ZUUR BASE EVENWICHT Afwijkingen in het zuur base evenwicht worden onderverdeeld in respiratoire en metabole acidose, respiratoire en metabole alkalose en gemengde aandoeningen.
1.1 Respiratoire acidose Respiratoire acidose geeft een daling van de bloed pH door opstapeling van CO2 en koolzuur in het lichaam (hypercapnee). De etiologie berust meestal op een hypoventilatie door afwijkingen in de long( vb. verdikkingen alveolaire membraan) of luchtwegen, door ventilatie-perfusie stoornissen of door onderdrukking van het ademhalingscentrum (ziekte – medicatie). Bij deze aandoeningen is er vaak ook een hypoxie aanwezig. Respiratoire acidose kan ook uitgelokt worden door een te hoog CO2 gehalte van de ingeademde lucht, dit komt meestal tijdens anesthesie voor en hoeft niet met hypoxie gepaard te gaan. De acidose veroorzaakt een opname van H+ in de cellen in ruil voor K+, zodat een hyperkaliëmie kan ontstaan. De opstapeling van CO2 kan vasodilatatie doen ontstaan: gebeurt dit in de hersenen dan kan hersenoedeem ontstaan. Als compensatiemechanisme zal het lichaam meer protonen uitscheiden via de urine en meer bicarbonaat weerhouden. De symptomen zijn een mengsel van de primaire symptomen (vb. longpathologie) en symptomen uitgelokt door de acidose, namelijk een snelle ademhaling eventueel evoluerend naar zenuwsymptomen. Bij bloedgasanalyse wordt een lage pH, een hoge PCO2 en compensatoir een hoge bicarbonaat gevonden. De behandeling bestaat vooral uit het opheffen van de onderliggende oorzaak en een stimulatie van de ventilatie (mechanisch, bronchodilatoren, eventueel O2 therapie indien hypoxie). Respiratoire analeptica kunnen helpen indien de hypoventilatie centraal bedongen is, maar kunnen excitatie uitlokken.
1.2 Metabole acidose Bij een metabole acidose is er een daling van de pH en het bicarbonaatgehalte. Compensatoir kan het CO2 gehalte in het bloed dalen. De oorzaak kan berusten op een te sterke zuurproductie of op een bicarbonaat verlies. Een te sterke zuurproductie kan optreden bij: -langdurig vasten of energie tekort, bij langdurige koorts of inspanning en bij diabetes mellitus. Zowel door eiwitafbraak (AZ, urinezuur, fosforzuur,..), door koolhydraatafbraak (melkzuur, pyrodruivenzuur) als door vetafbraak (vetzuren, ketozuren) kunnen endogene zuren geproduceerd worden. -bij stijging van het anaeroob metabolisme (hypoxie, zware inspanningen, hypoperfusie, tetanie,…) worden eveneens endogene zuren gevormd, waarbij melkzuur het belangrijkste is.
-bij opname van zuren (CaCl2, ammoniumchloride, silo voedering, organische zuren) kan de bloed pH dalen. -onvoldoende zuur excretie via de nier door glomerulaire en vooral door tubulaire letsels kan eveneens acidose induceren. Een verhoogd verlies van bicarbonaat kan eveneens een metabole acidose veroorzaken, vooral bij darmpathologie waarbij zowel teveel bicarbonaat kan gesecreteerd worden als onvoldoende bicarbonaat kan geresorbeerd worden. Ook bij overmatig speekselverlies bij het rund kan enorm veel bicarbonaat verloren gaan en een metabole acidose ontstaan. De symptomen van een metabole acidose zijn initieel mild en de dieren zijn vooral suf. Bij ergere acidose zal de ademhalingsfrequentie toenemen als respiratoire compensatie. De overmaat protonen in circulatie worden voor een deel uitgewisseld met het intracellulaire kalium en deze hyperkaliëmie in de circulatie kan tot depolarisatiestoornissen ter hoogte van de spiercel en zenuwcel membraan leiden met beven en zelfs hartritmestoornissen tot gevolg. In het bloed wordt een lage pH aangetroffen, een lage bicarbonaat en compensatoir een lage PCO2. Ter hoogte van de nier worden meer protonen uitgescheiden en wordt de urine zuurder, tenminste als er voldoende nierperfusie is. De behandeling dient indien mogelijk etiologisch te zijn. Daarnaast kan de acidose bestreden worden door toedienen van alkaliniserende vloeistoffen. Meerdere producten zijn op de markt (NaHCO3, NaAcetaat, NaLactaat, NaCitraat,…). De hoeveelheid toe te dienen base kan berekend worden via de formule: 0.3 x LG x BE = meq tekort 0.3 x LG x BE x MG = mgram tekort Bicarbonaat is direct beschikbaar om protonen te capteren en werkt bijgevolg vlug. Lactaat, acetaat en citraat moeten eerst gemetaboliseerd worden, een goede leverperfusie en –activiteit is hiervoor vereist.
