fiscale aspecten van de levensverzekering
Meer dan verzekerd
Baloise Group
FISCALE ASPECTEN VAN DE INDIVIDUELE LEVENSVERZEKERING Recht op belastingvermindering De premies van een individuele levensverzekering kunnen fiscaal in mindering gebracht worden indien aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt. De fiscale inbreng van de premies is een recht en geen plicht. Indien de premies geen belastingvermindering hebben genoten, worden de uitkeringen achteraf ook niet belast tenzij in een aantal gevallen waar de afkoop of uitkering bij leven van polissen met een gewaarborgd rendement belast kan worden als roerend inkomen. Te vervullen voorwaarden Contracterende partijen Belastingplichtige = verzekeringnemer = verzekerde Afsluiten vóór De polis moet worden afgesloten vóór de leeftijd van 65 jaar, vanaf 2002 geldt dit ook voor vrouwen. Premies die het gevolg zijn van verhogingen van de voordelen bij leven en verlengingen van de looptijd na de leeftijd van 65 jaar komen niet in aanmerking voor belastingvermindering. Voor de prestaties bij leven Duurtijd De minimale duurtijd bedraagt 10 jaar. Een premieverhoging die het gevolg is van een verhoging van de voordelen bij leven komt enkel voor belastingvermindering in aanmerking indien de polis op het ogenblik van de verhoging nog minstens 10 jaar kan lopen. Een verhoging die het gevolg is van een indexatie is toegelaten indien de indexatieclausule ten minste 10 jaar vóór de einddatum van de polis werd ingelast. In een polis waarin steeds de maximale vrijstelbare premie wordt betaald, mag de premie mee evolueren met dat wettelijke maximum. Einddatum De eindvervaldag mag ten vroegste op 65-jarige leeftijd van de verzekeringnemer vallen. Voor vrouwen die reeds een polis hadden afgesloten vóór 01/01/2002 blijft dit ten vroegste op 60 jaar. Begunstiging De begunstigde bij leven is de verzekeringnemer. Voor de prestaties bij overlijden: Duurtijd Geen voorwaarden voor wat de duur van de polis betreft. Einddatum Geen voorwaarden voor wat de einddatum van de polis betreft. Begunstiging De begunstigde bij overlijden: − voor een levensverzekeringscontract dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een krediet om een onroerend goed te verwerven of te behouden, luidt de begunstigingsclausule: • ten belope van het verzekerde kapitaal dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening, zijn de begunstigden bij overlijden, de personen die ingevolge het overlijden van de verzekerde de volle eigendom of het vruchtgebruik verwerven van dat onroerend goed; • ten belope van het verzekerde kapitaal dat niet dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening is de begunstigde bij overlijden, de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad*; − in alle andere gevallen moet de begunstigde de echtgeno(o)t(e) zijn of de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad*. * Bloedverwant t.e.m. de 2e graad = (klein)kind, (groot)ouder, (half)broer, (half)zus. Indien deze begunstigde sterft vóór de verzekerde en er is een subsidiaire begunstigde aangeduid, moet deze laatste niet voldoen aan de regels van verwantschap. Verplichte dekkingen De levensverzekering waarvan de premies worden vrijgesteld van belasting moet afgesloten zijn om een rente of kapitaal te vestigen bij leven en/of bij overlijden. Opmerking Een polis afsluiten met terugwerkende kracht in een vorig belastingjaar is niet meer mogelijk sedert 01/01/2010.
