9de voortgangsrapportage inzake de realisatie bestuurlijke afspraken met Amsterdam (3 okt. 2001) Datum: 26 september Inspecteurs: M. van den Berg, W. Smid en S. Winkel Deze rapportage betreft een korte rapportage over enkele onderwerpen die in het kader van de bestuurlijke afspraken aandacht vergen. De uitgebreide (10de) rapportage met de resultaten per 1 oktober 2002 zal eind oktober worden uitgebracht. Bestuurlijke afspraak 2. 3. Aanpak bestaande tekortkomingen Screenen en schonen Ruim 54.000 dossiers zijn gescreend en geschoond. Begin juni zijn de laatste dossiers afgerond. Uit kwaliteitscontrole is echter gebleken dat plm. 40% van de dossiers wegens gemaakte fouten opnieuw geschoond zullen moeten worden (o.a. ontbreken parafen en te rigoureuze verwijdering van stukken die aan het centraal archief zijn overgedragen). Een plan van aanpak voor een herstelactie is opgezet. Inzetpartners (extern) zouden hierbij worden ingeschakeld. Oorspronkelijk was het de bedoeling half augustus te starten. Op dit moment is de herstelactie nog niet gestart (uitgezonderd één regiokantoor dat 2.865 dossiers hersteld heeft en 3.515 nog in behandeling). De directie SDA heeft besloten de herstelactie niet (verder) uit te laten voeren, maar herstel van de dossiers te koppelen aan de uitvoering van de heronderzoeken, die in de periode van 1 november 2002 tot 1 mei 2003 z’n beslag krijgt. Oordeel inspecteurs Het is teleurstellend dat een grote operatie (het screenen t.b.v. de MBM en schonen van 54.000 dossiers), niet geleid heeft tot complete dossiers. Bovendien levert de koppeling van het herstel van een dossier aan een heronderzoek extra druk op de voortgang van de uitvoering van de heronderzoeken. Toch is het kiezen ‘tussen twee kwaden’ omdat uitvoering van de herstelactie nu veel capaciteit zou vergen, externen moeten worden ingehuurd en alle aandacht van de basiseenheden moet worden gericht op de follow-up MBM. Bovendien is het centraal archief voorlopig niet in staat de daar aangeleverde stukken te retourneren. De onvoldoende sturing op screening en schoning blijft dus niet zonder gevolgen. De directie SDA heeft een onderzoek laten instellen naar de gang van zaken bij het project om hieruit lering te kunnen trekken.
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
1
Megabanenmarkt (MBM) Via de aparte nota van 20 september 2002 is de staatssecretaris hierover geïnformeerd.
Follow-up MBM op en door de regiokantoren Een implementatiemanager met begeleiding van een implementatieteam heeft tot taak de follow-up tot een goed einde te brengen. Per 1 september waren de follow-up units van de regiokantoren geheel bij in het verwerken van de dossiers van de Werk & Inkomen-hal (17.307 dossiers zijn tot nu toe overgedragen). Op een aantal punten is de afgelopen periode extra aandacht gericht: - een herstelactie keuringen: cliënten waarvan de regio’s de (door de MBM opgeschorte) uitkering herstelden wegens medische redenen, zijn alsnog naar de MBM gestuurd. - de invoer van deelnames aan trajecten in het BVS-systeem. - completering van dossiers van cliënten die via de MBM werk hebben gevonden. De laatste twee herstelacties zijn van belang i.v.m. de Agenda voor de Toekomst. Sinds augustus wordt er niet meer opgeschort op de MBM. Dossiers van cliënten die niet zijn verschenen gaan voor opschortingsonderzoek naar de regio. Het lijkt erop dat de lijst opschortingen vervuiling bevat, acties zijn gestart voor opschoning. SDA rapporteert dat tot 1 september 1.117 opgeschorte uitkeringen zijn beëindigd en 1.944 hersteld. In juli bleek uit een beperkte steekproef door de afdeling Interne Controle dat mogelijk ongeveer 40% van de herstelde opschortingen onterecht was hersteld. De herstelde opschortingen zijn daarna opnieuw onderzocht. De cliënten met een opschorting wegens medische redenen zijn opnieuw opgeroepen voor een keuring, de resterende groep wordt opnieuw opgeroepen. Bovendien wordt een nader onafhankelijk onderzoek ingesteld naar het al dan niet terecht herstellen van de uitkeringen op de regiokantoren. Oordeel inspecteurs De directie SDA heeft terecht veel aandacht voor de follow-up. Toch zijn risico’s als achterstand bij de verwerking van overgedragen dossiers, onvolledigheid van de invoer van deelnames in het BVSsysteem, en onterecht herstellen van MBM-opschortingen zeker aanwezig. Wij zullen de ontwikkelingen nauwkeurig blijven volgen.
