Betekenis II: Discourse en Pragmatiek Marieke Schouwstra
Inleiding Taalkunde, 23 mei 2013
Lambda’s
I
Vorige keer: directe compositionaliteit mbv lambda termen
I
Vertaal ieder woord met een lambda term
I
Verkrijg mbv beta-reductie (ook wel lambda conversie) een vertaling in predicaatlogica
I
Interpreteer in een model
I
Vorige keer gezien: Lui λx.L(x)
I
Maar hoe vertalen we bijvoorbeeld een woord als ‘alle’?
Lambda’s: Alle studenten dansen Alle studenten dansen NP
VP
Det
N
Alle
studenten
dansen
I
Student: λx.S(x) en Dansen: λx.D(x)
I
Alle?
I
Bedenk het gewenste eindresultaat: ∀x[S(x) → D(x)]
I
λP.λQ.∀x[P(x) → Q(x)]
Lambda’s: Alle studenten dansen Alle studenten dansen ∀x[S(x) → D(x)]
Alle studenten λQ.∀x[S(x) → Q(x)]
Alle λP.λQ.∀x[P(x) → Q(x)]
dansen λz.D(z)
studenten λy.S(y)
(tussenstappen/betareductie uitgewerkt op het whiteboard)
Lambda’s: waar kom je ze verder nog tegen?
I
Semantiek
I
Functioneel programmeren
I
Bewijstheorie
Discourse
Overzicht
I
Vorig college: betekenissen van constituenten en zinnen
I
Vandaag: van op zichzelfstaande zinnen naar gestructureerde groepen zinnen, ofwel discourse
I
Van het perspectief van de hoorder, naar de interactie tussen spreker en hoorder
I
Volgende week: van wat iets betekent naar wat iemand bedoelt
Onderwerpen vandaag
I
Samenhang in discourse (coherentie)
I
Verwijzing in discourse (referentie / anafora)
I
Anafora-resolutie
In het boek
I
Hoofdstuk 21 I I
I
tot en met 21.6 maar niet 21.1
Hoofdstuk 24, sectie 24.1.
If the balloons popped, the sound wouldn’t be able to carry since everything would be too far away from the correct floor. A closed window would also prevent the sound from carrying, since most buildings tend to be well insulated. Since the whole operation depends on a steady flow of electricity, a break in the middle of the wire would
Bransford and Johnson 1972
also cause problems. Of course, the fellow could shout, but the human voice is not loud enough to carry that far. An additional problem is that a string could break on the instrument. Then there could be no accompaniment to the message. It is clear that the best situation would involve less distance. Then there would be fewer potential problems. With face to face contact, the least number of things could go wrong.
If the balloons popped, the sound wouldn’t be able to carry since everything would be too far away from the correct floor. A closed window would also prevent the sound from carrying, since most buildings tend to be well insulated. Since the whole operation depends on a steady flow of electricity, a break in the middle of the wire would also cause problems. Of course, the fellow could shout, but the human voice is not loud enough to carry that far. An additional problem is that a string could break on the instrument. Then there could be no accompaniment to the message. It is clear that the best situation would involve less distance. Then there would be fewer potential problems. With face to face contact, the least number of things could go wrong.
A text... The procedure is actually quite simple. First you arrange things into different groups. Of course, one pile may be sufficient depending on how much there is to do. If you have to go somewhere else, due to lack of facilities that is the next step; otherwise, you are pretty well set. A mistake can be expensive. The manipulation of the appropriate mechanisms should be self-explanatory, however. At first, the whole procedure will seem complicated. Soon, however, it will become just another facet of life. (Bransford and Johnson 1972)
Washing clothes The procedure is actually quite simple. First you arrange things into different groups. Of course, one pile may be sufficient depending on how much there is to do. If you have to go somewhere else, due to lack of facilities that is the next step; otherwise, you are pretty well set. A mistake can be expensive. The manipulation of the appropriate mechanisms should be self-explanatory, however. At first, the whole procedure will seem complicated. Soon, however, it will become just another facet of life. (Bransford and Johnson 1972)
Context
I I
Interpretatie is altijd in context Onderscheid: I I
I
Los-staande betekenis van een zin De betekenis binnen de context waarin de zin zich bevindt
Context-afhankelijkheid (geen betekenis zonder context): I I I
Hij kwam binnen Het is hier koud Mimi is groot
Discourse I I
Discourse: een gestructureerde groep zinnen Niet zomaar een rijtje zinnen: Jan liep het restaurant binnen. Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. Het is 10 uur. Jan liep het restaurant binnen. Hij ging aan een tafeltje bij het raam zitten. Toen de ober kwam vroeg hij om een menukaart.
