Datum en tijd afspraak:
____________________ Meld u bij het Maag-, Darm- & Levercentrum op de derde verdieping, balie 320
SIGMOÏDOSCOPIE 26303
Afspraak
Voor uw afspraak kunt u zich melden bij het Maag-, Darm- & Levercentrum op de derde verdieping, bij balie 320 in het Sint Franciscus Gasthuis. Als u bent opgenomen op de verpleegafdeling, is bovenstaande voor u niet van toepassing. De arts die uw sigmoïdoscopie verricht is: Mw. M.P.G.F. Anten Maag-, darm Dr. L. Berk Maag-, darm Mw. Dr. I. Leeuwenburgh Maag-, darm Dr. A.J.P. van Tilburg Maag-, darm Mw. Dr. R.L. West Maag-, darm-
Spoedeisende vragen
en en en en en
leverarts leverarts leverarts leverarts leverarts
Voor spoedeisende vragen na de sigmoïdoscopie kunt u telefonisch contact opnemen met het Sint Franciscus Gasthuis, via telefoonnummer 010 - 461 6161. U kunt dan vragen naar de dienstdoende arts-assistent Interne Geneeskunde.
Inleiding
In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten een sigmoïdoscopie te laten verrichten. Een sigmoïdoscopie wordt uitgevoerd om meer te weten te komen over mogelijke darmafwijkingen, zoals ontstekingen, poliepen, uitstulpingen (divertikels) of een gezwel (tumor). In deze folder geven wij u informatie over dit onderzoek.
Algemeen
Een sigmoïdoscopie is een onderzoek waarmee het laatste deel van de dikke darm wordt bekeken. Onderzoek Het onderzoek gebeurt met een colonoscoop (scoop), een dunne, flexibele bestuurbare slang. In het uiteinde hiervan (de tip) is een minuscule camera ingebouwd. Via de camerabeelden, die worden geprojecteerd op een beeldscherm, kan de arts de darm aan de binnenzijde inspecteren. Vaak worden stukjes weefsel (biopten) weggenomen. Het verkregen weefsel wordt opgestuurd voor nader onderzoek. Via de scoop is het ook mogelijk om bepaalde ingrepen uit te voeren, zoals het verwijderen van poliepen, het stelpen van een bloeding of het oprekken van een vernauwing. Een sigmoïdoscopie is het meest nauwkeurige onderzoek van de dikke darm en beter in staat afwijkingen op te sporen dan röntgenfoto’s. Het verkrijgen van weefsel voor onderzoek en het uitvoeren van kleine ingrepen zijn een ander belangrijk voordeel van een sigmoïdoscopie ten opzichte van een röntgenfoto.
Voorbereiding Darmspoelvloeistof Ontlasting belemmert het zicht op de darmwand. Voor dit onderzoek is het dan ook noodzakelijk dat de darm helemaal leeg en schoon is. Om dit te bereiken dient u de dag voor het onderzoek te beginnen met het drinken van darmspoelvloeistof. U krijgt een recept waarmee u de darmspoelvloeistof bij uw apotheek kunt verkrijgen. Daarnaast krijgt u een voorbereidingsschema, waarin wordt uitgelegd hoe en wanneer u met de darmspoelvloeistof moet beginnen.
Dit recept moet u minstens twee dagen voor het onderzoek bij uw apotheek inleveren, om zeker te zijn dat uw apotheek dit middel op tijd aan u kan verstrekken. Indien u opgenomen bent op de verpleegafdeling, wordt de darmspoelvloeistof via de verpleegkundige aan u verstrekt. Voeding: Sommige voedingsmiddelen verhogen de kans op het verstoppen van de scoop. Gebruik daarom drie dagen voor het onderzoek de volgende voedingsmiddelen niet meer: diverse kleine soorten zaden, zoals maanzaad, sesamzaad en lijnzaad. diverse soorten fruit met kleine pitten, zoals kiwi’s en druiven. Direct na het onderzoek is het weer toegestaan deze voedingsmiddelen in te nemen. Indien u ijzertabletten slikt,zoals Ferrofumaraat of Fero Gradumet moet u hier 10 dagen vóór het onderzoek mee stoppen. Direct na het onderzoek kunt u weer starten met uw ijzertabletten. Vertel het uw arts als u: allergisch bent voor medicijnen of verdoving; (mogelijk) zwanger bent; hart- en vaataandoeningen heeft; een longaandoening heeft; diabetes (suikerziekte) heeft. U moet dit melden bij het maken van de afspraak, in verband met de planning en het innemen van uw medicatie. U dient het innemen van tabletten voor uw diabetes dan wel spuiten van insuline uit te stellen tot na het onderzoek. Soms is ook een verlaging van de dosis noodzakelijk. Dit besluit neemt u in overleg met uw behandelend arts. een stoornis van de bloedstolling heeft; bloedverdunnende medicijnen (antistollingsmedicatie) gebruikt. Meer informatie vindt u in de volgende alinea.
