BESTUURSOVEREENKOMST Limburg
Toezicht majeure risicobedrijven 2012-2016
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 1 van 9
Samenwerkingsovereenkomst tussen de Limburgse overheden betreffende het toezicht op arbo, milieu, water en veiligheidswetgeving bij majeure risicobedrijven in Limburg
DE PARTIJEN:
Gedeputeerde Staten van Limburg,
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Heerlen;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leudal;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roerdalen;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Roermond
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Sittard-Geleen;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Stein;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venlo
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Venray;
Burgemeester en Wethouders van de gemeente Weert;
Veiligheidsregio Limburg Noord;
Veiligheidsregio Zuid Limburg;
Waterschap Roer en Overmaas;
Waterschap Peel en Maasvallei;
OVERWEGENDE DAT: A. het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 (Brzo ‘99), aan de betrokken Wabo-bevoegde
B.
C.
gezagen, in samenspraak met de Arbeidsinspectie, Burgemeester en Wethouders van de gemeente en de Veiligheidsregio’s waarin de inrichting is gelegen, de verplichting oplegt een gezamenlijk toezichtprogramma vast te stellen, dat een planmatig en systematisch onderzoek van de gebruikte systemen van technische, organisatorische en bedrijfskundige aard borgt (1 loket-gedachte); partijen zich, tezamen met alle andere betrokken overheden in Noord-Brabant en Zeeland, verantwoordelijk voelen voor de opstelling van één toezichtprogramma, dat voortvloeit uit het “Eindbeeld BRZO-VT Chemie”, de oplegnotitie voor het Bestuurlijk Overleg van 1 september 2010 (notitie “Doorontwikkeling toezicht majeure risicobedrijven”) én de oplegnotitie voor het Bestuurlijk overleg van 26 januari 2011 (Notitie “Jaarprogramma LAT RB 2011”); partijen zich verantwoordelijk voelen voor het realiseren van een gemeenschappelijke werkwijze in regio Zuid (Limburg, Noord-Brabant en Zeeland), alsmede het hanteren van gelijkluidende uitgangspunten in relatie tot een adequaat toezicht- en handhavingsbeleid op het gebied van alle wet- en regelgeving op het terrein van arbo, milieu, water, en veiligheid bij majeure risicobedrijven; het betreft hierbij alle bedrijven waarop het Brzo 1999 van toepassing is en chemiebedrijven die voor de Wabo vallen onder provinciaal of gemeentelijk bevoegd gezag in de categorie 4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn;
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 2 van 9
D.
E. F.
G.
majeure risicobedrijven, die vallen onder het Brzo, waarvoor het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente het Wabo-bevoegd gezag is én die niet voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen uit de “Maatlat kwaliteitsambities BRZO”, geïnspecteerd dienen te worden door inspecteurs die voldoen aan de landelijke kwaliteitseisen; in het geval dat een gemeente in Limburg, als Wabo-bevoegd gezag, géén maatlatorganisatie is verklaart zij op basis van deze samenwerkingsovereenkomst haar werkzaamheden uit te besteden aan de 1 provincie Limburg, als zijnde de Wabo-maatlatorganisatie ; de bevoegdheden van partijen door deze samenwerkingsovereenkomst niet zullen wijzigen; in het geval zich gedurende de looptijd van deze overeenkomst landelijke en/of locale ontwikkelingen voordoen, die noodzaken tot tussentijdse bijstelling van deze overeenkomst (zoals bijvoorbeeld de definitieve RUD-vorming) dan zullen partijen zich hierover nader beraden. Indien deze ontwikkelingen van invloed zijn op de inhoud van het bestuurlijk vastgestelde toezichtprogramma majeure risicobedrijven regio Zuid 2012-2016 (BTP), dan zal de landelijke wijzigingsprocedure gevolgd worden; verdere detaillering van toekomstige ontwikkelingen op landelijk niveau en de verdere doorvertaling van deze ontwikkelingen op regio Zuid niveau, alsmede eventuele toekomstige ontwikkelingen binnen regio Zuid, jaarlijks zullen worden meegenomen in een separaat jaarprogramma;
