van aanvragen waarvoor wel een aankoopgarantie is afgegeven, maar die uiteindelijk niet doorgaat.
5.2 Overbruggingskrediet 5.2.1 Algemeen Het overbruggingskrediet zal altijd verstrekt worden door dezelfde geldverstrekker als degene die de eerste hypotheek voor de aankoop van de woning via Hypotrust verstrekt. 5.2.2
Hypothecaire inschrijving overbrugging De nieuwe lening inclusief overbrugging zal opgenomen worden als (verhoogde) eerste inschrijving op het aan te kopen pand en als een eerste of volgende hypothecaire inschrijving (tweede, derde etc.) op het overbruggingspand (huidige woning).
36
Voorbeeld Hoofdsom hypotheek: Hoofdsom overbrugging:
€ 100.000,€ 25.000,-
De zekerheidsstelling is een eerste hypothecaire inschrijving van € 125.000,- op het nieuw aan te kopen pand en een eerste of volgende hypothecaire inschrijving van € 125.000,- op het overbruggingspand. 5.2.3 Maximale overbrugging 5.2.3.1 Indien huidige woning verkocht en ontbindende voorwaarden verstreken: Waarde van het te verkopen pand * Minus restant schuld Minus kosten: 3% v/d verkoopsom Maximaal overbruggingskrediet
= = = =
€ € € €
…………. …………. …………. ………….
* Waarde van het te verkopen pand = 100% van de verkoopsom. 5.2.3.2 Indien huidige woning verkocht en ontbindende voorwaarden niet verstreken: Waarde van het te verkopen pand * Minus restant schuld Maximaal overbruggingskrediet
= = =
€ …………. € …………. € ………….
* Waarde van het te verkopen pand = 90% van de executiewaarde (welke dient te worden aangetoond door een geveltaxatie). 5.2.3.3 Indien huidige woning niet verkocht: Waarde van het te verkopen pand * Minus restant schuld Maximaal overbruggingskrediet
= = =
€ …………. € …………. € ………….
* Waarde van het te verkopen pand = 90% van de executiewaarde (welke dient te worden aangetoond door een geveltaxatie). In plaats van een volledig taxatierapport van het te verkopen onderpand zullen wij de volgende documenten opvragen: u geveltaxatie van het te verkopen pand u verklaring verkopend makelaar waarin zijn opgenomen de verkoopwaarde en -termijn van de te verkopen woning 5.2.4
Hoofdsom overbruggingen Het minimale bedrag voor een overbruggingskrediet is € 10.000,-.
5.2.5
Bestemming gelden overbrugging Een overbruggingskrediet kan uitsluitend verstrekt worden voor onderstaande doeleinden: u “eigen middelen” (overwaarde) huidige woning, bijleenregeling; u verbouwing c.q. inrichting; u aflossen kredieten (indien voor verkrijgen van de hypothecaire lening noodzakelijk); u rente overbrugging.
5.2.6 Rente De bepaling van de overbruggingsrente is vastgesteld op 1-maands Euribortarief + overbruggingsopslag. De overbruggingsopslag wordt in de offerte vermeld en is van toepassing voor de gehele looptijd van het overbruggingskrediet. Het 1-maands Euribortarief wordt op de laatste werkdag van elke kalendermaand vastgesteld voor de daaropvolgende kalendermaand en op de gebruikelijke wijze gecommuniceerd. Het 1-maands Euribortarief wordt dagelijks gepubliceerd in de financiële rubrieken van diverse dagbladen. De geldnemer kan de rente van zijn lening als volgt vaststellen: Euribortarief, vermeerderd met de in de offerte genoemde opslag, afgerond naar boven op 0,05%.
37
5.2.7
Betaling rente u Standaard:
Automatische incasso tegelijk met de hypotheekrente te verzorgen door Hypotrust Hypotheekbemiddeling; u Optie: Rentebijschrijving bij schuld tot een maximum van de overbruggingslimiet. Voorbeeld: Maximale overbrugging = € 14.000,Uitbetaald aan notaris = € 13.500,Voor rentebijschrijving aanwezig € 500,5.2.8 Inkomenstoets De lasten die voortvloeien uit de financiering van het overbruggingskrediet worden niet meegenomen in de inkomenstoets voor de maximale hypotheekberekening. 5.2.9 Looptijd en verlenging van het overbruggingskrediet Nieuwbouw: Bestaande bouw:
18 maanden + eenmalige verlenging 6 maanden (verlengingskosten € 250,-) 9 maanden + eenmalige verlenging 6 maanden (verlengingskosten € 250,-)
u Hypotrust
stelt de klant 3 maanden voor verlopen van de eerste overbruggingstermijn (nieuwbouw 18 maanden, bestaande bouw 9 maanden) schriftelijk op de hoogte van het verlopen van de overbruggingstermijn; u Een rappelbrief wordt 2 maanden voor verlopen van de eerste overbruggingstermijn verzonden. Hierin wordt opgenomen de mogelijkheid tot verlenging en de aan te leveren documenten; u Alvorens een verlenging eventueel te honoreren, dient de consument een verkoopakte danwel een verklaring verkopend makelaar en een verkoopopdracht te overleggen; u Bij geen reactie wordt één maand voor verlopen van de eerste overbruggingstermijn nogmaals een rappelbrief verzonden. 5.2.10 Afsluitprovisie De afsluitprovisie bedraagt 1% over het overbruggingskrediet.
5.3 Woonlastenbeschermingsverzekering Zie hoofdstuk 2.18.3 Woonlastenbeschermingsverzekering
38
Hoofdstuk 6
Zeker Weten Hypotheek
6.1 Productbeschrijving De Zeker Weten Hypotheek is een aantrekkelijke hypotheeklijn naast het standaard assortiment van Hypotrust. Een spaarhypotheek vormt de basis van de Zeker Weten Hypotheek. Daarnaast kunnen ook andere aflosvormen gekozen worden. De Zeker Weten Hypotheek is voor iedereen een complete en flexibele hypotheek met bijzonder lage maandlasten. Voor starters biedt het nog iets extra: aantrekkelijke NHG tarieven en de mogelijkheid de lening te combineren met starterssubsidies. Daarnaast kunnen starters de ouders laten meetekenen. De maandlasten blijven extra laag doordat er geen opslag geldt op de rentetarieven voor de spaar-hypotheek.
6.2 Aflosvormen De Zeker Weten Hypotheek kent de volgende aflosvormen: u Spaarhypotheek (minimaal 50% van het bedrag van de hypothecaire lening); u Aflossingsvrij; u Leven; u Lineair; u Annuïtair. De basis van de Zeker Weten Hypotheek is een spaarhypotheek. Minimaal 50% van de hoofdsom van de Zeker Weten Hypotheek bestaat uit een spaarhypotheek. Voor de overige 50% kan uw klant kiezen uit de genoemde aflosvormen. Uiteraard kan de Zeker Weten Hypotheek ook als volledige spaarhypotheek worden gesloten. Voor de Zeker Weten Hypotheek kunt u ook een overbruggingshypotheek sluiten. Hiervoor geldt eveneens een aantrekkelijke rente.
6.3 Verzekering De verzekering van de spaarhypotheek is een scherp geprijsde verzekering van Cardif Levensverzekeringen N.V. Het overlijdensrisicodeel van deze gemengde verzekering betreft een gelijkblijvend risico. Uw klant kan de hoogte van het verzekerde bedrag vrij bepalen. De hoogte van het bedrag kan tijdens de looptijd flexibel worden aangepast. Uiteraard zolang men aan de voorwaarden vanuit de hypotheeklening blijft voldoen. De levensverzekering gekoppeld aan de aflossingsvorm leven kunt u naar keuze bij iedere verzekeraar sluiten; mits de verzekeraar onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank. De spaarhypotheek kent en partiële risicodekking waarvan het minimum wordt bepaald in hoofdstuk 2.18.2. Keuzevrijheid in verzekeraar voor overlijdensrisico is hier van toepassing.
6.4 Startersfaciliteiten De Zeker Weten Hypotheek kent een tweetal startersfaciliteiten die samen met de aantrekkelijke maandlasten, ook voor NHG, deze hypotheek zeer geschikt maken voor starters. u Starthulp Een starter kan maximaal 30% meer lenen dan met zijn eigen leencapaciteit mogelijk is als ouders meetekenen. Zij worden getoetst voor het bedrag wat de starter niet kan opbrengen, uitgaande van de woonquote van de starter zelf. Ze worden medeschuldenaar voor de volledige hypotheeksom. Starthulp is niet mogelijk in combinatie met NHG. u Starterssubsidies Er is regelmatig overheidssubsidie beschikbaar voor starters op de woningmarkt. De Zeker Weten Hypotheek biedt de mogelijkheid om de lening te combineren met een dergelijke starterssubsidie.
6.5 Rente 6.5.1 Rentevarianten De Zeker Weten Hypotheek biedt, net als het standaard assortiment,een uitgebreid palet aan rentevarianten: u StandaardRente; u ProfijtRente; u BudgetRente. Bij de standaard rentevoorwaarden is het ook mogelijk om voor variabele rente te kiezen. 39
6.5.2 Rentetarieven De rentetarieven zijn gelijk voor alle aflosvormen. Voor de spaarhypotheek geldt dus geen opslag. De rentetarieven kunnen afwijken van de rentetarieven van het standaard assortiment van Hypotrust. Bij iedere rentewijziging voor de Zeker Weten Hypotheek ontvangt u een rentebericht van Hypotrust. De tarieven worden ook gepubliceerd op de website van Hypotrust, naast de tarieven voor het standaard Hypotrust assortiment.
6.6 Algemene voorwaarden De Algemene voorwaarden (AV2008) van Hypotrust zijn ook van toepassing op de Zeker Weten Hypotheek.