Bloedverdunnende medicijnen (antistollingsmedicatie) Als u bloedverdunnende medicijnen (antistollingsmedicatie) gebruikt dient dit meestal van tevoren worden aangepast. Acetylsalicylzuur (Ascal): doorgaan, wel melden aan de arts die het onderzoek uitvoert. Clopidrogel (Plavix): doorgaan, wel melden aan de arts die het onderzoek uitvoert. Dipyridamol (Persantin): doorgaan, wel melden aan de arts die het onderzoek uitvoert. Prasugal (Efient): doorgaan, wel melden aan de arts die het onderzoek uitvoert. Indien u een combinatie van bovenstaande middelen gebruikt dient er gestaakt te worden (meestal betreft dit de Plavix of Prasugel). Overleg dit met de arts die het onderzoek aanvraagt. Acenocoumerol (Sintrom): in overleg met de Star/trombosedienst stoppen. Fenprocoumon (Marcoumar): in overleg met de Star/trombosedienst stoppen. Rivaroxaban (Xarelto): 2 dagen voor het onderzoek stoppen. Dabigatran (Pradaxa): 2/3 dagen voor het onderzoek stoppen, afhankelijk van uw nierfunctie. Apixaban (Eliquis): 2 dagen voor het onderzoek stoppen. Stop nooit op eigen initiatief met deze medicijnen Indien u twijfelt of u moet stoppen met uw medicijnen, kunt u van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur contact opnemen met het Maag-, Darm- & Levercentrum, via telefoonnummer 010 - 461 6173. Stoppen met antistollingsmedicatie Geef aan de trombosedienst door dat uw aanvragend arts u heeft geadviseerd om uw antistollingsmedicatie tijdelijk te stoppen vanwege het onderzoek. Vrijwel altijd kunt u de antistollingsmedicatie direct na het onderzoek hervatten. Dit hoort u na het onderzoek van de arts die de sigmoïdoscopie heeft uitgevoerd. Tevens maakt u dan een afspraak met de trombosedienst om een aantal dagen na het onderzoek bloed te prikken en aan de hand van de bloeduitslag de medicatie te hervatten. Voor deze procedure bent u zelf verantwoordelijk.
Indien u bent opgenomen op de verpleegafdeling wordt in overleg met u en de afdelingsarts het beleid ten aanzien van de antistollingsmedicatie of de medicatie voor de diabetes bepaald. Inname medicijnen In het algemeen kunt u uw medicijnen gewoon blijven gebruiken. Wel dient u rekening te houden met het tijdstip van inname. Indien u vlak vóór of na het drinken van de darmspoelvloeistof uw medicatie inneemt, wordt dit niet door het lichaam opgenomen. Wij adviseren u de medicatie twee uur vóór of na het drinken van de darmspoelvloeistof in te nemen met een kleine hoeveelheid water.
Tips
Vraag de dag van het onderzoek vrij van uw werk; Als het onderzoek in de ochtend plaatsvindt (voor 12.00 uur), raden wij u aan om ook de middag daarvoor vrij te nemen. U kunt dan in de thuissituatie beginnen met het drinken van de darmspoelvloeistof. Draag gemakkelijk zittende kleding; Zorg dat u, vanaf het moment dat u begint met het drinken van de darmspoelvloeistof, in de buurt van een toilet blijft; Neem schoon ondergoed mee; Neem de medicijnen die u gebruikt of uw medicatieoverzicht van de apotheek mee naar het ziekenhuis. Hierbij zijn ook de medicijnen die u bij de drogist haalt van belang. Als u diabetes heeft en insuline spuit, neemt u uw prikpen en insuline mee naar het ziekenhuis. Zodoende kunt u tijdens uw verblijf in het ziekenhuis over insuline beschikken.
Time Out Procedure
Voorafgaand aan het onderzoek wordt er op verschillende momenten een Time Out Procedure (TOP procedure) uitgevoerd. Hierin worden uit veiligheidsoverwegingen herhaaldelijk dezelfde vragen aan u gesteld. Deze antwoorden geven ons informatie die belangrijk kunnen zijn voor een goed verloop van het onderzoek.