ZIJN OVEREENGEKOMEN ALS VOLGT: Artikel 1
Begripsbepalingen/afkortingen
In het kader van deze overeenkomst wordt verstaan onder: AI Arbeidsinspectie AVRIM-2 AVR Inspectiemethodiek-2 B&W (Het college van) Burgemeester en Wethouders BG Bevoegd Gezag Brzo Besluit risico’s zware ongevallen 1999 BTP Bestuurlijk toezichtprogramma Majeure Risicobedrijven Domino-bedrijf Een VR-plichtig bedrijf dat bij incidenten invloed kan hebben op een nabij gelegen VR-bedrijf EU/EG Europese Unie/ Europese Gemeenschap GS (College van) Gedeputeerde Staten IBBB Inspectie en beoordelingsprotocol voor de brandweer BRZO’99 Inspectieteam team van gekwalificeerde inspecteurs dat voldoet aan de eisen uit de landelijke maatlat; IPPC Integrated Pollution Prevention and Control;EU richtlijn gericht op het voorkomen van vervuiling door industriële installaties JP Jaarprogramma regio Zuid, waarin de in dat jaar uit te voeren inspecties in de tijd zijn gepland in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland en zijn toegewezen aan gekwalificeerde inspecteurs; het Jaarprogramma beschrijft tevens het ambitieniveau en de beoogde doelstellingen in regio Zuid in dat jaar; LAT RB Landelijke Afstemming Toezicht Risicobeheersing Bedrijven MIP Meerjareninspectieplan voor een bedrijf, waaruit blijkt hoe de inspecties in het kader van het Brzo gedurende een periode van vijf jaar is c.q. wordt ingericht; het plan bevat informatie over zowel de inspectiefrequentie als de inhoud van de verschillende inspecties; MRA Milieu Risico Analyse NOM Nieuwe Onderzoeksmethodiek is een ondersteunend geheel van 1
Uitbesteding is ook mogelijk aan een andere Wabo-maatlatorganisatie in regio Zuid mits deze ook voldoet aan de maatlat. Structurele (of:volledige) uitbesteding aan een private organisatie voldoet niet aan de maatlat. Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 3 van 9
NIM NIVRIM Pbzo QRA TM
VBS VR VR-inrichting Wabo Wm Wrzo Wvo
Artikel 2
procesbeschrijving, procedures, afspraken en methodieken waarmee het uitvoeren van ongevalsonderzoeken en incidentonderzoeken bij Brzo 1999 bedrijven wordt ondersteund. Het geheel van de NOM is er op gericht om vanaf de melding van een ongeval of incident het beslissen om wel of niet te participeren in het onderzoek, de methodiek van onderzoeken en de wijze van registreren te stroomlijnen. Nieuwe Inspectie Methodiek Niet VR plichtige bedrijven Inspectiemethodiek Preventiebeleid zware ongevallen Kwantitatieve risico analyse Toezichtmodel; met behulp van het (landelijke) toezichtsmodel kan op transparante wijze het aantal inspectiedagen op de locatie bij een individuele inrichting worden berekend per overheidsinstanties; Veiligheidsbeheerssysteem Veiligheidsrapport Inrichting die wettelijk verplicht is elke 5 jaar een VR op te stellen ter beoordeling van de betrokken overheden in het kader van het Brzo 1999. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wet milieubeheer Wet Rampen en Zware Ongevallen Wet verontreiniging oppervlaktewateren
Samenwerking
Binnen de provinciegrenzen wordt een samenwerking aangegaan tussen alle betrokken overheden op het terrein van arbo, milieu, water en veiligheid bij majeure risicobedrijven, vallende onder het Brzo 1999, alsmede chemie bedrijven die voor de Wabo vallen onder het provinciaal of gemeentelijk bevoegd gezag in de categorie 4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn..
