Mentor Consult Stasegemsesteenweg 110 8500 Kortrijk Tel. 056 23 72 80
[email protected] www.mentorvzw.b
Beter inzicht in uw cijfers In het kader van project ‘Kortdurende stages in privéondernemingen tijdens devoor laatste maanden van tewerkstelling via artikel 60 §7 OCMW-wet’ = klaar veranderingen
In samenwerking met 1
WELKOM!
2
AFSPRAKEN Start: 9u15 Einde: 16u45 Pauzes: 30 min. over de middag, 15 min. in voor- en namiddag
Bellen kan… buiten het vormingslokaal
Uitwisseling …daar worden we allen slimmer van! 3
MENTOR vzw Activiteiten Assessment beroepsoriëntering Beroepsopleidingen
Werving & Selectie Jobcoaching & Taalcoaching Loopbaanbegeleiding Outplacement Advies (Personeel, Financieel, Organisatie) Opleidingen op maat PC opleidingen ‘in house’
INHOUD 1. 2.
Welke verplichtingen heeft mijn organisatie op vlak van financiële rapportering? Hoe is een jaarrekening van een organisatie opgebouwd? – –
3.
Hoe analyseer ik de financiële situatie van een organisatie? –
4. 5. 6.
7.
De balans De resultatenrekening Liquiditeit, solvabiliteit, rendabiliteit
Hoe maak ik de juiste financiële beslissingen? ‘Labeur’ als good practice binnen de sociale economie (CVBA vs. VZW) (Bankkredieten )
Inleiding
6
THEMA 1
Welke verplichtingen heeft mijn organisatie op vlak van financiële rapportering?
• Aan welke juridische verplichtingen moet jouw organisatie voldoen? • Waar kan ik gegevens vinden over de financiële toestand van een organisatie? • Welke principes worden er gevolgd bij het maken van een boekhouding/jaarrekening?
8
Externe vs. interne verslaggeving
Externe verslaggeving Financieel boekhouden
Interne verslaggeving Managerial accounting
Externe verslaggeving
= Financial accounting Doel: getrouw beeld van (a) Vermogen en financiële positie (zie: balans) (b) Resultaat (zie: resultatenrekening)
10
Externe verslaggeving
Waarom? Ter informatie aan: • • • • • •
Aandeelhouders Kredietverstrekkers Klanten & leveranciers Werknemers Overheid Ruim publiek (klanten, verbruikersorganisaties, koepels, onderzoekers, …)
Verplichtingen: Wet van 17 juli 1975 op de boekhouding en jaarrekening van ondernemingen 2. Commissie voor Boekhoudkundige Normen (CBN) 1.
11
Interne verslaggeving
Interne verslaggeving (= financieel management) Het financieel management rapport Doel: interne beslissingen kunnen nemen i.v.m.: (a) Investeringen (b) Financiering van investeringen (c) Productie (kostprijsberekening) (d) Marketing (e) …
12
Externe vs. Interne verslaggeving Vergelijking: Extern
Intern
Financieel boekhouden
Kostprijsberekening
Opstellen jaarrekening
Beleidsaccounting
Analyse jaarrekening
Budgettering
Externe controle
Interne controle
= EXTERNE verslaggeving
= INTERNE verslaggeving 13
Externe verslaggeving: boekhoudkundige verplichtingen Kleine vzw
Grote vzw
Zeer grote vzw
Boekhouding
Vereenvoudigd
Dubbel (MAR)
Dubbel (MAR)
Jaarrekening
Keuze
Verkort model
Volledig model
Jaarverslag
Niet verplicht
Niet verplicht
Verplicht
Controleverslag
Niet verplicht
Niet verplicht
Verplicht
Publicatie
Niet verplicht
Verplicht
Verplicht
Oefening boekhoudkundige verplichtingen
Levanto – Fixit: 2013 –
Personeelsbestand: 69,3 VTE – Opbrengsten: 2.591.341 EUR – Balanstotaal: 1.184.507 EUR
Waak BW vzw: 2013 –
Personeelsbestand: 1.674,6 VTE – Opbrengsten: 67.323.809 EUR – Balanstotaal: 42.956.835 EUR
Link databank
Surf naar www.nbb.be – Klik op ‘Balanscentrale’ en vervolgens op ‘Toepassing jaarrekeningen raadplegen’ Indien foutmelding – http://bcc.nbb.be/BCCIA0101/WEB/actions/Frames?LangIndex=N – Druk op F5 indien opnieuw foutmelding
Boekhoudprincipes • • •
• • • • • •
Objectiviteit Monetair Continuïteit Historische kostprijs Voorzichtigheid Consistentie Materialiteit Dualiteit A = P Periode-toerekening 17
Periode toerekening • •
Voorbeeld ... zet de deur open voor subjectiviteit
18
THEMA 2
Hoe is een jaarrekening van een organisatie opgebouwd?
