BESTRALING BIJ BORSTKANKER Van uw arts hebt u vernomen dat een bestraling noodzakelijk is in het kader van uw behandeling voor borstkanker. In deze brochure vindt u een aantal nuttige adviezen die u kunnen helpen om problemen te voorkomen of bepaalde ongemakken te beperken. Wenst u meer uitleg of hebt u specifieke vragen, aarzel dan niet om uw arts of verpleegkundige hierover aan te spreken. Zij zullen u graag helpen.
Mogelijke reacties van het lichaam op de bestralingsbehandeling Bestraling werkt alleen in het gebied van uw lichaam dat bestraald wordt. Afhankelijk van de plaats die bestraald wordt, kunnen lokaal bijwerkingen optreden. Sommige mensen hebben veel last van bijwerkingen, anderen merken er weinig van. De ernst van eventuele bijwerkingen heeft niets te maken met het resultaat van de behandeling; als u geen bijwerkingen hebt, betekent dit niet dat de radiotherapie geen resultaat heeft. Acute bijwerkingen ontstaan tijdens de bestralingen en genezen nadat de bestralingen afgerond zijn. Dit kan wel enkele weken duren. Radiotherapie kan ernstige gezondheidsschade toebrengen aan een foetus. Om deze reden mag u beslist niet zwanger zijn of worden tijdens de bestralingsbehandeling. Bij een mogelijke zwangerschap – ook als deze nog niet bevestigd is – dient u altijd onmiddellijk uw arts te verwittigen.
Huidreacties Uitwendige stralen gaan onvermijdelijk eerst door de huid alvorens het te bestralen doelvolume in het lichaam te bereiken. Door de behandeling kan uw huid droger en gevoeliger worden. De bestraalde huid kan gaan jeuken. Tot enige tijd na het beëindigen van de behandeling kan de huid verkleurd blijven en kan ze afschilferen. De mate waarin de huid reageert, hangt af van een aantal factoren zoals het type straling (elektronen of fotonen) en de gebruikte energie, de toegediende dosis, het feit of u al dan niet chemotherapie heeft gekregen, en de plaats van de bestraling. Een klein deel van de stralen verlaat het lichaam.
… GZA Ziekenhuizen Campus Sint-Augustinus ● Wilrijk Campus Sint-Vincentius ● Antwerpen Campus Sint-Jozef ● Mortsel ZNA ZNA Middelheim ● Antwerpen ZNA Jan Palfijn ● Merksem AZ Klina ● Brasschaat AZ Nikolaas ● Sint-Niklaas AZ Monica ● Antwerpen – Deurne AZ Sint-Jozef ● Malle UZA ● Edegem
Iridium Kankernetwerk
[email protected] www.iridiumkankernetwerk.be
Dit is aan de tegenovergestelde kant van de plaats waar de stralen het lichaam binnengaan, waardoor eventueel ook uw rug en nek huidverkleuringen kunnen vertonen. Dit kan zich enkel voordoen indien naast de borst of thoraxwand ook de omgevende klierstreken bestraald moeten worden. Reacties van de huid kunnen pijnlijk zijn, bijvoorbeeld bij aanraking door kleding. Huidreacties ontstaan gewoonlijk rond de 3de week van de behandeling. Daarna kunnen ze geleidelijk toenemen. De huid verkleurt meestal licht- tot soms donkerrood. Soms kunnen er gevoelige plaatsen ontstaan, met eventueel blaasjes en open wondjes. In het ergste geval kunnen de open wondjes vervloeien tot grote, vochtige plekken. Deze laatste klachten treden vooral op in de huidplooien (plooien in de hals, in de oksels, onder de borsten, …) en kunnen, zelfs na het beëindigen van de bestralingsbehandeling, nog toenemen. Lichte huidreacties genezen vanaf 1 à 2 weken na de behandeling, hevigere huidreacties genezen vanaf 2 à 4 weken na de behandeling. De huidverkleuring verbleekt geleidelijk na enkele weken tot maanden. Er maakt een gespecialiseerde wondzorgverpleegkundige deel uit van ons team. De verpleging en/of de arts kunnen u naar haar verwijzen. Zij kan dan samen met de arts over de gepaste (thuis)verzorging beslissen. Aanbevelingen Deze aanbevelingen gelden enkel voor de plaatsen waar u bestraald wordt. Het is niet noodzakelijk de rest van uw lichaam op dezelfde manier te verzorgen. u bestraald Tijdens de bestralingsbehandeling o
Bescherm uw huid tegen bijkomende irritatie, verwondingen en ontstekingen zolang de behandeling duurt en dit tot uw huid volledig genezen is.
o
Smeer uw huid in met een vochtinbrengende crème (Bepanthol® krijgt u mee op simulatie). Ook bij jeuk of een erg droge huid kunt u deze crème gebruiken. Wij raden aan de crème vanaf de eerste dag van de bestraling maximaal twee maal per dag aan te brengen op de bestraalde huid. De crème is aangenaam in gebruik, absorbeert snel en veroorzaakt geen vetvlekken.
