Bes te m mi ngs p l an B r o ek o p L ang edi j k
VAS T G ES T EL D
B e st emming s pl an Broe k o p Lan ge di j k
VASTGESTEL D
Inhoud
Toelichting + bijlagen Regels + bijlagen Verbeelding
25 juni 2013 Projectnummer 122.00.10.02.02
O v e r z i c h t s k a a r t Plangebied
T o e l i c h t i n g
122.00.10.02.02.toe
I n h o u d s o p g a v e
1
Inleiding
2
Beschrijving van de bestaande situatie
7
2.1
Geschiedenis
7
2.2
Functionele karakteristiek
9
2.3
Ruimtelijke karakteristiek
10
3
5
Ruimtelijk beleidskader
15
3.1
Rijksbeleid
15
3.1.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte
15
3.1.2
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
16
3.2
3.3
Provinciaal beleid
16
3.2.1
Structuurvisie Noord-Holland 2040
16
3.2.2
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
17
Gemeentelijk beleid
18
3.3.1
Gemeentelijk beleid in ontwikkeling
18
3.3.2
Structuurvisie 2000-2020
19
3.3.3
Structuurvisie 2012-2030
20
3.3.4
Milieubeleidsplan 2009-2012
21
3.3.5
Groenstructuurplan Langedijk
22
3.3.6
Welstandsnota Langedijk
22
3.3.7
Verkeer- en Vervoerplan Langedijk
24
3.3.8
Langedijk, ondernemend samenleven
24
3.3.9
Detailhandelsstructuurvisie Langedijk
25
3.3.10
Bouwverordening/Bodem
26
3.3.11
Bedrijven en (milieu)hinder
26
3.3.12
Antennebeleid gemeente Langedijk 2009
26
3.3.13
Geldende bestemmingsplannen
26
3.3.14
Ontheffingenbeleid gemeente Langedijk
27
3.3.15
Beleidsnota Cultuurhistorie gemeente Langedijk 2011
27
3.3.16
Beleidsvisie “Wonen langs de Lange Dijk”
28
3.3.17
Horecabeleid
29
3.3.18
Woonvisie 2005-2015
30
3.3.19
Notitie verruiming woonbebouwingsmogelijkheden in de gemeente Langedijk
30
3.3.20
Openluchtrecreatie in Langedijk
30
3.3.21
Ontwikkelingsvisie doorvaarbaarheid
31
3.3.22
Gebiedsvisie Broek op Langedijk
32
122.00.10.02.02.toe
4
Planologische randvoorwaarden
35
4.1
Waterhuishouding
35
4.2
Archeologie en cultuurhistorie
35
4.3
Ecologie
37
4.4
Geluidhinder
38
4.4.1
5
39
4.6
Externe veiligheid
40
4.7
Bodem
44
4.8
Bedrijven en (milieu)hinder
46
Juridische toelichting
47
5.1
Inleiding
47
5.2
Juridische vormgeving
47
5.2.1
7
38
Luchtkwaliteit
5.3
6
Wegverkeerslawaai
4.5
Wijzigingsbevoegdheden
Toelichting op de bestemmingen
50 51
5.3.1
Algemeen
51
5.3.2
Bestemmingen
54
Economische uitvoerbaarheid
59
6.1
Inleiding
59
Overleg en inspraak
61
Bijlagen
122.00.10.02.02.toe
I n l e i d i n g
De gemeente Langedijk heeft het voornemen om voor de gronden binnen de
AANLEIDING
dorpen in de gemeente nieuwe bestemmingsplannen op te stellen. In de bestaande situatie gelden voor deze gronden verschillende bestemmingsplannen, waarin verschillende regels zijn opgenomen die niet op elkaar aansluiten. Ook is een groot deel van deze regels verouderd. Dit geldt ook voor de gebruiksfuncties die zijn opgenomen op de plankaarten van de diverse bestemmingsplannen. Aan het nieuw op te stellen bestemmingsplan ligt de Structuurvisie voor de gehele gemeente ten grondslag. Hierin wordt in hoofdlijnen het ruimtelijk beleid van de gemeente tot 2030 aangegeven. De gemeentelijke structuurvisie is vastgesteld op 18 september 2012. Het voorliggende bestemmingsplan is voornamelijk conserverend van aard. Op grond van het plan worden in principe geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Slechts een aantal nieuwe ontwikkelingen wordt op grond van het afwijken dan wel het wijzigen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Dit betekent dat voordat deze ontwikkelingen kunnen worden gerealiseerd een procedure doorlopen moet worden. Het plangebied van het bestemmingsplan Broek op Langedijk betreft in hoofd-
PLANGEBIED
lijnen het stedelijk gebied van het dorp Broek op Langedijk. Het plangebied omvat de percelen aan het lint Dorpsstraat (vanaf nummer 225) en Voorburchtgracht die in het zuiden overgaan in de Dijk. Ook het perceel aan de Broeckerhoek in Sint Pancras valt binnen de grenzen van het voorliggende bestemmingsplan. Een aantal recentere woonwijken ten westen van het lint die in het westen en zuiden worden begrensd door de Westelijke randweg, vallen ook binnen het plangebied. Het oosten van het plangebied wordt begrensd door het water Oosterdel, het rijk der duizend eilanden, en meer naar het zuiden het Kanaal Alkmaar (Omval)–Kolhorn. In de figuur voor deze toelichting is het plangebied weergegeven. Het bestemmingsplan is een (gedeeltelijke) herziening van de in tabel 1 opge-
GELDENDE
nomen bestemmingsplannen.
BESTEMMINGSPLANNEN
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
5
Tabel 1. Geldende bestemmingsplannen bestemmingsplan
vastgesteld
goedgekeurd
Broek op Langedijk Zuid 1978
19 augustus 1980
2 februari 1982
Broek op Langedijk Zuid 1978, 1e partiële herziening
13 augustus 1991
3 december 1991
Dubbele Buurt 1976
25 januari 1977
23 augustus 1977
Dorpsstraat Zuid 1975
13 mei 1976
12 april 1977
Mayersloot 1987
24 november 1987
5 juli 1988
Mayersloot 1987, deeluitwerking I
22 maart 1988
2 augustus 1988
Mayersloot 1987, deeluitwerking II
-
29 november 1988
Mayersloot West Globaal
7 november 1995
16 april 1996
Mayersloot West uitwerking 1e fase
4 juni 1997
19 september 1997*
Mayersloot West uitwerking 2e fase
23 oktober 2001
21 december 2001
Tjotter 1991
7 april 1992
1 september 1992
* gedeeltelijk goedgekeurd LEESWIJZER
Na de inleiding in dit hoofdstuk is in hoofdstuk 2 een beschrijving van de bestaande situatie uiteengezet. In hoofdstuk 3 is het ruimtelijk beleidskader uiteengezet waarin een samenvatting van het betreffende (ruimtelijk) beleid van het rijk, de provincie en de gemeente is opgenomen. Hierna zijn in hoofdstuk 4 de planologische randvoorwaarden uiteengezet. Waarin ook een samenvatting van het hiervoor uitgevoerde onderzoek is opgenomen. In hoofdstuk 5 is een toelichting op de juridische aspecten van het bestemmingsplan opgenomen. Als laatste zijn in hoofdstuk 6 de economische uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan uiteengezet en in hoofdstuk 7 de resultaten van het overleg en de inspraak door middel van een bijlage opgenomen (indien bekend).
6
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
B e s c h r i j v i n g d e
v a n
b e s t a a n d e s i t u a t i e
2.1
Geschiedenis Het Westfriese landschap, waarbinnen ook Langedijk is gelegen, kent een relatief jonge geologische geschiedenis. Tijdens het Holoceen zette aan het eind van de Weichsel-ijstijd (circa 10.000 voor Chr.) een permanente klimaatsverandering in. Hierdoor smolten de ijskappen en steeg de zeespiegel aanzienlijk. De tot dan toe “droge” Noordzeevlakte vulde zich met water en stuwde zoveel zand oostwaarts dat er zich een natuurlijke barrière tegen het opkomende zeewater begon te ontwikkelen. Deze barrière kennen we als strandwallen en duinen die achtereenvolgens langs de Noord-Hollandse kust werden neergelegd. De strandwallen werden op verschillende plaatsen onderbroken door zogenaamde zeegaten, eerst onder andere het zeegat van Bergen, later in de Middeleeuwen tot circa 1250 na Chr. Ook het Zijper zeegat. Ongeveer 2800 jaar voor Chr. steeg de zeespiegel opnieuw, waardoor het zeegat van Bergen tot ongeveer 1200 voor Chr. onder andere in het Geestmerambachtgebied actief was. Door de genoemde zeegaten ontwikkelde het achterliggende landschap zich als een getijdenlandschap, dat echter geen bedreiging vormde voor de vanuit het Berger zeegat opgestuwde oude strandwallen, die men ‘geesten’ noemt. Van oost naar west onderscheidt men de oudste geestrug, die loopt van Uitgeest via Akersloot naar Sint-Pancras en wordt gedateerd op circa 2500 voor Chr.. Aan de zuidgrens van Broek op Langedijk ligt het zand van deze rug op 1 meter diepte. Meer westelijk ligt de circa 1000 jaar jongere geestrug, die vanuit Kennemerland via Limmen en Heiloo eindigt in Alkmaar en Ouddorp. Omstreeks 100 jaar voor Chr. verzandden de grotere zeegaten. Door deze verzanding ontstond een veenachtig gebied, maar kon men zonder speciale voorzieningen toch wel aan de randen van veenriviertjes zoals de Rekere, meestal tijdelijk, wonen. In deze periode nam dan ook de kolonisatie van het gebied door de mens een aanvang en vonden de eerste veenontginningen plaats. Er zijn sporen bekend van nederzettingen uit de vroege Middeleeuwen en de Romeinse tijd. Maar de grootste inspanningen zijn rond het jaar 1000 na Chr. vanuit de geesten van Schoorl, Bergen en Vrone (Sint-Pancras) verricht door de zogenaamde Geestmannen, waardoor de naam Geestm(ann)erambacht sinds circa 1300 na Chr. bekend werd. Er werden daarbij ten noorden van de Bruggesloot evenwijdig aan elkaar oost-westgerichte afwateringssloten gegraven, maar de ‘Vronergeister’ verkaveling is meer zuid-noordgericht. De oude naam van Broek op Langedijk is dan ook Franlorebroek of Vronerbroek.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
7
Als gevolg van de ontginningen klonken de hooggelegen veengronden in, waardoor het gebied weer kwetsbaarder werd voor invloeden van de zee. In de 11e en 12e eeuw was er veelvuldig sprake van overstromingen. Desondanks bleef de verkaveling grotendeels in tact. Deze verkaveling vormde de basis voor het latere eilandenpatroon. Als gevolg van stormvloeden (die vooral in het noordelijke Rekerwad vrij spel hadden) ging men zich steeds meer tegen het water beschermen, eerst met terpaanleg, later met opgeworpen dammen en dijken, die uiteindelijk in de 13e eeuw aaneengesloten werden tot de Westfriese Omringdijk. Na de doorbraak van de Schager dam in 1248, ontstond o.a. de Heerhugowaard, waartegen de Oosterdijk als bescherming werd aangelegd. De versterking van het eilandenpatroon heeft zijn oorsprong in de 14e en 15e eeuw, maar is pas in de 19e eeuw als commerciële vollegrondstuinbouw verder ontwikkeld. In eerste instantie werden de kopeinden van de kavels gebruikt, welke het dichtst bij de bebouwing lagen. Later werden deze weilanden ‘gescheurd’ en in kleinere eenheden opgedeeld, gescheiden door hekken en sloten. Ten behoeve van de bemesting werd de ondergrond uit de sloten gebaggerd. Hierdoor werden de sloten verbreed en de kavels opgehoogd. Deze ruimtelijke structuur is tot het midden van de 20e eeuw bewaard gebleven. Na de ruilverkaveling in de jaren ’70 is een groot deel van het eilandenrijk verloren gegaan. Een restant hiervan is gelegen in het Oosterdelgebied en de ten noorden hiervan gelegen eilandjes waarop woningbouw is gepleegd.
Figuur 1. Langedijk en het ‘Rijk der Duizend Eilanden’
Broek op Langedijk Broek op Langedijk werd in 1063 gesticht. De bebouwing concentreerde zich langs de dijk, in eerste instantie voornamelijk aan de oostzijde. Pas later werd ook de westzijde van de dijk gebouwd. Later werden ook de kavels aan de Voorburggracht als bouwkavels in gebruik genomen. Talloze bruggen verbonden de kavels met elkaar. Het lint van de bebouwing werd dichter en langer en is een ononderbroken geheel geworden tot Zuid-Scharwoude en verder.
8
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Broek op Langedijk heeft na de demping van de wegsloot en het verdwijnen van de vele bruggetjes een andere aanblik gekregen. Aan de zuidoostzijde van het dorp, tussen het kanaal en het dorpslint, is in de jaren ‘60-‘70 van de vorige eeuw een uitbreidingswijkje gerealiseerd. Daarna zijn ook aan de westzijde van het lint de woongebieden Mayersloot en later Mayersloot-West gerealiseerd. Ook is, in het zuiden van Broek op Langedijk, ten westen van het lint en ten zuiden van de afbuigende Voorburggracht, het winkelcentrum Broekerveiling gelegen. Ten slotte is ten westen van Broek op Langedijk het bedrijventerrein Zuiderdel ontwikkeld. Het winkelcentrum Broekerveiling en het bedrijventerrein Zuiderdel maken geen deel uit van het voorliggende bestemmingsplan.
2.2
Functionele karakteristiek In tabel 2 is een overzicht van het aantal inwoners van Broek op Langedijk en
WONEN
de gemeente Langedijk in de periode van 2006 tot en met 2011 opgenomen. Hieruit blijkt dat het aantal inwoners van Broek op Langedijk in deze periode met ongeveer 100 inwoners is toegenomen, dit komt neer op een stijging van ongeveer 2%. Het aantal inwoners van de gemeente is in deze periode toegenomen met ongeveer 1010 inwoners. Dit komt overeen met ongeveer 4%. Tabel 2. Aantal inwoners van Broek op Langedijk en de gemeente Langedijk, afgrond op 51 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Broek op Langedijk
5.015
5.115
5.155
5.090
5.105
5.115
Gemeente Langedijk
25.940
25.935
26.055
26.885
26.950
27.000
Bron: Langedijk in Cijfers, 2012
Een overzicht van het aantal woningen in de periode van 2006 tot en met 2011 in Broek op Langedijk en de gemeente Langedijk is opgenomen in tabel 3. Uit het overzicht blijkt dat het aantal woningen in Broek op Langedijk is toegenomen met 78 woningen, een toename van ruim 4%. In de gemeente is het aantal woningen met 701 woningen toegenomen, een stijging van ruim 7%. Het aantal woningen in Broek op Langedijk is dus, in verhouding tot de gemeente, minder sterk toegenomen. Tabel 3. Aantal woningen in Broek op Langedijk en de gemeente Langedijk 2006
2007
2008
2009
2010
2011
Broek op Langedijk
1.833
1.886
1.903
1.905
1.909
1.911
Gemeente Langedijk
9.868
9.976
9.991
10.050
10.495
10.569
Bron: Langedijk in Cijfers, 2012
Het gemiddelde aantal inwoners per woning in Broek op Langedijk lag in de periode 2006 - 2011 rond de 2,7. Het grootste deel van de bedrijven in Broek op Langedijk zijn langs de Dorps-
WERKEN
straat gevestigd. Ook zijn veel bedrijven gevestigd op het bedrijventerrein Zuiderdel en in mindere mate in winkelcentrum Broekerveiling. In 2011 waren
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
9
er 560 bedrijven in Broek op Langedijk met in totaal 3.226 arbeidsplaatsen. Dit is ongeveer 39% van de arbeidsplaatsen van de 8.556 arbeidsplaatsen in de gemeente Langedijk. VOORZIENINGEN
Ook het grootste deel van de voorzieningen in Broek op Langedijk is langs de Dorpsstraat gevestigd. In het dorp zijn 6 horecavoorzieningen gevestigd. Ook is er in Broek op Langedijk een openbare, een rooms-katholieke en een protestants-christelijke basisschool aanwezig. De andere onderwijsvoorzieningen in Broek op Langedijk zijn een peuterspeelzaal, een kinderdagverblijf en een buitenschoolse opvang in het complex aan de Zandsloot. Verder bevinden zich in Broek op Langedijk een Doopsgezinde Gemeente, een Christelijk Gereformeerde kerk, een Nederlands Hervormde kerk en een Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt). Er is aan de Dijk een sportveldencomplex aanwezig.
2.3
Ruimtelijke karakteristiek De ruimtelijke structuur van Broek op Langedijk is sterk gebonden aan de parallel aan elkaar gelegen Dorpsstraat en Voorburggracht. Deze lijn vormt een noord-zuid verbinding waaraan Oudkarspel, Noord-Scharwoude, Zuid-Scharwoude en Broek op Langedijk zijn gelegen. Voorheen was de Voorburggracht een waterweg waarover het vervoer van agrarische goederen plaatsvond, later is de Voorburggracht gedempt. Vandaag de dag vormen de Voorburggracht en de Dorpsstraat een dubbellint tot aan de Museumweg waar de Voorburggracht afbuigt in westelijke richting. Het lint vervult een groot deel van de centrumfunctie in het dorp, aangezien veel bedrijven en voorzieningen in het lint zijn gevestigd. De Dorpsstraat heeft een smal profiel en de bebouwingsdichtheid aan beide zijden van deze straat is hoog. De bebouwing is relatief kleinschalig en heeft een individueel karakter door de aanwezigheid van voornamelijk vrijstaande bebouwing uit verschillende bouwperiodes, een combinatie van verschillende gevel- en kapvormen en de verspringende voorgevelrooilijn. Op veel plaatsen in het lint komen doorzichten voor naar achtererven of het achterliggende landschap. De bebouwing is gericht naar de straat en de nokrichting is dwars op of parallel aan de straat.
10
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Figuur 2. Dorpsstraat in Broek op Langedijk ter hoogte van nr. 219 (bron: Google Streetview 2012)
De Voorburggracht heeft een breder profiel dan de Dorpsstraat en fungeert daarmee als doorgaande verkeersroute door het dorp. De oostelijke zijde van de Voorburggracht bestaat voornamelijk uit “achterkanten” van percelen die gericht zijn op de Dorpsstraat, aan deze zijde is de bebouwingsdichtheid hoog. Aan de westelijke zijde van de Voorburggracht is de bebouwingsdichtheid lager en heeft de bebouwing een wat grotere schaal. Hier staan bijvoorbeeld (voormalig) boerderijen en vrijstaande (nieuwbouw)woningen. De bebouwing staat verspreid aan het lint en tussen de bebouwing zijn open ruimten veelal groen ingericht.
Figuur 3. Voorburggracht, Broek op Langedijk (bron: Google Streetview 2012)
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
11
Buiten het lint zijn een aantal andere woongebieden ontwikkeld. De oudste is de wijk tussen de Dijk en de Prins Hendrikkade. Deze buurt bestaat voornamelijk uit rijwoningen en enkele vrijstaande woningen. Tussen de Julianastraat en de Uitvalsweg staan wooncomplexen van drie lagen met kap.
Figuur 4. De wijken Mayersloot (rechts) en Mayersloot-West (links) (bron: Google Earth 2012)
Ten westen van het lint zijn de woonwijken Mayersloot en Mayersloot-West gerealiseerd. Mayersloot bestaat uit een aantal kleinschalig opgezette buurten gebouwd op eilanden. Mayersloot-West is ook gerealiseerd op aparte eilanden, maar heeft door het gebruik van langere lijnen een grootschaliger karakter. In beide wijken komen rijwoningen, 2-onder-1-kapwoningen, vrijstaande woningen en woongebouwen voor. De meeste woningen zijn gericht naar de straat en de nokrichting is parallel aan of haaks op de weg. In het zuidelijke deel van Mayersloot-West, ter weerzijden van de Zandsloot, is een aantal maatschappelijke functies gebundeld in grootschaliger bebouwing. Ook opvallend zijn de bijna gesloten bouwblokken aan de Klaversloot, Keppelsloot en Burensloot. Het openbaar groen is in de meeste gevallen gelegen op de oevers van de eilanden. De Broekerveiling, het naastgelegen museum en het gelijknamige winkelcentrum zijn gebouwen die duidelijk een grotere omvang hebben dan de rest van de bebouwing in het dorp.
12
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
In Broek op Langedijk staan verschillende, wat betreft stedenbouwkunde, cul-
KARAKTERISTIEK
tuurhistorie en/of archeologie, karakteristieke gebouwen. Dit betreffen de gebouwen op de percelen aan de: - Dorpsstraat 204
- Dorpsstraat 79
- Dorpsstraat 197
- Dorpsstraat 67
- Dorpsstraat 168
- Dorpsstraat 78
- Dorpsstraat 158
- Dorpsstraat 62
- Dorpsstraat 143
- Dorpsstraat 51
- Dorpsstraat 139
- Dorpsstraat 49
- Dorpsstraat 137
- Dorpsstraat 52
- Dorpsstraat 134
- Dorpsstraat 50
- Dorpsstraat 127
- Dorpsstraat 43
- Dorpsstraat 124
- Dorpsstraat 44
- Dorpsstraat 117
- Dorpsstraat 36
- Dorpsstraat 104
- Dorpsstraat 39
- Dorpsstraat 98/98a
- Dorpsstraat 19
- Bakkerspad 2
- Dijk 121
- De Afslag 1
- Dijk 108
- Dorpsstraat 94
- Dijk 35
- Dorpsstraat 83 RIJKSMONUMENTEN
De volgende panden in het plangebied van bestemmingsplan Broek op Langedijk hebben de status van Rijksmonument: -
Dorpsstraat 72, Nederlands hervormde kerk;
-
Dorpsstraat 97, het Veilinggebouw.
De volgende panden en objecten hebben de status van provinciaal monument: -
kolenschuur Dorpsstraat 160;
-
kolenschuur Dorpsstraat 162;
-
kolenschuur Dorpsstraat 164;
-
voetbrug bij Dorpsstraat 168.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
13
14
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
R u i m t e l i j k b e l e i d s k a d e r
3.1
Rijksbeleid 3 . 1 . 1
Structuurvisie Infrastructuur en
Ruimte
Op 13 maart 2012 is door de minister van Infrastructuur en Milieu de “Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte” vastgesteld. Hierin heeft het rijk zijn visie op Nederland in 2040 uiteengezet. Het beleid van het rijk is in hoofdlijnen gericht op: -
“het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland”;
-
“het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat”;
-
“het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn”.
Uitgangspunt van het beleid is het bieden van meer ruimte voor eigen beleid voor de ruimtelijke ordening aan provincies en gemeenten (in de regio). Hiermee heeft het rijk de keuze gemaakt om zich te richten op een beperkt aantal rijksbelangen. Het waarborgen van deze belangen is een taak van het rijk. Door het rijk zijn dertien rijksbelangen onderscheiden. Buiten deze dertien rijksbelangen is er ruimte voor eigen beleid van provincies en gemeenten. De dertien rijksbelangen zijn: -
“een excellente ruimtelijk-economische structuur van Nederland door een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio’s met een concentratie van topsectoren”;
-
“ruimte voor het hoofdnetwerk voor (duurzame) energievoorziening en de energietransitie”;
-
“ruimte voor het hoofdnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleidingen”;
-
“efficiënt gebruik van de ondergrond”;
-
“een robuust hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen rondom en tussen de belangrijkste regio’s inclusief de achterlandverbindingen”;
-
“betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem”;
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
15
-
“het in stand houden van het hoofdnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen”;
-
“verbeteren van de milieukwaliteit (lucht, bodem, water) en bescherming tegen geluidsoverlast en externe veiligheidsrisico’s”;
-
“ruimte voor waterveiligheid, een duurzame zoetwatervoorziening en kaders voor klimaatbestendige stedelijke (her)ontwikkeling”;
-
“ruimte voor behoud en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten”;
-
“ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten”;
-
“ruimte voor militaire terreinen en activiteiten”;
-
“zorgvuldige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten”.
