BEZWAARPROCEDURE in de pleegzorg
November 2014
Bezwaarprocedure in de pleegzorg Trias Gebruikte begrippen In deze notitie wordt verstaan onder: a. De wet of WjZ: wet op de jeugdzorg. Vanaf 1 januari 2015 wordt hieronder de Jeugdwet verstaan. b. Awb: Algemene wet bestuursrecht. c. Trias: de zorgaanbieder Stichting Trias Jeugdhulp d. Commissie bezwaarschriften: een onafhankelijke adviescommissie bezwaren pleegzorg als bedoeld in art. 7:13. Deze commissie voert de volledige bezwaarprocedure uit maar heeft geen beslisbevoegdheid ten aanzien van het bezwaar. e. De procedure: bezwaarprocedure in de pleegzorg Trias f.
Bestuursorgaan: een persoon of college, dat ingevolge art. 1:1sub1b Awb met enig openbaar gezag is bekleed.
g. Besluit: een beslissing met betrekking tot pleegzorg van Trias inhoudend een publiekrechtelijke rechtshandeling. h. Indiener: degene die het bezwaarschrift indient. Dit kan de (aspirant) pleegouder zijn of het pleegkind (onder voorwaarde dat de minderjarige in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen). i.
Pleegouder: waar in deze procedure pleegouder staat vermeld kan deze aanduiding tevens worden gelezen als aspirant pleegouder.
j.
Jeugdige: de minderjarige die in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen.
Pagina 2 van 12
Inleiding
Bestuursorgaan en besluit Trias is als aanbieder van pleegzorg een bestuursorgaan in de zin van artikel 1:1 onder b van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb). De regelgeving van de Awb is op het handelen van Trias als zorgaanbieder van pleegzorg van toepassing, uitsluitend voor zover Trias daarbij de bevoegdheid uitoefent in het kader van een specifieke publiekrechtelijke taak. De Awb is van toepassing als aan de volgende drie voorwaarden is voldaan:
Er is sprake van een schriftelijk besluit dan wel een weigering om een schriftelijk besluit te nemen;
Het besluit is gericht op rechtsgevolg;
Het besluit is genomen op basis van de op de Wet op de Jeugdzorg c.q. de Jeugdwet gebaseerde aan de zorgaanbieder toegekende bevoegdheden.
Belanghebbende Als u het niet eens bent met een besluit van Trias in de zin van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) en u bent aan te merken als een belanghebbende, dan geldt de mogelijkheid van bezwaar en beroep. U bent belanghebbende -
indien u aspirant pleegouder bent;
-
indien u als pleegouder de jeugdige een jaar of langer verzorgt of
-
wanneer u een perspectiefbiedende pleegouder bent;
In geval van beroep beslist uiteindelijk de bestuursrechter wie belanghebbende is. Ook de jeugdige zelf kan een bezwaarschrift indienen. Deze bevoegdheid is niet aan een leeftijdsgrens gekoppeld, maar wel aan de voorwaarde dat de minderjarige in staat wordt geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. Pleegouders of jeugdigen kunnen alleen beroep instellen bij de bestuursrechter als zij eerst bezwaar hebben gemaakt tegen het besluit bij Trias. Dit kunnen zij doen door een bezwaarschrift in te dienen waarin wordt aangegeven tegen welk besluit bezwaar wordt gemaakt en waarom.
Zorgvuldige totstandkoming besluiten De totstandkoming van een besluit moet zorgvuldig gebeuren. Motivering is een zeer belangrijke onderdeel in het besluitvormingsproces en bestaat uit een aantal elementen: -
de vermelding van de wettelijke grondslag voor het besluit;
-
de vermelding van andere grondslagen, zoals eigen of landelijk vastgestelde protocollen of afspraken;
-
de betrokken belangen;
-
relevante feiten, waaronder bijvoorbeeld een advies;
-
een logische en begrijpelijk geformuleerde redenering.