I
Hoe interacteren zinnen en hun betekenissen met elkaar in een discourse?
I
Antwoord: coherentie (samenhang)
Coherentie in discourse
Coherentie
Jan is er vandaag niet. Hij is met vakantie.
Coherentie
Jan is er vandaag niet. Hij is met vakantie. feit - reden
Coherentie
Jan heeft een iPhone gekocht. Hij is nu voor de rest van de maand blut.
Coherentie
Jan heeft een iPhone gekocht. Hij is nu voor de rest van de maand blut. feit - gevolg
Coherentie
Jan studeert CKI. Dat staat voor cognitieve kunstmatige intelligentie.
Coherentie
Jan studeert CKI. Dat staat voor cognitieve kunstmatige intelligentie. feit - uitleg
Coherentie
Jan heeft een Duitse moeder. Amsterdam is de hoofdstad van Nederland.
Coherentie
Jan heeft een Duitse moeder. Amsterdam is de hoofdstad van Nederland. feit - ???
Relationele Coherentie I
Relationele coherentie ontstaat als er tussen delen van een discourse verbanden gelegd kunnen worden
I
Als er niet zo’n verband gelegd kan worden is de discourse incoherent
I
Om welke delen gaat het? Niet zomaar zinnen: Jan heeft een Duitse moeder en Piet is ziek. Maar segmenten: 1e segment z }| { Jan heeft een Duitse moeder en Piet is ziek} | {z 2e segment
Segmentering
Jan was er niet, maar Piet was er wel. Jan was er niet. Piet was er echter wel. Jan is er niet, want hij is ziek. Jan is er niet. Hij is ziek. Omdat Jan ziek is, is hij er niet.
Taxonomie van coherentie-relaties
I
Veel beschrijvende raamwerken causaal Jan drukte op de knop. Het lampje ging branden. Het lampje brandde. Jan had op de knop gedrukt. parallel Jan heeft een BMW. Piet heeft een Mercedes. Jan gaf Marie een boek. Wim gaf haar een cd. contrast Jan wil op vakantie, maar hij heeft geen geld. etc. Zie sectie 21.2
(Egg & Redeker 2010)
(Egg & Redeker 2010)
Waarom discourse ontleden?
I
De som is meer dan de delen I I I
I
”Piet is ziek” betekent dat Piet ziek is ”Piet is er niet” betekent dat Piet afwezig is ”Piet is er niet. Hij is ziek.” betekent dat Piet afwezig is omdat hij ziek is
Praktische toepassingen: I I I
Informatie-extractie Tekstbegrijpelijkheid Tekstgeneratie
Hoe ken je automatisch coherentierelaties toe?
I
Moeilijk probleem
I
Connectieven: omdat, dus, want, en, maar, etc.
I
Overige discourse markers: toch, bovendien, ook, daardoor, daarentegen, etc.
I
Automatische segmentering: maak gebruik van connectieven en markers
I
Geavanceerde techniek voor waar markeringen ontbreken en waar markeringen ambigu zijn
Verwijzing in discourse
Verwijzing in discourse
I
Samenhang onstaat niet alleen op relationeel vlak
I
Discourse-segmenten bevatten vaak dezelfde ¨ coherentie verwijzingen: referentiele Jan is er niet. Hij zegt dat hij ziek is. Maar volgens mij is hij helemaal niet ziek.
I
Verwijzing in discourse
I
Samenhang onstaat niet alleen op relationeel vlak
I
Discourse-segmenten bevatten vaak dezelfde ¨ coherentie verwijzingen: referentiele Jan is er niet. Hij zegt dat hij ziek is. Maar volgens mij is hij helemaal niet ziek.
I
Verwijzing in discourse
I
Samenhang onstaat niet alleen op relationeel vlak
I
Discourse-segmenten bevatten vaak dezelfde ¨ coherentie verwijzingen: referentiele Jan is er niet. Hij zegt dat hij ziek is. Maar volgens mij is hij helemaal niet ziek.
