Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Inleiding Bestuursverslag en jaarrekening vormen samen de openbare verantwoording van de Nederlandse Adoptie Stichting (NAS) over het afgelopen jaar. Doel van het verslag is om aan de cliënten van de NAS, maar ook aan andere belangstellenden en belanghebbenden te laten zien wat de organisatie in 2013 heeft gedaan. Ook de uitgangspunten van de NAS en de financiële verantwoording vallen daar onder. Algemene informatie over de NAS Kernactiviteit De Nederlandse Adoptie Stichting is vergunninghouder in de zin van de Wet Opneming Buitenlandse Kinderen ter Adoptie (WOBKA) en heeft vergunning om te mogen bemiddelen in interlandelijke adoptie zoals in de wet bedoeld. Missie De Nederlandse Adoptie Stichting wil bemiddelen in interlandelijke adoptie, alleen wanneer deze adoptie het beste belang van het kind dient en voor het kind in het land van herkomst binnen acceptabele termijn geen alternatieven voor internationale adoptie aanwezig zijn. De NAS beschouwt als enige alternatieven voor interlandelijke adoptie primair opvoeding door de biologische ouders of de extended family, secundair adoptie in het land van herkomst. Opgroeien in een pleeggezin of kindertehuis beschouwt de NAS principieel niet als alternatief voor interlandelijke adoptie. De NAS voert haar beleid uit met inachtneming van het ‘subsidiariteitsbeginsel’. Dit beleid wordt onderschreven door het Permanent Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
Bureau van het Haags verdrag die in de Guide to good practice een nadere uitleg geeft aan het beginsel subsidiariteit. Daarin is een hiërarchie aangegeven in alternatieven voor het opgroeien bij de biologisch eigen ouders. Het beleid van de NAS is ingericht volgens de volgorde van maatregelen zoals het Permanent Bureau aangeeft. Daarnaast wil de NAS geadopteerden alsmede adoptieouders gedurende de procedure bijstaan, voor zover deze bijstand zich laat verenigen met de missie en mogelijkheden van de NAS. De NAS kiest er bewust voor om als bemiddelingsorganisatie in interlandelijke adoptie geen humanitaire projecten te ondersteunen. Op deze wijze willen wij voorkomen dat een kind via ons ter adoptie wordt gegund in ruil voor verleende financiële ondersteuning. Ook in 2013 hebben wij in onze contacten met de buitenlandse partners gemerkt dat het scheiden van deze twee werkvelden bijdraagt aan een ethisch verantwoorde adoptiepraktijk. Juridische structuur Volgens de WOBKA heeft een organisatie voor adoptiebemiddeling de keus uit twee mogelijke juridische structuren: een vereniging of een Stichting. De NAS heeft bij de oprichting gekozen voor de stichting als onze organisatie structuur. Binnen onze stichting kennen we een Raad van Toezicht en een Bureau waarbinnen de werkzaamheden worden uitgevoerd. Voor de dagelijkse gang van zaken ligt de eindverantwoordelijkheid bij de directeur/bestuurder en de plaatsvervangend directeur/bestuurder. De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op de organisatie. De Raad van Toezicht bestaat eind 2013 uit 4 leden; per ultimo 2013 zijn er twee vacatures gesteld voor uitbreiding van de Raad. In ieder geval één van deze vacatures zal begin 2014 worden ingevuld.
pagina 1
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Eind 2013 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden: De heer Mr. P. Baur, voorzitter Mevrouw B. Elzinga De heer A. Rieks De heer Mr. R. van Rijssen Al sinds de oprichting van de NAS is tenminste één lid van de Raad van Toezicht (voorheen van het bestuur) een als kind geadopteerde volwassene. Op dit moment hebben twee van de leden deze achtergrond. Hiermee geeft de NAS een belangrijke stem aan volwassen geadopteerden binnen de organisatie. Na de wijziging in organisatievorm eind 2012, van een Stichting met een Bestuur naar een Stichting met een Directeur/bestuurder en een Raad van Toezicht, heeft de organisatie in 2013 geen verdere organisatorische veranderingen ondergaan. De personele bezetting van het Bureau bedroeg 4,5 FTE per eind 2013, ingevuld met 6 medewerkers. Voor 2014 is uitbreiding van Team NAS voorzien.