Artikel 3
Werkzaamheden vallende onder het Brzo 1999
Onder de samenwerkingsovereenkomst vallen tenminste de volgende Brzo-gerelateerde werkzaamheden: het opstellen- en vaststellen van een bestuurlijk toezichtprogramma 2011 t/m 2016 regio Zuid; het jaarlijks opstellen, vaststellen en onderhouden van jaarprogramma (inclusief planning) regio Zuid; het jaarlijks opstellen en vaststellen van een Jaarverslag regio Zuid; het periodiek opstellen, vaststellen en onderhouden van een Monitoringsrapportage regio Zuid; het opstellen en onderhouden van een actueel TM voor alle Brzo-inrichtingen; het opstellen en onderhouden van een actueel MIP voor alle Brzo-inrichtingen; het beoordelen van de volledigheid van veiligheidsrapporten (Inclusief QRA en MRA) én het voorbereiden van een bestuurlijk oordeel daarover, die worden ingediend: o als onderdeel van een aanvraag Wabo-vergunning voor het milieudeel; o bij een periodieke revisie van het veiligheidsrapport; het periodiek (1 maal in de 5 jaar) voorbereiden van een aanwijzigingsbesluit van zogenaamde Dominobedrijven; het op verzoek van de gemeenten, daar waar zij bevoegd Wabo-gezag zijn, beoordelen van de Brzo-plicht van bedrijven die: o een omgevingsvergunning aanvragen; o een kennisgeving in het kader van het Brzo 1999 indienen; het voorbereiden, uitvoeren en rapporteren van (initiële en periodieke) Brzo-inspecties bij bedrijven door Brzo-maatlatorganisaties, volgens de landelijke NIM-systematiek, die vallen onder het gemeentelijk en provinciaal Wabo bevoegd gezag; daarbij vindt tevens in voorkomende gevallen afstemming plaats met alle andere betrokken overheden (niet maatlatorganisaties) vanuit hun bevoegdheden op het gebied van het Brzo en wordt nader bekeken in hoeverre deze overheden ook eventueel aanwezig zijn bij de inspectie; het uitvoeren van Brzo-hercontroles door de maatlatorganisaties; daar waar het Wabobevoegd géén maatlatorganisatie betreft, zal deze wel door de Wabo-maatlatorganisatie Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 4 van 9
betrokken worden bij de uitvoering van de hercontrole en zal de provincie als Wabo maatlatorganisatie de gemeente adviseren in het vervolgtraject; het, bij het Brzo-loket, opzetten en bijhouden van een bedrijfsspecifiek Brzo-dossier; het in voorkomende gevallen uitvoeren van incident- en ongevalsonderzoek in het kader van het Brzo volgens de NOM. de coördinatie van alle uit het Brzo voortvloeiende taken in Limburg zijn neergelegd bij de Brzocoördinator van de provincie; daarbij vindt enerzijds periodiek overleg plaats tussen alle partijen in Limburg en anderzijds periodieke terugkoppeling vanuit landelijke en regionale gremia;
Artikel 4
Overige (niet Brzo-gerelateerde) werkzaamheden vallende onder de samenwerkingsovereenkomst
Onder de samenwerkingsovereenkomst vallen tenminste de volgende niet Brzo-gerelateerde werkzaamheden: het op verzoek van de gemeenten, daar waar zij bevoegd Wabo-gezag zijn, de één loketfunctie in het kader van het project Vernieuwing Toezicht te positioneren bij provincie Limburg; concreet betekent dit dat provincie Limburg in dat geval verantwoordelijk is voor de afstemming van toezicht op het terrein van arbo, milieu, water en veiligheid bij de Brzo- én categorie 4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn bedrijven (categorie 4 bedrijven) tussen de verschillende inspectiediensten én voor deze bedrijven het centraal aanspreekpunt is; De keuze van overige werkzaamheden, die niet Brzo-gerelateerd zijn, zullen bij aanvang van de samenwerkingsovereenkomst nader worden beschreven.