I
Pronomina: afhankelijk v/d discourse waarin ze voorkomen
Verwijzing I
Typische verwijzende elementen: noun phrases (NPs) / determiner phrases (DPs) De huidige president van de VS Barack Hussein Obama II Een in Columbia en Harvard geschoolde jurist
I
Verwijzing-studies:
— Analytische filosofie (taal — wereld) — Taalkunde (soorten NPs/DPs — soorten verwijzing) — Computertaalkunde (identificatie van verwijzing) — Psycholinguistiek (begrijpen van verwijzing in conversatie)
De lingu¨ıstiek van verwijzing Beschrijvingen (descriptions): indefiniet een, enkele, drie, vijfhonderd, kale meervouden —Functie: het introduceren van entiteiten in de discourse-context die nieuw zijn voor de hoorder definiet de, het —Functie: het verwijzen naar entiteiten die door de hoorder identificeerbaar zijn
In Groot-Brittannie¨ heeft een fan twee tot nu toe onbekende korte verhalen van detectiveschrijfster Agatha Christie ontdekt. John Curran had vrij genomen van zijn werk om alle 73 notitieboekjes van de Britse schijfster door te worstelen. (Bron NRC)
De lingu¨ıstiek van verwijzing Beschrijvingen (descriptions): indefiniet een, enkele, drie, vijfhonderd, kale meervouden —Functie: het introduceren van entiteiten in de discourse-context die nieuw zijn voor de hoorder definiet de, het —Functie: het verwijzen naar entiteiten die door de hoorder identificeerbaar zijn
In Groot-Brittannie¨ heeft een fan twee tot nu toe onbekende korte verhalen van detectiveschrijfster Agatha Christie ontdekt. John Curran had vrij genomen van zijn werk om alle 73 notitieboekjes van de Britse schijfster door te worstelen. (Bron NRC)
De lingu¨ıstiek van verwijzing Eigennamen Jan, Piet, Amsterdam, TomTom etc. —Functie: een beetje als definiete beschrijvingen; de hoorder kan met de naam de referent identificeren Pronomina zij, hij, zijn, haar, hun, het etc. —Functie: het verwijzen naar een entiteit die een hoge mate van activiteit in de discourse-context heeft In Groot-Brittannie¨ heeft een fan twee tot nu toe onbekende korte verhalen van detectiveschrijfster Agatha Christie ontdekt. John Curran had vrij genomen van zijn werk om alle 73 notitieboekjes van de Britse schijfster door te worstelen. (Bron NRC)
De lingu¨ıstiek van verwijzing Eigennamen Jan, Piet, Amsterdam, TomTom etc. —Functie: een beetje als definiete beschrijvingen; de hoorder kan met de naam de referent identificeren Pronomina zij, hij, zijn, haar, hun, het etc. —Functie: het verwijzen naar een entiteit die een hoge mate van activiteit in de discourse-context heeft In Groot-Brittannie¨ heeft een fan twee tot nu toe onbekende korte verhalen van detectiveschrijfster Agatha Christie ontdekt. John Curran had vrij genomen van zijn werk om alle 73 notitieboekjes van de Britse schijfster door te worstelen. (Bron NRC)
De lingu¨ıstiek van verwijzing
Demonstratieven deze, die, dit, dat —Functie: verwijzen naar relatief gemakkelijk identificeerbare entiteiten (uit de discourse-context, dan wel de ruimtelijke context)
proximal: distal:
deze / dit die / dat
Demonstratieven — voorbeeld Twee jongens uit Utrecht zijn maandag 20 april aangehouden met een kinderwagen vol gestolen spullen. Een surveillerende motoragent zag rond 16.30 uur twee jongens op de Leijenseweg achter een kinderwagen lopen. Toen zij de agent zagen, gingen de jongens ervandoor en lieten de kinderwagen op straat achter. De agent vertrouwde de situatie niet en kon uiteindelijk de jongens (15 en 17 jaar) op de Prins Hendriklaan aanhouden. In de achtergelaten kinderwagen hadden de verdachten een flatscreen tv en computerscherm verstopt. [...] Na onderzoek naar de herkomst van de goederen bleek dat deze waren gestolen uit een woning aan de Prins Hendriklaan. De bewoner van deze woning had die maandag direct aangifte van inbraak gedaan.
Meer demonstratieven
dicht bij spreker: dicht bij hoorder: ver van beiden:
iya´ ´ itan ´ iman
“Ik zie dit/dat kind ”: dichtbij: tussenvorm: veraf:
(Pangasinan, Filipijnen)
(Servisch) Vidim ovo dete Vidim to dete Vidim ono dete
Anafora
Anafora I
Anafora: verwijzing naar een eerder besproken referent
I
De NP die de eerdere verwijzing deed: antecedent
I
Een NP is anaforisch als het terugverwijst
I
Definiete beschrijvingen, pronomina en demonstratieven zijn typisch anaforisch
I
Indefinieten zijn typisch niet-anaforisch
(a)
Marie heeft een nieuwe vriend. Hij heet Jan.
(b)
Dit is Jan. Marie heeft een nieuwe vriend.
