Katholieke Hogeschool Leuven Departement lerarenopleiding Campus Naamsesteenweg 355 3100 Heverlee Tel +32 16 37 56 00 Fax +32 16 37 56 99
Bieden tablets een meerwaarde binnen de lessen aardrijkskunde? Een onderzoek naar leerwinsten
Promotor: Hannelore Verstappen Academiejaar 2013-2014
Steven Verheyden Afstudeeronderzoek voor het behalen van het diploma: Bachelor in het secundair onderwijs Aardrijkskunde – Nederlands
Voorwoord Met dit afstudeeronderzoek komt het afstuderen met rasse schreden dichterbij. Iets waar ik al enorm lang naar uitkijk. Eindelijk de mogelijkheid om de geleerde vakdidactische en – inhoudelijke principes over te brengen naar de leerlingen. De stages vormden hierbij een voorproefje en deden verlangen naar meer. Doorheen de opleiding is mijn kijk op de wereld en in het bijzonder op onderwijs verruimd. Daarom wil ik iedereen bedanken die een grote rol heeft gespeeld in zowel mijn opleiding als in mijn afstudeeronderzoek. In de eerste plaats alle lectoren, vanwege hun inspiratie die ze met bravoure omzetten naar de leerkrachten van de toekomst. In het bijzonder wens ik Hannelore Verstappen te bedanken, mijn promotor, voor de vele tips die ze mij heeft gegeven en voor het breed houden van mijn vizier. Door haar raadgevingen heb ik dit afstudeeronderzoek tot een goed einde weten te brengen. Daarnaast wil ik het Don Boscocollege in Hechtel bedanken om mij de mogelijkheid te geven om mijn afstudeeronderzoek in hun school te laten doen. Daarbij wens ik ook uitdrukkelijk Pieter Destoop en Vanessa Maes te bedanken voor de vele tips. Tot slot wil ik iedereen bedanken die er voor me was tijdens het schrijven van dit afstudeeronderzoek. Niet in het minst mijn ouders, die me altijd zijn blijven steunen. Zij hebben me de kans gegeven om deze opleiding te mogen genieten. Ik vond het ontwikkelen van dit afstudeeronderzoek een uitermate boeiende ervaring. Ik hoop dat dit gereflecteerd wordt in jullie leeservaringen. Veel plezier! Steven
2
Inhoud Voorwoord............................................................................................... 2 Inhoud.....................................................................................................3 Inleiding...................................................................................................5 1. Welke soorten apps zijn bruikbaar binnen aardrijkskundeonderwijs? ......6 1.1
Ondersteunende apps.............................................................6 1.1.1 Dropbox..........................................................................7 1.1.2 Pinterest.........................................................................7 1.1.3 Twitter............................................................................8 1.1.4 Thinglink.........................................................................9 1.1.5 Simple Mind +.................................................................9 1.1.6 Prezi..............................................................................10 1.1.7 Book Creator...................................................................10 1.1.8 iMovie............................................................................11 1.1.9 QR-codes........................................................................11 1.1.10 Wordpress......................................................................12 1.1.11 Explain everything...........................................................12 1.1.12 Socrative........................................................................13 1.1.13 Facebook........................................................................15 1.1.14 Nearpod.........................................................................16
1.2
Vakgebonden apps................................................................18 1.2.1 Goole Earth.....................................................................18 1.2.2 Khan academy................................................................19 1.2.3 Nasa Visualization Explorer...............................................20 1.2.4 ArcGis............................................................................20 1.2.5 Universal Counters...........................................................21 1.2.6 UN Country Stats.............................................................21 1.2.7 World Bank Data Finder....................................................22 1.2.8 World in Figures..............................................................22 1.2.9 Thunder.........................................................................23 1.2.10 eQuake Map....................................................................23 1.2.11 Spotzi Atlas.....................................................................23
2. Welke mogelijkheden zijn er om tablets in je lessen te integreren?........24
2.1
Algemene info onderzoeksopstelling........................................24
2.2
Uitgevoerde lesconcepten met tablets......................................25
3
2.2.1 Test met behulp van Socrative...........................................25 2.2.2 Volledige les met behulp van Nearpod................................27 2.2.3 Niet-uitgevoerde mogelijkheden........................................29 2.2.4 Tabletgebruik binnen de lessen Nederlands.........................32 3. Biedt het gebruik van tablets leerwinst? ............................................33 3.1
Voor – en nadelen van tabletgebruik in het onderwijs................33 3.1.1 Voordelen van tabletgebruik in het onderwijs.......................34 3.1.2 Nadelen van tabletgebruik in het onderwijs.........................35
3.2
Onderzoek naar leerwinst......................................................36 3.2.1 Onderzoeksopzet.............................................................36 3.2.2 Resultaten......................................................................37 3.2.3 Conclusies......................................................................37 3.2.4 Bevindingen leerlingen.....................................................38
Besluit....................................................................................................40 Literatuurlijst...........................................................................................41 Lijst met bijlagen......................................................................................44
4
Inleiding Sinds 2010 is er de steile opmars van de tablet. Is het een hype? Of is het van blijvende aard? Moet het onderwijs mee op de kar springen? En als het mee op de kar springt, hoe moet het dan geïntegreerd worden in de lessen? Allemaal vragen die bij me opkwamen voor de start van dit afstudeeronderzoek en waar ik een antwoord op probeer te vinden door na te gaan of het gebruiken van tablets in de lessen aardrijkskunde tot een meerwaarde leidt voor de leerlingen. Langs de ene kant springen er een heel aantal scholen op de kar van de tablets, zo is er bijvoorbeeld in Blankenberge een heuse iPad-school. Daar tegenover staat dat er slechts in tien procent van de secundaire scholen meer dan tien tablets ter beschikking zijn voor educatieve doeleinden. Wanneer een school mee in de dans springt, waar moet dan aan voldaan worden? Hoe kan je kwaliteitsvol onderwijs leveren met tablets? Daarvoor heb ik een praktijkonderzoek gedaan binnen het vak aardrijkskunde. In het eerste deel ga ik na welke soorten apps er bestaan en welke bruikbaar zijn binnen aardrijkskunde – onderwijs. Het tweede deel reikt mogelijkheden aan om tablets te gebruiken binnen de lessen aardrijkskunde. In het laatste deel ga ik na of tablets een meerwaarde kunnen betekenen voor de leerwinsten van de leerlingen.
5
1. Welke
soorten
apps
zijn
bruikbaar
binnen
aardrijkskunde – onderwijs? Vooreerst is er een belangrijk onderscheid te maken tussen de verschillende apps. Wanneer je een eerste keer gaat zoeken naar apps die je in je les kan integreren, geraak je in een warrig kluwen van apps en adviezen. Daarom heb ik ervoor geopteerd om in mijn afstudeeronderzoek te verwijzen naar 2 soorten apps. Enerzijds de ondersteunende apps, anderzijds de vakspecifieke apps. De grote valkuil van lessen organiseren op een tablet, is het gebruik van louter vakspecifieke apps.
1
Dit is voornamelijk bruikbaar om grafieken
en tabellen te actualiseren. Daar tegenover staat dat de ondersteunende apps multi-inzetbaar zijn in de klas.
1.1
Ondersteunende apps
Ondersteunende apps zijn apps waarmee de leerlingen hun leertaken tot een goed einde kunnen brengen. Er zijn verschillende mogelijkheden om hiertoe te komen. In eerste instantie kan je
werkbladen ontwikkelen die de
leerlingen met behulp van een Dropbox-account kunnen downloaden. Het grote voordeel hiervan is dat de leerlingen op ieder moment hun taak kunnen onderbreken en opslaan. Deze opgeslagen taak valt op ieder mobiel apparaat te raadplegen. Een ander bruikbaar instrument zijn quiz-apps. Via deze quizapps kunnen de leerlingen hun net geleerde leerstof laten testen. De leerkracht staat in contact met alle tablets waardoor hij onmiddellijk de resultaten van iedere tablet ontvangt. Hij kan dus onmiddellijk zien met welk onderdeel van de leerstof de leerlingen problemen ondervinden. Een laatste mogelijkheid is het opstarten van een Facebook-groep voor jouw klas. Zo vormt die groep een aanvulling op het elektronisch leerplatform dat jouw school gebruikt. In die groep worden bijvoorbeeld herinneringen gepost voor taken en/of toetsen. Er kunnen tevens discussies worden opgestart door middel van de pollfunctie van Facebook.
1
Specht, M. (2014). How can tablet technology change teaching and learning?.
2
Drago, Idilio, et al. (2012). "Inside dropbox: understanding personal cloud storage services."
6
1.1.1 Dropbox Dropbox2 is een online cloud storage. Online cloud storage houdt in dat je je taken op ieder moment kan opslaan en vervolgens op ieder mobiel apparaat kan raadplegen. Dropbox is momenteel de grootste aanbieder van online cloud storage. De voordelen van het gebruik van Dropbox zijn legio. Dropbox biedt immers een grote opslagruimte. Daarnaast hoef je niet te werken met USB-sticks of met externe harde schijven. Hierdoor verdwijnt je risico dat je opgeslagen werk verliest door een crash van een van deze apparaten. Dropbox kan je in de klas integreren door via de app een werkblad aan te bieden aan de leerlingen. Indien de leerlingen niet klaar geraken met dit werkblad, kunnen ze er thuis verder aan werken op een moment dat het voor hen past. Indien ze niet over een smartphone of tablet beschikken, kunnen ze Dropbox raadplegen via hun pc of laptop. Naast werkbladen of taken kan je ook presentaties delen met de leerlingen in je klassen. Tot slot kunnen leerlingen ook hun eigen inzichten delen met hun medeleerlingen. De basisvoorwaarde voor een vlot verloop met Dropbox is dat iedere leerling een eigen account moet aanmaken. Dit account kun je koppelen aan je Facebookaccount waardoor je je snel kunt aanmelden.
1.1.2 Pinterest Pinterest
3
is een sociale netwerksite waarbij leden items kunnen pinnen op
een board. Het is de site die het snelst ter wereld is gegroeid.
4
Met Pinterest
kunnen de leerlingen een board aanmaken dat betrekking heeft op het lesonderwerp. Vervolgens kunnen ze op zoek gaan naar interessante afbeeldingen, video’s, ... en deze toevoegen aan hun board. Het sociale karakter zit hem in het gegeven dat deze boards openbaar zijn. Je moet je niet registreren om de boards te bekijken. De leerlingen kunnen dus elkaars board gaan bekijken om op deze manier nieuwe informatie te verkrijgen. Indien
ze
bij
een
klasgenoot
een
interessante
afbeelding,
video,
...
terugvinden, kunnen ze deze ‘repinnen’ op hun eigen board. Op deze manier kan de leerkracht ook de boards van de leerlingen volgen. Denk maar aan de progressie die ze maken met het aanvullen van hun boards binnen een
2 Drago, Idilio, et al. (2012). "Inside dropbox: understanding personal cloud storage services." Proceedings of the 2012 ACM conference on Internet measurement conference. ACM. 3 Dudenhoffer, C. (2012).Pin it! Pinterest as a library marketing and information literacy tool. College & Research Libraries News 73.6 328-332. 4 Constine, J. (2012) Pinterest hits 10 million US monthly uniques faster than any standalone site ever–comscore..Retrieved 2.10 2013.
7
bepaald thema. Op deze manier is Pinterest ook inzetbaar als evaluatieinstrument. Een andere mogelijkheid is dat jij als leerkracht een board ontwerpt waarop je tijdens het jaar de belangrijkste nieuwsfeiten ‘pint’. Of je laat deze opdracht uitvoeren door leerlingen. Zo gaan ze zelf op zoek naar de markantste feiten uit de actualiteit.
1.1.3 Twitter Twitter5 is net zoals Pinterest een sociale netwerksite. Een belangrijk verschil is echter dat je hier werkt met boodschappen die uit maximum 140 tekens bestaan. Via Twitter kan je personen of instanties volgen die boodschappen de wereld in sturen. Dit betekent dat je ook personen of instanties kan volgen die
betrekking
hebben
tot
je
lessen.
