Inhoud Voorwoord 13 Bij de eerste druk Bij de tweede druk
13 14
Hoofdstuk 1. Versterferfrecht
15
1.1 Inleiding 1.1.1 Achtergronden 1.1.2 Terminologie 1.1.3 Geschiedenis 1.2 Algemene bepalingen 1.2.1 Erfopvolging 1.2.2 Commoriënten 1.2.3 Onwaardigheid 1.2.4 Nietige rechtshandelingen 1.2.5 Opeisbare vorderingen 1.2.6 De waarde van de nalatenschap 1.2.7 Schulden van de nalatenschap 1.2.8 Schakelbepaling 1.3 Vier groepen van erfgenamen 1.3.1 Inleiding 1.3.2 Groep 1 1.3.3 Groep 2 1.3.4 Groep 3 1.3.5 Groep 4 1.3.6 De wettelijke verdeling 1.3.7 Rente op de vorderingen 1.3.8 Draagplicht en aansprakelijkheid 1.3.9 Boedelbeschrijving en informatieplicht 1.3.10 Voortijdige voldoening van de vordering 1.3.11 Ongedaanmaking 1.4 De wilsrechten 1.4.1 Inleiding 1.4.2 Het eerste bloot-eigendoms-wilsrecht 1.4.2.1 Inleiding 1.4.2.2 Meldplichten 1.4.2.3 Welke goederen 1.4.3 Het eerste vol-eigendomswilsrecht 1.4.4 Het tweede bloot-eigendomswilsrecht 1.4.5 Het tweede vol-eigendomswilsrecht 1.4.6 Het voorbehouden vruchtgebruik 1.4.7 De zaaksvervangingsregeling 1.4.8 Overige aspecten 1.4.9 Niet vrij beheer en stiefkinderen
15 15 17 19 22 22 23 23 25 26 27 27 30 31 31 33 35 38 39 40 44 45 46 48 49 51 51 53 53 55 56 57 59 61 62 66 68 69
Maklu
2013-Erfrecht advocatuur.indd 5
5
15/05/13 13:21
Erfrecht voor de praktijk
Hoofdstuk 2. Testamentair erfrecht
71
2.1 Uiterste wilsbeschikkingen in het algemeen 2.1.1 Het karakter van de uiterste wilsbeschikking 2.1.2 Testamenten en wilsgebreken 2.1.3 Goede zeden en openbare orde 2.1.4 Uitleg van uiterste willen 2.1.5 Bijzondere gevallen 2.1.6 Bijzondere gevolgen van de saisine 2.1 Verval en verjaring van vernietigingsvorderingen 2.2 Vereisten om te testeren en te verkrijgen uit testament 2.2.1 Vereisten om te testeren 2.2.2 Vereisten om te kunnen verkrijgen krachtens testament 2.3 Vormvereisten van uiterste willen 2.3.1 Notariële uiterste wil 2.3.2 Onderhandse uiterste wil 2.3.3 Het codicil 2.3.4 Noodtestamenten 2.4 Uiterste wilsbeschikkingen in het bijzonder 2.4.1 Inleiding 2.4.2 Erfstellingen 2.4.3 Legaten 2.4.4 Quasi-legaten 2.4.5 Lasten 2.4.6 Stichtingen 2.4.7 Makingen onder tijdsbepaling en onder voorwaarde 2.5 Veel voorkomende testamentsvormen 2.5.1 Inleiding 2.5.2 De ouderlijke boedelverdeling 2.5.3 Het vruchtgebruiktestament 2.5.4 Het keuzelegaattestament met vruchtgebruik 2.5.5 De (quasi-)wettelijke verdeling
71 71 72 75 75 77 78 79 80 80 81 83 83 84 85 86 86 86 87 87 90 90 92 92 94 94 95 95 97 99
Hoofdstuk 3. Beperkingen op de testeervrijheid
101
3.1 De legitieme portie 3.1.1 Inleiding 3.1.2 De legitimaris en de legitieme fractie 3.1.3 De legitimaire massa 3.1.3.1 Inleiding 3.1.3.2 De waardering van de nalatenschapsgoederen 3.1.3.3 Waardering van de giften 3.1.3.4 Giften met uitgestelde werking 3.1.3.5 De mee te rekenen giften 3.1.3.5.1 Giften gedaan en aanvaard in het vooruitzicht van benadeling 3.1.3.5.2 Herroepelijke en inkortbaar verklaarde giften 3.1.3.5.3 Giften met uitgestelde werking 3.1.3.5.4 Giften aan afstammelingen