Belangenafweging is een belangrijke component in het proces, waarbij de belangen van alle betrokkenen moeten worden bepaald en gewogen. Het gewicht van de verschillende belangen wordt door de betrokken medewerker ingeschat. In het kader van belangenafweging zijn twee punten belangrijk: het op juiste wijze wegen van alle relevante Pagina 3 van 12
belangen en de kenbaarheid van die belangen voor alle betrokkenen. Gezien de problematiek en het belang van de situatie zal de commissie de bezwaren steeds zo spoedig mogelijk afhandelen.
Besluiten waartegen bezwaar kan worden ingediend Omdat de kinderrechter de meeste beslissingen toetst/ en of neemt, is er maar een beperkt aantal besluiten waartegen bezwaar kan worden gemaakt en beroep kan worden ingesteld. Pleegouders en/of de jeugdige kunnen binnen zes weken nadat een besluit is genomen bezwaar aantekenen tegen besluiten die in ieder geval voortvloeien uit de volgende bevoegdheden van Trias1: -
De bevoegdheid om een vergoeding te verlenen, te wijzigen, in te trekken of terug te vorderen.
-
De koppeling van een pleegkind aan pleegouders of een beëindiging daarvan 2.
-
De weigering om een netwerkonderzoek te (laten) doen.
-
De bevoegdheid om de begeleiding voortijdig stop te zetten of te weigeren.
-
De bevoegdheid betreffende inzage van stukken.
-
Het niet tijdig nemen van een besluit.
In geval de belanghebbende na afwikkeling van de bezwaarprocedure besluit beroep in te stellen bij de bestuursrechter, is de bestuursrechter degene die de beslissing (op het bezwaar) van de zorgaanbieder pleegzorg toetst.
Andere beslissingen, zijnde niet publiekrechtelijke handelingen van de zorgaanbieder In de praktijk bleek in het verleden onduidelijkheid te bestaan over de rechtsbescherming bij discussie over de geschiktheid van (aspirant)pleegouders voor de verzorging en opvoeding van een pleegkind. In een uitspraak van 13 februari 2013 heeft de Raad van State bepaald dat het niet verlengen van een pleegcontract als bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Wjz, als zodanig niet als een publiekrechtelijke rechtshandeling als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb, dient te worden aangemerkt. Hiertegen staat dan ook geen bezwaar en beroep open. Hetzelfde kan gezegd worden over de beslissing tot geschiktheid van aspirant pleegouders. Ook de uiteindelijke beslissing omtrent de geschiktheid van aspirant pleegouders is geen besluit in de zin van de Awb. Ook hiertegen staat daarom geen bezwaar en beroep open.
Mogelijkheid tot klacht 1
Dit overzicht van bevoegdheden wordt door drie verschillende bronnen gegeven: 1) Paraplu voor pleegouders in de juridische praktijk, M. Kramer, Amsterdam: Uitgeverij SWP 20052); 2) Awb implementatie. Een aanbeveling voor uitvoerders van pleegzorg, SPN, Utrecht 2001; 3) Stadhouders Advocaten, Utrecht 2001. 2
Uitzondering: indien de kinderrechter in het kader van een ondertoezichtstelling in zijn beschikking een bepaald opnamegezin heeft aangewezen.