Artikel 5
Kwaliteit van de uitvoering
1. De werkzaamheden als bedoeld in artikel 3 en 4 worden uitgevoerd conform de frequentie en fasering zoals vastgelegd in het bestuurlijk toezichtprogramma 2012-2016, het jaarprogramma, het TM en MIP per inrichting; 2. De werkzaamheden worden uitgevoerd door een multidisciplinair inspectieteam, bestaande uit gekwalificeerde inspecteurs van erkende maatlatorganisaties in regio Zuid, waarbij minimaal één maatlatorganisatie afkomstig is uit Limburg; 3. de gemeenten, die géén maatlatorganisatie zijn, op wier grondgebied een Brzo-inspectie wordt uitgevoerd, wijzen alle gekwalificeerde inspecteurs, die deel uitmaken van de pool van gekwalificeerde Brzo-inspecteurs in regio Zuid, aan als toezichthoudend ambtenaar als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze toezichthouders zijn op grond van artikel 5.10, derde lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht bevoegd om toezicht te houden op het bepaalde bij of krachtens de wetten die in artikel 5.1 Wabo worden genoemd én het Besluit risico's zware ongevallen 1999. Hierbij wordt nadrukkelijk de kanttekening gemaakt dat de toezichthoudende bevoegdheden, zoals beschreven in Afdeling 5.2 van de Algemene Wet bestuursrecht, voor alle leden van de inspecteurspool in regio Zuid beperkt blijven tot het uitoefenen van de in artikel 3 en 4 van deze overeenkomst genoemde werkzaamheden; 4. de werkzaamheden worden uitgevoerd binnen de kaders zoals deze landelijk, regionaal (regio Zuid) én eventueel aanvullend op provinciaal en gemeentelijk niveau zijn gesteld; het betreft hierbij onder meer het handhavingsbeleid en gedragsregels; de gekwalificeerde inspecteurs zijn primair gehouden de landelijk en regionaal gegeven aanwijzingen, die betrekking hebben op de binnen hun grondgebied gelegen Brzo- en categorie 4 van bijlage 1 van de IPPCrichtlijn bedrijven, op te volgen. 5. in het geval er een Brzo-inspectie plaatsvindt door een multidisciplinair inspectieteam van gekwalificeerde inspecteurs van de maatlatorganisaties uit regio Zuid (rekening houdende met het feit dat minimaal één maatlatorganisatie afkomstig is uit Limburg) , bij een gemeentelijke inrichting én geen vertegenwoordiger van de gemeente aanwezig is, die tevens belast is met het reguliere toezicht op de bepalingen van de Wabo, wordt een vertegenwoordiger van de gemeente uitgenodigd om aanwezig te zijn bij zowel de voorbereiding als de evaluatie na afloop van de inspectie.
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 5 van 9
6. uit oogpunt van borging van scheiding tussen vergunningverlening en toezicht/handhaving is het wenselijk dat het toezicht bij de Brzo-plichtige inrichtingen alléén geschiedt door aangewezen toezichthouders, die géén betrokkenheid hebben bij de vergunningverlening bij het te inspecteren bedrijf.
Artikel 6
Handhavingstrategieën
De handhaving geschiedt primair op basis van een landelijk en/of regionaal vastgestelde handhavingstrategie. Aanvullend hierop kan tevens handhaving plaatsvinden op basis van een afzonderlijk door de gemeente en provincie vastgestelde handhavingstrategie milieuwetgeving.