101 101 103 105 105 106 107 108 109
6
2013-Erfrecht advocatuur.indd 6
109 110 111 111
Maklu
15/05/13 13:21
Inhoud
3.1.3.5.5 De hoofdregel: binnen vijf jaar voor het overlijden 111 3.1.3.6 Geen gift: tussen echtgenoten gehuwd in gemeenschap 112 3.1.3.7 Geen gift: verplichting tot onderhoud 112 3.1.3.8 Afsluitende opmerking bij de legitimaire massa 113 3.1.4 Toerekening en imputatie 114 3.1.4.1 Inleiding 114 3.1.4.2 Toerekening van erfrechtelijke verkrijgingen 116 3.1.4.3 Imputatie 116 3.1.4.4 De uitzondering: inferieure makingen 118 3.1.4.5 Inferieure erfstellingen 118 3.1.4.6 Inferieure legaten 120 3.1.4.6 Twee uitzonderingen op de uitzondering 121 3.1.4.6.1 Legaat van een som in termijnen 121 3.1.4.6.2 Bewind op de legitieme 125 3.1.4.6.3 Afsluitende opmerkingen 127 3.1.5 Het geldend maken van de legitieme portie 128 3.1.5.1 Inleiding 128 3.1.5.2 De opeisbaarheid van de legitieme 129 3.1.5.3 Rente op de vordering 132 3.1.5.4 Verval van de aanspraak van de legitimaris 132 3.1.5.5 Personen wier bestaan onzeker is 134 3.1.6 Inkorting 134 3.1.6.1 Inleiding 134 3.1.6.2 Oneigenlijke inkorting 134 3.1.6.3 Eigenlijke inkorting op de testamentaire makingen 135 3.1.6.4 Beroep op de legitieme als verweermiddel 136 3.1.6.5 Aansprakelijkheid voor de vordering van de legitimaris 137 3.1.6.6 Het door de legitimaris verschuldigde successierecht 138 3.1.6.7 De eigenlijke inkorting bij de begiftigden 138 3.1.6.8 Stiefkinderen en de legitieme 140 3.1.6.9 De restbepaling 141 3.2 Andere wettelijke rechten 142 3.2.1 Inleiding 142 3.2.2 Voortgezet gebruik van woning en inboedel 143 3.2.3 Vruchtgebruik van de woning 143 3.2.4 Verzorgingsvruchtgebruik 145 3.2.5 Imputatie 147 3.2.6 Bijzondere rechten van de langstlevende 148 3.2.7 De echtscheiding en de andere wettelijke rechten 148 3.2.8 Inkorting door de langstlevende 149 3.2.9 De rol van de kantonrechter 149 3.2.10 Sommen ineens voor de kinderen 150 3.2.11 Salaire différé 151 3.2.12 Termijnen 152 3.2.13 Bedrijfsopvolging 152 3.2.14 Informatieplicht 153
Maklu
2013-Erfrecht advocatuur.indd 7
7
15/05/13 13:21
Erfrecht voor de praktijk
Hoofdstuk 4. Positiebepaling
155
4.1 Informatievergaring 4.1.1 Centraal Testamenten Register (CTR) 4.1.2 Openbaar boedelregister 4.1.3 Verklaring van erfrecht 4.1.4 Aangifte erfbelasting 4.1.5 Banken en informatieverstrekking 4.1.6 Informatie van erfgenamen en executeur 4.2 Overgang van vermogen 4.2.1 De keuze: aanvaarden of verwerpen 4.2.2 Bijzondere gevolgen beneficiaire aanvaarding 4.2.3 Niet kiezende gerechtigde(n) 4.2.4 Rechtsopvolging onder algemene titel 4.2.5 Aansprakelijkheid nalatenschap en privévermogen 4.2.6 Beraad 4.3 (On)mogelijkheden voor de aantasting