Bij deze geef ik onze zienswijze op de Mededeling aan Bevoegd Gezag M.e.r. N207-Zuid

Gemeente Alphen aan den Rijn Afdeling Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling. t.a.v. dhr. L.M. de Jong Postbus 13, 2400 AA Alphen aan den Rijn

e-mail: [email protected]

Onderwerp: Zienswijze Mededeling aan bevoegd gezag Mer N207

Waddinxveen, 23 juli 2014

Geachte heer de Jong,

Bij deze geef ik onze zienswijze op de Mededeling aan Bevoegd Gezag M.e.r. N207-Zuid.

Blz. 8 "Verkeersstudies geven aan dat het verkeer in de regio rondom de N207 tussen Alpen a/d Rijn en Gouda/Bergambacht met ruim een kwart toeneemt tot 2022".

Er wordt gesproken dat de toename o.a. het gevolg is van ruimtelijke ontwikkelingen zoals bv. ontwikkeling van PCT-terrein in Boskoop en de Triangel en Glasparel in Waddinxveen. De toename van de verkeersstroom door ontwikkeling van de Glasparel zal grotendeels niet naar de N11 leiden en dus geen gebruik maken van de nieuw te ontwikkelen N207. De stroom vanuit de Glasparel leidt richting Bleiswijk (groente) en Naaldwijk (bloemen). Hierdoor zal het nauwelijks tot extra druk leiden op de weg van Alpen a/d Rijn/Gouda/Bergambacht (N207).

Daarnaast is er de vraag hoe betrouwbaar de uitkomsten van de modellen in de verkeersstudies zijn. Er is ter ore gekomen dat dit model hetzelfde is als het model dat voor de Rondweg Oost in Boskoop is gebruikt en dat dit model geen goede weergave van de werkelijkheid geeft. De huidige verkeersintensiteit op deze weg is dermate laag dat wij niet kunnen geloven dat dit overeenstemt 1

met de berekende verwachting. Het gevolg kan zijn dat miljoenen aan maatschappelijke gelden onnodig worden uitgegeven als de weg achteraf niet echt nodig blijkt. Verkeersintensiteit en verkeersstromen zijn o.a. gemeten ten tijde van afsluiting hefbrug Boskoop, wat geen reëel beeld geeft in de berekeningen. Ook in Waddinxveen zijn diverse afsluitingen geweest terwijl er meetapparatuur hing. Zijn er actuele verkeerstellingen gebruikt in de modellen? Sinds aanpassingen in Waddinxveen (Maxima tunnel, rotonde nabij Hefbrug) is het op het bv. op het Noordeinde veel rustiger. Is dit gemeten en verwerkt in de verkeersstudie? Op blz. 9 staat dat er op het Noordeinde een forse verkeersgroei wordt verwacht. De vraag die hierbij gesteld kan worden is of de verkeersgroei inderdaad zo fors is als verwacht? Daarnaast vragen wij ons af hoe zwaar de resultaten van een model wegen in de uiteindelijke beslissing en hoe worden de resultaten van de modellen geïnterpreteerd?

Is er in de verkeersstudie ook berekend hoeveel verkeer er nu vanuit Greenport Boskoop zijn weg vindt via de Hoogeveenseweg naar de A12 en vice versa? Is het bevorderen van deze route d.m.v. goede bewegwijzering en aanpassingen op navigatiesystemen niet vele miljoenen voordeliger. Is hier onderzoek naar gedaan?

Bovendien vraag ik mij af of er in de berekeningen voldoende onderzocht is of de aansluiting van de verlengde Beethovenlaan met de te ontwikkelen Bentwoudlaan niet een enorme druk en toename zal geven van het verkeer op de Beethovenlaan en het Kon. Wilhelminaplein in Waddinxveen. Gezien de nieuwe ontwikkelingen daar van een scholencomplex met diverse basisscholen op het WSE terrein zullen dagelijks honderden kinderen hier gaan oversteken en zullen hier veel extra verkeersbewegingen bij gaan komen. Een verhoging van de verkeersintensiteit door de aansluiting met de verlengde Beethovenlaan op de Bentwoudlaan is in dit gebied zeer onwenselijk. Is de veiligheid van de basisschoolkinderen die hier naar school zullen gaan gewaarborgd? Wordt dit in de berekeningen meegenomen? Blz. 9 Figuur 2.1: Het probleem leefbaarheid dat hier precies op ons huis geschetst wordt is totaal niet herkenbaar. Het was zo'n 10 jaar geleden veel drukker op het Noordeinde, de laatste jaren is de verkeersdrukte enorm afgenomen. Mede na de implementatie van de rotonde bij de Hefbrug in Waddinxveen en de aanleg van de Maximatunnel is het merkbaar rustiger op het Noordeinde.