Wat is een balans? Wat is een resultatenrekening? Wat is de link tussen beide?
20
Jaarrekening
Bouwstenen van een externe jaarrekening 1. 2. 3.
Balans Resultatenrekening Toelichting bij de jaarrekening • • • • • • • •
Sociale balans Verslag commissaris Waarderingsregels Bijzonder verslag sociaal oogmerk Aandeelhoudersstructuur Afschrijvingstabel Lijst van deelnemingen Staat van kapitaal
21
Balans
Een balans geeft een overzicht van de bezittingen en schulden van een onderneming op een bepaald moment = “foto” Balans is steeds in evenwicht: activa = passiva Steeds dubbel registreren
Actief Aanwendingen (bezittingen)
Passief Bronnen (schulden) 22
Resultatenrekening
Geeft een overzicht van de kosten en opbrengsten over een bepaalde periode = “film”
23
Fictief voorbeeld ‘privé situatie’ 31/12/X Actief
Passief
Vaste activa Gebouw 300
Eigen vermogen Geld gekregen van opa 60 Geld gekregen van oma 25 Eigen spaarrekening 50
Vlottende activa Saldo bankrekening 35
Schulden Kapitaalaflossing > 1 jaar 190 Kapitaalaflossing < 1 jaar 10
Totaal: 335
Totaal: 335
Fictief voorbeeld ‘privé situatie’
Kosten en opbrengsten gedurende jaar X+1 –
Opbrengsten: 50 • Loon 50
–
Kosten: 35 • • • • •
–
Afschrijving gebouw 10 Elektriciteitsfactuur 5 Onderhoudskosten auto 5 Reiskosten 10 Interest last lening 5
Resultaat = 15
25
Fictief voorbeeld ‘privé situatie’ 31/12/X+1 Actief
Passief
Vaste activa Gebouw: 300 – 10 = 290
Eigen vermogen 135 + 15 = 150
Vlottende activa Saldo bankrekening: 35 + 50 - 25 -10 = 50
Schulden Kapitaalaflossing > 1 jaar: 180 Kapitaalaflossing < 1 jaar: 10
Totaal: 340
Totaal: 340
Interpretatie balansposten en interpretatie resultatenposten Cfr. Minimum Algemeen Rekeningstelsel (MAR) als norm Actief
Passief
Klasse 2
Klasse 1
Klasse 3 Klasse 4
Opbrengsten
Klasse 7
- Kosten
Klasse 6
= Resultaat
Klasse 4
Klasse 5 Detail MAR: zie achteraan in de syllabus
27
Balans
Actief
Passief
Vaste Activa
Eigen Vermogen
Vlottende Activa
Vreemd Vermogen
opeisbaarheid
liquiditeitsgraad
Soorten en volgorde van de actief- en passief rekeningen
28
Actief
Vaste activa – – – – –
Oprichtingskosten Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vordering op meer dan 1 jaar
Vlottende activa – – – – –
Voorraden en Bestellingen in uitvoering Vordering op minder dan 1 jaar Geldbelegging Liquide middelen Overlopende rekeningen
Passief
Eigen vermogen Kapitaal – Reserves – Bestemde fondsen – Overgedragen winst – Kapitaal subsidies –
Voorzieningen Schulden Vreemd Vermogen op meer dan 1 jaar – Vreemd Vermogen op minder dan 1 jaar – Overlopende rekeningen –
30
ACTIEF: Vaste activa (investering)
Materiële vaste activa – – – –
Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting Meubilair en rollend materieel …
Opmerking – – –
Onderscheid ‘investering’ versus ‘kost’ Historische aankoopprijs vs. Marktwaarde Afschrijvingsperioden (zie RR – afschrijvingen (63)) • … zet de deur open voor subjectiviteit