1.3 Respiratoire alkalose Bij een respiratoire alkalose is er vooral een daling van de PCO2 in het bloed. Dit ontstaat bij hyperventilatie, zoals bij zuurstoftekort, pijn of angst, hoge omgevingstemperaturen of bij andere oorzaken van stimulatie van het ademhalingsstelsel. Door de daling van de PCO2 ontstaat een vasoconstrictie in de hersenen met duizeligheid tot collaps tot gevolg, initieel kan ook een verhoogde prikkelbaarheid aanwezig zijn. Bij een extreem lage PCO2 kan zelfs bronchoconstrictie optreden. Ionair zorgt de alkalose voor een daling van het geïoniseerde calcium met gevaar voor symptomen van hypocalcemie. Door uitwisseling van protonen uit de cellen kan ook hypokaliëmie optreden. Ter hoogte van de nier is er een verminderde proton en een verhoogde bicarbonaat uitscheiding. Als symptomen wordt meestal hyperventilatie gezien met soms een evolutie tot incoördinatie. De hyperpolarisatie van de celmembranen door de hypokaliëmie kan dit nog versterken. De hypocalcemie kan bijvoorbeeld bij renpaarden (endurance) aanleiding geven tot hik (synchronic diafragmatic flutter). Bij bloedgasanalyse wordt een hoge bloed pH en een lage pCO2 gevonden met een compensatoire daling van het bicarbonaat.
De behandeling zal bestaan uit de behandeling van de onderliggende oorzaak, eventueel sedativa toedienen indien er krampaanvallen zijn en ionaire correcties uitvoeren indien symptomen van hypocalcemie. Inhalatie van 5% CO2 kan theoretisch helpen, maar is meestal niet voorhanden (cfr. rebreathing bag bij de mens).
1.4 Metabole alkalose Metabole alkalose wordt veroorzaakt door een hoge bloed pH en een toename van het bicarbonaat gehalte. De oorzaak kan berusten op het toedienen van grote hoeveelheden alkali (meestal iatrogeen) of op braken (maagsondages paard) of sequestratie van chloride rijke vloeistof (lebmaagdilatatie, ileus, achterste stenose). Dezelfde afwijkingen kunnen optreden als bij een respiratoire alkalose, behalve de hyperventilatie. Bij bloedonderzoek wordt een hoge pH en een hoog bicarbonaat gehalte gevonden. Compensatoir kan later de pCO2 stijgen. Een laag chloor gehalte in het bloed is eveneens indicatief. De diagnose wordt gesteld aan de hand van het klinisch onderzoek, het bloedonderzoek en bij het rund eventueel door pensvochtonderzoek. De behandeling is indien mogelijk oorzakelijk, infuus met NaCl kan behulpzaam zijn.
1.5 Gemengde zuur-base stoornissen Combinaties van metabole (vb. diarree) en respiratoire (vb. pneumonie) aandoeningen kunnen een complex ziektebeeld geven, waarbij de interpretatie van het bloedgas onderzoek zal moeten gekoppeld worden aan het klinisch onderzoek.
1.6 Samenvatting Overzicht per afwijking:
Interpretatie per parameter:
Voorbeelden: