ons kenmerk: DPEVNML/053-2012 behandeld door: C.van den Beld doorkiesnummer: 077 359 66 89 e-mail:
[email protected] bijlage(n): Samenvatting advies VRLN datum: 10 december 2012
Verantwoording groepsrisico plan Businesspark Midden-Limburg te Echt-Susteren Op grond van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRnvgs), moet het groepsrisico worden betrokken in het vaststellingsbesluit voor het bestemmingsplan Businesspark Midden-Limburg. In en nabij het plangebied vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats over het spoor, de rijkswegen A2 en A73 en de N276. Er is onderzoek verricht naar de risico’s die hieraan zijn verbonden (Actualisatie onderzoek EV, AVIV, 4 september 2012). De Veiligheidsregio Limburg-Noord heeft advies uitgebracht op het vigerende bestemmingsplan, over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.
Korte beschrijving van het plan Het Businesspark Midden-Limburg richt zich op de sectoren transport, distributie en logistiek en modern gemengd. Het plan maakt deel uit van het bedrijventerrein St. Joost en ligt ten noorden van het bedrijventerrein De Berk. Het plangebied ligt tussen de A2/A73, de N276 en de spoorlijn Sittard-Roermond waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. In het plangebied ligt bovendien een ondergrondse naftaleiding. Daarnaast is er sprake van de mogelijke vestiging van een benzinetankstation zonder verkoop van LPG en een LNG-tankstation.
ons kenmerk: DPEVNML/053-2012 behandeld door: C.van den Beld doorkiesnummer: 077 359 66 89 e-mail:
[email protected] bijlage(n): Samenvatting advies VRLN datum: 10 december 2012
Verantwoording groepsrisico De opzet van de verantwoording van het groepsrisico is conform paragraaf 4.3 van de cRNVGS. De eerste zeven aspecten (zie onder) zijn beschreven in het onderzoeksrapport van AVIV. 1. 2. 3. 4.
het groepsrisico; indien van toepassing: het eerder vastgestelde groepsrisico; een aanduiding van het invloedsgebied16[2]; de aanwezige dichtheid van personen en de in de toekomst redelijkerwijs voorzienbare dichtheid per hectare in dit invloedsgebied; 5. een aanduiding van de vervoersstromen, in termen van de aard en de omvang van gevaarlijke stoffen die specifiek bijdragen aan de overschrijding van de oriëntatiewaarde, alsmede een aanduiding in hoofdlijnen van de bijdrage van de verschillende transportstromen aan het groepsrisico; 6. een aanduiding van de redelijkerwijs voorzienbare vervoerstromen in de toekomst (periode van tien jaar) met in begrip van een aanduiding van de invloed daarvan op het groepsrisico; 7. de bijdrage in hoofdlijnen van de aanwezige en van de redelijkerwijs voorzienbare toekomstige (periode van tien jaar) (beperkt) kwetsbare objecten aan de hoogte van het groepsrisico.
Voor de invulling van laatste drie aspecten is advies gevraagd aan de Veiligheidsregio Limburg-Noord (VRLN). Het advies wordt, waar nodig, verwerkt in de motivering. De onderbouwing zoals hieronder beschreven is gebaseerd op het advies op het vigerende bestemmingsplan, dat slechts op enkele details verschilt van het nieuwe plan. Een samenvatting van het advies (d.d. 12 juli 2007) is opgenomen in de bijlage. 8. De mogelijkheden tot beperking van het groepsrisico, zowel nu als in de toekomst (periode van tien jaar), met betrekking tot het vervoer en de ruimtelijke ontwikkelingen en de voor- en nadelen hiervan.