6.7 Voordelen Zeker Weten Hypotheek u Lage
netto maandlasten; Hypotheekofferte binnen 24 uur indien aangevraagd via HDN; u Biedt geheel of gedeeltelijk de zekerheid van een spaarhypotheek; u Flexibele keuze om te combineren met andere aflosvormen (tot maximaal 50% van de hoofdsom); u Uitstekende faciliteiten voor starters; u Standaard, profijt of budgetvoorwaarden mogelijk; u Brede keuze rentevastperioden van 1 tot en met 20 jaar; u Vrije keuze voor een verzekering (met uitzondering van de spaarhypotheek); u Verstrekking tot maximaal 125% van de executiewaarde of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting; u Goede en duidelijke voorwaarden; u Aantrekkelijke overbruggingsrente; u Meeneem- en verhuisregeling van toepassing; u Keuze uit bemiddelingshypotheek of zerohypotheek; u Deskundige ondersteuning bij acceptatie en wijzigingen; u Bij zero is de hyptheek echt zero. u
40
Hoofdstuk 7 SpaarToekomstHypotheek 7.1 Productbeschrijving De SpaarToekomstHypotheek is meer dan een gewone spaarhypotheek. Deze hypotheekvorm kent namelijk, naast de traditionele spaarvorm, de mogelijkheid te sparen in beleggingsfondsen (op Unit linked-basis). De klant krijgt hiermee de mogelijkheid om een gedeelte of de gehele spaarpremie in te leggen op de SpaarHypotheekRekening (de bekende spaarrekening bij de spaarhypotheek) of te beleggen in Generali beleggingsfondsen. De door de klant gemaakte keuze voor de verdeling van zijn spaarpremie kan worden gewijzigd. Daarnaast is het mogelijk om de waarde die in de polis is opgebouwd te switchen naar een andere beleggingsvorm.
7.2 Beleggingsmogelijkheden Voor het geven van een goede voorlichting over toekomstige uitkeringen van levensverzekeringen met beleggingsrisico, zijn gedragscodes opgesteld. Het betreft hier de Code Rendement en Risico en de financiële bijsluiter. 7.2.1 Ruime keuze aan beleggingsvormen SpaarHypotheekRekening Dit is het traditionele spaartegoed van de spaarhypotheek. Over de op de rekening ingelegde premies wordt een rentepercentage vergoed dat gelijk is aan het hypotheekrentepercentage dat over de lening wordt betaald. Deze vergoeding wordt gegarandeerd. Een klant die 100% zekerheid wil over het eindkapitaal, kiest dus voor de SpaarHypotheekRekening. Naast deze spaarpremies betaalt men een vaste risicopremie voor een overlijdensrisicoverzekering, die aan de SpaarHypotheekRekening is gekoppeld. Generali AandelenFonds Europa Het Generali AandelenFonds Europa heeft als uitgangspunt de samenstelling van de Dow Jones Euro Stoxx50 Price Index. Het fonds is geschikt voor beleggers die menen dat – mits belegd in solide ondernemingen – op lange termijn met deze vorm van beleggen een hoger rendement verwacht kan worden dan bij beleggingen in obligaties. Bovendien verwachten deze beleggers dat spreiding over meer sectoren en landen in de eurozone een beter risico-rendementsprofiel geeft dan volledig beleggen in een één-landenfonds of een één-sectorfonds. Generali FarmacieFonds Europa Het Generali FarmacieFonds Europa heeft als uitgangspunt de samenstelling van de Dow Jones Europe Stoxx Healthcare Price Index. Het fonds is geschikt voor beleggers die menen dat – mits belegd in solide ondernemingen – op lange termijn met beleggingen in de Farmaciesector binnen Europa een hoger rendement verwacht kan worden dan bij het beleggen in landengeoriënteerde fondsen. Daar tegenover staat een hoger risico-rendementsprofiel. Aangezien er belegd wordt in landen die geen deel uitmaken van de eurozone, is er sprake van een valutarisico binnen het fonds. Generali FinancieelFonds Europa Het Generali FinancieelFonds Europa heeft als uitgangspunt de samenstellingen van de Dow Jones Euro Stoxx Bank Price Index en de Dow Jones Euro Stoxx Insurance Price Index. Het fonds is geschikt voor beleggers die menen dat - mits belegd in solide ondernemingen – op lange termijn met beleggingen in de financiële sector binnen de eurozone een hoger rendement verwacht kan worden dan bij het beleggen in landgeoriënteerde fondsen. Daar tegenover staat een hoger risicorendementsprofiel. Bovendien verwachten deze beleggers dat spreiding over meerdere sectoren en landen in de eurozone een beter risicorendementsprofiel geeft dan volledig beleggen in een één-landen-fonds of een één-sectorfonds. Generali ICT Fonds Europa Het Generali ICT-Fonds Europa heeft als uitgangspunt de samenstellingen van de Dow Jones Euro Stoxx Technology Price Index en de Dow Jones Euro Stoxx Telecommunication Price Index. Het fonds is geschikt voor beleggers die menen dat – mits belegd in solide ondernemingen – op lange termijn met beleggingen in de ICT-sector binnen de eurozone een hoger rendement verwacht kan worden dan bij het beleggen in landgeoriënteerde fondsen. Daar tegenover staat een hoog risico-rendementsprofiel. Generali AandelenFonds Nederland Het Generali AandelenFonds Nederland heeft als uitgangspunt de samenstelling van de AEX. Het fonds is geschikt voor beleggers die menen dat - mits belegd in solide ondernemingen – op lange termijn met beleggingen in Nederlandse aandelen een hoger rendement verwacht kan worden dan bij beleggen in obligaties. Bovendien verwachten deze beleggers dat spreiding over meer sectoren en bedrijven in een land een beter risico-rendementsprofiel geeft dan volledig beleggen in een sectorfonds van één land. 41
Generali AandelenFonds Het Generali AandelenFonds is geschikt voor beleggers die zich ervan bewust zijn, dat – mits belegd in solide ondernemingen, die op de Amsterdamse beurs genoteerd zijn – op lange termijn met deze vorm van beleggen een hoger rendement verwacht kan worden dan op beleggingen in obligaties. Daar tegenover staat dat dit fonds een hoger risicoprofiel heeft. Generali CombinatieFonds Het Generali CombinatieFonds is een gecombineerde portefeuille van aandelen, obligaties en indirect onroerend goed, die ongeveer in de verhouding 40%, 40% en 20% is samengesteld. Het CombinatieFonds is door de genoemde spreiding geschikt voor beleggers die wat minder risico willen lopen dan gebruikelijk is bij aandelen. Zij accepteren echter wel een hoger risicoprofiel dan bij een pure obligatiebelegging past. Het rendement op lange termijn biedt daar een positieve compensatie voor. Generali ObligatieFonds Het Generali Obligatiefonds is geschikt voor beleggers die overwegend risicomijdend zijn en een relatief zekere opbrengst op prijs stellen. Er wordt belegd in een mix van staatsleningen en leningen van solide financiële industriële ondernemingen in de eurozone. Generali GarantieFonds II Het Generali GarantieFonds II garandeert op de einddatum een vooraf bepaald minimum garantiepercentage. Voor het GarantieFonds II geldt een garantie van 2,5% per jaar op de beoogde einddatum van de verzekering. Het GarantieFonds II is geschikt voor beleggers die risicomijdend zijn en een zo zeker mogelijke opbrengst op prijs stellen. Generali DepositoFonds Het Generali DepositoFonds is geschikt voor beleggers die absoluut risicomijdend zijn. Daar staat uiteraard tegenover dat de rendementen op lange termijn ook niet hoog zijn. Het fonds belegt hoofdzakelijk in kortlopende deposito’s, maar ook kortlopende obligaties van hooggekwalificeerde debiteuren kunnen hiervoor in aanmerking komen. Generali Long Duration InvestmentFonds Het Generali Long Duration InvestmentFonds belegt in een breed samengestelde portefeuille van euroobligattes, uitgegeven voor EMU-lidstaten, andere overheden uit die lidstaten en bedrijven. Het fonds onderscheidt zich van het Generali ObligatieFonds door voornamelijk te beleggen in langlopende obligaties. Hierdoor zal de waardeontwikkeling van het fonds beter aansluiten bij de prijs van een pensioen- of lijfrenteuitkering.