Pagina 4 van 12
Trias is van mening dat de beoordeling over de geschiktheid van een (aspirant) pleegouder en het op grond daarvan beslissen of deze als pleegouder wordt erkend of gehandhaafd, conform de algemene beginselen van behoorlijk bestuur dienen plaats te vinden. Daarom stelt Trias voor (aspirant) pleegouders die worden afgewezen als pleegouder de mogelijkheid open om een klacht in te dienen tegen een dergelijk besluit. Voor dergelijke klachten is de bezwarenprocedure van toepassing, met dien verstande dat waar bezwaar vermeld staat, dit als klacht dient te worden gelezen. Een dergelijk bezwaar zal eveneens worden voorgelegd aan de adviescommissie bezwaren pleegzorg, die de klacht zal toetsen aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Op basis van het advies van de commissie zal het bestuursorgaan een besluit op de klacht nemen. Dit besluit staat, in tegenstelling tot een besluit op bezwaar, niet open voor het instellen van beroep bij de bestuursrechter. Enkele voorbeelden van algemene beginselen van behoorlijk bestuur zijn: - Zorgvuldigheidsbeginsel: een besluit moet zorgvuldig worden voorbereid en genomen, waarbij de burger (in dit geval pleegouder) correct wordt behandeld, er zorgvuldig onderzoek plaatsvindt naar feiten en belangen, de bestaande procedures goed gevolgd worden en er een deugdelijke besluitvorming plaatsvindt (art. 3:2 Awb) - Motiveringsbeginsel: besluiten dienen goed gemotiveerd te worden. De feiten moeten kloppen en de motivering moet logisch en begrijpelijk zijn (art. 3:46 Awb). - Gelijkheidsbeginsel: gelijke gevallen moeten op gelijke wijze behandeld worden (art. 1 Grondwet). - Vertrouwensbeginsel: wie op goede gronden –bijvoorbeeld na een duidelijke toezeggingerop mag vertrouwen dat de wederpartij een bepaald besluit neemt, heeft daar ook recht op. Adviescommissie bezwaren pleegzorg Trias heeft een onafhankelijke adviescommissie ingesteld. Deze adviescommissie voert de volledige bezwaarprocedure uit maar heeft geen beslisbevoegdheid ten aanzien van het bezwaar. Met andere woorden, de adviescommissie hoort belanghebbenden, maakt een inhoudelijke afweging en brengt vervolgens een inhoudelijk advies uit aan Trias. De bestuurder bepaalt uiteindelijk of het advies van de commissie wordt overgenomen. De adviescommissie hanteert een reglement dat opvraagbaar is bij Trias.
Pagina 5 van 12
BEZWAARSCHRIFTENPROCEDURE TRIAS Artikel 1- Indienen van een bezwaarschrift (art. 6:4, 6:8, 6:11 Awb) 1.
Het bezwaarschrift dient te worden ingediend bij het door het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen. In dit geval is dat Trias, t.a.v. de bezwarencommissie, Emmawijk 11, 8011 CM Zwolle.
2.
De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift tegen een genomen besluit bedraagt 6 weken. De termijn begint met ingang van de dag na die waarop het besluit is bekendgemaakt. Dat is de eerste dag na verzending. Bijvoorbeeld indien een besluit wordt verzonden op woensdag 15 januari begint de bezwaartermijn op donderdag 16 januari te lopen, dat wil zeggen in de nacht van 15 op 16 januari om 0.00 uur. De datum van ontvangst is niet relevant. Om het begin van de termijn te kunnen bepalen moet de dag van verzending worden vastgelegd.
3.
Trias moet bij de bekendmaking van het primaire besluit aan de belanghebbende(n) duidelijk maken tot wanneer het bezwaarschrift kan worden ingediend.
4.
Een bezwaarschrift is tijdig ingediend als het voor het einde van de termijn van zes weken is ontvangen of als het voor dat tijdstip ‘ter post is bezorgd’ en binnen een week na afloop van de termijn is ontvangen.
5.
De gestelde termijn die eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag wordt verlengd tot de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
6.
Termijnoverschrijding leidt tot niet-ontvankelijk verklaring, tenzij de indiener een geldige reden heeft.
Artikel 2 Vertegenwoordiging 1.
De pleegouder of de jeugdige kan zich in de procedure laten bijstaan of vertegenwoordigen door een gemachtigde of een raadsman. De commissie kan hiervoor een schriftelijke machtiging vereisen.
2.
De commissie kan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan weigeren, tenzij deze persoon een advocaat of een procureur is (Zie ook art. 10.5 van deze procedure)
Artikel 3 Inhoud van het bezwaarschrift (art. 6:5, 4:5 Awb) 1.
Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en bevat tenminste: A. de naam en het adres van de indiener. Een anoniem bezwaarschrift hoeft niet in behandeling te worden genomen; B. de dagtekening; C. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; D. de gronden van het bezwaar.
2.
Met het bezwaarschrift wordt (zo mogelijk) een kopie van het bestreden besluit, waarop het geschil betrekking heeft meegezonden.
3.
Het bezwaarschrift moet in beginsel in het Nederlands zijn gesteld of van een vertaling zijn voorzien. Indien het bezwaarschrift niet in het Nederlands is gesteld en een vertaling voor een goede behandeling van het bezwaar noodzakelijk is, dient de indiener zorg te dragen voor een vertaling in het Nederlands. Pagina 6 van 12
4.
Als een bezwaarschrift wordt ingediend namens een ander, moet een machtiging zijn bijgevoegd.
Artikel 4 Ontvangstbevestiging, machtiging en bijstand, doorzending (art. 6:14, 6:15, 7:2, 7:13 Awb) 1.
De datum van ontvangst wordt aangetekend op de brief.
2.
De ambtelijk secretaris van de adviescommissie bevestigt zo spoedig mogelijk schriftelijk de ontvangst van het bezwaarschrift.
3.
In deze ontvangstbevestiging kan de indiener tevens uitgenodigd worden aan te geven of hij gebruik wenst te maken van de mogelijkheid om te worden gehoord en wordt informatie gegeven over het verdere verloop van de procedure.
4.
De ambtelijk secretaris van de adviescommissie bericht daarnaast de medewerkers van Trias die betrokken zijn geweest bij de voorbereiding van het besluit over de ontvangst van het bezwaarschrift en verzoekt hen een schriftelijk verweer op te stellen (art.8 lid 2 van deze procedure).
5.
Indien bekend is dat de indiener zich laat bijstaan door een gemachtigde, zendt de ambtelijk secretaris van de adviescommissie de stukken in ieder geval aan de gemachtigde en de medewerker(s) die bij de voorbereiding van het besluit betrokken is (zijn) geweest. Bij voorkeur worden de stukken ook aan de indiener gestuurd.
6.
Als het bezwaarschrift bij een verkeerde commissie (of instantie) wordt ingediend, wordt, nadat daarop de datum van ontvangst daarop is aangetekend, het bezwaarschrift zo snel mogelijk doorgezonden aan de juiste commissie of instantie. De indiener wordt hiervan op de hoogte gesteld.
Artikel 5 Intrekking van het ingediende bezwaar 1.
De indiener kan zijn bezwaarschrift op elk moment in de procedure schriftelijk intrekken, dus zowel vóór, tijdens als na het horen. De ambtelijk secretaris van de adviescommissie stelt na ontvangst van het bericht van intrekking alle belanghebbenden hiervan op de hoogte.
2.
Tijdens de hoorzitting kan intrekking ook mondeling geschieden, dit wordt vastgelegd in het verslag van de hoorzitting.
3.
Bij intrekking van het bezwaarschrift wordt er geen beslissing meer over een advies genomen.
Artikel 6 Niet ontvankelijkheid en verzuimherstel (art. 6:6 Awb) 1.
De indiener wordt namens de commissie schriftelijk op de hoogte gesteld van eventueel gepleegde verzuimen. Verzuimen zijn bijvoorbeeld het ontbreken van een handtekening of datum of dat anderszins niet is voldaan aan de eisen die de wet stelt. De indiener wordt uitgenodigd om deze verzuimen –indien mogelijk- binnen een termijn van 4 weken te herstellen.
2.
In geval de indiener niet binnen 4 weken de verzuimen heeft hersteld, kan de commissie het bezwaar niet-ontvankelijk verklaren.
3.
Gedurende de termijn voor verzuimherstel is de beslistermijn opgeschort. De termijn wordt opgeschort met ingang van de dag waarop de indiener is verzocht een verzuim te Pagina 7 van 12
herstellen tot de dag waarop het verzuim is hersteld of de daarvoor gestelde termijn ongebruikt is verstreken. Artikel 7 Hoorplicht bij bezwaarschriftprocedure (art 7:2, 7:3 Awb) 1.