Artikel 7
Operationele aansturing
Het Managementoverleg regio Zuid draagt zorg voor de operationele aansturing. Dat wil zeggen het Managementoverleg regio Zuid is verantwoordelijk voor de prioriteitstelling, vaststelling jaarprogramma (inclusief planning), voortgangsbewaking, bijsturing, in- en externe communicatie e.d.. De provinciale Brzo-coördinator, die tevens vertegenwoordigd is in landelijke en regionale gremia, vormt de linking pin naar alle betrokken overheden in Limburg.
Artikel 8
Communicatie naar media en burgers
In verband met de borging van een goede én éénduidige communicatie vanuit de betrokken overheden naar de media en burgers, in het geval zich een calamiteit zou voordoen bij een inrichting vallende onder het Brzo 1999, dan wel een inrichting vallende onder categorie 4 van bijlage 1 van de IPPC-richtlijn, zal er een communicatieplan worden opgesteld. Bij de opstelling van dit communicatieplan zal aansluiting worden gezocht bij bestaande structuren (crisiscommunicatie).
Artikel 9 1.
2.
Artikel 10 1. 2.
2.
Evaluatie werkzaamheden en samenwerking
Twee jaar na inwerkingtreding van de overeenkomst evalueren de partijen de samenwerking. Indien geen van de partijen een evaluatie wenst, kan gezamenlijk worden besloten dit achterwege te laten.
Artikel 11 1.
Financiën en personele inzet
De kosten, die uit de in artikel 3 en 4 genoemde werkzaamheden voortvloeien en betrekking hebben op de gemeentelijke inrichtingen, zullen met inachtneming van het gestelde in de overwegingen onder punt F van deze overeenkomst en behoudens het gestelde in artikel 13, in beginsel voor een periode van 5 jaar door de provincie Limburg worden gedragen uit de provinciale middelen. Wanneer –gedurende de looptijd van deze overeenkomst- sprake zal zijn van de totstandkoming van RegionaleUitvoeringsDiensten in Limburg, treden partijen met elkaar in overleg over de wijze waarop de financiering van de inzet van BRZO-inspecteur t.b.v. gemeentelijke inrichtingen dan zal worden geregeld. Dit aspect wordt nadrukkelijk meegenomen bij de hierover met gemeenten in RUD-verband te maken afspraken.
Duur en einde van de overeenkomst
Deze overeenkomst treedt in werking op het moment dat deze samenwerkingsovereenkomst door alle partijen (bestuurlijk) is vastgesteld. Deze overeenkomst heeft een looptijd van 5 jaar en geldt tot en met 31 december 2016.
Artikel 12
Wijziging overeenkomst
Herziening, wijziging of aanvulling van deze overeenkomst kan alleen schriftelijk en in onderling overleg tussen partijen. Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 6 van 9
Artikel 13 1.
2. 3. 4.
5.
Artikel 14 1. 2.
2.
3. 4.
Aansprakelijkheid
De provincie streeft de uiterste zorgvuldigheid na bij het verrichten van haar werkzaamheden. Ter zake van de resultaten van de werkzaamheden van de provincie vrijwaren de gemeenten de provincie voor elke aansprakelijkheid jegens derden, behalve ingeval van grove schuld en/of opzet aan de zijde van de provincie.
Artikel 15 1.
Opzegging, mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging overeenkomst
Elke partij is gerechtigd de overeenkomst schriftelijk te beëindigen indien een partij, na daartoe schriftelijk te zijn aangemaand, nalaat enige bepaling van deze overeenkomst na te komen. Na de schriftelijke aanmaning als bedoeld in het eerste lid heeft een partij 1 maand herstel tijd. Ieder der partijen is gerechtigd de overeenkomst met onmiddellijke ingang schriftelijk te beëindigen op het moment dat het bevoegd gezag van de Brzo bedrijven wijzigt. Indien zich omstandigheden voordoen, welke van dien aard zijn dat naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van deze overeenkomst niet mag worden verwacht, zullen partijen met elkaar in overleg treden teneinde te bezien in hoeverre aanpassing van deze overeenkomst nodig c.q. mogelijk is. Dit is in ieder geval aan de orde wanneer -gedurende de looptijd van deze overeenkomst– sprake zal zijn van de totstandkoming van Regionale UitvoeringsDiensten in Limburg. Partijen kunnen op grond van lid 1 en 2 van dit artikel deze overeenkomst beëindigen met behoud van het recht schadevergoeding te vorderen in het geval van geleden schade als gevolg van een toerekenbare tekortkoming van de wederpartij.