2
Producten die in aanmerking komen als fiscaal aftrekbare individuele levensverzekering Tijdelijke verzekering bij overlijden Schuldsaldoverzekering Levenslange verzekering Garantieplan Leven UKMT Garantieplan gemengde 10/X Flexplan Belastingvermindering Principe belastingvermindering voor het langetermijnsparen De belastingvermindering wordt gerekend tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet die minimaal gelijk is aan 30 % en maximaal gelijk is aan 40 %, verhoogd met het tarief van de gemeentebelasting. Deze belastingvermindering is verrekenbaar met de verschuldigde belasting en niet-terugbetaalbaar. Indien er geen belasting verschuldigd is, is er dus ook geen mogelijkheid om deze belastingvermindering te genieten. Principe belastingvermindering voor het bouwsparen De premie van de levensverzekering die dient tot dekking of wedersamenstelling van een hypothecaire lening afgesloten vóór 01/01/2005 met als doel de aankoop, bouw of verbouwing van een enige woning kan een verhoogde vermindering genieten tegen het marginale tarief dat ligt tussen 25 % en 50 % te verhogen met de gemeentebelasting. Indien de vermindering gerekend tegen het marginale tarief kleiner is dan de vermindering tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet wordt dit laatste stelsel toegepast. Voor polissen die afgesloten werden vanaf 01/01/1989 wordt de verhoogde vermindering enkel toegepast op de schijf van het aanvangsbedrag van de lening van maximaal 49.578,70 EUR (geïndexeerd) verhoogd in functie van het aantal kinderen ten laste op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de lening werd afgesloten. Als het bedrag van de lening groter is, komt het excedent van de premie in aanmerking voor vermindering in het stelsel van het langetermijnsparen. Bedrag Het premiebedrag van de individuele levensverzekering dat voor vermindering in aanmerking komt, wordt samen met de in deze rubriek aftrekbare kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen als volgt beperkt: 15 % op een eerste schijf van 1.770 EUR (aanslagjaar 2012) van het netto belastbaar inkomen verhoogd met 6 % op het overige netto belastbaar inkomen maar beperkt tot maximaal 2.120 EUR (aanslagjaar 2012) Formaliteiten Mercator levert bij het aangaan van de levensverzekering een eenmalig fiscaal attest af dat bij de eerste aanvraag tot vermindering bij de belastingaangifte gevoegd moet worden. De volgende jaren bezorgen wij aan de verzekeringnemer een betalingsattest dat hij bij zijn aangifte moet voegen. Premietaks Op de premies van een individuele levensverzekering afgesloten door een natuurlijk persoon die in België verblijft, moet een taks van 1,1 % betaald worden. Deze taks is niet verschuldigd op de premies van pensioenspaarverzekeringen. Belastbaarheid van de uitgekeerde prestaties Principe Indien een fiscaal attest is afgeleverd, wordt het uitgekeerde bedrag van de polis belast. De uitgekeerde winstdeelname is steeds belastingvrij indien ze samen met het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd. De taxatie gebeurt in het regime van de ‘taks op het langetermijnsparen’ of in het regime van de ‘personenbelasting’. Bij taxatie in het regime van de personenbelasting moeten de percentages steeds verhoogd worden met de aanvullende gemeentebelasting. Taxatie van polissen afgesloten vóór 55 jaar waarin een ‘kapitaal bij leven’ verzekerd is en die ten vroegste uitgekeerd worden vanaf 60 jaar Principe De taxatie gebeurt in het regime van de taks op het langetermijnsparen tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 %. Op de 60e verjaardag wordt de taks op het langetermijnsparen geheven: − op het uitgekeerde kapitaal indien de polis op de 60e verjaardag wordt uitgekeerd; − op de theoretische afkoopwaarde indien de polis na de 60e verjaardag nog verder loopt (anticipatieve taks). Deze taks is verschuldigd door de verzekeraar en is bevrijdend d.w.z. dat indien na taxatie op 60 jaar een kapitaal overlijden wordt uitgekeerd dat groter is dan het bedrag waarop de belasting gerekend werd, er toch geen bijkomende taxatie zal gebeuren. Verschil 10 % en 16,5 % Voor het gedeelte van de belastbare basis, dat gevormd is met premiebetalingen van vóór 01/01/1993 is het takstarief gelijk aan 16,5 %. Het takstarief is gelijk aan 10 % voor het gedeelte van de belastbare basis, dat gevormd is met premiebetalingen van na 01/01/1993.