7.3 Beleggingsrendementen en profielen Hoe groot is het risico dat de belegger naar zijn mening wil en kán lopen dat het beoogde doelkapitaal niet wordt gerealiseerd? Dit is een vraag waartoe u cliënt- en beleggingsprofielen in kaart dient te brengen. Offertes en het gekozen voorbeeldrendement dienen vervolgens aan te sluiten op dat beleggingsprofiel. Offertes op basis van een hoger prognoserendement dan het Bruto Historisch Rendement doen dit niet. Om die reden schrijft de regelgeving voor dat alle marktpartijen per 1 april 2007 het Bruto Historisch Rendement hebben opgenomen in de offertesoftware. (Met een Bruto Historisch Rendement vóór fondsbeheer- en overige beleggingskosten, waarbij een fonds met een historie van minder dan 20 jaar aangevuld moet worden met een voorgeschreven aanvullingspercentage.) Voor de Generali beleggingsfondsen gelden de volgende historische rendementen:
Fonds TER AandelenFonds Nederland 0,66% FarmacieFonds Europa 0,91% FinancieelFonds Europa 1,11% ICT-Fonds Europa 0,99% AandelenFonds Europa 1,02% AandelenFonds 0,66% CombinatieFonds 0,66% ObligatieFonds 0,51% GarantieFonds II 0,75% DepositoFonds 0,10%
42
Voor hypotheekgerelateerde offertes geldt al langere tijd, dat het prognoserendement niet boven de 8% uit mag komen - ook niet als het Bruto Historisch Rendement bijvoorbeeld 8,75% is zoals het geval is bij het Generali Aandelen Fonds. 7.3.1 Investeringspremie beleggingsfondsen De klant betaalt een premie die deels wordt belegd en die deels dient ter dekking van de kosten. Zie hiervoor ook de investeringstabel in de volgende paragraaf. Het deel dat wordt belegd is de investeringspremie. Daarmee worden participaties aangekocht in de door de verzekeringnemer gekozen Generali Beleggingsfondsen. Het totaal van de aangekochte participaties, vermenigvuldigd met de dagkoers noemen we de eurowaarde. Die waarde varieert als de koersen stijgen of dalen. Door premiebetalingen neemt de eurowaarde toe, evenals door direct herbelegde (en daarmee in de koers verwerkte) dividendbijschrijvingen. De verdeling over de verschillende beleggingsfondsen bepaalt de verzekeringnemer zelf. Uit de eurowaarde worden de premies voor de overlijdensrisicoverzekering en eventuele andere verzekerde dekkingen betaald, evenals de administratie- en beheerskosten. De risicopremie wordt iedere maand berekend op basis van de leeftijd van de verzekerde(n). 7.3.2 Kosten beleggingsfondsen In de eerste 5 jaar van de looptijd van de polis worden de ‘eerste kosten’ verrekend, waardoor niet de gehele premie wordt geïnvesteerd. Het investeringspercentage is afhankelijk van de beoogde premiebetalingduur. In deze percentages is reeds rekening gehouden met de aankoopkosten. Na de genoemde 5 jaar gelden uitsluitend de aankoopkosten van 3%, zodat altijd een investering van 97% wordt gedaan. Voor verkoop van fondsen worden geen kosten berekend. Er zijn ook geen verborgen kosten in de vorm van een onderling verschillende aan- en verkoopprijs van een participatie. Voor de storting van koopsommen en extra stortingen geldt een afwijkend investeringspercentage van 91%. Bij volledige dan wel gedeeltelijke belegging in de Generali Beleggingsfondsen worden de gebruikelijke kosten aan de klant doorberekend. Voor beheer van de polis wordt door Generali maandelijks een bedrag in rekening gebracht. Deze kosten bedragen 0,05417% per maand (=0,65% op jaarbasis), berekend over de waarde van de participaties. De kosten voor het beheer van de fondsen worden door Generali jaarlijks ten laste van de koers van de participaties gebracht. Fondskosten worden gedefinieerd als beheerkosten en eventuele andere kosten zoals accountantskosten en dergelijke, zoals verwerkt in de TER (Total Expense Ratio). Totale fondskosten (inclusief beheerkosten): De kosten die Generali maakt om de polis te administreren worden eveneens met de waarde van de participaties verrekend. Deze kosten bedragen € 4,54 per maand. Investeringstabel beleggingsfondsen voor de eerste 5 jaar. Voorbeeld: bij een duur van 25 jaar wordt gedurende de eerste 5 jaar van de verzekering 80,00% van de beoogde premie geïnvesteerd. Bruto Historisch Generali AandelenFonds Nederland Generali FarmacieFonds Europa Generali FinancieelFonds Europa Generali ICT-Fonds Europa Generali AandelenFonds Europa Generali AandelenFonds Generali CombinatieFonds Generali ObligatieFonds Generali GarantieFonds II Generali DepositoFonds Generali LDI-Fonds
5,20% 5,17% 6,05% 1,18% 5,23% 8,75% 7,45% 4,83% 4,15% 4,21% 4,20%
Bij de keuze voor beleggingsfondsen maakt de verzekeringnemer een keuze voor de verdeling van de premies over één of meer fondsen. De verdeling wordt aangegeven in procenten. Bij iedere volgende betaling zal dezelfde verdeling worden aangehouden. De klant kan de verdeling zonder moeite wijzigen. Bij iedere volgende premie zal dan de nieuwe verdeling worden aangehouden. De premie voor de beleggingsfondsen dient minimaal € 22,69 per maand te bedragen.
43
7.4 RendementsKompas Voor klanten die moeite hebben met het bepalen van de verdeling van de beleggingsfondsen heeft Generali het RendementsKompas: een automatische piloot die iedere keer als een premie wordt betaald, automatisch de verdeling over de diverse beleggingsfondsen bepaalt. Intermediair en klant bepalen een risicoprofiel dat aangegeven wordt op het aanvraagformulier. De profielen lopen uiteen “nauwelijks risicovol” tot “hoog risico”. Hoe hoger het risicoprofiel, des te meer en des te langer wordt belegd in het AandelenFonds. Lagere risico profielen leiden eerder tot belegging in de andere fondsen. Afhankelijk van de resterende duur en het opgegeven risicoprofiel bepaalt het RendementsKompas de verdeling van de premies. In de loop van de tijd zal er steeds minder risicovol belegd worden, zodat aan het einde van de looptijd een zo zeker mogelijk resultaat wordt behaald. Tijdens de looptijd van de polis kan tevens een aantal automatische switches plaatsvinden. Zowel om behaalde rendementen zeker te stellen als om verliezen te beperken. Daarnaast wordt de opgebouwde waarde naar het einde van de polis in een aantal regelmatige stappen omgezet naar een steeds zekerdere belegging. Het RendementsKompas en de binnen het RendementsKompas uitgevoerde switches zijn gratis.
7.5 Switchlimiet 7.5.1 Algemeen De SpaarToekomstHypotheek kent een gratis instrument om automatisch te switchen in geval van een negatief koersverloop. De verzekeringnemer moet bij de keuze voor switchlimiet van de participaties op het aanvraagof wijzigingsformulier een switchlimiet aangeven (minimaal 1% en maximaal 99%, in hele percentages). Als de waarde van de participaties deze limiet bereikt, dan wordt automatisch en gratis geswitcht naar het Generali DepositoFonds. Voor de switchlimiet geldt de dagkoers (sluitingskoers van de vorige beursdag). De switchlimiet stijgt automatisch mee met de dagelijkse koersontwikkeling. Bij dalende koersen blijft de switchlimiet staan op het aangegeven percentage van de hoogst bereikte koers. 7.5.2 Werking van de switchlimiet Stel: de aanvangskoers is 10 en de door u gekozen switchlimiet is 30%, dan treedt de switchlimiet in werking bij een koers van 7. Stijgt de koers naar 11, dan stijgt de switchlimiet naar 7,7, of 30% van 11. Daalt de koers, dan blijft de switchlimiet staan op 7,7. Als de koers naar 7,7 of lager zakt, dan switcht het totaal ingelegde bedrag per de eerstvolgende koersdag direct naar het DepositoFonds tegen de dan actuele koers. De klant bepaalt zelf het moment waarop één van de gratis switches wordt gebruikt om vanuit het DepositoFonds te switchen naar bijvoorbeeld het fonds waarin oorspronkelijk belegd was. Uw klant is daarbij overigens wel zelf verantwoordelijk voor het bepalen van het moment om terug te switchen. Duur Investerings- Duur Investerings- Duur Investerings percentage percentage percentage 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
95,50% 95,50% 95,50% 95,50% 95,50% 95,20% 94,40% 93,60% 92,80% 92,00%
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
91,20% 90,40% 89,60% 88,80% 88,00% 87,20% 86,40% 85,60% 84,90% 84,00%
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
83,20% 82,40% 81,60% 80,80% 80,00% 79,20% 78,40% 77,60% 76,80% 76,00%
Uiteraard is de consequentie dat, als geld wordt belegd in beleggingsfondsen, koersen van onderliggende waarden schommelen en daardoor de koersen van de fondsen. Het is verstandig om het te kiezen percentage van de switchlimiet hierop af te stemmen. Aandelenfondsen kennen doorgaans meer koersschommelingen dan vastrentende fondsen. Als bij aandelenfondsen wordt gekozen voor een switchlimiet met een naar verhouding laag percentage, dan is de mogelijkheid aanwezig dat de participaties wellicht onnodig worden geswitcht naar het DepositoFonds. Hiermee wordt dan wel het verlies genomen, terwijl mogelijke koersstijgingen verloren gaan.
44
7.5.3 Waarop is de switchlimiet niet van toepassing? Kiezen voor switchlimiet is niet mogelijk als u gekozen heeft voor het RendementsKompas. Hiervoor geldt dat er automatisch switches worden doorgevoerd welke gekoppeld zijn aan de resterende beleggingshorizon. Een combinatie van de switchlimiet met het DepositoFonds en/of de sectorfondsen (ICT-, Farmacie- en FinancieelFonds) is ook niet mogelijk.
7.6 Switchen 7.6.1 Tussen beleggingsfondsen: De klant mag tweemaal per jaar gratis switchen tussen de verschillende beleggingsfondsen. Iedere volgende switch kost 0,5% van de te switchen waarde, vermeerderd met € 45,38 administratiekosten. De verwerkingsdatum is de eerste werkdag volgend op de datum waarop het schriftelijke switchverzoek door Generali is ontvangen. 7.6.2 Van SpaarHypotheekRekening naar beleggingsfondsen: Switchen kan altijd gratis op de renteherzieningsdatum. De klant dient Generali hiervan tijdig op de hoogte te stellen. (Een gedeelte van) het saldo van de SpaarHypotheekRekening wordt dan overgeheveld naar de door de klant aan te geven beleggingsfondsen. 7.6.3 Van beleggingsfondsen naar SpaarHypotheekRekening: Dit is twee keer per jaar gratis mogelijk. Ook hiervoor geldt dat een tijdige melding aan Generali van belang is. Voor de goede orde attenderen wij u erop dat switchen tussen SpaarHypotheekRekening en de beleggingsfondsen consequenties heeft voor de risicodekking. Per kalenderjaar kan maximaal 20% van de hoofdsom van de (deel)lening SpaarToekomstHypotheek worden toegevoegd aan de waarde van de SpaarHypotheekRekening door omzetting vanuit beleggingsfondsen en/of door storting van extra koopsommen. Extra koopsomstortingen worden in mindering gebracht op toegestane boetvrije extra aflossingen op de lening.
