Bestuursakkoord Maastricht 2010 – 2014 Maastricht, een innovatieve en dynamische partner
26 maart 2010
Bestuursakkoord Maastricht 2010 – 2014 Maastricht, een innovatieve en dynamische partner
26 maart 2010
Bestuursakkoord Maastricht 2010 – 2014 1 – Maastricht,
een innovatieve en dynamische partner
1
2 – Coalitieprogramma
3
3 – Beleidsaccenten Bestuursakkoord
5
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Maastricht werkt samen aan veiligheid Maastricht werkt samen aan zorg Maastricht werkt samen aan beweging Maastricht werkt samen aan werk Maastricht werkt samen aan bereikbaarheid Maastricht werkt samen aan cultuur Maastricht werkt samen aan wonen Maastricht werkt samen
5 5 6 7 8 8 9 9
4 – Beschikbare middelen 11 5 – 100-dagenplan 13 6 – Slot 15
Gevoerde gesprekken in het kader van het informatieproces
16
1 – Bestuursakkoord Maastricht 2010 – 2014 Maastricht, een innovatieve en dynamische partner Een mooie, aantrekkelijke, historische stad met een excellent vestigingsklimaat voor burgers en bedrijven. Dat is waar opeenvolgende gemeentebesturen aan gewerkt hebben om Maastricht te maken tot wat het nu is. De nieuwe coalitie wil deze verworvenheden gaan verzilveren door innovatief en dynamisch aan allianties te bouwen met burgers, instellingen, bedrijven, de (Eu)regio en (internationale) overheden. Dit vergt een houding die open, eerlijk en constructief is. Innovatief door als gemeente de relatie tussen de vele onderzoeksinstituten en het (vaak jonge) bedrijfsleven te versterken. Innovatief door de positie van de culturele en educatieve sector te versterken. Dynamisch door als gemeentelijke overheid samen met partners proactief kansen op te zoeken en te realiseren. Dynamisch door met burgers samen aan de veiligheid te werken zoals in het project ‘veilige buurten’. De coalitie spreekt de ambitie uit om de burger beter te faciliteren bij het samenwerken aan projecten in de stad. Samen met onze partners zetten we een economische, culturele en sociale dynamiek in gang die Maastricht weerbaarder maakt en een vitale toekomst waarborgt. Maastricht en de regio beschikken over een sterk imago. Deze faam ontwikkelt een aanzuigende werking op mensen, instellingen en bedrijven die kansen zoeken en benutten. Het bewaren en ontwikkelen van de eigenheid van onze stad en het verder uitbouwen van het vestigingsklimaat blijft de opgave. De komende periode zal in het teken staan van bezuinigingen en demografische transitie. Om onder die condities te werken aan een succesvol Maastricht in een succesvolle (Eu)regio is het noodzakelijk het begrip samenwerking vol inhoud te geven: samenwerking met burgers, met en tussen organisaties en bedrijven, met andere overheden in de (Eu)regio. Maar ook een constructieve samenwerking tussen college en raad, tussen oppositie en coalitie. Serieuze tijden vergen serieuze samenwerking. Gelukkig zijn veel plannen reeds ontwikkeld. Nu is het tijd voor de daadkrachtige uitvoering ervan. De middelen voor een aantal grote projecten zoals de A2, de tram Vlaanderen-Maastricht en het zwembad Geusselt zijn voorzien: dat betekent een forse investering in Maastricht in de komende jaren met alle positieve gevolgen van dien voor de economie en de werkgelegenheid. Maar ook koersverlegging is aan de orde. Dit is mede ingegeven door de ingrijpende bezuinigingen die de komende jaren op ons afkomen. Bezuinigingen kunnen echter ook leiden tot nieuwe vormen van creativiteit en dynamiek. Koersverlegging komt ook tot uitdrukking in het investeren in allianties. Gelijkwaardigheid is daarbij het credo. Goed luisteren naar wat onze partners te vertellen hebben en in gezamenlijkheid scoren. De komende coalitieperiode nemen we de verworvenheden op het gebied van de fysieke infrastructuur en het sociaal kapitaal als uitgangpunt. In de doorontwikkeling daarvan zijn effectiviteit en efficiëntie de meetlat. Daardoor blijven deze verworvenheden toekomstbestendig en kunnen we inwoners de kans blijven bieden te stijgen op de sociale ladder en de zelfredzaamheid te verhogen. Wel moet de overheid helder zijn over de zekerheden die niet geboden kunnen worden. Er moeten immers keuzes gemaakt worden door de afnemende middelen. Dit alles vergt een krachtdadig bestuur en politieke moed. ‘Maastricht, een innovatieve en dynamische partner’ is het thema van dit coalitieakkoord. Dit thema is naar voren gekomen als rode draad bij de inbreng van de partijen die dit programma tot stand hebben gebracht. De gemeente als strategische partner in de sociaal-economische ontwikkeling van stad en (Eu)regio. Door middel van allianties met bovengenoemde partners brengen we de kwaliteit van de sociale en ruimtelijke infrastructuur naar een hoger plan. Ondanks het huidig economisch getij blijft de stadsvisie 2030 de leidraad: woonstad, kennisstad en cultuurstad. De goede dingen goed doen en waar mogelijk nog beter door een versterkte inzet van doelmatigheid, doelgerichtheid en doeltreffendheid. Uiteraard zal in het kader van de omvangrijke bezuinigingen een discussie over aanscherping en actualisatie van de stadsvisie plaatsvinden.
