Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’ te Susteren
KuiperCompagnons
174.306.00
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Vooraf In de gemeente Echt-Susteren is ter plaatse van de Reinoud van Gelderstraat 13 A een nieuwbouwplan voorzien. Voor de hele kern Susteren is een bestemmingsplan opgesteld, waar de desbetreffende locatie deel van uitmaakt. Voor de locatie aan de Reinoud van Gelderstraat 13 A is in het kader van het vastgestelde bestemmingsplan een beroepsprocedure ingesteld. De uitspraak naar aanleiding van het beroep is hieronder samengevat. “De Afdeling ziet in het belang bij een spoedige beëindiging van het geschil aanleiding de raad op de voet van artikel 8:51d van de Awb op te dragen het gebrek in het bestreden besluit binnen de hierna te noemen termijn te herstellen. De raad dient daartoe met inachtneming van overweging 10.6 de gevolgen te onderzoeken van de in het plan voorziene bebouwing voor de bezonning op het perceel van [appellant sub 3] en op grond van de uitkomsten van dat onderzoek alsnog toereikend te motiveren waarom ter plaatse een aanvaardbaar woon- en leefklimaat is gewaarborgd, dan wel het besluit te wijzigen door vaststelling van een andere planregeling.” Om inzichtelijk te maken in hoeverre het bouwplan tot schaduwhinder leidt, is deze bezonningsstudie opgesteld. In deze bezonningsstudie is een vergelijking gemaakt tussen drie scenario’s: het vigerend bestemmingsplan, de toekomstige bestemmingsplanregeling en het toekomstige bouwplan. Het scenario van het vigerend bestemmingsplan gaat uit van hetgeen het vigerende bestemmingsplan maximaal toelaat; daarbij is uitgegaan van een maximale goothoogte van 6 meter Dit is immers de planologische mogelijkheid die nu geldt. Daarnaast laat het vigerende bestemmingsplan een onbeperkte bouwhoogte toe en is ook geen maximale kaphelling opgenomen. Kijkend naar de Bouwverordening, is in dit geval een maximale bouwhoogte van 15 meter toegestaan. Gezien het voorgaande is in deze bezonningsstudie uitgegaan van een maximale bouwhoogte van 10 meter, in overeenstemming met een meer realistische situatie. Deze bezonningsstudie gaat daarmee uit van deze ‘positievere’ situatie dan het vigerende bestemmingsplan daadwerkelijk toelaat. Vervolgens is in het tweede scenario uitgegaan van de toekomstige bestemmingsregeling, zoals deze in het bestemmingsplan is opgenomen. De toekomstige bestemmingsregeling voorziet in een maximale bouwhoogte van 7 m aan de westzijde en een maximale bouwhoogte van 9,5 m aan de oostzijde. Tenslotte is in het derde scenario, het toekomstige conceptbouwplan van ZO Wonen (bijlage 5), uitgegaan van het aan KuiperCompagnons aangeleverde bouwplan. Dit plan is één op één overgenomen in deze bezonningsstudie. De bestaande situatie, de toekomstige bestemmingsregeling en het feitelijke bouwplan zijn in deze bezonningsstudie met elkaar vergeleken. Ook zijn bij de vergelijking de bestaande bomen meegenomen voor de periode van de lente en de herfst. Hoewel er gezien de TNO-normen geen normen voor tuinen bestaan, is in deze bezonningsstudie wel aandacht besteed aan eventuele schaduwhinder in de tuin. De uitkomsten van de vergelijking zijn hieronder nader beschreven. TNO-normen Voordat de verschillende situaties met elkaar worden vergeleken dient inzichtelijk gemaakt te worden wanneer daadwerkelijk sprake is van schaduwhinder. Hiervoor zijn geen wettelijke richtlijnen vastgesteld. Wel hanteert 1 TNO twee normen met betrekking tot schaduwhinder: een ‘lichte’ norm en een ‘strenge’ norm . De lichte norm gaat uit van minimaal twee uur zon per dag op de gevel (niet aansluitend vereist) in de periode 19 februari tot en met 21 oktober. De strenge norm gaat uit van minimaal drie uur zon per dag op de gevel (niet aansluitend vereist) in de periode 21 januari tot en met 22 november. Bij de beschrijving van de verschillende seizoenen is dan ook getoetst aan de hiervoor gestelde TNO-normen. Lente - Herfst Omdat de lente en de herfst vergelijkbare perioden zijn als het gaat om de stand van de zon, zijn deze periodes samengenomen. Voor de bijbehorende afbeeldingen verwijzen wij u naar bijlage 1 van deze bezonningsstudie. 1
Uit jurisprudentie blijkt dat de TNO normen in Nederland vaak gehanteerd worden en als zodanig in de ruimtelijke ordening als kader worden geaccepteerd.
