Bestemmingsplan Voorzieningencluster-Educatief plein, Heerjansdam. Gemeente Zwijndrecht

Bestemmingsplan Voorzieningencluster-Educatief plein, Heerjansdam Gemeente Zwijndrecht

Bestemmingsplan Voorzieningencluster-Educatief plein, Heerjansdam Gemeente Zwijndrecht

Toelichting Bijlagen Regels Verbeelding Schaal 1:1.000 Datum: juni 2011 Projectgegevens: TOE05-ZWI00003-01B NA T02-ZWI00003-01A NA T02-ZWI00003-02A RAO02-ZW I00003-01A RLO02-ZWI00003-01A REG05-ZW I00003-01B TEK05-ZW I00003-01B BYL05-ZW I00003-01A Identificatienummer: NL.IMRO.0642.mp05educatiefplein-3001 Status: Vastgesteld d.d. 28 juni 2011

Post bus 435 – 52 40 AK Rosmale n T (073) 523 39 00 – F (073) 523 39 99 E info@croo ne n.nl – I w ww .croonenadv iseurs.nl

Bestemmingsplan Voorzieni ngencluster-Educ atief pl ein, Heerjans dam

Gemeente Zwijndrecht

Inhoud 1

Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Ligging plangebied 1.3 Geldende bestemmingsplannen 1.4 Lees wijzer toelichting

1 1 1 2 2

2

Planbeschrijving 2.1 Ontstaansgeschiedenis 2.2 Ruimtelijke en functionele analyse 2.3 Ontwikkelingen

3 3 4 5

3

Uitvoerbaarheid 3.1 Inleiding 3.2 Beleid 3.3 Milieu

11 11 11 13

4

Wijze 4.1 4.2 4.3

29 29 29 31

5

De procedure 5.1 Overleg 5.2 Zienswijzen

33 33 33

6

Bronnen 6.1 Boeken en rapporten 6.2 Websites

35 35 35

Bijlagen Bijlage 1

Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6

Bijlage 7

van bestemmen Algemeen Methodiek Bestemmingen

Becker & Van de Graaf, Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase Sportlaan, Heerjansdam Gemeente Zwijndrecht (31 maart 2010) Croonen Adviseurs b. v., Onderzoek luchtkwaliteit educatief plein Heerjansdam, RLO02-ZW I00003-01a (15 juni 2010) Croonen Adviseurs b. v., Quickscan flora & fauna ‘Voorzieningencluster, Heerjansdam’ NA T02-ZWI00003-01A (6 april 2010) Croonen Adviseurs b. v., Rapport akoestisch onderz oek Educatief plein Heerjansdam, RA O02-ZWI00003-01A (10 juni 2010) Cauberg-Huygen, voorzieningencluster Heerjansdam, externe veiligheid (3 juni 2010) Croonen A dviseurs b. v., Eindrapportage vleermuizenonderzoek voorzieningencluster Heerjansdam, NA T02-ZW I00003-02A (5 oktober 2010) Geofox-Lexmond bv, Waterhuishoudkundigplan, Masterplan Heerjansdam (22 maart 2010)

Croonen Adviseurs


Bijlage 8 Bijlage 9 Bijlage 10


Milieudienst Zuid-Holland Zuid, Actualisatie Milieuparagraaf, Masterplan Voorzieningencluster Heerjansdam (25 november 2009) Gemeente Zwijndrecht, Reactienota bestemmingsplan ‘Voorzieningencluster-Educatief Plein’ Gemeente Zwijndrecht, Notitie zienswijzen bestemmingsplan ‘V oorzieningencluster-Educatief Plein’

Ligging plangebied (maps.google.com)

De toekomstige voorzieningencluster is met rode belijning aangegeven, het deel wat dit bestemmingsplan mogelijk maakt met blauw e belijning. Het Woonzorgcomplex (WoZoCo) is aangegeven met gele belijning. Ten noorden hiervan ligt de Groene Zoom. (maps.google.com)

Croonen Adviseurs



1 Inleiding 1.1

Aanleiding Heerjansdam wordt gekenmerkt door een breed aanbod aan gemeenschaps voorzieningen, waaronder scholen, verenigingen, sportfaciliteiten en een bibliotheek. Echter, deze voorzieningen hebben zowel ruimtelijk als functioneel weinig samenhang en worden, door de gespreide ligging over de kern, niet altijd optimaal benut. De bovengenoemde knelpunten zijn aanleiding geweest om te gaan zoeken naar een passende oplossing. Deze oplossing is, na onderzoek en overleg, uiteindelijk gevonden in de realisatie van een voorzieningencluster centraal in de kern tussen de Dorpsstraat, de Sportlaan, de Hoef en de Nijverheidsstraat. Een en ander is vastgelegd in het Masterplan V oorzieningencluster Heerjansdam. Hierin is het programma vastgelegd, dat bestaat uit woningen en diverse maatschappelijke voorzieningen. De realisering van dit voorzieningencluster past niet in de vigerende bestemmingse plannen ‘Woonzorgcomplex’ en ‘Dorp en Dijken 3 herziening’. Een nieuw bestemmingsplan is derhalve noodzakelijk. Voor de s port hal is al een planologische procedure doorlopen. De ontwikkeling zal vanuit stedenbouwk undig oogpunt wel worden meegenomen in de bestemmingsplanprocedure voor het gebied. Voorliggend bestemmingsplan betreft het Voorzieningencluster-Educatief plein, de sporthal en het bijhorende openbare gebied en voorziet in een adequate juridische planologische regeling voor de toegestane bebouwing en het toegestane gebruik in het plangebied. Voor het overig deel van het voorzieningencluster is op dit moment nog geen uitgewerkt plan. Daarom is dit niet meegenomen in voorliggend plan. Omdat het E ducatief plein en de sporthal onderdeel uitmak en van het grot er geheel van het voorzieningencluster is in voorliggende toelichting ingegaan op het gehele voorzieningencluster en de positie van het Educatief plein daarbinnen.

1.2

Ligging plangebied Het voorzieningencluster ligt in het binnendijkse deel van het Waaldorp Heerjansdam. De geplande ont wikkeling is gelegen tussen de Dorpsstraat, de Sportlaan, de Hoef en Nijverheidsstraat. Het Educatief plein en de sport hal liggen in het zuidwestelijk deel van het voorzieningencluster. Zie voor de locatie van de ruimtelijke ont wikkeling de hiernaast gelegen afbeeldingen. De zuidelijke grens wordt gevormd door de lintbebouwing aan de Dorpsstraat. De Dorpsstraat bevindt zich op een dijk, de woningen staan er dicht op de weg en ze grenzen met hun achtertuinen aan het plangebied. Het plangebied ligt enkele meters lager dan de dijk.

Croonen Adviseurs

1



De noordelijke grens wordt gevormd door de Sportlaan. Deze laan is één van de verbindingswegen tussen de dijk en het dorpsplein. De laan heeft een diverse bebouwing met aan de zijde van de planlocatie voornamelijk vrijstaande bebouwing en aan de andere zijde van de straat rijwoningen. Aan de oostkant van het voorzieningencluster bevindt zich het woonbuurtje ‘De Hoef’. De Hoef is een woonbuurtje met een cul-de-sac -achtige ontsluiting vanaf de Sportlaan. Er zijn extra voetgangers verbindingen tussen de Sportlaan en de Hoef en tussen de Hoef en de planlocatie. De huidige voetgangers verbinding met de locatie loopt echter dood op het hek van de school. De westelijk gelegen Nijverheidsstraat vormt de verbinding met het dorpsplein. Aan het einde van de straat is een trap die naar de Dorpsstraat leidt.

1.3

Geldende bestemmingsplannen Voor het plangebied vigeren de bestemmingsplannen ‘Woonzorgcomplex’ en ‘Dorp e en Dijken 3 herziening’. Het bestemmingsplan ‘Woonzorgcomplex’ is door de gemeenteraad van Zwijndrecht op 8 mei 2001 vastgesteld. Het bestemmingsplan e ‘Dorp en Dijken 3 herziening’ is door de gemeenteraad van Heerjansdam op 10 juni 1986 vastgesteld. De voorgenomen ont wikkeling past niet binnen de huidige bestemmingen en bebouwingsmogelijkheden. Om deze reden is voorliggend bestemmingsplan opgesteld.

1.4

Leeswijzer toelichting Na deze inleiding volgt een hoofdstuk waarin de huidige situatie en de ruimtelijke ontwikkelingen worden beschreven. In hoofdstuk 3 wordt er ingegaan op het beleid, de milieutechnische randvoorwaarden, de ec onomische- en maatschappelijke uit voerbaarheid en handhaving. Hoofdstuk 4 beschrijft de wijze van bestemmen van het plangebied. In hoofdstuk 5 wordt de juridische procedure toegelicht. De bronnen van voorliggend bestemmingsplan zijn opgesomd in hoofdstuk 6.

Croonen Adviseurs

2



2 Planbeschrijving 2.1

Ontstaansgeschiedenis Het dorp Heerjansdam is ontstaan ter plaatse van de afdamming van de vroegere zijrivier van de Oude Maas: de Waal. Van oorsprong was de bebouwing voornamelijk langs de dijk, de huidige Dorpsstraat, gelegen. Deze dijk vormde vroeger de hoofdwat erkering voor de Oude Maas. Geleidelijk is het dorp in oostelijke en noordelijke richting uitgebreid. Aan de zuidzijde van de Dorpsstraat ligt het bedrijventerrein Gors. Dit bedrijventerrein scheidt de kern af van de Oude Maas. Van oorsprong ligt dit bedrijventerrein aan de haven van Heerjansdam. Door de aanleg van de nieuwe hoofdwaterkering in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd de haven van de Oude Maas afgesneden. De bebouwing is voornamelijk aan de noordzijde van de voormalige buitendijk gelegen, dan wel onderlangs deze zijde van de dijk. Eind jaren 80 van de vorige eeuw is aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, in de Polder Buitenland, een begin gemaakt met de realisering van een nieuw woongebied. Met de realisering van de tweede fase van ‘Zuid’ is begin 1994 een aanvang genomen. Dez e is nu voltooid.

Topografis che kaart van 1850 (watwaswaar.nl)

Croonen Adviseurs

3



Belangrijk in de wegenstructuur zijn de Dorpsstraat, de Lindeweg en de Lindtsedijk welke de verbinding vormen met Barendrec ht/A29 respectievelijk Zwijndrecht, en de Molenweg die Heerjansdam in noordelijke richting ontsluit richting de A16 en Zwijndrecht. Met de in 1992 aan de zuidkant van het dorp aangelegde Randweg werd de Dorpsstraat ontlast van een deel van het extern geric hte verkeer. De dorpskern Heerjansdam heeft een eigen, dorps en groen karakter. Dit specifieke karakter zal behouden moeten blijven, onder andere door nieuwe bebouwing zorgvuldig in te passen binnen de historische cont ext van het gebied.

2.2

Ruimtelijke en functionele analyse

2.2.1

Bebouwingsstructuur Het voorzieningencluster ligt ruimtelijk ingeslot en t ussen de Dorpsstraat (een dijk met lintbebouwing), de Nijverheidstraat en woongebied de Hoef. Dit zijn groene woonstraten met grondgebonden woningen (divers in typologie en maximaal twee bouwlagen met kap), waarvan de achtertuinen direct aan het plangebied grenz en. Alleen langs de noordelijke begrenzing van het plangebied, de Sportlaan, is geen sprake van een achterkantbeleving. Aan de overzijde van deze weg staan juist grondgebonden woningen met een woonoriënt atie richting het plangebied. De huidige bebouwing in het plangebied van het voorzieningencluster bestaat uit solitaire gebouwen. De bebouwing is één bouwlaag hoog, de sport hal is hoger. Het gebied heeft een redelijk open karakter, maar vanaf de Sportlaan is er beperkt zicht op de bebouwing.

2.2.2

Verkeer De locatie ligt centraal in het dorp en de bereikbaarheid is dan ook vanuit het grootste deel van Heerjansdam goed. Het dorps plein is op kort e loopafstand bereikbaar via de Nijverheidstraat en biedt de nodige voorzieningen zoals winkels, een snackbar en een Chinees restaurant. Recentere ontwikkelingen en toekomstige uitbreidingen vinden voornamelijk plaats in het zuiden van Heerjansdam. Hierdoor is een aansluiting op de locatie vanuit het zuiden zeer gewenst. Moment eel vormt de dijk nog een logistieke barrière. Het verkeer moet via het Dorpsplein of de S portlaan omrijden. Voor fietsers en voetgangers is er een kortere weg. Zij k unnen via een t rap vanaf de dijk naar de Nijverheidstraat. Voor autoverkeer is de Sportlaan de belangrijkste ontsluitingsweg.

2.2.3

Groen- en waterstructuur Heerjansdam heeft bijzondere groene openbare ruimtes langs de verschillende straten. Het zijn kleine gras velden met woningen rondom. Dit groen draagt bij aan de openheid van de straten, maar ook aan het dorpse karakter. Naast de kleine groenplekken ligt centraal in het dorp, aan de overzijde van de planlocatie, een groene zoom.

Croonen Adviseurs

4



Deze groene zoom is een grote centrale groenplek en biedt ruimte aan verschillende activiteiten en maakt dat de locatie voor het voorzieningencluster goed zichtbaar is vanuit de omgeving. Op de locatie staan verschillende grote bomen en langs de Sportlaan staat een strakke bomenrij. De locatie heeft nu geen watergang of andere vorm van oppervlaktewater. Het dichtstbijzijnde water ligt aan de zuidkant van de dijk. Het water ac hter de Hoef heeft geen hoge waterkwalit eit omdat het water geen stroming heeft. 2.2.4

Maatschappelijke voorzieningen Binnen het plangebied van het volledige voorzieningencluster staan nu twee scholen (de Protestants Christelijke Basisschool de Rank en de Openbare B asisschool Koningin Juliana) een sporthal en een groot KPN-telefoongebouw.

2.3

Ontwikkelingen In voorliggende paragraaf wordt allereerst ingegaan op het gehele plan voor het voorzieningencluster, omdat het Educatief plein en de sporthal hier een duidelijk onderdeel van uitmaken. Vervolgens is ingezoomd op de ontwikkeling van het Educatief plein.

2.3.1

Stedenbouwkundig concept – Voorzieningen cluster Heerjansdam krijgt nieuwe en verbeterde voorzieningen. Gekozen is voor twee pleinen die verbonden worden door een groen (autovrij) middengebied.

Ruimtelijke en stedenbouw kundig concept van de ontwikkeling (Masterplan Voorzieningencluster Heerjansdam, 2005)

De reden om voor de vorming van twee pleinen te kiezen, heeft voor een deel te maken met de startsituatie. De sporthal is een vast gegeven in de planvorming en dit gebouw ligt achter op het terrein.

Croonen Adviseurs

5



Om de zichtbaarheid te vergroten en de sporthal te betrekken bij de nieuwe voorzieningen is gekozen voor een plein waaraan alle voorzieningen geclusterd liggen. De sporthal wordt hiermee geïntegreerd en komt centraal in het plan te liggen, daarmee ook zichtbaarder. Bovendien biedt clustering van functies de mogelijkheid om een tweede dorpsplein te maken dat ruimte biedt aan kleinschalige activit eiten die een band hebben met de scholen of met één van de andere instanties. De ruimtelijke ont wikkeling van het gebied is ontworpen vanuit de pleinen. Het is voor het koppelen van de voorzieningen en de woningen belangrijk dat de pleinen een goede connectie vormen tussen de bebouwde en onbebouwde ruimtes. Niet elk plein heeft hierin dezelfde functie en betekenis. De ruimte voor de auto zal ondergeschikt zijn aan de stedenbouwkundige indeling. De auto wordt veelal weggestopt achter bouwwerken en groenstructuren. De groenstructuren zal deels bestaan uit de bestaande groenstructuur, deze wordt zoveel als mogelijk gehandhaafd omdat ze de kwaliteit van het plangebied mede bepalen. Het stedenbouwkundig plan voor de locatie is ruimt elijk nog niet overal vastgelegd. Het geeft een eerste idee. De loc atie is in drie delen opgedeeld, het voorzieningen plein oftewel Educatief plein, het groenplein en het woonplein, dit om stedenbouwkundige redenen en de mate van conc retisering. Tevens zijn de sporthal en het KPN-telefoongebouw al aanwezig. De ideeën voor het woonplein zijn nog het meest globaal. Het is nog niet duidelijk waar precies het WoZoCo ontwikkeld gaat worden. Voor het Educatief plein zijn de plannen inmiddels zodanig concreet dat deze verder uitgewerkt kunnen worden en kunnen worden vastgelegd in een bestemmingsplan. Voorliggend bestemmingsplan betreft daarom uitsluitend het Educatief plein met aansluitend de sporthal en het bijbehorende openbare gebied. Daarom zal nu alleen op dit deel verder ingegaan worden. 2.3.2

Educatief plein Het Educatief plein (met daarin de twee basisscholen, een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang, de peuterspeelzaal, de bibliotheek en de Speel-o-theek) en de sport hal worden aan het voorzieningenplein gevestigd. Het voorzieningenplein heeft een stedelijk karakter. De bebouwing van het E ducatief plein en sporthal vormt samen met de bebouwing aan de andere zijde van het plein een wand waardoor een omsloten, bijna intiem plein ontstaat. De bebouwing is georiënteerd op het plein en wordt ook via het plein ontsloten.

Croonen Adviseurs

6



De architectuur van de gebouwen is verschillend, maar doordat de gebouwen dezelfde materialen gebruiken en nagenoeg dezelfde hoogte hebben, vormen zij toch één geheel. Educatief plein

Nader in te vullen bebouw ing

Voorzieningenplein

Sporthal

Voorlopig stedenbouwkundige indeling van het voorzieningenplein (Masterplan Voorzieningencluster Heerjansdam, 2005)

Openbare ruimte Het iets verhoogde middengebied van het plein is merendeels verhard en biedt ruimte aan zitbanken en groen. Er wordt tevens voorzien in enkele parkeerplaat sen. Bebouwing Het Educatief plein vormt één zijde van de wand rondom het voorzieningenplein. De school heeft een pauzeruimte aan de achterzijde van de school. Dit heeft als voordeel dat het plein buiten schooltijden eenvoudig afsluitbaar is en er veel ruimte ontstaat tussen de woningen van de Nijverheidsstraat en de schoolbebouwing. De bebouwing is met twee bouwlagen uitgevoerd waarvan de tweede bouwlaag aan de achterzijde terugliggend is ten aanzien van woonbebouwing aan de Nijverheidsstraat. Aan de zuidzijde van het plein ligt de sport hal die de zuidelijke afsluiting van het plein vormt. Parkeren en ontsluiting Het plein met het Educatief plein en de sporthal wordt vanaf de Sportlaan ontsloten door middel van een weg die in het verlengde ligt van de straat aan de Groene Zoom. Het is mogelijk om bezoekers en goederen voor de deur af te leveren. Voor fietsers en wandelaars komt er mogelijk een extra verbinding met de dijk en het groene middengebied zodat reistijden verkort worden en het aantrekkelijker is om te lopen of te fietsen. Om autogebruik te ontmoedigen zijn er maar enkele parkeerplekken op het plein voorzien.