pagina
1
pagina
2
2 – Coalitieprogramma • • • • •
Behoud sociale verworvenheden Een solide financieel beleid met sluitende begroting Integraal en vernieuwend jongeren- en ouderenbeleid Duurzaamheid in alle aspecten van gemeentelijk beleid Vitaliteit gekoppeld aan kennis- en cultuurstad
Dit programma gaat uit van het uitsluiten van gemeentelijke tekorten met inachtname van de menselijke maat. Uitgaven worden teruggedrongen om toekomstige generaties niet te belasten. Dat veronderstelt wel dat iedereen bij zal moeten dragen. De gemeente kan niet alleen de opgaven en problemen waar de stad voor staat oplossen. Iedereen is daarbij nodig en zal naar vermogen een bijdrage moeten leveren. Voor deze coalitie zijn sociale verworvenheden zoals veiligheid en Wmo, maar ook armoedebeleid belangrijke uitgangspunten en worden daarom naar vermogen ontzien. Het programma vergt maatschappelijke spankracht en vraagt om politiek en bestuurlijk vakmanschap. Het nieuwe bestuur moet helder zijn, geen illusies wekken dat de noodzakelijke aanpassingen geen offers vergen of volstaan met een simpel teruggrijpen op oude recepten. Bestuurlijk vakmanschap betekent lasten gelijkelijk en rechtvaardig verdelen, evenals ervoor waken dat tegenstellingen in de samenleving worden aangescherpt. Open, eerlijk en innovatief: dat is de weg die we opgaan. We gaan uit van wederzijds vertrouwen. Uitgangspunt is dat iedereen zijn deel van de verantwoordelijkheid neemt in de samenleving. Dit geldt voor burgers, organisaties en de overheid. Zo creëren we het bewustzijn dat nodig is om draagvlak te verwerven voor veranderingen. Ook kan op deze manier een einde gemaakt worden aan de overregulering die vaak als vanzelf met georganiseerd wantrouwen gepaard gaat. Een samenleving waarin burgers elkaar vertrouwen, heeft bovendien een belangrijk concurrentievoordeel, omdat de bureaucratie beperkt kan blijven. De overheid hoeft immers niet alles meer te controleren. De regelgeving zal niet meer gebaseerd zijn op ‘nee, tenzij’, maar juist op ‘ja, mits’. Het betekent ruimte voor de burger en een klantgerichte opstelling van de overheid. Echter, geen vrijheid-blijheid, maar degenen die het vertrouwen beschamen duidelijk aanspreken. Maatschappelijke organisaties in het middenveld zoals onderwijs, welzijn, zorg, werkvoorziening en gezondheid, dienen mede hun verantwoordelijkheid te nemen bij de te realiseren besparingen. Het gemeentebestuur zal het gesprek aangaan met de Rekenkamer om te bekijken in welke mate zonder concessie aan kwaliteit de wettelijke opdracht van de Rekenkamer tegen lagere kosten kan worden gerealiseerd. De economische crisis zien we als een historisch kruispunt. Niet in de richting van verbittering en zelfbeklag, maar in de richting van vitaliteit en het benutten van nieuwe inzichten en mogelijkheden voor maatschappelijke vernieuwing. Maastricht met haar burgers - maar ook al degenen uit de regio en Euregio waarvoor de stad een functie vervult in werk, onderwijs, cultuur, zorg en recreatie - verdient een overheid die duidelijke keuzes maakt. Dichtbij de mensen en met een open oog en oor voor wat er in de samenleving speelt. Voorts wil Maastricht een aantrekkelijke stad zijn voor jong en oud. Daartoe zal een integraal jongeren- en ouderenbeleid worden geformuleerd. Van belang bij het jongerenbeleid om de relatie met onderwijs en werk en de positie van jongeren in onze stad. Bij de ouderen staan het gezond en langer participeren in de samenleving centraal. Voor beide groepen geldt dat sterke individuen een bijdrage leveren aan een sterke gemeenschap hetgeen belangrijk is in het licht van de demografische transitie. Een overheid die er is voor iedereen, maar zich in het bijzonder inspant voor hen die extra steun behoeven. Een overheid die voortbouwt aan de stad en de regio. Een overheid die binnen de lange termijnkaders - de stadsvisie nieuwe accenten zet, maar altijd betrouwbaar en consistent is. Vooral nu de samenleving daarom vraagt.
pagina
3
Die lijn heeft Maastricht gemaakt tot een stad om trots op te zijn. Attractief om te wonen, te werken en te bezoeken. Een stad die ook open staat voor de nieuwe duurzame wereld. Een stad die over haar verworvenheden waakt. Duurzaamheid zal waar relevant opgenomen worden in alle aspecten van het gemeentelijke beleid, waaronder met name ook om het klimaat- en energiebeleid. Dit in relatie tot de stijgende energiekosten en de luchtkwaliteit in Maastricht. De discussie over de doorlooptijd met betrekking tot de duurzaamheidsdoelstellingen zal nog dit jaar aan de raad worden voorgelegd. De vitaliteit van steden en regio’s hangt af van hun aantrekkelijkheid om er te werken en te wonen, evenals van goede verbindingen met andere aantrekkelijke woon- en werkplekken. Was sinds de achttiende eeuw de vitaliteit van steden en regio’s gekoppeld aan de vraag of er grondstoffen aanwezig waren en of er bijbehorende industrieën waren gevestigd, nu is vitaliteit gekoppeld aan kenniseconomie, een goed opgeleide bevolking en een voortreffelijk woon- en leefklimaat. De aantrekkingskracht van Maastricht op kansrijke bevolkingsgroepen is al bovengemiddeld, maar kan nog verder verbeteren als grensbarrières worden opgeheven. Maastricht heeft in Noordwest Europees perspectief een centrale ligging. Als het grensoverschrijdend woon-werkverkeer net zo normaal wordt als het werkverkeer tussen woon- en werklocaties binnen Zuid-Limburg, zou Maastricht flink kunnen profiteren van de agglomeratievoordelen die zijn ligging biedt. Als eveneens de natuur over de grens voor (potentiële) inwoners net zo toegankelijk en bereikbaar wordt als de natuur binnen de landsgrenzen, kan de aantrekkingskracht van de stad nog verder toenemen. Maastricht werkt aan groene verbindingen. Maastricht is een stad in een groene omgeving, dat maakt onze stad aantrekkelijk. Door groene ruimtes in de stad beter met elkaar te verbinden ontstaan meer attractieve sportieve en recreatieve routes. Zoals reeds verwoord in de gebiedsontwikkeling MaastrichtValkenburg (GOMMV) zal de Groene Loper vanuit deze gedachte verder worden uitgerold. Maastricht maakt deel uit van een verstedelijkt gebied met een enorme economische potentie. Dit gebied dat delen van Vlaanderen, Wallonië en Noordrijn-Westfalen omvat, heeft een grote potentie wat betreft bevolkingsomvang en economische activiteit. Maastricht scoort op alle factoren die de attractiviteit van een stad bepalen, variërend van stedelijke voorzieningen tot landschappelijke omgeving, buitengewoon goed en staat wat populariteit betreft in de top tien van de Nederlandse grote steden. In Maastricht worden minder mensen geboren dan er sterven. Dit is al vanaf eind jaren negentig het geval. Minder geboortes is overigens een verschijnsel dat de stad gemeen heeft met grote delen van West-Europa. In een reeks van jaren wordt in Maastricht het sterfteoverschot gecompenseerd door een vestigingsoverschot. Dit verschijnsel heeft in deze regio gevolgen voor de bevolkingssamenstelling (vergrijzing). Daar waar de demografische luwte leidt tot minder mensen, leidt de kenniseconomie (onvermijdelijk een 24-uurseconomie) daarentegen tot meer mobiliteit. De stad zet zwaar in om bewoners, bedrijven en instellingen aan zich te binden en naar zich toe te trekken. Alleen zo kan op lange termijn het niveau van welvaart en welzijn behouden blijven en worden versterkt. De gemeente zal de hiertoe relevante factoren inventariseren en hiervoor beleid ontwikkelen. Voor de toekomst zijn de life & siences campus als vehikel voor Maastricht kennisstad en Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 als vehikel voor Maastricht cultuurstad van groot belang.