3
Taxatie van polissen afgesloten of verhoogd vanaf 55 jaar waarin een ‘kapitaal bij leven’ verzekerd is. Principe De taxatie gebeurt in het regime van de taks op het langetermijnsparen. Voor polissen die worden afgesloten op 55 jaar of later gebeurt de taxatie eveneens tegen een tarief van 16,5 % en/of 10 % (premiebetaling vóór 1993 of vanaf 1993) op de 10e verjaardag van de polis of op het ogenblik van overlijden van de verzekerde vóór die 10e verjaardag. Opmerkingen: − Polissen die bestaan vóór 55 jaar maar verhoogd worden vanaf 55 jaar worden gelijkgesteld met contracten afgesloten vanaf 55 jaar. Een verlenging van de polis wordt gelijkgesteld met een verhoging. − Indien het kapitaal verhoogd wordt als gevolg van een premie-indexatie wordt dit niet als een verhoging beschouwd als de indexatieclausule reeds vóór de 55-jarige leeftijd in de polis werd ingelast. − Voor polissen afgesloten vóór 01/01/2002 door vrouwen wordt een verlenging na 55 jaar van de eindleeftijd van 60 naar 65 jaar niet als een verhoging beschouwd waardoor er op 60 jaar wordt getaxeerd op voorwaarde dat de premie na de verlenging constant blijft of geïndexeerd wordt krachtens een toegelaten indexeringsclausule of in functie van de fiscale barema’s. Taxatie van uitkeringen bij overlijden Principe Op uitkeringen van zuivere overlijdensverzekeringen is personenbelasting verschuldigd tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 %, afhankelijk of de belastbare basis gevormd is met premiebetalingen van vóór of na 01/01/1993. Bij polissen in ‘andere combinaties’ afgesloten vóór de 55-jarige leeftijd waarvan naar aanleiding van het overlijden van de verzekerde een uitkering wordt gedaan vóór de leeftijd van 60 jaar is op die uitkering eveneens personenbelasting verschuldigd tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 % (premiebetaling vóór 1993 of vanaf 1993). Indien de uitkering van het overlijdenskapitaal van ‘andere combinaties’ die zijn afgesloten vóór de 55-jarige leeftijd gebeurt na de leeftijd van 60 jaar, dan is op 60 jaar de bevrijdende taks reeds afgehouden. Voor polissen in andere combinaties die op 55 jaar of later werden aangegaan, zal de taks worden aangerekend op de 10e verjaardag van de polis of bij de uitkering naar aanleiding van het overlijden vóór de 10e verjaardag. Taxatie van polissen aangegaan om een hypothecaire lening te waarborgen of terug samen te stellen. Principe Polissen die aangegaan zijn om een hypothecaire lening te waarborgen of terug samen te stellen worden in de personenbelasting belast. Op de kapitalen van deze verzekeringen wordt ten belope van het afgeloste saldo van de hypothecaire lening het systeem van de omzettingsrente toegepast. Indien er meer wordt uitgekeerd dan dit saldo wordt op het excedent het tarief van 10 % of 16,5 % toegepast. De hierboven beschreven taxatie wordt toegepast indien de uitkering plaats heeft: bij het overlijden van de verzekerde; of, voor verzekeringen met voordelen bij leven, bij het bereiken van de leeftijd van minimaal 65 jaar, of 60 jaar voor vrouwen die reeds een polis hadden vóór 01/01/2002 of binnen 5 jaren die aan deze leeftijden voorafgaan. Opmerking Voor de niet-zuivere overlijdensdekkingen waar naast het overlijdenskapitaal eveneens een kapitaal bij leven verzekerd is, zal, indien op de 60e verjaardag van de verzekeringnemer vaststaat dat een gedeelte van het kapitaal niet aangewend wordt ter dekking of wedersamenstelling van een hypothecaire lening, voor dat gedeelte op de 60-jarige leeftijd de taks op het langetermijnsparen worden aangerekend. Systeem omzettingsrente: Het te belasten kapitaal wordt omgezet in een fictieve rente via toepassing van een percentage dat bepaald wordt in functie van de leeftijd van de begunstigde op het ogenblik van de uitkering. Deze fictieve rente zal de begunstigde bij zijn inkomen moeten voegen gedurende 13 jaar of gedurende 10 jaar als hij op het ogenblik van uitkering 65 jaar of ouder is.