Voordat op het bezwaarschrift wordt beslist, moet de commissie de indiener en andere belanghebbenden in de gelegenheid stellen te worden gehoord. In ieder geval worden de indiener en degenen die direct bij de voorbereiding van het besluit betrokken zijn geweest, gehoord (indien gewenst).
2.
De voorzitter van de commissie kan besluiten de indiener niet te horen of van het horen van andere belanghebbende(n) af te zien, als: -
het bezwaar (kennelijk) niet ontvankelijk is;
-
het bezwaar kennelijk ongegrond is;
-
de belanghebbenden verklaard hebben geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord; dit moet aantoonbaar kenbaar gemaakt zijn.
-
de belanghebbende niet binnen een door het bestuursorgaan gestelde redelijke termijn verklaart dat hij gebruik wil maken van het recht te worden gehoord.
-
aan het bezwaar volledig tegemoet gekomen wordt en andere belanghebbenden daardoor niet in hun belangen geschaad worden.
3.
Als op een van de voormelde gronden het horen van belanghebbenden wordt afgezien, moeten bij de beslissing op het bezwaarschrift deze gronden worden vermeld.
Artikel 8 Schriftelijke voorbereiding van de hoorzitting (art. 7:4 Awb) 1.
Tot tien dagen voor de hoorzitting kan de indiener nadere stukken indienen. Dit geldt ook voor andere belanghebbende(n).
2.
Verweerder, oftewel degene(n) die direct bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is (zijn) geweest dient uiterlijk tien dagen voor de hoorzitting een verweer indienen. Dit verweer dient zo mogelijk te worden gestaafd door middel van schriftelijke bewijsstukken.
3.
De bezwarencommissie is bevoegd schriftelijke informatie op te vragen. Trias is gehouden deze informatie aan de bezwarencommissie te verstrekken, tenzij een bepaling uit het privacyreglement zich hiertegen verzet. Alle schriftelijke informatie waarover de bezwarencommissie beschikt wordt zowel aan bezwaarde als aan Trias in afschrift toegestuurd of overgelegd. Slechts om zwaarwegende redenen, dit ter beoordeling door de bezwarencommissie, kan op verzoek van een der partijen inzage/afschrift worden geweigerd.
4.
De ambtelijk secretaris van de commissie zendt het bezwaarschrift en alle verder op de zaak betrekking hebbende stukken ten minste een week voorafgaande aan de hoorzitting aan de indiener en aan andere belanghebbenden).
Artikel 9 Vaststellen plaats en tijdstip van de hoorzitting 1.
Namens de commissie bepaalt de ambtelijk secretaris op zo kort mogelijke termijn de plaats, datum en het tijdstip van de hoorzitting.
2.
Namens de commissie roept de ambtelijk secretaris de indiener en andere belanghebbende(n) en betrokkenen op voor het horen. Bij de oproep wordt minimaal een termijn van tien dagen in acht genomen. Pagina 8 van 12
3.
Namens de commissie kan de ambtelijk secretaris de door de commissie nodig geachte inlichtingen inwinnen en de op het geding betrekking hebbende stukken opvragen.
Artikel 10 Vertegenwoordiging en bijstand ter hoorzitting (art. 2:2, 6:17, 7: 8, Awb) 1.
De indiener kan iemand machtigen om hem tijdens de hoorzitting te vertegenwoordigen. Hiervoor is een schriftelijke machtiging nodig. Een machtigingsformulier zal met de uitnodiging voor de hoorzitting worden meegezonden en door de indiener worden geretourneerd of worden meegenomen naar de zitting. De commissie kan van iedere vertegenwoordiger een machtiging verlangen.
2.
De indiener kan zich bij het horen laten bijstaan door één of meer andere personen, bijvoorbeeld een advocaat, rechtshulpverlener of ander natuurlijk persoon. Als de indiener zelf meekomt naar de hoorzitting hoeft hij degene die hem bijstaat niet te machtigen.