pagina
4
3 – Beleidsaccenten Bestuursakkoord 3.1 • • •
Maastricht werkt samen aan veiligheid
Preventie om repressie overbodig te maken Naar een veilige stad Maastricht Perifere coffeeshoppilot
Inwoners van Maastricht hebben meer dan gemiddeld te maken met overlast gerelateerd aan drugs en alcohol. Geweldsmisdrijven komen in Maastricht vaker voor; vermogensmisdrijven als inbraken in woningen en auto’s komen in Maastricht daarentegen minder vaak voor. De aanpak van fysieke verloedering en overlast is in Maastricht reeds succesvol gebleken. Het accent komt te liggen op preventie. Waar grenzen overschreden worden moet echter ook de bereidheid bestaan resoluut in te grijpen. We kiezen ervoor om het negatieve veiligheidsimago van Maastricht terug te dringen. Voor wat betreft drugsgerelateerde overlast kiezen wij de weg van zero tolerance door gebiedsontzeggingen en het sluiten van drugspanden. Het huidig beleid voor coffeeshops wordt gecontinueerd. We bekijken door middel van een pilot hoe de drugsoverlast wijzigt wanneer op één locatie een aantal coffeeshops wordt geconcentreerd. Dit vraagt medewerking van coffeeshophouders, waarbij in ogenschouw wordt gehouden dat samenwerking met gedoogde partijen grenzen kent. Het huidige drugsbeleid wordt geëvalueerd, waarbij de ervaringen uit de pilot en van elders worden meegenomen. Het ingezette beleid met betrekking tot de veilige buurten - samenwerking van burgers, toezichthouders, welzijnswerkers, medewerkers van de woningbouwcoöperaties, stadsdeelleiders en wijkagenten - wordt verder uitgebouwd. Deze coalitie gaat voor preventie om daarmee repressie overbodig te maken. De sociale veiligheid is vergroot met de komst van het Veiligheidshuis en de introductie van het programma veilige buurten. Ook het bijscholen van toezichthouders tot buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) wordt voortgezet.
3.2 • • • •
Maastricht werkt samen aan zorg
Alliantie burgers en zorgaanbieders Kwaliteitsniveau Wmo niet ter discussie Continuering armoedebeleid Kostenbeheersing Wmo binnen bestaande budget
Maastricht heeft succesvol geïnvesteerd in de sociale infrastructuur. Er is sprake van sociale stijging waaraan in het kader van de buurtontwikkelingsplannen verder wordt gewerkt en de maatschappelijke participatie heeft een impuls gekregen door de intensivering van het armoedebeleid. Een alliantie van burgers, organisaties en bedrijven zal de komende jaren verder het armoedebeleid vormgeven. De uitgaven voor het armoedebeleid zullen dan ook op peil blijven. Onderwijs (2 tot 19 jaar) blijft ook voor de komende jaren een speerpunt in relatie tot sociale stijging. Ook is het gelukt het niet-gebruik van regelingen terug te dringen, heeft de invoering van de Wmo geleid tot een ondersteuning voor iedereen die dat nodig heeft en is een persoonsgerichte effectieve aanpak ontwikkeld. Een extra accent komt nu te liggen op een alliantie met burgers en zorgaanbieders bij de vormgeving van de zorg. Zorg naar Maastrichtse maat betekent dat de huidige inrichting en het kwaliteitsniveau van de Wmo niet ter discussie staan: de mate van beschaving is af te lezen aan de hulp die we de hulpbehoevenden bieden. Op de individuele zorg kan niet worden ‘beknibbeld’. Uiteraard blijven we alert waar het gaat om efficiëntie en effectiviteit.
pagina
5
De te verwachten nominale stijging als gevolg van de vergrijzing van de bevolking willen we door middel van doelmatigheid opvangen om zo het absolute aan de Wmo bestede bedrag gelijk te houden. Mocht een eigen bijdrage onvermijdelijk zijn, dan nooit ten koste van de zwakkere: de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. De administratieve kosten moeten wel opwegen tegen de opbrengsten als er sprake is van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Het gebruik van het reguliere busvervoer wordt gestimuleerd door de afrondende ombouw van busperrons en verlaagde businstap. Hiermee kan, met uitzondering voor degenen waarvoor dit niet bereikbaar is, het vervoer op maat worden teruggedrongen. Hergebruik van hulpmiddelen wordt zo veel mogelijk uitgebreid.