mondiale en nationale beeld dat in media wordt gegeven over het dalend aantal adoptabele kinderen. De NAS ziet voor de algemene daling in plaatsingen en aspirant adoptief ouders van de afgelopen jaren een aantal oorzaken. Twee in het oog springende zijn: o De economische crisis o Toename van het aantal landen dat procedures wijzigt onder invloed van het Haags verdrag. Hierdoor duurt het langer voordat kinderen adoptabel worden verklaard en zijn de kosten voor de zendende landen relatief hoog. De NAS vraagt aandacht voor deze problematiek. Plaatsingen naar herkomstland Aantal kinderen per land, onderverdeeld naar geslacht:
Bolivia Haiti Hongarije
aantal kinderen 11 7 7
aantal jongens 4 4 3
aantal meisjes 7 3 4
Nicaragua Portugal Sri Lanka Turkije
16 1 1 1
10
6 1
V.S.
1
Totaal
45
Land
1 1 1 22
23
Aantal kinderen per land, onderverdeel naar leeftijd op moment van aankomst in Nederland: Land Kindertehuis Nicaragua – foto familie van Meel
Plaatsingen 2013 In 2013 heeft de NAS 45 plaatsingen kunnen realiseren. Dit is een stijging met 28,5% ten opzichte van 2012. Voor 2014 wordt opnieuw een stijging in het aantal plaatsingen verwacht. Deze stijging is in tegenstelling tot het Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
Bolivia Haiti Hongarije Nicaragua Portugal Sri Lanka Turkije V.S. Totaal
0–2
8 1
2–4
4–6
6–8
>8
4 2 2 2
5 4 5 2
1 1
1
16
6
4
1 1 1 10
12
1 pagina 2
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Special needs Opvallend is dat het aantal plaatsingen van kinderen met een special needs achtergrond in 2013 is gedaald ten opzichte van het jaar daarvoor. Vanuit alle contacten werden in 2013 25 kinderen met een special need geplaatst (56%). In 2012 ging het nog op 63% van de kinderen. Ook in de zwaarte van special needs zien wij in het afgelopen jaar geen opvallende wijzigingen. Deze trend lijkt zich verder door te zetten en is tegenstrijdig met berichten in diverse media over toename en verzwaring van de special needs achtergrond van geadopteerde kinderen. De NAS herkent deze berichten niet en ziet in de eigen organisatie een duidelijke andere trend. De meest voorkomende special need valt onder de categorie “medisch risico”. Hierbij gaat het om kinderen bij wie hun achtergrond een mogelijk medisch risico voor de toekomst kan vormen. Bij voorbeeld door blootstelling aan toxische stoffen tijdens de zwangerschap, ondervoeding of aandoeningen bij de biologische ouders waarbij een erfelijke component niet kan worden uitgesloten. Bij een medisch risico is dus geen sprake van een aantoonbaar aanwezige aandoening, maar van het risico op het ontwikkelen van een (medische) aandoening. De verwachting is dat de groep kinderen met een medisch risico in de toekomst zal toenemen vanwege het feit dat de achtergrond van kinderen beter in kaart wordt gebracht en dus op het moment van matching bekend is.
Voor Portugal werd eind 2012 de accreditatie aangevraagd, deze is uiteindelijk in het najaar van 2013 verleend. Inmiddels is nog in 2013 de eerste plaatsing vanuit dit land gedaan. Over Zuid Afrika is net als in het jaar ervoor, in 2013 veel te doen geweest. Een belangen-groep van aspirant adoptieouders, Ek Sien Jou, heeft zowel in Nederland als in Zuid Afrika aandacht gevraagd Zuid Afrika - foto M. Hupkes voor de positie van aspirant adoptieouders die in het bestaande samenwerkingsverband tussen beide landen werd uitgesloten van adoptie. Met succes heeft Ek Sien Jou dit onderwerp op de politieke agenda gekregen. Mede als gevolg hiervan hebben de Parlementen in de beide landen hun steun uitgesproken voor het working agreement tussen de NAS en Wandisa™ uit Zuid Afrika. Dit heeft er toe geleid dat in oktober 2013 de Zuid Afrikaanse Centrale autoriteit heeft ingestemd met de beoogde samenwerking. Voorzien wordt dat in 2014 de eerste kinderen via de NAS geplaatst zullen worden. Zowel de NAS als de andere Nederlandse vergunninghouder die actief is in Zuid Afrika, hebben uitgesproken met elkaar te willen samenwerken om de belangen van de betrokken kinderen te dienen. Dit wordt ook door de Zuid Afrikaanse partner van de NAS onderschreven.