Croonen Adviseurs

7



Het merendeel van de parkeerplekken ligt op korte afstand. Het KPNtelefoongebouw wordt via het plein, achter de sporthal langs, ontsloten. Om voorlopig, tot dat ook het overig deel van het gebied is ontwikkeld, te kunnen voorzien in de park eerbehoefte worden op het plein parkeervoorzieningen aangelegd. 2.3.3

Functionele structuur Het voorzieningencluster bestaat uit verschillende maatschappelijke voorzieningen en woningen. In het Educatief plein k omen verschillende functies voor. Deze functies worden hierna beschreven. Sporthal Den Dam De sporthal is in 2009 gerenoveerd. Daarbij is de kantine omgebouwd tot een zaal die bruikbaar is voor verschillende doeleinden. Cultureel Centrum De Hummel Deze voorziening is inmiddels ten behoeve van het Educatief Plein gesloopt. De activit eiten die hier plaats vonden, zijn ondergebracht in een nieuwe zaal van de sporthal en in een aantal portocabins. In het nog t e bouwen Woon-/zorgcomplex (buiten voorliggend bestemmingsplan) komt eveneens een zaal voor activiteit en, die in De Hummel plaats vonden. De Brede School De Brede school in Heerjansdam biedt met haar gebruikers een doorlopend aanbod van onderwijs, opvang, ontspanning en ontmoeting aan. De partners in de Brede school kiezen voor de term Educatief Plein omdat de term `Brede school’ te veel op de scholen gericht is. Het Educatief Plein is een plein/plaats om te ontmoeten. Landelijk gezien worden heel verschillende accenten gekozen als het gaat om brede schoolontwikkeling. Het inhoudelijke aanbod van het Educatief Plein in Heerjansdam zal zich vooral richten op: — een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn; — ouderbetrokkenheid; — een integraal aanbod van onderwijs, opvang en cultuur voor kinderen en hun ouders; — een hoge kwaliteit van de voorzieningen: de kleine kern Heerjansdam beschikt over voorzieningen van een goed niveau; — het efficiënter gebruik van schaars e ruimt e, het beter afstemmen van het aanbod (diensten en activiteiten) door de fysieke aanwezigheid van voorzieningen; — speel-o-theek en bibliotheek bij de hand; — betere afstemming van diensten door inhoudelijke samenwerking (horizontaal en verticaal); — inhoudelijke vernieuwing van het aanbod van diensten en activiteiten.

Croonen Adviseurs

8



De volgende organisaties verzorgen het aanbod in het E ducatief plein in Heerjansdam: — Openbare Bibliotheek Zwijndrec ht, servicepunt bibliotheek. — Stichting Kinderopvang B obo, kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal. — Openbare basisschool Koningin Juliana. — PCO Heerjansdam, protestant christelijke basisschool. — Speel-o-t heek Heerjans dam. Naast de nieuwe en/of verhuisde functies in het Educatief plein behoudt de sport hal zijn huidige hoedanigheid. 2.3.4

Bouwhoogte s en rooilijnen De bouwhoogte van het Educatief plein en de sporthal is één tot twee bouwlagen. De sporthal heeft een maximale bouwhoogt e van 10 meter, het Educatief plein 8 meter. Beide gebouwen hebben een hoog en een laag gedeelte. In het plan zijn de voorgevelrooilijnen erg belangrijk, omdat het merendeel van de bebouwing gegroepeerd is rondom t wee pleinen. De bebouwing vormt dan ook een wand van het plein en de k racht van een plein vermindert als er gaten in de wand zitten. Daarom liggen de voorgevelrooilijnen van het voorzieningenplein en het woonplein vast. Ook de voorgevelrooilijn langs de S portlaan is van belang. Er dient namelijk voldoende afstand te zijn tussen de nieuwbouw en de bestaande woningen. Daarnaast moet het vrijstaande karakter aan de Sportlaan gehandhaafd worden door de bebouwing zodanig te situeren dat alleen de kopse kanten naar de Sportlaan zijn gericht. De achtergevelrooilijnen zijn minder van belang. Wel moet er voldoende afstand zitten tussen de nieuwe en bestaande bebouwing bij de plaatsing van het Educatief plein ten aanzien van de woonbebouwing aan de Nijverheidsstraat. Deze achtergevelrooilijn is daarmee ook vastgelegd in de regels van voorliggend bestemmingsplan.

Croonen Adviseurs

9


Croonen Adviseurs

10




3 Uitvoerbaarheid 3.1

Inleiding De voorgenomen ontwikkeling moet passen binnen het vigerende beleid op zowel rijks-, provinciaal- en gemeentelijk niveau. Er is daarom een analyse uitgevoerd van de beleidsstukken die voor de ontwikkeling en het plangebied relevant zijn. Hieronder zijn de belangrijkste bevindingen uit het beleid beschreven en wordt aangegeven hoe de ont wikkeling in het plangebied hierop inspeelt. Omdat het Educatief plein onderdeel uitmaakt van het voorzieningencluster is in voorliggend hoofdstuk, zoveel als nodig, ingegaan op de totale ontwikkeling.

3.2

Beleid

3.2.1

Rijks- en provinciaal beleid De ontwikkeling moet ten eerste passen binnen het nationaal en provinciaal beleid. In de Nota Ruimt e wordt aangegeven dat inbreiden de voorkeur heeft boven uitbreiden. Het provinciaal beleid borduurt hierop voort. In de Visie op Zuid-Holland wordt er verwezen naar het uitgangspunt: bundeling van verstedelijking. De intensivering van stedelijke functies mag niet ten koste gaan van de kwaliteit van het binnenstedelijk leef- en vestigingsmilieu. Dat betekent dat intensivering gepaard gaat met verbetering van de milieukwaliteit en dat grotere eenheden stedelijk groen hun groene functie en k waliteit moeten behouden en in principe niet in aanmerking k omen voor verdichting. Het plangebied ligt in bestaand stedelijk gebied. Hierbinnen is ontwikkeling toegestaan. Heerjansdam valt onder het regime van restrictief beleid. Wat wil zeggen dat Heerjansdam voldoende woningen moet hebben om t e kunnen voldoen aan de natuurlijke vraag. Volgens Rijks- en provinciaal beleid zijn de geplande woningen toegestaan.

3.2.2

Gemeentelijk beleid Structuurvi sie Zwijndrecht 2030 De Structuurvisie Zwijndrecht 2030 is een uitwerking op lokaal niveau van de Scenariostudie Drechtsteden 2030. Via drie themaverkenningen (ecologie, wonen en werk en) en aan de hand van twee integrale scenario's (ontspannen en dynamisch) mondt de studie uit in een aantal ruimt elijke hoofdkeuzen. Het gemeentebestuur van Zwijndrecht kiest, waar mogelijk, voor het realiseren van inbreidingen binnen de bestaande bebouwing, zodat de schaarse onbebouwde ruimte kan worden gespaard.

Croonen Adviseurs

11



Het plangebied is aangeduid als een gebied met bestaande bebouwing (suburbaan gebied). Hier staat het behoud en vernieuwing van de bestaande ruimtelijke structuur voorop. Voor het plangebied zijn dan ook geen belemmeringen voor de beoogde intensivering van de bebouwing aangegeven. Woonbeleid In de Woonvisie Zwijndrecht 2015 en de Dorps visie Heerjansdam 2009 wordt ingezet op ruimtelijke-functionele mogelijkheden voor woningbouw binnen de bestaande contouren van Heerjansdam. Tevens wordt er ingezet op het bevorderen van de vestigingsmogelijkheden voor starters en jonge gezinnen. In voorliggend bestemmingsplan wordt er verder niet op het woonbeleid ingegaan omdat met deze ont wikkeling geen woningen mogelijk worden gemaakt. Voorzieningenbeleid Het beleid van de gemeente Zwijndrecht gaat bij de ont wikkeling en structuur van welzijns voorzieningen uit van een tweetal uitgangspunten. Het eerste uitgangspunt is dat de gemeente problemen, gebieden en wijken integraal benadert. Een integratie en clustering van voorzieningen ondersteunt dat. Ten tweede streeft de gemeente naar voorzieningen die goed bereikbaar zijn voor de burgers. De vraag welk voorzieningenniveau moet worden gerealiseerd wordt eerst op wijken vervolgens stadsniveau beantwoord (van micro naar macroniveau). Als het gaat om onderwijs staat het concept ‘B rede school’ centraal in het programma Sociaal Investeren. Sociaal investeren beschrijft een aanpak waarbij per wijk integraal gewerkt wordt aan een verbetering in de sociale infrastructuur en de samenhang van wijk en wijkbewoners. Afhankelijk van de wijk (en mogelijke problematiek) kan een geïntegreerde voorziening van wijk-, welzijns - en onderwijs functies aangeboden worden. Het voorzieningencluster in Heerjansdam bestaat uit drie onderdelen: een woonzorgcomplex, een Educatief Plein en een t weetal zalen voor educatieve en sociale activit eiten. Het past hiermee dus binnen het beleid van de gemeente om voorzieningen te clusteren en te int egreren, de dorps voorzieningen op peil te houden en in het programma ‘sociaal investeren’. Groenstructuurplan 2005-2015 Door de gemeente Zwijndrecht is in augustus 2009 het Groenstructuurplan opgesteld. In dit beleids document wordt de groenvoorziening met visie en beleid aangepakt en ontwikkeld. Aanpassingen richten zich voornamelijk op de groenstructuur in het stedelijk gebied. Met betrekking t ot ont wikkelingen in het buitengebied zullen er aanbevelingen gedaan worden, waarbij er rekening wordt gehouden met de toekomstige (vastgestelde) ontwikkelingen.