3.3 • • •
Maastricht werkt samen aan beweging
Sport en gezondheid onverbrekelijk Sport als instrument voor sociale samenhang Sportaanbod: vitaal en kwalitatief sterk
We hebben ons ten doel gesteld om de sportbeoefening in Maastricht te verhogen tot minimaal het landelijk gemiddelde. Allereerst omwille van de volksgezondheid. Maar ook omdat een adequaat aanbod van sport- en bewegingsfaciliteiten een stimulans voor bewoners is om in Maastricht te blijven en voor nieuwkomers om zich in Maastricht te vestigen. Sport staat niet op zichzelf, maar maakt onderdeel uit van een keten: sport, voeding, gezondheid. Door bewegen onderdeel te laten zijn van de levensstijl wordt gezondheidswinst geboekt. Sport en bewegen voorkomen ziekten, versnellen het herstel en bevorderen de reïntegratie van mensen in de samenleving. Met name in de strijd tegen overgewicht is het aanleren van een gezonde levensstijl mede door bewegingsstimulering van essentieel belang. Voor kwetsbare groepen als ouderen, chronisch zieken en gehandicapten vergroot beweging de kwaliteit van leven. Een aantrekkelijk bewegingsklimaat, hoogwaardige duurzame voorzieningen (zwembad Geusselt, de kwaliteits- en basissportparken), een goed afgestemd sportaanbod en gezonde verenigingen zijn daarbij voorwaarden. De coalitie zet de ingeslagen weg voort door het Spreidingsplan buitensportaccommodaties verder uit te rollen. In 2013 volgt een eerste evaluatie van deze ingeslagen weg. Gekoppeld hieraan wordt het beweegaanbod gestructureerd en organisatorisch verankerd. Met onderwijs wordt gesproken over optimalisatie van het gebruik van binnen- en buitensportaccommodaties. Wij gaan met bestaande en nieuwe partners krachtige allianties aan binnen de bestaande afspraken met de regio. Maastricht plaatst zich op de internationale sportagenda: WK wielrennen 2012, Amstel Gold Race. Het stadsbestuur wil Maastricht loopstad structureel promoten en in dat kader kan het evenement Maastrichts Mooiste een belangrijke rol spelen. Maastricht congresstad krijgt ook een sportaccent: landelijke en internationale sportcongressen worden naar de stad gehaald. Deze ontwikkelingen zijn ook van belang voor de economische impuls van de stad. De life & siences campus concentreert zich ook op lifestyle en bewegen. Sport- en bewegingsactiviteiten bevorderen de sociale participatie in buurten en wijken. Samenwerking tussen de diverse sportaanbieders wordt verbeterd en verder gestimuleerd. Met als doel een beweegaanbod te realiseren met voor ieder wat wils. De kwaliteitssportparken, basissportparken en stervoorzieningen worden de ontmoetingsplekken in wijken en buurten. Vitale verenigingen zijn onlosmakelijk verbonden met ons sportbeleid en vormen de basis voor een goede infrastructuur voor de breedtesport en de individuele sporter. Tevens zal door samenwerking met scholen en de buitenschoolse opvang bewegen door kinderen worden gestimuleerd.
pagina
6
3.4 • • •
Maastricht werkt samen aan werk
Emancipatie en zelfredzaamheid door reïntegratie Geen werklozen inactief Intensivering samenwerking met kennisinstituten
Maastricht kent een onbalans tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt: te veel laagopgeleiden en te weinig geschikte banen. Dit uit zich onder andere in een bovengemiddelde werkloosheid. In het kader van emancipatie, reïntegratie en het bevorderen van zelfredzaamheid zullen in Maastricht in principe geen werklozen inactief zijn. De A2-school en andere initiatieven zoals Social Return, zijn ook sprekende voorbeelden van maatregelen die we willen uitbouwen. Social Return is een succesvolle methodiek gebleken om mensen met een afstand tot arbeidsmarkt een brug naar werk te bieden. Dit instrument wordt ook ingezet bij de A2-ondertunneling. Recentelijk is hiertoe een convenant ondertekend, waarin de afspraak is gemaakt dat het consortium Avenue2 gemiddeld jaarlijks 75 leerwerkplekken aanbiedt gedurende de ondertunneling en de vastgoedontwikkeling. Via deze A2-school wordt vraag en aanbod voor de A2 en de wijkaanpak Noordoost bij elkaar gebracht. Vanuit deze A2-school wordt een en ander gecoördineerd en zullen er in samenwerking met ketenpartners - UWV WERKbedrijf, MTB, Leeuwenborg - arrangementen worden ontwikkeld. Vanaf 2011 is deze A2-school / dit mobiliteitscentrum operationeel. De aanwezigheid van grondstoffen of de voorraad aan kantoren en bedrijfsterreinen waren kritieke vestigings- en productiefactoren. Inmiddels zijn deze in niet onbelangrijke mate vervangen door de nieuwe factor kennis. Kennis wordt afgemeten aan de aanwezigheid van voldoende en goed opgeleid personeel. De beschikbaarheid van voldoende personeel staat door de vergrijzing en emigratie echter onder druk. Verhoging van de arbeidsparticipatie is nodig om uiteindelijk met minder mensen meer en ander werk te kunnen verrichten (kwantitatieve onbalans). De kenniseconomie vereist onder druk van nieuwe kanssectoren (life & siences) en innovaties in het bestaande bedrijfsleven steeds meer, betere en andere scholing op alle echelons (kwalitatieve onbalans). Zowel het werven van kenniswerkers van buiten als het opleiden van de eigen bevolking spelen hierbij een rol. Maastricht en de regio beschikken over een compleet pallet aan opleidingen. De komende coalitieperiode zal daarom extra aandacht worden besteed aan het aanhalen van de samenwerkingsverbanden (onder andere sectorconvenanten) tussen universitaire instellingen, ziekenhuizen, hogescholen, ruim honderd (internationale) kennisinstituten, internationaal onderwijs en campusontwikkeling. Deze dienen als katalysator voor de komst van nieuwe bedrijven en werkgelegenheid. Er worden extra inspanningen geleverd om nieuwe bedrijven aan te trekken. Bijvoorbeeld door het stimuleren van startende ondernemers, het faciliteren bij het vinden van huisvesting en het uitwerken van het aanloopstratenbeleid. De gemeente zal als partner van (startende) ondernemers insteken op het ruim verkennen van mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Hierbij wordt echter prudent omgegaan met verworvenheden, zoals het aantal koopzondagen en het gratis parkeren in de avonden en op zondag met inachtneming van de vastgestelde uitzonderingen. Het beurs- en congrestoerisme als aanjager voor werkgelegenheid is van niet te onderschatten waarde (TEFAF). Er dient gewaakt te worden voor de concurrentiepositie van het MECC in deze internationaal zeer concurrerende sector. Een vitale binnenstad (winkelen, wonen, uitgaan) is van eminent belang voor de stadseconomie en daarmee een belangrijke drager van werkgelegenheid. Wij erkennen dat een evenement in de kerstperiode van eminent belang is voor de economie van de stad. Binnen de gemeentelijke randvoorwaarden wordt er naar gestreefd om de organisatie van het kerstevenement in de stad vanaf 2011 over te laten aan de markt. De intensivering samen met kennisinstituten en andere overheden en bedrijfsleven komt met name tot uitdrukking in de ontwikkeling van de voor Maastricht vitale life & sciences campus.