Om de rijksbelangen te waarborgen is of wordt wet- en regelgeving vastgesteld. Het rijk verwacht dat de rijksbelangen hiermee door provincie en gemeenten goed worden gewaarborgd. 3 . 1 . 2
Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Op 30 december 2011 is het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) in werking getreden. Hierin zijn die rijksbelangen zoals opgenomen in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte waarvoor het nodig is deze in weten regelgeving te verwerken, uitgewerkt in algemene regels. Binnen het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan spelen geen rijksbelangen.
3.2
Provinciaal beleid 3 . 2 . 1
Structuurvisie Noord-Holland
2040
Op 21 juni 2010 is door Provinciale Staten de Structuurvisie Noord-Holland 2040 vastgesteld. Hierin zet de provincie haar visie op de (ruimtelijke) ontwikkeling van Noord-Holland uiteen. Daarbij omschrijft de provincie ook het beeld van Noord-Holland in 2040. In de visie maakt de provincie de keuze om vooral in het bestaand stedelijk gebied ontwikkelingen mogelijk te maken. Hiermee zet de provincie in op het behouden en versterken van het open landelijk gebied. Door de uitbreiding van het stedelijk gebied te beperken wil de provincie inspelen op de verwachte afname van het aantal inwoners in de periode na 2040. De provincie wil het landelijk gebied ontwikkelen op basis van het karakter van het landelijk gebied in
16
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Noord-Holland waardoor de provincie een bijzonder gebied blijft voor wonen, werken en recreatie en toerisme. Noord-Holland moet een aantrekkelijke provincie blijven. In de structuurvisie heeft de provincie hiervoor verschillende provinciale belangen aangewezen. Hierbij zijn drie hoofdbelangen onderscheiden. Deze drie hoofdbelangen zijn samen het ruimtelijke streven van de provincie. In figuur 5 is dit in een overzicht weergegeven.
Figuur 5. Overzicht provinciale belangen
Om de provinciale belangen te waarborgen is door Provinciale Staten de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld. 3 . 2 . 2
Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie
Door Provinciale Staten is op 21 juni 2010 de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld. De verordening is op 3 november 2010 in werking getreden. Hierin zijn de provinciale belangen zoals opgenomen in de Structuurvisie Noord-Holland 2040 uitgewerkt in algemene regels. Bestaand bebouwd gebied en landelijk gebied In de verordening zijn voor verschillende gebieden regels opgenomen. In hoofdlijnen zijn twee algemene gebieden onderscheiden: het bestaand bebouwd gebied en het landelijk gebied. Op de kaart bij de verordening ligt het plangebied volledig in het bestaand bebouwd gebied.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
17
Bestaand bebouwd gebied In de toelichting op de regels voor bestaand bebouwd gebied is opgemerkt dat gemeenten voor de gronden in het bestaand bebouwd gebied een bestemmingsplan moeten opstellen. Daarbij is er veel ruimte voor eigen beleid van de gemeenten.
Figuur 6. Fragment van de kaart bij de verordening, bestaand bebouwd gebied (rood)
3.3
Gemeentelijk beleid 3 . 3 . 1
Gemeentelijk beleid in ontwikkeling
Het gebied langs de Voorburggracht en de Dorpsstraat heeft in het voorliggende bestemmingsplan de bestemming ‘Gemengd’ gekregen. De gemengde bestemming geeft een aantal gebruiksmogelijkheden aan de gronden. Kenmerk van een gemengde bestemming is dat een perceel qua gebruik kan wisselen van functie, zonder dat daar een wijziging van de bestemming voor nodig is. Het aantal supermarkten in het plangebied mag niet toenemen, omdat deze zijn geprojecteerd in het winkelcentrum Broekerveiling. Deze keuze is vastgelegd en nader beargumenteerd in de Detailhandelsstructuurvisie Langedijk, vastgesteld op 12 juli 2011.
18
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
De gemeente is bezig met het opstellen en het verwerken van nieuw beleid, dan ook van toepassing is op het Dorp Broek op Langedijk. Dit nieuwe beleid is al wel genoemd in de paragraaf Gemeentelijk beleid. Het betreft onder meer de Structuurvisie 2012-2030 en de uitwerking van de Detailhandelsstructuurvisie Langedijk. Binnen de lopende planperiode van 10 jaar zal dit nieuwe beleid een ruimtelijke weerslag krijgen. Dit kan gevolgen hebben voor de (gebruiks)mogelijkheden zoals die nu geboden zijn op basis van het voorliggende bestemmingsplan in de bestemming ‘Gemengd’ langs de Voorburggracht en de Dorpsstraat. De gemeente merkt in dit kader op dat het tot de mogelijkheden behoort dat geldende (gebruiks)mogelijkheid binnen de planperiode komen te vervallen. Na de ruimtelijke doorwerking van het nieuw opgestelde beleid kan geen beroep meer worden gedaan op de nu geboden planologische (gebruiks)mogelijkheden binnen de gemengde bestemming. 3 . 3 . 2
Structuurvisie 2000-2020
Bouwplannen, nieuwe gebieden voor wonen, werken of sporten, ontwikkelingen voor jongeren of senioren: wanneer het gaat om grondgebruik is het grondoppervlak van Langedijk niet oneindig. Op is op. En wat voor de een misschien een fantastische ontwikkeling is, is voor de ander misschien een doorn in het oog. Kortom: als het gaat om grondgebruik, moeten er steeds weer keuzes worden gemaakt. Die keuzes worden gemaakt vanuit ideeën over hoe de gemeente wil omgaan met het grondgebied van Langedijk. In het jaar 2000 zijn die ideeën vastgelegd in de ‘Structuurvisie 2000-2020’. Voor Broek op Langedijk worden de volgende punten besproken: -
Er wordt een voorkeur uitgesproken voor de ontwikkeling van een nieuw woongebied tussen Mayersloot-West en de N504.
-
Er wordt gestreefd naar verbetering van het beheer van bestaande bedrijventerreinen, om het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid positief te beïnvloeden.
-
Winkels en commerciële voorzieningen zullen voor een maximale aantrekkingskracht zo veel mogelijk moeten worden geconcentreerd in en nabij delen van de Dorpsstraat en winkelcentrum Broekerveiling.
-
Uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen bij het winkelcentrum Broekerveiling.
-
Inrichten van een waterweg voor kleine watersport van Broek op Langedijk naar Twuyvermolen.
-
Uitbreiding van de functie van Museum Broekerveiling.
-
Ontwikkelen van een nieuw sportcomplex aan de Nauertogt, een gebied dat grenst aan de groene loper of ten noorden van Mayersloot-West.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
19
3 . 3 . 3
Structuurvisie 2012-2030
Aanleiding voor vernieuwing van de huidige structuurvisie is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) die per 1 juli 2008 in werking trad. Daarnaast is de huidige structuurvisie verouderd. Tien jaar na de vaststelling van de huidige structuurvisie en het tussentijds vaststellen van meerdere sectorale deelvisies, is er geen sprake meer van een samenhangende visie op de ruimtelijke ontwikkeling van Langedijk. De gemeenteraad van Langedijk heeft in december 2009 besloten om de huidige structuurvisie 2000-2020 te actualiseren. De structuurvisie 2012–2030 van de gemeente Langedijk is vastgesteld op 18 september 2012. Voorstellen voor de toekomst WONEN
Langedijk bezit nu een relatief groot aantal eengezinswoningen. Onder invloed van vergrijzing en ontgroening wordt een sterke toename van het aantal eenpersoonshuishoudens verwacht en tegelijk een daling van het aantal meerpersoonshuishoudens. De grotere groep ouderen zal deels bestaan uit vitale ouderen en deels uit ouderen met een zorgbehoefte en zorgvraag.
OPGAVEN
De opgave ligt in het inspelen op de groei van het aantal éénpersoonshuishoudens, met vernieuwende concepten en dichtbij dagelijkse voorzieningen.
UITVOERING
Voor Langedijk ligt de ruimtelijke vertaling hiervan voor de hand wanneer de extra eenpersoonshuishoudens gerealiseerd worden in of nabij het voor Langedijk karakteristieke centrale en cultuurhistorisch waardevolle lint (Dorpsstraat). Naast nieuwbouw op lege plekken kan daarbij ook gedacht worden aan woningaanpassing, woningsplitsing, herbestemming van winkelpanden, wonen boven winkels en transformatie en herbestemmen van bedrijfspanden.
WERKEN
Wat betreft het werken is het beleid gericht op het beter beheren van de bestaande werkgebieden. Er zijn volgens de gemeente mogelijkheden voor de vestiging van bedrijven in het bestaand stedelijk gebied wanneer deze hier geen (milieu)hinder veroorzaken.
VOORZIENINGEN
Het beleid is wat betreft de voorzieningen gericht op het ontwikkelen van een goed voorzieningenaanbod voor de dorpen alsook voor de gemeente en kent de volgende uitgangspunten: -
Uitbreiding van de passantenhaven in Broek op Langedijk.
-
Uitbreiding van het aantal horecavoorzieningen is in beginsel niet wenselijk. Alleen bij een herinrichting van delen van de Dorpsstraat is er mogelijk beperkt ruimte voor zogenoemde ‘omgevingsvriendelijke’ horecavoorzieningen, met inachtneming van het Horecabeleid.
-
Onderwijsvoorzieningen zullen evenwichtig over de verschillende dorpen moeten worden verspreid. Het goed mogelijk benutten van de bestaande voorzieningen is hierbij het uitgangspunt. Het streven van de gemeente is om voorzieningen voor voortgezet onderwijs te behouden.
20
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
-
Maatschappelijke voorzieningen voor de buurt of wijk moeten zo worden verspreid dat er sprake is van een bijdrage aan een betere leefbaarheid van de buurt of wijk.
In haar beleid streeft de gemeente naar een herkenbare historische structuur van de dorpen. Wat betreft de voorzieningen voor de recreatie en het toerisme is het beleid gericht op het versterken van het ‘lint van Langedijk’ door historische kenmerken te behouden en te versterken en op de daarvoor geschikte plaatsen wanneer mogelijk winkels, musea en dergelijke voorzieningen uit te breiden. In de bestaande buurten moeten voldoende voorzieningen voor recreatie in het eigen woongebied zijn. In de dorpen moeten goede voorzieningen zijn voor de verenigingen. 3 . 3 . 4
Milieubeleidsplan 2009-2012
Het milieubeleidsplan geeft inzicht in hetgeen inwoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties in de komende planperiode mogen verwachten en beschrijft zowel de gemeentelijke ambitie als de wijze waarop de gemeente deze ambitie wil realiseren. Hiertoe zijn voor alle belangrijke milieuthema’s doelen en activiteiten benoemd. Het milieubeleidsplan bundelt alle ambities op het gebied van milieu. Zij bestaat deels uit nieuw beleid en deels geeft zij een overzicht van (actueel) bestaand beleid. Bij nieuwbouw van woningen zijn met betrekking tot duurzaam bouwen strikt genomen alleen de eisen uit het Bouwbesluit wettelijk afdwingbaar. De gemeente kan echter in haar Programma van Eisen (PvE) aanvullende eisen opnemen en stimuleert energiezuinig (ver)bouwen van woningen door: -
voor nieuwbouw te streven naar een minimaal 10% scherpere energieprestatie-coëfficiënt (EPC) dan in het Bouwbesluit is opgenomen;
-
voor nieuwbouw een grenswaarde te hanteren van minimaal een score van 6,9 op alle GPR-modules;
-
voor nieuwbouwprojecten met meer dan 200 woningen uit te gaan van een energieprestatie op locatie (EPL) van 7,5;
-
energieprestatie-afspraken te (blijven) maken met de woningbouwcorporaties;
-
bovenstaande punten te koppelen aan het intensiveren van toetsing- en toezicht op energieaspecten;
-
bij bestaande bouw energiezuinig verbouwen en de toepassing van duurzame energie bij bewoners te stimuleren.
De gemeente Langedijk stimuleert energiezuinig (ver)bouwen van utiliteitsgebouwen door: -
voor nieuwbouw te streven naar een minimaal 10% scherpere energieprestatie-coëfficiënt (EPC) dan in het Bouwbesluit is opgenomen;
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
21
-
voor nieuwbouw een grenswaarde te hanteren van minimaal een score van 7 op alle GPR-modules;
-
bovenstaande punten te koppelen aan het intensiveren van toetsing en toezicht op energieaspecten.
Om deze doelstelling te bereiken zal worden gewerkt met de duurzaam bouwen methodiek GPR Gebouw. De lijst met duurzaamheidseisen nieuwbouw utiliteitsgebouwen zal worden herzien. 3 . 3 . 5
Groenstructuurplan Langedijk
In het Groenstructuurplan Langedijk heeft de gemeente haar beleid voor het behoud en de ontwikkeling van het groen uiteengezet. Het uitgangspunt van dit beleid is een visie op het belangrijke groen in de gemeente. Het water, de kleine schaal van de dorpen op en langs de Langedijk en het (publieke) groen zijn karakteristiek voor de gemeente Langedijk. Het beleid is gericht op het behouden en versterken van het water en het groen. In of in de omgeving van het plangebied zijn in het groenstructuurplan verschillende wenselijke ontwikkelingen voorzien: -
Omgeving winkelcentrum herinrichten tot een groene verblijfsplek die qua beeld meer aansluit op de polder.
-
Het behouden van de zichtlijnen (Oosterdelgebied, Achterburggracht en Dijk) vanuit het dorp op de kanaalzone.
-
Behouden van de natuurlijke inrichting van het Oosterdelgebied.
-
Doortrekken van de recreatieve structuur langs het kanaal en deze via het haventje verbinden met het historisch lint.
-
Herinrichten van het Havenplein, zodat op het kruispunt van de haven en de dorpsstraat een bijzondere plek ontstaat waar kanaalzone en het historisch lint elkaar raken.
-
Openbreken van de randbeplanting rond de Nederlands hervormde kerk, zodat er een zicht ontstaat op het Oosterdelgebied.
-
Een meer natuurlijke inrichting van het sportpark BOL.
3 . 3 . 6
Welstandsnota Langedijk
De gemeenteraad heeft op 2 december 2003 de Welstandsnota Langedijk vastgesteld. In de welstandsnota zet de gemeente haar welstandsbeleid uiteen. Dit beleid is er op gericht om de ‘redelijke eisen van welstand’ te waarborgen. In de welstandsnota zijn verschillende welstandsgebieden onderscheiden. Op de welstandsbeleidskaart voor Broek op Langedijk ligt het plangebied in gebieden aangeduid als:
22
2.
dorpslinten;
3.
dwarsverbindingen/1900-1940;
4.
eilanden;
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
5.
woonbuurten 1940-1990;
6.
woonbuurten na 1990;
7.
Oosterdelgebied;
8.
bedrijventerreinen.
In de figuren 7 en 8 zijn de voor het plangebied betreffende fragmenten van de welstandsbeleidskaart voor Broek op Langedijk weergegeven.
Figuur 7. Fragment van de welstandsbeleidskaart, Broek op Langedijk (noord)
Figuur 8. Fragment van de welstandsbeleidskaart, Broek op Langedijk (zuid)
Het welstandsbeleid voor de betreffende gebieden is vooral gericht op het behouden van de bestaande situatie. De gebieden Dorpslinten, Dwarsverbindingen en Eilanden zijn aangeduid als bijzonder welstandsgebied. In deze gebieden moet het welstandsbeleid bijdragen aan het versterken van het bestaande
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
23
of wenselijke welstandsniveau. Daarbij wordt in de gebieden Dorpslinten en Eilanden in het bijzonder met de karakteristieke en monumentale rekening gehouden. In de welstandsnota is een overzicht van de welstandseisen voor de gebieden alsook voor de gebouwen en dergelijke opgenomen. Hiervoor wordt naar de welstandsnota verwezen. De gemeente Langedijk is ten tijde van het opstellen van het voorliggende bestemmingsplan bezig met het opstellen van een nieuwe Welstandsnota. Deze Welstandsnota heeft in april 2012 ter inzage gelegen. Wanneer de nieuwe Welstandnota is vastgesteld voordat het voorliggend bestemmingsplan is vastgesteld, zal deze paragraaf worden geactualiseerd. 3 . 3 . 7
Verkeer- en Vervoerplan Langedijk
Het Verkeer- en Vervoerplan Langedijk (VVL) geeft de beleidskaders voor het verkeer- en vervoerbeleid voor de periode 2008-2018 en de uitwerking daarvan in een actieplan. Met het plan wordt een beleidskader geboden om de verkeersveiligheid en leefbaarheid zoveel mogelijk te verbeteren en de bereikbaarheid in en van Langedijk te waarborgen. Bij een volgens het principe Duurzaam Veilig ingericht wegennet zijn vorm, functie en gebruik van de weg met elkaar in overeenstemming. Dit betekent dat weggebruikers aan de inrichting van de weg kunnen zien welk gebruik van hen verwacht wordt. Een duidelijke vormgeving voorkomt gevaarlijke situaties. Grote verschillen in snelheid, massa en richting moeten voorkomen worden bij de weginrichting. Op wegen met een gebiedsontsluitingsfunctie geldt een hogere snelheid dan in straten met een verblijfsfunctie. In de woongebieden van de verschillende dorpskernen staat de kwaliteit van de woon- en leefomgeving centraal. Er is veel aandacht voor de verkeersveiligheid en de beperking van de verkeershinder. Door het inrichten van woongebieden als 30 km/uur-zone wordt hieraan invulling gegeven. 3 . 3 . 8
Langedijk, ondernemend samenleven
Op 13 mei 2008 is door de gemeenteraad de visie Langedijk, ondernemend samenleven vastgesteld. Hierin heeft de gemeente haar visie voor de ontwikkeling van de gemeente Langedijk in de periode tot 2020 uiteengezet. In de visie merkt de gemeente op dat haar beleid voor het wonen is gericht op het behouden van Langedijk als een uitstekende woonomgeving. Belangrijk hierin is het karakter van Langedijk als landelijke gemeente met onder andere de daarbij behorende schaal. Het beleid van de gemeente Langedijk is gericht op het ontwikkelen van de gemeente en daarbij de belangrijke waarden van de gemeente te behouden.
24
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Dit betekent dat het dorpse karakter behouden moet blijven. Uitgangspunt bij te bouwen woningen is de bestaande structuur. Het bouwen van voldoende woningen voor jongeren is noodzakelijk om jongeren in Langedijk te behouden. Ook moeten er in de gemeente voldoende voorzieningen voor jongeren zijn. Het beleid voor het werken van de gemeente is gericht op het bevorderen van de bedrijvigheid. Om de bedrijvigheid een plaats te bieden in het middelpunt van de gemeente kunnen bedrijven van een kleine schaal mogelijk langs de belangrijkste wegen in de gemeente gevestigd worden. Ook door en bieden van ruimte voor bedrijvigheid in de nieuwe delen van de gemeente en door het samenvoegen van woon- en werkruimte wordt lokale bedrijvigheid bevorderd. Het vergroten van de mogelijkheden voor recreatie (en toerisme), zoals het aanleggen van fiets- en wandelpaden, aanlegplaatsen voor vaartuigen en dergelijke kan de woonomgeving van Langedijk versterken. Het beleid is er echter uitdrukkelijk niet op gericht om een grote toeristische gemeente te worden. Ook het vestigen van Bed & Breakfast en andere van dergelijke bedrijven en voorzieningen kunnen de mogelijkheden voor recreatie en toerisme bevorderen. De cultuurhistorie van de gemeente is een belangrijk onderdeel van het karakter. Het streven is gericht op het behouden van eigen karakter van de verschillende dorpen in de gemeente. Ook door het aanwezige water en de natuur in Langedijk is de gemeente een uitstekende woonomgeving. 3 . 3 . 9
Detailhandelsstructuurvisie
Langedijk
Op 12 juli 2011 is door de gemeenteraad de nota Visie op de detailhandelsstructuur gedeeltelijk vastgesteld. Hierin is een visie op de detailhandelsstructuur in de gemeente uiteengezet. Deze visie is de basis voor het nog vast te stellen detailhandelsbeleid van de gemeente. Het uitgangspunt van de visie is het ontwikkelen van gebieden met detailhandelsvoorzieningen die goed ontsloten zijn, blijvend voorzieningen bieden voor de (inwoners van de) gemeente en een sterk zogenoemd ondernemersklimaat biedt voor ondernemers. Door de ontwikkeling van de dorpen is een groot gebied met detailhandelsvoorzieningen in het lint ontstaan waarin verspreid voorzieningen zijn gevestigd. De voorzieningen versterken het levendige karakter van de verschillende dorpen. Het gebied in het lint is echter ook een probleem. Er zijn geen duidelijke bundelingsgebiedengebieden met duidelijke grenzen waardoor de voorzieningen toch enigszins verspreid in het lint zijn gevestigd en de voorzieningen elkaar maar beperkt versterken. Om sterke gebieden te behouden zet de gemeente in de visie in op duidelijke bundelingsgebieden met duidelijke grenzen. Meer uitgewerkt zet de gemeente in op twee sterke gebieden ter plaatse
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
25
van de Broekerveiling en in Noord- of Zuid-Scharwoude. Winkelcentrum Broekerveiling is gelegen in Broek op Langedijk, maar maakt geen deel uit van het voorliggende bestemmingsplan. 3 . 3 . 1 0
Bouwverordening/Bodem
Op 6 juli 2010 is door de gemeenteraad de Bouwverordening vastgesteld. Hierin zijn regels opgenomen om het bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen. In paragraaf 4.7 zijn de regels op grond de Bouwverordening verder uitgewerkt ten aanzien van het aspect bodem. 3 . 3 . 1 1
Bedrijven en (milieu)hinder
Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, zoals dat uitgangspunt is van de Wet ruimtelijke ordeningen (Wro), is het waarborgen van voldoende afstand tussen bedrijven en woningen noodzakelijk om (milieu)hinder te voorkomen. Het beleid hiervoor is verder in paragraaf 4.8 uitgewerkt. 3 . 3 . 1 2
Antennebeleid gemeente Langedijk 2009
In de nota Antennebeleid gemeente Langedijk 2009 heeft de gemeente haar beleid voor het plaatsen van antennes uiteengezet. In de nota zijn voor het plaatsen van antennes verschillende bepalingen opgenomen. Hierbij zijn het stedelijk gebied en het landelijk gebied onderscheiden. STEDELIJK GEBIED
De gemeente merkt in de nota op dat het niet wenselijk is om antennes in stedelijke (woon)gebieden te plaatsen. Van operators wordt verwacht dat zij mogelijkheden zoeken bij sportgebieden, langs de randen van industriegebieden en langs knooppunten van infrastructuur. Wanneer er mogelijkheden zijn om antennes te plaatsen waarvoor de gemeente geen vergunning hoeft te verlenen zoals op hoogspanningsmasten, lichtmasten of andere hoge bouwwerken en gebouwen, moeten operators gebruik maken van deze mogelijkheden. In de nota zijn in of in de omgeving van het plangebied verschillende locaties aangewezen waar het plaatsen van antennes is toegestaan. In Broek op Langedijk is dit alleen toegestaan op bedrijventerrein Zuiderdel. Dit bedrijven terrein valt buiten het plangebied van voorliggend bestemmingsplan. 3 . 3 . 1 3
Geldende bestemmingsplannen
In tabel 1 is een overzicht opgenomen van de voor de gronden in het plangebied geldende bestemmingsplannen opgenomen. Het voorliggende bestemmingsplan is een (gedeeltelijke) herziening van deze bestemmingsplannen.