Croonen Adviseurs

12



Het plangebied ligt aan een ‘hoofdgroenplek’. Uitgangspunt is handhaven en versterken van de groenstructuur. In de zuidoosthoek van het stedenbouwkundig plan bevindt zich ook ‘wijkgroen’. Uitgangspunt is handhaven en versterken van de wijkgroenstructuur. Bij functieverandering van (delen van) een wijk kan het groen wat niet behoort tot de stedelijke groenstructuur een andere functie krijgen. Herkenbaarheid van (nieuwe of bestaande) indeling van de wijk moet bij functieverandering gegarandeerd worden. Tevens mogen samenhang en gebruikswaarde van het groen voor de wijk als geheel niet worden aangetast. Totale kwaliteit van het wijkgroen mag niet verminderen. Het plan voor het voorzieningencluster houdt hiermee rekening. Parkeerbeleidsplan Zwijndrecht 2009 Door de gemeente Zwijndrecht is in april 2009 het Parkeerbeleidsplan opgesteld. In dit beleidsdocument zijn de beleids uitgangspunten en beleidsinstrument en van de gemeente Zwijndrecht met betrekking tot het parkeren in de hele gemeente vervat. Op basis van dit beleid kunnen de maat regelen die hieruit voorvloeien in een uit voeringsprogramma worden beschreven en de organisatorische en financiële consequenties worden benoemd. In 1999 heeft de gemeente Zwijndrec ht het ‘vraagvolgend’ parkeerbeleid ingevoerd. Dat betekent dat als een wijziging in de bestaande situatie wordt voorzien de gemeente in overleg treedt met bewoners en belanghebbenden om de betreffende parkeersituatie in hun woonomgeving te beschouwen en zo mogelijk op te lossen. De leefbaarheid in die wijken staat onder druk. De gemeente wil een prettig woon- en leefklimaat stimuleren. Het plan voor het Educatief plein houdt hiermee rekening.

3.3

Milieu

3.3.1

Inleiding In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat nieuwe ont wikkelingen niet alleen uit beleidsmatig en ruimt elijk/functioneel oogpunt haalbaar zijn, maar ook vanuit verschillende milieuhy giënische- en planologische aspecten. In deze paragraaf worden de volgende milieuhygiënische- en planologische aspecten nader in beeld gebracht: bodem, geluid, luc htkwaliteit, hinderlijke bedrijvigheid, externe veiligheid, kabels en leidingen, ecologie, water en cultuurhistorie en archeologie. De onderzoeken zijn uitgevoerd voor het gehele voorzieningencluster. De onderzoeken naar wegverkeerslawaai en luchtkwaliteit zijn wel specifiek voor het Educatief plein uitgevoerd.

Croonen Adviseurs

13


3.3.2


Bodem In het kader van het Masterplan V oorzieningencluster Heerjansdam is in s eptember 2009 een milieuparagraaf opgesteld door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. Hierbij is ook naar de bodemkwaliteit gekeken. In de milieuparagraaf wordt een globaal overzicht gegeven van de algemene plaat selijke bodemkwaliteit en de mogelijkheden om met de vrijkomende grond op een milieuhygiënisch, maatschappelijk en financieel verantwoorde wijze om te gaan. Voor de algemene bodemkwalit eit is gekeken naar de Bodemkwaliteitskaart van de subregio Drechtsteden. Het ontwikkelingsgebied is gelegen in de zone Wonen 1900 – 1980 (DS1 zone). Voor deze zone is kenmerkend dat in de periode van 1900 tot 1980 woningen zijn gebouwd. Verder blijkt uit deze bodemkwaliteitskaart dat in de bovengrond lichte verontreinigingen met lood, nikkel, zink en PAK kunnen voorkomen. In de ondergrond kan een lichte verontreiniging met nikkel voorkomen. Daar waar bijmengingen aanwezig zijn met bodemvreemd materiaal zoals puin, wordt verwacht dat de bodem sterker is verontreinigd. Er is een overzichtstekening gemaakt met daarop de bij de Milieudienst bekende geregistreerde, onderzoc hte locaties met betrekking tot de bodem. Uit het bodeminformatiesysteem (StraBis) blijkt dat over het algemeen lichte verontreinigingen in de grond en het grondwater zijn aangetroffen. Dit is conform de bodemkwaliteitskaart. Plaatselijk worden in de grond matige verontreinigingen met nikkel en sterke veront reinigingen met PAK aanget roffen. Verder zijn in het archief geen gegevens bek end over (voormalige) brandstoftanks. Opgemerkt dient te worden dat in het archief mogelijk tanks niet zijn geregistreerd. Uit het historisch bodem bestand (HBB ) blijkt dat op de locatie een bouwbedrijf, betonwarenfabriek, een sportzaal en speel-o-theek gevestigd zijn (geweest). Vooralsnog zijn deze activiteiten niet een belemmering voor het Masterplan. Op basis van de huidige gegevens kan over het algemeen geconcludeerd worden dat de grond licht verontreinigd is. Plaatselijk zijn spots met matige en sterke verontreiniging in de grond aanget roffen. Voor een volledig beeld van deze bodemveront reinigingen dienen de bijbehorende bodemonderzoeken te worden geraadpleegd. Geadviseerd wordt om, zodra de exacte bouwplannen bekend zijn, de reeds uitgevoerde bodemonderzoeken te screenen en te beoordelen om nogmaals na te gaan of de huidige bekende bodemgegevens voldoende zijn of dat voor de aanvraag van de omgevings vergunning voor het bouwen het uit voeren een verkennend bodemonderzoek noodzakelijk is. Hierbij verdient het ook de aanbeveling om de eventueel te slopen bebouwing te laten inspecteren op de aanwezigheid van asbest.

Croonen Adviseurs

14


3.3.3


Geluid Door Croonen Adviseurs is een akoestisch onderzoek ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling uitgevoerd. Aanleiding voor het akoestisch onderzoek is de realisatie van de voorzieningen aan de Sportlaan te Zwijndrecht. De conclusies van dit akoestisch onderzoek worden hierna beschreven, voor het volledige onderz oek wordt verwezen naar de bijlage. Conform de Wet geluidhinder wegverk eer Uit de resultaten van de berek ening blijkt dat de geluidbelasting vanwege de Zuidelijke randweg (50 km-zone) 48 dB bedraagt op een afstand van maximaal 32,0 meter uit de as van de weg. De te projecteren geluidgevoelige bebouwing komt op een afstand te liggen groter dan 32 meter uit de as van de weg, waardoor de te projecteren geluidgevoelige bebouwing vanwege de Zuidelijke Randweg voldoet aan de voorkeursgrens waarde van 48 dB. Vanwege de Boomgaardweg/ Dorpstraat voldoet de te projecteren geluidgevoelige bebouwing aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. De maximale geluidbelasting bedraagt 37 dB. railverk eer Uit de resultat en van de berek ening blijkt dat de geluidbelasting vanwege het spoort raject Barendrecht -Zwijndrecht 55 dB bedraagt op een afstand van maximaal 570 meter uit de as van de spoorlijn. De te projecteren geluidgevoelige bebouwing komt op een afstand te liggen groter dan 570 meter uit de as van de spoorlijn, waardoor de te projecteren geluidgevoelige bebouwing vanwege het spoortraject Barendrecht-Zwijndrecht voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 55 dB. Conform de Wet ruimtelijke ordening Uit de resultaten van de berek ening blijkt dat de geluidbelasting vanwege de Zuidelijke randweg/Dorpstraat (30 km-zone) 48 dB bedraagt op een afstand van maximaal 34,0 meter uit de as van de weg. De te projecteren geluidgevoelige bebouwing komt op een afstand te liggen groter dan 34 meter uit de as van de weg, waardoor de te projecteren geluidgevoelige bebouwing vanwege de Zuidelijke Randweg/ Dorpstraat voldoet aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB. Vanwege de Nijverheidsstraat/ds. J.A. Visserstraat en de Hoef voldoet de te projecteren geluidgevoelige bebouwing ter plaatse van de waarneempunten 01 tot en met 10 aan de voorkeursgrens waarde van 48 dB. De maximale geluidbelasting bedraagt 37 dB vanwege de Nijverheidsstraat/ds. J.A. Visserstraat en 25 dB vanwege De Hoef. Uit de resultaten van de berekeningen blijkt dat vanwege de Sportlaan de te projecteren geluidgevoelige bebouwing ter plaatse van waarneempunt 02 niet voldoet aan de voorkeursgrens waarde van 48 dB zoals die in de Wet geluidhinder is opgenomen. De maximale geluidbelasting bedraagt 51 dB.

Croonen Adviseurs

15



De te projecteren geluidgevoelige bebouwing heeft weliswaar een geringe overschrijding van de voork eurs grenswaarde, maar omdat de te projecteren geluidgevoelige bebouwing een geluidluwe gevel en buitenruimte heeft en het mogelijk is aan deze gevel de geluidgevoelige ruimte te situeren, is er sprake van een goede ruimtelijke ordening. 3.3.4