7.7 Informatie Indien de klant gebruik maakt van de SpaarHypotheekRekening, ontvangt hij bij aanvang van de hypotheek een overzicht met de waardeontwikkeling van het saldo op de SpaarHypotheekRekening. Van de beleggingen in de Generali Beleggingsfondsen krijgt de klant jaarlijks (voor 31 maart) een overzicht met het precieze verloop van zijn of haar beleggingsfondsen. Dit overzicht geeft aan: u
Hoeveel premies er zijn ingelegd gedurende het kalenderjaar; Welk gedeelte hiervan in de polis is geïnvesteerd; u De premies die voor het overlijdens- en/of arbeidsongeschiktheidsrisico zijn onttrokken; u De verdeling van het aantal participaties in de verschillende beleggingsfondsen; u Dit resulteert in de waarde van de polis aan het begin en het einde van het kalenderjaar. u
Voor de klanten die gebruik maken van de beleggingsfondsen is het mogelijk het koersverloop te volgen via www.generali.nl en diverse landelijke dagbladen. Een aantal dagbladen publiceert dagelijks, dan wel met een zekere regelmaat een overzicht van niet-beursgenoteerde beleggingsfondsen, waartoe ook de beleggingsfondsen van de SpaarToekomstHypotheek behoren.
7.8 Dekkingsmogelijkheden 7.8.1 Risicodekking bij overlijden 7.8.1.1 Algemeen De manier waarop het overlijdensrisico wordt gedekt, is mede afhankelijk van de door de klant gekozen wijze van beleggen/inleggen. Voor het gedeelte van de hypotheek dat wordt afgelost door inleg van spaarpremies op de SpaarHypotheekRekening geldt dat de overlijdensrisicoverzekering kan variëren tussen de 50% en 100% van het verzekerd kapitaal. Dekking op 1 of 2 levens is mogelijk. Wanneer op twee levens verschillende risicodekkingen verzekerd worden, resulteert dit in één verzekering op twee levens met een verzekerd bedrag ter hoogte van de laagste risicodekking. Op het tweede leven volgt dan een afzonderlijke risicoverzekering. Voor het gedeelte van de hypotheek dat wordt afgelost door belegging van spaarpremies in één van de Generali Beleggingsfondsen kan een risicodekking naar keuze worden gesloten. De verzekering is gebaseerd
45
op de flexibele universal life-verzekeringstechniek. Kort gezegd houdt dit onder meer in dat het wijzigen van de verzekering in beginsel te allen tijde mogelijk is. De verzekering gaat bij de berekening van de premie uit van de actuele situatie. Zo wordt uitsluitend het verschil tussen de totale eurowaarde van de beleggingsfondsen en de gewenste risicodekking in acht genomen bij het bepalen van de premie. Consequentie hiervan is: u
dat het wijzigen van dekkingen zeer eenvoudig is; over de gehele looptijd een lage risicopremie kan worden berekend; u dat wanneer de eurowaarde van de polis hoger is dan de gewenste risicodekking een negatieve risicopremie wordt uitgekeerd aan de klant in de vorm van participaties. u
N.B.: een wijziging in de periodiek te betalen risicopremie resulteert niet in een wisselend bij de klant te incasseren totaalpremie. De totaalpremie blijft gelijk, maar wanneer de risicopremie in een periode lager is, wordt het verschil belegd in de beleggingsfondsen en vice versa. 7.8.1.2 Som van de betaalde premies De belangrijkste risicodekking bij inleg in één van de Generali Beleggingsfondsen is: Som van de betaalde premies. Deze vorm is te vergelijken met het klassieke ‘leven met restitutie’. Voor het verschil dat na verloop van tijd ontstaat tussen de aanwezige eurowaarde en de som van de betaalde premies wordt een negatieve risicopremie bijgeschreven. 7.8.1.3 90% of 110% van de aanwezige eurowaarde Gedurende de gehele looptijd wordt ingeval van overlijden ofwel 90%, ofwel 110% van de eurowaarde uitgekeerd. Bij de 90%-vorm is in de loop van de tijd sprake van een negatieve risicopremie en dus een wat hoger eindresultaat dan bij 110% waar juist een risicopremie verschuldigd is. 7.8.1.4 Een gelijkblijvend risicokapitaal Zolang als de klant dit wenst wordt een vast kapitaal uitgekeerd ingeval van overlijden. Zodra de eurowaarde groter is dan dit vaste kapitaal wordt er voor dat meerdere een negatieve risicopremie bijgeschreven. 7.8.1.5 Een gelijkmatig dalend risicokapitaal Vanaf het moment dat de klant dit wenst wordt een kapitaal afgesproken dat jaarlijks lineair daalt. De einddatum van deze dekking hoeft niet synchroon te lopen met de beoogde looptijd, maar kan ook eerder zijn. Een aantal van de voornoemde dekkingen kan weer met elkaar gecombineerd worden. De richtlijnen die hiervoor gelden zijn opgelegd door de Pensioen- & Verzekeringskamer. ‘De som van de betaalde premies’ kan gecombineerd worden met het ‘90% van het eurowaardetarief’. ‘Het gelijkblijvende risicokapitaal’ en ‘het gelijkmatig dalend risicokapitaal’ kunnen gecombineerd worden met het ‘110% van het eurowaardetarief’. De risicodekkingen kunnen ook gesloten worden op 1 of 2 levens. Als de vorm (en het risicobedrag) voor beide verzekerden gelijk is, kan de verzekering stoppen bij het eerste overlijden (combitarief) en doorlopen op het leven van de langstlevende (2 maal één-leventarief). In het laatste geval blijven de dekkingen op de overlevende verzekerde gewoon in stand, met het bijbehorende deel van de eurowaarde. Voor de berekening van de premies wordt, zowel bij de SpaarHypotheekRekening als bij de Beleggingsfondsen, onderscheid gemaakt tussen rokers en niet-rokers. Wanneer de klant switcht, kan dat gevolgen hebben voor de risicoverzekering. 7.8.2 Gevolgen van switchen op de risicoverzekering Switch van SpaarHypotheekRekening naar beleggingsfondsen Het verzekerde overlijdensrisicobedrag blijft in stand maar wordt vanaf dat moment (voor het geswitchte gedeelte) berekend op Universal Life-basis. 7.8.2.1 Switch tussen beleggingsfondsen onderling Dit heeft geen consequenties voor de risicoverzekeringen. 7.8.2.2 Switch tussen beleggingsfondsen en SpaarHypotheekRekening Het verzekerde overlijdensrisicobedrag blijft in stand, maar wordt vanaf dat moment (voor het geswitchte gedeelte) berekend op traditionele basis.
46
7.8.3 Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid Indien dit wordt meeverzekerd hoeft bij arbeidsongeschiktheid van de verzekerde geen premie meer te worden betaald, terwijl de verzekering gewoon blijft bestaan. De vrijgestelde premie is gelijk aan de beoogde premie. Als de verzekering op twee levens wordt afgesloten, gelden alle mogelijkheden voor beide verzekerden, onafhankelijk van elkaar. 7.8.4 AO-rente ter grootte van de woonlasten De woonlasten AO is een arbeidsongeschiktheidsdekking met een vaste uitkering, bedoeld ter dekking van de woonlasten. Zowel bij eigen woningbezit als bij huur. De minimale uitkering is € 2.268,90 per jaar, de maximale € 13.613,41. 7.8.5 Arbeidsongeschiktheid De premiestelling voor de arbeidsongeschiktheidsdekkingen hangt af van een aantal variabelen, die afhankelijk zijn van de persoonlijke situatie van de verzekerde en zijn specifieke wensen: bijvoorbeeld de uitkeringsklasse, de wijze van beoordeling, de definitie van arbeidsongeschiktheid, de beroepsklasse, of het om iemand in loondienst gaat of een zelfstandige en de werkzaamheden van de verzekerde. 7.8.5.1 Uitkeringsklassen De premiestelling voor de arbeidsongeschiktheidsdekkingen hangt af van een aantal variabelen, die afhankelijk zijn van de persoonlijke situatie van de verzekerde en zijn specifieke wensen: bijvoorbeeld de uitkeringsklasse, de wijze van beoordeling, de definitie van arbeidsongeschiktheid, de wachttijd, de beroepsklasse en de werkzaamheden van de verzekerde. Voor de PVA is er voor zelfstandigen keuze uit een 3, 4, 5 of 7-klassensysteem. Voor werknemers bestaat de keuze uit een 3, 4, 5 of 6-klassensysteem. 7.8.5.2 Wachttijden De verzekerde kan kiezen vanaf wanneer de arbeidsongeschiktheidsrente ingaat nadat arbeidsongeschiktheid is vastgesteld. Voor de arbeidsongeschiktheidsdekking PVA voor werknemers staat de wachttijd standaard op 24 maanden. Voor de arbeidsongeschiktheidsdekking woonlasten is er keuze uit 24, 30 of 36 maanden. 7.8.5.3 Beroepsklasse indeling Voor werknemers zijn de beroepen ingedeeld in klassen, waarbij de eerste de lichtste klasse betekent en de hoogste klasse het zwaarste arbeidsongeschiktheidsrisico behelst. De eindleeftijd tot welke de uitkering verzekerd wordt kan zelf gekozen worden, maar het beroep van de verzekerde kan een beperking in deze keuze inhouden en een maximale eindleeftijd voorschrijven. Beroepen, die niet in de beroepenlijst zijn opgenomen, kunnen in overleg met een medewerker van Generali ingedeeld worden. Als bijzonderheid verzekert Generali het arbeidsongeschiktheidsrisico op verzoek tot het 70-ste jaar van de verzekerde. Dit geldt voor het na-eerstejaars-risico, woonlasten en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Voorwaarde is dan wel dat de verzekering is ingegaan voor het 55-ste jaar van de verzekerde en de arbeidsongeschiktheid moet zijn ingetreden voor het 65-ste jaar.