Gevoerd beleid 2013 In 2013 heeft de NAS de focus verlegd van de pas op de plaats naar groei van de organisatie. Dit heeft geresulteerd in het openstellen van twee nieuwe contactlanden: Portugal en Zuid Afrika.
Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
De verlenging van de accreditatie voor Bolivia werd ook in 2013 nog niet verkregen. De Boliviaanse CA heeft de aanvraag van 9 organisaties, waaronder de NAS, nu wel eindelijk in behandeling genomen. Door 22 organisaties werd in Bolivia accreditatie aangevraagd.
pagina 3
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Werkbezoeken werden in 2013 afgelegd naar Tsjechië, Portugal en Zuid Afrika, allen in het kader van contactontwikkeling of invulling van details in de opstartfase. De contactpersoon Bolivia van de NAS heeft Nederland bezocht in 2013. Voor 2014 worden werkbezoeken voorzien zowel voor het onderhoud van contacten als ter ondersteuning van nieuwe contactontwikkelingen. Er zijn 54 intakes met cliënten gehouden, waarbij de procedure voor een contact kon worden opgestart. Vergunning De vergunning van de NAS loopt voor de normale periode van 5 jaar van december 2010 tot en met december 2015. Er zijn geen bijzonderheden te melden ten aanzien van de vergunning. Contacten met Ketenpartners en leveranciers De accountgesprekken met het Ministerie van Veiligheid en Justitie zijn vervangen door periodieke gesprekken met de verschillende ambtenaren van de Centrale Autoriteit internationale kinderaangelegenheden. Met de ketenpartners werd ook in 2013 periodiek overleg gevoerd. Ketenpartners zijn alle organisaties, zowel privaat als publiek, die betrokken zijn bij het proces van internationale adoptie. Op dit moment betreffen het Ministerie van Veiligheid en Justitie, onze collega vergunninghouders, de Stichting Adoptievoorzieningen en de beleidsafdeling van de Raad voor de Kinderbescherming. Bij behandeling van specifieke onderwerpen kan het ketenoverleg worden uitgebreid met andere organisaties, zoals bijvoorbeeld het Ministerie van VWS. De NAS onderhoudt regelmatig contact met leveranciers, zeker zij die betrokken zijn in de dienstverlening voor cliënten van de NAS. In Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
de enquête die aan cliënten wordt toegestuurd in het kader van kwaliteitsbewaking, wordt naar de ervaringen gevraagd met deze partners in het ASP. Ook in 2013 geven cliënten in het algemeen een positieve beoordeling over de ASP leveranciers van de NAS. Daar waar aandachtspunten werden aangegeven, werden deze besproken met de betrokken ASP leverancier(s). Kwaliteit van de dienstverlening In 2013 is één interne en één externe audit uitgevoerd. Ook in 2013 was de externe auditor positief over het gevoerde kwaliteitsmanagement van de NAS, slechts 1 observatie werd gegeven bij de externe audit. Afgelopen jaar is speciale aandacht gegeven aan het proces van bemiddeling. De auditor beoordeeld het gevoerde kwaliteitsbeleid van de NAS als zeer goed. In het auditrapport werd dit als o.a. volgt beschreven : “De ingezette verbetering van het proactief benaderen van cliënten levert aandachtspunten/ verbeterpunten op. Veelal aandachtspunten gericht op verwachtingen van de cliënt.” Bij de interne audits is aandacht gegeven aan het helder beschrijven van de praktijk in de procedures. Met de uitstekend verlopen audits wordt bevestigd dat het kwaliteitsbeleid van de NAS consistent is en continue verbetering laat zien. Ook in 2013 heeft de NAS enquêtes naar cliënten in procedure toegestuurd. Een eerste enquête wordt toegestuurd na intake wanneer het ouderdossier naar het buitenlandse contact wordt toegestuurd, de tweede enquête na thuiskomst van de adoptiereis. Vanuit de enquêtes kan worden geconcludeerd dat cliënten tevreden zijn over de dienstverlening van de NAS. In deel 1 van de enquête geven cliënten in 2013 een algemene waardering over de dienstverlening van de NAS van 8,6 (op een schaal van 1 t/m 10), ten opzichte van 8,4 over 2012.