Binnen
aardrijkskunde
kun
je
bijvoorbeeld geologen of een instantie zoals de NASA volgen. Op deze manier integrereer je actualiteit binnen je lessen aardrijkskunde. Daarnaast kan je Twitter in de klas op verschillende manieren inzetten. Vooreerst kan je ervoor zorgen dat leerlingen jou als leerkracht volgen en dat ze elkaar volgen. Jij kan via Twitter les gerelateerde artikels en filmpjes delen met de leerlingen. Daarnaast kunnen zij ook interessante filmjes, afbeeldingen, ... met hun klasgenoten en met jou delen. Door hashtags toe te voegen kan je je tweets categoriseren. Zo kan je een aparte hashtag in het leven roepen voor jouw klasgroep zodat alle gedeelde informatie eenvoudig terug te vinden is. Een andere mogelijkheid is om leerlingen de essentie van de geziene leerstof te laten noteren in een tweet. Op deze manier leren de leerlingen om hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden. Een extra aanvulling op Twitter volrmen de Twitpolls. Dit zijn polls die via een link tevoorschijn komen op je Twitteraccount. Jouw volgers kunnen via deze link hun stem uitbrengen. Je krijgt dus een snel resultaat als je leerlingen/medeleerkrachten/ouders wil bevragen. Tevens worden leerlingen door het correct leren gebruiken van Twitter mediawijzer: wat kan ik tweeten? Wie kan mijn tweets zien? Wat zijn de gevolgen van mijn tweets? Tot slot kan Twitter ook ingezet worden tijdens de examenperiode. Zo kan Twitter een (extra) hulpkanaal vormen door middel van Tweets in verband met examenvragen aan leerkrachten te stellen. Dit zou dan een aanvulling kunnen zijn op de eerder traditionele manier van contact via e-mail. Het grote voordeel van Twitter, haar korte en snelle tweets, vormt eveneens het grote nadeel. Je bent immers beperkt tot die 140
5
Pauwels, V. (2013). Twitter gebruiken in de klas. Apps in de les. Geraadpleegd via http://appsindeles.wordpress.com/2013/05/26/twitter/
8
tekens en daarin kan je geen uitgebreide vragen stellen of opmerkingen poneren.
1.1.4 Thinglink In tegenstelling tot Twitter en Pinterest is Thinglink geen sociale netwerksite. Thinglink 6 is een site waar je afbeeldingen kan uploaden en waarbij je vervolgens pointers kan toevoegen. Via die pointers kun je verbindingen leggen met webadressen waar meer foto’s, een video, tekstuitleg, ... te vinden zijn. Tevens kan je door middel van de pointers printscreens van eigen tekstfragmenten of Powerpointvoorstellingen tevoorschijn laten komen.
Op
die manier kunnen de leerlingen op eigen tempo extra informatie verwerken. Binnen aardrijkskunde denk ik daarbij aan een Thinglink-afbeelding van de kaart van Moesson – Azië waarbij er via de pointers meer informatie te vinden is over de landen die tot Moesson – Azië behoren. Om Thinglink te kunnen gebruiken, hebben alle leerlingen een account nodig.
1.1.5 Simple Mind + Simple Mind + is een app die zich uitstekend verleend tot mindmappen. In tegenstelling tot andere mindmap-apps, biedt deze app een eenvoudig en ongelimiteerde mogelijkheid tot mindmappen. Andere apps zijn namelijk gelimiteerd in het aantal onderverdelingen dat je kan maken. Deze app is inzetbaar op verschillende vlakken. Zo is het mogelijk om de leerlingen op het einde van de les de geziene leerstof in een mindmap te laten verwerken. Een andere mogelijkheid is om dit te laten toepassen als een huistaak. Vanwege het feit dat leerlingen met deze app hoofdzaken van bijzaken dienen te onderscheiden, wordt er ingespeeld op de vakoverschrijdende eindterm ‘leren leren’. Indien leerlingen hierin gestimuleerd worden, kunnen ze gemakkelijker hun leerstof structureren. De exporteringsmogelijkheden voor deze app zijn weliswaar zeer beperkt. Indien je als leerkracht overzicht wil krijgen van de verschillende mindmaps van de leerlingen, moeten ze een printscreen nemen en deze in bijvoorbeeld de hierboven beschreven Dropbox plaatsen.
6
Boelen, B. (2014). Enkele leuke tools om in de klas te gebruiken. Schoolbytes. Geraadpleegd via http://www.schoolbytes.be/blog/?p=556
9
1.1.6 Prezi Prezi
7
is een andere mogelijkheid om informatie te groeperen en te
presenteren. Prezi leent zich uitstekend als presentatie-app. Prezi is een app die sinds 2009 op de markt is en sindsdien aan populariteit wint ten opzichte van Powerpoint. Er zijn enkele wezenlijke verschillen tussen Prezi en Powerpoint. Zo is een Powerpoint-presentatie vaak nogal statisch. Hier tegenover werkt Prezi met een oneindig groot presentatieblad waarop je eenvoudig je informatie kan groeperen. Op een eenvoudige manier kan je inzoomen en uitzoomen en daardoor linken leggen tussen de verschillende onderdelen van je presentatie. Een ander voordeel is de gemakkelijke hanteerbaarheid
voor
beginnelingen:
na
enkele
keren
heb
je
de
mogelijkheden van Prezi onder de knie. Deze app is ook bruikbaar in de klas en wel op twee verschillende manieren. Enerzijds kan je via je tablet verbinding maken met een smartboard en op die manier je presentatie aan de klas laten tonen. Indien je niet in het bezit bent van een smartboard, bestaat er nog altijd de Prezi-website waarop je je presentaties te allen tijde kan opslaan en oproepen. Dit zorgt er ook voor dat leerlingen zowel in de klas als thuis aan hun presentaties kunnen verder werken.
1.1.7 Book Creator Book creator is een zeer gebruiksvriendelijke app die je kan gebruiken om zelf een e-book te creëren dat de leerlingen kunnen gebruiken op hun tablets. Indien je als school volop de kaart van de tablets trekt, is zo een e-book onontbeerlijk. Wanneer je een e-book ontwikkelt, mag dat in geen geval een digitale blauwdruk zijn van een gedrukt werkboek. In tegenstelling tot een gedrukt
boek,
bevat
een
e-book
meer
media:
meer
afbeeldingen,
geïntegreerde video’s, geïntegreerde opdrachten, ... Een e-book kan je vergelijken met een zelfgemaakte cursus, maar dan via een tablet. Naast Book Creator kan je ook Creative Book Builder gebruiken. Creative Book Builer biedt je meer mogelijkheden, maar is daardoor ook iets moeilijker te hanteren.
7
Casteleyn, J. (2011). Nooit meer PowerPoint?. AD REM (MECHELEN)= TIJDSCHRIFT VOOR ZAKELIJKE COMMUNICATIE, 5, 9-12.
10
1.1.8 iMovie iMovie is een app die enkel beschikbaar is voor toestellen die draaien op Apple-software. De mogelijkheden om iMovie in de klas te gebruiken zijn enorm. 8 In de eerste plaats kunnen leerlingen zelf video’s creëren die betrekking hebben tot verschillende lesonderwerpen. Daarna kunnen ze deze op Youtube plaatsen. iMovie biedt de mogelijkheid om hun zelf gecreëerde video’s te bewerken door ze te voorzien van tekst. Binnen aardrijkskunde zijn er ook veel mogelijkheden om te werken met iMovie. Een eerste mogelijkheid is om de leerlingen in kleine groepjes een instructievideo te laten maken. De leerlingen zouden deze instructievideo kunnen maken met betrekking tot het thema
‘gesteentes’.
Ieder
groepje
voert
filmt
dan
bijvoorbeeld
de
doorlaatbaarheidsproef van één gesteente uit. De synthese bestaat dan uit het bepalen van welk gesteente de grootste doorlaatbaarheid heeft door het vergelijken van de verschillende filmpjes. De leerlingen kunnen een timer laten meelopen op het filmpje om deze synthese te vereenvoudigen. Een andere mogelijkheid binnen aardrijkskunde is het gebruik van iMovie op excursies.
Ook
hier
worden
dan
groepen
gevormd
die
verschillende
opdrachten krijgen. Zo moet de ene de debietmeting van een rivier filmen. De andere groep filmt hoe ze een hellingsgraad berekenen. Daarnaast kunnen de leerlingen tijdens een excursie in het staalbekken de verschillende onderdelen van de staalproductie filmen en ze benoemen met behulp van de app. Tot slot kan iMovie ook een reflectiemiddel voor jouw onderwijspraktijk betekenen. Indien je jezelf filmt gedurende enkele lesmomenten, dan kan je daaruit leren. Ben ik voldoende expressief? Steken mijn lesmomenten goed in elkaar? Is mijn vraagstelling voldoende gevarieerd?
1.1.9 QR-codes QR-codes 9 zijn een soort barcodes die leesbaar zijn door een QR-app te installeren op je smartphone of tablet. QR-codes worden door deze app gescand. Als leerkracht kan je op relatief eenvoudige wijze zelf QR-codes ontwikkelen. Deze QR-codes kunnen verwijzen naar websites die meer informatie geven over het lesonderwerp. Daarnaast kunnen ze ook refereren naar een ingevulde versie van een opdrachtenblad. Binnen aardrijkskunde
8 Espejo, D., Maas, D., Lefebvre, D. (2011). 13 ways to use iMovie in the classroom, Edapps Ca. Geraadpleegd via http://edapps.ca/2011/11/13-ways-to-use-imovie-in-the-classroom/ 9 Van Schie, H. QR-codes in het onderwijs. ICT-idee. Geraadpleegd via http://ictidee.blogspot.be/2011/03/12-qr-codes-in-het-onderwijs.html
11
kunnen QR-codes geïmplementeerd worden in Google Maps. Door een QRcode te lezen gaan leerlingen rechtstreeks naar één bepaalde plaats.
1.1.10 Wordpress De Wordpress-app biedt de mogelijkheid om je blog overal en altijd up-todate te houden. Via de app kan je reacties beheren, blogs posten, ... Via de website zijn de uitgebreide functionaliteiten te raadplegen. Een van de mogelijkheden om Wordpress in de klas te gebruiken is om het te beheren als een digitaal portfolio. Via dit portfolio kunnen de leerlingen hun werk digitaal tentoon spreiden. Dit biedt twee grote voordelen. Enerzijds verzamel je alle werkjes van je leerlingen via dit portfolio waardoor je een snel overzicht krijgt. Anderzijds is er een sociaal aspect aan Wordpress. De leerlingen bevinden zich in de mogelijkheid om reacties te geven op de posts van hun medeleerlingen. Deze vorm van feedback geven kan eventueel betrokken worden in het evaluatie-instrument. Een blog is erg handig om de items te posten die ze met de voorgaande apps ontwikkeld hebben. Denk dan bijvoorbeeld aan het posten van hun mindmaps, of hun filmpjes die ze gecreëerd
hebben
via
iMovie.
Op
deze
manier
dient
een
blog
als
verzamelinstrument voor al hun creaties. Deze blog hoeft niet noodzakelijk vakgebonden te zijn. Het is net een meerwaarde die je creëert door samen te werken met verschillende vakken. Zo kunnen leerlingen voor het vak Nederlands bijvoorbeeld hun recensie hier posten en kunnen ze feedback op elkaars schrijfopdrachten geven.