26
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
3 . 3 . 1 4
Ontheffingenbeleid gemeente Langedijk
De noodzaak om met een omgevingsvergunning van het bestemmingsplan af te wijken, is in het algemeen groter naarmate een bestemmingsplan ouder is. Een wat ouder bestemmingsplan sluit niet altijd meer aan op bestaande ruimtelijke inzichten en/of maatschappelijke ontwikkelingen, met name als het een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan betreft. Op basis van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° van de Wabo is het college van burgemeester en wethouders bevoegd verklaard om in afwijking van het bestemmingsplan een omgevingsvergunning te verlenen in bij algemene maatregel van bestuur aan gegeven gevallen (buitenplanse afwijking). Het gaat hierbij om de zogenaamde planologische kruimelgevallen. In artikel 4 van de Bijlage II van het Bor is een uitputtende lijst opgenomen met situaties waarin deze afwijkingsbevoegdheid toegepast kan worden. Deze lijst is inhoudelijk grotendeels gelijk aan de gevallen genoemd in artikel 4.1.1 van het oude Besluit ruimtelijke ordening waarvoor krachtens artikel 3.23 Wro ontheffing van het bestemmingsplan kon worden verleend (de “kruimellijst”). De inwerkingtreding van de Wabo brengt op dit onderdeel dus geen inhoudelijke wijzigingen met zich mee. De in het ontheffingenbeleid opgenomen beleidsregels vormen een overkoepelend beleidskader voor de buitenplanse afwijkingsmogelijkheid van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 2° Wabo . Verder dienen de in het ontheffingenbeleid opgenomen ruimtelijke beleidsregels ook als bouwstenen of richtlijnen voor de (toekomstige) herzieningen van de bestemmingsplannen. Dat wil zeggen dat de bouw- en gebruiksmogelijkheden waarvoor volgens het ontheffingenbeleid voor van de geldende bestemmingsplannen kan worden afgeweken, (zoveel mogelijk bij recht) in de regels van de nieuwe bestemmingsplannen zullen worden opgenomen. Van een actueel bestemmingsplan mag worden verwacht dat het de actuele planologische inzichten bevat. 3 . 3 . 1 5
Beleidsnota
Cultuurhistorie gemeente
Langedijk 2011
Op 15 februari 2011 heeft de gemeenteraad de Beleidsnota Cultuurhistorie gemeente Langedijk 2011 samen met de Beleidskaart Archeologie vastgesteld. In de beleidsnota heeft de gemeente haar beleid voor cultuurhistorie uiteengezet. Op de Beleidskaart Archeologie is weergegeven welke regels in de verschillende gebieden in de gemeente van toepassing zijn. In paragraaf 4.2 is het beleid op grond van de Beleidsnota Cultuurhistorie gemeente Langedijk 2011 verder uitgewerkt.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
27
3 . 3 . 1 6
Beleidsvisie “Wonen langs de Lange Dijk”
Diverse ontwikkelingen vinden plaats in het lint van Langedijk. Gevraagd en ongevraagd gebeurt er van alles. Deze dynamiek is inherent aan dit oudste gedeelte van de gemeente Langedijk. In vroegere tijden vormde de lange dijk al het langgerekte dorpshart van de dorpen Oudkarspel, Noord- en Zuid-Scharwoude, Broek op Langedijk en Sint Pancras. De laatste jaren wordt de gemeente steeds vaker geconfronteerd met aanvragen voor recreatieve (mede)bewoningen van hoofdgebouwen, het gebruik van bijgebouwen voor diverse doeleinden en het gebruik van (onder andere) bedrijfsgebouwen als woning. Gebleken is dat er geen eensluidende visie was op dit soort ontwikkelingen in het lint. De gemeente heeft daarom de visie “Wonen langs de Lange Dijk” opgesteld. De visie, die op 3 april 2012, door het college van burgemeester en wethouders is vastgesteld, moet richting geven aan de gewenste ontwikkelingen in het lint en vormt een basis voor de nog op te stellen bestemmingsplannen voor de verschillende dorpen. Wat betreft de ruimtelijke mogelijkheden worden vijf ontwikkelingen onderscheiden: 1.
Wonen in de tweede lijn. Het wonen in karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen wordt mogelijk gemaakt.
2.
Verhuren van kamers in hoofd- en bijgebouwen. Het verhuren van kamers in hoofdgebouwen en karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen wordt – onder voorwaarde – mogelijk gemaakt. De voorwaarde is dat het verhuren van kamers ondergeschikt moet zijn aan het wonen.
3.
Splitsen van hoofdgebouwen voor twee huishoudens. Het splitsen van hoofdgebouwen voor twee huishoudens wordt – onder voorwaarden – mogelijk gemaakt. De voorwaarden zijn: -
Er vindt geen aantasting plaats van het stedenbouwkundig beeld.
-
Er vindt geen toename van de parkeerdruk plaats (met andere woorden: op het eigen perceel is voldoende ruimte voor parkeren).
4.
Hoofd- en bijgebouwen als recreatiewoning. Het gebruiken van hoofdgebouwen en karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen als recreatiewoning wordt mogelijk gemaakt.
5.
Functiewijziging van bedrijfsgebouwen naar woningen. Het wijzigen van de functie van niet-woonfuncties wordt mogelijk gemaakt.
Het bovenstaande beleid is opgenomen in de regels van het voorliggende bestemmingsplan. Om gebruik te kunnen maken van bovenstaande ontwikkelingen, dient een afwijkingsprocedure gevolgd te worden. Hiervoor is gekozen omdat aan de ontwikkelingen voorwaarden zijn verbonden, die op voorhand getoetst en afgewogen dienen te worden.
28
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
In aanvulling op punt 4 heeft het college van burgemeester en wethouders op 8 januari 2013 aangegeven dat de mogelijkheden voor Bed en Breakfast passen binnen de regeling voor het gebruik van hoofd- en bijgebouwen als recreatiewoning. Recreatie in het lint is op grond van dit beleid al toegestaan, Bed en Breakfast sluit hier naadloos op aan. Bovendien is het een passende ontwikkeling op grond van de gemeentelijke structuurvisie, waarin het ‘Vitale Lint’ een prominente rol heeft gekregen. Er is sprake van een gewenste verruiming van het bestaande beleid. 3 . 3 . 1 7
Horecabeleid
Op 3 april 2012 is door de gemeenteraad het Horecabeleid 2012 vastgesteld. De aanwezigheid van een veelzijdig en goed functionerende horeca levert een belangrijke bijdrage aan de lokale gemeenschap. De horeca is namelijk een belangrijke producent van openbare ruimte en sociale samenhang en vervult een wezenlijke functie in de ondersteuning van andere bedrijven waaronder detailhandel. De horeca als geheel kent een grote diversiteit van hotels, restaurants, cafés, lunchrooms, discotheken, bioscopen, cateraars et cetera. Anno 2011 is er in Langedijk nog steeds sprake van een horecastop. Nieuwvestiging en/of uitbreidingen kunnen niet of nauwelijks plaatsvinden. De huidige horeca in Langedijk is bescheiden van omvang en merendeels kleinschalig van karakter. Verspreid over de zes dorpen van Langedijk is er een divers aanbod van horeca in de vorm van cafés, restaurants en snackbars. Het zwaartepunt van het restaurantaanbod is gelegen in Broek op Langedijk. Restaurants zijn er zowel in het lage, midden als hoge marktsegment (van eetcafé tot kwaliteitsrestaurant). In de dorpen van de gemeente Langedijk zijn op dit moment geen grote discotheken, geen uitgaanscentrum met horecaconcentratie en geen grootschalige hotels en restaurants. Uitgaansgelegenheden zijn er volop en op korte afstand in de buurgemeenten Alkmaar en Heerhugowaard en in het wat verder gelegen Bergen en Schagen. De bestaande horeca (collectief en individueel) krijgt met de horecavisie duidelijkheid over haar ontwikkelingsmogelijkheden. De mogelijkheden om de bestaande horeca in Langedijk in haar huidige vorm te continueren blijven onaangetast. Nieuwvestiging van horeca en uitbreiding van bestaande horeca zal getoetst worden aan de horecavisie. Daarbij zal iedere keer weer de vraag zijn of de nieuwe ontwikkeling “past” in de horecavisie en of die nieuwe ontwikkeling een versterking dan wel een verzwakking betekent van wat naar de toekomst toe wordt beoogd met de horeca in Langedijk.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
29
3 . 3 . 1 8
Woonvisie 2005-2015
Door de gemeenteraad is op 27 januari 2006 de Woonvisie 2005-2015 vastgesteld waarin zij haar beleid voor het bouwen van woningen uiteen heeft gezet. Deze visie is voor de gemeente Langedijk ook de basis voor het door de gemeenten in de regio Noord-Kennemerland op te stellen regionale woonvisie. Het beleid van de gemeente is onder andere gericht op: -
het bouwen van woningen voor de eigen woningbehoefte;
-
het bieden van mogelijkheden voor alle (nieuwe) inwoners in zowel de wijk alsook in het dorp;
-
in het bijzonder mogelijkheden bieden aan starters of anders jonge gezinnen, mensen met lage inkomens en mensen met een zorgbehoefte;
-
waarborgen van leefbare wijken en dorpen.
3 . 3 . 1 9
Notitie verruiming
woonbebouwingsmoge-
lijkheden in de gemeente Langedijk
Op 17 juli 2008 hebben burgemeester en wethouders nog eens de Notitie Verruiming woonbebouwingsmogelijkheden in de gemeente Langedijk vastgesteld. Dit in verband met de inwerkingtreding van de ‘nieuwe’ Wet ruimtelijke ordening op 1 juli 2008. In de notitie heeft de gemeente haar beleid voor het vergroten van woningen uiteengezet. In de notitie merkt de gemeente op dat er een behoefte aan grotere woningen bestaat. Vooral in de historische lintbebouwing en langs de oost-westverbindingen zoals de Oosterstraat voldoen de woningen niet meer aan deze behoefte. Het beleid is dan ook gericht op het vergroten van de mogelijkheden voor het bouwen van grotere woningen. In de notitie zijn verschillende bepalingen voor het vergroten van woningen opgenomen. 3 . 3 . 2 0
Openluchtrecreatie in Langedijk
In de nota Openluchtrecreatie in Langedijk heeft de gemeente haar beleid voor de recreatie en het toerisme uiteengezet. Het beleid is gericht op het ontwikkelen van een visie, het opstellen van doelstellingen en het bieden van voorwaarden. Ook heeft de gemeente in de nota (een aanpassing van) haar beleid voor kamperen uiteengezet. In de nota merkt de gemeente op dat de zij in haar beleid voor recreatie en toerisme in de eerste plaats inzet op het bieden van mogelijkheden voor (openlucht)recreatie voor de eigen inwoners en de inwoners van de regio. Dit betekent niet dat er in de gemeente geen mogelijkheden zijn voor toerisme. Belangrijke waarde voor het aanbod van voorzieningen voor de recreatie en het toerisme is de kleine schaal van de gemeente. Door de aanwezige natuur-
30
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
waarden in de gemeente is het niet mogelijk om de ruimte in de gemeente op grote schaal voor recreatie en toerisme te gebruiken. Uitgangspunten van het beleid zijn onder andere: -
Het behouden van de bestaande voorzieningen voor recreatie.
-
Private initiatieven worden, onder de voorwaarde dat deze passen binnen de door de gemeenteraad opgestelde doelstellingen, in beginsel welwillend behandeld.
-
Het versterken van de functie voor de recreatie en het toerisme van het historische lint.
Wat betreft het kamperen zijn er in de achterliggende periode ontwikkelingen geweest waardoor een aanpassing van onderdelen van het beleid voor kamperen van de gemeente noodzakelijk was. Kleinschalig kamperen is, met uitzondering van enkele gebieden, uitsluitend toegestaan bij agrarische bedrijven en/of voormalige agrarische bedrijven. Het vrij kamperen tijdens een korte periode buiten de kampeerterreinen wordt in beginsel niet toegestaan. 3 . 3 . 2 1
Ontwikkelingsvisie doorvaarbaarheid
In de Ontwikkelingsvisie doorvaarbaarheid heeft de gemeente haar beleid voor de ontwikkeling van voldoende goed vaarwater in de gemeente uiteengezet. Het beleid is onder andere gericht op het versterken van de woonomgeving en het vergroten de bekendheid van de bijzondere cultuurhistorische waarden in de gemeente. Dit door het gebruik van het aanwezige vaarwater te verbeteren en oude vaarwegen en -routes te herstellen. Het streven van de gemeente is hierbij onder andere gericht op het versterken van de binding met de regio waardoor ook de inwoners van gemeenten in de regio gebruik kunnen maken van de vaarwegen in het poldergebied en waardoor er verschillende vaarroutes worden ontwikkeld. Dit door: -
het bieden van goede voorzieningen voor de toeristische vaarder met betrekking tot de ligplaats en het vergroten van de bekendheid van bijzonder cultuurhistorische waarden in de gemeente;
-
het verbeteren van de bereikbaarheid en bevaarbaarheid van het poldergebied voor vooral de recreatiemogelijkheden van de inwoners van de gemeente en de gemeenten in de regio voor boten met een doorvaarthoogte van ten hoogste 1,55 m;
-
het verbeteren van de inrichting van het polder(vaar)gebied;
-
bij ruimtelijke ontwikkelingen ook de bevaarbaarheid in overweging te nemen.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
31
3 . 3 . 2 2
Gebiedsvisie Broek op Langedijk
Kwaliteit van de ruimte wordt in de gemeente Langedijk van groot belang geacht. Voor Broek op Langedijk is dan ook een gebiedsvisie in voorbereiding en ontwikkeling. Binnen de gebiedsvisie zijn de volgende specifieke onderzoeksgebieden aangegeven: het dorpslint, het gebied rond het haventje, het Rodeoterrein en Broek op Langedijk Zuid. Het doel van de gebiedsvisie is: -
goede inpassing van ruimtelijke plannen;
-
vanuit landschap en cultuurhistorie de beoogde ruimtelijke kwaliteit verantwoorden;
-
kaders en ambities scheppen voor ruimtelijke ontwikkelingen passend bij de identiteit van het gebied;
-
conserverend en/of inspirerend zijn voor nieuwe ontwikkelingen.
De gebiedsvisie gaat uit van vijf bouwstenen ten aanzien van ruimtelijke kwaliteitseisen: 1.
Beschrijving van de ontwikkelingsgeschiedenis van het landschap (voor Broek op Langedijk het Westfriese zeekleilandschap).
2.
Beschrijving van ordeningsprincipes van het landschap (verkaveling, sloten, dijk, kanalen).
3.
Beschrijving van de bebouwingskarakteristieken ter plaatse (architectuur, stedenbouw, openbare ruimte).
4.
Toelichten inpassing van de nieuwe functies in de bestaande omgeving.
5.
Benoemen van de bestaande kwaliteiten van het gebied (punt 1 t/m 3) en de maatregelen die nodig zijn om negatieve effecten op deze kwaliteiten op te heffen in relatie tot de nieuwe functies.
Bij het opstellen van de gebiedsvisie bestaat de eerste fase van het onderzoek uit een inventarisatie en analyse van de patronen uit het heden en verleden, deze geven inzicht in de opbouw van het gebied. Daarnaast heeft de workshop met maatschappelijk betrokken partijen kennis over de belevingswaarde ingebracht. Deze kwaliteiten zijn verwerkt in de schatkaart. Uit deze eerste fase kwamen 5 thema‘s met hun ruimtelijke opgave naar voren: 1.
De Langedijk met Voorburg- en Achterburggracht vormen de ruggengraat van het dorp.
2.
Nieuw dorpshart met haven.
3.
Landschapspark Oosterdel.
4.
Veilig en toegankelijk dorp.
5.
Versterken bestaande buurten.
Deze ruimtelijke opgaven, hun kansen en knelpunten zijn uitgewerkt in een visie op hoofdlijnen – kansen en ruimte voor ontwikkelingen‘ en verbeeld in de opgestelde visiekaart.
32
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Vervolgens zijn spelregels geformuleerd voor de uitwerking van de visie. Deze spelregels hebben betrekking op: -
Behouden en versterken van de kwaliteit van de deelgebieden (lint, tuinderseilanden, Oranjebuurt, haven, woonbuurt langs de Voorburggracht (1970-1990), Mayersloot-West.
-
Herontwikkeling specifieke locaties (Rodeo-terrein, Haven en havenplein, Broek-Zuid).
-
Routes en verbindingen (de dijk, verkeersroutes, waterstructuur, groenstructuur).
-
Richtinggevend kader voor diverse aspecten (vrijkomende bedrijfsgebouwen, parkeren, bouwen aan het water).
De spelregels vormen het toetsingskader bij ontwikkelingen. Concluderend kan worden gesteld dat in de gebiedsvisie uitdagingen worden benoemd binnen de bestaande karakteristieken en is gezocht naar nieuwe kwaliteiten op basis van maatschappelijke ontwikkelingen. Deze gebiedsvisie Broek op Langedijk geeft handvaten en invulling aan de regierol die de gemeente Langedijk heeft bij ruimtelijke ontwikkelingen.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
33
34
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
P l a n o l o g i s c h e r a n d v o o r w a a r d e n
4.1
Waterhuishouding In het “Nationaal Waterplan” is het beleid met betrekking tot het water(be-
WET- EN REGELGEVING
heer) vastgelegd. Het beleid is “een veilige en leefbare delta, nu en in de toekomst”. In de nota “Anders omgaan met water” is bepaald dat de gevolgen van (ruimtelijke) ontwikkelingen voor de waterhuishouding uitdrukkelijk in onder andere bestemmingsplannen moeten worden overwogen. Hiervoor moet de zogenoemde watertoets worden uitgevoerd. De watertoets is het vroeg informeren (van de waterbeheerder), het adviseren (door de waterbeheerder), het overwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige belangen in ruimtelijke plannen en besluiten. Op 22 december 2009 is de Waterwet (Wtw) in werking getreden. Uitgangspunt van de Wtw is een volledig beheer van het watersysteem. Op grond van de Wtw is er ook een goede samenhang tussen het waterbeleid en de ruimtelijke ordening. Ook in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is uitdrukkelijk bepaald dat in de toelichting op een bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden in de gevolgen van het bestemmingsplan voor de waterhuishouding en hoe deze gevolgen in het bestemmingsplan zijn betrokken. De waterbeheerder in en in de directe omgeving van het plangebied is het
ONDERZOEK
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK). Voorliggend bestemmingsplan is voorgelegd aan het HHNK in het kader van de watertoets. Door het HHNK is aangegeven dat de relevante zonering voor de waterkering liggend langs het boezemkanaal Alkmaar (Omval) – Kolhorn op de verbeelding en in de regels wordt opgenomen. Hierin voorziet het voorliggende bestemmingsplan.
4.2
Archeologie en cultuurhistorie Op 1 september 2007 is de Wet op de archeologische monumentenzorg (Wamz)
WET- EN REGELGEVING
in werking getreden. Met deze inwerkingtreding werd het Verdrag van Malta, dat op 16 april 1992 onder andere door Nederland is ondertekend, in de Neder-
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
35
landse wet- en regelgeving verwerkt. Het Verdrag van Malta is gericht op het behouden van archeologische waarden in de bodem. Uitgangspunt hierbij is onder andere het uitvoeren van een onderzoek naar archeologische waarden in het plangebied voor het vaststellen van een bestemmingsplan. Ook het zogenoemde veroorzakerprincipe is een uitgangspunt van het Verdrag van Malta. Dit betekent dat diegene die mogelijke archeologische waarden in de bodem verstoort, financieel verantwoordelijk is voor een voldoende onderzoek naar en het behoud van die archeologische waarden. Met de inwerkingtreding van de Wamz werd ook de Monumentwet 1988 (Mw 1988) gewijzigd. Op grond van de Mw 1988 moet in een bestemmingsplan (mogelijke) archeologische waarden in de bodem van het plangebied overwogen worden. Op 15 februari 2011 heeft de gemeenteraad de Beleidsnota Cultuurhistorie gemeente Langedijk 2011 samen met de Beleidskaart Archeologie vastgesteld. In de beleidsnota heeft de gemeente haar beleid voor cultuurhistorie uiteengezet. Op de Beleidskaart Archeologie is weergegeven welke regels in de verschillende gebieden in de gemeente van toepassing zijn. ONDERZOEK
In figuur 9 is het voor het plangebied betreffende fragment van de Beleidskaart Archeologie weergegeven.
Figuur 9. Fragment van de Beleidskaart Archeologie
36
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Uit de informatie van de Beleidskaart Archeologie blijkt dat er in het plangebied verschillende archeologische waarden bekend zijn: -
De historische kern van o.a. Broek op Langedijk (LANG01A), het gebied langs de Dorpsstraat. De dorpen Broek, Noord- en Zuid-Scharwoude en Oudkarspel waren in 1100 al aanwezig en tijdens de late middeleeuwen uitgebreid waardoor de dorpen één lint werden. In de oude dorpen kunnen archeologische waarden aanwezig zijn.
-
Kerkterrein Broek op Langedijk (LANG07A). Kerkterrein daterend van de 11e/12e eeuw. Verwacht wordt dat in de ondergrond resten van begravingen maar mogelijk ook van (houten) voorgangers van het huidige kerkgebouw aanwezig zijn.
-
Een van de elf bemalingsmolens van het Geestmerambacht (LANG23A). Gebouwd vóór 1663. De molen brandde af in 1877.
-
Oude molen D (afgebrand) (LANG40A). Over deze verdwenen molen is geen beschrijving of datering bekend. De locatie is gebaseerd op het Minuutplan van Broek op Langedijk uit de periode 1811-1832.
Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan waarin in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. Onaanvaardbare nadelige gevolgen voor cultuurhistorische waarden worden dan ook niet verwacht. De ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van afwijkingen of wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moet een procedure worden doorlopen. Grotere ontwikkelingen kunnen plaatsvinden middels een wijzigingsbevoegdheid. In wijzigingsplannen dienen de gevolgen voor cultuurhistorische waarden overwogen worden. De opgenomen afwijkingsmogelijkheden passen binnen het gevoerde beleid van de gemeente. De archeologisch waardevolle gebieden zoals opgenomen in de beleidsnota zijn doorvertaald naar de regels en de verbeelding van het voorliggende bestemmingsplan. Op de verbeelding is de dubbelbestemming ‘Waarde-Archeologie’ opgenomen, in drie varianten. In de regels zijn de voorwaarden neergelegd, waaronder mag worden gebouwd in de archeologische waardevolle gebieden. De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door on-
CONCLUSIE
aanvaardbare nadelige gevolgen voor archeologische en cultuurhistorische waarden belemmerd.