pagina 4
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Op deel 2 van de enquête is de waardering over de NAS 8,2 in 2013, gelijk aan het resultaat van 2012. De subvragen geven een ondersteunend beeld, zowel wat betreft de dienstverlening van de NAS als de externe partners van de NAS. Het respons percentage op de enquêtes is rond de 70%. Structureel worden cliënten na thuiskomst door de NAS telefonisch benaderd. Het eerste contactmoment is in de week na thuiskomst met het kind. Doel is om snel te kunnen anticiperen op gebeurtenissen in het gezin, zowel op opvoedkundig als op administratief gebied. Gemiddeld 3 maanden na thuiskomst van de adoptiereis worden thuiskomst interviews gehouden. Dit levert een terugkoppeling op van informatie en ervaringen voorafgaand, tijdens en na het reizen en details inzake procedures in het zendende land. De NAS gebruikt deze informatie mede ter ondersteuning van de afstemming met de contactpersonen in het buitenland om zo tot kwaliteitsverbetering te komen. Klachten In 2013 zijn drie klachten van cliënten direct bij de NAS in behandeling genomen. Eén klacht ging over onvoldoende adequate respons op vragen die per e-mail werden gesteld. In het specifieke geval van de klager heeft de NAS geconstateerd dat deze klacht gegrond was. Hierop is beoordeeld hoe communicatie met cliënten steviger in de procedures van de NAS kan worden gevat. Een tweede klacht werd ontvangen van cliënten die bemiddeling bij een specifiek contact in een land eisten, terwijl het land in de dagen rondom de intake die met cliënten werd gehouden de procedures aanscherpte waardoor bemiddeling bij een specifiek contact niet meer gegarandeerd kon worden. Een bijzonder ongelukkige samenloop van omstandigheden die naar oordeel van de NAS niet te verwijten viel aan onze organisatie, maar gevolg was van de gewijzigde Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
procedures in het buitenland. De klacht werd afgewezen. Een derde klacht werd ontvangen door cliënten die restitutie eisten van door hen betaalde termijnen nadat de adoptieprocedure door cliënten werd beëindigd. Deze klacht is in overeenstemming met de bepalingen over restitutie uit algemene voorwaarden van de NAS afgewezen. Nazorg Ook in 2013 is veel aandacht gegeven aan de postadoptie rapporten er werd over het algemeen door cliënten goed en tijdig gehoor gegeven aan het aanleveren van deze rapporten. Als gevolg van de positieve ervaringen met het inzetten van thuiskomst interviews in 2012 werd ook in 2013 gewerkt met deze gesprekken. In de contacten na de adoptiereis werd door de NAS een telefonisch onderhoud in de eerste week na thuiskomst toegevoegd. Het is gebleken dat veel cliënten kort na thuiskomst praktische vragen hebben over de administratie rondom hun adoptie, de inschrijving bij de gemeente, verzekering en andere instanties. De medewerkers van de NAS kunnen hierin meedenken met de cliënten en ook in voorkomende gevallen met raad en daad bijstaan. Ook wordt het door cliënten op prijs gesteld om laagdrempelig vragen over opvoeding en ingroei te kunnen stellen. In samenwerking met de Stichting Adoptievoorzieningen werd een bijeenkomst georganiseerd voor een specifieke groep aspirant adoptieouders. Deze samenwerking is beide partijen goed bevallen en werd ook door de NAS cliënten op prijs gesteld. Het ging hierbij om een thema avond voor cliënten in procedure voor Haiti. Indien zich in de toekomst weer een specifieke voorlichtingssituatie voordoet, zullen we zeker vervolg geven aan deze samenwerking. Na jarenlang achter de schermen de belangen van adoptieouders te hebben verdedigd bij
pagina 5
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
zorgverzekeraars, heeft de NAS in het afgelopen jaar voor het eerst in het openbaar een lobby gevoerd in een dispuut van cliënten met een grote zorgverzekeraar. De organisatie die bestaat uit met meerdere werkmaatschappijen, voerde per bedrijfsonderdeel een verschillend beleid ten aanzien van het inschrijven van geadopteerde kinderen. Beleid dat in sommige gevallen in strijd was met de wet. Na de openbare actie van de NAS heeft de moedermaatschappij toegezegd de instructie aan de verschillende werkmaatschappijen aan te scherpen waarmee adoptiekinderen niet meer van verzekering zouden worden uitgesloten. Wij blijven dit onderwerp volgen.