–
–
Vastleggingsgraad Vlottende activa (zie verder) rollend materieel (wagen) 31
ACTIEF: Vlottende activa (exploitatiecyclus) Voorraden Grond- en hulpstoffen
Voorraden
Liquide middelen
Afgewerkt product
Handelsvorderingen 32
PASSIEF: Eigen vermogen
Kapitaal Reserves / Bestemde fondsen
Overgedragen winst/verlies
Interpretatie van het eigen vermogen
33
PASSIEF: Bankschulden
Schuld bij de bank heeft 2 componenten Kapitaalaflossing balans – Interest (= kost) resultatenrekening –
34
A&P: Handelsvord. en leveranciersschuld. + overlopende rekeningen •
Een gevolg van het periode toerekeningsprincipe … zet de deur open voor subjectiviteit
35
RESULTATENREKENING
Opbrengsten – – – – –
Omzet Geproduceerde vaste activa Overige bedrijfsopbrengsten Financiële opbrengsten Uitzonderlijke opbrengsten
Kosten – – – – – – –
Aankopen Diensten en diverse goederen Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen Andere bedrijfskosten Financiële kosten Uitzonderlijke kosten 36
RR: Financiële kosten (Aflossingstabel)
37
RR: Afschrijvingen (Afschrijvingstabel)
38
Link tussen resultatenrekening en reserves
Winst groei van Eigen Vermogen OF uitkeren (als tantième of dividend) Verlies daling van Eigen Vermogen Actief
Passief
Opbrengsten
EV - Kosten
= Resultaat (winst/verlies) 39
Stel balans van 2014 op
40
Smakelijk!
THEMA 3
Hoe analyseer ik de financiële situatie van een organisatie?
Is mijn organisatie/afdeling financieel gezond op korte termijn en op lange termijn? Hoe kan ik de financiële positie van een klant, leverancier of partner inschatten? Wat is het verschil tussen liquiditeit, rendabiliteit en solvabiliteit? Wat zijn de bouwstenen van een financieel management rapport?
43
Liquiditeit
Wat is de financiële gezondheid van de onderneming op korte termijn? Kan de onderneming op korte termijn haar betalingsverplichtingen nakomen?
44
Liquiditeit (schema)
45
Liquiditeitsratio’s Vlottend Activa – Vreemd Vermogen Korte Termijn Netto bedrijfskapitaal
=
OF Permanent Vermogen – Vaste Activa Beperkte vlottende activa – Schulden op ten hoogste één jaar – Overlopende rekeningen
Externe jaarrekening
Current ratio Externe jaarrekening
=
Vlottende Activa / Vreemd Vermogen Kort Beperkte Vlottende Activa / (Schulden op ten hoogste één jaar + Overlopende rekeningen passief)
46
Liquiditeitsratio’s Handelsvorderingen (40) Dagen klantenkrediet
=
/ (verkopen (70) + BTW) * 365
Leveranciersschulden (44) Dagen leverancierskrediet
/ (directe (60) en indirecte (61) aankopen + BTW) * 365
Voorraden en bestellingen in uitvoering Dagen voorraad
=
/ Kostprijs van de verkopen * 365
47
Voorbeeld sociale werkplaats 2011
2012
2013
Nettobedrijfskapitaal
?
? 135.012
Current ratio
?
?
2,2
Dagen klantenkrediet
?
?
55
Dagen leverancierskrediet
?
?