pagina
7
Deze campus, ingebed in de ELAT-regio en de verbondenheid met name met de Chemelot Campus, is voor de ontwikkeling van de Maastrichtse werkgelegenheid van uitzonderlijk belang. Ook de relatie met de verdere ontwikkeling van Randwyck en de A2 is nadrukkelijk aan de orde. Maastricht wil nieuwe, creatieve, hoog opgeleide bewoners werven voor de stad en de bestaande bevolking aan de stad binden. De aanwezigheid van (buitenlandse) studenten en kenniswerkers is hierbij steeds belangrijker. Het kandideren van Maastricht en de regio als culturele hoofdstad van Europa in 2018 kan hierbij voor een belangrijke impuls zorgen. Van culturele hoofdstad naar cultuurstad met daardoor een duurzame verankering van de sociaal economische en culturele samenhang van de stad en de stad in de (Eu)regio.
3.5 • • •
Maastricht werkt samen aan bereikbaarheid
Maastricht bereikbaar per auto, openbaar vervoer en fiets Stad bereikbaar tijdens bouwwerkzaamheden Internationale verbindingen
‘Bereikbaarheid en mobiliteit’ is een strategisch punt voor Maastricht en de hele (Eu)regio. Het functioneren van de (Eu)regionale arbeidsmarkt is hiervan absoluut afhankelijk. Ook voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is het van belang, gezien de demografische krimp en de daarmee samenhangende taakverdeling en concentratietendensen, om door versterking van openbaar vervoer de bereikbaarheid voor de studenten te vergroten. Met het begin van het project A2 Maastricht in 2011 wordt het zichtbaar voor burgers, bezoekers en forensen dat de stad bouwt aan toegankelijkheid en de mobiliteit. Maar de A2 is niet het enige infrastructurele project waar de komende vier jaar aan wordt gewerkt. Het aanvalsplan Noorderbrug (aanpassen aanlanding) geeft concreet perspectief op een stevig wegennet in de oost-westrichting. Dit onder voorbehoud van de rijksbijdrage in deze. Tevens verbetert dit project de kans om de ontwikkeling van Belvédère veilig te stellen, waarmee afwaarderingen kunnen worden voorkomen. Door het aanvalsplan Noorderbrug wordt de A2 verbonden met de binnenstad, Belvedère, de westelijke woonwijken en het Belgische achterland. Ook voor het openbaar vervoer worden goede netwerken gebouwd. Bereikbaarheid van de stad per fiets vereist bijzondere aandacht. Om op internationaal niveau een aantrekkelijke woon-, kennis- en cultuurstad te blijven is de koppeling met het Europese HST-netwerk al een belangrijke drager. De regionale bereikbaarheid wordt versterkt door een lightrailverbinding tussen Maastricht en Sittard. Daarnaast worden letterlijk grenzen verlegd door het begin van de aanleg van de tram Vlaanderen Maastricht. De Universiteit van Maastricht krijgt aldus een rechtstreekse verbinding met de Universiteit Hasselt. Op stedelijk niveau krijgt het project ‘Spoorkruising’ (Limmel/Nazareth) concrete vormen waardoor het spoor als barrière wordt geslecht. Ook de verbinding naar Heerlen en Aken is voor een compleet volwaardig (Eu)regionaal OV-net van belang. Maastricht is het aan zichzelf verplicht om de stad tijdens deze bouwwerkzaamheden bereikbaar te houden. Daarom is begonnen met het project Mobiliteitsmanagement. De komende jaren moeten harde afspraken worden gemaakt in de driehoek Overheden, Werkgevers en Mobiliteitsaanbieders met als doel reizigers te verleiden tot ‘slim reizen’ en ‘slim werken’. Bezoek aan de stad en de parkeerfaciliteiten zijn in onbalans met als gevolg parkeeroverlast. De coalitie gaat er aan werken om deze parkeerbalans te herstellen. Dit zal vooral gebeuren door het creëren van Park & Ride-locaties. Het huidige systeem van doseerlichten wordt geoptimaliseerd. Daardoor wordt voor de bewoners de bereikbaarheid van de stad verbeterd. Dit alles is zeker gezien de kwetsbare singelstructuur van groot belang.
pagina
8
3.6 • • •
Maastricht werkt samen aan cultuur
Maastricht culturele brandhaard Culturele carrières als middel voor zelfontplooiing Op weg naar cultuurstad: Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 (MCH2018) als vehikel
Maastricht beschikt over een unieke en samenhangende culturele infrastructuur en is door het Rijk bestempeld als een van de acht culturele brandhaarden. Maastricht is de stad voor culturele carrières waar zowel amateurs als professionals op hoog niveau presteren. Onze stad heeft een groot scala aan culturele activiteiten en instellingen voor podiumkunsten en beeldende kunst: theaters, musea, culturele broedplaatsen, culturele evenementen - van en voor zowel professionals als amateurs - en een breed palet aan kunstvakonderwijs. Een goede samenwerking met deze partners is een absolute voorwaarde voor een succesvolle realisatie van Maastricht Culturele Hoofdstad 2018. Realisatie van het vehikel MCH2018 is de grote uitdaging voor de komende periode. De amateurkunst kreeg als basis van de culturele infrastructuur een nieuwe impuls. Het fundament voor de culturele infrastructuur is daarmee gelegd. Om succesvol te kandideren voor MCH2018 moeten we ervoor zorgen dat: • er een breed draagvlak ontstaat bij de bevolking, amateurs, professionals, ambtenaren en bedrijven; • er een adequate culturele infrastructuur uitgebouwd wordt in stad en (Eu)regio; • er een volwaardig klimaat voor een cultureel debat in de stad en (Eu)regio ontstaat; • Maastricht gekend wordt door zijn effectieve culturele carrières. Het project Timmerfabriek zal worden gerealiseerd. Wel zullen de functies binnen dit project en daardoor de hoogte van de met dit project gemoeide investeringen op korte termijn worden heroverwogen. Bovendien zal het risico op negatieve exploitatieresultaten grondig worden herijkt. Ook voor het project Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 is waakzaamheid geboden met betrekking tot de daarmee gemoeide financiële middelen.