Tweemaal per jaar maakt de NAS intern een tussentijdse verlies en winstrekening en balans op, waardoor gedurende het jaar nog kan worden bijgestuurd op het jaarplan.
Financieel beheer De jaarrekening 2013 geeft aan een totale opbrengst uit de bemiddelingen (baten) van € 1.155.882,= en een toevoeging van het eigen vermogen van € 60.294,=. De toevoeging van het eigen vermogen zal grotendeels gebruikt worden voor de continuïteitsreserve. Daarnaast wordt een deel (€ 15.000,=) gereserveerd voor het 15 jarig bestaan van de NAS dat in 2015 gevierd zal worden.
de Facebook pagina van de NAS
De NAS heeft de middellange termijn doelstelling om de continuïteitsreserve in omvang toe te brengen naar het niveau dat gedurende tenminste 1 jaar de vaste lasten van de organisatie gedekt kunnen worden. Investeringen In 2013 zijn door onze organisatie geen belangrijke investeringen gedaan. Financiële administratie De financiële administratie is in 2013 door de NAS zelf uitgevoerd met externe ondersteuning bij de boekhoudkundige afsluiting van het kalenderjaar. Accountantskantoor Flynth heeft de samenstellingsverklaring over de jaarrekening 2013 afgegeven. Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
Communicatie
Eind 2012 heeft de NAS op Facebook een pagina aangemaakt. Hiermee hopen wij tegemoet te komen aan de wens van cliënten om geïnformeerd te worden over de dagelijkse gang van zaken bij onze organisatie. De huidige website van de NAS leent zich hier minder goed voor. In 2013 hebben we geëxperimenteerd met het delen van nieuws en nieuwtjes via Facebook. Door zowel (oud) cliënten als aspirant cliënten wordt dit gewaardeerd. Voor 2014 wordt voorzien dat een eerste aanzet wordt gemaakt voor een nieuwe website. In 2013 is gestart met het versturen van digitale brochures. Dit blijkt in een behoefte te voorzien. Er zijn vooralsnog 2 folders beschikbaar: Kennismaken met de NAS en Bemiddeling via de NAS. Ten behoeve van het Open Huis is ook een verkorte versie van deze twee folders gemaakt. In 2014 zal voor meerdere fases van de procedure informatie materiaal worden geschreven.