o
Geef de voorkeur aan een douche in plaats van een bad. Als de markeringen vervagen, probeert u deze best niet zelf terug te tekenen. U contacteert hiervoor de dienst radiotherapie waar u behandeld wordt om een afspraak te maken met een verpleegkundige die de lijnen kan bijtekenen. Houd er tevens rekening mee dat deze aantekeningen op de huid kunnen afgeven op uw kleding of prothese.
o
Gebruik liever lauw dan warm water bij het wassen. Warm water maakt de huid namelijk droger.
o
Kies een vochtinbrengende zeep met een neutrale PH.
o
Was uw borst voorzichtig met een zacht washandje, dep zachtjes in plaats van te wrijven. Ook afdrogen doet u best voorzichtig en deppend. Houd huidplooien droog.
o
Gebruik geen warmwaterkruik of een elektrisch kussen.
o
Vermijd het gebruik van (alcoholische) deodorants (non-alcoholic of en non-metallic deodorants mogen wel gebruikt worden).
o
Vermijd het ontharen van de oksel tijdens de bestralingsbehandeling.
o
Vermijd krabben of wrijven bij een branderig of jeukend gevoel
o
Een koud washandje of een gelkussentje, dat in de koelkast gelegen heeft, kunnen helpen. Wikkel het koude gelkussen in een doek voor u het tegen uw huid plaatst.
Bestraling bij borsttumoren
Versie 16-02-2016
2/5
o
Vermijd kleding die schuurt of knelt. Draag liefst geen strak zittende beha of korset. Als u toch een beha draagt, kunt u uw huid eventueel met een zacht doekje beschermen. Soms is het aangewezen om onder uw beha een katoenen hemdje te dragen.
o
Loszittende kledij is aan te raden. Draag liefst katoenen kleding als deze rechtstreeks in contact komt met de bestraalde huid.
o
Bescherm uw huid tegen rechtstreeks zonlicht. Zonneproducten houden de zon niet volledig tegen en kunnen bovendien irritatie veroorzaken.
Tijdens de eerste weken na de behandeling o
Het is aangewezen bovenstaande aanbevelingen na de behandeling te blijven toepassen tot de huid volledig hersteld is.
o
Wacht met het aanschaffen van een definitieve prothese tot uw huid volledig hersteld is.
Tot één jaar na de behandeling
o
Bescherm uw huid tegen direct zonlicht.
o
Gebruik een zonneproduct met factor 30 of hoger, als uw huid blootgesteld wordt aan de zon.
De borst De plaats waar u bestraald wordt, kan wat zwellen. Men spreekt dan van oedeem. De zwelling blijft meestal beperkt tot een licht opgezette borst. Het oedeem in de borst is, net zoals de huidverkleuring, van tijdelijke aard. Aanbevelingen
o
Als u een beha draagt, kiest u best voor een ruim zittend model.
o
Als u een voorlopige borstprothese draagt, zorg dan dat deze zacht aanvoelt en niet schuurt. Een katoenen hemdje onder de prothese kan uw huid extra beschermen.
De arm Het uitruimen van de lymfeknopen in de oksel (zgn. okselevidement) kan aan die kant van uw lichaam de circulatie van het lymfevocht naar de bloedsomloop vertragen. Het lymfevocht hoopt zich op waardoor uw arm dikker kan worden en uw huid gespannen aanvoelt. Dit noemt men lymfoedeem. Het risico op het ontstaan van lymfoedeem is afhankelijk van de uitgebreidheid van de heelkunde, en het al dan niet bestralen van de oksel. Lymfoedeem kan soms pas jaren na de behandeling optreden. De lymfevaten en -knopen spelen ook een belangrijke rol in de bestrijding van infecties. Met het wegnemen van meerdere lymfeknopen gaat deze functie gedeeltelijk verloren. Vandaar dat ieder wondje, insectenbeet of kleine oppervlakkige infectie aanleiding kan geven tot ontsteking van de lymfevaten. Hierbij kunnen zwelling, rode vlekken, een algemeen gevoel van onwelzijn en koorts optreden. In dit geval dient u onmiddellijk naar uw arts te gaan. Onbehandelde of slecht behandelde infecties kunnen laattijdig lymfoedeem bevorderen.
Bestraling bij borsttumoren
Versie 16-02-2016
3/5
Aanbevelingen
o
Vermijd overbelasting van de arm.
o
Vermijd zoveel mogelijk het heffen van zware lasten. Het vaak uitvoeren van dezelfde beweging is af te raden. U zult snel zelf ondervinden wat de maximaal toelaatbare belasting van uw arm is.
o
Draag geen strak zittende kleding of sierraden.
o
Regelmatige bloedafnames, infusen en bloeddrukmetingen aan deze arm zijn af te raden.
o
Vermijd baden boven 38°C, sauna, extreme koude en sterke waterstralen.
o
Voorkom schrammen, wees voorzichtig bij het knippen van nagels.
o
Ontsmet kleine wondjes en verwittig uw huisarts bij de eerste tekenen van infectie.
o
Vraag zeker raad aan uw arts of verpleegkundige als uw arm rood wordt, warm aanvoelt, zichtbaar zwelt en pijnlijk is. Ook als u koorts hebt, neemt u best contact op met de dienst radiotherapie.