4.3
Ecologie De Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn met de inwerkingtreding van de Flora-
WET- EN REGELGEVING
en faunawet (Ffw) op 1 april 2002 en de Natuurbeschermingswet 1998 (Nbw) op 1 oktober 2005 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
37
De Ffw is gericht op het beschermen en het behouden van de goede staat van instandhouding van in het wild levende plant- en diersoorten en hun directe leefomgeving. Uitgangspunt hierbij is het zogenoemde ‘nee, tenzij-principe’. Dit betekent dat werkzaamheden en dergelijke in beginsel niet zijn toegestaan. Onder voorwaarden kan hier op grond van een vrijstelling of ontheffing van worden afgeweken. In de Ffw is onder andere bepaald dat eenieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat zijn handelen of nalaten te handelen nadelige gevolgen kan hebben voor flora en fauna, gedwongen is dergelijk handelen of nalaten achterwege te laten. Dit voor zover dit in redelijkheid van hem kan worden gevraagd. Diegene moet alle maatregelen nemen die in redelijkheid van hem kunnen worden gevraagd om die nadelige gevolgen te voorkomen, te beperken of ongedaan te maken. De Nbw is gericht op het beschermen van (natuur)gebieden. Deze natuurgebieden betreffen onder andere de zogenoemde Speciale Beschermingzones op grond van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Samen worden deze gebieden aangeduid als het Natura 2000-netwerk. Voor de bescherming van deze natuurgebieden is in de Nbw een uitgebreide wet- en regelgeving opgenomen. ONDERZOEK
Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan waarin in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. Onaanvaardbare nadelige gevolgen voor ecologische waarden worden dan ook niet verwacht. De grotere ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moeten wijzigingsplannen worden opgesteld. In deze wijzigingsplannen moeten de gevolgen voor ecologische waarden overwogen worden.
CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door onaanvaardbare nadelige gevolgen voor cultuurhistorische waarden belemmerd.
4.4
Geluidhinder 4 . 4 . 1
Wegverkeerslawaai
Op 1 februari 1980 is de Wet geluidhinder (Wgh) in werking getreden. De Wgh is er op gericht de geluidhinder vanwege onder andere wegverkeerslawaai te voorkomen en te beperken. Deze wet is op 1 januari 2007 voor het laatst gewijzigd. In de Wgh is in artikel 74 bepaald dat bij elke weg in beginsel een (geluids)zone aanwezig is. Dit met uitzondering van: -
wegen binnen een als woonerf aangeduid gebied;
-
wegen waarop een snelheid van ten hoogste 30 km per uur is toegestaan.
38
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Op de wegen in en in de directe omgeving van het plangebied is een snelheid
ONDERZOEK
van ten hoogste 30 km per uur toegestaan. Dit met uitzondering van: -
de Uitvalsweg en Papenhorn waarop een snelheid van ten hoogste 50 km per uur is toegestaan;
-
de Broekerweg, waar een snelheid van ten hoogste 80 km per uur is toegestaan;
-
de Westelijke Randweg waarop ook een snelheid van ten hoogste 50 km per uur is toegestaan.
Op grond van artikel 74 van de Wgh is bij deze drie wegen een geluidszone van 200 m aanwezig. Het plangebied ligt voor een deel binnen deze geluidszones. Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan waarin in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. Geluidhinder vanwege wegverkeerslawaai wordt dan ook niet verwacht. De grotere ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moeten wijzigingsplannen worden opgesteld. In deze wijzigingsplannen moet mogelijke geluidhinder vanwege wegverkeerslawaai overwogen worden. De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door ge-
CONCLUSIE
luidhinder vanwege wegverkeerslawaai belemmerd.
4.5
Luchtkwaliteit Op 1 maart 1993 is de Wet milieubeheer (Wm) in werking getreden. Onder an-
WET- EN REGELGEVING
dere de Europese regelgeving voor de luchtkwaliteit is met de inwerkingtreding van de wijziging van de Wm (onderdeel luchtkwaliteitseisen) op 15 november 2007 in de Nederlandse wet- en regelgeving verwerkt. In de Wm is in artikel 5.6 bepaald dat de in de wet bepaalde normen voor de luchtkwaliteit overal van toepassing zijn. Dit met uitzondering van een arbeidsplaats; hierop is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing. Uitgangspunt van de Wm is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL). Hierin is bepaald wanneer en hoe overschrijdingen van de normen voor de luchtkwaliteit moeten worden behandeld. In het NSL worden ook nieuwe ontwikkelingen zoals plannen voor de aanleg van infrastructuur overwogen. Voor plannen die passen binnen het NSL is het toetsen aan de normen (grenswaarden) voor luchtkwaliteit niet noodzakelijk. Ook het toetsen van plannen die ‘niet in betekende mate’ (nibm) gevolgen hebben voor de luchtkwaliteit is niet noodzakelijk. Of bij een plan sprake is van nibm, kan beoordeeld worden op grond van de voorwaarden zoals die in de AMvB-nibm.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
39
ONDERZOEK
Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan waarin in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. Geluidhinder vanwege wegverkeerslawaai wordt dan ook niet verwacht. De grotere ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moeten wijzigingsplannen worden opgesteld. In deze wijzigingsplannen moeten de gevolgen voor de luchtkwaliteit overwogen worden.
CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door onaanvaardbare gevolgen voor de luchtkwaliteit wordt belemmerd.
4.6
Externe veiligheid WET- EN REGELGEVING
Op 13 juni 2001 is door de regering het vierde Nationale milieubeleidsplan (NMP4) vastgesteld. Hierin zet zij haar (nieuwe) externe veiligheidsbeleid uiteen. Dit beleid is gericht op het beheersen van de risico’s in de omgeving vanwege het gebruik, de opslag en het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook op de risico’s die samenhangen met het gebruik van luchthavens is het externe veiligheidsbeleid van toepassing. Uitgangspunten van dit beleid zijn: -
het plaatsgebonden risico: het risico op een plaats, bepaald als de kans dat een persoon die onafgebroken op die plaats aanwezig is overlijdt als gevolg van een ongeval waarbij een gevaarlijke stof is betrokken;
-
het groepsrisico: bepaald als de kans dat een groep van 10, 100 of 1.000 personen overlijdt als gevolg van een ongeval waarbij een gevaarlijke stof is betrokken.
Voor het plaatsgebonden en groepsrisico zijn normen opgesteld. Deze normen zijn uitgangspunt voor het ruimtelijk en milieubeleid. Wat betreft het plaatsgebonden risico wordt (voor ‘nieuwe’ ruimtelijke ontwikkelingen) een kans van eens per miljoen jaar (10-6) aanvaardbaar geacht. Op dit moment is deze norm een grenswaarde. Overschrijding van deze grenswaarde is niet toegestaan. Voor het groepsrisico wordt een kans van: -
eens per honderdduizend jaar (10-5 per jaar) op het overlijden van 10 personen of meer;
-
eens per tien miljoen jaar (10-7 per jaar) op het overlijden van 100 personen of meer;
-
eens per miljard jaar (10-9 per jaar) op het overlijden van 1.000 personen of meer bij inrichtingen aanvaardbaar geacht.
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over onder andere (spoor)wegen wordt een kans van achtereenvolgens 10-4, 10-6 en 10-8 aanvaardbaar geacht. Deze normen zijn oriënterende waarden. Dit betekent dat een overschrijding van deze normen is toegestaan wanneer de gemeente dit voldoende kan motiveren.
40
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) in werking getreden. De regelgeving zoals die in het Bevi is opgenomen, is gericht op het beperken van de risico’s van een ongeval met gevaarlijke stoffen in inrichtingen (bedrijven) voor personen. De grenswaarde voor het plaatsgebonden risico en de oriënterende waarde voor het groepsrisico zijn in het Bevi vastgesteld. Het externe veiligheidsbeleid met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen is in de Nota risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (nota Rnvgs) opgenomen. In de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is dit beleid verder uiteengezet. Dit beleid is waar mogelijk overeenkomstig het Bevi. Op 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. In het Bevb is bepaald dat er bij buisleidingen (veiligheids)zones aanwezig zijn. De provincie Noord-Holland heeft de zogenoemde risicokaart ontwikkeld. Hier-
ONDERZOEK
op is onder andere informatie over risico’s van ongevallen met gevaarlijke stoffen opgenomen. In figuur 10 is het voor het plangebied betreffende fragment van de risicokaart opgenomen.
Figuur 10. Fragment van de risicokaart (bron: provincie Noord-Holland)
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
41
Uit de informatie van de risicokaart blijkt dat in de omgeving van het plangebied verschillende risico’s bekend zijn: -
Benzineservicestation Fa. A ten Bruggecate & zn. BV aan de Hornweg 46 op het bedrijventerrein Zuiderdel in Broek op Langedijk. De risicovolle onderdelen van dit bedrijf zijn het LPG-vulpunt, -reservoir en –afleverinstallatie. De doorzet van het bedrijf is op grond van de verleende milieuvergunning 1000 m³ LPG per jaar. Bij deze onderdelen is een risicozone voor het plaatsgebonden risico aanwezig van achtereenvolgens 40 m, 25 m en 15 m. Deze afstanden reiken niet tot aan het plangebied. Bij het bedrijf is een risicozone voor het groepsrisico (het zogenoemde invloedsgebied) van 150 m aanwezig, die wel tot in het plangebied reikt. Op het groepsrisico is in het vervolg van deze paragraaf nader ingegaan.
-
Provinciale weg N242. Bij deze weg is een risicozone voor het plaatsgebonden risico aanwezig van 0 m. Bij de weg is een risicozone voor het groepsrisico van 200 m aanwezig. Het plangebied ligt buiten de bij de weg aanwezige risicozones.
-
Vuurwerk opslag Bijvoet & Zn aan de Dijk 10 in Broek op Langedijk. Het betreft een bewaarplaats voor vuurwerk. De toegestane hoeveelheid vuurwerk is 1000 tot 10.000 kg.
In het plangebied en in de omgeving daarvan zijn geen risico’s bekend waardoor in het plangebied sprake is van een overschrijding van de grenswaarde (10-6) voor het plaatsgebonden risico of de oriënterende waarde voor het groepsrisico. Door de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR NHN) is de locatie van het plangebied getoetst op het aspect externe veiligheid. Hierbij is gebruik gemaakt van de gegevens van de provinciale professionele risicokaart en bij VR NHN bekende gegevens over risicovolle objecten. Het plangebied valt buiten het invloedsgebied van transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het water en het spoor. Ook valt het plangebied buiten het invloedsgebied van hoge druk buisleidingen. Het voorliggende bestemmingsplan betreft een conserverend bestemmingsplan en kan beschouwd worden als een bestaande situatie, waarbij termijnen gelden wanneer aan de normen voor het plaatsgebonden risico moet worden voldaan en waarbij (indien het plangebied is gelegen binnen het invloedsgebied van risicovolle objecten) het groepsrisico moet worden verantwoord.
42
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Figuur 11. LPG-station Hornweg 4 en 6 (bron: Veiligheidsregio Noord-Holland Noord)
Aan de Hornweg 2-6 in Broek op Langedijk is LPG-tankstation Ten Bruggencate gevestigd. Het wettelijk invloedsgebied (150 meter) van dit LPG-station ligt net over een klein deel van het plangebied heen. De vrijstaande woning aan de Nauertogt 4 ligt gedeeltelijk binnen het invloedsgebied van 150 meter rond het LPG-vulpunt. Op grond van het Bevi/Revi geldt een invloedsgebied van 150 meter rondom het LPG-vulpunt en het LPG-reservoir. Dit invloedsgebied ligt voor een zeer klein deel in het plangebied. Op grond van artikel 13 van het Bevi zal desondanks in het bestemmingsplan voor het LPG-tankstation op grond van het Bevi het groepsrisico moeten worden verantwoord.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
43
Voor het groepsrisico is in het Bevi de oriëntatiewaarde opgenomen. Deze waarde is geen harde grenswaarde, maar een waarde die gebruikt moet worden door het bevoegd gezag bij de verantwoording van het groepsrisico. Op grond van artikel 13 van het Bevi moet bij Wro-besluiten die de vestiging of bouw van objecten binnen het invloedsgebied toelaten een verantwoording van het groepsrisico worden uitgevoerd. Voor het berekenen van het groepsrisico is de uitvoering van een QRA met Safeti.NL. Ook gemeente Langedijk heeft een risicoanalyse op laten stellen voor de drie LPG-tankstations binnen de gemeente. Deze QRA is opgesteld door RoyalHaskoning en DHV in september 2012 (registratienummer MD-MV20080451, versie 7). Ook is hierin het groepsrisico berekend met Safeti.NL. Samengevat concluderen beide bureaus dat de oriënterende waarde voor het groepsrisico in de huidige situatie net niet overschreden wordt. Door de uitbreiding van het aantal personen in de kantoren aan de Bogert en Keizelbos zal het groepsrisico toenemen en wordt de oriënterende waarde geraakt en functioneel overschreden. Deze overschrijding wordt verwaarloosbaar geacht ten opzichte van de nauwkeurigheid van de berekeningsmethode, maar kan worden vermeden door in elk van de kantoren maximaal 140 personen toe te staan. Deze kantoren maken echter geen deel uit van het plangebied. CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door risico’s vanwege het gebruik, de opslag of het vervoer van gevaarlijke stoffen belemmerd.
4.7
Bodem WET- EN REGELGEVING
Op 1 april 2007 is de gewijzigde Woningwet (Ww) in werking getreden. In de Ww is bepaald dat door de gemeenteraad in de bouwverordening regels moeten worden opgenomen om het bouwen op verontreinigde bodem te voorkomen. Op 6 juli 2010 is door de gemeenteraad de Bouwverordening 2010 vastgesteld. Hierin is een dergelijke regel opgenomen. In het “Besluit ruimtelijke ordening” (Bro) is bepaald dat in de toelichting op een bestemmingsplan inzicht verkregen moet worden over de uitvoerbaarheid van het plan. Dit betekent dat er onder andere inzicht verkregen moet worden in de noodzakelijke financiële investering van een (mogelijk noodzakelijke) bodemsanering. Een onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem is dus feitelijk een onderdeel van de onderzoeksverplichting van B en W en de gemeenteraad bij de voorbereiding van een bestemmingsplan.
44
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
Hierbij moet worden opgemerkt dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening het bestemmen van gronden met een bodem van onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit met een hiervoor gevoelige bestemming in beginsel moet worden voorkomen. Onder andere de provincie Noord-Holland heeft het zogenoemde ‘Bodemloket’
ONDERZOEK
ontwikkeld. Het Bodemloket biedt informatie over bodemonderzoeken en -saneringen die zijn uitgevoerd. Ook is er informatie opgenomen over bedrijven of terreinen waar ‘verdachte’ werkzaamheden hebben plaatsgevonden die mogelijk bodemverontreiniging hebben veroorzaakt en waar mogelijk bodemonderzoek moet worden uitgevoerd. In figuur 12 is het voor het plangebied betreffende fragment van de risicokaart opgenomen.
Figuur 12. Fragment van de kaart van het Bodemloket (bron: provincie Noord-Holland)
Uit de informatie van het Bodemloket blijkt dat er in het plangebied verschillende bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Het Oosterdelgebied blijkt gesaneerd te zijn. Bij de meeste uitgevoerde bodemonderzoeken was geen aanvullend onderzoek noodzakelijk. Ook blijkt dat er geen bedrijven bekend zijn waar ‘verdachte’ werkzaamheden hebben plaatsgevonden in het plangebied. Op een enkele locatie is nog een bodemonderzoek in procedure. Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan waarin in beginsel geen nieuwe ontwikkelingen zijn voorzien. De milieuhygiënische kwaliteit van de bodem wordt in de bestaande situatie voldoende geacht. Een onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit wordt dan ook niet verwacht.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
45
De grotere ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moeten wijzigingsplannen worden opgesteld. In deze wijzigingsplannen moet de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem overwogen worden. CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door onvoldoende milieuhygiënische kwaliteit van de bodem belemmerd.
4.8
Bedrijven en (milieu)hinder WET- EN REGELGEVING
Bedrijven (of andere milieubelastende bedrijvigheid) in de directe omgeving van woningen (of (andere) milieugevoelige gebieden) kunnen daar (milieu)hinder vanwege geur, stof, geluid, gevaar en dergelijke veroorzaken. Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening, zoals dat uitgangspunt is van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), is het waarborgen van voldoende afstand tussen bedrijven en woningen noodzakelijk.
ONDERZOEK
In het plangebied zijn verschillende bedrijven en voorzieningen gevestigd. Het voorliggende bestemmingsplan is een zogenoemd beheerplan. Dit betekent dat er in het bestemmingsplan geen ontwikkelingen zijn voorzien. De mogelijke (milieu)hinder van bedrijven en voorzieningen wordt in de bestaande situatie aanvaardbaar geacht. Onaanvaardbare (milieu)hinder van bedrijven en voorzieningen wordt dan ook niet verwacht. De grotere ontwikkelingen die in het plangebied zijn voorzien, worden op grond van wijzigingen van het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Hiervoor moeten wijzigingsplannen worden opgesteld. In deze wijzigingsplannen moet de mogelijke (milieu)hinder van bedrijven en voorzieningen overwogen worden.
CONCLUSIE
De uitvoerbaarheid van het voorliggende bestemmingsplan wordt niet door (milieu)hinder van bedrijven en voorzieningen belemmerd.
46
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
J u r i d i s c h e t o e l i c h t i n g
5.1
Inleiding In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) zijn regels voor de bestemmingsplanprocedure opgenomen. De in de Wro en het Bro opgenomen procedure wordt voor het voorliggende bestemmingsplan gevolgd.
5.2
Juridische vormgeving Op grond van artikel 3.1.3 Bro en artikel 3.1.6 Bro moet een bestemmingsplan
INHOUD
worden vervat in:
BESTEMMINGSPLAN
1.
een beschrijving van de bestemmingen, waarbij per bestemming het doel of de doeleinden worden aangegeven;
2.
bestemmingen die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
3.
regels die bij of krachtens wet kunnen worden voorgeschreven;
4.
voor zover nodig uitwerkings-, wijzigings- en afwijkingsregels.
Daarnaast dient een dergelijk plan vergezeld te gaan van een toelichting, waarin de aan het plan ten grondslag liggende gedachten, de uitkomsten van het onderzoek, de uitkomsten van het overleg en de rapportering van de inspraak zijn vermeld. De invoering van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en het nieuwe Besluit ruimtelijke ordening (Bro) heeft op 1 juli 2008 plaatsgevonden. Bij het opstellen van het bestemmingsplan is de nieuwe wet- en regelgeving toegepast. Dit houdt onder andere in de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling niet meer in het bestemmingsplan zijn opgenomen, omdat deze onderdeel zijn geworden van de Wet ruimtelijke ordening. Met de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) op 1 oktober 2010 is de strafbepaling en de algemene gebruiksbepaling geschrapt uit de Wro en opgenomen in de Wabo. In het Besluit ruimtelijke ordening is een formulering opgenomen ten aanzien van de anti-dubbeltelregel en het overgangsrecht. Deze teksten zijn opgenomen in de regels. De nieuwe regelingen hebben als gevolg dat het bestem-
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
47
mingsplan wat betreft de vorm en de inhoud enigszins kan afwijken van de tot nu toe gebruikelijke indeling. HET DIGITALE
De koppeling van de kaart, toelichting en regels (het bestemmingsplan) wordt
BESTEMMINGSPLAN
in de nieuwe systematiek de verbeelding genoemd. De verbeelding is vervat in een GML. De digitale verplichting, het bestemmingsplan vervat in een GML, is ingegaan op 1 januari 2010. Vanaf dat moment heeft het digitale plan voorrang op het analoge plan. Voor het digitale bestemmingsplan gelden de RO-standaarden. De RO-standaarden bestaan uit: de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008), de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke instrumenten 2008 (STRI2008) en de Praktijkrichtlijn bestemmingsplannen 2008 (PRBP2008). Het bestemmingsplan is zodanig vorm gegeven dat er sprake is van een digitaal uitwisselbaar plan, dat wil zeggen dat: -
aan alle verschillende kaartobjecten IMRO2008-coderingen zijn toegekend;
-
de regels conform de SVBP2008 zijn opgesteld;
-
de digitale kaart is vertaald naar de standaardtechniek van uitwisseling GML;
-
de toelichting en regels in digitale vorm aan de kaart zijn gekoppeld.
Gebruik van de IMRO2008-coderingen zorgt er voor dat de bestemmingen op de kaart eenduidig worden geclassificeerd en dat, met behulp van een conversieprogramma, de kaart met regels ook door de ontvanger kan worden gelezen. De SVBP2008 is op 1 januari 2010 verplicht gesteld en onderdeel van de ROstandaarden. De SVBP2008 bevat een aantal voorschriften die moeten worden opgevolgd en hebben op deze wijze rechtstreeks gevolg voor de inhoud van de regels van het bestemmingsplan. Voor de regels betekent dit onder meer dat niet meer wordt gesproken van voorschriften maar van regels. Tevens is er een aantal dwingend voorgeschreven begrippen, die worden neergelegd in het artikel ‘Begrippen’. De SVBP2008 schrijft voor op welke wijze er invulling moet worden gegeven aan de ‘Wijze van meten’. De artikelgewijze opbouw is dwingend voorgeschreven door de SVBP2008. Dit geldt tevens voor de hoofdgroepen van de bestemmingen, eventuele dubbelbestemmingen en de gebruikte aanduidingen. Bij de vormgeving van de kaart is aangesloten bij het standaardrenvooi zoals dat is opgenomen in de SVBP2008. Het kleurgebruik in de verbeelding is gelijk aan de analoge kaart en gebaseerd op de SVBP2008. ADDITIONELEN
In het plan zijn de al dan niet in directe relatie met een bestemming staande
VOORZIENINGEN
voorzieningen, zoals ondergrondse leidingen, wegen, paden, parkeervoorzieningen, bermen, geluidwerende voorzieningen, centrale installaties ten behoeve van de energievoorziening, voorzieningen ten behoeve van de waterbeheersing in de vorm van watergangen, duikers, waterkeringen en dergelijke in de
48
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
bestemming begrepen, zonder dat dit altijd in iedere bestemming uitdrukkelijk is vermeld. In de regels zijn criteria opgenomen die als toetsingskader dienen bij de in
CRITERIA BIJ NADERE EIS,
het plan opgenomen nadere eisen en afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden.
AFWIJKING BIJ OMGEVINGS-
Het gaat dan met name om kwalitatieve criteria als de woonsituatie (o.a.