Onderzoek
Voor het onderzoek wordt u gevraagd uw onderlichaam te ontbloten en uw schoenen uit te doen. Bij aanvang van de sigmoïdoscopie ligt u op uw linkerzij met iets opgetrokken knieën. Via de anus wordt de scoop door de MDL-arts in de endeldarm gebracht en voorzichtig door de dikke darm opgevoerd. Eventueel wordt u gevraagd om op uw rug of andere zij te gaan liggen. Het opvoeren van de scoop kan af en toe pijnlijk zijn vanwege de bochten in de darm. Op verzoek van de arts duwt de endoscopie-assistente soms op uw buik om de scoop beter door bepaalde bochten in uw darm te begeleiden. Het is dan van belang om goed te ontspannen en uw buik slap te houden. Daarnaast blaast de arts af en toe wat lucht in om de darmwand beter in beeld te krijgen. Het inblazen van lucht kan buikkrampen veroorzaken, waardoor u mogelijk winden moet laten. Dit is dus heel normaal en geeft verlichting van de krampen. Tijdens het onderzoek kunnen stukjes weefsel (biopten of poliepen) worden weggenomen, dit is niet pijnlijk. Het afgenomen materiaal wordt voor nader onderzoek naar het laboratorium gebracht. De sigmoïdoscopie duurt meestal tien tot vijftien minuten.
Na de behandeling
Na afloop van het onderzoek kunt u zich weer aankleden als u zich goed voelt. Het is verstandig naar het toilet te gaan voordat u naar huis gaat. U heeft waarschijnlijk nog wel last van een opgeblazen gevoel of buikkrampen, die verdwijnen na het laten van winden. Ook kunt u het beste drinken en eten voordat u het ziekenhuis verlaat.
Complicaties
Ernstige complicaties zijn zeer zeldzaam bij dit onderzoek. Er is een erg kleine kans dat een flauwval-achtige reactie optreedt, als gevolg van het onderzoek. Deze reactie wordt gekenmerkt door: u niet lekker voelen; misselijkheid; soms braakneigingen; transpireren; een licht gevoel in het hoofd. In zeldzame gevallen treedt kortdurend bewustzijnsverlies op. Dit is vervelend, maar niet gevaarlijk. Bloeding In uitzonderlijke gevallen kan een bloeding optreden, bijvoorbeeld wanneer een poliep is verwijderd. De bloeding ontstaat meestal direct na verwijdering van een poliep. Indien u tijdens de opname een bloeding krijgt, waarschuwt u dan de verpleegkundige. Via de scoop kan dan zo nodig meteen een behandeling worden toegepast om de bloeding te stelpen. Heel soms treedt een bloeding later op, tot veertien dagen na het onderzoek. Een dergelijke nabloeding stopt vaak vanzelf. In zeldzame gevallen is een ziekenhuisopname nodig met aanvullende behandeling, zoals een bloedtransfusie. Soms is het nodig om een nieuwe sigmoïdoscopie te verrichten, met als doel de bloeding te stelpen. Ook kan een vaatonderzoek worden verricht, met als doel het bloedende vat af te sluiten. Indien dit niet lukt, volgt een operatieve ingreep. Operatieve ingreep Heel zelden leidt een bloeding tot een operatieve ingreep. Een zeer zeldzame complicatie is een darmperforatie. Dit betekent dat een gaatje in de darmwand is ontstaan. Dit is een ernstige complicatie, die een ziekenhuisopname en soms een spoedoperatie tot gevolg heeft. Helaas is het hierbij soms noodzakelijk om een tijdelijk stoma aan te leggen.
Indien u thuis klachten krijgt van hevige buikpijn, koorts of flink bloedverlies, dan moet u acuut contact opnemen met het Sint Franciscus Gasthuis. Deze informatie kunt u terugvinden aan het begin van deze folder.
Uitslag
De MDL-arts die het onderzoek heeft verricht, maakt een verslag van de sigmoïdoscopie voor de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Het is gebruikelijk dat de arts die het onderzoek heeft verricht u na afloop iets vertelt over zijn bevindingen. Soms moet het resultaat van weefselonderzoek in het laboratorium worden afgewacht. De uitslag hiervan wordt beoordeeld door de arts die het onderzoek heeft uitgevoerd en vervolgens doorgestuurd naar de arts die het onderzoek heeft aangevraagd. Deze laatste bespreekt het onderzoek met u wanneer de uitslag bekend is.
Vragen
Wij hopen dat u na het lezen van deze folder met vertrouwen het onderzoek tegemoet gaat. Als u nog vragen heeft, dan kunt u van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur telefonisch contact opnemen met het Maag-, Darm- & Levercentrum, via telefoonnummer 010 - 461 6173. Als u bent opgenomen op de verpleegafdeling, kunt u altijd uw verpleegkundige om aanvullende informatie vragen.
Januari 2016