4
Omzettingstabel fictieve rente Leeftijd van de begunstigde
Percentage toe te passen op het kapitaal
Aantal jaar dat de fictieve rente moet worden aangegeven
Tot 40 jaar 41 tot 45 jaar 46 tot 50 jaar 51 tot 55 jaar 56 tot 58 jaar 59 tot 60 jaar 61 tot 62 jaar 63 tot 64 jaar Vanaf 65 jaar
1% 1,50 % 2% 2,50 % 3% 3,50 % 4% 4,50 % 5%
13 jaar 13 jaar 13 jaar 13 jaar 13 jaar 13 jaar 13 jaar 13 jaar 10 jaar
Taxatie bij overdracht van reserves Voor fiscaal vrijgestelde individuele levensverzekeringen geldt dat een afkoop met overdracht naar een andere verzekeraar een belastbare afkoopoperatie is.
FISCALE ASPECTEN VAN DE PENSIOENSPAARVERZEKERING Voor wie? Alle rijksinwoners vanaf de leeftijd van 18 jaar tot en met de leeftijd van 64 jaar kunnen fiscaal vrijstelbare stortingen verrichten in een pensioenspaarpolis. Stortingen gedaan in het jaar waarin men 65 wordt, komen niet meer voor vermindering in aanmerking. Te vervullen voorwaarden Contracterende partijen Belastingplichtige = verzekeringnemer = verzekerde = begunstigde bij leven Duur Minimale duurtijd 10 jaar Geen minimale eindleeftijd voorzien, maar wij raden aan om de polis tot 65 jaar af te sluiten omdat premies betaald vanaf de leeftijd van 60 jaar tot en met 64 jaar belastingvermindering genieten zonder dat de ermee opgebouwde kapitalen belast worden. Begunstiging De begunstigde bij overlijden: − voor een pensioenspaarcontract dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van een krediet om een onroerend goed te verwerven of te behouden, luidt de begunstigingsclausule: • ten belope van het verzekerde kapitaal dat dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening, zijn de begunstigden bij overlijden, de personen die ingevolge het overlijden van de verzekerde de volle eigendom of het vruchtgebruik verwerven van dat onroerend goed; • ten belope van het verzekerde kapitaal dat niet dient voor het wedersamenstellen of het waarborgen van de lening is de begunstigde bij overlijden, de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad*; − in alle andere gevallen moet de begunstigde de echtgeno(o)t(e) zijn of de wettelijk samenwonende partner of een bloedverwant t.e.m. de 2e graad*. * Bloedverwant t.e.m. de 2e graad = (klein)kind, (groot)ouder, (half)broer, (half)zus. Indien deze begunstigde sterft vóór de verzekerde en er is een subsidiaire begunstigde aangeduid, moet deze laatste niet voldoen aan de regels van verwantschap. Opmerkingen Een polis afsluiten met terugwerkende kracht in een vorig belastingjaar is niet mogelijk. Er mag slechts op één pensioenspaarpolis of pensioenspaarrekening gestort worden per belastbaar tijdperk. Door een bank of verzekeringsmaatschappij mag er per belastingplichtige slechts één rekening of verzekering worden afgesloten. De belastingvermindering voor pensioensparen kan niet samen verkregen worden met de aftrek voor het verwerven van werkgeversaandelen.