Ook is voor de lente en de herfst in bijlage 4 inzichtelijk gemaakt in welke mate de bestaande bomen in en rond het perceel al voor schaduwhinder zorgen. Deze bomen bevinden zich op het terrein aan de Reinoud van Gelderstraat 13 A, de Stationsstraat 4 en de Feurthstraat 48 A. In deze bijlage is onderscheid gemaakt tussen de bestaande situatie met bomen en het bouwplan met de bestaande bomen. Ook is voor de volledigheid een luchtfoto van de bestaande situatie toegevoegd waarop de in deze bezonningsstudie opgenomen bomen zijn weergegeven. Het overige opgaande groen is in deze studie niet opgenomen. 8.00 uur: zowel de toekomstige bestemmingsplanregeling als het bouwplan zorgen voor extra schaduwhinder in de achtertuin en op achterste helft van de zijgevel aan de Stationsstraat 4. De bestaande woning zorgt ook al voor schaduwhinder in de eigen achtertuin. Wanneer het bouwplan wordt gerealiseerd, is om 8 uur geen sprake meer van direct zonlicht in de tuin. De aanwezige bomen zorgen in de situatie conform het vigerend bestemmingsplan en bij het bouwplan niet voor schaduwhinder op de gevels of in de tuin. 11.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling zorgt voor extra schaduwhinder op de zijgevel en de achtertuin van de woning aan de Stationsstraat 4. Ook het bouwplan zorgt voor extra schaduwhinder op de zijgevel en in de achtertuin. Deze schaduwhinder is beperkter dan de toekomstige bestemmingsplanregeling. De extra schaduwhinder beperkt zich tot halverwege de achtertuin. Overigens zorgen de bestaande bomen in het vigerend bestemmingsplan ook al voor enige schaduwhinder in de achtertuin. 13.00 uur: er vindt geen schaduwhinder plaats als gevolg van het vigerende bestemmingsplan. De toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen voor een beperkte schaduwhinder op de onderzijde van zijgevel en het zij-erf aan de Stationsstraat 4. Vanaf ongeveer 13.30 uur vindt geen schaduwhinder meer plaats op gevels en/of de tuin. Ook op dit tijdstip zorgen de bestaande bomen al voor schaduwhinder in de achtertuin. 16.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen niet voor schaduwhinder in de omgeving. Wel is sprake van schaduwhinder door de bestaande bomen. 17.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen voor een beperkte toename aan schaduw op de onderzijde van de voorgevels van de woningen aan de Stationsstraat 1B en 3. Ook in de voortuinen is sprake van een toename aan schaduw. Bestaande bomen zorgen ook om 17.00 uur weer voor schaduwhinder. In de lente en de herfst is sprake van een toename aan schaduw op de gevels en in de tuinen, wanneer de vigerende rechten worden vergeleken met de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan. Echter, vanaf 13.30 uur is sprake van direct zonlicht in de achtertuin en de gevels, wanneer de bestaande bomen buiten beschouwing worden gelaten. De strenge TNO-norm die uitgaat van minimaal drie uur zonlicht op de gevels wordt daarmee gehaald omdat de zon pas rond 19.00 uur ondergaat. Na 19.00 uur is geen sprake meer van direct zonlicht. Doordat meer dan 3 uur zonlicht op de gevels aanwezig is, is sprake van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De komst van het nieuwe gebouw zorgt niet voor extra schaduwhinder in de tuin doordat al bomen aanwezig zijn. In de bestaande situatie zijn namelijk ook een aantal bomen aanwezig. De desbetreffende bomen zorgen vanaf ongeveer 11.00 uur tot 19.00 uur voor schaduwhinder in de achtertuin, op de achtergevel en op het zij-erf. Het woon- en leefklimaat is in de bestaande situatie dus al aangetast in de achtertuin, de achtergevel en op het zij-erf. Het woon- en leefklimaat in de lente en de herfst voor zowel de woning als voor de tuin, zijn aanvaardbaar. Zomer De zon staat in de zomer hoger aan de hemel dan in de lente, herfst en winter, waardoor in de zomer sprake is van minder schaduwhinder. Voor de bijbehorende afbeeldingen van deze periode verwijzen wij u naar bijlage 2 van deze bezonningsstudie. 8.00 uur: zowel in het vigerend bestemmingsplan als in de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan wordt in de omgeving geen hinder ondervonden van schaduw.