VERGUNNING EN WIJZIGING
privacy), de milieusituatie (o.a. hinder voor omwonenden en verkeersaantrekkende werking), de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid (o.a. voorkomen van onoverzichtelijke, onherkenbare en niet sociaal controleerbare ruimtelijke situaties), de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en het straaten bebouwingsbeeld. Bij dit laatste criterium moet worden gedacht aan een goede verhouding tussen bouwmassa en openbare ruimte, een goede hoogte/ breedte-verhouding tussen bebouwing onderling, een samenhang in bouwvorm/ architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is. Afhankelijk van de betreffende afwijkingsbepaling, wijzigingsbevoegdheid of nadere eis zijn één of meer van deze criteria opgenomen. Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) met
WABO
het bijbehorende Besluit omgevingsrecht (Bor) in werking getreden. De invoering van de Wabo en het Bor heeft gevolgen voor het ruimtelijk omgevingsrecht zoals dat gold op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Met de inwerkingtreding van de Wabo is de Wro deels vervallen en opgegaan in de Wabo. In de Wabo en het Bor is de omgevingsvergunning geïntroduceerd en geregeld. In de omgevingsvergunning zijn de verschillende toestemmingen voor locatiegebonden activiteiten geïntegreerd, waarbij sprake zal zijn van een samenloop met andere locatiegebonden activiteiten die gevolgen hebben voor de fysieke leefomgeving. Ook de ontheffingen die in een bestemmingsplan zijn geregeld, zijn na 1 oktober 2010 vervangen door de omgevingsvergunning. Dit geldt ook voor de aanlegvergunning. Het algemene gebruiksverbod dat was opgenomen in artikel 7.10 Wro komt te vervallen en is vervangen door het algemene gebruiksverbod dat is opgenomen in artikel 2.1 Wabo. Voor een gebruik in strijd met een bestemmingsplan is een omgevingsvergunning vereist. Door de komst van de Wabo en het Bor is een aantal begrippen uit de Wro (onder andere ontheffing en aanlegvergunning) vervallen; deze begrippen worden ook in de RO-standaard SVBP2008 gebruikt. In september 2010 zijn er werkafspraken met betrekking tot de SVBP2008 gepubliceerd. Het voorliggende plan is aangepast aan de werkafspraak september 2010 SVBP2008. Zo wordt er niet meer gesproken over ontheffingen, maar over afwijkingen. De in het overgangsrecht genoemde bouwvergunning is vervangen door een omgevingsvergunning voor het bouwen. In de regels wordt veelvuldig verwezen naar de bestaande situatie. Het betreft de vergunde (legale) situatie op het moment van inwerkingtreding van dit plan. Dit betekent dat het begrip “bestaand” niet tot doel heeft illegaal gebruik en/of bouwen te legaliseren. De bestaande situatie kan door de gemeente worden bepaald uit de gedane inventarisatie en uit gevel- en luchtfoto’s
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
49
vanwaar op schaal de bouwwerken kunnen worden herleid. Daarnaast hanteert de gemeente het bouwvergunningenarchief (omgevingsvergunningenarchief voor het bouwen), waarin alle bouwvergunningen/omgevingsvergunningen zijn opgeslagen. Vanuit die gegevens kunnen de afmetingen van bouwwerken worden bepaald. Ook de WOZ-aanslag legt jaarlijks de perceelgegevens vast. Tot slot is er nog het archief van de milieugegevens. Deze hele optelsom aan gegevens biedt een volledige en rechtszekere garantie om op een juiste wijze invulling te geven aan het begrip “bestaand”. 5 . 2 . 1
Wijzigingsbevoegdheden
In het plan zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Dit betekent dat de bestemming zoals die in het bestemmingsplan aan de gronden is gegeven, gewijzigd kan worden. De kaders voor de wijzigingen staan aangegeven in artikel 30. Een mogelijke ontwikkeling van de gronden moet passen binnen de gestelde voorwaarden van artikel 30. Voor iedere locatie is een aantal voorwaarden opgenomen. Kenmerk van een wijzigingsbevoegdheid is dat hieraan door het gemeentebestuur medewerking kan worden verleend. Er is daarmee geen sprake van een verplichting tot realisatie. Indien een initiatiefnemer een passende ontwikkeling bij de gemeente indient, wordt een wijzigingsprocedure gestart. De wijzigingsprocedure is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening. Eerst moet een wijzigingsplan worden opgesteld. Het wijzigingsplan moet voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Dit houdt in dat onder meer aandacht moet worden besteed aan diverse milieuaspecten zoals aspecten met betrekking tot archeologie, ecologie, geluidhinder, externe veiligheid, bodemonderzoek en hinder van bedrijvigheid. Indien uit de verrichte (bureau)onderzoeken is gebleken dat er geen belemmeringen in het wijzigingsgebied aanwezig zijn, wordt het wijzigingsplan uitvoerbaar geacht. In sommige gevallen zal een (aanvullend) onderzoek moeten worden uitgevoerd, voordat de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan kan worden vastgesteld. Ook moet de economische uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan zijn aangetoond, in het kader van het verplichte kostenverhaal op grond van afdeling 6.4 Wro Grondexploitatie. Bovendien doorloopt een wijzigingsplan een wettelijke procedure die de mogelijkheid biedt bedenkingen aan het bevoegd gezag kenbaar te maken. Dit houdt in dat belanghebbenden hun mening aan het college van burgemeester en wethouders kenbaar mag maken. Op deze zienswijzen wordt gereageerd en de reactie van het college van burgemeester en wethouders wordt aan de belanghebbenden kenbaar gemaakt. Hierna wordt het wijzigingsplan vastgesteld en staat er beroep tegen open, voor diegenen die een zienswijze hebben ingediend.
50
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
5.3
Toelichting op de bestemmingen 5 . 3 . 1
Algemeen
In de diverse woonbestemmingen die in het bestemmingsplan zijn opgenomen
WOONBESTEMMINGEN
geldt dat hoofdgebouwen binnen het bouwvak moeten worden gebouwd. Binnen het bouwvlak mogen tevens aan- of uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd. Binnen het bouwvak geldt de maatvoering voor hoofdgebouwen zoals die is opgenomen in de bouwregels ook voor aan- of uitbouwen en bijgebouwen. Indien aan- of uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd gelden daarvoor de maatvoeringen zoals die zijn opgenomen in de bouwregels ten behoeve van aan- of uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak. Indien hoofdgebouwen moeten worden gebouwd in de voorste bouwgrens, kan een nadere eis worden opgelegd. Aan de vrijstaande woningen in het plangebied is een bouwvlak gegeven dat ligt langs de zijgevels van het hoofdgebouw. De diepte van het bouwvlak is 15 m, zodat in bepaalde gevallen een uitbreiding van het hoofdgebouw aan de achterzijde mogelijk is op grond van het bestemmingsplan. Voor langskappen geldt een bouwvlak dat 12 m diep is. In een aantal gevallen zijn woningen via een aan- of uitbouw aan elkaar geschakeld. Binnen de plansystematiek zijn de woningen als vrijstaande woningen bestemd, waarbij de aan- of uitbouwen niet in het bouwvlak zijn opgenomen. Hiervoor is gekozen omdat de verschijningsvorm van de aan- of uitbouw als ondergeschikt bouwwerk aan de woning, door ligging, constructie en/of afmeting daaraan, behouden blijft. Daar waar een hoofdgebouw bestaat uit twee woningen is voor het hoofdgebouw de bestemming ‘Wonen - Dubbel’ opgenomen. Binnen het bouwvlak zijn twee woningen toegestaan, waarbij een bouwvakdiepte van 12 m het uitgangspunt is. Als dubbele woningen zijn geschakeld via een aan- of uitbouw, is de aan- of uitbouw niet in het bouwvlak opgenomen. De verschijningsvorm van de aan- of uitbouw als ondergeschikt bouwwerk aan de woning, door ligging, constructie en/of afmeting daaraan, blijft behouden. Daar waar een hoofdgebouw bestaat uit meerdere woningen is de bestemming ‘Wonen - Rij’ opgenomen. In de woonbestemmingen mag een zwembad worden aangelegd. Het zwembad mag een maximale oppervlakte van 40 m² hebben een bouwhoogte van niet meer dan 1 m boven het ter plaatse geldende peil. Een zwembad op eigen erf is bestemd voor eigen gebruik en mag niet worden geëxploiteerd. In het plangebied komt het voor dat aan de voorzijde van woningen aan- of uitbouwen zijn gebouwd, die groter zijn dan de omvang van een erker. Deze aan- of uitbouwen zijn in het bouwvlak van de woonbestemming opgenomen.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
51
Aan- of uitbouwen in de vorm van erkers zijn opgenomen in de bestemming ‘Tuin’.
Figuur 13. Fragment verbeelding PARKEREN
Het parkeren is niet nader geregeld in het bestemmingsplan. Dit is een bewuste keuze. De Bouwverordening is maatgevend voor de regels die gelden ten aanzien van het parkeren. Alleen in geval van nieuwe ontwikkelingen wordt het aantal parkeerplaatsen door middel van een aanduiding op de verbeelding aangegeven. Het aantal parkeerplaatsen wordt daarmee tevens vastgelegd in de regels voor de betreffende bestemming.
BEBOUWINGSPERCENTAGE
Voor het bebouwen van de gronden buiten het bouwvlak geldt een maximum bebouwingspercentage van 50% van de oppervlakte van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand van de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw bevindt. Als bebouwing buiten het bouwvlak moet worden meegerekend: 1.
aan- of uitbouwen, waaronder erkers;
2.
bijgebouwen;
3.
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Deze regeling voor aan- of uitbouwen en bijgebouwen is tevens van toepassing op zowel inpandige als vrijstaande bedrijfswoningen. Naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wabo en het Bor is voor wat betreft het intekenen van de bestemming ‘Tuin’ ervoor gekozen om overal op 3 m achter de (voorste lijn) van de voorgevel van het hoofdgebouw de bestemming ‘Tuin’ te laten eindigen en de woonbestemming te laten aanvangen. De benadering komt mede voort uit het feit dat de bestemming ‘Tuin’ sturend werkt voor de omgevingsvergunningvrij bouwwerken als bedoeld in artikel 3 bijlage II Bor. Dit zijn de bouwwerken die omgevingsvergunningvrij qua bouwen zijn, nadat een toets aan de bestemmingsplanregeling heeft plaatsgevonden.
52
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
De bestemming ‘Tuin’ staat in directe relatie met het toepassen van de regeling voor aan-of uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak. Op grond van artikel 2 bijlage II Bor mag, los van de regeling die is opgenomen in het bestemmingsplan, omgevingsvergunningvrij worden gebouw. Qua plaatsbepaling van deze omgevingsvergunningvrije bouwwerken moet rekening worden gehouden met het begrip achtererfgebied. Het achtererfgebied begint op 1 m achter de (voorste lijn) van de voorgevel van het hoofdgebouw. Deze regeling is daarmee minder streng dan de regeling die is opgenomen in het bestemmingsplan. Om te voorkomen dat de bouwwerken die omgevingsvergunningvrij ex artikel 2 bijlage II Bor niet worden gerekend tot de gezamenlijke toegestane oppervlakte aan bouwwerken is de volgende regel opgenomen in het bestemmingsplan: ’de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en overkappingen mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand van de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerd hoofdgebouw bevindt’. Door het opnemen van bovenstaande regel wordt voorkomen dat in de zone tussen 1 m en 3 m achter de (voorste lijn) van de voorgevel van het hoofdgebouw omgevingsvergunningvrije bouwwerken worden gebouwd, zonder dat deze worden gerekend dat de toegestane gezamenlijke oppervlakte van respectievelijk 50 m² of 75 m². Op hoeksituaties in het plangebied grenst de bestemming ‘Verkeer’ vaak aan
BESTEMMING HOEKSITUATIE
de woonbestemming. Dit houdt in dat tot geringe afstand van de weg bebou-
OP VERBEELDING
wing kan worden opgericht. Vanuit het oogpunt van verkeersveiligheid is ervoor gekozen om op hoeksituaties waar dat noodzakelijk wordt geacht de gronden te bestemmen als ‘Tuin’. Per hoeksituatie is maatwerk geleverd. Hiermee wordt in het kader van de verkeersveiligheid ongewenste bebouwing van de gronden tegengegaan. In de gemeente Langedijk doet zich op diverse plekken de situatie voor dat de
OVERGANGSREGELING
oppervlakte aan bij woningen aanwezige aan- of uitbouwen en bijgebouwen
BIJBEHORENDE
buiten het bouwvlak in werkelijkheid groter is dan de bouwregels in het be-
BOUWWERKEN
stemmingsplan toestaan. Veelal betreft het oude agrarische schuren en/of kassen die de oorspronkelijke functie hebben verloren. Op grond van het bestemmingsplannen is in de aan- en uitbouwen en bijgebouwenregeling opgenomen dat maximaal 50 m² aan aan- of uitbouwen en bijgebouwen is toegestaan. Bij grotere percelen (vanaf 500 m²) is maximaal 75 m² aan erfbebouwing toegestaan. Het kan voorkomen dat een deel van de aanwezige erfbebouwing onder het overgangsrecht wordt geplaatst. Het overgangsrecht laat in het algemeen gedeeltelijke vernieuwing/verandering toe. Bij volledige sloop en de vraag om nieuwbouw, zullen de bestemmingsregels van toepassing zijn. Er mag dan minder oppervlakte aan erfbebouwing worden teruggebouwd, dan is gesloopt. Om toch sloop van grote oppervlaktes van erf-
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
53
bebouwing te stimuleren en verkrotting te voorkomen, is een algemene afwijkingsmogelijkheid opgenomen, de surplusregeling. Op grond van de algemene afwijkingsmogelijkheid kan voor wat betreft de maximaal toegestane oppervlakte aan erfbebouwing worden afgeweken. Dat houdt in dat, onder de voorwaarde dat de bestaande bebouwing wordt verwijderd, maximaal 50% van het surplus aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag worden teruggebouwd bovenop de bebouwingsmogelijkheden van het bestemmingsplan. De regeling heeft betrekking op legaal aanwezige erfbebouwing. Bij toepassing van de algemene afwijkingsmogelijkheid dient wel ruimtelijke winst te worden bereikt, in die zin dat het totale oppervlak van de te vernieuwen bebouwing afneemt. Daarnaast geldt dat bij de sanering van oude kassen de vervangende nieuwbouw niet uit nieuwe kassen kan bestaan. Grootschalige kassenbouw is namelijk niet in overeenstemming met een woonfunctie. Ter verduidelijking het volgende voorbeeld. Op een woonperceel X is nu 90 m² aan bijgebouwen buiten het bouwvlak aanwezig. Er kan maar ontheffing worden verleend tot 50 m² aan bijgebouwen. Het surplus is dus 90 m² – 50 m² = 40 m². Als deze 90 m² aan bijgebouwen wordt gesaneerd, mag er in totaal 70 m² worden teruggebouwd. Deze 70 m² is opgebouwd uit de 50 m² die volgens de bouwregels van de bestemming mogelijk is en de 50% van het surplus van 40 m² = 20 m². Stel dat er ook nog 20 m² aan bijgebouwen binnen het bouwvlak wordt gesaneerd. Dan telt dit oppervlakte niet mee voor de berekening van het surplus. 5 . 3 . 2
Bestemmingen AGRARISCH –
De gronden binnen het plangebied die visueel nog zijn te herkennen als onder-
CULTUURGROND
deel van het karakteristieke “eilandenrijk” zijn bestemd als ‘Agrarisch - Cultuurgrond’. Op deze gronden mag geen bebouwing worden gebouwd, tenzij dit op grond van de regels is toegestaan.
BEDRIJF
Op de gronden bestemd als ‘Bedrijf’ is de vestiging van bedrijven die zijn genoemd in de Staat van Bedrijven toegestaan. De ‘Staat van Bedrijven’ is onderdeel van de regels. In de ‘Staat van Bedrijven’ zijn bedrijven in milieucategorie 1 en 2 opgenomen. Ook de bedrijven in een andere milieucategorie, die op het moment van het in werking treden van het bestemmingsplan, al op de betreffende gronden gevestigd waren zijn toegestaan. In de bestemming zijn bouw- en gebruiksregels opgenomen. Uitsluitend de bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan, waarbij de plaats van de bestaande vrijstaande bedrijfswoningen op de verbeelding is aangegeven. Op grond van de afwijkingsregels de vestiging van bedrijven die niet in de ‘Staat van Bedrijven’ zijn opgenomen, maar die wat betreft de (mogelijke) (milieu)hinder te vergelijken zijn met de bedrijven die wel in de Staat van Bedrijven zijn opgenomen, mogelijk.
54
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
De gronden ter plaatse van nutsvoorzieningen van enige grootte zijn bestemd
BEDRIJF - NUTSVOORZIENING
als ‘Bedrijf - Nutsvoorziening’. In de bestemming zijn bouw- en gebruiksregels opgenomen. De bestemming is voornamelijk opgenomen ten behoeve van het museum de
CULTUUR EN
Broekerveiling. Op grond van de bestemmingsomschrijving zijn ook de aanvul-
ONTSPANNING
lende activiteiten die plaatsvinden in het museum mogelijk gemaakt. Voor gebouwen geldt als uitgangspunt dat zij binnen een bouwvlak moeten worden gebouwd. Ook een klein museum aan de Dubbelebuurt 15a heeft deze bestemming gekregen. De in het plangebied aanwezige detailhandel is bestemd voor ‘Detailhandel’.
DETAILHANDEL
Gebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. De maatvoering voor gebouwen binnen het bouwvlak is vermeld in de bouwregels. Indien de bestaande maatvoering van gebouwen binnen het bouwvlak afwijkt, is deze maatvoering op de verbeelding opgenomen. Detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan. Onder volumineuze goederen worden goederen verstaan die voor de uitstalling ten behoeve van de verkoop een groot oppervlak nodig hebben. Hierbij valt onder meer te denken aan de verkoop van auto’s en boten. Uitsluitend de bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan, waarbij de plaats van de bestaande vrijstaande bedrijfswoningen op de verbeelding is aangegeven. Voor het overige zijn geen bedrijfswoningen toegestaan. Uitsluitend de bestaande supermarkten zijn toegestaan. Binnen het plangebied zijn geen bestaande supermarkten aanwezig. De supermarkten van Broek op Langedijk zijn opgenomen in het bestemmingsplan Broekerveiling. In de bestemming ‘Dienstverlening’ vallen alle bedrijven en instellingen die
DIENSTVERLENING
administratieve en maatschappelijke diensten aan derden verlenen. Gebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. De maatvoering voor gebouwen binnen het bouwvlak is vermeld in de bouwregels. Indien de bestaande maatvoering van gebouwen binnen het bouwvlak afwijkt, is deze maatvoering op de verbeelding opgenomen. De bestemming ‘Gemengd’ ziet op de Dorpsstraat en de Voorburggracht in
GEMENGD
Noord- en Zuid-Scharwoude. Het kenmerk van deze bestemming is dat de genoemde functies uitwisselbaar zijn. Hoofdgebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. Voor aan- of uitbouwen en bijgebouwen is voorzien een regeling zoals deze van toepassing is op (bedrijfs)woningen. Alle groenvoorzieningen, onder meer het structurele groen, in het plangebied
GROEN
hebben de bestemming ‘Groen’ gekregen. In de bestemming ‘Groen’ mogen alleen gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen worden gebouwd. Speeltoestellen zijn binnen de bestemming wel toegestaan.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
55
HORECA
In de bestemming ‘Horeca’ zijn alle horecabedrijven opgenomen. Gebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. De maatvoering voor gebouwen binnen het bouwvlak is vermeld in de bouwregels. Indien de bestaande maatvoering van gebouwen binnen het bouwvlak afwijkt, is deze maatvoering op de verbeelding opgenomen. Alleen de bestaande bedrijfswoningen zijn toegestaan.
MAATSCHAPPELIJK
Alle maatschappelijke voorzieningen, zoals scholen en kerken, zijn opgenomen in de bestemming ‘Maatschappelijk’. Gebouwen moeten worden gebouwd binnen het bouwvlak.
SPORT
Sportterreinen met de bijbehorende voorzieningen zijn opgenomen in de bestemming ‘Sport’. Dit geldt ook voor het zwembad. Alle gebouwen die binnen de bestemming aanwezig zijn worden binnen een bouwvlak gebouwd. De maatvoering is op de verbeelding aangegeven. Ten aanzien van verlichting, ballenvangers, windschermen en vlaggenmasten is in de bouwregels een passende maatvoering opgenomen. Voor het bouwen van een tribune en ondergeschikte bebouwing in de bestemming ‘Sport’ is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen.
TUIN
Aan de voorzijde van woningen is de bestemming ‘Tuin’ gegeven. In de bestemming ‘Tuin’ mag slechts heel beperkt worden gebouwd. Zo is het bouwen van gebouwen niet toegestaan. Aan- of uitbouwen in de vorm van erkers mogen bij afwijkingsmogelijkheid buiten het bouwvlak worden gebouwd. Voor de Laansloot en de Zuidersloot geldt een bijzondere situatie. In deze beide gevallen is sprake van een stedenbouwkundige opzet waaraan de algemene regels voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen conform het gemeentelijke beleid afbreuk doen. Om deze reden is ervoor gekozen om de achtertuinen te bestemmen voor ‘Tuin’. Het is niet zo dat op de achtererven helemaal niet mag worden gebouwd. Het omgevingsvergunningvrije bouwen is wel van toepassing verklaard. Dit betekent dat in ieder geval een bijbehorend bouwwerk (aan- of uitbouw of bijgebouw) van niet meer dan 10 m² mag worden gebouwd. Een nadere uiteenzetting is te vinden in bijlage 1 bij deze toelichting.
VERKEER
De bestemming ‘Verkeer’ ziet op alle wegen in het plangebied. Alleen gebouwen ten behoeve van openbare nutsvoorzieningen mogen worden gebouwd. In de bestemming is ondergronds bouwen uitdrukkelijk toegestaan.
WATER
Het in het plangebied aanwezige water en de oeverstroken zijn bestemd als ‘Water’. In de bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat alleen de vergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.
WONEN - DUBBEL
De halfvrijstaande woningen in het plangebied zijn bestemd als ‘Wonen – Dubbel’. De hoofdgebouwen moeten binnen het bouwvak worden gebouwd. Buiten het bouwvlak is het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen ook toege-
56
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
staan. Dan moet er wel zijn voldaan aan maatvoeringvereisten zoals die zijn opgenomen in de bouwregels. Bij afwijkingsmogelijkheid is het mogelijk een erker te bouwen, mits wordt voldaan aan de gestelde voorwaarden zoals die zijn opgenomen in de afwijkingsmogelijkheid. Alle rijenwoningen zijn ondergebracht in de bestemming ‘Wonen – Rij’. Hoofd-
WONEN – RIJ
gebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. Daar waar op de verbeelding de aanduiding “gestapeld” is opgenomen, mogen hoofdgebouwen ook gestapeld worden gebouwd. Aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen buiten het bouwvlak worden gebouwd. De afwijkingsmogelijkheid ten behoeve van erkers is tevens in deze bestemming opgenomen. Alle vrijstaande woningen zijn opgenomen in de bestemming ‘Wonen - Vrij-
WONEN - VRIJSTAAND
staand’. Als hoofdgebouw mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd. de hoofdgebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd. Het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal bedragen. Ook in deze bestemming mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak worden gebouwd, mits er wordt voldaan aan de gestelde bouwregels. Alle appartementengebouwen en verzorgingstehuizen zijn opgenomen in de
WONEN - WOONGEBOUW
bestemming ‘Wonen - Woongebouw’. De bestemming heeft betrekking op de woonfunctie al dan niet in combinatie met maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van zorg of aan-huis-verbonden bedrijven en beroepen. Het aantal woningen in een woongebouw betreft ten hoogste het bestaande aantal. Hoofdgebouwen moeten binnen een bouwvlak worden gebouwd, de maatvoering van een hoofdgebouw is door middel van een aanduiding op de verbeelding aangegeven. Een uitzondering is opgenomen voor bijbehorende bouwwerken tot een gezamenlijke oppervlakte van 50 m² en een goot- en bouwhoogte van niet meer dan 3 m en 5 m. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is een eigen regeling opgenomen. Omdat deze ook voor de 1 m achter de voorgevel van een hoofdgebouw mogen worden gebouwd, kan sprake zijn van vergunningplichtige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Op basis van het gemeentelijk archeologiebeleid is een aantal bestemmingen
WAARDE-ARCHEOLOGIE
‘Waarde – Archeologie’ opgesteld. Dit zijn dubbelbestemmingen. In samenhang met het gemeentelijk archeologiebeleid is ervoor gekozen elke gebiedswaarde te vertalen naar een passend beschermingsregime met betrekking tot de bouwregels. Voor het plangebied gelden 3 regimes van bescherming. In de bestemmingen ‘Waarde – Archeologie – 1’, ‘Waarde - Archeologie 2’ en ‘Waarde - Archeologie 5’ mogen geen dan wel onder gestelde voorwaarden bouwwerken worden gebouwd. Voor werken en werkzaamheden is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden vereist. De vergunning is niet vereist voor het normale onderhoud, gebruik en beheer. Onder voorwaarden kan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden worden verleend. In de regels van de dubbelbestemmingen is tevens de situatie beschreven waarin geen omgevingsvergunning nodig is. Voor gebouwen die worden gesloopt op
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
57
dezelfde locatie en met dezelfde oppervlakte geldt een uitzondering. Ook is uitgezonderd bouwplannen die betrekking hebben op een oppervlakte van maximaal 50 m² en met een diepte van maximaal 40 cm. Deze regeling moet gelezen worden als een en/en-regeling. Dit betekent dat als een bouwplan kleiner is dan 50 m² maar dieper dan 40 cm is, geen archeologisch onderzoek hoeft te worden uitgevoerd. Maar ook als een bouwplan groter is dan 50 m² maar niet dieper dan 40 cm is geen archeologisch onderzoek nodig. WAARDE - KARAKTERISTIEKE
Voor een aantal panden, is de dubbelbestemming ‘Waarde – karakteristieke en
EN BEELDBEPALENDE
beeldbepalende panden’ opgenomen. In de bouwregels is bepaald dat de ka-
PANDEN
rakteristieke en beeldbepalende hoofdvorm bewaard moet blijven. Ook is in de nadere eisen een eigen stelsel opgenomen voor karakteristieke en beeldbepalende panden.