van de uiterste wil 4.3.1 Achtergrond 4.3.2 De algemene regels 4.3.3 De uitzonderingen en aanvullingen 4.3.3.1 Misbruik van omstandigheden 4.3.3.2 Dwaling 4.3.3.3 Bedrog, bedreiging en bevestiging 4.3.3.4 Strijd met goede zeden of de openbare orde 4.3.3.5 Handelingsonbekwaamheid 4.3.3.6 Uitleg 4.3.3.7 Ex-echtgenoot 4.3.3.8 Geen voordeel uit een uiterste wilsbeschikking 4.3.3.8.1 Algemeen 4.3.3.8.2 De voogd 4.3.3.8.3 Leermeesters 4.3.3.8.4 BIG-personen en geestelijk verzorgers 4.3.3.8.5 Vergelding voor bewezen diensten en uitgezonderde familie 4.3.3.8.6 De notaris c.q degene die verlijdt en daarbij is betrokken 4.3.3.8.7 Sanctie: vernietigbaarheid 4.3.3.9 Verval en verjaring
155 155 156 157 158 159 160 160 160 162 163 163 164 165 166 166 166 167 167 167 167 168 168 169 171 172 172 172 172 173
Hoofdstuk 5. Executeurs, Vereffening en Bewind
177
5.1 Executeurs 5.1.1 Inleiding 5.1.2 Benoeming een of meer executeurs en onderlinge geschillen 5.1.3 Benoembaarheid en aanvaarding 5.1.4 Taken 5.1.5 Loon 5.1.6 Privatief beheer, beschikkingsonbevoegdheid erfgenamen 5.1.7 Vertegenwoordiging in en buiten rechte
177 177 178 178 179 180 180 181
8
2013-Erfrecht advocatuur.indd 8
174 175 175 176
Maklu
15/05/13 13:21
Inhoud
5.1.8 Boedelnotaris 182 5.1.9 Boedelbeschrijving 183 5.1.10 Oproeping schuldeisers 184 5.1.11 Tegeldemaking ter voldoening schulden van de nalatenschap 184 5.1.12 Informatieplicht 185 5.1.13 Einde taak 186 5.1.14 Verplichting gewezen executeur 188 5.1.15 Einde beheer 188 5.1.16 Rekening en verantwoording 190 5.1.17 Echtgenoot vruchtgebruiker is fictief erfgenaam 190 5.1.5 Aansprakelijkheid executeur 190 5.1.6 Geen verschoningsrecht 191 5.2 De vereffening 192 5.2.1 Inleiding 192 5.2.2 De procedure op hoofdlijnen 193 5.2.3 Gronden voor vereffening: beneficiaire aanvaarding en benoeming door de rechtbank 193 5.2.3.1 De uitzonderingen bij beneficiaire aanvaarding 194 5.2.3.2 Eerste uitzondering: executeur met ruimschoots toereikende boedel 194 5.2.3.3 Tweede uitzondering: ontheffing op verzoek wettelijk vertegenwoordiger bij positief saldo nalatenschap 195 5.2.3.4 Derde uitzondering: beneficiaire aanvaarding voor de kinderen bij wettelijke verdeling 196 5.2.4 Benoeming door de rechtbank 197 5.2.4.1 Benoeming na beneficiaire aanvaarding 197 5.2.4.2 Benoeming buiten beneficiaire aanvaarding 199 5.2.4.2.1 Op verzoek belanghebbende of OM 199 5.2.4.2.2 Op verzoek schuldeiser nalatenschap 199 5.2.4.2.3 Op verzoek schuldeiser erfgenaam 200 5.2.4.2.4 Wettelijke verdeling, verdeling voormalige huwelijksgemeenschap 200 5.2.5 Vereffening in belang privéschuldeiser verwerpende erfgenaam 200 5.2.6 Benoeming vereffenaar, bevoegdheidsverdeling en ontslag 202 5.2.6.1 Benoeming 202 5.2.6.2 Wie kan worden benoemd? 202 5.2.6.3 Waarborgen 202 5.2.6.4 Taakverdeling 203 5.2.6.5 Ingang benoeming 204 5.2.6.6 Ontslag vereffenaar en einde taak vereffenaar 204 5.2.6.7 Loon 205 5.2.7 Rekening en verantwoording 205 5.2.8 Rechter-commissaris: benoeming, taken en gevolgen 205 5.2.9 Kosteloze vereffening en opheffing 206 5.2.10 Inlichtingen en aanwijzingen; getuigen en deskundigen 208 5.2.11 De taken van de vereffenaar 209 5.2.11.1 Beheer en de vereffening 209