Luchtkwaliteit Met betrekking tot de luchtkwaliteit is er door Croonen Advis eurs onderzoek uitgevoerd. Het initiatief behoort niet tot een categorie die in ieder geval als ‘niet in betekende mate’ is aangemerkt en is niet opgenomen in een regionaal of nationaal programma met betrekking tot luchtkwaliteit. Derhalve is een specifiek luchtkwaliteitsonderzoek noodzak elijk om aan te tonen of het initiatief voldoet aan de eisen die zijn opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer. De conclusie van dit luchtkwaliteitonderzoek wordt hierna beschreven. Uit de berekeningen blijkt dat de hoogste waarden optreden in het jaar 2010. In dit 3 jaar bedraagt de jaargemiddelde concent ratie NO2 in de plansituatie 27, 6 µg/m , 3 3 28,1 µg/m en 29, 8 µg/m voor respectievelijk de Sportlaan deel 1, deel 2 en de Dorpstraat/Boomgaardweg. De jaargemiddelde concentratie PM10 bedraagt in de 3 3 3 plansituatie 20,3 µg/m , 20,4 µg/m en 20,8 µg/m voor respectievelijk de Sportlaan 3 deel 1, deel 2 en de Dorpstraat/Boomgaardweg. De grenswaarde van 40 µg/m voor NO2 en PM10 wordt hiermee niet overschreden. Het aantal overschrijdingsdagen van de ‘piekwaarde’ voor PM10 bedraagt maximaal 12. Hiermee wordt de grenswaarde van 35 dagen niet overschreden. Geconcludeerd kan worden dat in alle jaren (ruimschoots) wordt voldaan aan alle grenswaarden, zelfs als wordt uitgegaan van een ‘worst-case-benadering’. De maximale toename van de c oncentraties NO2 en PM10 ten gevolge van het ini3 tiatief bedraagt 0,5 respectievelijk 0,1 µg/m (beide berekend in 2010). Geconcludeerd kan worden dat het initiatief ‘niet in betekenende mate’ bijdraagt aan de lucht verontreiniging, zelfs als wordt uitgegaan van een ‘worst-case-benadering’. De norm voor ‘niet in betekenende mate’ projecten (3% van de grenswaarden voor 3 NO2 en PM10, oftewel 1,2 µg/m ) wordt immers niet overschreden. Er is in onderhavig geval derhalve geen sprake van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden én het initiatief draagt ‘niet in betekenende mat e’ bij aan de lucht verontreiniging. Er wordt hierdoor voldaan aan artikel 5.16 lid a en lid c van de Wet milieubeheer. De luc htkwaliteitseisen vormen derhalve geen belemmering voor de beoogde ontwikkeling.

3.3.5

Hinderlijke bedrijvigheid Voor hinderlijke bedrijvigheid wordt er verwezen naar het onderzoek uitgevoerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. De conclusie hieruit is dat er geen hinderlijke bedrijvigheid is in de directe omgeving van het plangebied.

Croonen Adviseurs

16


3.3.6


Externe veiligheid Met betrekking tot het item externe veiligheid is door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid een onderzoek uitgevoerd. Door Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs is een en ander nog verder uit gewerkt. Voor de volledige rapportage van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en de door Cauberg-Huygen opgestelde notitie wordt verwezen naar de separate bijlage. De analyse voor externe veiligheid is gericht op volgende onderdelen: — transport gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water; — transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen; — risicovolle bedrijven. Transport gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water In de omgeving van het plangebied zijn geen wegen aanwezig met relevant transport gevaarlijke stoffen. De afstand van het plangebied tot aan de Spoorlijn Dordrecht Roermond en de Oude Maas is dusdanig (respectievelijk 1 kilometer en 500 met er) dat het plaatsgebonden risico alsmede het plasbrandaandachtsgebied (toek omstig beleid) geen belemmering vormt voor de planontwikkeling. Gezien het feit dat de realisatie van het plangebied niet zal leiden tot een (relevante) toename van het aantal personen, zal tevens geen sprake zijn van een (relevante) toename van het groepsrisico. Transport gevaarlijke stoffen via buisleidingen In de omgeving van het plangebied zijn geen buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen (aardgastransportleidingen, DPO-leidingen of overig) aanwezig. Ri sicovolle bedrijven Op circa 1 kilometer afstand van het plangebied is het rangeerterrein Kijfhoek gelegen. Op grond van het Revi is deze inrichting aangeduid als spoorwegemplacement waarop het B evi van toepassing is. In het verleden zijn door de provincie risicoberekeningen uit gevoerd voor deze inrichting. In het verleden zijn door de provincie risicoberekeningen uitgevoerd voor het rangeerterrein. Het voorzieningencluster is hierin meegenomen, met uitzondering van de bibliotheek. -8

Het plangebied valt buiten de 10 -c ontour van de bet reffende inrichting zowel op basis van de bestaande inrichting als de toekomstige situatie na uitbreiding van de rangeeractiviteit en. Er wordt derhalve ruim voldaan aan de gestelde eisen met betrekking tot het plaatsgebonden risico. De realisatie van de voorzieningencluster inclusief de vestiging van de bibliotheek zal niet zal leiden tot een toename van het aantal aanwezige personen binnen het invloedsgebied.

Croonen Adviseurs

17



-8

In combinatie met het feit dat het plangebied buiten de 10 -contour is gelegen, welke als maatstaaf voor het invloedsgebied kan worden genomen, zal de voorgenomen ont wikkeling niet resulteren in een toename van het groepsrisico. Deze inrichting vormt daarom geen beperking voor de voorgenomen ontwikkeling. Er zijn geen overige risicovolle bedrijven in de omgeving van het plangebied aanwezig welke relevant zijn voor het plangebied in het kader van externe veiligheid. 3.3.7

Ecologie Met betrekking tot ecologie is er door Croonen Adviseurs onderzoek uitgevoerd. Voor het volledige onderzoek wordt er verwezen naar de bijlage. De conclusie van de uitgevoerde quickscan wordt hierna beschreven. Beschermde natuurgebieden Er zijn geen Natura 2000-gebieden in de directe omgeving (binnen een straal van 3 kilometer) van het plangebied aanwezig. Voor wat bet reft de EHS is er alleen bij directe aantasting sprake van vervolgstappen, waaronder compensatie. Er bevindt zich geen EHS in een van de plangebieden. Er is van directe aantasting van de E HS dan ook geen sprake. Ongeveer twee kilometer t en zuiden van het plangebied ligt een wat ergang die deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur (E HS). Echter, vanwege de afstand en de loc atie van het plangebied (in de bebouwde kom) verwachten wij geen effecten op de aanwezige EHS. Beschermde soorten Op basis van de beschikbare literat uurgegevens en het veldbez oek kan worden vastgesteld dat het terrein een potentiële habitat biedt voor enkele licht beschermde soorten (tabel 1-soorten). De ingreep zal naar verwachting leiden tot een beperkt verlies van leefgebied van enkele soorten van tabel 1 van de Flora- en faunawet. Dit heeft geen invloed op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten, omdat er voldoende leefgebied aanwezig blijft en het relatief algemene soorten betreft. Voor deze soorten geldt dan ook een vrijstelling. Een ontheffing Flora- en faunawet is derhalve niet noodzakelijk.

Croonen Adviseurs

18



In onderstaande tabel zijn de strikter beschermde soorten en/of soortgroepen opgenomen die mogelijkerwijs in het plangebied voorkomen. Daarbij zijn tevens de mogelijke effecten van de voorgenomen ingreep aangegeven en de eventuele noodzaak voor een ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet. Soortgroep/soort

Vlinders - Rouwmantel Libellen - Rivierrombout

Ingreep verstorend

Nader onderzoek

Ontheffing noodzakelijk?

Bijzonderheden/opmerkingen

Nee

Nee

Nee

Habitat ongeschikt

Nee

Nee

Nee

Habitat ongeschikt

Broedvogels

Mogelijk

Nee

Nee

Geen vogelsoorten aanwezig

Vleermuizen

Mogelijk

Ja

Ja, indien aan-

Aanvullend onderzoek naar ver-

wezig

blijfplaatsen en vliegroutes.

die jaarrond beschermd zijn.

Tabel 1: Voorkomen van en effecten op beschermde soorten in het plangebied en de noodzaak voor ontheffing.

Aanbevelingen Vogels De aangetroffen nesten in het plangebied zijn niet van jaarrond beschermde vogelsoorten. Alle broedende vogels zijn ec hter beschermd. Met broedvogels kan in het algemeen relatief eenvoudig rekening worden gehouden door event uele kap- en sloopwerkzaamheden niet uit te voeren in de broedtijd (halverwege maart tot en met halverwege augustus) indien concreet broedgevallen aanwezig zijn. Op deze wijze zijn geen belemmeringen vanuit de Flora- en faunawet aan de orde. Behalve werken wanneer geen broedende vogels aanwezig zijn is het verstoren van vogels te voorkomen door de werkzaamheden voor het broedseizoen in t e zetten en dan continu door te werken (werkzaamheden niet langer dan enkele dagen stil leggen), zodat vogels niet gaan broeden in het gebied waar gewerkt wordt. Vleermuizen Om het terrein geschikt te houden dan wel te maken voor vleermuizen, is het belangrijk om het aanbrengen van verlichting zoveel mogelijk te beperken. Nagenoeg alle vleermuissoorten zijn gevoelig voor licht verstoring. Lage armaturen met wit licht die naar beneden uitstralen vormen geen belemmering voor vleermuizen en zouden gebruikt kunnen worden. Daarnaast willen wij erop attenderen dat er speciaal voor renovatie of nieuwbouw onderhouds vrije vleermuizenkok ers in de handel zijn die ingemetseld kunnen worden en zogenaamde vleermuiskwartieren die eenvoudig te bevestigen zijn aan muren. Deze positieve maatregelen zijn veelal eenvoudig en met geringe meerkosten in nieuwbouw in te passen.