30
Dagen voorraad
/
/
/
48
Voorbeeld sociale werkplaats 2011 Nettobedrijfskapitaal
2012
38.709
Current ratio
2013
128.918 135.012
1,26
2,18
2,2
Dagen klantenkrediet
61
54
55
Dagen leverancierskrediet
44
17
30
Dagen voorraad
/
/
/
49
Liquiditeit Goed financieel beheer in 2014 vergeleken met 2013? Dagen klantenkrediet – Leverancierskrediet – Voorraadrotatie –
• Kostprijs van de verkopen: o 2013: 280 o 2014: 660
2013
2014
Omzet
450
1050
Kosten
400
950
Winst
50
100
Klantenvorderingen
90
400
Leveranciersschulden
40
200
Voorraad
80
100
Totaal
320
1050
Resultatenrekening
Balansgegevens
50
Liquiditeit Goed financieel beheer in 2014 vergeleken met 2013? –
Dagen klantenkrediet gestegen • Meer openstaande vorderingen eind 2014
–
Leveranciers later betaald • Meer openstaande schulden eind 2014
–
Voorraadrotatie • Voorraad roteerde sneller eind 2014 2013
2014
Dagen klantenkrediet
73
140
Dagen leverancierskrediet
37
77
104
55
Dagen voorraad
51
Valkuilen op vlak van liquiditeit
Overschatting voorraad Niet inbare vordering
Snel groeiende organisaties werkkapitaal!
52
Solvabiliteit
Was de financiële gezondheid van mijn onderneming op lange termijn?
53
Rendabiliteit
Zijn mijn activiteiten rendabel? –
Is er winst/verlies? • Zie resultatenrekening • Ratio’s o Return on assets o Return on equity
–
Is er (operationele) cashflow/cashdrain? • Zelf te berekenen • ! Verschillende definities
54
Resultaat
55
Operationele Cashflow
Berekening (eenvoudige berekeningswijze) Resultaat + niet-kaskosten - niet-kasopbrengsten
Voorbeeld
56
Winst vs. cashflow
“Profit is an opinion, cash is a fact” Het boekhoudkundig resultaat houdt geen rekening met het feit dat een kost of opbrengst al dan niet uitgegeven of ontvangen is in een bepaald boekjaar. – Verwarring tussen rendabel zijn & voldoende cash genereren –
Wat is het minst erg? Verlies met cashflow – Verlies met cashdrain –
Conclusie
58
THEMA 4
Hoe maak ik de juiste financiële beslissingen?
Is mijn marge voldoende groot? Kan ik een extra medewerker in dienst nemen?
60
Is mijn marge voldoende groot?
Vraagstuk: Sociale werkplaats heeft 2 afdelingen Fietsatelier – Strijkatelier –
Vraag 1: Maak een analytische begroting op Vraag 2: Zijn onze marges voldoende groot?
61
Analytische begroting
Stap 1 Wat is de marktvraag voor beide afdelingen – (Per arbeider berekenen) –
Stap 2 Hoeveel eenheden kan ik maximaal presteren – (Per arbeider berekenen) –
Stap 3 –
Stap 4 –
Stap 1 en 2 vergelijken
Directe kosten in kaart brengen
Stap 5 –
+ Indirecte kosten in kaart brengen 62
Analytische begroting - oplossing
Stap 4 – directe kosten
63
Analytische begroting - oplossing
Stap 5 – indirecte kosten
64
Financiële beslissingen
Het strijkatelier is verlieslatend Opdoeken? –
Niet opdoeken vanuit financieel oogpunt: • Indien activiteit ‘marge’ genereert (ook al is marge klein.) o ! Wel rendabiliteit verbeteren • Indien activiteit geen marge geneert, maar Indien er realistische herstelmaatregelen mogelijk zijn om ‘marge’ te vergroten: o Prijzenpolitiek aanpassen o Aankooppolitiek aanpassen o Schaalvergroting o …
65
Financiële beslissingen
Stel dat je het strijkatelier toch opdoekt: –
Globale winst sociale werkplaats daalt van 18.700 2.900.
66
Financiële beslissingen
Het strijkatelier is verlieslatend Opdoeken? –
Opdoeken of afstoten vanuit financieel oogpunt: • Indien de omzet de directe kosten niet kan dekken. Er is met andere woorden geen marge meer om indirecte kosten te betalen. o Bvb: Lonen arbeiders strijkatelier 30.000 35.000 • Én er geen realistische herstelmaatregelen meer mogelijk zijn.