De VRLN adviseert: Risicovolle inrichtingen alleen onder voorwaarden (middels een vrijstellingsbevoegdheid) toe te laten en binnen het plangebied gebieden aan te wijzen waar dergelijke inrichtingen zich mogen vestigen; in die vrijstellingsregeling dient te worden opgenomen dat vooraf advies bij regionale en lokale brandweer wordt ingewonnen. In het bestemmingsplan is realisatie van een tankstation alleen via een vrijstelling mogelijk. De voorwaarde daarbij is, dat de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico binnen de perceelsgrens blijft en dat de brandweer positief adviseert. Als dit tankstation onder de reikwijdte van het Besluit externe veiligheid inrichtingen valt zal – zodra aan de orde – opnieuw een beschouwing van het groepsrisico plaatsvinden. De VRLN adviseert: Planologisch scheiden van risicobronnen en risico-ontvangers. De invulling van het terrein wordt hierdoor minder flexibel.
ons kenmerk: DPEVNML/053-2012 behandeld door: C.van den Beld doorkiesnummer: 077 359 66 89 e-mail:
[email protected] bijlage(n): Samenvatting advies VRLN datum: 10 december 2012
Doordat alleen risicovolle inrichtingen waarvan de grenswaarde voor het plaatsgebonden risico binnen de perceelsgrens ligt én waarover de brandweer positief adviseert zich mogen vestigen, wordt dit niet nodig geacht. 9. de mogelijkheden van de voorbereiding op de bestrijding van en de beperking van de omvang van een ramp als bedoeld in artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s.
De VRLN adviseert: De vestiging van kwetsbare objecten te beperken tot die categorieën die strikt gewenst zijn. Deze maatregel wordt meegenomen in het planontwerp. Het gebruik van het bedrijventerrein is bedoeld voor categorieën bedrijven met een lage personele bezetting (in kantoorpanden). Bedrijven waar personen aanwezig zijn met een lage zelfredzaamheid (kinderdagverblijven, sociale werkplaatsen etc.) zullen geweerd worden. De VRLN adviseert: Te zorgen voor een goede bereikbaarheid van de gebouwen en de aanwezigheid van voldoende bluswater; hiertoe het advies van de lokale brandweer overnemen. De adviezen van de brandweer met betrekking tot brandcompartimentering, bereikbaarheid, bluswatervoorzieningen zullen worden opgevolgd. Alle bouwplannen zullen aan de brandweer worden voorgelegd. De VRLN adviseert: Het treffen van bouwkundige en organisatorische maatregelen aan gebouwen. Dezelfde maatregelen dragen bij aan een verbeterde zelfredzaamheid en zijn hieronder genoemd. Voor zover juridisch mogelijk, zijn de maatregelen die het meest bijdragen aan een verhoogde veiligheid in bestemmingsplanvoorschriften vertaald. 10. de mogelijkheden voor personen die zich bevinden in het invloedsgebied van de route of het tracé om zich in veiligheid te brengen indien zich een ramp of zwaar ongeval voordoet.
De VRLN adviseert: Het treffen van bouwkundige en organisatorische maatregelen aan gebouwen. Door maatregelen te treffen die ervoor zorgen dat aanwezige personen in gebouwen ofwel kunnen schuilen, ofwel snel kunnen vluchten, wordt de zelfredzaamheid verbeterd. De gemeente zal de maatregelen met de grootste veiligheidswinst, indien uitvoerbaar, inzetten bij nieuwbouwplannen. Deze maatregelen zijn: 1. ramen en deuren preventief lekwerend. Bij het beoordelen van bouwplannen zal tevens getoetst worden of ruimtes in gebouwen afsluitbaar zijn voor binnendringende gassen opdat ze geschikt zijn om te schuilen.
ons kenmerk: DPEVNML/053-2012 behandeld door: C.van den Beld doorkiesnummer: 077 359 66 89 e-mail:
[email protected] bijlage(n): Samenvatting advies VRLN datum: 10 december 2012
2. aanbrengen van brandwerende gevels en ramen. Deze maatregel zal binnen de kaders van het Bouwbesluit worden uitgevoerd voor objecten die binnen de effectcirkels van hittescenario’s gebouwd worden. 3. situering nooduitgangen. Bij nieuwe gebouwen zullen nooduitgangen van de bron af worden gesitueerd. 4. geen kwetsbare groepen aan de zijde van risicobronnen. Bedrijven met een publieksaantrekkende werking krijgen een plaats aan de ontsluitingszijde van het bedrijventerrein. 5. geen functies met verminderd zelfredzame personen. Bedrijven waar personen aanwezig zijn met een lage zelfredzaamheid (kinderdagverblijven, sociale werkplaatsen etc.) zullen geweerd worden. 6. maatregelen opnemen in bedrijfsnoodplannen. Instructies zullen worden geformuleerd en gecommuniceerd over hoe te handelen bij (dreigende) ongelukken buiten het gebouw.