7.9 Aanvullende mogelijkheden 7.9.1 Premiedepot De premie kan worden betaald via een premiedepot dat wordt aangehouden bij Generali. Het depot wordt dan gebruikt om gedurende een overeengekomen periode de spaarpremies te voldoen. Aan de omvang en de looptijd van het depot zijn geen bijzondere voorwaarden gesteld. De rentevergoeding is gekoppeld aan de duur (naar beneden afgerond) van het premiedepot. De depotrentevergoeding is dus niet afhankelijk van de rentevast periode of rentecontract termijn van de hypotheek. Indien uit het depot gedurende een aantal jaren een hoge storting wordt gefinancierd, geldt dat over deze hoge stortingen een andere (lagere) rentevergoeding in het premiedepot gegeven wordt dan die voor de doorlopende premies geldt. De reden hiervoor is dat dit geld kort vaststaat, waardoor een lagere rente vergoed kan worden. De rente wordt jaarlijks achteraf op de depotrekening bijgeschreven. Het premiedepot dient minimaal € 4.537,80 te bedragen. Bij het aanvragen van de verzekering worden de gegevens van het te gebruiken premiedepot ook kenbaar gemaakt, zoals onder andere de hoogte en de duur van het depot. Generali zal
47
een premiedepot akte opstellen en toesturen met het verzoek deze door de verzekeringnemer te laten ondertekenen. Generali incasseert de premie van de verzekering uit het premiedepot. Het saldo van het premiedepot is altijd voor de verzekeringnemer opvraagbaar. Het tegoed in het depot valt in fiscale zin in Box III. Afhankelijk van de omvang van het depot, het overige vermogen in Box III en de vrijstelling Vermogensrendementsheffing is het mogelijk dat uw klant hierover Vermogensrendementsheffing verschuldigd is. Generali verzorgt de verplichte jaarlijkse opgave aan de Belastingdienst. Op de passeerdatum van de hypotheek (en dus de ingangsdatum van de verzekering) dient het bedrag van het premiedepot door de verzekeringnemer overgemaakt te worden naar rekeningnummer: u Spaarhypotheekrekening: u
24.11.44.906 o.v.v. “nota 0013” en het polisnummer; Beleggingsfondsen: 24.06.94.139 o.v.v. “premiedepot” en het polisnummer.
Wanneer er door de klant een bepaald bedrag uit het premiedepot wordt opgenomen, anders dan ten behoeve van premiebetaling, houdt Generali 1% van het opgenomen bedrag in. Deze inhouding is een vergoeding voor administratiekosten en boeterente. 7.9.2 Hoog/laag-constructies Zowel bij aanvang als gedurende de looptijd kunnen extra premiestortingen worden gedaan. Stortingen met een premiedepot behoren eveneens tot de mogelijkheden. Bij een extra premiestorting wordt de risicopremie aangepast per de eerstvolgende premiebetaling. Indien wordt belegd in de fondsen zijn er geen beperkingen voor wat betreft hoog/laag-constructies. In fiscale zin gelden uiteraard wel de gegeven bandbreedten 10:1. Bij inleg in de SpaarHypotheekRekening kan vooraf maximaal rekening worden gehouden met 3 hoge stortingen. Indien gewenst kan na deze periode jaarlijks een extra hoge storting rechtstreeks in de polis worden gedaan. 7.9.3 Bijzondere mogelijkheden Onder bepaalde voorwaarden is het mogelijk om een opname te doen uit de in de beleggingsfondsen opgebouwde kapitalen. Beperkende voorwaarden kunnen zijn: fiscale grenzen en de waardeontwikkeling van de beleggingsfondsen in relatie tot de waarde van het onderpand. Indien de klant dat wenst kan een premiepauze worden afgesproken. De dekkingen van de verzekeringen blijven in stand, maar de premie behoeft niet door de klant te worden voldaan. Deze wordt onttrokken aan de in de polis aanwezige eurowaarde. Deze situatie kan voortduren zolang de eurowaarde voldoende is. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met de voor de afbetaling van de lening benodigde waarde c.q. de ontwikkeling daarvan.
7.10 Acceptatienormen 7.10.1 Medische acceptatie Afhankelijk van de verzekerde (risico)bedragen bij aanvang van de verzekering is bij het sluiten van de verzekering of bij tussentijdse verhoging hiervan bepaalde informatie over de gezondheidstoestand van de kandidaat-verzekerde(n) nodig. De benodigde informatie kan bestaan uit: een eigen gezondheidsverklaring, een keuring door een huisarts (niet zijnde de eigen huisarts), een keuring door een internist. Generali behoudt zich het recht voor om van de genoemde grenzen af te wijken. Boven € 300.000,- overlijdensrisico en/of € 35.000,- invaliditeitsrisico, rekening houdend met reeds bij Generali of bij andere maatschappijen gesloten verzekeringen, houdt een keuring onder meer een bloedonderzoek in naar HIVantistoffen en naar cholesterolgehalte. De kosten van een noodzakelijk geacht medisch onderzoek zijn voor rekening van Generali. Grenzen gezondheidswaarborgen Gezondheidsverklaring Huisartsenkeuring Internistenkeuring Overlijdensrisico tot en met € 300.000,- tot € 550.000,- vanaf € 550.000,Invaliditeitsrisico tot € 75.000,- vanaf € 75.000,-
48
Hoofdstuk 8
BeleggersHypotheek
8.1 Productbeschrijving 8.1.1 Algemeen De BeleggersHypotheek is een effectenhypotheek, een aflossingsvorm waarbij één of meerdere beleggingsrekeningen aan een hypotheek worden verbonden. Eventueel kan er ook een overlijdensrisicoverzekering aan de hypotheek worden verpand (maatschappij naar keuze). De inleg kan, afhankelijk van bij welke vermogensbeheerder de rekening is ondergebracht, voldaan worden door middel van een eerste maximale hoge storting of een minimale eerste inleg gevolgd door maandelijkse inleg. De BeleggersHypotheek kan worden afgesloten als volledige financiering en als deellening. Per leningdeel zijn maximaal twee beleggingsrekeningen mogelijk, welke afzonderlijk kunnen worden verpand. Een groot scala aan rentevastperioden is mogelijk. Op de BeleggersHypotheek hanteren wij een maximale verstrekking van 125% van de executiewaarde. De BeleggersHypotheek wordt tevens verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie. Voor de volledigheid wordt verwezen naar het actuele Hypotrust Rente- en productenoverzicht. Op de lening zijn de Algemene Voorwaarden van Hypotrust (AV2008) van toepassing. Op de product specifieke elementen is Clausuleblad BELHYP029 van toepassing. 8.1.2 Beleggingsfondsen Bij de BeleggersHypotheek van Hypotrust kunnen producten worden afgesloten van: u Fondsenmozaïek, een initiatief van het Noordnederlands Effektenkantoor.
8.2
Noordnederlands Effektenkantoor
8.2.1 Fondsenmozaïek Fondsenmozaïek is een vermogensbeheerproduct van NNEK (Noordnederlands Effektenkantoor) B.V. Binnen Fondsenmozaïek zijn er vijf beleggingsportefeuilles, elk met een eigen risicorendementsverhouding: Waakzaamheid Plus, Waakzaamheid, Balans, Welvaart en Welvaart Plus. Fondsenmozaïek spreidt het vermogen over de beleggingscategorieën aandelen, obligaties, vastgoed en liquiditeiten. Binnen deze beleggingscategorieën wordt belegd in zorgvuldig geselecteerde beleggingsfondsen. De selectie van de beleggingsfondsen is mede gericht op het optimaal in stand houden van het risicorendementsprofiel van de betreffende beleggingsportefeuille. De beleggingsportefeuille wordt geadministreerd via een beleggingsrekening bij Stichting Noordnederlandse Beleggingsgiro. Met behulp van het beleggersprofiel kan uw klant de meest geschikte beleggingsportefeuille vaststellen. De Fondsenmozaïek valt niet onder de Wft en (het Nationaal Regime van) de MiFID. NNEK neemt bij Fondsenmozaïek de zorgplicht en de verantwoordelijkheid van het intermediair over. Ook een Financiële bijsluiter is voor Fondsenmozaïek niet van toepassing, omdat er sprake is van een combinatie van een product (geld) en een dienst (individueel vermogensbeheer). 8.2.2 Rekenrendement Bepaling van de (maandelijkse) inleg gebeurt aan de hand van het gekozen rendementspercentage met een maximum van 8%. Indien u de inleg wilt bepalen met een lager rekenrendement, dan is dat mogelijk. Hierdoor wordt de maandelijkse inleg dus hoger. Verwachte rendementen zijn gebaseerd op het verleden en geven geen garantie voor de toekomst. Door koersfluctuaties is het mogelijk dat uw klant risico’s loopt bij het opbouwen van het benodigde eindkapitaal. Aan de hand van het gekozen rekenrendement dient aan het einde van de looptijd de waarde op de beleggingsrekening toereikend te zijn om de BeleggersHypotheek af te lossen. 8.2.3 Inleg De u u u
inleg kan op de volgende wijze plaatsvinden: Eenmalige storting vanaf € 5.000,-; óf Eenmalige storting vanaf € 2.500,- + (verplichte) periodieke vervolgstorting vanaf € 50,- per maand; óf Periodiek storten vanaf € 100,- per maand.