67
Financiële beslissingen
Indien je het fietsatelier opdoekt of afstoot –
Stijgt de marge om de indirecte kosten te betalen van 24.700 58.900.
68
Financiële beslissingen
! Versleuteling kan vertekend beeld geven –
Indien we de versleuteling als volgt aanpassen • Afschrijving gebouw : 50 60% fietsatelier • Verwarming loods: 50% 60% fietsatelier • Loon coördinator: 50% 80% fietsatelier
69
Kan ik een extra medewerker in dienst nemen?
Hangt af van de marktvraag naar de aangeboden producten of diensten Voldoende stijging omzet (of subsidies) om stijging van de kosten op te vangen – Moet met andere woorden blijken uit een businessplan –
Hoeveel kost een medewerker?
70
Kan ik een extra medewerker in dienst nemen?
Loonkost bediende –
Vertrekpunt: bruto maandloon (afhankelijk paritair comité, arbeidscontract) • BrutoJaarLoon = Brutomaandloon * 13,92 (= incl. Vakantie Geld en Eindejaars Premie) • + RSZ werkgever = Brutojaarloon * (+/- 35%) • = Loonkost
Loonkost arbeider –
Vertrekpunt: bruto uurloon (afhankelijk paritair comité, arbeidscontract) • • • • •
BJL = Bruto uurloon * aantal gewerkte uren (incl. betaalde feestdagen) + EP + VG = (BJL(x-1) + EP(x-1))* 1,08 * 0,1027 + RSZ werkgever = (Brutojaarloon + EP) * 1,08 * (+/- 40%) = Loonkost
+ Andere personeelskosten – –
Zoals bepaald in arbeidscontract en paritair comité: maaltijdcheques, ecocheques, woon-werk verkeer… Kosten sociaal secretariaat, arbeidsongevallen verzekering, dienst voor preventie en bescherming… 71
THEMA 5
Case ‘Labeur’ als good practice binnen de sociale economie (en coöperatief ondernemerschap)
Labeur
Activiteiten –
Labeur & monumentendokters • Renovatie en isolatie
–
Rebuild • Stellingbouw en schilderwerken
–
RecupDesign • Houtbewerking • Meubelbouw
Labeur
74
VRAGEN
75
Veel succes!
Bijlage: CVBA en VZW (1/4)
Vennootschap (o.a. cvba, bvba en nv): Wetboek van Vennootschappen –
Een vennootschap wordt opgericht door een contract op grond waarvan twee of meer personen overeenkomen iets in gemeenschap te brengen met als doel één of meer nauwkeurig omschreven activiteiten uit te oefenen en met het oogmerk aan de vennoten een rechtstreeks of onrechtstreeks vermogensvoordeel te bezorgen.
Vzw (vereniging zonder winstoogmerk): VZW-Wet – –
De vereniging zonder winstoogmerk is die, welke niet nijverheids- of handelszaken drijft en welke niet tracht een stoffelijk voordeel aan haar leden te verschaffen. Enkel “bijkomstige” handelsactiviteiten • Echter: rechtsonzekerheid over bijkomstigheid • Indien handelsactiviteit kwantitatief ondergeschikt is aan niet-economische activiteit • Indien (on)rechtstreekse band is met niet-economische activiteit • Indien volledig besteed aan verwezenlijking niet-economische activiteit
– –
Onderscheid tussen ‘doel’ en ‘activiteit’ is belangrijk Rol van het ‘winstoogmerk’
77
Bijlage: CVBA en VZW (2/4) Type samenwerkingsvorm Rechtspersoonlijkheid? Vennoten / leden Min. in te brengen kapitaal (EUR)
Vereniging zonder winstoogmerk (vzw) Vereniging Ja Min. 3 leden N.v.t.
Min. te volstorten (EUR)
N.v.t.
Aandelen Oprichtingsakte Overdracht aandelen
Nee Onderhandse of authentieke akte N.v.t.
Algemene vergadering
AV van leden: Verplicht min. 1x / jaar Raad van bestuur, min. 3 bestuurders Rechtspersoon is aansprakelijk, behoudens uitzonderingen Rechtspersonen-belasting of vennootschaps-belasting BTW-plicht wordt naar de effectieve economische activiteit beoordeeld, onafhankelijk van rechtsvorm
Bestuur Aansprakelijkheid bestuurders Fiscaal regime BTW-plichtig?
Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (cvba) Vennootschap Ja Min. 3 vennoten 18.550 (vaste aandelen) (12.500 indien cvba-so) 6.200 (5.000 indien cvba-so) Ja (op naam) Authentieke akte Aan derden: volgens statuten Onder vennoten: vrij (beperkingen mogelijk in statuten) AV van aandeelhouders: Verplicht min. 1x / jaar Min. 1 bestuurder Beperkt tot inbreng, behoudens uitzonderingen Vennootschaps-belasting BTW-plicht wordt naar de effectieve economische activiteit beoordeeld, onafhankelijk van rechtsvorm
78
Bijlage: CVBA en VZW (3/4)
Mogelijke motieven om te kiezen voor een vzw als rechtsvorm – – – – –
Als uw activiteit slechts een middel is tot een maatschappelijk doel (bvb. tewerkstelling voor personen uit kansengroepen creëren) Als u de gegenereerde middelen volledig binnen de organisatie wenst te behouden Als u geen startkapitaal voorhanden hebt (en bedrijfseconomisch niet nodig hebt) Als u de hoofdelijke aansprakelijkheid van de bestuurders (bij normaal beheer) wenst te reduceren Als u maximaal aanspraak wil maken op (project)subsidies
Mogelijke motieven om te kiezen voor een cvba als rechtsvorm – – –
– – – – – – –
Als u winst wenst te genereren (ook al stelt u een maatschappelijk doel voorop) Als u voldoende startkapitaal kan samenbrengen Als u kapitaal wenst op te bouwen Als u bepaalde aandeelhouders meer stemrecht wenst te geven dan andere Als u winst wenst uit te keren Als u alleen wenst te besturen Als u een ondernemerslogica wenst te installeren bij de bestuurders Als u maximaal aanspraak wil kunnen maken op kredieten Als u vennoten vlot wil laten in- en uittreden (variabele aandelen) Als u de werknemers in de formele besluitvorming wenst te betrekken (variabele aandelen)
79
Bijlage: CVBA en VZW (4/4)
De coöperatieve vennootschap kent 2 toepassingen 1.
Vennootschappen vergelijkbaar met gewone commerciële bedrijven • Keuze voor cvba omwille van grote statutaire vrijheid
2.
Vennootschappen die passen binnen de coöperatieve beweging • Zijn méér dan juridische vennootschapsvorm andere vorm van ondernemen: o Solidariteit tussen de vennoten o Beperkte rentevoet o Breder algemeen doel o Vrije toetreding nieuwe aandeelhouders o Alle vennoten hebben gelijk stemrecht op de Algemene Vergadering van vennoten • Deze vennootschappen kunnen zich laten erkennen o Erkenning aanvragen bij FOD economie o Fiscale voordelen! o Voorbeelden: CERA, REO veiling, Ecopower
80
Bijlage: Bankkrediet (1/2)
Krediet • Op korte termijn o Overbruggingskrediet o Kaskrediet • Op lange termijn o Investeringskrediet o Aanvulling bedrijfskapitaal
Volgende aspecten zijn belangrijk bij een kredietaanvraag –
Bereidt u voor op de volgende vragen • Strategisch o Welke activiteit? o Wat is de strategie van de onderneming? o Wie zijn de concurrenten? o …
81
Bijlage: Bankkrediet (2/2)
Volgende aspecten zijn belangrijk bij een kredietaanvraag –
Bereidt u voor op volgende vragen • Financieel o Terugbetalingscapaciteit? Voldoende cashflow? o Hoe zal het krediet worden terugbetaald? o Hoe realistisch is het businessplan? » Hoe bent u tot deze cijfers gekomen » Wat is het break-even punt o Zijn er voldoende waarborgen? o … • Operationeel o Is het management voldoende competent? (Track record) o Wat als bedrijfsleiding wegvalt? o …
Bouwstenen van een kredietdossier – – –
Businessplan Investerings- en financieringsplan Liquiditeitsplan 82