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
2
Casemanagement De voorbereiding voor de invoering van case-/klantmanagement is in juli gestart met een pilot in twee regio’s. De eindrapportage is gereed en de evaluatieresultaten- en aanbevelingen zijn besproken. In onze 8ste rapportage hebben wij gemeld dat de invoering van casemanagement is vertraagd. Dit was het gevolg van financiële dekkingsproblemen. De afspraken met het ministerie van SZW in het kader van de Agenda voor de Toekomst hebben deze problemen opgelost. Inmiddels wordt de verdere implementatie van klantmanagement afhankelijk gemaakt van de discussie over de verdeling van werkzaamheden over de partners binnen de keten Werk en Inkomen. Ook is inmiddels besloten dat de volgende ronde heronderzoeken zoveel mogelijk in de basiseenheden van de regiokantoren zelf zal plaatsvinden. Om de basiseenheden zo goed mogelijk te faciliteren en gelijktijdig een basis te leggen voor klantmanagement staat de uitrol van BVS in de regio op het niveau van de basiseenheden centraal. Oordeel inspecteurs De vertraging van de invoering van casemanagement vinden wij zorgelijk, niet alleen omdat in het kader van de Agenda voor de Toekomst hierover een afspraak is gemaakt maar ook omdat de follow-up van de MBM klantmanagement vereist. Op de MBM is het cliëntenbestand in kaart gebracht en zijn veel afspraken gemaakt en acties in gang gezet, de dossiers worden overgedragen en de regio’s worden nu geacht de cliënten verder te begeleiden. Door de afwezigheid van klantmanagement in de komende periode vormen de tijdigheid van de heronderzoeken, adequate maatregelen voor het opleggen van sancties en adequate voortgangsbewaking van met de cliënt gemaakte afspraken over activering en uitstroom grote risico’s Heronderzoeken 2002 In augustus was er nog steeds een grote achterstand bij de afronding van de heronderzoeken op de MBM. Het aantal afgeronde heronderzoeken bedraagt 1715. Hoewel de directie SDA tal van maatregelen heeft genomen om het proces te versnellen, bleek dit niet afdoende. Op 30 juli bleek er een voorraad heronderzoeken te zijn van plm. 13.000 cliënten met zowel een rechtmatigheids- als een doelmatigheids- onderzoek, die nog moesten worden gecompleteerd en/of beslist. Voor plm. 8.200 cliënten bleek al wel een doelmatigheidsonderzoek uitgevoerd (W en I-hal) maar nog geen rechtmatigheidsonderzoek. De directie SDA heeft besloten dit rechtmatigheidsonderzoek schriftelijk af te handelen. Vanaf 1 augustus worden op de MBM de zogenaamde heronderzoeken-nieuwe-stijl uitgevoerd door 2 externe bureaus onder aansturing en verantwoordelijkheid van SDA. Inmiddels zijn 7741 cliënten aangeschreven. Dit zijn alle cliënten waarvoor wel een doelmatigheidsonderzoek is uitgevoerd maar nog geen rechtmatigheidsonderzoek. De afhandeling van deze heronderzoeken verloopt volgens strakke processen en een consequente behandeling. Bij het niet nakomen van de inlichtingenplicht wordt onmiddelijk de uitkering opgeschort. Volgens planning dienen alle heronderzoeken (zowel oude als nieuwe stijl) vòòr 1 oktober te zijn afgerond. SDA rapporteert echter dat het risico aanwezig blijft dat dit niet lukt. De kwaliteit van de heronderzoeken krijgt de nodige aandacht door voorafgaand aan de beslissing een strenge kwaliteitscontrole uit te voeren.