Croonen Adviseurs

19



Conclusie Er is geen noodzaak bevonden een compensatieplan of een voortoets op te stellen. Een vervolgonderzoek naar de aanwezigheid van vleermuis verblijven in de gebouwen en naar vliegroutes van vleermuizen wordt wel noodzakelijk geacht. Vleermuizenonderzoek Het geadviseerde vleermuizenonderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden. De rapportage (Croonen Adviseurs, 5 oktober 2010) is als bijlage opgenomen. Hierna zijn de conclusies vermeld. Er zijn op de planlocatie drie soorten vleermuizen waargenomen, de Gewone dwergvleermuis, de Ruige dwergvleermuis en de Laat vlieger. Om onbekende reden lijkt het plangebied niet aantrekkelijk voor vleermuizen. Opvallend was dat in juli, de voor vleermuizen drukste periode, er zelfs totaal geen vleermuiz en zijn aangetroffen. In de bomen en bebouwing binnen de grenzen van het onderzocht e plangebied zijn geen verblijfplaatsen gevonden en ook geen sporen die daar op duiden. Foerageren gebeurd voornamelijk ten noorden van het plangebied en vliegroutes zijn niet aangetroffen. Een roepend mannetje van de gewone dwergvleermuis is waargenomen net buiten het plangebied. Dit roepende mannetje heeft daar dus een territorium en paarverblijfplaats in de buurt. Paarverblijfplaatsen behoren tot de vaste rust- en verblijfplaatsen en zijn volgens de Flora- en faunawet beschermd. Wanneer de werkzaamheden worden uitgevoerd buit en het paarseizoen (half augustus tot en met september) dan zijn er geen problemen te verwachten ten aanzien van de Floraen faunawet. Op basis van het uitgevoerde vleermuisonderzoek kan in alle redelijkheid worden gesteld dat de voorgenomen plannen weinig of geen invloed zullen hebben op de locale vleermuispopulatie, mits rekening gehouden wordt met het paarseizoen. Voor wat betreft vleermuizen zijn er dan verder geen belemmeringen te verwachten ten aanzien van de Flora- en faunawet. 3.3.8

Water In opdracht van de gemeente Zwijndrecht heeft Geofox -Lexmond bv een waterhuishoudkundig plan opgesteld voor de ont wikkelingslocatie. Aan de hand van de onderzoeksresultaten en de geldende beleidsregels zijn de waterhuishoudkundige aspecten van het voornemen verantwoord. De uitkomsten van het veldwerk kunnen daarnaast als basis dienen voor de technische uit werking, het rioleringsplan en wellicht een bemalingsadvies. Hierna zal de waterparagraaf beschreven worden, voor het volledige wat erhuishoudkundig plan wordt er verwezen naar de separate bijlage.

Croonen Adviseurs

20



Huidige situatie Waterhuishouding Het plangebied ligt in het bemalingsgebied ‘Zwijndrechtse Waard’. In het bet reffende peilgebied wordt een vast waterpeil van –1,80 m+NAP gehandhaafd. Binnen het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater. Ten z uidoosten van het plangebied bevindt zich in hetzelfde peilgebied een doodlopende watergang. In de betreffende watergang t reden waterk waliteitsproblemen op. Ten zuiden van het plangebied, aan de andere kant van de Dorpsstraat, ligt een wat ergang in een ander peilgebied. Tussen beide watergangen bevindt zich een duiker die door het waterschap is afgesloten. De Dorpsstraat (ten zuiden van het plangebied) doet dienst als regionale waterkering. Het plangebied ligt binnen de beschermingszone van deze waterkering. Riolering De bebouwing en terreinverharding binnen het plangebied zijn aangesloten op een gemengd rioolstelsel. Dit betekent dat hemelwater en afvalwater via dezelfde buis worden afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Geohydrologie Uit de boorbeschrijvingen blijkt dat de horizontale variatie in de bodemsamenstelling binnen het plangebied behoorlijk groot is. Tot een diepte van 2,0 m-mv wisselen klei en zand elkaar af, tot een diepte van 3,5 m-mv komt zandige klei voor, daaronder wisselen klei en kleiig veen elkaar tot een diepte van 4,0 m-mv af. Op de locatie zijn drie peilbuizen geplaatst. De grondwaterstanden zijn bepaald in een natte periode en bedroegen op dat moment (23 februari 2010) gemiddeld circa –1,1 m+ NAP. Er is ingeschat dat deze grondwaterstand ongeveer overeenkomt met de gemiddeld hoogste grondwaterstand (GHG). Op basis van langdurig bemeten peilbuizen in de omgeving wordt aangenomen dat de gemiddeld laagste grondwaterstand (GLG) circa –1,4 m+NAP bedraagt. Op basis van de veldproeven is de doorlatendheid in zowel de verzadigde zone als in de onverzadigde zone bepaald. Hieruit volgt dat de onverzadigde doorlat endheid (bepalend voor de infiltratiecapaciteit) zeer gering is, zodanig dat de doorlatendheidsproeven geen betrouwbare resultaten hebben opgeleverd. Ook de doorlatendheid in de verz adigde zone (van belang met het oog op eventuele bemalingsberekeningen) is zeer gering, namelijk minder dan 0,2 m/dag. Toekom stige si tuatie Het dakoppervlak en de terreinverharding wordt aangesloten op een gescheiden rioolstelsel. Het afvalwater (DWA-riool) zal worden afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie.

Croonen Adviseurs

21



Hemelwater (HWA-riool) zal worden afgevoerd naar het oppervlaktewater. Ter compens atie voor de versnelde afvoer van hemelwater dient nieuw oppervlaktewater te worden gerealiseerd. Het Waterschap Hollandse Delta stelt dat 10% van de toename aan verharding gecompens eerd dient te worden. Als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling neemt het verhard oppervlak toe met circa 7.276 m². Als onderdeel van de ontwikkeling wordt circa 1.350 m² nieuw open water aangelegd, hiermee wordt voldaan aan de compens atie-eis van het Waterschap Hollands e Delta. Nieuw oppervlaktewater wordt gerealiseerd door de doodlopende watergang ten zuidoosten van het plangebied, door t e trekken tot binnen het plangebied. In natte perioden zorgt de hemelwaterafvoer voor doorstroming in deze watergang, hierdoor worden de bestaande problemen met betrekking t ot waterk waliteit verminderd. De waterkwaliteitsproblemen als gevolg van het doodlopende uiteinde wordt echter niet geheel opgelost door het hemelwaterafvoer erop aan te sluiten. In dat kader streeft het waterschap er dan ook naar om meer doorstroming te realiseren door een oude duikerverbinding onder de Dorpsstraat te herstellen. Het herstellen van de duikerverbinding maakt geen onderdeel uit van de voorgenomen ont wikkeling. Voor de nieuwe bebouwing wordt gebruik gemaakt van niet-uitloogbare bouwmaterialen in verband met de waterk waliteit. Dit houdt in dat geen materialen z oals zacht PVC, bitumen, zink, koper en lood worden gebruikt, tenzij maatregelen worden getroffen om uitlogen te voorkomen (bijvoorbeeld coaten). Daarnaast is niet toegestaan om gif te gebruiken (voor bijvoorbeeld onkruidbestrijding). Verder is het mogelijk om aanvullende maat regelen te treffen. Overige aspecten en aandachtspunten — Het ontwerp van het t oekomstige rioolstelsel worden in een lat er stadium uitgewerkt in een Rioleringsplan dat overlegd dient te worden met het Waterschap Hollandse Delta. — In het bestemmingsplan dient het nieuwe oppervlaktewater te worden voorzien van de bestemming ‘Water’. — Behalve deze waterparagraaf dient het gehele bestemmingsplan door het waterschap (overlegpartner) te worden getoetst. — Voor werkzaamheden binnen de beschermingszone van de regionale waterkering dient een watervergunning op grond van de Waterwet te worden aangevraagd. — Voor het aanpassen van het bestaande watersysteem dient een watervergunning op grond van de Waterwet te worden aangevraagd.

Croonen Adviseurs

22



Overleg waterschap Er is overleg geweest met het waterschap. Deze heeft aangegeven in beginsel in te kunnen stemmen met deze ontwikkeling. Ook de keuze van opsplitsen van het plan naar 2 bestemmingsplannen en de mogelijke invloed daarvan op de waterhuishouding is in principe akkoord. 3.3.9

Cultuurhi storie en archeologie In opdracht van Gemeente Zwijndrec ht zijn in februari 2010 een archeologisch bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek (IV O) verkennende fase door middel van boringen uitgevoerd in verband met de geplande (her)ontwikkeling van het plangebied aan de Sportlaan in Heerjansdam, gemeent e Zwijndrecht. De conclusie van dit onderzoek wordt hier beschreven, voor het volledige onderz oek wordt er verwez en naar de separat e bijlage. Uit het bureauonderzoek kwam naar voren dat het plangebied op een poldervaaggrond is gelegen, op een begraven oude stroomgeul en een komgebied. Uit de directe omgeving zijn geen vondsten of onderzoeken bekend. Verder van het plangebied af is op een begraven rivierduin een vindplaats aangetroffen met Meso- of Neolithische, Romeinse en Laat Middeleeuwse sporen en vondsten aangetroffen. Afgezien van een aantal schuren tegen de Dorpsstraat aan, is het plangebied in historische tijden nooit bebouwd geweest tot aan de huidige bebouwing. De polder waarin het plangebied ligt is pas waarschijnlijk de vroege 14e eeuw bedijkt en ontgonnen. Op basis van deze gegevens werd de verwachting uitgesproken dat er in het plangebied een stroomgordel kon liggen met daarop mogelijke bewoning uit de Romeinse tijd tot de et eerste kwart van de 14e eeuw. Daar de leeftijd van de stroomgordel niet precies bekend is, kunnen archeologische resten vanaf het Neolithic um tot en met de IJzertijd niet uitgesloten worden. Uit de boringen blijkt dat het plangebied op de grens ligt van een stroomrug en een komgebied. Tevens is er een crevasse aangetroffen. Op de stroomrug kan bewoning hebben plaatsgevonden. De leeftijd van de geul en de stroomrug is onzeker, maar waarschijnlijk was deze actief tussen de Romeinse tijd en de overstromingen van 1322 of de inpoldering van 1331/2. Aanbevelingen Tijdens het onderzoek is geconstateerd dat het plangebied op de grens van een geul, een stroomrug en een komgebied ligt. Op de stroomrug k an bewoning hebben plaatsgevonden. Na de bedijking is het plangebied afgezien van één boerderij of schuur tegen de Dorpsstraat aan onbebouwd gebleven tot de bouw van de huidige bebouwing. Op basis van de resultaten van het inventariserend veldonderzoek wordt geadviseerd om vervolgonderzoek uit te laten voeren in de vorm van proefsleuven.