1.1.11 Explain everything Explain everything is een app die je als leerkracht in staat stelt om snel een screencast te ontwikkelen. Een screencast is een presentatie die in principe start vanaf nul. Jij beslist welke informatie je toevoegt en op welke wijze – afbeeldingen, filmpjes, informatieve website met extra informatie – je die informatie integreert. Daarnaast kan je stukken uit Word of Powerpoint halen en in je presentatie verwerken. Wanneer je klaar bent met de informatie in de presentatie te plaatsen, kan je starten met het opnemen van een voiceover. Op deze manier ontwerp je een instructiefilmpje. Dit instructiefilmpje kan je ofwel klassikaal laten zien door het te projecteren, ofwel kan je het verspreiden via apps zoals Dropbox zodat leerlingen het thuis kunnen
12
(her)bekijken. Zo ben je als leerkracht aan het differentiëren: leerlingen die de leerstof trager tot zich nemen, kunnen immers zo vaak naar het filmpje kijken als zij dat nodig achten. Een van de mogelijkheden om deze app te integreren in de klas en de leerlingen actief te betrekken is om deze app te verwerken in coöperatief leren. De verschillende expertengroepen kunnen zo zelf een presentatie met vocie-over maken over het onderdeel waarin zij de expert zijn. Nadien kunnen deze presentaties op de Wordpress – blog gepost worden zodat ze altijd te herbekijken zijn door alle leerlingen. Daarnaast speelt de app Explain everything een grote rol in de “flipped classroom”. Een “flipped classroom”10 houdt in dat de rol van de leerkracht verschuift. Zo zorgt de leerkracht immers voor instructiefilms die de leerlingen thuis bekijken. Deze instructiefilms roepen vragen op bij de leerlingen die ze mee naar de klas nemen. Op basis van deze vragen zet de leerkracht de leerlingen aan het werk in verschillende groepen. In plaats van dat de uitleg over een bepaald thema in de klas plaatsvindt in de traditionele opstelling, gebeurt ze nu dus via “Explain everything”. Leerkrachten die deze manier van werken toepassen geven aan dat ze nu effectief tijd hebben om iedere dag en iedere les met iedere leerling te kunnen werken. Via deze weg is het ook eenvoudiger om te differentiëren: leerlingen die sterker zijn vinden hun eigen weg, terwijl de leerlingen die dreigen op te geven meer sturing krijgen van hun leerkrachten. Tot slot kan je ook nog eens de “flipped classroom” flippen.11 Je kan ook de leerlingen zelf instructiefilmpjes laten maken. Door het feit dat leerlingen zelf uitleg konden verschaffen in hun filmpjes, begrepen ze de leerstof veel beter. De leerlingen weten immers dat ze kunnen terugkomen op hun fouten door middel van de technologie. Iets wissen is snel gebeurd. De filmpjes worden geplaats op een Youtube-kanaal. Hierdoor kunnen ook andere leerlingen uit andere scholen hun kennis verder verruimen. Een belangrijke voorwaarde is dat je de “flipped classroom” in je lessen integreert naast andere werkvormen. De meerwaarde van de inspirerende leerkracht komt niet volledig tot zijn recht indien hij enkel lesgeeft door middel van instructiefilmpjes.
10
Tucker, B. (2012). The flipped classroom. Education Next, 12(1), 82-83.
11
Faems, B. 2013. Flipping the classroom zet de les op zijn kop. Klasse. Geraadpleegd via http://www.klasse.be/leraren/31748/flipping-the-classroom-zet-de-les-op-zijn-kop/
13
1.1.12 Socrative Socrative12 is een quiz - app waarmee je een ander elan aan je klassieke les kan geven. Er bestaan twee verschillende apps. De ene is de teacher-app waarmee jij als leerkracht een virtueel klaslokaal opent. Ieder virtueel klaslokaal krijgt een eigen klasnummer. Dit klasnummer moeten de leerlingen in hun student-app ingeven om toegang te bemachtigen tot de kamer. Er zijn diverse manieren om met Socrative aan de slag te gaan. Een van de mogelijkheden is om gedurende je les aan de leerlingen een vraag te stellen. Hierbij zijn verschillende soorten vraagstellingen mogelijk. Zo zijn er ja/neevragen, meerkeuzevragen of open vragen. Als leerkracht krijg je onmiddellijk de antwoorden van alle leerlingen op je tablet tevoorschijn. Dit is dus een eenvoudige manier om te achterhalen of leerlingen een specifiek deel van de leerstof begrepen hebben. Een andere mogelijkheid is om op voorhand een quiz te ontwikkelen en deze na een groter lesgeheel te laten invullen door de leerlingen. Ook hier krijg je weer onmiddellijk een dubbel overzicht. Langs de ene kant zie je bij welke vraag iedere leerling zich bevindt, langs de andere kant krijg je de antwoorden onmiddellijk tevoorschijn op je tablet. Dit geeft je dus de mogelijkheid om klassikaal bij te sturen bij vragen die door de meerderheid fout beantwoord worden. Daarnaast kan je ook individueel bijsturen bij leerlingen die in totaal een zwakke score halen. Een handigheid van deze app is de mogelijkheid om de resultaten van de leerlingen in een Excel-bestand
naar
je
e-mailadres
te
laten
sturen.
Dit
geeft
je
de
mogelijkheid om achteraf dieper in te gaan op de moeilijke vragen. Hierbij kan je dan de leerlingen met een leerachterstand individueel remediëren op basis van de fouten die ze gemaakt hebben. Uiteraard kan je Socrative ook inzetten als evaluatiemiddel. Wanneer je op voorhand een quiz opstelt, kunnen de leerlingen deze als evaluatieinstrument invullen tijdens de les. Je stuurt daarna het rapport door naar je e-mailadres waardoor je in het bezit van een handig Excel-blad met alle gegevens. Dit bespaart verbeterwerk. Het nadeel is echter dat je geen vragen kan stellen met een te lang antwoord aangezien ieder antwoord anders geformuleerd wordt. Socrative rekent immers antwoorden fout die niet 100% overeenkomen met de opgegeven antwoorden.
12 Backhouse, A., Wilson, I., & Mackley, D. (2014). Using iPads to increase the level of student engagement in the peer review and feedback process. In First International Conference on the use of iPads in Higher Education 2014.
14
Daarenboven
kan
je
de
resultaten
die
je
ontvangt via
jouw
tablet,
rechtstreeks projecteren zodat de leerlingen zelf kunnen zien waar de fouten zich bevinden. Je kan dus onmiddellijk inpikken op de moeilijkheden die de leerlingen hebben ondervonden door de vraag klassikaal ter sprake te brengen. Een laatste mogelijkheid om aan de slag te gaan met Socrative is door middel van een stellingenspel. Een mogelijk thema om hiermee aan te snijden is de houtontginning
in
het
Amazonewoud.
De
leerlingen
kunnen
op
een
eenvoudige wijze via hun tablet aangeven of ze wel/niet akkoord zijn met een stelling. Hiermee wordt dus gezorgd dat leerlingen hun eigen mening durven te geven in plaats van de groepsdruk te volgen. Nadat iedereen zijn mening heeft gegeven is het mogelijk om de resultaten te projecteren. Zo krijgen de leerlingen onmiddellijk een visualisatie van de resultaten. Wanneer de resultaten geprojecteerd zijn, kan je de markantste resultaten eruit halen en de leerlingen hun argumenten laten toelichten waarom ze pro of contra gestemd hebben. Een bijkomend voordeel is dat er op deze manier op vakoverschrijdend gebied aan de mondelinge vaardigheden van de leerlingen wordt gewerkt.
1.1.13 Facebook Facebook wordt door veel leerlingen gebruikt en is daardoor niet meer weg te denken uit hun leven. Meerdere keren per dag controleren ze hun Facebookaccount. In plaats van Facebook uit de klas te weren, kan je Facebook integreren in je lessen. Facebook kan vooral dienstdoen als een vervanging of aanvulling op het gebruikte elektronisch leerplatform in de school.13 Uit onderzoek blijkt immers dat veel leerlingen niet op dagelijkse basis hun elektronisch leerplatform controleren waardoor ze heel wat informatie dreigen te mislopen.
14
Een van
de mogelijkheden om Facebook te integreren in je lespraktijk is door het aanmaken van een groep. Uiteraard is het hiervoor belangrijk om de mening van
de
klas
te
weten.
Welke
sociale
netwerksite
gebruiken
zij
het
regelmatigst? Is iedereen ermee akkoord om een Facebook-groep op te richten? Als er aan deze noodzakelijke voorwaarden voldaan is, kan je verder
13 Shiu, H., Fong, J., & Lam, J. (2010). Facebook–Education with social networking websites for teaching and learning. In Hybrid Learning (pp. 59-70). Springer Berlin Heidelberg. 14 VSK, E. (2013). Verslag ‘welke invloed heb jij op school?’. Vlaamse Scholierenkoepel,. 1-1.
15
gaan met de volgende stap: het eigenlijke gebruik van de Facebook-groep. Zo kan je de groep gebruiken als discussieplatform. Als voorbereiding op een thema kan je een stelling in de groep posten. De leerlingen hebben twee manieren om hierop te reageren. Enerzijds kunnen ze aangeven in welke mate ze akkoord gaan met de stelling. Anderzijds kunnen ze in het commentaarvak hun argumenten posten. Op deze manier worden leerlingen geteased met betrekking tot het thema. Een belangrijke randvoorwaarde is het maken van goede afspraken. Ga je leerlingen op Facebook laten schrijven in spreek – of schrijftaal? In welke mate ga je de discussies als leerkracht modereren? Naast een discussieplatform is het uiteraard ook mogelijk om de leerlingen warm te maken voor een thema door een interessant filmpje/ afbeelding/ cartoon te posten. Daarnaast kunnen leerlingen ook zelf interessante links posten in verband met de lesthema’s. De leerlingen ontvangen bij iedere nieuwe post in de groep een notificatie. De leerlingen gaan regelmatig deze notificaties bekijken waardoor ze op de hoogte zijn van wat er in de groep gepost wordt. Een andere belangrijke factor om Facebook in de klas te gebruiken is het gegeven dat je op deze manier leerlingen tijdens het werken met Facebook attent kan maken op de gevaren. Zo wordt de ICT-eindterm ‘veilig, verantwoord en doelmatig omgaan met ICT’
15
geïmplementeerd in je lessen.
Een laatste mogelijkheid is het instellen van belangrijke data. Stel dat je een grote overhoring gepland hebt, dan kan je dit instellen in de Facebook-groep. Alle leerlingen krijgen hiervan een melding in hun persoonlijke feed. Deze Facebook-agenda kan een aanvulling vormen op de digitale agenda die elektronische leeromgevingen nu aanbieden.
1.1.14 Nearpod Nearpod16 is een app waarmee je een Powerpoint-presentatie kan uploaden. Als leerkracht kan je daarna tussen de slides verschillende filmpjes, quizzen, polls, links naar websites, ... plaatsen. Deze lessen worden gemaakt via de website van Nearpod, niet via de app. De leerlingen openen de app ‘Nearpod’
15
VVKSO. (2007). Eindtermen ICT eerste graad. Leerplan VVKSO eerste graad. Gawlik, C. Engaging students with thear iPad and iPhone applications. International conference on technology in collegiate mathematics,166-167. 16
16
en loggen zich in via een pincode. Iedere presentatie, dus iedere les, heeft een unieke pincode waarmee de leerlingen toegang kunnen krijgen tot de les (zie bijlage 1). Er zijn twee mogelijkheiden om ‘Nearpod’ in je klas te gebruiken. Langs de ene kant kan jij het leerproces van de leerlingen in handen nemen. Tijdens de les bepaal jij immers wat er op het scherm van de leerlingen komt te staan. Jouw tablet staat in verbinding met de tablets van de leerlingen. Jij kan dus swipen doorheen de slides, filmpjes, ... Die slide of dat filmpje komen simultaan ook tevoorschijn op de tablets van de leerlingen. Daar tegenover staat dat je ook het leerproces in de handen van de leerlingen kunt leggen. Dit doe je door de huiswerkknop aan te duiden. Je krijgt dan een andere pincode waardoor de leerlingen zich op eigen tempo een weg door de presentatie kunnen banen. Daarnaast kan je deze huiswerkknop ook laten gebruiken waarvoor hij oorspronkelijk is bedoeld, namelijk als huiswerk. Door leerlingen de pincode te mailen, of te posten in de Facebook-groep, kan je leerlingen individueel thuis een taak laten maken. Hier krijg je ook weer onmiddellijk de antwoorden op jouw tablet tevoorschijn. Deze resultaten kan je gebruiken voor zowel een formatieve als een summatieve evaluatie. Deze
app
biedt
enkele
grote
voordelen.
