Oost/kantoor Almelo ALMELO
1
>
Telefoon Telefax
Postbus
Kennisgroep CAO-adoptie Doorkiesnummer . . . . . . . . . . . . .
Datum
7 juni 2010 Uw kenmerk
Kenmerk
TM10061-metal-HP Betreft
beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten
Geachte, In mijn brief van 13 juni 2008 heb ik u geïnformeerd over de fiscale gevolgen van de begin 2008 tot en met januari 2010 algemeen verbindend verklaarde bepalingen van de CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro. Kortgeleden heb ik via internet kennis genomen van de nieuwe CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro. Het gaat om de CAO zoals deze is overeengekomen voor de periode van 1 februari 2010 tot en met 30 april 2011. Ook deze CAO heb ik beoordeeld op fiscale aspecten van de loonheffingen en de afdrachtvermindering onderwijs. Het doel hiervan is onder meer dat werkgevers zo goed mogelijk in staat zijn om hun fiscale verplichtingen na te komen. Ik heb de beoordeling beperkt tot de in mijn ogen belangrijkste fiscale risico’s. In de bijgevoegde rapportage informeer ik u over het resultaat van deze beoordeling. Wellicht ten overvloede vermeld ik dat u aan deze beoordeling alleen vertrouwen kunt ontlenen indien en voor zover ik fiscale aspecten expliciet benoem. De beoordeling heeft plaatsgevonden naar de wet- en regelgeving zoals die geldt per 1 januari 2010. Ik verzoek u om de CAO-partijen van de inhoud van deze brief op de hoogte te stellen. Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd. Indien u vragen of opmerkingen heeft, kunt u mij bereiken op telefoonnummer …….. Uiteraard kunt u ook bij mij terecht als u informatie wenst over de fiscale aspecten van niet in deze beoordeling genoemde CAO-bepalingen.
ON 413 - 1Z*1ED
Hoogachtend, Belastingdienst/Kennisgroep CAO de inspecteur namens deze
Bezoekadres In uw antwoord datum en kenmerk van deze brief vermelden
Stationsstraat 5 ALMELO
Kenmerk
2
TM10061-metal-HP
Deze rapportage bevat een beoordeling op fiscale aspecten van de CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro, zoals overeengekomen tot en met 30 april 2011. In de rapportage verwijs ik naar het Handboek Loonheffingen 2010. U kunt het Handboek raadplegen op of downloaden van de internetsite van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl). Uiteraard vindt u hier ook steeds het laatste nieuws, waarover u zich ook door middel van een rss-feed kunt laten informeren. De door de Belastingdienst uitgevoerde cao-beoordelingen zijn ook te vinden op de site van de Belastingdienst (www.belastingdienst.nl/zakelijk/cao_beoordelingen). De (loon)begrippen voor de diverse wetten waarop de loonheffingen zijn gebaseerd kunnen verschillen. De loonheffingen bestaan uit de loonheffing (loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen), de premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw). Ook voor de toepassing van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen (hierna: WVA) geldt dat soms sprake is van afwijkende begrippen. Als sprake is van loon voor de loonheffingen en tevens van WVA-loon, dan gebruik ik de term “loon”. Artikel 1.4 van de CAO opent de mogelijkheid om een MetalektroB-CAO (hierna: MB-CAO) af te sluiten. Binnen een dergelijke MB-CAO zijn afwijkingen van sommige bepalingen (hierna: A-bepalingen) alleen toegestaan, als dat voor de werknemers gunstiger is. Om het in dit verband in de cao gemaakte onderscheid tussen A- en B-bepalingen ook in deze rapportage tot uitdrukking te brengen, geef ik de fiscale aspecten van de A-bepalingen cursief weer.
Artikel 11
Geen recht op (aanvulling op) loondoorbetaling bij arbeidsongeschiktheid (zoals geregeld in artikel 6.4 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Volgens deze bepaling hoeft de werkgever in bepaalde situaties van arbeidsongeschiktheid geen (aanvulling op het) loon door te betalen. Op grond van artikel BW 7:627 is de werkgever geen loon verschuldigd voor de tijd gedurende welke de werknemer de bedongen arbeid niet heeft verricht. Als de werkgever in dergelijke situaties de loonbetaling staakt eindigt het loontijdvak. Dit heeft onder meer gevolgen voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen (ik verwijs naar paragraaf 5.3.1 van het Handboek) en voor de tabeltoepassing (ik verwijs naar paragraaf 7.3.3 van het Handboek). Artikel 12
WGA-hiaatverzekering (zoals geregeld in artikel 6.5 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Volgens dit artikel is de werkgever verplicht om de werkgever een WGA-hiaatverzekering aan te bieden. Deze verzekering dekt het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid van ten minste 35% en minder dan 80%. In mijn brief van 3 april 2009 aan FME-CWM (zie bijlage) heb ik de fiscale gevolgen van deze aanspraken behandeld: zij kwalificeren als aanspraken zoals bedoeld in artikel 11.1.f van de Wet LB. Dit betekent dat waarde van aanspraak niet tot het loon behoort, dat een eventuele uitkering wel loon vormt en dat de van de werknemers in te houden premies op grond van artikel 11.1.j, ten derde, van de Wet LB van het brutoloon aftrekbaar zijn. Artikel 13
WIA-bodemverzekering (zoals geregeld in artikel 6.6 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Volgens dit artikel neemt de werkgever de helft van de premie van de WIA-bodemverzekering voor zijn rekening. Deze verzekering dekt het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid van 15% tot 35%. Ik verwijs naar de fiscale aspecten bij artikel 12 van de CAO.