De slokdarm Bij patiënten die niet enkel op de borst of thoraxwand worden bestraald, maar ook op de klierstreken (bijvoorbeeld de klieren achter het borstbeen) kan het voorkomen dat ze na enige tijd last krijgen bij het slikken. Dat komt doordat in dergelijke situaties de slokdarm niet volledig gespaard kan worden tijdens de bestraling. De slokdarm kan hierdoor in meer of mindere mate ontsteken (zgn. oesofagitis). De sliklast begint meestal rond de 3de week van de bestraling. Nadat de behandeling beëindigd is, vermindert de last snel en verdwijnt na enkele dagen. Vraag zeker raad aan uw arts of verpleegkundige als u plots meer last krijgt bij het slikken of als bij het slikken een branderig gevoel ontstaat. Aanbevelingen Als u last hebt bij het slikken, kunt u voor elke maaltijd een lichte pijnstiller nemen (Dafalgan®, Perdolan®, ...). Deze middelen zijn zonder voorschrift verkrijgbaar. Om lokaal de pijn te verzachten zal uw arts u Syngel® voorschrijven. Zoals uw arts u zal uitleggen, is het belangrijk om Syngel® in te nemen voor elke maaltijd. U slikt 1 koffielepel in, spoelt daarna uw mond met een slokje water en slikt ook dit door. Dit procedé mag u gerust één of zelfs twee maal herhalen per keer.
Vermoeidheid Afhankelijk van de duur en het type bestraling hebben de meeste patiënten in meer of mindere mate last van vermoeidheid. Meestal spreekt men van een algemene vermoeidheid die in het begin van behandeling slechts af en toe aanwezig is en toeneemt naar het einde van de behandeling. Deze vermoeidheid verschilt van de gewone vermoeidheid die iemand kan voelen na een zware dag. Zij hangt niet altijd samen met activiteiten en verbetert ook niet altijd door rust te nemen of door te slapen. De vermoeidheid kan mild zijn, maar ook ernstig met een gevoel van uitputting. De vermoeidheid kan nog enkele weken na het stoppen van de bestraling aanslepen. Deze klachten zijn meestal te wijten aan de combinatie van de verschillende behandelingen die u onderging en aan het feit dat uw lichaam extra energie vraagt voor uw psychisch en lichamelijk herstel. Het belangrijkste is dat u naar uw lichaam luistert en zo nodig bijvoorbeeld een middagpauze inlast. Probeer echter indien mogelijk een normaal dagritme aan te houden. Bestraling bij borsttumoren
Versie 16-02-2016
4/5
Late effecten Buiten deze bijwerkingen die tijdens en kort na de bestraling optreden, hebben stralen ook bijwerkingen die pas maanden tot jaren later duidelijk worden. Deze hebben veel minder de neiging om over te gaan. U kunt dit zien als een soort littekenvorming.
Huid: de huid kan wat donkerder van kleur worden en bloedvaatjes in de huid kunnen wat duidelijker zichtbaar worden. Ook het vetweefsel kan wat vaster aanvoelen.
Lymfoedeem: patiënten waarbij de hele oksel is geopereerd, hebben een kans op het ontwikkelen van een dikke arm. Bestraling van de oksel vergroot dit risico enigszins.
Longen: het kan zijn dat een klein deel van de long wat slechter gaat functioneren. Gezien het grote reservevolume van de long merken patiënten daar in het dagelijks leven doorgaans niets van.
Elke bestraling brengt een beperkt risico op secundaire tumoren in het bestraalde gebied met zich mee. Dit uit zich pas na meerdere jaren en is vooral van belang bij jongere personen. Sowieso weegt dit theoretische risico niet op tegen de noodzaak van behandeling van uw huidige ziekte.
Hebt u nog vragen? Neem dan contact op met de afdeling Radiotherapie van het Iridium Kankernetwerk: -
campus campus campus campus campus
Sint-Augustinus AZ Nikolaas AZ Klina ZNA Middelheim ZNA Jan Palfijn
03/443 03/760 03/298 03/280 03/800
39 73 10 40 63
37 86 00 36 50
www.iridiumkankernetwerk.be
Deze brochure/folder werd met zorg samengesteld en is zuiver informatief van aard. Aangezien de medische wetenschap zeer snel evolueert, kunnen geen garanties worden geboden m.b.t. de volledigheid van de inhoud van deze brochure/folder. De informatie in deze brochure/folder is algemeen van aard en dient te worden begrepen als aanvulling op de specifieke (mondelinge) informatie van de behandelend arts. De medische praktijk is geen exacte wetenschap, zodat een opsomming van mogelijke complicaties in deze brochure/folder nooit volledig kan zijn. Door de arts kan geen verbintenis worden aangegaan over het uiteindelijke resultaat van de beschreven behandeling.
Bestraling bij borsttumoren
Versie 16-02-2016
5/5