Door
de
verschillende
quizmogelijkheden – open vragen of meerkeuzevragen – kan je als leerkracht testen of de leerlingen de leerstof begrijpen. In een klassikale setting hoor je slechts van één leerling een antwoord en heb je er het gissen naar of de overige leerlingen de leerstof ook begrijpen. Dit impliceert dat alle leerlingen een tablet nodig hebben. Via deze app krijg je een onmiddellijk overzicht van de antwoorden van de leerlingen op jouw tablet. Je kan dus snel individueel bijsturen. Indien je ondervindt dat er vragen zijn die door een groot deel van de klas verkeerd beantwoord worden, dan kan je klassikaal bijsturen. Je krijgt dus een breder overzicht of de leerlingen al dan niet de leerstof onder de knie hebben Een handigheidje van deze app is dat hij ook automatisch de antwoorden opslaat. Je kan de antwoorden dus te allen tijde raadplegen via de Nearpod-website.
17
1.2
Vakgebonden apps
Naast ondersteunende apps zijn er ook vakgebonden apps. Vakgebonden apps zijn apps waarmee je leerlingen zeer specifiek aan de slag kan laten gaan. In dit onderdeel ga ik in op vakspecifieke apps binnen het onderwijsvak aardrijkskunde. De grote valkuil van tabletgebruik in de klas is dat je louter vakgebonden apps gaat gebruiken. Indien je dit doet, wordt je tablet een doel in plaats van een leermiddel. Om ervoor te zorgen dat je tablet een leermiddel blijft, zijn er twee mogelijkheden. De eerste mogelijkheid bestaat eruit om een les op te bouwen rond de ondersteunende apps zoals die hierboven vermeld zijn. Een tweede mogelijkheid is om een afwisseling te voorzien tussen de ondersteunende en de vakgebonden apps. In de paragrafen
hieronder
volgt
een
oplijsting
van
de
meest
bruikbare
vakgebonden apps binnen de lessen aardrijkskunde.
1.2.1
Google Earth
De bekendste app is zonder twijfel Google Earth. Al moet hier onmiddellijk een kanttekening bij gemaakt worden. De app is een heel stuk beperkter dan het programma dat je op een desktop of laptop kan draaien. Je kan geen leerpad ontwerpen of toepassen. De app van Google Earth is daarentegen wel handig om snel locaties op te zoeken. Het is ook mogelijk om deze locaties op te slaan onder ‘mijn kaarten’. Indien je naar een specifieke locatie inzoomt, krijg je niet alleen foto’s maar ook een informatieve tekst die geleverd wordt door Wikipedia. Dus via deze weg krijg je snel extra informatie over de plaats die je net hebt opgezocht. Een bijkomend voordeel is dat je met de app heel snel kan in – en uitzoomen. In het kader van de lessen rond de 4H’s kan je met de app naar plaatsen gaan die overeenkomen met de reliëfeigenschappen. Zo kan je de leerlingen bijvoorbeeld naar de Matterhorn laten inzoomen. Op die manier zien ze als het ware de Matterhorn voor zich en kunnen ze op een eenvoudige manier de getande vorm van het gebergte benoemen. Daarnaast kunnen ze zien dat er een steile helling is. Op deze manier biedt Google Earth-app een meerwaarde binnen de lessen aardrijkskunde.
18
1.2.2 Khan academy Khan academy is eigenlijk de aanstoker van de “flipped classroom”.17 Khan academy is een app die je enorm veel educatieve filmpjes aanbiedt. Tot op heden zijn alle filmpjes weliswaar in het Engels waardoor de leerlingen de nodige kennis van het Engels moeten bezitten om de filmpjes volledig te begrijpen. Daarnaast worden er voor het vak aardrijkskunde voornamelijk onderwerpen aangesneden die in de derde graad van het secundair onderwijs pas aan bod komen. De werking van de app is gebaseerd op het principe van de “flipped classroom”. Dat houdt in dat het traditionele lesgeven wordt omgedraaid. In het traditionele lesgeven wordt de instructie/theorie in de klas gegeven en worden daarna oefeningen aangeboden in de weinige tijd die rest in de klas. De leerlingen moeten de oefeningen dan vaak thuis voltooien. Net op dat moment zitten ze met de meeste vragen of komen ze helemaal vast te zitten. Dit leidt ertoe dat sommige leerlingen hun motivatie verliezen. Binnen de “flipped classroom” worden de rollen omgedraaid. De rol van de leerkracht wordt overgenomen door instructiefilmpjes. De leerkracht kan eveneens zelf instructiefilmpjes ontwikkelen waarmee de leerlingen aan de slag kunnen gaan. De eerste stap is dat de leerlingen thuis het instructiefilmpje bekijken. Nadien kunnen ze via de app reeds oefeningen maken en krijgen ze onmiddellijk een foutenanalyse aangeboden. De leerlingen komen nadien naar de klas en gaan verder met de oefeningen die de app biedt of met oefeningen die jij als leerkracht aanbiedt. Dit zorgt ervoor dat je een heel lesuur de tijd hebt om aandacht te besteden aan alle leerlingen. De leerlingen met leerproblemen raken niet gedemotiveerd omdat jij er bent om ze op het moment dat ze vastzitten bij te sturen. Daar tegenover staan de sterke leerlingen die op hun eigen tempo gedifferentieerde oefeningen kunnen blijven maken waardoor ook zij gemotiveerd blijven. Andere voordelen zijn dat leerlingen zelf hun leerproces in handen nemen. Ze kiezen zelf waar en wanneer ze de filmpjes bekijken. Ze bepalen tevens hun leersnelheid zelf. Indien ze iets moeilijk begrijpen, kunnen ze de video snel terugdraaien om hem te herbekijken. Doordat leerlingen op school de
17
Thompson, C. (2011). How Khan Academy is changing the rules of education. Wired Magazine, 126.
19
oefeningen maken, krijgen ze rechtstreeks feedback van de leerkrachten. Hierdoor krijg je als leerkracht een betere inschatting van het niveau van iedere leerling. Khan academy leent zich uiteraard niet enkel om te gebruiken binnen het vak aardrijkskunde. Zo is het ook mogelijk om de app te gebruiken binnen andere vakken. Khan academy biedt immers vooral filmpjes aan die voor de overige wetenschapsvakken en wiskunde zeer bruikbaar kunnen zijn.
1.2.3 Nasa Visualization Explorer Nasa Visualization Explorer is een app die in het beheer is van de NASA. De NASA geeft via deze app extra informatie over ontdekkingen in verband met de ruimte. Zo krijg je verschillende foto’s te zien van ontdekkingen. Wanneer je op één van deze foto’s klikt, krijg je een tekst met uitleg. Die uitleg wordt weliswaar in het Engels gegeven. Daarnaast krijg je nog een hele reeks foto’s in
verband
met
iedere
ontdekking.
Er
is
een
mogelijkheid
om
de
ontdekkingen te sharen in je Facebook-groep. Via deze weg pik je dus ook in op de actualiteit. In dit geval is de actualiteit echter ruimtegebonden. Ook een thema dat voornamelijk behandeld wordt in de derde graad van het secundair onderwijs.
1.2.4 ArcGIS ArcGIS is een app die zich uitstekend leent om mee te werken op excursies. De app bestaat uit verschillende kaarten. Het is aan jou om zelf lagen in te laden.
Dit
kan
bijvoorbeeld
een
laag
zijn
in
verband
met
de
bevolkingsdichtheid. Zo kan je de bevolkingsdichtheid van een bepaald gebied aflezen uit kaartmateriaal en vergelijken met de waarnemingen. Enerzijds is het mogelijk om bestaande lagen in te laden. Anderzijds biedt de app ook de mogelijkheid om zelf gecreëerde lagen in te laden. Je kan via ArcGIS zelf data invoegen die samen een laag gaan vormen. Denk maar aan het aantal secundaire scholen. Door middel van de adressenlijst van de Vlaamse overheid kan je deze scholen ingeven. Samen vormt deze lijst een laag die je kan inladen op een kaart. Zo worden de plaatsen waar zich
20
secundaire scholen bevinden gevisualiseerd. Daarnaast is het ook mogelijk om oppervlaktes te berekenen via de app. Zo kan je bijvoorbeeld de oppervlakte van een rivierdal laten berekenen door de leerlingen. Ook met deze app kan je inspelen op de actualiteit. Wanneer er een nieuw klimaatrapport uitkomt, kan je een laag inladen die je laat zien welk gebied van de België en Nederland er onder water komt te staan bij een bepaalde stijging van de waterspiegel.
1.2.5 Universal counters Via deze app is het mogelijk om de bevolkingsevolutie op verschillende fronten te zien. Zo is het mogelijk om het aantal geboortes en sterftes mee te volgen. Deze cijfers zijn gebaseerd op de statistieken. Het sterftecijfer wordt onderverdeeld naar verschillende doodsoorzaken. Hieruit blijkt dat hart – en vaatziektes wereldwijd de grootste doodsoorzaak zijn. Naast deze menselijke indictatoren kan je ook nog enkele economische indicatoren volgen. Zo kan je bijvoorbeeld het aantal auto’s dat in dat jaar geproduceerd is volgen. Uit deze gegevens blijkt dat er jaarlijks ongeveer 3 keer zo veel fietsen als wagens worden
geproduceerd.
Deze
app
biedt
ook
de
mogelijkheid
om
de
tijdseenheid te verschuiven. Zo kan je niet alleen de gegevens van het huidige jaar volgen, maar ook van de huidige maand, week of zelfs dag. Tot slot kan je ook de tellers op 0 zetten en kan je vanaf nu beginnen tellen.
1.2.6 UN Country Stats Un Country Stats
18
is een zeer handige app om grafieken en tabellen uit je
cursus te updaten. Door te app te raadplegen kan je een uitgebreid gamma aan
socio-economische
indicatoren
opvragen.
Deze
socio-economische
indicatoren worden voorzien door de gegevensbank van de Verenigde Naties. Er zijn twee manieren om aan de slag te gaan met deze app. Vooreerst kan je alle gegevens van één bepaald land opvragen. Wat betreft de economische factoren zie je een evolutie doorheen de tijd. Je krijgt namelijk de gegevens uit
zowel
2000,
2005
en
2009
gepresenteerd.
Wat
betreft
enkele
sociografische indicatoren hebben ze een projectie gekozen tussen de jaren
18 Hampton Cole, S. (2013). 48 iPad apps for teaching and learning geography/Earth science. Ideas out there. Geraadpleegd via http://seanhamptoncole.wordpress.com/2013/03/04/48-ipad-apps-forteaching-and-learning-geography-earth-science/
21
2010 en 2015.
Werkboeken die in die tijd ontworpen zijn, hebben de
gegevens uit 2009 nog niet opgenomen in hun tabellen en grafieken. Hier tegenover staat dat het niet de app is die de meest recente gegevens weergeeft. De app geeft echter wel de gegevens van veel indicatoren. Een tweede mogelijkheid is om twee landen met elkaar te vergelijken. Neem nu dat je lesgeeft over het thema “landbouw in Moesson-Azië”, dan kan je de scholingsgraad van India makkelijk vergelijken met die van België. Daarnaast kan je een besluit trekken uit de evolutie van de scholingsgraad in beide landen. Samenvattend is UN Country Stats een handige app die een geüpdatete versie geeft van gedateerd cijfermateriaal in een hand – of werkboek.
1.2.7 World Bank Data Finder De World Bank Data Finder is een stuk uitgebreider en bevat recenter gegevensmateriaal dan de UN Country Stats. Deze app genereert haar gegevens uit die van de World Bank. De meerwaarde van deze app is dat je de gegevens vindt van 5 jaren. Het meest recente jaartaal waar men gegevens van heeft, is 2012. Deze app is dus meer up-to-date dan de UN Country Stats. De meerwaarde van UN Country Stats ligt hem vooral in het feit dat je er zeer gebruiksvriendelijk een indicator kan vergelijken tussen twee landen. Daarentegen ligt de meerwaarde van de World Bank Data Finder in het gegeven dat je een overzicht krijgt van alle landen. Daarnaast krijg je op het einde een evolutie te zien van de indicator doorheen de laatste vijf jaren. Een nadeel is dat er van sommige landen weinig gegevens van indicatoren bekend zijn.