3.
Vanaf het moment dat de indiener heeft laten weten dat hij zich laat vertegenwoordigen door een gemachtigde, moeten alle op de zaak betrekking hebbende stukken in ieder geval aan de gemachtigde worden gestuurd.
4.
De kosten van een getuige of deskundige zijn voor rekening van de partij die deze heeft meegebracht.
5.
De commissie kan bijstand of vertegenwoordiging door een persoon tegen wie ernstige bezwaren bestaan, weigeren. Op grond van artikel 2:2 derde lid Awb kan dat niet bij advocaten en procureurs. Van deze bevoegdheid zal alleen bij hoge uitzondering gebruik mogen worden gemaakt. Te denken valt bijvoorbeeld aan evidente en ernstige ondeskundigheid van de gemachtigde (of de meegebrachte tolk) of als de gemachtigde de normale gang van zaken herhaaldelijk verstoort. De indiener en de gemachtigde moeten van de weigering schriftelijk op de hoogte worden gesteld.
Artikel 11 Het horen (art. 7:5, 7:6,7:7, 7:13 Awb) 1.
Het horen gebeurt door de commissie.
2.
De voorzitter of een van de leden van de commissie heeft de leiding tijdens het horen en stelt de indiener en andere belanghebbende(n), inclusief vertegenwoordigers van Trias, in de gelegenheid het bezwaarschrift en het verweer toe te lichten.
3.
De voorzitter benoemt dat de commissie niet zelf een beslissing op het bezwaarschrift neemt maar dat zij aan de Raad van Bestuur een advies geeft.
4.
De voorzitter geeft algemene informatie over het verloop van de zitting.
5.
De indiener en andere belanghebbende(n) worden in elkaars aanwezigheid gehoord. Ambtshalve of op verzoek kunnen belanghebbenden apart worden gehoord, als aannemelijk is dat gezamenlijk horen een zorgvuldige behandeling zal belemmeren of dat tijdens het horen feiten of omstandigheden bekend zullen worden waarvan geheimhouding om gewichtige redenen is geboden.
6.
Wanneer na het horen feiten of omstandigheden bekend worden die voor de uiteindelijke beslissing van belang kunnen zijn, wordt dit aan de indiener en alle belanghebbenden meegedeeld en worden zij in de gelegenheid gesteld daarover opnieuw te worden gehoord.
7.
Voordat de behandeling ter hoorzitting wordt gesloten, deelt de voorzitter van de commissie mede, wat het verdere verloop van de procedure inhoudt. Pagina 9 van 12
Artikel 12 Beslistermijn (art. 6:6, 7:10 Awb) 1.
Trias is verantwoordelijk voor de termijnbewaking.
2.
De beslistermijn is twaalf weken na ontvangst van het bezwaarschrift en kan eenmalig met opgaaf van redenen worden verlengd voor ten hoogste zes weken.
3.
Van de verlenging moet voor het einde van de bezwaartermijn schriftelijk aan de indiener en eventuele andere belanghebbenden mededeling worden gedaan. Verder uitstel is alleen mogelijk met instemming van de indiener en voor zover andere belanghebbenden daardoor niet in hun belang kunnen worden geschaad of ermee instemmen.
Artikel 13 De beslissing op het bezwaar (art. 6:3,7:11,7:12 Awb) 1.
De commissie formuleert haar advies aan de bestuurder van Trias en neemt daarbij de wettelijke beslistermijn in acht, zodat de bestuurder in staat wordt gesteld een (her)overweging van het besluit uit te voeren binnen de geldende beslistermijn.
2.