5
Producten die in aanmerking komen voor een pensioenspaarpolis Tijdelijke verzekering bij overlijden Schuldsaldoverzekering Levenslange verzekering Garantieplan Leven UKMT Garantieplan gemengde 10/X Flexplan Belastingvermindering Principe De belastingvermindering wordt gerekend tegen de bijzondere gemiddelde aanslagvoet die minimaal gelijk is aan 30 % en maximaal gelijk is aan 40 %, verhoogd met het tarief van de gemeentebelasting. Bedrag Per belastbaar tijdperk mag niet meer gestort worden dan de maximale premie die voor dat tijdperk werd vastgesteld. Dit maximumbedrag wordt vastgesteld ongeacht het inkomen van de belastingplichtige (2011 = 880 EUR). Formaliteiten Mercator levert jaarlijks een fiscaal attest 281.60 af waarin vermeld wordt dat de polis voldoet aan de wettelijke voorwaarden i.v.m. pensioensparen en waarin het bedrag van de storting wordt vermeld. Premietaks Niet van toepassing op pensioensparen. Belastbaarheid van de uitgekeerde prestaties Principe Indien een fiscaal attest is afgeleverd, wordt het uitgekeerde bedrag van de polis belast. De uitgekeerde winstdeelname is steeds belastingvrij indien ze samen met het verzekerd kapitaal wordt uitgekeerd. Taxatie De taxatie gebeurt in het regime van de ‘taks op het langetermijnsparen’ of in het regime van de ‘personenbelasting’. Bij taxatie in het regime van de personenbelasting moeten de percentages steeds verhoogd worden met de aanvullende gemeentebelasting. Taxatie van polissen afgesloten vóór 55 jaar waarin een ‘kapitaal bij leven’ verzekerd is en die ten vroegste uitgekeerd worden vanaf 60 jaar Principe De taxatie gebeurt in het regime van de taks op het langetermijnsparen tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 %. Op de 60e verjaardag wordt de taks op het langetermijnsparen geheven: − op het uitgekeerde kapitaal indien de polis op de 60e verjaardag wordt uitgekeerd; − op de theoretische afkoopwaarde indien de polis na de 60e verjaardag nog verder loopt. Deze taks is verschuldigd door de verzekeraar en is bevrijdend d.w.z. dat indien na taxatie op 60 jaar een kapitaal overlijden wordt uitgekeerd dat groter is dan het bedrag waarop de belasting gerekend werd, er toch geen bijkomende taxatie zal gebeuren. Verschil 10 % en 16,5 % Voor het gedeelte van de belastbare basis, dat gevormd is met premiebetaling van vóór 01/01/1993 is het takstarief gelijk aan 16,5 %. Het takstarief is gelijk aan 10 % voor het gedeelte van de belastbare basis, dat gevormd is met premiebetaling van na 01/01/1993. Taxatie van polissen afgesloten of verhoogd vanaf 55 jaar waarin een ‘kapitaal bij leven’ verzekerd is en die ten vroegste uitgekeerd worden vanaf 60 jaar Principe De taxatie gebeurt in het regime van de taks op het langetermijnsparen. Voor polissen die worden afgesloten op 55 jaar of later gebeurt de taxatie eveneens tegen een tarief van 16,5 % en/of 10 % (premiebetaling vóór 1993 of vanaf 1993) op de 10e verjaardag van de polis. Opmerkingen: − Polissen die bestaan vóór 55 jaar maar verhoogd worden vanaf 55 jaar worden gelijkgesteld met contracten afgesloten vanaf 55 jaar. Een verlenging van de polis wordt gelijkgesteld met een verhoging. − Bij een verhoging van het wettelijk maximaal vrijstelbaar bedrag wordt de aanpassing van de premie aan dit nieuwe wettelijke maximum niet als een verhoging beschouwd indien ook reeds vóór 55 jaar het wettelijke maximum werd betaald. − Voor polissen afgesloten vóór 01/01/2002 door vrouwen wordt een verlenging na 55 jaar van de eindleeftijd van 60 naar 65 jaar niet als een verhoging beschouwd waardoor er op 60 jaar wordt getaxeerd op voorwaarde dat de premie na de verlenging constant blijft of geïndexeerd wordt krachtens een toegelaten indexeringsclausule of in functie van de fiscale barema’s.