1.2.8 World in Figures Een derde app die op eenvoudige wijze statistische gegevens voorstelt, is de app ‘World in Figures’. Deze app is uitgegeven door de Britse toonaangevende krant ‘The Economist’. Door middel van de app krijg je ook een overzicht van verschillende socio-economische indicatoren. Je hebt de mogelijkheid om een profiel van een bepaald land op te roepen. Daarnaast kan je ook een vergelijking maken tussen verschillende landen. Ten opzichte van UN Country Stats biedt deze app als voordeel dat je meerdere landen met elkaar kan vergelijken. Een laatste handigheid van deze app is dat je voor iedere socio-
22
economische indicator een overzicht op verschillende manieren krijgt. Zo krijg je een lijst met de landen gerangschikt van hoog naar laag. Tevens vind je deze landen terug op een map. Tot slot worden de gegevens van de socioeconomische indicator in een grafiek weergegeven.
1.2.9 Thunder Thunder is een eenvoudige en handige app die bestaat uit twee knoppen. Met behulp van de app kan je de afstand tot het onweer berekenen. Wanneer je de flits ziet, moet je de linkerknop aanraken. Als je het onweer hoort, moet je de rechterknop aanraken. Hierna wordt automatisch de afstand tot het onweer berekend.
1.2.10 eQuake Map Deze app brengt de actualiteit in je klas. De app zorgt ervoor dat je een overzicht krijgt van recente aardbevingen. Zo kan je als leerkracht inspelen op recente grote aardbevingen door deze eenvoudig te lokaliseren met behulp van de app. In de derde graad kan deze app je uitgangspunt worden om te starten met thema platentectoniek.
1.2.11
Spotzi Atlas
Spotzi Atlas is een gratis atlas die erg veel functionaliteiten aanbiedt. Ze is gebaseerd op het ArcGis-principe. Dit houdt in dat de app met verschillende lagen werkt. Zo kan je op je map een laag tonen die een bepaalde klimaatzone weergeeft, of een laag die de gebieden aangeeft waar men aan tarweteelt doet. De informatie is afkomstig van zowel de Wereld Data Bank als de NASA. Hierdoor kan je ook lagen opvragen die bestaat uit gegevens van verschillende jaartallen.
23
2
Welke mogelijkheden zijn er om tablets in je lessen te integreren? In dit onderdeel behandel ik de lessen die ik zelf heb gegeven met integratie van de tablets. Daarnaast geef ik lesideeën om apps te integreren in de klaspraktijk. Tot slot behandel ik ook nog lesideeën voor het vak Nederlands die bruikbaar zijn binnen aardrijkskunde en andere vakken. Met de derde leervraag onderzoek ik de eventuele leerwinsten die de leerlingen kunnen halen met het gebruik van tablets ten opzichte van regulier onderwijs. Een belangrijke voorwaarde om met tablets in je lessen te werken is het gegeven dat je je niet louter baseert op vakgebonden apps. Wanneer je immers enkel vakgebonden apps gaat integreren in je lessen, loop je het risico dat je tablet geen leermiddel meer is. Integendeel, je tablet gaat een doel worden. Via de lesmogelijkheden die in de volgende onderdelen behandeld worden, probeer ik een inzicht te geven hoe je de ondersteunende apps kan inpassen in je lessen. De ondersteunende apps dienen immers om je lesinhoud op een andere manier aan te brengen. Via deze apps heb je meer mogelijkheden om je lessen op te bouwen en kan je gemakkelijker variëren tussen de verschillende werkvormen. Zo komen alle soorten leertypes
bij
leerlingen
aan
bod
19
.
Sommige
leerlingen
zijn
immers
communicatief sterk, anderen krijgen meer input van een leerkracht met sterke verteleigenschappen. Zorg dus dat je niet enkel les geeft met tablets, maar varieer in werkvormen. Indien je alle lessen met tablets gaat geven, dan verdwijnt de motivatie van de leerlingen voor een deel doordat de tablets al snel als ‘gewoon’ worden aanzien door hen.
2.1
Algemene info onderzoeksopstelling
Tijdens de zelfstandige stage zijn er twee periodes geweest waarin ik de tablets heb geïntegreerd in de lessen aardrijkskunde. Telkens heb ik de tablets gebruikt in twee klassen van het derde middelbaar. Deze twee klassen liepen parallel met elkaar qua inhoud. De ene klas bestond uit 16 leerlingen die de richting Techniek – Wetenschappen volgden. De andere klas bestond uit 27 leerlingen die de richting Wetenschappen volgden. Deze richting stond bekend om het hoge niveau dat de hele klasgroep haalde. De richting
19
Klasse. (2012). Tablets op de school: de beste app is de leraar. Klasse.
24
Techniek – Wetenschappen was een stuk zwakker. Door de resultaten (zie uitwerking onderzoeksvraag drie) van beide groepen te combineren kreeg ik een correct beeld. De overige drie klasgroepen waarin ik les gaf in het derde middelbaar
waren
immers
leerlingen
uit
de
richtingen
Humane
Wetenschappen en Economie. Dit waren richtingen waarbij de leerlingen zich qua
sterkte
tussen
het
niveau
van
Wetenschappen
en
Techniek
–
Wetenschappen bevonden. Deze groep vormde de controlegroep en heeft op een reguliere manier les gekregen. Dit wil zeggen dat ze voornamelijk via individueel werk en een onderwijsleergesprek hebben gewerkt. De resultaten van dit onderzoek komen aan bod in de derde onderzoeksvraag.
2.2
Uitgevoerde lesconcepten met tablets
Zoals ik reeds in de vorige paragraaf heb vermeld, zijn er twee periodes geweest waarin de leerlingen met de tablets hebben gewerkt. In de volgende paragraaf komt de uitleg van ieder concept aan bod.
2.2.1
Test met behulp van Socrative
Socrative20 is een app die zich uitstekend leent tot het ontwikkelen van een quiz over de leerstof die je in een les behandelt. Zo heb ik in de eerste week een quiz gemaakt met de app Socrative over het thema landbouw in Moesson – Azië. In plaats van de samenvatting in te vullen in het einde van het werkboek, heb ik de leerlingen de samenvatting via de quiz -app laten invullen. De samenvatting omhelsde de leerstof van twee lessen. De leerlingen die dus hun leerstof van de vorig les niet hadden herhaald, moesten dus diep in hun geheugen gaan graven. De quiz bestaat uit veertien multiple choice vragen. Ik heb hiervoor gekozen zodat ik in de controlegroep ook op een eenduidige en eenvoudige manier de quiz zou kunnen afnemen op het einde van de les. Dit zou dan gebeuren via de klassieke papieren manier. De leerlingen kregen de tablet op het einde van de les zodat ze geen afleiding ondervonden. Op het bord had ik het kamernummer opgeschreven. De leerlingen loggen zich in de Student-app van Socrative in terwijl de leerkracht zich inlogt in de Teacher-app. De leerkracht ziet onmiddellijk wie de kamer
20 Lustenhouwer, S. (2012). Experimenteer met het toepassen van ICT in de les. Levende Talen Magazine, 99(5), 22-25.
25
binnenkomt. Als leerkracht beslis jij wanneer de quiz start. Je hebt de mogelijkheid om de leerlingen op hun tempo de quiz te laten afleggen of je kan een tempo opleggen aan de leerlingen waardoor ze bijvoorbeeld slechts enkele seconden de tijd krijgen om een vraag te beantwoorden. Daarnaast bestaat er ook de mogelijkheid om een spelelement toe te voegen aan de quiz in de vormen van een zogenaamde ‘space race’. In deze race wordt de klas door de app onderverdeeld in groepen. Per juist antwoord gaat je raket vooruit. De groep wiens raket het verst vooruit geraakt is de winnaar van de space race. Deze app biedt als grootste voordeel dat je op jouw tablet onmiddellijk de antwoorden van de leerlingen ontvangt. Wanneer je merkt dat een leerling veel fouten maakt, kan je individueel gaan remediëren. Indien er veel leerlingen dezelfde fout maken, kan je klassikaal gaan remediëren. De fout ligt eventueel ook bij de vraagstelling die tot twijfel kan leiden. Neem daarom altijd objectieve vragen om te testen. Op het einde van de test kan je de resultaten projecteren op een scherm waardoor je mogelijke vragen van leerlingen kan ontlokken. Hierdoor kan je eveneens vragen behandelen die klassikaal fout beantwoord zijn. Een tweede voordeel is dat de resultaten van de leerlingen na de test onmiddellijk in een overzichtelijk Excel-document naar jouw e-mailadres worden doorgestuurd. Hierdoor kan je nadien de tijd nemen om de resultaten te bestuderen. De app kan niet alleen dienstdoen als formatief evaluatieinstrument, maar ook als summatief evaluatie-instrument. Wanneer je het gebruikt als summatief evaluatie-instrument moet je natuurlijk rekening houden met de 5 voorwaarden 21 waaraan een goede evaluatie dient te voldoen. Dit zijn met name objectiviteit, validiteit, transparantie, efficiëntie en leerrijk toetsen. Aangezien de test uit multiple choice vragen bestond in combinatie met één open vraag voldoet ze wel aan het criterium van de objectiviteit. Er werd echter geen nieuwe oefening in de vraagstelling opgenomen. Net doordat de app zelf aangeeft welke antwoorden fout zijn, is de app zeer efficiënt. In het Excel-formulier krijg je ook per leerling een eindresultaat te zien. Daarnaast kan je onmiddellijk de antwoorden en de resultaten van de leerlingen projecteren, waardoor er geen tijd verloren gaat bij de remediëring. Het nadeel om Socrative als summatief evaluatieinstrument te gebruiken is dat bij open vragen de antwoorden van de leerlingen exact moeten overeenstemmen met de antwoorden die jij als
21
Gaeremynck, V. (2012). Kwaliteitseisen proefwerkvragen. WAB. 158 – 161.
26
leerkracht in de app ingeeft. Je kan als leerkracht echter wel oneindig veel juiste antwoorden ingeven. Toch kan er hierdoor discussie ontstaan wanneer een leerling een antwoord geeft dat niet volledig overeenkomt met de antwoorden die jij hebt ingegeven. Een derde voordeel aan deze app is dat je de mogelijkheid hebt om tijdens de les een vraag te stellen aan de leerlingen. Wanneer je de vorige mogelijkheid uitvoert, waarbij er een soort evaluatie plaatsvindt, dien je de vragen van de quiz op voorhand in te geven. In dit geval kan je snel via je tablet een vraag stellen. Het voordeel is dat je onmiddellijk kan zien of de leerlingen de net gegeven leerstof begrepen hebben. Uiteraard moeten ze deze nadien nog verwerken. Samenvattend kan gesteld worden dat deze app zeker een meerwaarde is om binnen de lessen aardrijkskunde te integreren. Deze app is immers een ondersteunende app die je les mee vormgeeft. Op een zeer eenvoudige manier kan je snel testen of de leerlingen mee zijn en bij wie je individueel nog moet remediëren. Uiteraard is deze app ook bruikbaar binnen andere lessen. Het is dus zeker een aanrader om hem te gebruiken.
2.2.2 Volledige les met behulp van Nearpod Nearpod is net zoals Socrative een ondersteunende app. Met Nearpod kan je een presentatie inladen. Deze presentatie is echter niet statisch. Je hebt de mogelijkheid
om
nog
slides
toe
te
voegen
waar
je
afbeeldingen
of
videomateriaal op plaatst. Daarnaast heb je de mogelijkheid om quizvragen te maken tussen de slides door. Die quizvragen kunnen bestaan uit open vragen of multiple choice vragen. Het is tevens mogelijk om de leerlingen een vraag te stellen waarbij ze iets moeten uitleggen aan de hand van een tekening. Deze presentatie maak je met de website van Nearpod. Het is ook mogelijk om de presentatie op te slaan en deze later aan te passen. Als je presentatie met vragen en andere slides klaar is, kan je hem publiceren. Deze gratis versie van Nearpod heeft echter zijn beperkingen. Je kan immers slechts enkele presentaties laten publiceren. Daarnaast kan je iedere gepubliceerde presentatie slechts eenmaal gebruiken. Stel dat je dus enkele parallelklassen hebt waar je dezelfde presentatie wil gebruiken, dan moet je niet alleen de geüpdatete versie aankopen, je moet ook telkens iets aanpassen. Dit vermindert de gebruiksvriendelijkheid van de app wel.