49
8.2.4 Incassotraject De automatische incasso voor de inleg op de beleggersrekening wordt gedaan door het NNEK. De incasso gebeurt op de laatste werkdag van de maand minus 4 werkdagen, zodat op de eerste werkdag van de maand de beleggingen voor de klant kunnen worden gedaan. In verband met bankdagen zal Fondsenmozaïek de bedragen pas enkele werkdagen later ontvangen. Voor eventuele verschillen die ontstaan in de koers is noch het NNEK noch Fondsenmozaïek noch Hypotrust verantwoordelijk. Een eventuele eerste storting wordt in mindering gebracht bij de opmaak van de afrekening. Dit bedrag zal op de datum van passeren worden overgemaakt naar de fondsbeheerder. 8.2.5 Starten bij Fondsenmozaïek De klant bepaalt zijn/haar beleggersprofiel. Vervolgens wordt het Openingsformulier Fondsenmozaïek volledig ingevuld. Het formulier stuurt u na invulling, parafering en ondertekening samen met kopie van een geldige legitimatie naar Fondsenmozaïek. Er wordt voor de klant een beleggingsrekening geopend bij Stichting Noordnederlandse Beleggersgiro, de klant ontvangt meteen het nummer van deze rekening. Het te beleggen bedrag stort de klant op rekening 22.35.08.810 van Stichting Noordnederlandse Beleggersgiro onder vermelding van het nummer van de beleggingsrekening. 8.2.6 Switchen Indien de uitgangspunten van uw beleggersprofiel -bijvoorbeeld door het dichterbij komen van de beleggingshorizon- zijn veranderd dan kan de klant overwegen naar één van de andere portefeuilles te switchen. Een switch begint altijd met het opnieuw invullen van een beleggersprofiel. Daarna dit beleggersprofiel samen met het opdrachtformulier na invulling, ondertekening en datering opsturen aan Fondsenmozaïek. De switch zal vervolgens zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Overmaken naar de beleggingsrekening Rekeningnummer: 22.35.08.810 Naam rekeninghouder: Stichting Noordnederlandse Beleggersgiro Plaats: Groningen Referentie:
Belangrijk om te weten: Indien bij een overboeking het nummer van de beleggingsrekening als referentie ontbreekt, kan de opdracht niet worden uitgevoerd. De overboeking zal dan worden teruggestort. 8.2.7 Overzichten Na elke opdracht ontvangt de klant een transactieoverzicht waarop de details van de uitgevoerde transactie staan vermeld. Elk kwartaal ontvangt de klant een overzicht van de samenstelling van de portefeuille en de waarde daarvan. Via de website www.fondsenmozaiek.nl kan de klant altijd de samenstelling en waarde van de portefeuille raadplegen. 8.2.8 Opnamemogelijkheid De klant heeft de mogelijkheid tot het doen van opnames van de verpande beleggingsrekening voor zover de werkelijke waarde hoger is dan 8% + € 1.100,- (doellijn). Het minimaal op te nemen bedrag bedraagt eveneens € 1.100,-. Deze opname dient van tevoren ter goedkeuring aan Hypotrust te worden voorgelegd. Na akkoord van Hypotrust kan de klant deze opdracht ter uitvoering voorleggen aan NNEK. Is de waarde van de beleggingsrekening op enig moment lager dan de doellijn, dan is de klant niet verplicht tot het doen van een bijstorting. Om onttrekkingen te vereenvoudigen kan de klant een extra (niet verpande) beleggingsrekening openen. Deze staat dan tot vrije beschikking van de klant (er is geen goedkeuring van Hypotrust voor opnames vereist). Vanuit de beleggingsrekening kan de klant op verschillende wijzen verkopen. De opdracht tot verkoop zal altijd middels het opdrachtformulier gaan.
50
8.2.9 Tegenrekening Fondsenmozaïek heeft de faciliteit van ‘automatische overboeking’. Deze automatische overboeking kan per maand, kwartaal, halfjaar of per jaar plaatsvinden. De overboeking kan naar elke door de klant vooraf opgegeven bank/girorekening geschieden. De tegenrekening van de automatische overboeking is de betaalrekening van de klant. Alleen in situaties waarbij de geldverstrekker een andere tegenrekening van belang acht kan hiervan, bij wijze van uitzondering, worden afgeweken. In geval deze automatische overboeking van een verpande beleggingsrekening geschiedt, moeten zowel Hypotrust als de rekeninghouder(s) tekenen voor akkoord. 8.2.10 Aflossen en extra aflossingen (boetevrij) Aan het einde van de looptijd moet het saldo van de (verpande) beleggingsrekening gebruikt worden om de hypothecaire lening af te lossen. Indien aan het einde van de looptijd eveneens een verpande verzekering tot uitkering komt, wordt deze als eerste aangewend ter aflossing en daarna de waarde van de verpande beleggingsrekening. Gedeeltelijke aflossingen op de lening kunnen leiden tot aanpassing op de hoogte van de inleg en/of het te bereiken eindkapitaal. Aanpassing van de maandelijkse inleg dient expliciet aangevraagd te worden en is tevens afhankelijk van de waarde op de beleggingsrekening. Dit kan éénmaal per kalenderjaar worden gedaan. Boetevrij aflossen is toegestaan tot 15% van de oorspronkelijke hoofdsom per jaar. Zie verder hoofdstuk 2.16.1 Boetevrij aflossen. Bij het aflossen van de hypothecaire geldlening kan de waarde van de beleggingsrekeningen aangehouden worden bij Stichting Noordnederlandse Beleggersgiro, mits de hypothecaire geldlening is afgelost.
8.3 Aanvullende acceptatienormen 8.3.1
Inkomen uit vermogen De doellijn moet zodanig gesteld zijn dat er op einddatum voldoende kapitaal is opgebouwd om de (deel) lening af te kunnen lossen. Bij aanvang van de hypotheek wordt een éénmalige toestemming gegeven om de aanvullende rentelast te onttrekken. Als de klant bij het aanvragen van de offerte aangeeft dat hij een hogere periodieke onttrekking wenst, wordt hier bij het bepalen van de doellijn rekening mee gehouden. In de hypotheekofferte wordt dan toestemming gegeven voor de aanvullende periodieke onttrekking. Voor zowel de onttrekking van de rente als de aanvullende periodieke onttrekking wordt altijd uitgegaan van de looptijd van de lening. Als de klant een éénmalige extra onttrekking wil doen en er is geleend op basis van inkomen uit vermogen dan kan dat, maar pas 3 jaar na het afsluiten van de hypotheek. De door Hypotrust gestelde doellijn zal bepalend zijn. Hypotrust vergelijkt haar doellijn met de daadwerkelijk opgebouwde waarde en betaalt de aanvullende onttrekking conform het clausuleblad uit.
8.4 Bevoorschotting en risicoklassen Een maximale verstrekking van 125% van de executiewaarde of 104% van de marktwaarde (en eventuele overdrachtsbelasting wordt gehanteerd. De waardeopbouw gedurende de looptijd wordt niet gezien als risicoverminderend en heeft geen effect op de risicoklasse en het daarbij behorende rentetarief.
8.5 Risicoverzekering 8.5.1 Algemeen Een aanvullende risicoverzekering moet worden gesloten voor het deel boven de 75% van de executiewaarde (zie hoofdstuk 2.18.2 Risicoverzekering). Voor de BeleggersHypotheek telt een verpande eerste hoge storting op een beleggingsrekening mee in de bepaling van de minimale benodigde risicoverzekering. Dat wil zeggen dat de verplichte risicoverzekering verlaagd kan worden door het doen van een eerste hoge storting.
51
8.6 Verpanding van de beleggingsrekening(en) 8.6.1 Eerste hoge storting ineens, géén vervolginleg De klant heeft een bedrag ineens beschikbaar dat voldoende is om op einddatum de gehele (deel)lening af te lossen op basis van het gekozen rendementspercentage (max. 8%). De beleggingsrekening wordt verpand. 8.6.2 Eerste hoge storting én maandelijkse inleg De klant heeft een bedrag ineens beschikbaar dat onvoldoende is om op einddatum de gehele (deel)lening af te lossen, daarnaast is er een maandelijkse inleg op basis van het gekozen rendementspercentage (max. 8%). De beleggingsrekening wordt verpand. 8.6.3 Inleg hoger dan noodzakelijk om de deellening af te lossen Indien de klant een hogere inleg wenst te doen dan noodzakelijk is om op einddatum de (deel)lening af te lossen, dan kan deze hogere inleg op een niet verpande beleggingsrekening worden gestort. Dit vereenvoudigt eventuele toekomstige opnames. Deze beleggingsrekening staat ter vrije beschikking van de klant.
52
Hoofdstuk 9 Spaar OK Hypotheek 9.1 Productbeschrijving De Spaar OK Hypotheek is, net als de Zeker Weten Hypotheek een aantrekkelijke hypotheeklijn naast het standaard assortiment van Hypotrust. Ook bij de Spaar OK Hypotheek vormt de basis een spaarhypotheek. Daarnaast kunnen ook andere aflosvormen gekozen worden. De Spaar OK Hypotheek is voor iedereen een complete en flexibele hypotheek met bijzonder lage maandlasten. De maandlasten blijven extra laag doordat er geen opslag geldt op de rentetarieven voor de spaarhypotheek.
9.2 Aflosvormen
De Spaar OK Hypotheek kent de volgende aflosvormen: u spaar (minimaal 50% van het bedrag van de hypothecaire lening); u aflossingsvrij; u lineair; u annuïtair.
De basis van de Spaar OK Hypotheek is een spaarhypotheek. Minimaal 50% van de hoofdsom van de Spaar OK Hypotheek bestaat uit een spaarhypotheek. Voor de overige 50% kan uw klant kiezen uit de genoemde aflosvormen. Uiteraard kan de Spaar OK Hypotheek ook als volledige spaarhypotheek worden gesloten. Voor de Spaar OK Hypotheek kunt u ook een overbruggingshypotheek sluiten. Hiervoor geldt eveneens een aantrekkelijke rente.
9.3 Verzekering
De verzekering van de spaarhypotheek is een scherp geprijsde verzekering van Argenta-Life Nederland N.V. Het overlijdensrisicodeel van deze gemengde verzekering betreft een gelijkblijvend risico. Uw klant kan de hoogte van het verzekerde bedrag vrij bepalen. De hoogte van het bedrag kan tijdens de looptijd flexibel worden aangepast. Uiteraard zolang men aan de voorwaarden vanuit de hypotheeklening blijft voldoen. De levensverzekering gekoppeld aan de aflossingsvorm leven kunt u naar keuze bij iedere verzekeraar sluiten; mits de verzekeraar onder toezicht staat van de Verzekeringskamer. Een aantal kenmerken: u De maximale eindleeftijd van de spaarpolis is 75 jaar; u Spaarhypotheek kent geen opslag; u Kapitaal bij leven en overlijden dient gelijk te zijn aan het spaarleningdeel; u Tenminste 50% van de hoofdsom moet bestaan uit een spaarhypotheek. Dit deel dient zowel dekking bij leven als bij overlijden te omvatten; u Een voorlopige dekking is mogelijk; u De maximale voorlopige overlijdensdekking bedraagt € 150.000,-; u De maximale duur van de voorlopige overlijdensdekking is 9 maanden, van tijdstip medisch akkoord tot de passeerdatum en ingang polis; u Een eerste hoge of extra storting is mogelijk. Er is geen minimum vastgesteld voor eerste hoge of extra storting; u Een eerste hoge premiestorting is mogelijk bij aanvang van de verzekering; een extra storting ten allen tijde gedurende de looptijd van de polis; u De totaal betaalde premie in het aanvangsjaar kan niet meer bedragen dan 10 keer de reguliere jaarpremie; u Extra stortingen zijn alleen mogelijk na akkoord van Argenta-Life Nederland N.V.; u Partnerverklaring is mogelijk; u Geen aparte tarieven voor “niet-rokers”; u Er vindt altijd een medische keuring plaats bij verzekerde bedragen vanaf € 250.000,-, vanaf € 350.000,- vindt er een internistenkeuring plaats.u Er is geen minimum maandpremie vastgesteld. Het minimaal verzekerd spaarkapitaal dient minimaal € 25.000,- te bedragen.