Bijzondere bepalingen
Alle gemeenten mandateren de provincie Limburg om inspecteurs aan te wijzen als toezichthouders voor het Brzo 1999 en in het bijzonder de Wabo. Alle gemeenten mandateren de veiligheidsregio waarin zij zijn gelegen, voorzover de bevoegdheid niet rechtstreeks bij of krachtens de Wet op de Veiligheidsregio is gebaseerd, om de inspecteurs aan te wijzen als toezichthouders ingevolge artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht, met dien verstande dat wordt bepaald dat alle leden van de inspecteurspool hun toezichthoudende bevoegdheden, zoals beschreven in Afdeling 5.2 van de Algemene Wet bestuursrecht, alleen uitoefenen in het kader van de in artikel 3 en 4 van deze overeenkomst genoemde werkzaamheden; voor het Brzo 1999 en in het bijzonder voor de brandweertaken. De provincie en de veiligheidsregio’s zijn verplicht geheimhouding te betrachten met betrekking tot alle gegevens van een gemeente, waarvan de provincie en de veiligheidsregio, of personen waarvan zij zich bij de uitvoering van deze overeenkomst bedienen, kennisnemen en waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze gegevens een vertrouwelijk karakter hebben.
Artikel 16 Indien enige bepaling van deze overeenkomst nietig is of vernietigd wordt, blijven de overige bepalingen onverkort van kracht. In dat geval treden partijen in overleg teneinde nieuwe bepalingen ter vervanging van de nietige c.q. vernietigde bepalingen overeen te komen, waarbij zoveel mogelijk doel en strekking van deze bepalingen in acht worden genomen.
Artikel 17 1. 2.
Geschillenregeling en toepasselijk recht
Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. Alle geschillen in verband met deze overeenkomst of met afspraken die daarmee samenhangen worden beslecht door de bevoegde rechter te Maastricht
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 7 van 9
3.
4. 5.
6.
7.
Een partij kan zich echter pas op andere wijze dan in kort geding tot de rechter wenden, indien het geschil niet volgens de procedure van het vierde tot en met zevende lid binnen 4 weken is opgelost. Een partij die meent dat een geschil bestaat, deelt dat schriftelijk aan de andere partij(en) mee. De mededeling bevat een aanduiding van het geschil. Binnen 5 werkdagen na de dagtekening van de in het tweede lid bedoelde mededeling zendt elke partij zijn zienswijze omtrent het geschil, alsmede een voorstel voor een oplossing daarvan, aan de andere partij(en). Binnen 5 werkdagen na afloop van de in het vijfde lid genoemde termijn overleggen partijen over een oplossing van het geschil. Elke partij kan zich door deskundigen doen bijstaan. Indien één van partijen binnen 3 werkdagen na afloop van de in het vijfde lid genoemde termijn de wens daartoe kenbaar maakt, wordt het overleg voorgezeten door een door partijen gezamenlijk, of bij gebreke van overeenstemming daarover binnen 2 dagen, te benoemen voorzitter. Elke partij draagt de eigen kosten, voortvloeiend uit de procedure van het vierde tot en met het zesde lid. De kosten van de in het zesde lid bedoelde voorzitter worden door elke partij voor een gelijk deel gedragen.
Aldus vastgesteld door partijen.
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 8 van 9
Bestuursovereenkomst Limburg 2012-2016 Toezicht majeure risicobedrijven in Limburg op Arbo, Milieu, Water en Veiligheidswetgeving Pagina 9 van 9