27
Dit kleine ongemak neemt niet weg dat Nearpod een app is die zich uitstekend leent om te gebruiken binnen je aardrijkskundelessen. Aangezien er geen materiaal voorhanden is, heb ik de les omgetoverd van een klassieke les waarin er vooral individueel wordt gewerkt naar een tabletles in kleine groepen. Het thema dat werd behandeld is de landbouw in de VS. Als uitgangspunt nam ik de Powerpoint die bij het leerwerkboek van WDM 3 is opgenomen.
Hieruit
heb
ik
de
afbeeldingen
gefilterd.
Dit
werd
mijn
presentatie waarin ik extra slides en quizvragen heb verwerkt. Zo heb ik een filmpje geïmplementeerd waarop de leerlingen konden afleiden dat de teelt machinaal en kapitaalintensief gebeurt. In een volgende slide werd deze vraag dan gesteld. Net zoals de app Socrative biedt Nearpod aan om alles in real-time te volgen. De leerlingen moeten immers na iedere vraag hun antwoord bevestigen. Wanneer ze dit antwoord bevestigd hebben, verschijnt het antwoord op de tablet van de leerkracht (zie bijlage 2, 3 en 4). Hierdoor ben je als leerkracht in staat om onmiddellijk in te spelen op fouten. Aangezien de les thuis al volledig voorbereid is, verandert je rol van instructeur naar die van coach. De leerkracht kan met behulp van zijn tablet immers de fouten opsporen van de leerlingen. Ook hier is het weer mogelijk om individueel of klassikaal bij te sturen indien nodig. Tevens is het mogelijk om Nearpod heeft twee bijzondere functionaliteiten. Wanneer je je presentatie publiceert, krijg je immers een pincode. Met deze pincode kunnen de leerlingen zich inloggen en jouw presentatie bekijken. Via jouw tablet kan je swipen (= met je vinger over het tablet bewegen) naar de volgende slides. Je gaat dus een opdracht geven die door de leerkracht gestuurd is. Dit is handig binnen andere lessen zoals wiskunde waarbij de leerlingen informatie krijgen over een rekenmethode. Binnen aardrijkskunde is de huiswerkmethode de beste methode. Indien je de presentatie publiceert, kan je kiezen voor een huiswerkcode. Deze kan je via mail verzenden naar de leerlingen. Daarnaast is het ook mogelijk deze pincode voor jezelf te houden en deze in het begin van de les op het bord te noteren. Via deze pincode kunnen de leerlingen op hun eigen tempo doorheen de slides swipen. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen hun eigen leerproces in handen nemen. Indien ze willen, kunnen ze terugkeren naar een vorige slide. Bijkomend voordeel is dat je als leerkracht via jouw tablet de evolutie van de leerlingen kunt volgen. Indien ze niet opschieten, kan je nagaan of ze
28
überhaupt met de opdracht bezig zijn. Het is dus eenvoudig om ze terug bij de les te betrekken. Daarnaast kan je als leerkracht de correcte antwoorden van de les presenteren. Ook is het mogelijk om een vraag die door de meerderheid foutief werd ingevuld eruit te lichten en hierop in te spelen door ze te remediëren. Buiten het feit dat je dezelfde presentatie niet in meerdere klassen kan gebruiken, is er nog één nadeel. Wanneer je filmpjes gebruikt, overstemt het geluid van de verschillende tablets elkaar. Dit gebeurt zeker wanneer je leerlingen ongeveer op een gelijkaardig tempo werken. Een oplossing hiervoor kan eruit bestaan om te werken met oortjes. Het nadeel is dan weer dat je niet volledig zeker bent of de leerlingen zich niet bezighouden met andere apps. Aangezien in de proefopstelling slechts 10 tablets aanwezig waren, waren oortjes sowieso uit den boze aangezien op die manier niet alle groepsleden de informatie uit de filmpjes zouden kunnen volgen. Samenvattend biedt Nearpod een groot gebruikersgemak indien je minieme verschillen aanbrengt tussen parallelklassen. Tevens is het bij veelvuldig gebruik aan te raden om de betalende versie van de app aan te schaffen.
2.2.3 Niet-uitgeteste mogelijkheden Hieronder volgt een overzicht van de mogelijkheden die ik niet in de klaspraktijk heb uitgetest maar die zeker het proberen waard zijn. •
Facebook: maak een Facebook-groep aan waar je leerlingen lid van kunnen worden. Zorg er evenwel voor dat je een de goedkeuring hebt van alle leerlingen om dit project te starten. Deze Facebook-groep kan ingezet worden om nuttige afbeeldingen of weblinks te posten. Zo integreer je de actualiteit. Als leerkracht kan je vertrekken vanuit de links die de leerlingen aanbieden. Daarnaast is het mogelijk om voorafgaand aan een thema een stelling te posten met een bijhorend artikel om de leerlingen te teasen. De leerlingen kunnen door middel van de pollfunctie van Facebook aangeven wat hun mening is over het artikel. Tevens is het mogelijk om via het commentaarvak de discussie aan te wakkeren. Het is dan evenwel belangrijk om goede afspraken te maken met de leerlingen en als leerkracht het commentaarvak correct te modereren.
29
•
Twitter: je kan via Twitter al je leerlingen elkaar laten volgen. Indien een leerling een interessant artikel heeft gevonden, kan hij dit tweeten naar al zijn volgers. Indien een andere leerling dit artikel interessant vindt, kan hij dit retweeten. Het is ook mogelijk om Twitter en Facebook met elkaar te verbinden. Hierdoor kan je je tweets ook rechtstreeks in de Facebook-groep posten. Zowel Twitter als Facebook kunnen drempelverlagend werken. Leerlingen controleren immers vaker hun Twitter – of Facebook-account dan hun Smartschoolaccount. Indien ze met vragen zitten, kunnen ze snel een tweet sturen naar hun leerkracht.
•
Dropbox: via Dropbox kan je gemakkelijk bestanden delen met je leerlingen. Deze toepassing werkt via ‘cloud computing’. Dit houdt in dat de gegevens in een niet-tastbare database, namelijk het internet, worden opgeslagen. Dit bespaart natuurlijk in de kost van draagbare harde schijven. Deze bestanden zijn via alle mobiele apparaten beschikbaar, zowel tablets, smartphones als laptops en pc’s. Dit impliceert dat je altijd en overal je werk kunt bewaren en op eender welke plaats en tijdstip eraan kunt verder werken. Als leerkracht is dit een eenvoudige manier om digitale werkbladen aan je leerlingen aan te bieden.
•
Wordpress: via deze app is het mogelijk om een blog op te starten waar de leerlingen hun resultaten kunnen posten. Zo kan je hen tijdens de start van schooljaar de taak geven om aardrijkskundig gerelateerde actua te verzamelen in verschillende thema’s. Deze thema’s kunnen bestaan uit bijvoorbeeld: klimaat, conflicten, ... Maar ook uit verschillende gebieden: België, Europa, wereld. De leerlingen moeten
bijvoorbeeld
2
zelfgekozen
artikels
samenvatten.
Deze
samenvatting kunnen ze het beste maken op een pc of laptop aangezien een tablet er zich niet goed toe leent om lange teksten te ontwerpen. Hun samenvattingen kunnen ze delen via de Wordpressapp. De andere leerlingen kunnen hier dan op reageren. Als leerkracht is het mogelijk om voor aanvang van een thema – net zoals bij de Facebookgroep – een relevante stelling te posten die de interesse van de leerlingen losweekt. Tevens is het mogelijk om een post op de Wordpress – app te delen in je Facebook – groep.
30
•
Flipped classroom 22 : deze term staat voor het omdraaien van de klassieke les. In een klassieke les krijgen leerlingen immers de instructie tijdens de les. Tijdens het resterende deel van de les krijgen de leerlingen de tijd om de geziene leerstof in te oefenen. Daarnaast moeten de leerlingen hun leerstof thuis verder onder de knie proberen te krijgen. In de ‘flipped classroom’ worden de rollen echter omgedraaid (zie bijlage 5). De leerkracht bevoorraadt als het ware de leerling met instructiefilmpjes. Je kan zowel educatieve filmpjes nemen van Youtube als zelf filmpjes ontwerpen. De leerlingen krijgen geen huiswerk meer mee naar huis in de strikte zin van het woord. Hier tegenover staat dat de leerlingen thuis de instructiefilmpjes moeten bekijken. Het grote voordeel hiervan is dat je leerlingen hun eigen proces in handen laat nemen. De leerling beslist zelf immers waar en hoe vaak hij de instructiefilmpjes bekijkt. Indien hij een onderdeel niet begrijpt, kan hij snel terug scrollen en het onderdeel herbekijken. Voor de snelle leerling is het mogelijk om de filmpjes te herbekijken en zich zo te verdiepen in de leerstof die hem aanspreekt. Nadat de leerlingen de filmpjes bekeken hebben, krijgen ze ook verwerkingsvragen aangeboden. Op basis van deze verwerkingsvragen gaan de leerlingen met vragen zitten. Deze vragen nemen ze mee naar de klas. In de klas hoeft de leerkracht de instructie niet meer te herhalen. De leerlingen kunnen verder aan de slag en de rol van de leerkracht verschuift van initiator naar coach. De leerlingen die snel weg zijn met de leerstof kunnen verdiepingsvragen trachten op te lossen. Andere leerlingen kunnen hun leervragen aan de leerkracht stellen. Op deze manier
wordt
het
leren
nog
meer
gedifferentieerd
en
krijgen
leerkrachten een beter zicht op de leerzorgen van elke leerling op elk moment. Samenvattend heb je als leerkracht een beter overzicht op de leervragen van de leerlingen. Net doordat ze thuis de initiatie bekijken door middel van de filmpjes, kan je in de klas meer aandacht besteden aan het individueel werken.
22
Center for teaching and learning. What is the flipped classroom? University of Texas at Austin. Geraadpleegd via http://ctl.utexas.edu/teaching/flipping_a_class/what_is_flipped
31
Het nadeel van deze didactiek is uiteraard de aanmaak van de filmpjes waarin veel tijd zal kruipen. Deze weegt echter niet op tegen de vele voordelen, want deze filmpjes zal je immers tijdens het volgende schooljaar ook kunnen hanteren.
2.2.4
Tabletgebruik binnen de lessen Nederlands
Doordat ik gedurende twee periodes enkele dagen in het bezit was van de tablets, heb ik ze ook geïntegreerd binnen het vak Nederlands. Net zoals binnen aardrijkskunde ben ik aan de slag gegaan met de app Nearpod. Voor deze lessen ben ik vertrokken vanuit een blanco presentatie. Het lesdoel bestond eruit om de kenmerken van het teksttype fantasy af te leiden. Dit gebeurde aan de hand van filmpjes. Ook hier komt weer het grote nadeel van Nearpod naar boven. De leerlingen komen ongeveer tegelijk aan de filmpjes waardoor het geluid elkaar overstemt en het moeilijk is om de inhoud van de filmpjes te beluisteren. Een oplossing bestaat erin om de leerlingen met oortjes te laten werken. Dit was echter niet mogelijk aangezien ik slechts 11 tablets had voor twee klassen van 26 en 29 leerlingen. Desalniettemin was er voornamelijk een grote tijdswinst. Normaliter neemt het thema fantasy twee volledige lessen in beslag. Op deze manier werden de kenmerken afgeleid op slechts een lesuur tijd. In de tweede les hebben we klassikaal de kenmerken nog even overlopen.