Samenvatting Het Businesspark Midden-Limburg kent risico’s als gevolg van de nabijheid van het weg- en spoorvervoer van gevaarlijke stoffen. De gemeente overweegt het volgende. a) Het groepsrisico neemt toe, maar blijft wel ruim onder de oriëntatiewaarde; de kans dat personen als gevolg van een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen komen te overlijden neemt wel toe, maar is nog steeds gering; b) In de toekomstige situatie is de hulpverleningscapaciteit onvoldoende voorbereid op een ongeval met een brandbare, explosieve en/of giftige stof in de open lucht. c) Het bedrijventerrein voldoet in een regionale behoefte; in de POL-aanvulling Provinciaal economisch kerngebied St. Joost (d.d. 21 februari 2003) is het bedrijventerrein als zogenaamde concrete beleidsbeslissing aangeduid; d) Het groepsrisico (kans op overlijden) wordt beperkt door risicovolle inrichtingen alleen onder voorwaarden toe te laten en hierbij altijd advies aan de Veiligheidsregio te vragen; e) Er worden maatregelen getroffen die risico’s beperken, een goede rampbestrijding mogelijk maken en de zelfredzaamheid vergroten (in geval zich toch een ongewoon voorval met gevaarlijke stoffen voordoet); hierbij worden de adviezen van de Veiligheidsregio opgevolgd, zoals in bovenstaande tekst is aangegeven; in elk geval worden de maatregelen met de hoogste veiligheidswinst getroffen; f) De vestiging van kwetsbare objecten wordt beperkt tot die categorieën die strikt gewenst zijn; g) Er wordt voldaan aan de normen voor het plaatsgevonden risico. Hiermee acht het bestuur voldoende aandacht te hebben besteed aan het groepsrisico en aanvaardt het restrisico op mogelijke effecten die niet verder te beperken zijn.
ons kenmerk: DPEVNML/053-2012 behandeld door: C.van den Beld doorkiesnummer: 077 359 66 89 e-mail:
[email protected] bijlage(n): Samenvatting advies VRLN datum: 10 december 2012
Bijlage Samenvatting advies Veiligheidsregio Limburg-Noord Maatregel Proactieve maatregelen 1. Planologisch scheiden risicobronnen en ontvangers 2. Uitsluiten kwetsbare objecten 3. Locatiekeuze truckparking 4. Locatiekeuze voor trucks met gevaarlijke stoffen binnen truckparking Preventieve maatregelen 5. Bouwkundige maatregelen - ramen/deuren preventief lekwerend; - beglazing uitvoeren opdat scherfwerking wordt voorkomen; - verminderen glasoppervlak; - gebouwen met vlakke gevels - gevelornamenten minimaliseren; - aanbrengen van brandwerende gevels en ramen - bescherming dragende delen - situering nooduitgangen. 6. Installatietechnische maatregelen - afsluitbaar ventilatiesysteem; - omroep/alarmeringssysteem. 7. Organisatorische maatregelen - geen kwetsbare groepen aan zijde risicobronnen; - geen functies met minder zelfredzame personen - risicocommunicatie truckparking; - maatregelen opnemen in bedrijfsnoodplannen. Preparatieve maatregelen 8. Bereikbaarheid 9. Beschikbaarheid bluswater 10. Oefening
Invloed op Groepsrisico
Rampbestrijding
Veiligheidswinst
X
X
4
X X X
5 5 4
Zelfredzaamheid
X
4
X
3
X X X X
3 3 3 4
X X
3 4
X X
X X
3 3
X
X
4
X
X
4
X X
X X
4 4
X X X
4 4 4