WATERSTAAT –
Volgend uit het artikel 3.1.1. overleg met het Hoogheemraadschap Hollands
WATERKERING
Noorderkwartier (HHNK) is de relevante zonering voor de waterkering op de verbeelding en in de regels opgenomen. Het betreft de regionale waterkering grenzend aan het boezemkanaal Alkmaar (Omval) – Kolhorn. De regels houdt in dat voordat kan worden gebouwd binnen de bestemmingen aan het HHNK advies moet worden gevraagd.
BIJLAGEN
In de regels van het bestemmingsplan zijn 4 bijlagen opgenomen. In bijlage 1 is de Staat van Bedrijven opgenomen. Hierin staat de bedrijvigheid die is toegestaan in de bedrijfsbestemming. De toegestane horecabedrijven zijn opgenomen in bijlage 2 bij de regels, de Staat van Horecabedrijven. In bijlage 3 is aan de aan-huis-verbonden bedrijvigheid invulling gegeven via een specifieke Staat van Bedrijven. Op de gebiedskaart die als bijlage 4 bij de regels is opgenomen, zijn de percelen opgenomen die in het lint liggen. Op deze percelen is erfbebouwing toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 50 m².
58
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
E c o n o m i s c h e u i t v o e r b a a r h e i d
6.1
Inleiding Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) op 1 juli 2008 is ook de Grondexploitatiewet inwerking getreden. De Grondexploitatiewet (Grexwet) maakt onderdeel uit van de Wro en is voor het grootste deel opgenomen in het hoofdstuk Financiële bepalingen, afdeling 6.4 Wro. Het hoofdstuk grondexploitatie in de Wro gaat over het verplichte kostenverhaal voor nieuwe ontwikkelingen door de gemeente. Op grond van artikel 6.12, lid 1 Wro moet de gemeenteraad bij het vaststellen van een (bouw)plan op grond van artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) een zogenoemd exploitatieplan vaststellen. Dit is anders wanneer de kosten bij de vaststelling van een ruimtelijke besluit anderszins zijn verzekerd, artikel 6.12, lid 2 van de Wro. Dan vervalt de verplichting tot het opstellen van een exploitatieplan. De gemeenteraad moet bij het nemen van een ruimtelijke besluit uitdrukkelijk besluiten dat een exploitatieplan niet wordt vastgesteld omdat de uitvoerbaarheid anderszins verzekerd is, artikel 6.12, lid 4 van de Wro. Ruimtelijke besluiten In het kader van artikel 6.12 Wro is het opstellen van een exploitatieplan verplicht gesteld voor een bestemmingsplan. Indien op grond van een bestemmingsplan geen ontwikkelingen binnen het plangebied plaatsvinden, hoeft geen exploitatieplan te worden opgesteld. Er zijn door de gemeenteraad geen kosten gemaakt zoals bedoeld in afdeling 6.4 Wro. Het betreft hier een beheersbestemmingsplan, conserverend van karakter. Het voorliggende bestemmingsplan heeft voornamelijk een conserverend karakter. Er is geen sprake van te verhalen kosten. De gemeenteraad zal geen exploitatieplan opstellen en vaststellen. Indien op grond van een bestemmingsplan ontwikkelingen via een wijzigingsbevoegdheid binnen het plangebied kunnen plaatsvinden, moet een exploitatieplan zijn opgesteld op het moment van het vaststellen van het wijzigingsplan. Uiteraard moet wel sprake zijn van een bouwplan als bedoeld in artikel 6.2.1 Bro. Bij een wijzigingsbevoegdheid is er sprake van een uitgestelde plicht tot kostenverhaal via een exploitatieplan. In het voorliggende bestemmingsplan zijn een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Bij het opstellen van een
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
59
wijzigingsplan zal aandacht worden besteed aan de economische uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan op grond van afdeling 6.4 Wro. Ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid is de conclusie dat er geen sprake is van kostenverhaal op grond van de Grondexploitatiewet. Bij de vaststelling van het plan zal de gemeenteraad worden gevraagd om te besluiten geen exploitatieplan vast te stellen. Het voorliggende bestemmingsplan mag op grond van het bovenstaande economisch uitvoerbaar worden geacht.
60
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
O v e r l e g
e n
i n s p r a a k
De resultaten van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening en een samenvatting en beantwoording van de inspraakreacties zijn als bijlage 3 bij de voorliggende toelichting opgenomen.
122.00.10.02.02.toe - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013
61
B i j l a g e n
B i j l a g e W i j z e
1 :
v a n
b e s t e m m e n
a c h t e r e r f g e b i e d L a a n s l o o t
Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het achtererf van de percelen met huisnummers 2 t/m 48 aan de Laansloot in Broek op Langedijk weer. De achtererven zijn georiënteerd op de Zuidersloot.
Op grond van het plan van uitwerking 2e fase van bestemmingsplan Mayersloot-West geldt voor de percelen langs de Laansloot 2 t/m 48 de woonbestemming. Binnen de woonbestemming zijn bouwvlakken opgenomen met dieptes variërend van 18,5 m tot 23 m. Op grond van de bouwregels mag van de gronden gelegen binnen het bouwvlak 60% worden bebouwd. Buiten het bouwvlak mag één bijgebouw worden gebouwd, met een breedte van ten hoogste 3,5 m en een goothoogte van ten hoogste 2,5 m. Door de woonbestemming op te nemen voor de achtererven aan de Laansloot, gaan de algemene regels gelden voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak. Gezien de stedenbouwkundige opzet van de Laansloot kan ervoor worden gekozen om voor de achtererven aan de Laansloot 2 t/m 48 een andere bestemming op te nemen, zodat aan- of uitbouwen en bijgebouwen op grond van de woonbestemming niet zijn toegestaan. Omgevingsvergunningvrij bouwen ex artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) en de bestemming ‘Tuin’ Op grond van bijlage II Bor mag op het achtererf omgevingsvergunningvrij worden gebouwd, mits sprake is van een “erf”. Als erf wordt aangemerkt het al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. De definitie voor “erf” is afgeleid uit de jurisprudentie (zie ABRvS 15 september 1997, LJN: AA3601, AB 1998, 5). Uitgangspunt is dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt. Echter uit de systematiek van een bestemmingsplan kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw af gelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden. Dit zal in beginsel uitsluitend het geval kunnen zijn bij percelen van een aanzienlijke omvang, veelal gelegen buiten de bebouwde kom. Bij dergelijke omvangrijke percelen geven bestemmingsplannen soms een regeling die het perceel onderverdeelt in een bestemming, waarbinnen het hoofdgebouw met bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen gebouwd kunnen worden en waar een verdere inrichting kan plaatsvinden als buitenruimte behorende bij het hoofdgebouw. In het overige verder afgelegen perceelgedeelte geldt in die systematiek een andere bestemming, ingevolge waarvan niet gebouwd mag worden en ook het aanbrengen van een normale bij een hoofdgebouw behorende buiteninrichting (bijvoorbeeld het aanleggen van terrasverhardingen, parkeerplaatsen, siertuin, vijverpartijen) is verboden of aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo (de voormalige aanlegvergunning) onderworpen. Uitgaande van zo’n bestemmingssystematiek, kan gesteld worden dat deze laatstbedoelde delen van een perceel niet aangemerkt kunnen worden als “erf” en er om die reden niet zonder omgevingsvergunning bijbehorende bouwwerken kunnen worden gebouwd.
1
De tuinbestemming die aan de achtererven van de Laansloot kan worden toegekend, heeft de intentie om op grond van het bestemmingsplan geen bouwwerken toe te staan. Het enkele feit dat een bepaalde bestemming het oprichten van bouwwerken niet toelaat, maakt nog niet dat de gronden niet kunnen worden aangemerkt als zijnde “erf”. Rekening houdend met de bouwregels op grond van het uitwerkingsplan dat slechts heel beperkte bouwmogelijkheden voor het bouwen buiten het bouwvlak biedt, wordt in het bestemmingsplan een tuinbestemming aan de achtererven langs de Laansloot 2 t/m/ 48 toegekend. Bestaande bouwwerken zullen zijn toegestaan. Er mogen geen bouwwerken worden opgericht op grond van de bestemmingsplanregeling. In het kader van bijlage II Bor worden de gronden, ondanks de tuinbestemming, wel aangemerkt als erf en daarmee als achtererfgebied. Er mag gebruik worden gemaakt van de omgevingsvergunningvrije bouwmogelijkheden van artikel 2 bijlage II Bor. Dit houdt onder meer in dat ten hoogste 30 m² aan bijbehorende bouwwerken tot een bouwhoogte van ten hoogste 3 m mogen worden gebouwd in het achtererfgebied. Ten aanzien van het geldende uitwerkingsplan is geen sprake van een planologische achteruitgang. De diepte van de bouwvlakken is weliswaar iets teruggebracht in diepte, maar het bebouwingspercentage van 60% is niet overgenomen. Een bouwvlak mag volledig worden benut voor het hoofdgebouw. De afstand van de woningen tot de zijdelingse perceelsgrens is conform de in het uitwerkingsplan gehanteerde uitgangspunten. Het bouwvlak zal daarom strak langs de zijkanten van de hoofdgebouwen worden getrokken. De mogelijkheid van het omgevingsvergunningvrije bouwen op grond van het Bor is ruimer dan de geldende bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak op grond van het uitwerkingsplan. Het uitwerkingsplan brengt mee dat 12,25 m² aan bijgebouwen mag worden gebouwd.
2
B i j l a g e W i j z e
2 :
v a n
b e s t e m m e n
a c h t e r e r f g e b i e d Z u i d e r s l o o t
Onderstaande afbeelding geeft de ligging van het achtererf van de percelen met huisnummers 48 t/m 94 aan de Zuidersloot in Broek op Langedijk weer. De achtererven zijn georiënteerd op de Westelijke Randweg.
e
Op grond van het geldende vrijstellingsverzoek Mayersloot-West II 2 fase geldt voor de percelen langs de Zuidersloot 48 t/m 94 de woonbestemming. Binnen de woonbestemming zijn bouwvlakken opgenomen, met een diepte van 15 m. Op grond van bouwregels zijn hoofdgebouwen en bijgebouwen uitsluitend toegestaan binnen het bouwvlak. In de zone van beperkte omvang langs het water mag per bouwperceel een bijgebouw worden gebouwd, met een oppervlakte van ten hoogste 10 m² en een goothoogte van ten hoogste 3 m. Door de woonbestemming op te nemen voor de achtererven aan de Zuidersloot gaan de algemene regels gelden voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen buiten het bouwvlak. Gezien de stedenbouwkundige opzet van de Zuidersloot en het feit dat de achtererven zijn gelegen in de zichtlijn vanaf de Westelijke Randweg kan ervoor worden gekozen om voor de achtererven een andere bestemming op te nemen, zodat het niet mogelijk is om aan- of uitbouwen en bijgebouwen op grond van de woonbestemming te bouwen. Omgevingsvergunning vrij bouwen ex artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht (Bor) en de bestemming ‘Tuin’ Op grond van bijlage II Bor mag op het achtererf omgevingsvergunning vrij worden gebouwd, mits sprake is van een “erf”. Als erf wordt aangemerkt het al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. De definitie voor “erf” is afgeleid uit de jurisprudentie (zie ABRvS 15 september 1997, LJN: AA3601, AB 1998, 5). Uitgangspunt is dat het gehele perceel bij een hoofdgebouw in beginsel als erf kan worden aangemerkt. Echter uit de systematiek van een bestemmingsplan kan voortvloeien dat bepaalde verder van het hoofdgebouw af gelegen delen van een perceel niet als erf aangemerkt kunnen worden. Dit zal in beginsel uitsluitend het geval kunnen zijn bij percelen van een aanzienlijke omvang, veelal gelegen buiten de bebouwde kom. Bij dergelijke omvangrijke percelen geven bestemmingsplannen soms een regeling die het perceel onderverdeelt in een bestemming, waarbinnen het hoofdgebouw met bijbehorende aan- en uitbouwen en bijgebouwen gebouwd kunnen worden en waar een verdere inrichting kan plaatsvinden als buitenruimte behorende bij het hoofdgebouw. In het overige verder afgelegen perceelgedeelte geldt in die systematiek een andere bestemming, ingevolge waarvan niet gebouwd mag worden en ook het aanbrengen van een normale bij een hoofdgebouw behorende buiteninrichting (bijvoorbeeld het aanleggen van terrasverhardingen, parkeerplaatsen, siertuin, vijverpartijen) is verboden of aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo (de voormalige aanlegvergunning) onderworpen. Uitgaande van zo’n bestemmingssystematiek, kan gesteld worden dat deze laatstbedoelde delen van een perceel niet aangemerkt 1
kunnen worden als “erf” en er om die reden niet zonder omgevingsvergunning bijbehorende bouwwerken kunnen worden gebouwd. De tuinbestemming die aan de achtererven van de Zuidersloot kan worden toegekend, heeft de intentie om op grond van het bestemmingsplan geen bouwwerken toe te staan. Het enkele feit dat een bepaalde bestemming het oprichten van bouwwerken niet toelaat, maakt nog niet dat de gronden niet kunnen worden aangemerkt als zijnde “erf”. Rekening houdend met de geldende vrijstelling die slechts heel beperkte bouwmogelijkheden voor het bouwen buiten het bouwvlak biedt, wordt in het bestemmingsplan een tuinbestemming aan de achtererven langs de Zuidersloot 48 t/m/ 94 toegekend. Er mogen geen bouwwerken worden opgericht, op grond van de bestemmingsplanregeling. Wel zullen de bestaande bouwwerken zijn toegestaan. In het kader van bijlage II Bor worden de gronden, ondanks de tuinbestemming, wel aangemerkt als erf en daarmee als achtererfgebied. Er mag gebruik worden gemaakt van de omgevingsvergunningvrije bouwmogelijkheden van artikel 2 bijlage II Bor. Dit houdt onder meer in dat ten hoogste 30 m² aan bijbehorende bouwwerken tot een bouwhoogte van ten hoogste 3 m mogen worden gebouwd in het achtererfgebied. Ten aanzien van de geldende vrijstelling is geen sprake van een planologische achteruitgang. De diepte van de bouwvlakken is in overeenstemming is met de geldende vrijstelling. De afstand van de woningen tot zijdelingse perceelsgrens is conform de in de vrijstelling gehanteerde uitgangspunten. Het bouwvlak zal daarom strak langs de zijkanten van de hoofdgebouwen worden getrokken. De mogelijkheid van het omgevingsvergunningvrije bouwen op grond van het Bor is ruimer dan de geldende bouwmogelijkheden buiten het bouwvlak op grond van de vrijstelling.
2
B i j l a g e
3 :
R e a c t i e n o t a i n s p r a a k
o v e r l e g
e n
Bestemmingsplan Broek op Langedijk Reactienota in het kader van de terinzagelegging van het voorontwerp-bestemmingsplan Broek op Langedijk Inspraakverordening gemeente Langedijk en reactie vooroverleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening
Vastgesteld door Burgemeester en wethouders d.d. Vastgesteld door Gemeenteraad d.d. 1
Inleiding Ingevolge artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het voorontwerp-bestemmingsplan Broek op Langedijk vanaf 13 november 2012 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Wettelijk vooroverleg In het kader van het wettelijk vooroverleg (artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening) is het voorontwerp toegestuurd naar de volgende instanties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Ministerie EL&L/energie Rijkswaterstaat Noord-Holland Gedeputeerde Staten van Noord-Holland Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Gemeente Alkmaar Gemeente Heerhugowaard Gemeente Bergen Gemeente Harenkarspel Veiligheidsregio Noord-Holland Noord Erfgoedcommissie
2
Ad 1. Rijkswaterstaat Noord-Holland Ingekomen reactie Bij mail van 13 november 2012 heeft Rijkswaterstaat Noord-Holland aangegeven dat het plan geen relatie heeft met het areaal van Rijkswaterstaat Noord-Holland. Het plan geeft dan ook geen aanleiding tot het maken van opmerkingen.
Gemeentelijk commentaar De gemeente neemt de reactie voor kennisgeving aan.
Aanpassingen plan Geen
Ad 2. Veiligheidsregio Noord-Holland Noord (VR NHN) Ingekomen reactie De VR NHN geeft, bij brief van 22 november 2012, aan dat het plangebied buiten het invloedsgebied van transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het water, het spoor en hoge druk buisleidingen.
Gemeentelijk commentaar In de toelichting van het bestemmingsplan, in de paragraaf Externe veiligheid, zal het passende tekstgedeelte van de VR NHN worden opgenomen
Aanpassingen plan De paragraaf Externe veiligheid van de toelichting van het bestemmingsplan wordt aangevuld
De woning aan de Nauertogt 4 valt binnen het invloedsgebied van het LPG-tankstation dat is gevestigd aan de Hornweg 2 -6 in Broek op langedijk. Geadviseerd wordt een verantwoording van het groepsrisico in het bestemmingsplan op te nemen. Een passend tekstgedeelte is meegestuurd. Indien wordt besloten van dit advies af te wijken, dan verzoekt de VR NHN dit gemotiveerd en schriftelijk kenbaar te maken.
Ad 3. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) Ingekomen reactie Het HHNK geeft, bij brief van 7 december 2012, aan dat in het gebied een regionale waterkering aanwezig is, grenzend aan het boezemkanaal Alkmaar (Omval) - Kolhorn. Het HHNK verzoekt de relevante zonering voor de waterkering op de verbeelding op te nemen en te voorzien van een op de waterkerende functie toegesneden regeling.
Gemeentelijk commentaar In de toelichting van het bestemmingsplan, in de paragraaf Water, zal de regionale waterkering worden beschreven. Op de verbeelding wordt de relevante zone opgenomen en deze wordt in de regels voorzien van een passende regeling.
Aanpassingen plan Zowel de paragraaf Water als de verbeelding en de regels zal de relevante zonering worden beschreven, opgenomen en geregeld.
3
Ad 4. Gemeente Heerhugowaard Ingekomen reactie De gemeente vraagt zich af waarom de plangrens van het bestemmingsplan Broek op Langedijk niet op de gemeentegrens ligt. Een deel van het plangebied valt tussen wal en schip.
Gemeentelijk commentaar De plangrens ligt niet op de gemeentegrens omdat het Kanaal buiten dit bestemmingsplan is gehouden. Dit deel maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan Buitengebied
Aanpassingen plan Geen
Ad 5. Erfgoedcommissie Ingekomen reactie Gemeentelijk commentaar Erfgoedcommissie vindt de toelichting te maDe gemeente kan zich vinden in het tekstvoorstel van de Erfger en soms een onjuiste weergave van de goedcommissie geschiedenis van Broek op Langedijk. Erfgoedcommissie doet hiervoor een tekstvoorstel
Aanpassingen plan Tekstvoorstel verwerken in de toelichting van het bestemmingsplan
Ad 6. Bewoner – Dwarspad 17 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Indiener geeft aan dat een deel van het wonen buiten het bouwvlak valt. Het betreft een aanbouw aan de voorzijde, in gebruik als entree, toilet, slaapkamer, overloop, wasruimte en garage met kelder. De situatie in het voorontwerp beperkt de mogelijkheid voor het plaatsen van bij- en aanbouwen. Ten noorden van het Dwarspad 17 zijn de gronden bestemd voor ‘Tuin’. In het huidige bestemmingsplan rust hier een bouwrecht op, het betreft een perceel waarop een boerderij heeft gestaan. Verzocht wordt het bouwrecht in het bestemmingsplan op te nemen.
Gemeentelijk commentaar De woning aan het Dwarspad 17 is georiënteerd op het water dat ten westen van het perceel is gesitueerd. Om deze reden is de westelijke gevel als voorgevel aangemerkt. De grond tussen het water en de woning heeft de tuinbestemming gekregen, zodat de gronden onbebouwd blijven. Voor het overige is het perceel bestemd voor ‘Wonen – Vrijstaand’. De woning aan het Dwarspad 17 betreft een zogenoemde langskap. De plansystematiek brengt mee dat woningen met een langskap, rekening houden met de ruimtelijke situering, een bouwvlak krijgen waarbinnen enige ruimte voor uitbreiding van het hoofdgebouw is geboden. De woning aan het Dwarspad 17 zal dan ook worden voorzien van een bouwvlak met een diepte van 10 m. Binnen een bouwvlak mogen hoofdgebouwen worden gebouwd. Buiten het bouwvlak mogen aan- of uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd als de gronden zijn bestemd voor het wonen. In de woonstemming ‘Wonen – Vrijstaand’ is hiervoor een uniforme
Aanpassingen plan De verbeelding wordt aangepast zodat het bouwvlak Dwarspad 17 wordt vergroot tot een diepte van 10 m.
4
gemeentelijke regeling opgenomen. Deze plansystematiek wijkt af van het huidige bestemmingsplan Dorpsstraat Zuid 1975, maar voorziet wel in een uniforme regeling binnen de gemeente. Voor wat betreft het bouwrecht het volgende. De indiener heeft de gronden aan het Oudepad met kadastrale nummers 825, 1152, 1153 en een aansluitend deel noordwestelijk langs het water in eigendom en stelt dat hierop een bouwrecht rust. Het door de indiener bedoelde bouwrecht bevindt zich, op basis van het huidige bestemmingsplan Dorpsstraat Zuid 1975, voor het grootste gedeelte op de gronden Oudepad 4 en 5. Er is dan ook geen sprake dat er zonder meer een bouwrecht op de gronden rust.
Geen
Geen De in eigendom zijnde gronden van de indiener aan het Oudepad hebben gezamenlijk een oppervlakte van ongeveer 380 m². Deze beschikbare oppervlakte leent zich in principe voor de ontwikkeling van een kleine woning. De gronden zijn echter zo gesitueerd dat sprake is van een slechte danwel geen ontsluiting van de gronden op de openbare ruimte. Het is dan ook niet mogelijk om parkeervoorzieningen op eigen erf te realiseren. Dit maakt dat het niet wenselijk is om op de bedoelde gronden een woning tot ontwikkeling te brengen. De gronden behouden de tuinbestemming.
Ad 7. Bewoner – Dijk 129 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Indiener geeft aan dat aan de Dijk 129 een garage en een vorkheftruckbedrijf is gevestigd, die is bestemd als ‘Gemengd’. De indiener wil graag een bedrijfsbestemming.