2

Aan de leefbaarheid heeft dit maar een klein beetje veranderd. Naast dat je nu makkelijker kan oversteken naar je huis zijn er geen duidelijke voorbeelden te benoemen van substantiële waarde die de leefbaarheid veel veranderd hebben. Als de verkeersdrukte wederom toeneemt zal dit dus andersom ook weinig effect hebben. Het feit dat het ooit drukker was betekent dat er dus ook nog redelijk veel ruimte voor verkeersgroei aanwezig is. Naast de bovengenoemde redenen hebben veel bewoners veel liever een iets drukkere straat aan de voorkant, dan een altijd doorgaande stroom van verkeer die het eens zo rustige poldergebied aan de achterkant doorkruist. De vraag is of er terecht verwacht wordt, dat er een probleem met de leefbaarheid ontstaat? Blz. 11 "voor variant 1a -het verlengen van de Bentwoudlaan tot aan de Hoogeveenseweg- tekent zich een meer eenduidig bestuurlijk en maatschappelijk draagvlak af". Hoe is dit maatschappelijke draagvlak onderzocht en op basis waarvan wordt deze conclusie getrokken? Binnen de agrarische sector is er in ieder geval absoluut geen draagvlak. Ook zijn vele bewoners van het Noordeinde niet gebaat bij een weg door hun achtertuin. Wij als bewoners hebben tot nu toe nog helemaal niets gemerkt van enig onderzoek naar maatschappelijk draagvlak. Wanneer / hoe / waar is dat geweest? Was dat representatief?

" Deze tracéalternatieven zijn gekozen omdat......en bovendien meer dan andere varianten de verkeers- en milieuhinder te beperken". Er zal meer verkeershinder komen van grote landbouwvoertuigen op de openbare weg omdat de bedrijven doorsneden worden door de Bentwoudlaan en men geen doorgang meer heeft via eigen terrein naar de achterste percelen grond. Ook het milieu effect zal hierdoor niet positiever uitpakken. Is er voldoende onderzocht wat het effect van de landbouwvoertuigen op de openbare weg is? Als fietsers en landbouwmachines van dezelfde ventweg naast de Bentwoudlaan gebruik moeten maken levert dit zeer onveilige situaties op. Is hier echt voldoende draagvlak voor en hoe is dit onderzocht?

"Andere tracéalternatieven bleken niet realistisch...en daarom niet verder onderzocht. Hierdoor vervalt deelgebied 4, het realiseren van de nieuwe oost-westverbinding over de Gouwe (blz. 10). Uit het AD van 22 juli verneem ik dat deze verbinding in een nieuw provinciaal studiedocument staat. Wat is hierin nu het standpunt. Wordt dit wel of niet meegenomen in de Mer207? 3

Blz. 13

“Het MER N207-Zuid heeft tot doel de keuze voor het voorkeursalternatief vanuit milieuoogpunt te onderbouwen, waarna deze keuze door de gemeenten Alphen aan den Rijn en Waddinxveen kan worden verankerd in bestemmingsplannen.” Als dit het doel is, dan betekent dat feitelijk dat er vanuit milieuoogpunt nu al besloten is 1a aan te leggen, omdat 1a in beide varianten aanwezig is. Beide varianten bevatten de Bentwoudlaan, dus kan worden afgeleid dat deze zal worden verankerd in bestemmingsplannen. Over een ‘alternatief’ is dus geen sprake voor het deel 1a van de plannen.

Daarnaast, als je het bovenstaande doel/quote leest, dan lijkt het alsof van te voren al is besloten dat de uitkomst zo moet zijn, dat het voorkeursalternatief voordelig is voor het milieu. Men spreekt van het onderbouwen van het voorkeursalternatief, echter onderbouwen is het verzamelen van argumenten waarom iets moet plaatsvinden. Wat heeft het dan voor zin om de MER studie te doen als de uitkomst al bekend is? Er zou in mijn opzicht onafhankelijk gekeken moeten worden naar de milieu-impact van alle alternatieven en daarna pas een weging toepassen op de uitkomsten, om te bepalen welk alternatief er gebruikt gaat worden. Ik zou dan ook graag zien hoe de milieu-impact zich verhoudt tot een alternatief voor deel 1a. Hierbij zou ook het niet aanleggen, ofwel een 0 – scenario, betrokken kunnen worden. Blz. 14 Er zijn alleen gegevens van groeiscenario’s gebruikt voor de gevoeligheidsanalyse.

Is er een actueel onderzoek gedaan naar de locale economische groei in Boskoop? Indien er is gewerkt is met vooral parameters van een hoger (landelijk/provinciaal) niveau in de groeianalyse kan dit een heel ander beeld geven dan een analyse van de locale situatie. Het PTC-terrein is al jaren leeg en men krijgt het niet vol. Vele Boskoopse boomkwekerij bedrijven staan in de stille verkoop. Is het reëel om alleen met groeimodellen te werken? Zou er vanwege de slechte economische ontwikkeling in Boskoop ook een neutraal of krimpscenario in de berekening moeten worden meegenomen? Gezien deze economische situatie in Boskoop is 0 of krimp namelijk veel reëler dan een scenario van aanzienlijke groei. Blz. 20 4