Maklu
2013-Erfrecht advocatuur.indd 9
9
15/05/13 13:21
Erfrecht voor de praktijk
5.2.11.2 Vertegenwoordiging en beschikking 209 5.2.11.3 Boedelbeschrijving en ter inzage legging 210 5.2.11.4 Ontheffing ter inzage legging 211 5.2.11.5 Aanwijzing boedelnotaris 211 5.2.12 Schade door wettelijk vertegenwoordiger of vereffenaar 211 5.2.13 Vereffenaar voor ontbonden huwelijksgemeenschap 212 5.2.14 Oproeping schuldeisers en neerleggen van een lijst van vorderingen 213 5.2.15 Tegeldemaking van goederen van de nalatenschap 213 5.2.16 Terugvordering legaat 214 5.2.17 Verrekening 215 5.2.18 Gedwongen schuldtoerekening 215 5.2.19 Rekening en verantwoording en uitdelingslijst 215 5.2.20 Privécrediteur van een verwerpende erfgenaam 215 5.2.21 Uitkering en positie van nagekomen crediteuren 216 5.2.22 ‘Lichte vereffening’ 216 5.2.23 Bepalingen titel 3.7 grotendeels niet van toepassing 217 5.2.24 Verhaal door individuele schuldeisers, vaststellingprocedure en beslag 218 5.2.25 Beslag 219 5.2.26 Rangorde crediteuren 219 5.2.27 Opsporing erfgenamen 219 5.2.28 219 5.2.29 Einde taak vereffenaar 220 5.2.30 Vervanging vereffenaar 220 5.2.31 Afgifte van het overschot 220 5.3 Bewind 220
Hoofdstuk 6. De verdeling en procedurele aspecten
223
6.1 Inleiding 6.2 De verdeling 6.2.1 Algemeen 6.2.2 Toerekening 6.2.3 Inbreng 6.2.4 Verdeling algemeen 6.2.5 Peildatum omvang 6.2.6 Peildatum waardering 6.2.7 Alle deelgenoten betrekken bij de verdeling 6.2.8 Drie gebruikelijke vorderingen met betrekking tot de verdeling 6.2.8.1 Verdeling vorderen ex art. 3:178 6.2.8.2 Vordering tot gelasten van de wijze van verdeling ex art. 3:185 6.2.8.3 Vordering tot het vaststellen van de verdeling door de rechter 6.3 Procedurele aspecten 6.3.1.1 Boedelbeschrijving algemeen 6.3.1.2 Onderhands of notarieel
223 225 225 225 226 227 228 228 229 230 230
10
2013-Erfrecht advocatuur.indd 10
231 232 234 234 234
Maklu
15/05/13 13:21
Inhoud
6.3.1.3 Bevel tot boedelbeschrijving 6.3.1.4 Schatters 6.3.2 Rekening en verantwoording 6.3.3 Sommen ineens 6.3.4 Overgangsrecht 6.3.5 Beslag en executie 6.3.6 Bevoegde rechter 6.3.6.1 Absolute bevoegdheid 6.3.6.2 Relatieve bevoegdheid 6.3.6.3 Ambtshalve toetsing relatieve bevoegdheid of niet? 6.3.7 Rechtsmacht Nederlandse rechter en IPR 6.3.8 Dagvaarding gezamenlijke erfgenamen 6.3.9 Rechtsmiddelen tegen beschikkingen
Beknopte literatuurlijst
235 236 237 239 239 239 240 240 240 241 241 242 243
245
Trefwoordenlijst 247
Maklu
2013-Erfrecht advocatuur.indd 11
11
15/05/13 13:21