Gemeentelijk commentaar Aanpassingen plan In de bestemming ‘Gemengd’ is bedrijvigheid in de milieucatego- Geen rieën 1 en 2 toegestaan. Hierin past de bedrijvigheid zoals aangegeven door de indiener. Bovendien biedt een gemengde bestemming meer gebruiksmogelijkheden dan een bedrijfsbestemming. De indiener is er niet bij gebaat dat voor het genoemde bedrijf een bedrijfsbestemming wordt opgenomen, omdat het gebruik op het perceel dan wordt beperkt.
5
Ad 8. Bewoner – Hendrikkade 21 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Indiener geeft aan dat enige tijd geleden per brief is verzocht om informatie aangaande de inrichting van het Havenplein / Prins Hendrikkade.
Gemeentelijk commentaar Er is bij de gemeente geen brief binnengekomen over de inrichting van het Havenplein.
Aanpassingen plan Geen
Ook vraagt de indiener zich af wie verantwoor- De gemeente is verantwoordelijk voor de openbare inrichting. delijk is voor de waterputten voor de voorgevel, Opgemerkt wordt dat in het kader van het bestemmingsplan de in het kader van ongelukken. ingediende inspraakreactie geen verdere relevantie heeft.
Ad 9. Bewoner – Papenhorn 2 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie De indiener maakt zich zorgen over de bedrijfsbestemming van de schuur aan de Dijk 127. Ten eerste is, voor zover bekend, hier geen bedrijf gevestigd. Ten tweede is een ruime bouwhoogte toegestaan, terwijl nu een lage schuur aanwezig is. Ook over de situering van de schuur maakt de indiener zich zorgen.
Gemeentelijk commentaar In het geldende bestemmingsplan Broek op Langedijk Zuid 1978 is op het perceel Dijk 127 een aannemersbedrijf toegestaan. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd. Bedrijfsbebouwing is toegestaan met een goothoogte van 3,5 m en een dakhelling van ten minste 12°.
Aanpassingen plan De verbeelding wordt aangepast zodat voor zowel het perceel behorende bij Dijk 121 alsook voor het perceel Dijk 127 de bestemming wordt gewijzigd in ‘Gemengd’.
Een deel van het perceel is ten onrechte bestemd voor ‘Bedrijf’. Het betreffende kadastrale perceel behoort bij Dijk 121. Dit perceel zal worden bestemd voor ‘Gemengd’. Gezien het karakter van de Dijk en de bijhorende wijze van bestemmen wordt het perceel Dijk 127 bestemd voor ‘Gemengd’. Tevens is hierbij rekening gehouden met de wensen van de bewoners van de Dijk 127. In de gemengde bestemming is bedrijvigheid in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan, maar ook onder meer dienstverlening en detailhandel. De bestaande schuur achter de woning aan de Dijk 127 wordt aangemerkt als bijgebouw. Deze schuur mag binnen de zelfde maatvoering worden verbouwd. Bij nieuwbouw van de schuur hanteren wij de regels voor bijgebouwen. Dit sluit aan op de regelgeving die geldt in het gehele gebied.
6
Ad 10. Bewoner – Dwarspad 11 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Indiener geeft aan dat het voormalige koelhuis aan de Dorpsstraat 86a is verbouwd tot bovenwoning.
Gemeentelijk commentaar Er is door het college besloten dat een bovenwoning op het perceel Dorpsstraat 86a is toegestaan. Er is hiervoor een bouwvlak ingetekend op de verbeelding.
Aanpassingen plan Bouwvlak intekenen Dorpsstraat 86a
Ten aanzien van het perceel Dorpsstraat 106a zou, naar aanleiding van het genoemde voorbeeld aan de Dorpsstraat 86a, tevens woningbouw in de toekomst moeten worden toegestaan
Gezien de milieuzonering van de scheepswerf is het niet mogelijk mee te werken aan woningbouw op dit perceel.
Vooralsnog wil de gemeente niet anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Zodra sprake is van bedrijfsbeëindiging van de scheepswerf zullen wij uw verzoek opnieuw behandelen.
Ad 11. Bewoner – Dorpsstraat 49 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Het pad naast de Dorpsstraat 49 heeft de verkeersbestemming gekregen. Naar mening van de indiener is dit, wat betreft de achterzijde van het pad, onjuist. Sinds 1985 is dit in gebruik door de indiener. Voor eigen rekening is het deel bestraat en voorzien van een toegangspoort. Aangegeven wordt dat de zijpaden langs de Afslag, waar zich een soortgelijke situatie voordoet, niet meer zijn bestemd voor ‘Verkeer’. Verzocht wordt het achterste deel van het pad naast Dorpsstraat 49 te bestemmen voor ‘Gemengd’.
Gemeentelijk commentaar Het voorliggende bestemmingsplan is opgesteld op basis van een goede ruimtelijke ordening. Een bestemming die aan gronden wordt gegeven heeft geen directe relatie met de eigendom van de grond, maar wordt beoordeeld op basis van ruimtelijke kaders. Voor het toekennen van een verkeerbestemming aan grond geldt als ruimtelijke afweging dat iedere woning goed ontsloten dient te zijn via de openbare ruimte. De woning aan de Dorpsstraat 55 is ontsloten op de Dorpsstraat door het pad. De ontsluiting van de woning Dorpsstraat 55 is gewaarborgd door middel van de verkeerbestemming van het pad. De zijpaden langs de Afslag dienen niet ter ontsluiting van een achterliggende woning. De woningen aan het Fabriekspad zijn hierop ontsloten. Per geval wordt beoordeeld wat in ruimtelijke zin de meest passende bestemming is voor het openbaar gebied.
Aanpassingen plan Geen
Het pad achter de Afslag 1,3 en 5 zal worden opgenomen op de verbeelding
7
Ad 12. Bewoner – Dijk 123 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Indiener geeft aan dat het verstandig is dat bestemmingsplan alleen de bestaande gooten bouwhoogte toelaat. Dit omdat in een gedeelte van het dorp heel dicht op elkaar is gebouwd, soms zelf op de perceelgrenzen.
Gemeentelijk commentaar Het bestemmingsplan voor Broek op Langedijk is opgesteld op basis van een uniforme plansystematiek, zoals die ook is opgenomen in de bestemmingsplannen voor Noord- en ZuidScharwoude en Sint Pancras. Uiteraard vindt wel een beoordeling plaats zodat in ruimtelijke zin sprake is van een passend geheel. De indiener is met name bezorgd over de situatie aan de Dijk 127. Hierover wordt het volgende opgemerkt.
In het specifieke geval geeft de indiener aan dat de buren voornemens zijn de schuur te verbouwen en op grond van het opgestelde bestemmingsplan een hogere goot- en bouwhoogte is toegestaan.
In het geldende bestemmingsplan Broek op Langedijk Zuid 1978 is op het perceel Dijk 127 een aannemersbedrijf toegestaan. Het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd. Bedrijfsbebouwing is toegestaan met een goothoogte van 3,5 m en een dakhelling van ten minste 12°.
Aanpassingen plan De verbeelding wordt aangepast zodat de bestemming van het perceel Dijk 127 wordt gewijzigd in ‘Gemengd’.
Gezien het karakter van de Dijk en de bijhorende wijze van bestemmen wordt het perceel Dijk 127 bestemd voor ‘Gemengd’. Tevens is hierbij rekening gehouden met de wensen van de bewoners van de Dijk 127. In de gemengde bestemming is bedrijvigheid in de milieucategorieën 1 en 2 toegestaan, maar ook onder meer dienstverlening en detailhandel. De bestaande schuur achter de woning aan de Dijk 127 wordt aangemerkt als bijgebouw. Deze schuur mag in de bestaande setting worden verbouwd. Bij nieuwbouw van een schuur hanteren wij de regels van het bestemmingsplan. Dit sluit aan op de regelgeving die geldt in het gehele gebied.
8
Ad 13. Bewoner – Laanweg 1-B – Oudkarspel Ingekomen reactie In paragraaf 2.2 wordt zowel in tabel 1 als in tabel 2 gesproken over Noord- en ZuidScharwoude in plaats van Broek op Langedijk. Graag ziet de indiener dit aangepast.
Gemeentelijk commentaar In de toelichting van het bestemmingsplan, in de paragraaf Functionele karakteristiek van de toelichting van het bestemmingsplan, zal datgene worden opgenomen zoals aangegeven door de indiener.
Aanpassingen plan De paragraaf Functionele karakteristiek van de toelichting van het bestemmingsplan wordt aangevuld.
Ten aanzien van de scholen wordt opgemerkt dan aanwezig is: een openbare, een katholieke en een protestants-christelijke school. Ook de vermelding van de kerken is mager. Dit zou moeten worden aangevuld met: een Doopsgezinde Gemeente, een Christelijk Gereformeerde Kerk en een Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt). Het is wenselijk bovengenoemde aandachtspunten te corrigeren.
Ad 14. Bewoner – Sluiskade 16 – Broek op Langedijk Ingekomen reactie Wat betreft de toegangsweg naar Dorpsstraat 84, 84a en 86 is het van belang dat de hele weg, ook weghelft kad. bekend nr. 4017 die bestemming heeft en houdt, omdat de verplichte parkeerplaatsen bereikbaar moeten zijn en ook voor hulpdiensten is dat cruciaal.
Gemeentelijk commentaar In het vigerende bestemmingsplan zijn deze gronden niet aangemerkt met de bestemming “Verkeer”. Omdat bij de Dorpsstraat 86 een woning wordt toegevoegd vinden wij het van belang dat hulpdiensten bereikbaar moeten zijn en dat de bestaande parkeerplaatsen gehandhaafd blijven. Wij zullen dan ook het gehele perceel nr. 3270 en 4017 bestemmen als verkeer
Aanpassingen plan De verbeelding wordt aangepast voor het perceel nr. 3270 en 4017 en zal worden bestemd voor “Verkeer”
Op de plankaart is aan de Sluiskade naast nr 16 de museale schuitenhelling niet aangegeven. Hiervoor is bouwvergunning verleend
Het is correct dat vergunning is verleend voor een museale schuitenhelling. Wij zullen dan ook op de verbeelding een aanduiding plaatsen voor de schuitenhelling
Aanduiding op verbeelding plaatsen voor schuitenhelling.
9
Ad 15. Woningbouwcorporatie, Keulenstraat 6 Deventer Ingekomen reactie Verzoek tot het plaatsen van een overdekte fietsenstalling aan de Pompesloot 110 te BOL
Gemeentelijk commentaar Het plaatsen van een overdekte fietsenstalling past in het nieuwe bestemmingsplan voor Broek op Langedijk. Na vaststelling van het bestemmingsplan voor Broek op Langedijk is het mogelijk vergunningsvrij een overdekte fietsenstalling te plaatsen met een maximale oppervlakte van 20 m2. Indien de afmeting groter is dient een aanvraag omgevingsvergunning te worden ingediend
Aanpassingen plan Geen
Ad 16. Bewoner Dorpsstraat 112 te Broek op Langedijk Ingekomen reactie Bezwaar tegen bestemming “Industrie” op het perceel Dorpsstraat 112 (scheepswerf)
Gemeentelijk commentaar Thans is het gebied bestemd als “Bedrijf – Scheepswerf”. Na bedrijfsbeëindiging willen wij overwegen of de gemeente meewil werken aan de sloop van de naast gelegen schuur om de bouw van 1 vrijstaande woning of een 2-1 kap mogelijk te maken binnen het bestaande bouwvlak van de schuur.
Aanpassingen plan Vooralsnog wil de gemeente niet anticiperen op toekomstige ontwikkelingen. Zodra sprake is van bedrijfsbeëindiging zullen wij uw verzoek opnieuw behandelen.
Ad 17. Bewoner Tjotter 11 Broek op Langedijk Ingekomen reactie Verzoek wijzigen van de bestemming “agrarisch- Cultuur” naar de bestemming “Wonen” voor het perceel Eilandspad naast nr 1
Gemeentelijk commentaar Onder voorwaarden zijn wij bereid mee te werken aan de bouw van twee woningen op de percelen nr. 947 en nr 948. Hiervoor zal een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen
Aanpassingen plan Wijzigingsbevoegdheid opnemen voor de bouw van twee woning op het perceel nr 947 en 948 en de regels voor “vrijstaande woningen” van toepassing te verklaren
10
Ad 18. Bewoners Dijk 2 en 2a Broek op Langedijk Ingekomen reactie Bewoners hebben bezwaar tegen de bestemming achter de woning Dijk 2 en 2a te Broek op Langedijk
Gemeentelijk commentaar In het vigerende bestemmingsplan hebben deze gronden de bestemming “Tuin”. Deze functie heeft al jaren zijn karakter als tuin verloren. Aan de Broekerhoeck is reeds een extra woning gerealiseerd. Ter afronding van de Broeckerhoek en het feit dat de ontsluiting gewaarborgd is middels een pad vinden wij het gerechtvaardigd dat ook hier een woning gerealiseerd mag worden. Parkeren op eigen erf is sowieso geen probleem gezien de grootte van het perceel (1.463 m2).
Aanpassingen plan Er is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de bouw van een woning aan de Broeckerhoek tegenover 2a
Ad 19. Eigenaar Broeckerhoek 2 Sint Pancras Ingekomen reactie Verzoek verhuur kamers van het in eigendom zijnde woning aan de Broeckerhoek 2 te Broek op Langedijk
Gemeentelijk commentaar In het nieuwe bestemmingsplan voor Broek op Langedijk is opgenomen dat verhuur van kamers uitsluitend is toegestaan binnen de bestemmingen Wonen – Vrijstaand, Wonen – dubbel, Wonen – Rij. De gezamenlijke oppervlakte aan ondergeschikte kamerverhuur per bouwperceel voor “Wonen – Vrijstaand” mag niet meer dan 50 m2 bedragen
Aanpassingen plan Geen
Ad 19. Eigenaar Broeckerhoek 2a Sint Pancras Ingekomen reactie
Gemeentelijk commentaar
Aanpassingen plan
Het wijzigen van de agrarische bestemming naar wonen heeft negatieve gevolgen.
De agrarische functie heeft al jaren zijn functie verloren. In overwegende mate wordt op het perceel gewoond en ondeverhuurd.
Geen
Dit geldt ook voor de bedrijfswoning.
Op de verbeelding is aangegeven dat het niet is toegestaan een bedrijfswoning te realiseren
Geen
Er is sprake van overlast van het nabij gelegen Hiervoor dient u zich te wenden tot de politie. bedrijf.
Geen
11
AMBTELIJKE AANPASSINGEN 1. De plansystematiek brengt mee dat woningen met een langskap, rekening houdend met de ruimtelijke situering, een bouwvlak krijgen waarbinnen enige ruimte voor uitbreiding van het hoofdgebouw is geboden. De woningen aan het Oudepad 4, 5, 6 en 7 worden voorzien van een bouwvlak met een diepte van 10 m; 2. De gehele ‘nadere eisenregeling’ uit de regels geschrapt; 3. De erkerregeling toevoegen aan artikel 4, 7, 8,9, 11; 4. Artikel 9.1 lid 4 toevoegen: tenzij genoemd in bij de dit bestemmingsplan behorende bijlage 3 Staat van bedrijven – Aan huis verbonden beroep; 5. Wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het verbouwen van het bollengebouw; 6. Wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het bouwen van twee woningen aan het Eilandpad tussen nr 2 en 6; 7. Wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het bouwen van 1 woning of 2-1 woning aan de Dorpsstraat 112, Dorpsstraat 106a, Dijk 72 en Prinses Margrietstraat 5; 8. Wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de bouw van een woning aan de Broeckerhoek; 9. Schapenland 3 – bestemming “dienstverlening” wijzigen in “wonen” zonder bouwvlak 10. Artikel 14.2 lid a4 de zinsnede De afstand van een aan- of uitbouw tot de grens van de bestemmingen “Groen”, “Verkeer” en “Water” tenminste 1,5 bedraagt, verwijderen; 11. Artikel 14.2 lid c3, de bouwhoogte van overige bouwwerken wordt uit de regels geschrapt; 12. Artikel 17,1, 18,1, 19.1 toevoegen na: ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw en bijgebouw 13. Artikel 17.2 lid b, 18.2 lid b, 19.2 lid b, Toevoegen: 3 m1 gemeten vanuit de bestemming “Water” 14. Artikel 17.3 lid b, 18.3 lid b, 19.3 lid b, verwijderen: De plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 15. Artikel 20.2 lid a2 met uitzondering van gebouwen wijzigen in met uitzondering van bijbehorende bouwwerken; 16. Artikel 20.2 lid b3 schrappen omdat een overkapping met een oppervlakte van 20 m2 vergunningsvrij is; 17. Artikel 31.2. lid b, de verwijzing naar artikel 31.1 verwijderen; 18. Artikel 31.2 .lid 2 wordt een afwijkingsbepaling opgenomen voor het uitbreiden van recreatiewoningen voor Bed & Breakfast. De begripsbepaling is ook aangepast. Daarnaast is aangegeven dat deze uitbreiding ook geldt voor de Gemengde bestemming. Er is aangesloten bij de 50 m2 regeling; 19. Bijlage 3 Staat van bedrijven, verwijderen, 47, 4722, 4723, 4734, 4778 20. Tekstuele aanpassingen in de toelichting van het bestemmingsplan.
12
R e g e l s
122.00.10.02.02.rgl
I n h o u d s o p g a v e Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1
Begrippen
Artikel 2
Wijze van meten
3 12
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3
Agrarisch - Cultuurgrond
17
Artikel 4
Bedrijf
18
Artikel 5
Bedrijf - Nutsvoorziening
22
Artikel 6
Cultuur en ontspanning
23
Artikel 7
Detailhandel
25
Artikel 8
Dienstverlening
28
Artikel 9
Gemengd
31
Artikel 10 Groen
35
Artikel 11 Horeca
36
Artikel 12 Maatschappelijk
39
Artikel 13 Sport
42
Artikel 14 Tuin
44
Artikel 15 Verkeer
46
Artikel 16 Water
47
Artikel 17 Wonen – Dubbel
48
Artikel 18 Wonen – Rij
52
Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
56
Artikel 20 Wonen - Woongebouw
60
Artikel 21 Waarde – Archeologie 1
62
Artikel 22 Waarde – Archeologie 2
65
Artikel 23 Waarde – Archeologie 5
68
Artikel 24 Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden
71
Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
73
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
77
Artikel 27 Algemene bouwregels
78
Artikel 28 Algemene gebruiksregels
82
Artikel 29 Algemene afwijkingsregels
83
Artikel 30 Algemene wijzigingsregels
85
Artikel 31 Overige regels
88
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 32 Overgangsrecht
93
Artikel 33 Slotregel
94
Bijlagen
122.00.10.02.02.rgl
H o o f d s t u k I n l e i d e n d e
122.00.10.02.02.rgl
1 r e g e l s
122.00.10.02.02.rgl
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.
plan: het bestemmingsplan Broek op Langedijk van de gemeente Langedijk;
2.
bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0416.BPBOL2012-va01 met bijbehorende regels en bijlagen;
3.
aan- of uitbouw: een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een gebouw gebouwd aan een hoofdgebouw, dat door de vorm daarvan onderscheiden kan worden, en door ligging, constructie en/of afmeting daaraan ondergeschikt is;
4.
aan huis verbonden beroepen: het uitoefenen van een vrij en zelfstandig beroep, of het beroepsmatig verlenen van diensten, op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, educatief, kunstzinnig, technisch gebied of daarmee gelijk te stellen activiteiten, niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
5.
aan huis verbonden bedrijven: het uitoefenen van een bedrijf of bedrijfsactiviteiten als bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 3 ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, niet zijnde detailhandel, waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
6.
aanduiding: een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
7.
aanduidingsgrens: de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
8.
archeologie: de bestudering van menselijke geschiedenis door middel van de overblijfselen van materiële cultuur, de omgeving en van dierlijke resten;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
3
9.
archeologische waarde: de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en de studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteit uit het verleden;
10.
bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
11.
bebouwingspercentage: een aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel dat ten hoogste mag worden bebouwd;
12.
bed & breakfast: een faciliteit waarbij in huiselijke sfeer tegen betaling overnachting en ontbijt kan worden verkregen, waarbij geen sprake is van permanente bewoning, de maximale gebruiksduur niet meer bedraagt dan 1 aansluitende maand, een nachtregister wordt bijgehouden en waarbij geen zelfstandige keukenfaciliteiten ter beschikking staan aan de tijdelijke bewoners;
13.
bedrijfswoning/dienstwoning: een woning in of bij een gebouw of op een terrein bedoeld voor (het huishouden van) één persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
14.
beeldbepalend pand of bijgebouw: een gebouw dat gezien het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is, met dien verstande dat verandering en/of uitbreiding slechts mag plaatsvinden wanneer het betrokken bouwplan mede strekt tot: -
behoud of versterking van het uitwendige karakter van het pand, en:
-
de waarde van het pand voor het beeld van de omgeving, zoals aanwezig zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, wat betreft de totaliteit van de bouwmassa naar de hoofdafmeting en onderlinge verhoudingen en dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting en dakhelling;
15.
beperkt kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;
16.
bestaand: de legale situatie zoals die is op het moment dat het bestemmingsplan in werking treedt;
4
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
17.
bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak;
18.
bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
19.
bijbehorend bouwwerk: uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
20.
bijgebouw: een bijbehorend bouwwerk in de vorm van een op zichzelf staand gebouw dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en door ligging, constructie en/of afmetingen daaraan ondergeschikt is;
21.
bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
22.
bouwgrens: de grens van een bouwvlak;
23.
bouwperceel: een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
24.
bouwperceelgrens: de grens van een bouwperceel;
25.
bouwvlak: een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan;
26.
bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
27.
bruto vloeroppervlak: de oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingsconstructies, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimte omhullen;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
5
28.
café-restaurant: een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoelen heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken en maaltijden voor consumptie ter plaatse;
29.
coffeecorner: horecagelegenheid waar uitsluitend niet- en/of licht-alcoholische dranken worden verstrekt, eventueel gecombineerd met de verstrekking van kleine etenswaren, evenwel met uitzondering van snackbars;
30.
detailhandel: het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
31.
detailhandel in ABC-goederen: de handel in auto’s, auto-onderdelen, boten en caravans, machinerieën ten behoeve van bedrijven en landbouwwerktuigen en naar aard en/of omvang daarmee gelijk te stellen detailhandel in ABC-goederen;
32.