3.7 • • • • •
Maastricht werkt samen aan wonen
Maastricht zet zich in voor wervende woonmilieus Meer grondgebonden woningen Een levendig en leefbaar centrum Woonlasten beheersen door duurzaamheidsmaatregelen Bijzondere aandacht voor levensloopbestendige seniorenwoningen
Maastricht is een aantrekkelijke woonstad. Niet alleen vanwege het aanwezige kenniswerk en het cultuuraanbod, maar ook door de ligging aan de rivier, de monumentale binnenstad, de inspirerende bouwkunst en openbare ruimte en het mooie, omringende cultuurlandschap. De kansen van Maastricht als woonstad liggen vooral in de verdere ontwikkeling van drie woonmilieus: het centrumstedelijke, het stedelijke aan de rand van de binnenstad (vooral grondgebonden stadswoningen) en het randstedelijke grenzend aan het buitengebied (met name grondgebonden woningen met tuin). Daarbij komt meer ruimte ter beschikking voor eigen bouw door inwoners die zelf hun woning en woonomgeving vorm willen geven. Deze wervende woonmilieus dienen niet alleen in de veranderende woonbehoefte van de huidige burgers te voorzien. Ook is het van belang een aantrekkelijk woonklimaat te bieden, niet alleen voor de nieuwe creatieve, culturele en kenniswerkers, maar zeker ook voor gezinnen met kinderen die Maastricht als kennisstad en cultuurstad zal moeten gaan aantrekken. Een bijzondere positie neemt de binnenstad in op het terrein van wonen, winkelen en uitgaan waarbij levendigheid en leefbaarheid voorop staan. In dit verband wordt het 50-dagencriterium met betrekking tot het Vrijthof gehandhaafd, met dien verstande dat geluidsoverlast hierbij een meer leidend criterium wordt. De woonlasten moeten beheersbaar worden gemaakt door duurzaamheids- en energiebesparende maatregelen. In 2010 zal in het kader van de regionale woonvisie bijzondere aandacht worden besteed aan levensloopbestendige- en seniorenwoningen. In 2010 zal de structuurvisie interactief worden gepresenteerd.
pagina
9
3.8 • • •
Maastricht werkt samen
Innovatie en dynamiek door allianties Samenwerking voor efficiënte bedrijfsvoering Op zoek naar de beste kwaliteit tegen de laagste prijs
De aantrekkelijkheid van Maastricht is niet meer alleen afhankelijk van de stad zelf, maar ook van de omgeving. (Eu)regionale en internationale samenwerking is van groot belang. Samenwerking is geen doel op zich, maar een middel om de hoofddoelen van de centrumstad te realiseren. Samenwerken doen we op verschillende schalen. De regionale en Euregionale werkelijkheid moet worden opgebouwd door inhoud te geven aan de samenwerking met Maastricht-Heuvelland, Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg, MAHHL. Samenwerken doen we ook met verschillende partners: buurgemeenten in Nederland en België, mede-overheden, provincie, Rijk en Europa. De regionale samenwerking zien wij eveneens als een belangrijk middel om te komen tot een efficiëntere bedrijfsvoering. We denken dan aan een verdere samenwerking van gemeentelijke uitvoerende taken zoals sociale dienst, shared services (belastingen, administratie, facilitaire dienst), vergunnen, handhaven, toezicht en stadsbeheer. Uitgangspunt moet zijn: breng diensten daar onder waar ze het goedkoopst en het beste uitgevoerd kunnen worden. Maastricht dient zich te realiseren dat dit niet automatisch betekent dat dit altijd binnen de eigen gemeente zal plaatsvinden. Ook private partners sluiten wij niet uit. De komende coalitieperiode staat in het teken van een transitie van praten naar doen. Om de beleidsuitgangspunten van de Stadsvisie 2030 optimaal te kunnen vormgeven is het van cruciaal belang dat de stad Maastricht zich samen met de partners in de regio sterk en onderscheidend profileert, waarbij de internationale dimensie een belangrijke troef is. Door economische ontwikkelingen en trends als vergrijzing, krimp en vergaande globalisering is de noodzaak om de stad en regio als internationale woon-, werk-, kennis- en cultuurstad actief te promoten alleen maar toegenomen. Bedrijven, bewoners, bezoekers en kenniswerkers willen we binden aan de stad en de regio. Om dit te realiseren zijn zowel citymarketing, de VVV’s en ook regiobranding van eminent belang. Dit zelfs in die mate dat er ook hier bij strategieontwikkeling en implementaties regionale allianties tot stand dienen te komen om de optimale inzet van middelen te verzekeren. Juist op dit gebied valt veel te verdienen door efficiënter en doelmatiger samen te werken.