De algemene voorwaarden Hypotheekverzekering Argenta-Life Nederland N.V. zijn van toepassing op de spaarverzekering.
53
9.4 Rente 9.4.1 Rentevariant De Spaar OK Hypotheek biedt alleen de ProfijtRente als rentevariant aan. Zie verder § 4.2. Een aantal kenmerken van de ProfijtRente: u Mogelijk bij aankoop bestaande bouw en oversluiten, nieuwbouw niet mogelijk; u Passeren binnen 3 maanden na datum offerte; u De in de offerte vermelde rente is de rente die u gaat betalen na passeren; u Meeneem- en verhuisregeling van toepassing; u Geen 3% boete bij verkoop en geen annuleringskosten na geaccepteerde offerte. 9.4.2 Rentetarieven De rentetarieven zijn gelijk voor alle aflosvormen. Voor de spaarhypotheek geldt dus geen opslag.
De Spaar OK Hypotheek kent de volgende rentevastperiodes: u 3 maands variabel (op basis van Euribor); u 1 jaar vast; u 3 jaar vast; u 5 jaar vast; u 6 jaar vast; u 7 jaar vast; u 10 jaar vast. Overbruggingsrente is een 1 maands Euribor met een overbruggingsopslag. Het is mogelijk om de verschillende rentevastperiodes met elkaar te combineren. Voor de 3 maands variabel is de Variabele Rente Clausule, VR1106-A, van toepassing. Voor de overige rentevastperiodes is de Profijt Clausule, PV0803, van toepassing. De rentetarieven wijken af van de rentetarieven van het standaard assortiment van Hypotrust. Bij iedere rentewijziging voor de Spaar OK Hypotheek ontvangt u een rentebericht van Hypotrust. De tarieven worden ook gepubliceerd op het internet en extranet van Hypotrust, naast de tarieven voor het standaard Hypotrust assortiment.
9.5 Algemene voorwaarden
De Algemene voorwaarden (AV2008) van Hypotrust zijn ook van toepassing op de Spaar OK Hypotheek. e algemene voorwaarden Hypotheekverzekering Argenta-Life Nederland N.V. zijn van toepassing op D de spaarverzekering.
9.6 Afsluitvergoeding en bemiddelingsregeling u Uw
klant betaalt voor een Spaar OK Hypotheek geen afsluitvergoeding; De Spaar OK Hypotheek is een zerohypotheek: u spreekt uw vergoeding zelf af met uw klant; u Voor de verzekering van de spaarhypotheek ontvangt u geen aparte vergoeding van de verzekeraar; u Voor een overbruggingskrediet is geen afsluitprovisie van toepassing; u Voor onderhandse verhoging, verhuisregeling en 2e hypotheken zal ook geen afsluitprovisie van toepassing zijn. u
54
Hoofdstuk 10
Verkoopondersteuning
10.1 Algemeen Elk intermediair die zaken doet met Hypotrust komt in aanmerking voor de volgende ondersteunende diensten: u Uw
eigen Hypotrust Account Manager voor directe communicatielijnen en persoonlijk contact; Brochures en ander promotiemateriaal voor de consument; u Posters en ander verkoopondersteunend materiaal; u Productkaarten en handleidingen; u Workshops en trainingen; u Digitale nieuwsbrieven; u Het Hypotrust Extranet heeft de volgende voordelen: - Alle actuele productinformatie en rentetarieven; - De online Handleiding Intermediair, altijd up-to-date; - Uw persoonlijke informatie; - De mogelijkheid om verkoopmateriaal te bestellen en/of te downloaden; - Alle nieuwsberichten met archief. u
Het extranet is bereikbaar op het Internet via www.hypotrust.nl. Heeft u geen inlogcode, dan kunt u deze opvragen via onze internetsite of per e-mail contact opnemen met de afdeling Marketing & Sales: [email protected]. Heeft u ideeën over hoe we onze samenwerking verder kunnen optimaliseren? Dan horen wij dit natuurlijk graag.
55
Bijlage I Belangrijke internetadressen, telefoon- en faxnummers Hypotrust Algemeen Marketing en Sales
telefoon telefoon fax internet e-mail (algemeen) e-mail (marketing)
010 - 242 10 00 010 - 242 10 02 010 - 242 10 90 www.hypotrust.nl [email protected] [email protected]
Overige belangrijke telefoon- en faxnummers Generali Vragen over de SpaarToekomstHypotheek
telefoon fax e-mail internet
020 - 6601604 020 - 6601644 [email protected] www.generali.nl
Noordnederlands Effektenkantoor
telefoon fax e-mail internet
050 - 3161819 050 - 3171901 [email protected] www.nnek.nl
Cardif Voor vragen over verzekeringen in combinatie met Zeker Weten Hypotheek en Hypotrust Trend
telefoon fax
0162 - 486000 0162 - 486001
ALN
telefoon fax
010 - 2421000 010 - 2421090
Autoriteit Financiële Markten
internet
www.afm.nl
Ministerie van VROM
telefoon internet
070 - 3395050 www.minvrom.nl
Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen
telefoon e-mail internet
079 - 3682840 [email protected] www.nhg.nl
Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KIFID)
internet
www.kifid.nl
56
Bijlage II Toetsinkomen
1. Woonquotes Nibud 2011 tot 65 jaar Toetsrente ≤ 5,00%
5,01 t/m 5,50%
5,51 t/m 6,00%
6,01 t/m 6,50%
≥ 6,51
€ 0,-
20,3%
20,8%
21,3%
21,8%
22,3%
€ 18.500,-
20,3%
20,8%
21,3%
21,8%
22,3%
€ 19.000,-
21,8%
22,3%
22,8%
23,3%
23,8%
€ 19.500,-
23,0%
23,5%
24,0%
24,5%
25,0%
€ 20.000,-
24,0%
24,5%
25,0%
25,5%
26,0%
€ 20.500,-
25,0%
25,6%
26,2%
26,8%
27,4%
€ 21.000,-
25,6%
26,2%
26,8%
27,4%
28,0%
€ 21.500,-
26,4%
27,1%
27,8%
28,5%
29,2%
€ 22.000,-
27,1%
27,8%
28,5%
29,2%
29,9%
€ 22.500,-
27,8%
28,5%
29,2%
29,9%
30,6%
€ 23.000,-
28,4%
29,2%
30,0%
30,8%
31,6%
€ 23.500,-
29,0%
29,8%
30,6%
31,4%
32,2%
€ 24.000,-
29,4%
30,3%
31,2%
32,1%
33,0%
€ 38.500,-
29,5%
30,4%
31,3%
32,2%
33,1%
€ 39.500,-
29,6%
30,5%
31,4%
32,3%
33,2%
€ 40.000,-
29,7%
30,6%
31,5%
32,4%
33,3%
€ 41.000,-
29,8%
30,7%
31,6%
32,5%
33,4%
€ 41.500,-
29,9%
30,8%
31,7%
32,6%
33,5%
€ 42.500,-
30,0%
30,9%
31,8%
32,7%
33,6%
€ 43.000,-
30,1%
31,0%
31,9%
32,8%
33,7%
€ 43.500,-
30,2%
31,1%
32,0%
32,9%
33,8%
€ 44.000,-
30,3%
31,2%
32,1%
33,0%
33,9%
€ 44.500,-
30,5%
31,4%
32,3%
33,2%
34,1%
€ 45.000,-
30,6%
31,5%
32,4%
33,3%
34,2%
€ 45.500,-
30,7%
31,6%
32,5%
33,4%
34,3%
€ 46.000,-
30,8%
31,7%
32,6%
33,5%
34,4%
€ 46.500,-
30,9%
31,8%
32,7%