32
3 Biedt het gebruik van tablets leerwinst? Sinds de uitvinding van de eerste elektronische apparaten, proberen we ze integreren in de lespraktijk.
23
Hoewel ze in eerste instantie niet zijn
uitgevonden om als educatief leermiddel te dienen. Zo is ook hetzelfde gebeurt met de tablet. Uiteraard dringt zich tegelijkertijd de vraag op of tablets wel nuttig zijn binnen onderwijs. Zijn ze niet louter een hype? Biedt het gebruik van tablets in de lessen wel leerwinst op? Wegen de voordelen wel op tegen de nadelen? Daarom ga ik in mijn derde leervraag via een klein experiment na of er een leerwinst kan geboekt worden door het inzetten van apps in de les. Vooraleer hiermee te starten ga ik in op de voor – en nadelen van tabletgebruik binnen de klas. Nadien volgt de praktische uitwerking van het experiment. Tot slot volgen de voornaamste conclusies.
3.1 Voor – en nadelen van tabletgebruik in het onderwijs Sinds de opkomst van de tablets, proberen verschillende scholen deze als educatief leermiddel in te zetten. Toch zijn er enkele belangrijke voorwaarden waaraan moet voldaan worden:
Leerkrachten mogen de tablet niet zien als een doel. Het is niet de bedoeling om lessen te besteden aan het leren werken met de tablet. De meeste leerlingen zijn immers ict-vaardig genoeg om snel overweg te kunnen met deze nieuwe toepassing. De tablet moet ingezet worden als leermiddel. Om je doel te bereiken, kan je de tablet integreren.
Wanneer je tablets in een school gaat gebruiken, is het aangewezen om naast een ICT-coördinator ook een zogenaamde tabletcoördinator
24
aan
te stellen. Het is voor de ICT-coördinator onmogelijk om zich te bekommeren over zowel de technische als de didactische kant van tablets. Daarom wordt er een onderscheid gemaakt: de ICT-coördinator houdt zich bezig met de technische kant. Hij zorgt ervoor dat de tablets zijn opgeladen en dat de juiste apps zijn geïnstalleerd. Dit terwijl de tabletcoördinator het didactische luik op zich neemt. Hierdoor kan hij zijn collega’s de nodige didactische ondersteuning bieden bij het gebruiken
23 Hemmi, A., Bayne, S., & Land, R. (2009). The appropriation and repurposing of social technologies in higher education. Journal of Computer Assisted Learning, 25(1), 19-30. 24 Klasse. (2013). Swipen is het nieuwe leren. Klasse, 30-31.
33
van tablets. Uit het onderzoek ‘Monitor voor ICT-integratie in het Vlaamse onderwijs’25 blijkt immers dat slechts één op de drie leerkrachten in het secundair onderwijs geregeld ICT gebruikt in de les. Daarnaast blijkt dat slechts één op de tien scholen over meer dan tien tablets beschikt. Hierdoor blijven tablets een uitzondering. Toch kan het aanstellen van een tabletcoördinator voor een gestructureerde aanpak van tabletgebruik in een school zorgen. Zo is het de taak van de tabletcoördinator om de gepaste apps uit te zoeken. Hij kan dit doen in samenspraak met ervaringsdeskundige collega’s om vakspecifieke apps te downloaden. Deze ervaringsdeskundigen kan de school ook inzetten om het tabletgebruik op school mee te stimuleren.
3.1.1
Voordelen van tabletgebruik in het onderwijs
Plaatsonafhankelijk leren: tablets zijn zeer handige leermiddelen om snel ergens mee naartoe te nemen. Zo lenen tablets zich uitstekend tot veldwerk of het opnemen van praktische proeven die nadien door de leerlingen uitgelegd worden aan de rest van de klas door middel van aansluiting op een projector.
Tablets
zijn
gemakkelijk
in
gebruik.
Hierdoor
zijn
ze
ook
laagdrempelig voor de leerlingen. 26 Aangezien leerlingen gebruik maken van digitale leermiddelen voelen ze zich meer betrokken tijdens hun leerproces. Hierdoor gaan leerlingen meer tijd en moeite steken in hun opdrachten wat de kwaliteit ten goede komt.
Afwisseling
in
werkvormen:
doordat
je
als
leerkracht
de
mogelijkheid hebt om de ondersteunende apps in te zetten, kan je nog meer variëren in werkvormen. Zo kan je op een digitale manier een stellingenspel houden in de klas.
Flipped classroom: door het inzetten van tablets is het eenvoudig om het principe van de ‘flipped classroom’ te bewerkstelligen. Leerlingen kunnen op de klas immers individueel oefeningen
25 Klasse. (2013). Nog te veel angst voor ICT op school. Klasse. Geraadpleegd via http://www.klasse.be/leraren/40547/leraren-bang-van-de-computer/ 26 Onderwijs van morgen. (2013). iPad in de klas: een case-study. Onderwijs van morgen. Geraadpleegd via http://www.onderwijsvanmorgen.nl/ipad-in-de-klas-een-case-study/
34
maken op hun tablet die hen direct feedback geeft. Daarnaast maakt de ‘flipped classroom’ het voor leerkrachten ook makkelijk om overzicht te krijgen op de leerprocessen van alle leerlingen. Via het inzetten van de gepaste apps krijgen de leerkrachten real-time resultaten van de oefeningen van de leerlingen. Hierdoor is het voor de leerlingen eenvoudiger om individueel feedback aan hen te geven.
Tot slot zijn tablets handig om een oefening die een leerling gemaakt heeft te projecteren voor de hele klas. Hierdoor is het mogelijk om bijvoorbeeld een foutieve oplossing te tonen waardoor de leerlingen klassikaal op zoek kunnen gaan naar een fout die veel gemaakt wordt.
3.1.2
Nadelen van tabletgebruik in het onderwijs
Geen plaatsonafhankelijk leren 27 : leerlingen gebruiken de tablet voornamelijk om informatie op te zoeken of het pdf-bestand van de instructie vanaf te lezen. De tablet wordt meestal gebruikt in de klas. Er wordt dus niet mee buiten de klasmuren gegaan om bijvoorbeeld te werken op terrein, interviews af te nemen, ... Mogelijkheid tot ‘flipped classroom’ wordt niet optimaal benut. De leerkracht behoudt zijn rol als instructeur. Leerkrachten gebruiken vaak niet de mogelijkheid om hun rol naar die van coach te verschuiven. Dit komt doordat het maken van instructiefilmpjes een tijdrovende bezigheid is. Toch is het aangewezen om hier tijd en energie in te steken zodat de leerlingen hun eigen leerproces in handen kunnen nemen.
Problemen met ICT-infrastructuur op school. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden van een tablet is het nodig dat er in alle ruimtes van de school een draadloos netwerk aanwezig is. Daarmee
samenhangend
dient
het
draadloos
netwerk
ook
voldoende stabiel te zijn. Dit is een hoog kostenplaatje voor iedere
27
Voogt, J., Boonen, I., Tondeur, J., & Roblin, N. P. (2014). Nieuwe hype of vaste waarde? Tablets in de klas. Didactief, 54-55.
35
school waardoor veel scholen niet in staat zijn om overal draadloos internet aan te bieden.
Tablets lenen zich niet om lange taken uit te typen. Tablets zijn daarentegen geschikt om korte antwoorden te geven. Indien je de leerlingen voor het vak Nederlands een schrijftaak wil laten maken, kan je beter beroep dan op een pc – of laptopklas.
3.2 Onderzoek naar leerwinst 3.2.1 Onderzoeksopzet Het onderzoeksopzet bestond eruit om een vergelijking te maken tussen meerdere klassen die parallel lopen qua thema. Ik heb hiervoor vijf klassen uit het derde middelbaar gekozen. Ik heb de klassen opgedeeld in een experimentgroep en in een controlegroep. De experimentgroep bestond uit twee klassen met leerlingen die de richtingen Techniek – Wetenschappen en Wetenschappen volgen. De controlegroep daarentegen bestond. uit drie klassen met leerlingen uit de richtingen Handel, Economie en Humane wetenschappen. De experimentele groep bestond in totaal uit 44 leerlingen, terwijl de controlegroep uit 47 leerlingen bestaat. Uiteraard was er een verschil tussen de sterktes qua klasgroep. Daarom heb ik deze combinatie genomen zodat de klasgroep en de controlegroep gemiddeld genomen ongeveer op hetzelfde niveau stonden. Het thema dat behandeld werd in de lessen is ‘landbouw in Moesson – Azië’. Zowel de experimentgroep als de controlegroep kregen les op ‘klassieke’ wijze, namelijk door de leerkracht als rol van instructeur waarbij voornamelijk individueel werd gewerkt en onderwijsleergesprekken werden gevoerd. De controlegroep kreeg op voorhand van de leerkracht te horen dat ze op het einde van de les een oefening via de tablet zouden doen. De controlegroep kreeg te horen dat er op het einde een quizje eraan zat te komen. Dit heb ik gezegd om zo de motivatie voor beide groepen te verhogen om mee te werken en aandachtig te volgen. De quiz bestond uit de synthese van de twee lesuren die we aan ‘landbouw in Moesson – Azië’ besteed hebben. De leerlingen die via de tablet de quiz moesten oplossen, zijn aan de slag gegaan met de app Socrative. Via deze app kan je als leerkracht op een
36
eenvoudige manier een quiz samenstellen. Ik heb ervoor gekozen om 14 vragen te stellen. Van deze 14 waren er 13 meerkeuzevragen en 1 open vraag. In de controlegroep werden exact dezelfde vragen gesteld, maar zij kregen deze vragen in een papieren versie (zie bijlage 6). Een groot aandachtspunt is het verschil tussen de controlegroep en de experimentgroep
met
betrekking
tot
het
invullen
van
de
quiz.
De
controlegroep kreeg per 2 à 3 leerlingen één tablet ter beschikking. Zij hadden dus het voordeel dat ze bij vragen konden overleggen. Doordat er echter slechts 5 minuten voor deze quiz waren uitgetrokken, hebben de leerlingen hier echt niet veel profijt aan gehad. Daar tegenover staat dat de controlegroep individueel de synthese quiz tot een goed heeft moeten brengen. Het voordeel van de experimentgroep hadden zij dus niet. Dit werd opgelost door het feit dat een bijzonder slecht of bijzonder goed cijfer minder zwaar doorweegt dan bij de controlegroep. De experimentgroep leverde immers telkens slechts 10 cijfers vanwege het feit dat we slechts 10 tablets ter beschikking hadden.
3.2.2 Resultaten De twee experimentgroepen halen gemiddeld 13,2 op 14. Hier tegenover halen de controlegroepen 12,2 op 14. Wanneer we de mediaan nemen, zien we dat deze voor de experimentengroepen 13 bedraagt en voor de controlegroepen 12. Opvallend is het feit dat er bij de experimentengroepen niemand lager scoort dan 11 op 14. Bij de scores van de controlegroepen stel ik vast dat er verschillende leerlingen zijn die 7 op 14 scoren (zie bijlage 7).
3.2.3 Conclusies Halen leerlingen via deze test een leerwinst door te werken met de tablet? Uit de gegevens kan je als antwoord ‘ja’ afleiden. Dat zou echter te kort door de bocht zijn. De lessen zijn immers allebei op dezelfde manier gegeven. De tablet is enkel ingezet tijdens de laatste vijf minuten van de les. Aangezien de stageschool geen tablets had, was het werken met de tablets – zeker op educatief vlak – voor veel leerlingen nieuw. Door deze vernieuwing waren leerlingen meer betrokken bij de les waardoor ze beter scoorden. Wanneer je de tablet wijdverspreid zou invoeren op school, gaat al snel het nieuwe
37
karakter van het leermiddel weg. Hierdoor zou de verhoogde interesse die deze les genereerde, wellicht ook wegvallen. De leerwinst die in deze situatie gecreëerd wordt, is onwaarschijnlijk om zich te blijven manifesteren wanneer de tablet
op school een veelvuldig gebruikt medium wordt. Daarom is het
nodig om voldoende afwisseling van leermiddelen en werkvormen te voorzien. Hierdoor kan iedere werkvorm en ieder leermiddel voldoende leerwinsten beogen.