Kenmerk
3
TM10061-metal-HP Artikel 14
Gedifferentieerde WGA-premie (zoals geregeld in artikel 6.7 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Volgens deze bepaling kan de werkgever een bepaald deel van de gedifferentieerde premie voor de WGA op de werknemer verhalen. Als de werkgever de WGA-premie gedeeltelijk op de werknemer verhaalt, moet hij de verhaalde premie inhouden op het nettoloon. Als de werkgever geen WGA-premie verhaalt is er voor de werknemer geen belast voordeel. Ik verwijs naar paragraaf 5.2.4 van het Handboek. Artikel 15
Vervroegd uittreden
De regeling voor vervroegd uittreden heb ik niet beoordeeld. Artikel 16
Pensioen
De pensioenregeling heb ik niet beoordeeld. Artikel 18
Vakbondscontributie (zoals geregeld in artikel 9.9 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Deze bepaling biedt de werknemer de mogelijkheid om - “binnen de grenzen van de fiscale wetgeving”een vergoeding voor vakbondscontributie te krijgen in ruil voor een verlaging van zijn brutoloon over de maand december. Een vergoeding voor de contributie van een vakbond behoort niet tot het loon. Ik verwijs naar paragraaf 17.11 van het Handboek. Als de werkgever zo’n vergoeding verstrekt in het kader van een zogenoemd cafetariasysteem kunnen zich complicaties voordoen. a) Een dergelijk systeem moet als zodanig voldoende realiteitswaarde hebben. Dit is afhankelijk van de manier waarop de werkgever en de werknemer vorm geven aan het verlagen van het fiscale loon. Ik verwijs naar paragraaf 17.7 van het Handboek en het besluit van 5 augustus 2009, nr. CPP2009/1458M, Stcrt. nr. 12167. Dit besluit is in werking getreden op 19 augustus 2009, tot deze datum is het besluit van 7 december 2005, nr. CPP2005/2518M van toepassing. b) De loonsverlaging leidt in beginsel tevens tot een verlaging van het pensioengevend loon. Met ingang van 24 september 2008 geldt dat een verlaging van het pensioengevend loon onder voorwaarden achterwege kan blijven. Deze voorwaarden staan in onderdeel 4 van het besluit van 8 september 2008, nr. CPP2008/1727M, Stcrt. nr. 183, dat op die datum in werking is getreden. Voor de periode tot 24 september 2008 verwijs ik naar het besluit van 22 februari 2002, nr. CPP2001/3047M. c) De vergoeding van in een eerder jaar gemaakte kosten behoort in beginsel tot het loon. Dit is slechts anders als de werknemer in dat eerdere jaar reeds een onvoorwaardelijk recht op die vergoeding had en er dus enkel sprake is van een vertraagde uitbetaling. Bij een cafetariasysteem ontstaat zo’n onvoorwaardelijk recht eerst als de werknemer zijn keuze daadwerkelijk aan zijn werkgever kenbaar maakt. Als de werknemer dat pas na de jaarwisseling doet kan de werkgever de vakbondscontributie van het voorafgaande jaar niet meer onbelast vergoeden. Artikel 19
Overlijdensuitkering (zoals geregeld in artikel 7.2 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Dit artikel geeft de nagelaten betrekkingen van de overleden werknemer recht op een overlijdensuitkering van maximaal drie maanden. Voor de gevolgen van (de aanspraak op) een (eenmalige) overlijdensuitkering voor de loonheffingen
Kenmerk
4
TM10061-metal-HP verwijs ik naar paragraaf 17.16 van het Handboek. In deze paragraaf staan uitvoerig de gevolgen beschreven van een aantal te onderscheiden situaties. Een overlijdensuitkering behoort niet tot het WVA-loon. Ik verwijs naar de paragrafen 22.1.1 en 22.1.2 van het Handboek. Artikel 20
Regelingen inzake octrooi-, auteurs- en publicatierechten
Volgens deze moeten de werkgever en de werknemer een eventueel tussen hen overeengekomen regeling over octrooi-, auteurs- of publicatierechten schriftelijk vastleggen. De fiscale gevolgen van een dergelijke regeling kunnen complex en dus risicovol zijn. In voorkomende gevallen doen de werkgever en de werknemer er verstandig aan te overwegen om, eventueel onder verwijzing naar deze brief, de fiscale gevolgen van concrete regelingen af te stemmen met de voor hen bevoegde inspecteur(s). Artikel 32