33,6%
34,5%
€ 47.000,-
31,0%
32,0%
33,0%
34,0%
35,0%
€ 47.500,-
31,1%
32,1%
33,1%
34,1%
35,1%
€ 48.000,-
31,2%
32,2%
33,2%
34,2%
35,2%
€ 48.500,-
31,3%
32,3%
33,3%
34,3%
35,3%
€ 49.000,-
31,4%
32,4%
33,4%
34,4%
35,4%
€ 49.500,-
31,5%
32,5%
33,5%
34,5%
35,5%
€ 50.000,-
31,6%
32,6%
33,6%
34,6%
35,6%
€ 50.500,-
31,7%
32,7%
33,7%
34,7%
35,7%
€ 51.000,-
31,8%
32,8%
33,8%
34,8%
35,8%
€ 51.500,-
31,9%
32,9%
33,9%
34,9%
35,9%
€ 52.000,-
32,0%
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
€ 52.500,-
32,0%
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
€ 53.000,-
32,1%
33,1%
34,1%
35,1%
36,1%
€ 53.500,-
32,2%
33,2%
34,2%
35,2%
36,2%
€ 54.000,-
32,3%
33,3%
34,3%
35,3%
36,3%
€ 54.500,-
32,4%
33,4%
34,4%
35,4%
36,4%
€ 55.000,-
32,5%
33,5%
34,5%
35,5%
36,5%
€ 55.500,-
32,7%
33,7%
34,7%
35,7%
36,7%
57
€ 56.000,-
32,8%
33,8%
34,8%
35,8%
36,8%
€ 56.500,-
32,9%
33,9%
34,9%
35,9%
36,9%
€ 57.000,-
33,0%
34,0%
35,0%
36,0%
37,0%
€ 57.500,-
33,1%
34,1%
35,1%
36,1%
37,1%
€ 58.000,-
33,2%
34,2%
35,2%
36,2%
37,2%
€ 60.000,-
33,7%
34,8%
35,9%
37,0%
38,1%
€ 62.000,-
34,1%
35,2%
36,3%
37,4%
38,5%
€ 64.000,-
34,5%
35,6%
36,7%
37,8%
38,9%
€ 66.000,-
34,8%
35,9%
37,0%
38,1%
39,2%
€ 68.000,-
35,2%
36,3%
37,4%
38,5%
39,6%
€ 70.000,-
35,7%
36,8%
38,0%
39,1%
40,2%
€ 72.000,-
36,1%
37,2%
38,3%
39,4%
40,5%
€ 74.000,-
36,3%
37,4%
38,5%
39,6%
40,7%
€ 76.000,-
36,4%
37,5%
38,6%
39,7%
40,8%
€ 78.000,-
36,6%
37,8%
39,0%
40,2%
41,4%
€ 80.000,-
36,7%
37,9%
39,1%
40,3%
41,5%
€ 82.000,-
36,8%
38,1%
39,4%
40,7%
42,0%
€ 86.000,-
36,9%
38,2%
39,5%
40,8%
42,1%
€ 90.000,-
37,0%
38,3%
39,6%
40,9%
42,2%
€ 110.000,- en hoger
37,0%
38,3%
39,6%
40,9%
42,2%
58
2. Woonquotes Nibud 2011 vanaf 65 jaar Toetsinkomen €
Toetsrente ≤ 5,00%
5,01 t/m 5,50%
5,51 t/m 6,00%
6,01 t/m 6,50%
≥ 6,51%
0,-
19,5%
19,7%
19,9%
20,1%
20,3%
€ 19.000,-
19,5%
19,7%
19,9%
20,1%
20,3%
€ 19.500,-
21,0%
21,2%
21,4%
21,6%
21,8%
€ 20.000,-
22,5%
22,7%
22,9%
23,1%
23,3%
€ 20.500,-
23,9%
24,1%
24,3%
24,5%
24,7%
€ 21.000,-
25,2%
25,4%
25,6%
25,8%
26,0%
€ 21.500,-
26,1%
26,3%
26,5%
26,7%
26,9%
€ 22.000,-
26,6%
26,8%
27,0%
27,2%
27,4%
€ 22.500,-
27,1%
27,3%
27,5%
27,7%
27,9%
€ 23.000,-
27,6%
27,8%
28,0%
28,2%
28,4%
€ 23.500,-
28,1%
28,3%
28,5%
28,7%
28,9%
€ 24.000,-
28,5%
28,8%
29,1%
29,4%
29,7%
€ 24.500,-
28,9%
29,2%
29,5%
29,8%
30,1%
€ 25.000,-
29,0%
29,3%
29,6%
29,9%
30,2%
€ 25.500,-
29,2%
29,6%
30,0%
30,4%
30,8%
€ 26.000,-
29,3%
29,7%
30,1%
30,5%
30,9%
€ 26.500,-
29,5%
30,0%
30,5%
31,0%
31,5%
€ 27.000,-
29,6%
30,1%
30,6%
31,1%
31,6%
€ 27.500,-
29,7%
30,2%
30,7%
31,2%
31,7%
€ 28.000,-
29,9%
30,4%
30,9%
31,4%
31,9%
€ 28.500,-
30,1%
30,6%
31,1%
31,6%
32,1%
€ 29.000,-
30,3%
30,8%
31,3%
31,8%
32,3%
€ 29.500,-
30,5%
31,0%
31,5%
32,0%
32,5%
€ 30.000,-
30,7%
31,2%
31,7%
32,2%
32,7%
€ 30.500,-
31,0%
31,5%
32,0%
32,5%
33,0%
€ 31.000,-
31,2%
31,7%
32,2%
32,7%
33,2%
€ 31.500,-
31,4%
31,9%
32,4%
32,9%
33,4%
€ 32.000,-
31,7%
32,2%
32,7%
33,2%
33,7%
€ 32.500,-
31,9%
32,4%
32,9%
33,4%
33,9%
€ 33.000,-
32,1%
32,6%
33,1%
33,6%
34,1%
€ 33.500,-
32,3%
32,8%
33,3%
33,8%
34,3%
€ 34.000,-
32,5%
33,0%
33,5%
34,0%
34,5%
€ 34.500,-
32,7%
33,2%
33,7%
34,2%
34,7%
€ 35.000,-
33,0%
33,5%
34,0%
34,5%
35,0%
€ 35.500,-
33,3%
33,8%
34,3%
34,8%
35,3%
€ 36.000,-
33,5%
34,0%
34,5%
35,0%
35,5%
€ 36.500,-
33,7%
34,3%
34,9%
35,5%
36,1%
€ 37.000,-
33,9%
34,5%
35,1%
35,7%
36,3%
€ 37.500,-
34,1%
34,7%
35,3%
35,9%
36,5%
€ 38.000,-
34,2%
34,9%
35,6%
36,3%
37,0%
€ 38.500,-
34,4%
35,1%
35,8%
36,5%
37,2%
€ 39.000,-
34,6%
35,3%
36,0%
36,7%
37,4%
€ 39.500,-
34,8%
35,5%
36,2%
36,9%
37,6%
€ 40.000,-
34,9%
35,6%
36,3%
37,0%
37,7%
€ 40.500,-
35,1%
35,8%
36,5%
37,2%
37,9%
€ 41.000,-
35,2%
35,9%
36,6%
37,3%
38,0%
59
€ 41.500,-
35,4%
36,1%
36,8%
37,5%
38,2%
€ 42.000,-
35,5%
36,2%
36,9%
37,6%
38,3%
€ 42.500,-
35,7%
36,4%
37,1%
37,8%
38,5%
€ 43.000,-
36,0%
36,7%
37,4%
38,1%
38,8%
€ 43.500,-
36,2%
36,9%
37,6%
38,3%
39,0%
€ 44.000,-
36,4%
37,1%
37,8%
38,5%
39,2%
€ 44.500,-
37,1%
37,9%
38,7%
39,5%
40,3%
€ 45.000,-
37,3%
38,1%
38,9%
39,7%
40,5%
€ 45.500,-
37,5%
38,3%
39,1%
39,9%
40,7%
€ 46.000,-
37,8%
38,6%
39,4%
40,2%
41,0%
€ 46.500,-
38,0%
38,8%
39,6%
40,4%
41,2%
€ 47.000,-
38,2%
39,0%
39,8%
40,6%
41,4%
€ 47.500,-
38,4%
39,2%
40,0%
40,8%
41,6%
€ 48.000,-
38,7%
39,5%
40,3%
41,1%
41,9%
€ 48.500,-
38,9%
39,7%
40,5%
41,3%
42,1%
€ 49.000,-
39,1%
39,9%
40,7%
41,5%
42,3%
€ 49.500,-
39,3%
40,1%
40,9%
41,7%
42,5%
€ 50.000,-
39,5%
40,3%
41,1%
41,9%
42,7%
€ 50.500,-
39,7%
40,5%
41,3%
42,1%
42,9%
€ 51.000,-
39,9%
40,7%
41,5%
42,3%
43,1%
€ 51.500,-
40,0%
40,8%
41,6%
42,4%
43,2%
€ 52.000,-
40,2%
41,0%
41,8%
42,6%
43,4%
€ 52.500,-
40,4%
41,2%
42,0%
42,8%
43,6%
€ 53.000,-
40,5%
41,3%
42,1%
42,9%
43,7%
€ 53.500,-
40,7%
41,5%
42,3%
43,1%
43,9%
€ 54.000,-
40,9%
41,7%
42,5%
43,3%
44,1%
€ 54.500,-
41,0%
41,8%
42,6%
43,4%
44,2%
€ 55.000,-
41,2%
42,0%
42,8%
43,6%
44,4%
€ 55.500,-
41,3%
42,1%
42,9%
43,7%
44,5%
€ 56.000,-
41,4%
42,2%
43,0%
43,8%
44,6%
€ 56.500,-
41,6%
42,5%
43,4%
44,3%
45,2%
€ 57.000,-
41,7%
42,6%
43,5%
44,4%
45,3%
€ 57.500,-
41,9%
42,8%
43,7%
44,6%
45,5%
€ 58.000,-
42,0%
42,9%
43,8%
44,7%
45,6%
€ 60.000,-
42,4%
43,3%
44,2%
45,1%
46,0%
€ 62.000,-
42,4%
43,4%
44,4%
45,4%
46,4%
€ 64.000,-
42,4%
43,6%
44,8%
46,0%
47,2%
€ 66.000,-
42,4%
43,7%
45,0%
46,3%
47,6%
€ 68.000,-
42,4%
43,8%
45,2%
46,6%
48,0%
€ 78.000,-
42,5%
43,9%
45,3%
46,7%
48,1%
€ 84.000,-
42,6%
44,0%
45,4%
46,8%
48,2%
€ 96.000,-
42,7%
44,1%
45,5%
46,9%
48,3%
€ 98.000,-
42,8%
44,2%
45,6%
47,0%
48,4%
€ 100.000,-
42,9%
44,3%
45,7%
47,1%
48,5%
€ 102.000,-
43,0%
44,4%
45,8%
47,2%
48,6%
€ 104.000,-
43,1%
44,6%
46,1%
47,6%
49,1%
€ 106.000,-
43,2%
44,7%
46,2%
47,7%
49,2%
€ 108.000,-
43,3%
44,8%
46,3%
47,8%
49,3%
€ 110.000,- en hoger
43,4%
44,9%
46,4%
47,9%
49,4%
60
61
62