Croonen Adviseurs

23



Betrouwbaarheid Het uitgevoerde onderzoek is op zorgvuldige wijze verric ht volgens de algemeen gebruikelijke inzichten en methoden. Het arc heologisch onderzoek is erop gericht om de kans op het onverwacht aantreffen dan wel het ongezien vernietigen van archeologische waarden bij bouwwerkzaamheden in het plangebied te verkleinen. Aangezien het onderzoek is uitgevoerd door middel van een steekproef kan echter, op basis van de onderzoeksresultaten, de aan- of afwezigheid van eventuele archeologische waarden niet gegarandeerd worden. 3.3.10 Verkeer en parkeren Verkeer Het voorzieningencluster zal ingericht worden als een 30 km-gebied. Binnen het plangebied komen een aantal ontsluitingen voor auto’s (naar de S portlaan) en langzaam verkeer (De Hoef en de Sportlaan). Bereik baarheid Nooddiensten De afdeling Brandweer toetst in het kader van de pro-actie altijd van alle plannen de bereik baarheid voor de nooddiensten. Zij hebben ook de eerste opzet van het plangebied getoetst en daarbij zijn de volgende opmerkingen gemaakt. — De wegen dienen te voldoen aan een minimale breedte van 4,5 meter bij eenrichtings verkeer voor de bereikbaarheid van een tankautospuit (TS). — De wegbreedt e tussen de sporthal en school en appartementen en bibliotheek dient te voldoen aan minimaal 6 meter in verband met de eventuele opstelruimte voor een hoogwerker. — Het huidige achterpad tussen plan De Hoef en de voorzieningencluster dient te blijven voldoen aan een minimale breedte van 4,5 meter in verband met de benodigde opstelruimte voor een TS. — Op de diverse punten dienen in het plan (ondergrondse) brandkranen te worden opgenomen. Dit dient te zijner tijd met de waterleverancier te worden afgestemd.

Croonen Adviseurs

24



Bij de uitwerking van het plan wordt aan bovenstaande voorwaarden voldaan.

Connectie Sportlaan – Voorzieningenplein

Connectie Sportlaan – Woonplein

Langzaamverkeersroute naar De Hoef Routes in en rond het plangebied (Masterplan Voorzieningencluster Heerjansdam)

Parkeren Naast de algemene beleidsdoelstelling zo min mogelijk openbaar groen om te vormen tot parkeergelegenheid, vormen de parkeernormen van het CROW het uitgangspunt bij de bepaling van benodigde parkeercapaciteiten. Het project ‘Voorzieningencluster-Educatief Plein Heerjansdam’ wordt daartoe in relatie tot de directe omgeving beoordeeld, waarbij bandbreedten in de CROW-normen maatwerk mogelijk maken: hoe hoger de parkeerdruk in de omgeving, hoe dichter de parkeernormen de bovengrens van betreffende bandbreedten zullen benaderen. Op basis van de CROW-normen is de onderstaande berekening gemaakt van de parkeerbehoefte voor het Voorzieningencluster-Educatief Plein. Functie J-School

Eenheid lokalen

Rank Bobo Kinderopvang

lokalen arbeidsplaats 100 m2

Bibliotheek + speel Totaal (afgerond +)

Norm 0.75

Aantal 8

Parkeerbehoefte 6,00

0,75 0,70

9 8

6,75 5,60

0,95

242 m2

1,80 21.00

Normatieve parkeerbehoefte Voorzieningencluster-Educatief Plein (zonder dubbelgebruik) categorie ‘Overig 2’ (gemeente Zw ijndrecht)

Croonen Adviseurs

25



Uit deze berekening komt naar voren dat voor dit project 21 park eerplaatsen nodig zijn. Omdat de betreffende voorzieningen in de huidige situatie ook al binnen het gebied aanwezig zijn (deze voorzieningen krijgen ‘slec hts’ een andere plaats binnen het gebied), betreft het geen behoefte aan een toevoeging van parkeerplaat sen maar gaat het om een ‘herschikking’. In het projectgebied zal worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid om de voornoemde geraamde normatieve parkeerbehoefte te kunnen opvangen. Daarnaast zal aanvullend worden voorzien in kiss & ride capaciteit voor het afzetten en ophalen van de kinderen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in een tijdelijke situatie en een definitieve situatie. De tijdelijke situatie heeft betrekking op de periode waarin fase 1 is opgeleverd (V oorzieningencluster-E ducatief Plein) maar fase 2 (WoZoCo) nog gerealiseerd moet worden. De definitieve situatie heeft betrekking op de omstandigheid waarin ook planfase 2 is gerealiseerd. In de tijdelijke situatie zal ten behoeve van het Educatief Plein en de sporthal, tijdelijke infrastructuur worden aangelegd. Hieronder wordt tevens de aanleg begrepen van de berekende parkeervraag voor zover deze niet kan worden ondergebracht in de nabijheid van de sporthal. Verder wordt een tijdelijke kiss & ride voorziening aangelegd. In de definitieve situatie is er rekening mee gehouden dat in het gebied behorende bij de planfase 2, de parkeergelegenheid wordt gerealiseerd die normatief aan het Educatief Plein kan worden toegerekend. Dit wordt meegenomen in het op te stellen bestemmingsplan voor de planfase 2. Hierbij wordt tevens vastgelegd of en zo ja op welke wijze de kiss & ride strook voor het Educatief Plein wordt gerealiseerd. 3.3.11 Economi sche uitvoerbaarheid Wanneer met een bestemmingsplan een bouwplan, zoals gedefinieerd in artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening, mogelijk wordt gemaakt, dient conform artikel 6.12 Wet ruimtelijke ordening een exploitatieplan te worden opgesteld. Deze eis geldt niet wanneer het kostenverhaal van gemeentelijke kosten anderszins is verzekerd. Bij deze ruimtelijke ont wikkeling zijn alle gronden in eigendom van de gemeente. Daarmee zijn de kosten anderszins verzekerd. 3.3.12 Maatschappelijke uitvoerbaarheid In dit hoofdstuk worden de uitkomsten beschreven van het bestuurlijke vooroverleg (conform artikel 3.1 Bro) met de besturen van de betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van de P rovincie en Rijk die bet rokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in geding zijn.

Croonen Adviseurs

26



3.3.13 Handhaving Het hoofdstuk handhaving geeft aan hoe de gemeente omgaat met de handhaving van de in voorliggend bestemmingsplan gestelde bepalingen. Door handhaving controleert de overheid of burgers, bedrijven en bijvoorbeeld overheidsorganen zich aan de wet- en regelgeving houden. De gemeente heeft een principeplicht tot handhaving. Onder handhaving wordt verstaan het door controle (toezicht en opsporing) en het toepassen (of dreigen daarmee) van bestuursrechtelijke sancties, bereiken dat het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift wordt nageleefd. De handhaving van de van t oepassing zijnde regeling binnen de gemeente Zwijndrecht, wordt uitgevoerd door diverse diensten en afdelingen. Zo handhaaft het college onder andere de regels van voorliggend bestemmingsplan. Dit betekent dat de regels, voor wat betreft het gebruik en de bebouwings regels, door het bouwtoezicht worden gehandhaafd. Dit gebeurt veelal door toetsing tijdens het behandelen van de aanvragen om omgevings vergunning (voorheen bouwvergunning), maar kan ook gebeuren als gevolg van toezicht tijdens de uit voering van de bouw of op grond van een eigen constatering indien een bouwwerk of een perceel in strijd met het bestemmingsplan wordt gebruikt. Het college handhaaft ook het gebruik van gemeentelijke gronden. Indien er bijvoorbeeld sprake is van illegale ingebruikname van gemeentelijke grond, dan zal hiertegen worden opgetreden. Hoe wordt gehandhaafd Op grond van de Algemene wet bestuursrecht heeft het college een tweetal instrumenten tot haar beschikking: bestuurs dwang en dwangsom. Bij het toepassen van bestuursdwang wordt de overtreding (het geconstateerde illegale bouwwerk c.q. gebruik) ongedaan gemaakt op kosten van de overtreder. Dit kan betekenen dat een bouwwerk door de gemeente wordt afgebroken en de kosten van bijvoorbeeld de aannemer en de gemeentelijke (voorbereidings)kosten op de overtreder worden verhaald. Het is tevens mogelijk om, indien er zonder omgevings vergunning wordt gebouwd en de bouw wordt stilgelegd door middel van een bouwstop, de bouwmaterialen weg te slepen en elders op te slaan. Het opleggen van een last onder dwangs om betek ent bijvoorbeeld dat het illegale gebruik moet worden gestaakt binnen een door het college gestelde termijn. Overschrijdt men de termijn, dan zal de dwangsom in rekening worden gebracht bij de overtreder. Doel van de dwangsom is het onaantrekkelijk maken van het voortzetten van de geconstateerde overt reding. De dwangsom zal dan ook in relatie moeten staan aan (en z al derhalve altijd hoger zijn dan) het voordeel dat de overtreder heeft bij het voortzetten van de illegaliteit. In het plangebied zal gehandhaafd worden op het illegale gebruik van bouwwerken en perc elen. V erder zal er qua bouw gecontroleerd worden op de uit voering van verleende omgevings vergunningen.