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
3
Begin 2002 bleek uit een quick-scan van IC dat in 44% van de onderzochte gevallen er kwalitatieve tekortkomingen op rechtmatigheidsaspecten waren. Op 11 september is een nieuwe rapportage door de afd. Interne Controle uitgebracht m.b.t. de uitvoering van het mondeling heronderzoek MBM. Het blijkt dat nu 14,8% van de onderzochte dossiers kwalitatieve tekortkomingen vertoonde. Voor de onderzochte heronderzoeken die bovendien waren beslist heeft 5,1% nog één of meer tekortkomingen. Oordeel inspecteurs De kwaliteit van de heronderzoeken op de MBM is in de loop van het jaar sterk verbeterd. Dit vinden wij positief, de strenge kwaliteitscontrole werpt z’n vruchten af. Door de grote achterstand in behandeling en beslissing vormen de RAU-termijnen een kritisch punt. Wij verwachten dat de RAU-termijn in veel gevallen is overschreden, maar beschikken niet over cijfermateriaal om dit te staven. SDA heeft toegezegd een overzicht te leveren per 1 oktober van het aantal afgehandelde heronderzoeken en de aantallen binnen en buiten de termijn.
Bestuurlijke afspraken 3 Wegwerken belastingsignalen In de 8ste rapportage hebben we gemeld dat het project belastingsignalen (betrekking hebbend op signalen uit 1997, 1998 en 1999) zou worden afgerond. Dit betekende een overschrijding van bijna 3 maanden ten opzichte van de oorspronkelijke einddatum 1 mei 2002. Inmiddels is het project opnieuw vertraagd. Op 15 mei bracht ACAM (AccountantsdienstAmsterdam) een tussenrapportage uit aan de directie SDA over het project belastingsignalen. Op 4 september is deze rapportage ook aan de wethouder gestuurd. De accountantsdienst concludeert dat de opzet en uitvoering van het project niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen en dat in veel gevallen cliënten ten onrechte beschuldigd zijn of worden van het niet/niet volledig verstrekken van informatie met daaraan gekoppeld het (voornemen tot het) opleggen van een boete. Het draait voornamelijk om de discussie of terecht of onterecht de persoonsdossiers en de inkomstenverklaringen van de cliënten niet zijn gebruikt. Bij de opzet van het – door KPMG in Den Haag uitgevoerde- Belastingproject werd ervoor gekozen om de klantdossiers niet te betrekken bij de behandeling van de Belastingsignalen omdat deze dossiers nodig waren voor het project Screening en Schoning ten behoeve van de MBM. (“een dossier kan maar éénmaal worden uitgegeven”). Ook wij hebben in de 8ste rapportage gewezen op het risico van onterecht boeteoplegging. Van alle 39.020 dossiers uit 1997-1999 hoeft het project Belastingsignalen 29.750 onderzoeken afgerond, 9.270 dossiers zijn momenteel in behandeling. Er is vastgesteld dat in totaal 7.643 gevallen leiden tot terugvordering. Hiervan is in 2.275 gevallen ook het boetetraject al doorlopen c.q. is het onderzoek volledig afgehandeld. Het totale terugvorderingsbedrag bedraagt € 16.764.630. Dit is inclusief het terugvorderingbedrag voortvloeiende uit de onderzoeken die reeds door de Sociale Recherche Amsterdam (SRA) zijn afgerond (€ 8.740.510). Het voorziene boetebedrag bedraagt ruim € 1.000.000. De directie SDA heeft besloten Atos-KPMG opdracht te verlenen tot een aanvullend onderzoek van de ruim 7600 dossiers waarvan is geconstateerd dat aan betreffende cliënt teveel uitkering is betaald en dat mogelijk sprake is van een ‘boetewaardige’ situatie vanwege verwijtbaar gedrag van de cliënt. Het aanvullend onderzoek houdt in dat gebruik wordt gemaakt van de bijstandsdossiers en waar
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
4
mogelijk de financiële dossiers van de cliënten alsmede de inkomstenverklaringen. Na (aanvullend) onderzoek van 750 dossiers zal bekeken worden of dit onderzoek voldoende toegevoegde waarde heeft. De extra benodigde capaciteit wordt per dossier op gemiddeld 1.5 uur geschat. Het project zal door deze gewijzigde aanpak tot eind dit jaar duren. Oordeel inspecteurs De vertraging die het project heeft opgelopen door het wachten op looninformatie krijgt een vervolg door het aanvullend onderzoek van in principe 7600 bijstandsdossiers. Nu gebleken is dat SDA in het verleden veel fouten heeft gemaakt bij het beëindigen van de uitkering is het niet acceptabel dat bij geconstateerde samenloop van uitkering en ander inkomen per definitie uit te gaan van verwijtbaar gedrag van de cliënt. De directie heeft dan o.i. ook terecht het besluit genomen tot aanvullende onderzoeken ondanks extra capaciteitsbeslag, kosten en uitloop van het project. Wel vinden wij dat deze uitloop niet ten koste mag gaan van het starten met de belastingsignalen 2000. Verder uitstel lijkt ons niet acceptabel maar wij hebben nog steeds geen plan van aanpak of opdrachtformulering (aan een extern bureau) gezien.