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
-
-
-
9.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen voor een beperkte toename aan schaduwhinder op het zij-erf van de woning aan de Stationsstraat 4. In de rest van de achtertuin is nog steeds zon aanwezig. 11.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling zorgt voor een toename aan schaduwhinder op het zijerf van de woning aan de Stationsstraat 4. Het bouwplan zorgt ook voor extra schaduwhinder, maar in mindere mate dan de toekomstige bestemmingsplanregeling. Ook op dit tijdstip is nog voldoende direct zonlicht aanwezig in de achtertuin. Vanaf dit tijdstip neemt het direct zonlicht in de tuin ook weer toe. 13.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen niet voor schaduwhinder in de omgeving. 17.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen niet voor schaduwhinder in de omgeving. 20.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen voor een beperkte toename aan schaduw in de voortuin van de woning aan de Stationsstraat 3.
In de zomermaanden wordt voldaan aan de strenge TNO-norm. Vanaf 13.00 uur tot 19.00 uur ondervindt de omgeving geen hinder van schaduw door het nieuwe bestemmingsplan. Dat betekent dat een aanvaardbaar woon- en leefklimaat tussen deze tijd is gewaarborgd. De strenge TNO-norm wordt gehaald indien de bestaande bomen buiten beschouwing worden gelaten. Net als in de lente en de herfst is in de bestaande situatie ook sprake van bestaande bomen. Deze bomen zorgen vanaf ongeveer 11.00 uur tot ongeveer 17.00 uur voor schaduwhinder in de achtertuin, op de achtergevel en op het zij-erf. Deze hinder is minder dan in de lente en de herfst omdat de zon in de zomer hoger staat. De aanwezige bomen zorgen dus al wel voor schaduwhinder in de omgeving. Winter Als laatste is voor de winter een bezonningsstudie uitgevoerd. In de winter is het aantal zonuren beperkt en staat de zon laag aan de hemel. Hieronder zijn de conclusies voor de winter weergegeven. De bijbehorende afbeeldingen vindt u in bijlage 3 van deze bezonningsstudie. 10.00 uur: het vigerend bestemmingsplan zorgt al voor schaduwhinder in de tuinen van de woningen aan de Stationsstraat 2, 2 A en 4. Ook de zijgevel van de woning aan de Stationsstraat 4 ondervindt hinder van schaduw. Zowel de toekomstige bestemmingsplanregeling als het bouwplan zorgen voor een extra toename aan schaduw op de zijgevel van de woning aan de stationsstraat 4. 12.00 uur: in het vigerend bestemmingsplan is sprake van schaduwhinder in de achtertuin en op de onderste helft van de zijgevel van de Stationsstraat 4. Zowel de toekomstige bestemmingsplanregeling als het bouwplan zorgen voor een toename van schaduw op de zijgevel, waardoor deze in zijn geheel geen direct zonlicht meer vangt. 13.00 uur: in het vigerend bestemmingsplan is sprake van beperkte schaduwhinder in de tuin en beperkt op de zijgevel van de Stationsstraat 4. Zowel de toekomstige bestemmingsplanregeling als het bouwplan zorgen voor een toename van schaduw op de zijgevel en in de achtertuin. Op dit tijdstip is in de gehele achtertuin bij uitvoering van het bouwplan sprake van schaduwhinder. 15.00 uur: het vigerend bestemmingsplan zorgt voor schaduwhinder op de voorgevel van de woning aan de Stationsstraat 1 B. Ook vindt beperkte hinder plaats op het zij-erf van de woning aan de Stationsstraat 4. Zowel de toekomstige bestemmingsplanregeling als het bouwplan zorgen voor een toename aan schaduw op de zijgevel van de woning aan de Stationsstraat 4 en op de voorgevels van de woningen aan de stationsstraat 1 B en 3. Ook de voortuin van de woning aan de Stationsstraat 3 ondervindt beperkte hinder van schaduw. 16.00 uur: de toekomstige bestemmingsplanregeling en het bouwplan zorgen voor een beperkte toename van schaduw op de zijgevel van de woning aan de Stationsstraat 4. Het bouwplan zorgt alleen voor een toename aan de voorzijde van zijgevel. Tevens vindt extra hinder plaats door schaduw op de voorgevel van de Stationsstraat 3.