Croonen Adviseurs

27


Croonen Adviseurs

28




4 Wijze van bestemmen 4.1

Algemeen Het onderhavige bestemmingsplan heeft tot doel een juridisch-planologische regeling te scheppen ten behoeve van de ontwikkeling van het Educatief plein (aan de Sportlaan) en de sporthal. Bij het opstellen van het onderhavige bestemmingsplan is aansluiting gezocht bij de in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening geformuleerde uitgangspunten. Daarnaast is aangesloten bij het concept gemeentelijke Handboek voor bestemmings plannen. Daarnaast zijn de regels en verbeelding opgesteld conform de RO-standaarden, zoals aangegeven in de Standaard Vergelijkbare bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008), welke per 1 januari 2010 verplicht zijn gesteld voor alle bestemmingsplannen in Nederland die na deze dat um in ontwerp worden gelegd. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) in werking getreden. Hierdoor is het omgevingsrecht drastisch gewijzigd. Veel toestemmingen en vergunningen die voorheen apart geregeld waren, zijn nu opgenomen in de Wabo. Hierdoor is voor één project nog maar één omgevings vergunning nodig, die toestemming geeft voor alle benodigde activiteiten. In de regels is de terminologie aangepast aan de Wabo. De ontheffing heet nu ‘omgevings vergunning voor het afwijken’. De bouwvergunning heet ‘omgevings vergunning voor het bouwen’. De aanlegvergunning is gewijzigd in ‘omgevings vergunning voor het uit voeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden’.

4.2

Methodiek

4.2.1

Verbeelding De Wet ruimtelijke ordening biedt mogelijkheden voor het opstellen van verschillende bestemmingsplanvormen, van zeer globaal tot gedetailleerd. Omdat de stedenbouwkundige kaders in het masterplan voor het voorzieningencluster relatief globaal zijn vastgelegd is, in aansluiting daarop, gekozen voor een relatief globaal bestemmingsplan. Alleen met betrekking tot de bestaande sporthal en het naastgelegen KPN-gebouw is gekozen voor een meer gedetailleerde bestemming. De verbeelding voorziet grotendeels in een relatief globaal kaartbeeld. Het plangebied is globaal in drie delen op te splitsen: — het Educatief plein; — de openbare ruimte; — de sport hal.

Croonen Adviseurs

29



Binnen het Educatief plein wordt een combinatie toegestaan van maatschappelijke functies. Er is hier dan ook op grond van de SVBP 2008 systematiek gekozen voor de bestemming ‘Maatschappelijk’ waarbinnen onder andere educatieve en sociale voorzieningen mogelijk zijn. Ook de sporthal heeft de bestemming ‘Maatschappelijk’ gekregen. Daarnaast is het openbaar gebied, het plein, voorzien van de bestemming V erkeer – Verblijfsgebied. Ten slotte is het plangebied gelegen binnen een gebied met een hoge archeologische verwachtingswaarde. Om eventuele archeologische waarden te beschermingen is op deze gronden een dubbelbestemming Waarde – Archeologie gelegd. Ook maakt een klein randje van het plangebied onderdeel uit van een regionale waterkering en zijn de betreffende gronden conform SVBP 2008 voorzien van een dubbelbestemming ‘Waterstaat – Waterkering’. Op de verbeelding zijn bouwvlakken ingetekend, waarbinnen de gebouwen mogen worden gebouwd. Ook is op de verbeelding aangegeven hoe hoog in de verschillende gebieden gebouwd mag worden. 4.2.2

Regels Zoals hierboven al is aangegeven is sinds 1 januari 2010 de SVBP 2008 verplicht gesteld voor bestemmingsplannen. In de SVBP 2008 is geregeld hoe een s et regels is opgebouwd en hoe de bestemmingen en leden genoemd moeten worden. Deze standaardisering heeft te maken met het landelijk digitaal kunnen uitwisselen van bestemmingsplannen. Een set regels bestaat nu altijd uit vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1: Inleidende regels, bestaande uit de begrippen en de wijze van meten. Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels, bestaande uit de aan de gronden gegeven bestemmingsbepalingen en dubbelbestemmingen. Hoofdstuk 3: Algemene regels, bestaande onder andere uit algemene gebruiks-, bouwen aanduidingsregels, de anti-dubbeltelbepaling, algemene afwijkingsregels, en dergelijk, welke voor het gehele of een groter bepaald deel van het plangebied van toepassing zijn. Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels, bestaande uit het overgangsrecht en de titelbepaling van het plan. Voor de regels is inhoudelijk voor een groot deel uitgegaan van de c oncept standaardregels van de gemeente Zwijndrecht. Deze zijn wel aangepast conform de SVBP 2008. Verder zijn de stedenbouwkundige uit gangspunten uit het masterplan en eventuele nadere uitwerkingen hiervan, voor zover al voldoende bepaald, verwerkt tot bouwen gebruiksbepalingen in de regels van de verschillende bestemmingen.

Croonen Adviseurs

30


4.3


Bestemmingen Zoals onder lid 4.2.1 al enigszins is uiteen gezet, is het plangebied voorzien van twee verschillende bestemmingen en twee dubbelbestemmingen. Hieronder zullen de regelingen van de 4 bestemmingen samengevat worden weergegeven.

4.3.1

Maatschappelijk De gronden van het toekomstige E ducatief plein en de sporthal zijn voorzien van deze bestemming. Naast maatschappelijke voorzieningen zijn ook sport voorzieningen toegestaan. Verder zijn ook de bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven toegestaan. Op de verbeelding zijn bouwvlakken opgenomen, waarbinnen de bebouwing moet worden opgericht. Voor het Educatief plein betreft het wel een ruim bouwvlak met daarbinnen schuifmogelijkheden voor de bebouwing. In de regels is een maximale oppervlakte aan gebouwen aangegeven. Op de verbeelding is voor het Educatief plein een maximale bouwhoogt e aangegeven, welke overeenk omt met maximaal twee bouwlagen. Om de privacy van acht erliggende bestaande woningen te bewaken is geregeld dat de verdiepingslaag enkele meters terug moeten liggen ten opzichte van de begane grondlaag. Voor de sporthal zijn t wee verschillende hoogtes aangegeven.

4.3.2

Verkeer – Verblijfsgebied De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor wegen, strat en, pleinen, wandel- en fietspaden met een functie gericht op zowel verblijf als op de afwikkeling van het doorgaande verkeer, parkeer-, groen- ,speelvoorzieningen met bijbehorende hekwerken, wat er, voorzieningen voor de waterhuis houding en bergbezinkbassins. Binnen de bestemming ‘Verkeer - Verblijfsgebied’ mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn nadere bouwregels opgenomen.

4.3.3

Waarde – Archeologie De gronden binnen deze bestemming zijn naast de andere bestemmingen mede bestemd voor de bescherming en instandhouding van de eventueel aanwezige archeologische waarden. Door middel van een bouwverbod en een afwijkingsmogelijkheid kan op de gronden niet zomaar worden gebouwd, maar dient eerst een archeologisch rapport te worden overhandigd en kunnen er aan de omgevings vergunning voor het bouwen nadere voorwaarden worden gek oppeld. Ter bescherming van de archeologische waarden t egen activiteiten in deze gronden is een omgevings vergunning vereist voor het uit voeren van bepaalde werken en werkzaamheden.

Croonen Adviseurs

31


4.3.4


Waterstaat – Waterkering Om de waterkerende functie van deze gronden te beschermen, zijn de gronden voorzien van deze dubbelbestemming. Naast de andere voorkomende bestemmingen zijn de gronden mede bestemd voor het beheer van waterstaatsdoeleinden, in de vorm van dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering. Door middel van een bouwverbod en een afwijkingsmogelijkheid kan op de gronden niet zomaar worden gebouwd, maar dient eerst bekeken te worden of de waterkerende functie niet wordt aangetast, waarbij de beheerder van de waterkering om advies moet worden gevraagd. Ter bescherming van de waterkerende functie tegen activiteiten in deze gronden is een omgevings vergunning vereist voor het uit voeren van bepaalde werken en werkzaamheden.

Croonen Adviseurs

32



5 De procedure 5.1

Overleg Het ontwerpbestemmingsplan ‘Educatief plein, Heerjansdam’ is conform artikel 3.1.1. van het B esluit ruimtelijke ordening in vooroverleg gezonden naar de betreffende personen in instanties. De overlegpartners hebben van 18 augustus tot en met 15 september 2010 de mogelijkheid gekregen om te reageren op het ontwerpbestemmingsplan. De reactienota is als bijlage opgenomen. Het plan is naar aanleiding van de reactie van de Provincie gewijzigd op het onderdeel archeologie.

5.2

Zienswijzen Het ontwerpbestemmingsplan heeft conform artikel 3.8 en verder van de Wet ruimtelijke ordening van 28 oktober tot en met 8 december 2010 voor een ieder ter visie gelegen. De notitie ziens wijzen is als bijlage opgenomen. .

5.3

Vaststelling Het bestemmingsplan is in de raads vergadering van 28 juni 2011 vastgesteld.

Croonen Adviseurs

33


Croonen Adviseurs

34




6 Bronnen 6.1

Boeken en rapporten — — — — — — — — —

6.2

Gemeente Heerjansdam (2003) Woonvisie Heerjansdam 2003 Gemeente Zwijndrecht (2005) Masterplan Voorzieningencluster Heerjansdam Gemeente Zwijndrecht (2008) Woonvisie Zwijndrecht 2015 Gemeente Zwijndrecht (2009) Dorps visie Heerjansdam 2009 Gemeente Zwijndrecht (2009) Groenstructuurplan 2009 Gemeente Zwijndrecht (2009) Parkeerbeleids plan 2009 Gemeente Zwijndrecht (2009) Structuurvisie Zwijndrecht 2030 Ministerie van V ROM (2006) Nota Ruimte Provincie Zuid-Holland (2010) Visie op Zuid Holland, Ont wikk elen met schaarse ruimte

Websites — www.zwijndrecht.nl — www.watwas waar.nl — Google(2010). Google Maps. Geraadpleegd op 6 april 2010, maps.google.nl

Croonen Adviseurs

35

Bestemmingsplan Voorzieningencluster-Educatief plein, Heerjansdam. Gemeente Zwijndrecht

Recommend Documents