pagina
10
4 – Beschikbare middelen • • •
Bezuinigingen: kiezen leidt tot creativiteit en dynamiek Prioritering door kerntakendiscussie Krimp vertalen in kansen
Om de stap in de verdere ontwikkeling van de stad te kunnen zetten, zijn forse investeringen nodig. Dit is geen gemakkelijke opgave gezien het economische tij. Er moeten stevige en wellicht soms ook pijnlijke keuzes worden gemaakt. De gemeentelijke inkomsten zullen dalen als gevolg van de te verwachten taakstelling van een nieuwe regering later dit jaar. De huidige inschatting is dat het uiteindelijk per 2012 om een inkomstendaling van 30 miljoen euro per jaar zal gaan. De investeringen in de huisvesting van het ambtelijk apparaat zijn vrijwel afgerond. De technische staat van het Stadhuis is een punt van grote zorg. Dat wil zeggen dat we het unieke monument moeten behoeden voor verder verval door een gefaseerde aanpak voor restauratie en bouwtechnische aanpassingen. Ook de ambtelijke organisatie draagt bij aan de bezuinigingsopgave. Zo is een selectieve vacaturestop van kracht. Ook wordt de inhuur van externe capaciteit en kennis tot een minimum teruggebracht. Het nieuwe gemeentebestuur kent op dit gebied haar verantwoordelijkheid en zal kritisch zijn eigen functioneren onder de loep nemen. Niet alle onzekerheid in het besluitvormingsproces is vooraf weg te nemen door externe validatie door middel van onderzoeken. Er moet ook ruimte zijn om fouten te maken. Honderd procent zekerheid bestaat immers niet. Tot slot kunnen bezuinigingen ook leiden tot nieuwe vormen van creativiteit en dynamiek. Daarnaast staat de gemeente voor de uitdaging om de financiële gevolgen van de herijking van de stedelijke programmering woningbouw het hoofd te bieden. Gingen we er tot voor kort nog van uit dat de stad zou doorgroeien naar hondervijftigduizend inwoners. Inmiddels zijn we ervan van overtuigd dat het een stevige ambitie is om het inwonertal constant te houden op ongeveer honderdtwintigduizend inwoners. Gevolg: wij beschikken de komende tien jaar over veel meer bouwplekken dan er nodig zijn. Totaal gaat het bij deze herijking dan om een eenmalige afwaardering van 60 miljoen euro. De financiële crisis heeft geleid tot vraaguitval en uitstel van investeringen en daardoor tot vergroting van de financiële problematiek. Het is zaak om door maatwerk, gedoseerd en slim te investeren in de juiste doelgroepen om zodoende samen met partners het geraamde tekort terug te dringen. De rijksbezuinigingen raken de gemeente op drie manieren: rechtstreeks doordat specifieke uitkeringen verdwijnen of verlaagd worden, meer taken naar gemeenten overgedragen worden met efficiëntiekorting en door een korting op de algemene uitkering: het Rijk geeft minder uit, waardoor het gemeentefonds minder wordt gevuld. Voor de financiële consequenties van rijksbezuinigingen volgen we afzonderlijke beleidslijnen. Allereerst: als het Rijk bezuinigt op specifieke uitkeringen, dan gaat de gemeente niet compenseren. Tenzij een fatsoennorm wordt overschreden of een ondergrens van een kwaliteitsnorm wordt doorbroken. Voorts zullen nieuwe gemeentelijke taken worden uitgevoerd binnen de hiervoor door het Rijk beschikbaar gestelde financiële middelen. Tenslotte zal korting op de algemene uitkering worden opgevangen door vier maatregelen: zero based-aanpak, innovatie, efficiëntie en inkomstenverhoging. Bij de zero based-aanpak worden alle taken en producten doorgelicht op maatschappelijke effecten wanneer deze niet meer worden uitgevoerd. Afhankelijk van de effecten worden bezuinigingsvoorstellen gedaan. Deze zero based-aanpak leidt dus tot een kerntakendiscussie. Er wordt ingezet vanuit het denkmodel dat we ons gaan bezinnen op die wettelijke taken die de gemeentelijke overheid gehouden is uit te voeren op basis van Artikel 12 Fvw. Vervolgens kunnen op basis van de prioriteiten van hoog naar laag de resterende middelen worden toegewezen.
pagina
11
Topprioriteiten zijn in ieder geval continueren van het armoedebeleid, de Wmo, veiligheid en economie. Innovatie heeft niet alleen betrekking op het slimmer organiseren waardoor minder bureaucratie rest, maar ook het anders gaan doen: werken voor de regio met shared service centra en daarmee profiteren van schaalvoordelen of bijvoorbeeld het inschakelen van de huisarts bij de Wmo-indicatie. Efficiëntie wordt gezocht op basis van landelijke benchmarks. Zoekgebieden worden als eerste stap benoemd op basis van afwijkingen op het landelijke gemiddelde voor zowel het aantal medewerkers alsook het budget. Digitalisering en ketenoptimalisatie zowel binnen het gemeentelijke apparaat als ook met gelieerde partijen zijn belangrijke instrumenten om efficiëntie en effectiviteit te verhogen.Tenslotte wordt bij de inkomstenverhoging de bestaande beleidslijn voortgezet. Dit betekent dat de tarieven alleen voor de inflatie worden gecorrigeerd. Alleen bij meer nieuwe voorzieningen of kwaliteitsverbetering van de bestaande voorzieningen kunnen de tarieven meer dan inflatoir stijgen. Daar waar mogelijk zal het profijtbeginsel worden toegepast indien aangetoond kan worden dat bepaalde groepen mensen bovenmatig profiteren van bepaalde voorzieningen en differentiatie in tarieven kan worden aangebracht. Tenslotte blijven 100 procent-kostendekkende tarieven een uitgangspunt. Verdeeld over de verschillende onderdelen zijn ons ambtelijk de volgende indicatieve bedragen aangereikt: 20 miljoen euro door taakvermindering; 5 miljoen euro door innovatie; 5 miljoen euro door efficiëntie en 5 miljoen euro door inkomstenverhoging. Nadere onderbouwing is hier noodzakelijk. De structurele bezuinigingen vanaf 2011 zullen op de bovenvermelde wijze worden opgepakt. Bij een indicatieve bezuinigingsoperatie van 35 miljoen euro wordt voor nieuw beleid 5 miljoen euro in de taakstelling opgenomen. Deze 5 miljoen euro worden voorlopig gestald totdat in september 2010 de rijksbegroting bekend is. Daar waar innovatie en takenreductie zullen leiden tot een afbouw van het aantal medewerkers en/of kosten gemaakt moeten worden samenhangend met (her-)inrichting van systemen en procedures, zullen frictiekosten ontstaan. De bezuinigingen zullen al zo veel mogelijk in 2011 worden gerealiseerd om de in de aanloop naar 2012 te maken frictiekosten te financieren.