In de winter is bijna de gehele dag sprake van een beperkte toename van schaduw op de zij- en achtergevel en in de tuinen. Omdat ook in het vigerend bestemmingsplan al sprake is van schaduwhinder op de zij- en achtergevel, neemt de schaduwhinder beperkt toe. Het woon- en leefklimaat neemt in de winter beperkt af. Echter, zoals eerder al gemeld, geldt de strenge TNO-norm niet in de periode van 23 november tot en met 20 januari. Als extra motivering geldt in aanvulling op het voorgaande dat in de winter niet wordt uitgegaan van een dusdanige schaduwhinder door de bestaande bomen en het andere opgaand groen. Alle bomen verliezen in de winter hun blad, waardoor in mindere mate sprake is van schaduwhinder door de bestaande bomen. Enkel de boomstammen en takken zorgen in dat geval voor schaduwhinder. Aanvaardbare schaduwhinder Zowel in de lente en de herfst, de zomer en de winter is sprake van een toename aan schaduw in de omgeving. Echter, in de lente en de herfst en in de zomer wordt nog steeds voldaan aan de strenge TNO-norm. Deze strenge norm gaat uit van minimaal drie uur aan direct zonlicht op in ieder geval één gevel van een woning. In de winter wordt niet voldaan aan deze norm, maar hoeft ook niet aan de norm te worden getoetst. Naast de TNO-normen betreffende het directe zonlicht op de gevels, is ook het zonlicht in de tuinen belangrijk voor een goed woon- en leefklimaat. Het bouwplan zorgt voornamelijk voor meer schaduw op de zijgevel en op het zij-erf van de Stationsstraat 4. Op het zij-erf aan de Stationsstraat 4 is het niet mogelijk om in de zon te zitten in verband met hoog opgaand groen. Ook in de achtertuin zorgt het bouwplan vooral in de winter voor extra schaduwhinder, maar het opgaande groen zorgt vaak ook al voor schaduwhinder. Ook wordt in het algemeen in de wintermaanden minder in de tuin verbleven. Al met al wordt het woon- en leefklimaat met betrekking tot zonlicht in de tuin niet of nauwelijks aangetast, met uitzondering van de winter. In de winter wordt echter nauwelijks gebruik gemaakt van de tuin waarmee het woonen leefgenot niet wordt aangetast. Eindconclusie Het nieuwe bestemmingsplan voldoet aan de zware TNO-norm. Deze strenge norm gaat uit van minimaal drie uur aan direct zonlicht op in ieder geval één gevel van een woning. In de winter wordt niet voldaan aan deze norm, maar hoeft ook niet aan de norm te worden getoetst. Bij de vergelijking tussen het vigerende bestemmingsplan en het nieuwe bestemmingsplan is sprake van een toename aan schaduwhinder, maar in verband met het al aanwezige opgaande groen neemt deze hinder gering toe. Het nieuwe bouwplan zorgt voor minder schaduwhinder dan het nieuwe bestemmingsplan toelaat.
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bijlage 1:
LENTE (21 maart) – HERFST (21 september)
8.00 uur vigerend bestemmingsplan
8.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
8.00 uur bouwplan
11.00 uur vigerend bestemmingsplan
11.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
11.00 uur bouwplan
13.00 uur vigerend bestemmingsplan
13.00 uur toekomstig bestemmingsplanregeling
13.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
16.00 uur vigerend bestemmingsplan
16.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
16.00 uur bouwplan
17.00 uur vigerend bestemmingsplan
17.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
17.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bijlage 2:
ZOMER (21 juni)
8.00 uur vigerend bestemmingsplan
8.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
8.00 uur bouwplan
9.00 uur vigerend bestemmingsplan
9.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
9.00 uur bouwplan
11.00 uur vigerend bestemmingsplan
11.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
11.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
13.00 uur vigerend bestemmingsplan
13.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
13.00 uur bouwplan
17.00 uur vigerend bestemmingsplan
17.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
17.00 uur bouwplan
20.00 uur vigerend bestemmingsplan
20.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
20.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bijlage 3:
WINTER (21 december)
10.00 uur vigerend bestemmingsplan
10.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
10.00 uur bouwplan
12.00 uur vigerend bestemmingsplan
12.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
12.00 uur bouwplan
13.00 uur vigerend bestemmingsplan
13.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
13.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
15.00 uur vigerend bestemmingsplan
15.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
15.00 uur bouwplan
16.00 uur vigerend bestemmingsplan
16.00 uur toekomstige bestemmingsplanregeling
16.00 uur bouwplan
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bijlage 4:
LENTE (21 maart inclusief bomen)
8.00 uur vigerend bestemmingsplan met bestaande bomen
8.00 uur bouwplan met bestaande bomen
11.00 uur vigerend bestemmingsplan met bestaande bomen
11.00 uur bouwplan met bestaande bomen
13.00 uur vigerend bestemmingsplan met bestaande bomen
13.00 uur bouwplan met bestaande bomen
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
16.00 uur vigerend bestemmingsplan met bestaande bomen
16.00 uur bouwplan met bestaande bomen
17.00 uur vigerend bestemmingsplan met bestaande bomen
17.00 uur bouwplan met bestaande bomen
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Luchtfoto van de bestaande situatie: middels rode stippen is aangegeven welke bomen zijn meegenomen in deze bezonningsstudie.
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bijlage 5:
CONCEPTBOUWPLAN (ZO Wonen)
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013
Bezonningsstudie ‘Reinoud van Gelderstraat 13 A’, 4 november 2013