Bestuurlijke ontwikkelingen Plan wethouder Oudkerk Op de eindmanifestatie van de MBM op 23 september heeft wethouder Oudkerk zijn plannen ontvouwd over de Amsterdamse aanpak ná de MBM. Om de doelstelling van het college van B&W te bereiken (in 2006 16.000 mensen aan het werk, 4.000 mensen actief in vrijwilligerswerk, 4.000 mensen aangepast werk, afrekenen met armoede) moeten de goede punten van de MBM worden voortgezet en geïntensiveerd. Alle knelpunten in de huidige structuur moeten worden opgeruimd; dat betekent minder aandacht voor het proces en alle aandacht voor het resultaat. Hij roept het kabinet op om de ambities van de gemeente te helpen realiseren. Concreet wil dit zeggen ruimte voor experimenten om te dereguleren en te ontschotten voor de hele keten die zich bezig houdt met werk en inkomen met duidelijke resultaatafspraken en resultaatfinanciering. Wethouder Oudkerk heeft oud-minister Willem Vermeend verzocht om tijdelijk (een half jaar) een stuurgroep voor te zitten die in Amsterdam een aantal knelpunten op gaat lossen en vernieuwingen in het W&I-veld in gang zet. Taken van deze stuurgroep zijn ondermeer: -
belemmeringen in de wet en regelgeving oplossen geldstromen ontschotten regie en samenwerking tussen de verschillende W&I-partijen verbeteren en de mogelijkheid voor een lokale uitvoeringsorganisatie, waarin ook CWI en UWV opgaan, onderzoeken creeëren van een infrastructuur voor de aanbodzijde van de arbeidsmarkt
In een pilot worden bovegenoemde punten op korte termijn verder uitgewerkt en geconcretiseerd. In de stuurgroep zitten, naast Willem Vermeend, ook André Jansen en vertegenwoordigers van CWI, werkgevers en vakbonden.
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
5
Tenslotte kondigde de wethouder aan dat Amsterdam er in geslaagd is van € 35 miljoen aan ESFgelden binnen te halen voor dekking van de kosten van de MBM. 3de driemaandelijkse rapportage SDA Op 4 september is de voortgangsrapportage april tot en met juni 2002 m.b.t. het Plan van Aanpak door het College van B en W vastgesteld en aan de Staatssecretaris van SZW gezonden. De kernpunten uit de 8ste voortgangsrapportage IWI kunnen dienen als standpuntbepaling ten aanzien van deze 3de driemaandelijkse rapportage. Bijlage 1 van de 8ste voortgangsrapportage geeft een overzicht /stand van zaken per 1 juli 2002 van de bestuurlijke afspraken met Amsterdam waarop het Plan van Aanpak is gebaseerd. De meeste afspraken zijn nog niet gerealiseerd. Uiteraard hebben afspraken om de sociale dienst op orde te krijgen tijd nodig. Maar afspraken betrekking hebbend op het wegwerken van achterstanden zijn ook nog niet allemaal gerealiseerd. Zo zijn in 2002 nieuwe achterstanden ontstaan op het gebied van heronderzoeken. Ook het wegwerken van de belastingsignalen 1997, 1998 en 1999 is nog niet afgerond terwijl met de signalen 2000 nog niet is gestart! Op 24 september heeft het college van B&W (de financiële dekking van ) het plan voor de nieuw op te richten afdeling Handhaving onverkort goedgekeurd, waardoor afspraak 2.8 kan worden nagekomen. ACAM (Accountancy en Consultancy Amsterdam) zal vóór 1 oktober een reviewverslag uitbrengen, betrekking hebbend op deze rapportage.
Bijlage 1 bij IWI/DTG/02/73902
6