3.4.1 – is het ‘Regionale verkeersmodel Midden-Holland’ hetzelfdemodel dat gebruikt is in het project Rondweg Oost in Boskoop? In de praktijk blijkt deze weg namelijk nauwelijks gebruikt te worden en de vrees is dat dit in de toekomst ook zo blijft. Blz. 21 3.4.1 – ‘Specifieke onderdelen waaraan aandacht geschonken wordt zijn...’ Het is goed dat deze onderdelen worden meegenomen, echter vraag ik me af hoe de score op deze onderdelen onderling gewogen wordt. Ofwel, hoe zwaar wegen de onderdelen ten opzicht van elkaar? Ook ben ik benieuwd hoe deze onderdelen gewogen worden ten opzichte van andere punten van beoordeling zoals de vermindering van de kwaliteit van het woongebied, milieuaspecten en de vermindering van de waarde van het plan Bentwoud. Stel dat het bos al gerealiseerd en volgroeid was, was deze weg dan ook aangelegd? Een tweede punt, onder 3.4.1 is de vraag of er ook rekening gehouden wordt met agrarisch verkeer? Indien men om moet rijden zal er een enorme toename van verkeersbewegingen op gang komen over het Noordeinde. Dit kan een behoorlijke impact hebben op de verkeersveiligheid, maar leidt ook tot een kostenpost voor de betrokken ondernemers in manuren en afschrijving van machines. Wordt hier rekening mee gehouden in de berekeningen? Blz. 23 Landbouw - Wordt er onderzoek gedaan naar de negatieve effecten op milieu en economie door de doorsnijding van de landbouwbedrijven?

Natuur – Er wordt voornamelijk gefocust op het gebied direct ten zuiden van de N11, echter ook de Achterhofsche polder heeft natuurwaarden. Er komen hier bijzondere soorten voor, waarvan sommige zelf op de rode lijst. Vooral van belang is het feit dat er 's winters grote getalen van watervogels gebruik maken van de 1e tocht, omdat deze bijna nooit dichtvriest. Ook 's zomers zitten er tal van watervogels die dit als fourageergebied gebruiken. Als de weg vlak naast dit belangrijke toevluchtsoord aangelegd wordt, dan zal dit leefgebied ernstig worden aangetast. Soorten die daar onder andere voorkomen zijn brilduikers, smienten, zaagbekken en verschillende andere soorten eenden. Verder worden er regelmatig ijsvogels gezien. Een ander voorbeeld zijn boomvalken die dit jaar jongen hadden. Het is ook het leefgebied van kiekendieven, gele kwikstaarten, gewone kwikstaarten, patrijzen, uilen en tal van andere soorten. Verder wordt er wel eens een hermelijn gezien. Veel dieren, waaronder voornamelijk hazen maken gebruik van de huidige bruggen om op een ander perceel te komen. Ook hun leefgebied zal doorsneden worden. 5

De vraag is ook of de specifieke natuurwaarden van het gebied Achterhofsche polder worden gemeten en meegenomen in de MER rapportage? Tenslotte, Er worden allerlei meetbare feiten onderzocht om tot een goede rapportage te komen. Maar moet ook niet onderzocht worden wat dit hele project emotioneel met mensen doet die hier hun bedrijven in dit gebied hebben? Welke psychische belasting geven de jarenlange plannen in dit gebied? Een kaart van 1967 voor de vaststelling van het streekplan Rijn en Gouwe geeft al de plannen aan met wegen zoals de nu genoemde Bentwoudlaan en zelfs de derde oeververbinding over de Gouwe. Familie O.O. Spruijt is in 1972 verhuisd voor deze plannen die toen overigens niet zijn uitgevoerd. Kan er na het realiseren van de weg een duidelijke streep getrokken worden? Kan er vastgelegd worden dat het gebied met de agrarische bedrijven dan ook voor 30 jaar met rust gelaten wordt? In de Samenwerkingsovereenkomst Bentwoud 15 maart 2013, Artikel 5, verplichten ook de gemeenten Zoetermeer, Rijnwoude en Waddinxveen zich voor gedurende tenminste 30 jaren de bestemming van het gebied in overeenstemming te houden met de functie van recreatiegebied. Is dit ook mogelijk voor de agrarische bedrijven? We praten over een periode van meer dan 45 jaar waarin diverse plannen op dit gebied zijn losgelaten. Realiseert men zich wat dit met mensen doet? Onze basis schudt te vaak op haar grondvesten. Kan een nieuwe generatie hier zijn bedrijf uitvoeren zonder iedere keer met de overheid in gesprek te moeten? Je moet gestudeerd hebben om weerstand te bieden aan plannen die losgelaten worden in dit gebied. Het vergt veel van mensen. Ik hoop dat de bovenstaande punten aandachtig worden overwogen. Voor het vervolg van de procedure behoud ik mij alle rechten tot nadere zienswijze voor. Graag blijf ik door u goed geïnformeerd.

Hoogachtend,

O.O. Spruijt

H.J. Spruijt

C.A.M. Spruijt

Noordeinde 116

Noordeinde 120

Noordeinde 2

2742AA Waddinxveen

2742AA Waddinxveen

2742 AG Waddinxveen

6