De pragmatiek van verwijzing I
Verwijzende NPs vormen een hierarchie (bijv. de givenness-hierarchie)
I
Hoe korter de vorm en hoe minder eigen semantiek de vorm heeft, hoe beter deze geschikt is voor verwijzing naar referenten die prominent zijn in de discourse
I
Hoe langer de vorm en hoe meer eigen semantiek de vorm heeft, hoe beter deze geschikt is voor verwijzing naar nog onbekende referenten
I
definieten > indefinieten
hij > Piet > de/die man > de/die man die om de hoek woont > een man
Beschrijvingen Clark & Wilkes-Gibbs 1986
Beschrijvingen Clark & Wilkes-Gibbs 1986
1. All right the next one looks like a person who’s ice skating, except they’re sticking two arms out in front 2. Um, the next one’s the person ice skating that has two arms 3. The third one is the person ice skating, with two arms 4. The next one’s the ice skater 5. The fourth one’s the ice skater 6. The ice skater
Vormen van anafora I
Co-referentie: antecedent en anaforische NP identificeren precies dezelfde referent Jan is er niet. Hij is ziek. Jan is er niet. Die idioot is weer eens ziek.
I
Bridging: antecedent en anaforische NP zijn door inferentie aan elkaar gerelateerd Jan heeft net een huis gekocht. Het is in goede staat, maar de keuken moet nodig vernieuwd worden. Jan’s auto is kapot. #Ze zijn alle vier lek.
Anafora-resolutie
I
¨ Anafora-resolutie: het identificeren van referentiele verbanden binnen een discourse-context
I
Psychologisch: Hoe identificeren mensen de referenten van anaforische NPs? I
I
NB: anafora-resolutie is heel erg gemakkelijk voor mensen
Computationeel: Hoe kunnen we anaforische relaties automatisch identificeren? I
NB: anafora-resolutie is heel erg moeilijk voor computers
Factoren bij anafora-resolutie
I
Congruentie: vooral geslacht Jan vroeg Marie om advies. Zij. . .
I
Salience: de mate van activiteit van een referent I I I I
Recentheid: hoe recenter, hoe meer salience Gramm. rol: onderwerp > lijdend vw > meewerkend vw Veelvuldige referentie (Zie sectie 21.5.2 voor meer)
Algoritmes anafora-resolutie
— (Het Hobbs-algoritme: zelf lezen) — Centering Theory I Elke discourse-segment (U): e ´ en ´ backward-looking center ´ of meer forward-looking centers en e´ en I
I I
Cf (U): een lijst van entiteiten genoemd in U waar mogelijk in de toekomst naar verwezen wordt, geordend naar grammaticale rol Cp (U): de preferred center; het hoogste element in Cf (U) Cb (U): de huidige focus van de discourse; de Cp van het vorige segment
Voorbeeld van centering
Jan gaf Marie een bal. Zij gooide de bal naar hem terug. Daarna liep ze weg.
Cp
Cf j b m
Cp Cb
Cf m b j
Cp = Cb
Cf m
Centering theory: transities
Cb (Un+1 ) = Cp (Un+1 ) Cb (Un+1 ) 6= Cp (Un+1 )
Cb (Un+1 ) = Cb (Un ) of geen Cb (Un ) Continue Retain
Cb (Un+1 ) 6= Cb (Un ) Smooth shift Rough shift
Voorkeuren: ´ van de forward-looking centers van de Rule-1 Als e´ en vorige uiting gerealiseerd is door een voornaamwoord, dan ook de huidige backward looking center Rule-2 Continue > Retain > Smooth-shift > Rough-shift
Centering theory
(ter illustratie voorbeeld uit boek uitgewerkt op whiteboard)
Aanvankelijk reed Lance Armstrongi als enige uit de US Postalploeg in een groepje dat de achtervolging op Virenquej en zijnj medevluchters had ingezet. In zijni gezelschap Joseba Belokik , Igor Gonzalez de Galdeanol en Jose´ Azevedom van ONCE. In zijn eentje deklasseerde Armstrongi de drie Spanjaarden{k,l,m} . Toen hiji zich van Belokik ontdeed, ging Armstrongi er zo snel vandoor dat het leek alsof de Baskk stilstond. (Uit: Bouma 2002. Bron: NRC)
Conclusie: wereldkennis helpt!
Opsomming: Betekenis
I
Semantische representaties: predikaat-logika, modellen
I
Compositionaliteit: lambda’s Discourse en betekenis
I
I I I
Relationele Coherentie Verwijzing en anafora(-resolutie) Spreker/Hoorder-interactie: volgende week