pagina
12
5 – 100-dagenplan • • •
Maastricht wil de beste burgemeester van Nederland Maastricht wil de efficiëntste besluitvorming van Nederland Maastricht wil geen taboes op bezuinigingen
Tijdens de informatieperiode is er aanleiding geweest om een zogenaamd ‘100-dagenplan’ te markeren. Hierin worden die onderwerpen aan de orde gesteld waarover het nieuwe bestuur (college en gemeenteraad) binnen honderd dagen duidelijkheid zal verschaffen. Honderd dagen vanaf de beëdiging van het nieuwe college betekent 15 juli 2010, het begin van het zomerreces. Ten eerste zal de komende periode van honderd dagen worden benut om de procedure vorm te geven die moet leiden tot de selectie en benoeming van de nieuwe burgemeester. Hiertoe zal een vertrouwenscommissie worden geïnstalleerd, die allereerst aan de slag zal gaan met de profielschets. De meerderheid van de partijen heeft aangegeven de omvang van deze commissie te willen beperken. Immers een brede samenstelling zal de slagvaardigheid niet ten goede komen. Bovendien wordt breed onderschreven dat de vertrouwenscommissie ondersteund moet worden door een professionele begeleider. Gedurende de eerste zes weken zal mede op basis van eerder gedane verkenningen de vergaderstructuur van de gemeenteraad kritisch onder de loep worden genomen. Het gaat daarbij om de keuze van het vergaderstelsel. Stemmen zijn opgegaan om vergaderstructuren uit andere gemeenten te toetsen op hun toepasbaarheid voor de Maastrichtse situatie. Hierbij wordt ook gekeken naar de functionaliteit van burger-niet-raadsleden. Onderwerpen die in de evaluatie verder een rol spelen zijn: voorzitters en plaatsvervangers van eventuele raadscommissies, het aantal leden en het presidium. Er is grote overeenstemming om terughoudend om te gaan met het honoreren van fractieondersteuning als gevolg van nieuwe afsplitsingen. Wij geven in overweging de huidige structuur te handhaven (en vooralsnog geen nieuwe burger-niet-raadsleden te benoemen) totdat een en ander duidelijkheid is. Ten derde: in de honderd dagen wordt de kerntakendiscussie gevoerd die gebaseerd is op de situatie van artikel 12 Fvw. Deze discussie wordt ingegaan zonder taboes vooraf. De in het middelenhoofdstuk geschetste werk- en benaderingswijze is daarbij uitgangspunt.
pagina
13
pagina
14
6 – Slot Dit coalitieakkoord vormt de bestuurlijke opdracht voor de nieuwe raadsperiode. Gepoogd is hierin niet alleen de beleidsuitgangspunten van de coalitiepartners te verwoorden. Er is uitdrukkelijk ook zo veel mogelijk rekening gehouden met prioriteiten van andere partijen. Van hun vaak goede ideeën is dankbaar gebruikgemaakt. Als de gemeente Maastricht zich naar buiten presenteert als een goede partner is het van groot belang dat ook binnen de gemeente zo wordt geopereerd. Binnen het college, tussen college en fracties, tussen fracties onderling en allemaal samen met het ambtelijke apparaat. Partner zijn wil niet zeggen dat je het altijd met elkaar eens bent. Het gaat erom hoe je samen de verschillen hanteert. Dit zeker in tijden van grote uitdagingen die ons te wachten staan. Samen kijken hoe en waar iets op de meest effectieve en efficiënte manier kan worden uitgevoerd. Regionaal betekent dit dat we ook samen durven te erkennen dat dit daarom niet altijd binnen de grenzen van de gemeente Maastricht hoeft te gebeuren. Dit vereist een moderne interactie die de uitkomst groter maakt dan de som van de delen. Maastricht, 26 maart 2010
Drs. G.J. Beijer, informateur Ambtelijke ondersteuning: Ing. J. Delsing, C. Klemann, Msc., Drs. J. Weling
pagina
15
Gevoerde gesprekken in het kader van het informatieproces Informatie, eerste gespreksronde: Woensdag 10 maart 2010 9.00 uur CU 9.30 uur CVP 10.00 uur LPM
De heer S. Vels De heer J. Hoen Mevrouw K. Nuyts
11.00 uur 11.30 uur 12.00 uur
SP TON SBM
Mevrouw Eijssen, de heer J. Gunther Mevrouw E. Thieme De heer J. Steijns
13.00 uur 13.30 uur 14.00 uur
VVD D66 GL
De heer J. Aarts, de heer M. Lambrix Mevrouw M. Damsma, de heer R. Schoffeleers De heer G. van Grootheest, mevrouw R. Bal
15.00 uur 15.30 uur 16.00 uur
SPM PvdA CDA
De heer P. Frijns, de heer O. Penn De heer J. Costongs, mevrouw M. Quint De heer L. Winants, de heer J. Janssen
Informatie, tweede gespreksronde: Dinsdag 16 maart 2010 9.30 uur Ambtelijk
De heer J. Nauta, de heer M. Rompen, de heer R. Dirx
13.30 - 15.00 uur GL 15.15 - 16.45 uur D66 18.00 - 19.30 uur VVD
De heer G. van Grootheest, mevrouw R. Bal Mevrouw M. Damsma, de heer B. Jongen, de heer R. Schoffeleers De heer J. Aarts, de heer A. Mey, de heer M. Verbeet
Woensdag 17 maart 2010 9.30 - 11.00 uur SPM 11.15 - 12.45 uur PvdA 13.30 - 15.00 uur CDA
De heer P. Frijns, de heer O. Penn, de heer W. Nelissen De heer J. Costongs, mevrouw M. Quint, mevrouw M. Fokke De heer L. Winants, de heer J. Janssen, de heer F. Groutaers
Donderdag 18 maart 2010 9.30 - 11.00 uur
De heer J. Mans, de heer J. Nauta en de heer E. Willems
pagina
16
Ondertekening coalitieakkoord Maastricht, 26 maart 2010
Namens CDA: Luc Winants
Namens PvdA: Jacques Costongs
Namens Senioren Partij Maastricht: Pie Frijns
Namens D66: Mieke Damsma