3.2.4 Bevindingen leerlingen Na het onderzoeksopzet en na de les via Nearpod, heb ik de leerlingen een vragenlijst gestuurd. Van de 44 leerlingen heb ik 34 antwoorden gekregen. De vragenlijst bestond uit 3 meerkeuzevragen, 2 open vragen en 1 waardeoordeel. •
Het overgrote deel van de leerlingen vindt werken met een tablet nuttig. Zo geven 6 leerlingen aan de ze tabletgebruik altijd nuttig vinden en 19 leerlingen geven aan dat ze het vaak nuttig vinden. Hier tegenover staat dat er 11 leerlingen zijn tabletgebruik in de klas soms nuttig vinden. Samen zijn hier 36 antwoorden omdat de leerlingen de mogelijkheid hadden 2 antwoorden aan te vinken.
•
Vergelijkbare resultaten vinden we terug op de vraag of tabletgebruik in alle lessen geïntegreerd moet worden. Ook hier zijn 6 leerlingen die het altijd geïntegreerd willen zien en 19 leerlingen die het vaak geïntegreerd willen zien. Daarnaast zijn er 9 leerlingen die vinden dat leerkrachten tablets soms zouden moeten integreren.
•
De volgende vraag staat in verband met leerwinst: denken de leerlingen dat ze door het gebruik van tablets betere scores halen? 2 leerlingen denken dat ze altijd betere scores zullen halen. 17 leerlingen gaan er vanuit dat ze vaak betere scores hebben. De meerderheid van de leerlingen gaat er dus vanuit dat tabletgebruik hen een leerwinst oplevert. Hier tegenover staan 14 die denken dat ze soms leerwinst boeken en 1 leerling is er resoluut van overtuigd dat hij nooit leerwinst zal boeken door het gebruik van tablets.
38
•
Daarnaast heb ik 2 open vragen gesteld. De eerste behandelt de voordelen van tabletgebruik. Namelijk welke voordelen tabletgebruik volgens de leerlingen biedt. Zelf geven ze aan dat ze gemotiveerder en meer betrokken zijn bij de les. Daarnaast zeggen ze dat het visuele beter doet onthouden en dat het zorgt voor afwisseling. Tot slot zijn er ook enkele praktische voordelen: het is lichter in je boekentas, je kan je boeken niet vergeten en de leerkrachten hebben geen moeite meer om lelijke geschriften te ontcijferen.
•
Als
nadelen
geven
ze
aan
dat
het
een
nadeel
is
voor
de
schrijfvaardigheid en dat leerlingen snel afgeleid zijn door te surfen naar websites of door spelletjes te spelen op andere apps. Als praktische bezwaren geven ze aan dat de aankoopprijs hoog is en dat het gemakkelijk stuk kan blijven bij een val.
•
En tot slot heb ik gevraagd naar een waardeoordeel voor het werken met tablets in de klas. Het gemiddelde is uitgekomen op 8,35 op 10. Er zijn 2 leerlingen die het tabletgebruik waardeerden met een 10 en 1 leerling die zijn waardering uitsprak door middel van een 6 te geven. Deze vraag heb ik gesteld omdat ik ondervonden heb dat de leerlingen voor het starten met het werken met de tablet erg gemotiveerd en enthousiast waren. Ik vroeg me af of dat ze dat nadien ook nog zouden zijn.
39
Besluit Doordat tablets een zeer recent opkomend fenomeen zijn, is er nog maar weinig onderzoek gedaan naar de eventuele leerwinsten van tabletgebruik binnen aardrijkskunde – onderwijs. Daarnaast is mijn gevoerd onderzoek te kleinschalig om conclusies uit te trekken. Wat wel vaststaat, is dat tabletgebruik een meerwaarde kan zijn wanneer het op gepaste wijze wordt ingezet als leermiddel en niet als leerdoel. Het mag geen doel zijn om met de tablet te leren werken. Daarom is het voor scholen aangewezen om een tabletcoördinator aan te stellen. Deze tabletcoördinator kan enerzijds samen met de vakleerkracht verschillende ondersteunende en vakgebonden apps installeren. Hij kan tevens de leerkracht didactische achtergrondinformatie meegeven zodat deze zijn lesdoelen vlot weet te bereiken door de tablet in zijn lespraktijk te integreren. Door het integreren van de tablet in de lespraktijk is het ook mogelijk om het didactische
principe
van
de
‘flipped
classroom’
te
verwezenlijken.
De
meerwaarde hiervan ligt in het gegeven dat je als leerkracht meer tijd hebt alle leerlingen individueel te begeleiden. Het gebruiken van tablets binnen aardrijkskunde – onderwijs zorgt ervoor dat je meer kan variëren in werkvormen waardoor de betrokkenheid van de leerlingen verhoogt. Als slot wil ik een aanbeveling meegeven. Indien je wil werken met tablets: verbreed je horizon. Er zijn zoveel educatieve apps die een meerwaarde vormen voor je lessen. Bewandel niet enkel de platgetreden paden.
40
Literatuurlijst Leerplannen VVKSO. (2007). Eindtermen ICT eerste graad. Leerplan VVKSO eerste graad.
Artikels VSK,
E.
(2013).
Verslag
‘welke
invloed
heb
jij
op
school?’.
Vlaamse
Scholierenkoepel,. 1-1. Klasse. (2012). Tablets op de school: de beste app is de leraar. Klasse. Gaeremynck, V. (2012). Kwaliteitseisen proefwerkvragen. WAB. 158 – 161. Klasse. (2013). Swipen is het nieuwe leren. Klasse, 30-31.
Online artikels Specht, M. (2014). How can tablet technology change teaching and learning?. Drago, Idilio, et al. (2012). "Inside dropbox: understanding personal cloud storage services." Proceedings of the 2012 ACM conference on Internet measurement conference. ACM. Dudenhoffer, C. (2012).Pin it! Pinterest as a library marketing and information literacy tool. College & Research Libraries News 73.6 328-332. Constine, J. (2012) Pinterest hits 10 million US monthly uniques faster than any standalone site ever–comscore..Retrieved 2.10 2013. Casteleyn, J. (2011). Nooit meer PowerPoint?. AD REM (MECHELEN)= TIJDSCHRIFT VOOR ZAKELIJKE COMMUNICATIE, 5, 9-12. Tucker, B. (2012). The flipped classroom. Education Next, 12(1), 82-83. Backhouse, A., Wilson, I., & Mackley, D. (2014). Using iPads to increase the level of student engagement in the peer review and feedback process. In First International Conference on the use of iPads in Higher Education 2014. Shiu, H., Fong, J., & Lam, J. (2010). Facebook–Education with social networking websites for teaching and learning. In Hybrid Learning (pp. 59-70). Springer Berlin Heidelberg. Gawlik, C. Engaging students with thear iPad and iPhone applications. International conference on technology in collegiate mathematics,166-167.
41
Thompson, C. (2011). How Khan Academy is changing the rules of education. Wired Magazine, 126. Lustenhouwer, S. (2012). Experimenteer met het toepassen van ICT in de les. Levende Talen Magazine, 99(5), 22-25. Hemmi, A., Bayne, S., & Land, R. (2009). The appropriation and repurposing of social technologies in higher education. Journal of Computer Assisted Learning, 25(1), 19-30. Voogt, J., Boonen, I., Tondeur, J., & Roblin, N. P. (2014). Nieuwe hype of vaste waarde? Tablets in de klas. Didactief, 54-55
Websites Pauwels, V. (2013). Twitter gebruiken in de klas. Apps in de les. Geraadpleegd via http://appsindeles.wordpress.com/2013/05/26/twitter/ Boelen, B. (2014). Enkele leuke tools om in de klas te gebruiken. Schoolbytes. Geraadpleegd via http://www.schoolbytes.be/blog/?p=556 Espejo, D., Maas, D., Lefebvre, D. (2011). 13 ways to use iMovie in the classroom, Edapps Ca. Geraadpleegd via http://edapps.ca/2011/11/13-ways-touse-imovie-in-the-classroom/ Van Schie, H. QR-codes in het onderwijs. ICT-idee. Geraadpleegd via http://ictidee.blogspot.be/2011/03/12-qr-codes-in-het-onderwijs.html Faems, B. 2013. Flipping the classroom zet de les op zijn kop. Klasse. Geraadpleegd
via
http://www.klasse.be/leraren/31748/flipping-the-classroom-
zet-de-les-op-zijn-kop/ Hampton
Cole,
S.
geography/Earth
(2013). science.
48
iPad
Ideas
apps out
for there.
teaching
and
learning
Geraadpleegd
via
http://seanhamptoncole.wordpress.com/2013/03/04/48-ipad-apps-for-teachingand-learning-geography-earth-science/ Center for teaching and learning. What is the flipped classroom? University of Texas
at
Austin.
Geraadpleegd
via
http://ctl.utexas.edu/teaching/flipping_a_class/what_is_flipped Klasse. (2013). Nog te veel angst voor ICT op school. Klasse. Geraadpleegd via http://www.klasse.be/leraren/40547/leraren-bang-van-de-computer/
42
Onderwijs van morgen. (2013). iPad in de klas: een case-study. Onderwijs van morgen. Geraadpleegd via http://www.onderwijsvanmorgen.nl/ipad-in-de-klaseen-case-study/
43
Lijst met bijlagen Bijlage 1: afbeelding werking Nearpod Bijlage 2, 3 en 4: afbeeldingen werking Nearpod Bijlage 5: vergelijking tussen gewone klas en ‘flipped classroom’ Bijlage 6: synthese rijstteelt Moesson – Azië Bijlage 7: resultaten synthesequiz via Socrative
44
Bijlage 1: werking Nearpod afgebeeld
Bron: www.nearpod.com
45
Bijlage 2, 3 en 4: werking Nearpod afgebeeld
Algemeen overzicht met rechtsonder het deelnamepercentage.
Overzicht per vraag bij meerkeuzevragen.
46
Overzicht per vraag bij open vragen Bron: www.nearpod.com
47
Bijlage 5: vergelijking tussen gewone klas en ‘flipped classroom’
Bron:
http://ctl.utexas.edu/teaching/flipping_a_class/what_is_flipped
48
Bijlage 6: synthese rijstteelt Moesson – Azië
1. Welk klimaat heerst er in Moesson‐Azië? A) Koudgematigd en droog B) Koelgematigd en nat C) Warmgematigd met nat seizoen D) Warmgematigd altijd nat 2. Welk bodemtype is nodig om aan rijstteelt te doen? A) Klei B) Zand C) Grind 3. Welk reliëftype is geschikt voor rijstteelt? ______________________________________________________ 4. Wat kan je zeggen over bedrijfsgrootte? A) Klein B) Groot 5. Wat kan je zeggen over de grootte van de akkers? A) Klein B) Groot 6. Welk besluit kun je trekken i.v.m. landbouwmethode? Deel 1 A) Monocultuur B) Meerdere gewassen 7. Welk besluit kun je trekken i.v.m. landbouwmethode? Deel 2 A) Modern B) Traditioneel
49
8. Welk besluit kun je trekken i.v.m. het rendement? A) Hoog B) Laag 9. Wat is de bestemming van de gewassen? A) Zelfvoorzienend B) Commercieel 10. Welk besluit kun je trekken i.v.m. werkkrachten? Deel 1 A) Arbeiders in loondienst B) Familiebedrijf 11. Welk besluit kun je trekken i.v.m. werkkrachten? Deel 2 A) Arbeidsintensief B) Arbeidsextensief 12. Welk besluit kun je trekken i.v.m. bevolkingsdichtheid? A) Hoog B) Laag 13. Welk besluit kun je trekken i.v.m. koopkracht? A) Hoog B) Laag 14) Welk besluit kun je trekken i.v.m. scholingsgraad? A) Hoog B) Laag
50
Bijlage 7: resultaten synthesequiz via Socrative
Bron: Excel-document via de app Socrative.
51
52