Tijdspaarregeling (zoals geregeld in artikel 3.16 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Deze bepaling regelt de kaders voor het op ondernemingsniveau instellen van een tijdspaarregeling. Onder andere kunnen werkgever en werknemer afspreken dat de werknemer meer dan zes bovenwettelijke vakantiedagen in de vorm van tijd of geld kan sparen. Met ingang van 2006 zijn de fiscale faciliteiten voor spaarverlofregelingen afgeschaft. Daarvoor is de levensloopregeling in de plaats gekomen. Ik verwijs naar de paragrafen 17.49.1 en 17.49.4 van het Handboek. Tijdspaarregelingen kunnen tot fiscale risico's leiden. Zo leidt bijvoorbeeld het omzetten van het recht op vrije tijd in een recht op geld tot het onmiddellijk genieten van loon. Artikel 35
Studiekostenregeling (zoals geregeld in artikel 3.12 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Volgens deze bepaling stelt de werkgever een studiekostenregeling vast voor het na 31 december 2008 volgen van een opleiding. Vergoedingen in verband met een studie of een opleiding die een werknemer volgt behoren, voor zover er werkelijk sprake is van beroeps- of studiekosten, niet tot het loon. Een gehele of gedeeltelijke terugbetaling van een vergoeding die niet tot het loon behoort, komt niet in mindering op het loon. Zie de paragrafen 4.9 en 14.2.3 van het Handboek. Zie ook het besluit van 20 februari 2009, nr. CPP2009/78M, Stcrt. nr. 48. Artikel 42
Uitkering bij werkloosheid tijdens dienstverband (zoals geregeld in artikel 6.2 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Deze bepaling beperkt de toepassing van artikel BW 7:628 tot één week. Als de werkgever in de in dit artikel bedoelde situaties de loonbetaling staakt eindigt het loontijdvak. Dit heeft onder meer gevolgen voor de berekening van de premies werknemersverzekeringen (ik verwijs naar paragraaf 5.3.1 van het Handboek) en voor de tabeltoepassing (ik verwijs naar paragraaf 7.3.3 van het Handboek). Artikel 51
Niet in dienst zijnde werknemers (zoals geregeld in artikel 9.2 van de Cao Metalektro 2010/2011)
Dit artikel heeft betrekking op de voorwaarden waaronder een werkgever aan een niet in dienst zijnde werknemer werkzaamheden op mag dragen. Onder andere is de werkgever verplicht de ondernemingsraad te informeren over de arbeidsvoorwaarden van de niet in dienst zijnde werknemers.
Kenmerk
5
TM10061-metal-HP De -
CAO verstaat onder die arbeidsvoorwaarden mede: vakantierechten; vergoedingen voor reisuren, reiskosten, koffiegeld, e.d.; andere vergoedingen en toeslagen; het geheel of gedeeltelijk achterwege laten van de inhouding van premies voor sociale verzekeringen en pensioenvoorzieningen; duidelijke, kwantificeerbare verstrekkingen aan de betrokken werknemers zoals kleding, schoeisel en gereedschap; duidelijke, kwantificeerbare voorzieningen voor de betrokken werknemers zoals pensioenvoorziening en ziektekostenverzekering; uitkeringen in het lopende jaar verband houdende met de winst, zodra de hoogte van de uitkering bekend is.
In fiscaal opzicht kan artikel 51 van de CAO tot risicovolle situaties leiden. Dat is met name het geval als werkgevers er - in fiscaal opzicht - ten onrechte van uitgaan dat sprake is van niet bij hen in dienst zijnde werknemers. De CAO spreekt van “het opdragen van werkzaamheden”. Het (kunnen) opdragen van werkzaamheden door een werkgever duidt (sterk) op de aanwezigheid van een dienstbetrekking. Daarnaast gelden voor de niet in dienst zijnde werknemers mogelijk (andere) arbeidsvoorwaarden die de aanwezigheid van een “normale” dienstbetrekking kunnen onderstrepen. Eventueel kan sprake zijn van een zogenoemde fictieve dienstbetrekking. Zie paragraaf 1.1.2 van het Handboek.