Als het bezwaar ontvankelijk is, vindt heroverweging van het bestreden besluit plaats op grondslag van het bezwaar alsmede op basis van het advies van de commissie. De aangevoerde bezwaren moeten daarbij naar hun strekking voldoende ruim worden opgevat. Trias is niet strikt gebonden aan de argumenten of omstandigheden die in het bezwaarschrift staan opgenomen. Onderdelen die echter helemaal niets te maken hebben met het bezwaar, dienen in beginsel buiten beschouwing te blijven, tenzij het gaat om een gebonden beschikking en de te toetsen normen van openbare orde zijn. Voor zover de heroverweging daartoe aanleiding geeft, herroept Trias het bestreden besluit en neemt voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuw besluit.
3.
De beslissing op het bezwaarschrift moet helder gemotiveerd zijn. Daarbij moet, in geval van het horen van de belanghebbende(n) is afgezien, tevens worden aangegeven op welke grond dat is gebeurd.
4.
De bestuurder van Trias ondertekent de beslissing op het bezwaar. De bestuurder kan bij de motivering van het besluit van Trias verwijzen naar het advies van de bezwaarcommissie.
5.
De beslissing op het bezwaarschrift wordt aan de indiener en andere belanghebbende(n) bekend gemaakt door toezending of uitreiking hiervan.
6.
Bij de bekendmaking wordt vermeld binnen welke termijn en bij welke rechtbank beroep ingesteld kan worden tegen de beslissing op het bezwaar. Dit is de rechtbank, afdeling bestuursrecht, binnen het rechtsgebied van Trias.
7.
Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de beslissing wordt hiervan mededeling gedaan aan de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken zijn geweest.
Geraadpleegde literatuur
Handreiking bezwaarschriftprocedure Algemene wet bestuursrecht, Boom Juridische Uitgevers, Den Haag 2004; Pagina 10 van 12
Algemene wet bestuursrecht Tekst & commentaar, P.J.J. van Buuren en T.C. Borman, , Deventer: Kluwer 2009;
Paraplu voor pleegouders in de juridische praktijk, M. Kramer, Amsterdam: Uitgeverij SWP 2005;
Awb implementatie. Een aanbeveling voor uitvoerders van pleegzorg, SPN, Utrecht 2001;
Handreiking Bezwaarprocedure in de pleegzorg, Jeugdzorg Nederland, April 2011;
Bezwaarschriftprocedure Stichting Bureau jeugdzorg Overijssel, informatie voor cliënten, 2011;
Bezwaarregeling voor cliënten van Stichting Bureau jeugdhzorg Noord- Brabant De Kleine Gids Pleegzorg, M. Kramer, Deventer: Kluwer 2012.
Pagina 11 van 12
Tijdpad bezwaarprocedure voor pleegzorg
Dag na besluit
Tot 6 weken
Tot ong. 7 weken
Opschorting
Minimaal 10
Tot max 10
Tot 12 weken
Tot 12
Tot 18
en
na het besluit
na besluit:
beslistermijn
dagen voor
dagen voor
na indiening
weken na
weken
bekendmaking
met max. 4
hoorzitting
hoorzitting
van het
ontvangst
( art. 6:8 Awb)
weken
(art. 7:4
bezwaar
van het
(art. 7.10
(art. 7:10, 6:6
Awb)
(art. 7:10 Awb)
bezwaar
Awb)
Awb)
(art. 7:10 Awb)
Begin termijn
Indienen van
Afloop termijn van
Bij
Oproep voor
Indiener
Verlenging met
Beslissing
Beslissing
start:dag na
bezwaarschrift
indienen:
verzuimherstel:
de
kan nadere
6 weken
op het
op het
verzending
mogelijk
Indien voor termijn
Met ingang van
hoorzitting
stukken
mogelijk:
bezwaar
bezwaar
van 6 weken ter
de dag waarop
aan indiener
indienen
schriftelijk
door de
door de RvB
post bezorgd en
indiener is
bij bezwaar
bekendmaken
RvB van
indien er
binnen een week
verzocht tot
commissie
tot 12 weken
Trias
opschorting
daarna ontvangen
verzuimherstel
besluit
door bezwaarcommissie
na indiening
is
bezwaar
afgegeven