6
Taxatie van uitkeringen bij overlijden Principe Op uitkeringen van zuivere overlijdensverzekeringen is personenbelasting verschuldigd tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 %, afhankelijk of de belastbare basis gevormd is met premiebetalingen van vóór of na 01/01/1993. Bij polissen in ‘andere combinaties’ afgesloten vóór de 55-jarige leeftijd waarvan naar aanleiding van het overlijden van de verzekerde een uitkering wordt gedaan vóór de leeftijd van 60 jaar is op die uitkering eveneens personenbelasting verschuldigd tegen een tarief van 10 % en/of 16,5 % (premiebetaling vóór 1993 of vanaf 1993). Indien de uitkering van het overlijdenskapitaal van ‘andere combinaties’ die zijn afgesloten vóór de 55-jarige leeftijd gebeurt na de leeftijd van 60 jaar, dan is op 60 jaar de bevrijdende taks reeds afgehouden. Voor polissen in ‘andere combinaties’ die op 55 jaar of later werden aangegaan, zal de taks worden aangerekend op de 10e verjaardag van de polis of bij de uitkering naar aanleiding van het overlijden vóór de 10e verjaardag. Indien een overlijdensverzekering wordt afgekocht vóór het overlijden dan wordt die afkoopwaarde getaxeerd in de personenbelasting tegen het marginaal tarief of het tarief van 33 % afhankelijk van de datum van premiebetaling. Polissen aangegaan om een hypothecaire lening te waarborgen of terug samen te stellen. Principe Pensioenspaarverzekeringen die aangegaan zijn om een hypothecaire lening te waarborgen of terug samen te stellen worden niet belast via het systeem van de omzettingsrente. Deze polissen worden altijd in de personenbelasting belast. Indien aan de voorwaarden voldaan wordt, is het tarief gelijk aan 16,5 % en/of 10 %. Het marginaal tarief of het tarief van 33 % is van toepassing bij uitkering in alle andere gevallen. Overdracht van reserves Voor fiscaal vrijgestelde pensioenspaarpolissen geldt: − volledige overdracht van verzekeringsproduct naar verzekeringsproduct = belastingvrij; − gedeeltelijke overdracht van verzekeringsproduct naar verzekeringsproduct = taxatie tegen marginaal tarief en/of 33 %; − overdracht van verzekeringsproduct naar bankproduct = taxatie tegen marginaal tarief en/of 33 %.
FISCALE ASPECTEN VAN LEVENSVERZEKERINGEN DIE GEEN BELASTINGVERMINDERING HEBBEN GENOTEN Principe Als geen enkele premie belastingvermindering heeft genoten, is de individuele levensverzekering slechts volledig vrijgesteld van belasting indien ofwel: − de uitkering bij overlijden gebeurt; − het om een Tak 23-polis gaat zonder rendementsgarantie; − de kapitaalsuitkering of de uitkering van de afkoopwaarde bij leven gebeurt meer dan 8 jaar na het afsluiten van de polis; − een overlijdenskapitaal voorzien is dat minstens gelijk is aan 130 % van de gestorte premies met dien verstande dat de verzekeringnemer ook de verzekerde en de begunstigde bij leven is. Roerende voorheffing Indien levensverzekeringen waarvan de premies niet fiscaal in mindering zijn gebracht niet voldoen aan een van de hiervoor gestelde voorwaarden, dan wordt een roerend inkomen belast dat gelijk is aan: Belastbare basis = Eindkapitaal of afkoopwaarde (minimaal gelijk aan de gestorte premies gekapitaliseerd tegen 4,75 % ) – de betaalde premies of koopsom Roerende voorheffing = belastbare basis x 15 %
7
Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met CBFA-nr. 24.941 A om de takken 21 ‘Levensverzekeringen’ (KB van 04/07/1979 - BS van 14/07/1979) en 23 ‘Levensverzekeringen in verband met beleggingsfondsen’ (KB van 30/03/1993 - BS van 07/05/1993) te beoefenen – 5251.LEV.02.11
Mercator Verzekeringen nv – Verzekeringsonderneming toegelaten onder codenr. 0096 met CBFA-nr. 24.941 A Maatschappelijke zetel: City Link, Posthofbrug 16, 2600 Antwerpen, België – Contact Center Gent: Zuiderpoort Office Park, Gaston Crommenlaan 14.0201, 9050 Gent Tel.: +32 3 247 21 11 – Fax: +32 3 247 27 77 –
[email protected] – www.mercator.be – Baloise Group RPR Antwerpen – BTW BE 0400.048.883 – KBC 410-0000711-55 – IBAN: BE31 4100 0007 1155 – BIC: KREDBEBB