pagina 6
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Contactlanden Bolivia Voor Bolivia geldt dat de accreditatie die in december 2004 voor 5 jaar aan de NAS werd afgegeven, al geruime tijd is verlopen. In september 2013 ontvingen we het bericht dat de Boliviaanse Centrale autoriteit eindelijk het verzoek van de NAS voor verlenging van de accreditatie in behandeling heeft genomen. Van de 21 organisaties die een verlengingsverzoek hadden ingediend zijn er slechts 9 in behandeling bij de autoriteiten, waaronder die van de NAS. Wanneer de accreditatie wordt ontvangen kan de NAS starten met de hervatting van intakes en opsturen van nieuwe ouderdossiers. Ghana In 2013 werd het adoptiecontact door de Ghanese autoriteiten opgeschort zodat men zich kon richten op het actualiseren van de wetgeving, het verbeteren van het proces en aansluiting bij het Haags Adoptieverdrag. De NAS is positief gestemd over dit besluit van de Ghanese autoriteiten. Het land bleek gevoelig voor corruptie en onethische praktijken door buitenlandse adoptiebureaus. door formeel het contact stil te leggen hebben de Ghanese autoriteiten ruimte geschapen om tot verbeteringen te straatbeeld Accra - foto M. Hupkes komen. Haiti Na de voorzichtige herstart in 2012 was er in 2013 nog steeds sprake van een proeftraject en dus van intensieve samenwerking met het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Door de Haïtiaanse autoriteiten is hard gewerkt aan verbetering van het proces. Dit heeft er toe geleid dat, behalve een aanscherping van procedures, er een nieuwe wet is Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
aangenomen. De wijzigingen in procedures dragen bij aan een toename in de kwaliteit van de bemiddelingen. Wel merken we dat de doorlooptijd tot goedgekeurde match langer is. Daarentegen is in de nieuwe procedure de wachttijd tussen voorstel en afreizen om het kind op te halen over het geheel genomen aanzienlijk ingekort.
Haïtiaans bezoek in Den Haag v.l.n.r. dhr. A. Guillaume (IBESR), mw A. Villedrouin (IBESR), mw M. Hupkes (NAS), dhr. Raymond (rechter) en dhr. A. Schouten (NAS).
De NAS heeft de eerstverantwoordelijken van de IBESR van Haiti in Den Haag kunnen.ontmoeten tijdens een bijeenkomst tussen IBESR, NAS en Ministerie van Veiligheid en Justitie. Hongarije Ook afgelopen jaar liep het contact Hongarije zoals verwacht mag worden. Door geen wachtlijst aan te houden tot intake, hebben vorig jaar iets meer cliënten een procedure voor Hongarije op kunnen starten. Dit heeft geleid tot een iets langere wachttijd tot voorstel. Mongolië Ook in 2013 heeft de Mongoolse Centrale autoriteit zich vooral gericht op de interne organisatie. Aan het eind van het jaar is door de Mongoolse Centrale autoriteit gevraagd om financiering door de NAS van een reis naar Nederland om de Mongoolse kinderen die in Nederland zijn geadopteerd te kunnen bezoeken. Dit verzoek is door de NAS afgewezen omdat er een verband werd gelegd tussen het doen van nieuwe voorstellen en deze reis. In 2014 zal worden beoordeeld op pagina 7
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
welke manier we verder met dit contactland kunnen samenwerken. Namibië Dit contactland was in 2013 opgeschort. Er is geen zicht op spoedige beëindiging van de opschorting. Nicaragua Dit contactland is ook in het afgelopen jaar een stabiele en plezierige partner van de NAS gebleken. De samenwerking met onze vertegenwoordiger verloopt uitstekend en dit is te zien in de wijze waarop we straatbeeld Nicaragua - foto M. Hupkes steeds vaker het vertrouwen van de autoriteiten krijgen om bijzondere plaatsingen te realiseren. Er wordt nog steeds gewacht op een nieuwe wet waarbij de adoptie mogelijkheid door alleenstaande vrouwen naar verwachting wordt beëindigd. Voor 2014 wordt een regulier werkbezoek aan het contact gepland. Panama Ook in 2013 was er helaas geen zicht op herstart van dit contactland. Portugal Dit contact werd in 2013 opgestart en een eerste plaatsing werd gerealiseerd. Tijdens de opstartfase werd kindertehuis Lissabon - foto M. Hupkes een werkbezoek gebracht aan de Portugese Centrale autoriteit en onze vrouw ter plaatse.
Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
Sri Lanka In 2013 is de opschorting door de autoriteiten beëindigd en heeft de NAS een eerste kind uit dit land weer kunnen plaatsen. Voor 2014 zullen we moeten zien wat de structurele werkwijze gaat worden vanuit Sri Lanka. Turkije Er is in 2013 een eerste plaatsing gerealiseerd vanuit Turkije. Verenigde Staten – Full Circle Adoptions (FCA) Ook in 2013 kende het contact FCA kent een status quo, er waren geen matchingen vanuit dit contact. Na counseling van birthparents kozen afstandsouders voor plaatsing van hun kind in de VS. Verenigde Staten – Premier Adoption Agency In het opstartjaar werd één kind via dit contact geplaatst. Ook hier geldt dat afstandsouders na counseling veelal voor plaatsing in de VS kiezen. Zambia Het contactland Zambia is door de NAS ook in 2013 opgeschort, er is vooralsnog geen zich op hervatten van de adopties. Zuid Afrika Eind 2013 werd dit contactland opgestart en werden de eerste intakes gedaan. Tijdens de opstartfase werd een werkbezoek gebracht aan Zuid Afrika. Daarbij werden het kantoor van Wandisa, de Zuid Afrikaanse shadow Minister van Sociale zaken en een aantal kindertehuizen bezocht. Plaatsingen worden vanaf 2014 voorzien. Contact ontwikkelingen De NAS blijft accent leggen op contact ontwikkeling naast beheer van de lopende contacten. In 2013 heeft dit geleid tot nadere stappen inzake een aantal mogelijke nieuwe contacten.
pagina 8
Bestuursverslag 2013 5 april 2014
Trends De terugloop van het aantal aspirant adoptieouders heeft zich in 2013 voortgezet. In de beoordeling van de voorliggende situatie, kan worden geconstateerd dat er een aantal belangrijke oorzaken zijn voor deze terugloop, dit zijn bijvoorbeeld: De economische crisis, sinds de jaren 70 is het in statistieken goed zichtbaar dat de golfbeweging in de economie wordt gevolgd door een golfbeweging in het aantal adopties. Toegenomen mogelijkheden voor surrogate parentage zoals draagmoederschap, eicel en/of zaadcel donatie. De NAS stelt vast dat er sprake is van volledige afwezigheid van wetgeving op dit gebied en hierover maken wij maken ons grote zorgen. Wij vrezen dat voor deze groep kinderen over 20 jaar geconstateerd zal worden dat zij dezelfde afstammingsen identiteitsvragen hebben als geadopteerden vanaf midden jaren 80. Het Permanent Bureau van het Haags verdrag is gestart met een project om de surrogate parentage, maar wetgeving op Europees en mondiaal niveau is noodzakelijk. Negatieve publiciteit over adoptie schrikt aspirant ouders af. Er zijn vele mooie verhalen te vertellen, maar helaas komen de negatieve verhalen in de publiciteit.
plaatsingen als in intakes. De keuze die aspirant adoptief ouders kunnen maken ten aanzien van adoptiecontacten spreekt aan, de NAS is in staat om diverse doelgroepen ouders te kunnen bemiddelen. Met de openstelling van Portugal en Zuid Afrika zijn er twee volwaardige contacten bij gekomen waar ook paren van gelijk geslacht of alleenstaanden een geslaagde bemiddeling kunnen afronden. Nu voor 2014 een duidelijke stijging in het aantal bemiddelingen wordt verwacht, in combinatie met een aantal stabiele contacten, worden enkele investeringen voorzien in 2014. Het gaat hierbij om verbeteringen aan ons computer systeem en om vernieuwing van de website. Ook is personeelsuitbreiding voorzien. Oudewater, 5 april 2014
Ook afgelopen jaar hebben we meermaals kinderen niet kunnen plaatsen als gevolg van een tekort aan aspirant adoptief ouders. Beleidsvooruitzicht 2014 Het aantal intakes is in 2013 op niveau gebleven met 2012. Voor 2014 wordt een duidelijke stijging verwacht, zowel in Bestuursverslag 2013 – 5 april 2014
Team NAS in 2013: v.l.n.r. Jeannon Spoorenberg, Marja Geerdes, Arnold Schouten, Vivian van Ginneken, Hildie van den Berg en Macky Hupkes – foto Francina Molenaar Fotografie
pagina 9