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling: bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van administratieve en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio’s en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen al dan niet in combinatie met ondergeschikte detailhandel, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf (en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen) en een seksinrichting;
33.
dienstverlening: het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
34.
discotheek/bar-dancing: een horecabedrijf, dat tot doel heeft het verstrekken van dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij het doen beluisteren van overwegend elektrisch versterkte muziek en het gelegenheid geven tot dansen een wezenlijk onderdeel vormt;
35.
functieaanduiding: een aanduiding waarmee wordt aangegeven dat binnen een bestemming al dan niet specifieke gebruiksmogelijkheden zijn toegestaan;
36.
garagebox: een zelfstandig gebouw bedoeld voor de stalling van auto’s, boten en daarmee gelijk te stellen goederen;
6
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
37.
gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
38.
geluidzoneringsplichtige inrichting: een inrichting bij die ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld;
39.
gevelbreedte: de breedte van een naar de weg gekeerde zijde van een hoofdgebouw;
40.
hogere grenswaarde: een maximale waarde voor de geluidsbelasting, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
41.
hoofdgebouw: een gebouw, dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
42.
horecabedrijf: een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, logies worden verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden bereid of verstrekt;
43.
kampeermiddel: een mobiel en/of vast kampeermiddel dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;
44.
kampeerseizoen: het kampeerseizoen begint op 15 maart en loopt door tot en met 31 oktober van elk kalenderjaar;
45.
karakteristiek pand of bijgebouw: een gebouw dat gezien dat het karakter en de betekenis voor het stedenbouwkundig beeld ter plaatse van belang is, met dien verstande dat de uitwendige hoofdvorm, bepaald door onder meer de dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting en dakhelling en gevelindeling en karakteristieke elementen, zoals aanwezig zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan, gehandhaafd dient te worden;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
7
46.
kas: een gebouw, waarvan de wanden en het dak bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken of trekken van vruchten, bloemen of planten;
47.
kunstobject: voortbrengsel van de beeldende kunsten in de vorm van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of overkapping;
48.
kunstwerk: een bouwwerk, geen gebouw of overkapping zijnde, ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via of aquaduct of een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;
49.
kwetsbaar object: een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, die in acht moet worden genomen;
50.
ligplaats: een ruimte voor het afmeren en doen of laten liggen van een vaartuig;
51.
maatschappelijke voorzieningen: levensbeschouwelijke, medische, sociale, culturele en educatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte dienstverlening en/of ondergeschikte detailhandel en/of ondergeschikte horeca ten dienste van deze voorzieningen;
52.
maatvoeringsvlak: een als zodanig aangegeven geometrisch bepaald vlak ten behoeve van het indelen van een bouwvlak of bestemmingsvlak met het oog op een verschil in maatvoering;
53.
manege: een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het geven van instructie in diverse disciplines aan derden met gebruik van paarden in eigendom van het bedrijf en/of aan derden met eigen paarden en/of het bieden van huisvesting aan die paarden, met de daarbij behorende ondergeschikte functies en voorzieningen;
54.
mobiel kampeermiddel: een tent, tentwagen, kampeerauto, toercaravan of enig ander onderkomen met de bedoeling deze te plaatsen op een kampeerterrein gedurende ten hoogste 3 aansluitende maanden per kampeerseizoen;
8
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
55.
nutsvoorziening: (bouwkundige) voorzieningen ten behoeve van (de aansluiting op) het openbare net van afvalstoffen, gas, water, elektriciteit, riolering, stadsverwarming en het telecommunicatieverkeer, of daaraan gelijk te stellen voorzieningen, met de daarbij behorende gebouwen zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
56.
ondergeschikte detailhandel: de detailhandelsactiviteit die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;
57.
ondergeschikte dienstverlening: de dienstverlenende activiteit die ondergeschikt is aan de hoofdbestemming;
58.
ondergeschikte horeca: de horeca-activiteit die ondergeschikt en ondersteunend is aan de hoofdbestemming, die plaatsvindt binnen hetzelfde gebouw als de hoofdfunctie en geen eigen openings- en/of sluitingstijden heeft;
59.
overkapping: een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts met één wand is omgeven;
60.
paardenpension: een bedrijf waarvan de activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak bestaan uit het houden van paarden van derden. Hieronder wordt verstaan de verhuur van stalling met accommodatie en het verzorgen van paarden. Onder een paardenpension wordt geen manege verstaan;
61.
peil: a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: -
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: -
de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
c. voor een bouwwerk op, in of boven het water: 62.
de hoogte van het ter plaatse geldende waterpeil;
permanente bewoning: de bewoning van een verblijf als hoofdverblijf;
63.
recreatiewoning: een woning of een gedeelte daarvan dient als recreatief verblijf voor recreanten, waarbij geen sprake is van permanente bewoning;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
9
64.
restaurant: een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken;
65.
risicovolle inrichting: een inrichting, bij welke het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
66.
seksinrichting: de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
67.
standplaats: het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten aan te bieden, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;
68.
vast kampeermiddel: een stacaravan, trekkershut of ander recreatief verblijf op een kampeerterrein, welke naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven en al dan niet direct steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
69.
voorgevel: de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw, of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse en/of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;
70.
voorkeursgrenswaarde: de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder c.q. het Besluit geluidhinder;
71.
wonen in de tweede lijn: het gebruiken of laten gebruiken van de aangeduide bestaande karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen als woning bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
10
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
72.
woning: een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
73.
woongebouw: een gebouw, dat meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden;
74.
woonschip: elk drijvend en anderszins geheel of in hoofdzaak in water geplaatst voorwerp dat uitsluitend of in hoofdzaak als woning gebezigd of tot woning bestemd is, ook indien het nog in aanbouw is;
75.
zwembad: een onoverdekt bassin dat zwemgelegenheid biedt aan particulieren en dat wordt aangemerkt als een bouwwerk, geen gebouw zijnde.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 1 Begrippen
11
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: a.
de dakhelling: langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
b.
de goothoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
c.
de inhoud van een bouwwerk: tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
d.
de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
e.
de oppervlakte van een bouwwerk: tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
f.
de afstand tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel: vanaf enig punt van een bouwwerk tot de (zijdelingse) grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken, wordt buiten beschouwing gelaten: a.
galerijen, balkons en luifels, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 2 m bedraagt;
b.
(brand)trappen en trappenhuizen.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bouwvlakken of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als goot- en dakoverstekken, plinten, pilasters, kozijnen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de afwijking van de plaatsingseisen niet meer dan 1 m bedraagt.
12
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 2 Wijze van meten
Overschrijdingen van niet meer dan 1 m worden niet meegerekend bij de bepaling van de oppervlakte van een bouwwerk als bedoeld in artikel 2 sub e van dit plan. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van de goothoogte van bouwwerken als bedoeld in artikel 2 onder b worden bouwdelen als dakkapellen, dakopbouwen en wolfseinden niet meegerekend.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 2 Wijze van meten
13
14
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 2 Wijze van meten
H o o f d s t u k
2
B e s t e m m i n g s r e g e l s
122.00.10.02.02.rgl
122.00.10.02.02.rgl
Artikel 3 Agrarisch - Cultuurgrond
3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch - Cultuurgrond’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
cultuurgrond;
b.
volkstuinen;
c.
kassen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “kas”;
d.
groenvoorzieningen;
e.
paden en kavelontsluitingswegen;
f.
sloten, bermen en beplanting,
en tevens voor: g.
een museuale schuitenhelling, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van agrarisch – museuale schuitenhelling”.
3.2
Bouwregels
a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van kassen ter plaatse van de aanduiding “kas”, met dien verstande dat: 1. de goothoogte van een kas niet meer mag bedragen dan 3 m; 2. de bouwhoogte van een kas niet meer mag bedragen dan 5 m.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: -
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen.
3.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het aanbrengen/gebruiken van oppervlakteverhardingen en/of de aanleg van wegen en paden anders dan ten behoeve van het agrarisch gebruik;
-
het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw, houtteelt of andere opgaande teeltvormen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 3 Agrarisch - Cultuurgrond
17
Artikel 4 Bedrijf
4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
bedrijven als genoemd in de bij deze regels behorende als bijlage 1 opgenomen ‘Staat van Bedrijven’ in de categorieën 1 en 2;
b.
groenvoorzieningen;
c.
openbare nutsvoorzieningen;
d.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e.
water en oeverstroken,
en tevens voor: f.
een autobedrijf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - autobedrijf”;
g.
een bouwbedrijf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”;
h.
containerverhuur, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - containerverhuur”;
i.
een scheepswerf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf”;
j.
een jachthaven, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “jachthaven”;
k.
een staalbedrijf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - staalbedrijf”;
l.
een beeldbepalende scheepshelling, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding – beeldbepalende scheepshelling”;
m.
een paardenpension voor de stalling van niet meer dan 10 paarden zonder manege-activiteiten, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - paardenpension”;
n.
een hoveniersbedrijf, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “hovenier”.
Detailhandel is uitsluitend in de bestemming begrepen, voor zover deze detailhandel een geïntegreerd en ondergeschikt deel uitmaakt van een productiebedrijf en/of een ambachtelijk bedrijf, één en ander in of vanuit een verkoopruimte met een vloeroppervlak van ten hoogste 10% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 100 m². Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met een afhaalpunt is uitsluitend in de bestemming begrepen, voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en ter plekke niet kan worden afgerekend.
18
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 4 Bedrijf
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
4.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 8,5 m bedragen, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat: -
bestaande vrijstaande bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
-
geen bedrijfswoningen zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning uitgesloten”.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat: -
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,5 m;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 4 Bedrijf
19
van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
4.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bestaande bedrijfswoningen;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven als genoemd in lid 4.1;
20
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 4 Bedrijf
-
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan bedoeld in lid 4.1;
-
het gebruik van gronden voor buitenopslag op de gronden ter plaatse van de aanduiding “opslag uitgesloten”.
4.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.4 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 4 Bedrijf
21
Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
5.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Bedrijf – Nutsvoorziening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
gebouwen ten behoeve van openbaar nut, zoals transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen;
b.
groenvoorzieningen;
c.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
d.
water en oeverstroken.
5.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd; 2. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer dan 3,5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 2. de bouwhoogte van een zendmast op de gronden ter plaatse van de aanduiding “zend-/ontvangstinstallatie” mag niet meer dan 40 m bedragen; 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
22
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 5 Bedrijf - Nutsvoorziening
Artikel 6 Cultuur en ontspanning
6.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
een museum;
b.
sport- en speelvoorzieningen;
c.
groenvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
f.
water en oeverstroken,
met daaraan ondergeschikt: g.
agrarisch medegebruik;
h.
ondergeschikte horeca;
i.
ondergeschikte detailhandel;
j.
ondergeschikte dienstverlening.
6.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. in uitzondering op het gestelde onder sub 1 en sub 2 mag gezamenlijk niet meer dan 50 m² aan bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de goot- en bouwhoogte niet meer mag bedragen dan respectievelijk 3 m en 5 m; 4. er zijn geen (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 6 Cultuur en ontspanning
23
4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 5. de bouwhoogte van sport- en speelvoorzieningen mag niet meer dan 6 m bedragen; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
6.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
24
het gebruik van gebouwen voor bewoning.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 6 Cultuur en ontspanning
Artikel 7 Detailhandel
7.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Detailhandel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
detailhandel, met uitzondering van supermarkten;
b.
ondergeschikte horeca in de vorm van een coffeecorner, met dien verstande dat niet meer dan 15% van het totale verkoopvloeroppervlak per detailhandelsbedrijf mag worden gebruikt ten behoeve van een coffeecorner;
c.
groenvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
f.
water en oeverstroken.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
7.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal bedrijfswoningen toegestaan.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak, geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 7 Detailhandel
25
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat: -
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,5 m;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint' opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is.
26
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 7 Detailhandel
d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen; 4. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 5. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
7.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken van detailhandel in ABCgoederen;
-
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bestaande bedrijfswoningen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 7 Detailhandel
27
Artikel 8 Dienstverlening
8.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Dienstverlening’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
dienstverlening;
b.
groenvoorzieningen;
c.
openbare nutsvoorzieningen;
d.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e.
water en oeverstroken.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
8.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat vrijstaande bedrijfswoningen niet zijn toegestaan.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat:
28
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 8 Dienstverlening
-
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3,5 m;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint' opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van de bedrijfswoning;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 8 Dienstverlening
29
4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
8.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
30
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bedrijfswoningen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 8 Dienstverlening
Artikel 9 Gemengd
9.1
Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Gemengd’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
maatschappelijke voorzieningen;
b.
dienstverlening;
c.
detailhandel, met dien verstande dat: -
uitsluitend de bestaande supermarkten zijn toegestaan;
-
ondergeschikte horeca in de vorm van een coffeecorner is toegestaan tot niet meer dan 15% van het totale verkoopvloeroppervlak per detailhandelsbedrijf;
d.
bedrijven als genoemd in de bij deze regels behorende als bijlage 1 opgenomen ‘Staat van Bedrijven’ in de categorieën 1 en 2;
e.
wonen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, met dien verstande dat op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen” geen bewoning mag plaatsvinden op de begane grond;
f.
garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd – garageboxen”;
g.
groenvoorzieningen;
h.
openbare nutsvoorzieningen;
i.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
j.
water en oeverstroken,
en tevens voor: k.
een bed & breakfast, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bed & breakfast”.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw, aan- of uitbouw dan wel vrijstaand bijgebouw op gronden als bedoeld in lid 9.1 sub e mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits: 1.
de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
2.
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
3.
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is;
4.
het geen detailhandel en/of horeca betreft, anders dan genoemd in de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’;
5.
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 9 Gemengd
31
6.
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
7.
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
8.
het aan huis verbonden beroepen betreffen die: -
9.
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
Detailhandelsverkoop via internet al dan niet in combinatie met een afhaalpunt is uitsluitend in de bestemming begrepen, voor zover de primaire bedrijfsactiviteit opslag en distributie betreft, het afhaalpunt geen showroom heeft, geen reclame-uitingen plaatsvinden en ter plekke niet kan worden afgerekend. De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
9.2
Bouwregels
a.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: 1. hoofdgebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. het aantal (bedrijfs)woningen mag niet meer dan 1 per bouwperceel bedragen, dan wel het bestaande aantal indien dit meer is, dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”; 3. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij (bedrijfs)woningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij hoofdgebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare
32
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 9 Gemengd
weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat: -
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3,5 m;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de (bedrijfs)woning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de (bedrijfs)woning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de (bedrijfs)woning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de (bedrijfs)woning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van de (bedrijfs)woning;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de (bedrijfs)woning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels: 1. er mogen uitsluitend gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van gemengd – garageboxen” worden gebouwd; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
e.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 9 Gemengd
33
2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de bouwhoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen; 4. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 5. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
9.3
Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruiken van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruiken van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
-
het gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die zijn genoemd in categorieën 1 en 2 van de bij deze regels behorende bijlage 1 ‘Staat van Bedrijven’;
-
het gebruiken van gronden en bouwwerken van detailhandel in ABCgoederen;
-
het gebruiken van gronden en bouwwerken voor meer dan de bestaande supermarkten.
9.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.1 en 9.4 voor de vestiging van bedrijven die niet zijn genoemd in de Staat van Bedrijven, mits deze bedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar en geluid, kunnen worden gelijk gesteld met de bedrijven die wel zijn genoemd.
34
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 9 Gemengd
Artikel 10 Groen
10.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Groen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
plantsoen, groenstroken en bermen;
b.
paden;
c.
sport- en speelvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen, met dien verstande dat op de gronden ter plaatse van de aanduiding “ontsluiting” een ontsluitingsweg ten behoeve van de woonbestemming gerealiseerd dient te worden;
f.
water en oeverstroken;
g.
standplaatsen.
10.2 B o u w r e g e l s a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van sport- en speeltoestellen mag niet meer dan 6 m bedragen; 2. de bouwhoogte voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 10 Groen
35
Artikel 11 Horeca
11.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Horeca’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
horecabedrijven als genoemd in de bij deze regels behorende als bijlage 2 opgenomen ‘Staat van Horecatypen’ in de categorieën 2 en 3;
b.
groenvoorzieningen;
c.
openbare nutsvoorzieningen;
d.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
e.
water en oeverstroken.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
11.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat bestaande vrijstaande bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd, met uitzondering van
36
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 11 Horeca
een aan- of uitbouw aan de voorgevel van een gebouw, met dien verstande dat: -
de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen;
-
de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m;
-
de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw, tot een maximum van 3,5 m;
2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint' opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 11 Horeca
37
4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 5. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
11.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van horecabedrijven, anders dan de horecabedrijven dan bedoeld in lid 11.1;
-
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bestaande bedrijfswoningen.
11.4 A f w i j k e n v a n d e g e b r u i k s r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1 en 11.4 voor de vestiging van horecabedrijven die niet zijn genoemd in de bij deze regels behorende bijlage 2 ‘Staat van Horecatypen’, mits deze horecabedrijven naar aard en/of effecten op het woon- en leefklimaat van de aangrenzende woongebieden, al dan niet onder te stellen voorwaarden, voor wat betreft geur, stof, gevaar, geluid en verkeersaantrekkende werking, kunnen worden gelijkgesteld met de horecabedrijven die wel zijn genoemd.
38
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 11 Horeca
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Maatschappelijk’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
maatschappelijke voorzieningen;
b.
een begraafplaats, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “begraafplaats”;
c.
wonen op de verdieping(en), uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen”;
d.
sport- en speelvoorzieningen;
e.
groenvoorzieningen;
f.
openbare nutsvoorzieningen;
g.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
h.
water en oeverstroken.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
12.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van binnen een bouwvlak gelegen gebouwen mag niet meer bedragen respectievelijk 3,5 m en 8,5 m, dan wel dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. per bedrijf is ten hoogste het bestaande aantal (inpandige) bedrijfswoningen toegestaan, met dien verstande dat bestaande vrijstaande bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan op de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen bij bedrijfswoningen buiten het bouwvlak geldt de volgende regel: -
de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen mag niet meer bedragen dan 50% van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw bevindt.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 12 Maatschappelijk
39
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen bij bedrijfswoningen, die buiten het bouwvlak worden gebouwd, gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van de bedrijfswoning bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan de bedrijfswoning gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde gebouw te worden gebouwd;
40
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 12 Maatschappelijk
5. de bouwhoogte van sport- en speelvoorzieningen mag niet meer dan 6 m bedragen; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
12.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gebouwen voor bewoning, anders dan bestaande bedrijfswoningen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 12 Maatschappelijk
41
Artikel 13 Sport
13.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Sport’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
sportvoorzieningen met bijbehorende sportgebouwen, kleedgebouwen, kantines, tribunes;
b.
zwembaden;
c.
ondergeschikte horeca;
d.
groenvoorzieningen;
e.
openbare nutsvoorzieningen;
f.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
g.
water en oeverstroken.
13.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de aangegeven goot- en bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)”; 3. er mogen geen (inpandige) bedrijfswoningen worden gebouwd.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van lichtmasten voor sportveldverlichting mag niet meer dan 16 m bedragen; 2. de bouwhoogte van vlaggenmasten en ballenvangers mag niet meer dan 8 m bedragen; 3. de bouwhoogte van windschermen en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
13.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2, sub a onder 1 voor: 1.
het bouwen van een tribune met een maximale oppervlakte van ten hoogste 300 m² en een bouwhoogte van ten hoogste 6 m;
2.
het bouwen van ondergeschikte gebouwen ten behoeve van de sportterreinen tot een maximum gezamenlijke oppervlakte van 50 m² voor de gehele bestemming en een maximum goot- en bouwhoogte van 3 m respectievelijk 5 m,
42
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 13 Sport
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 13 Sport
43
Artikel 14 Tuin
14.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Tuin’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
tuinen, al dan niet behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
b.
groenvoorzieningen;
c.
verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
water en oeverstroken.
14.2 B o u w r e g e l s a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van het bouwen van een aan- of uitbouw aan de gevel van het hoofdgebouw, met dien verstande dat: 1. de diepte van een aan- of uitbouw niet meer dan 1,5 m mag bedragen; 2. de breedte van een aan- of uitbouw ten hoogste 2/3e deel van de bestaande gevelbreedte mag bedragen, tot een maximum van 4 m; 3. de bouwhoogte van een aan- of uitbouw ten hoogste gelijk is aan die van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw tot een maximum van 3,5 m.
b.
In uitzondering op het gestelde onder lid 14.2 sub a geldt voor achtererven van de Laansloot en de Zuidersloot dat uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken ex artikel 2.1 lid Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in combinatie met artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht zijn toegestaan.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van erf- en perceelafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg en het openbaar groen gesitueerde hoofdgebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige erf- en perceelafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. voor het overige mogen geen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.
44
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 14 Tuin
14.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.2 sub c, onder 3, voor het bouwen van een overkapping, met dien verstande dat: 1.
de overkapping in het verlengde van of achter de voorste bouwgrens van de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’, ‘Wonen - Rij’ en ‘Wonen – Vrijstaand’ dient te worden gebouwd;
2.
de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 10 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m,
mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
de verschijningsvorm van karakteristieke panden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 14 Tuin
45
Artikel 15 Verkeer
15.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Verkeer’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wegen met een functie voor zowel het verkeer met een doorgaand karakter als voor de ontsluiting van aanliggende gronden;
b.
parkeren;
c.
sport- en speelvoorzieningen;
d.
groenvoorzieningen;
e.
openbare nutsvoorzieningen;
f.
water en oeverstroken;
g.
kunstobjecten;
h.
standplaatsen,
met dien verstande dat: -
in de bestemming de bij het wegverkeer gebruikelijke voorzieningen, zoals bermbeplanting, voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes, rotondes en dergelijke zijn begrepen;
-
de bestemming, afgezien van een plaatselijke verbreding of versmalling, niet in een ingrijpende wijziging van het profiel voorziet.
15.2 B o u w r e g e l s a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van sport- en speelvoorzieningen mag niet meer dan 6 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging, kunstobjecten en regeling van het verkeer, mag niet meer dan 3 m bedragen; 3. het bouwen van ondergrondse containers is toegestaan.
46
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 15 Verkeer
Artikel 16 Water
16.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Water’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
water en oeverstroken;
b.
waterstaatkundige kunstwerken.
In de bestemming zijn ligplaatsen voor woonschepen niet begrepen.
16.2 B o u w r e g e l s a.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de vrije doorvaarthoogte onder bruggen dient ten minste 1,55 m te bedragen; 2. voor overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat uitsluitend omgevingsvergunningvrije bouwwerken, geen gebouwen zijnde, als genoemd in artikel 2.1 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in samenhang met artikel 2 bijlage II Besluit omgevingsrecht mogen worden gebouwd.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 16 Water
47
Artikel 17 Wonen – Dubbel
17.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen – Dubbel’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: h.
wonen, uitsluitend in de vorm van dubbele woningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven;
i.
garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – garageboxen”;
j.
groenvoorzieningen;
k.
sport- en speelvoorzieningen;
l.
openbare nutsvoorzieningen;
m.
verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
n.
water en oeverstroken.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw, aan- of uitbouw dan wel vrijstaand bijgebouw op gronden als bedoeld in lid 17.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits: 1.
de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
2.
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
3.
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is;
4.
het geen detailhandel en/of horeca betreft, anders dan genoemd in de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’;
5.
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
6.
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
7.
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
8.
het aan huis verbonden beroepen betreffen die: -
9.
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
48
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 17 Wonen – Dubbel
17.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aan- of uitbouwen en bijgebouwen die binnen het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend halfvrijstaande woningen (ten hoogste 2 aaneengebouwd) worden gebouwd; 2. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 3. het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen; 4. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan respectievelijk 6 m en 10,5 m bedragen, dan wel de bestaande hoogten indien deze meer zijn; 5. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is, met uitzondering van de aaneengebouwde zijden van hoofdgebouwen.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen buiten het bouwvlak gelden de volgende regels: 1. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw bevindt; 2. aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, dienen ten minste 3 m uit de oeverlijn te worden gebouwd, gemeten vanuit de bestemming ‘Water’.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, en bijgebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen tot een maximum van 3,5 m;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 17 Wonen – Dubbel
49
4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels: 1. er mogen uitsluitend gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – garageboxen” worden gebouwd; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
e.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 5. per bouwperceel mag niet meer dan 1 zwembad worden gerealiseerd, met dien verstande dat: a. de oppervlakte van het zwembad niet meer dan 40 m² mag bedragen; b. het zwembad ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd; c. de afstand van het zwembad tot de perceelgrens niet minder dan 3 m mag bedragen; d. de bouwhoogte van het zwembad niet meer dan 1 m boven het peil mag bedragen; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
50
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 17 Wonen – Dubbel
17.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
-
het bedrijfsmatig exploiteren van het zwembad (het zwembad is bestemd voor eigen gebruik);
-
het op zodanige wijze onttrekken van water aan de bodem dat een verlaging van de grondwaterstand in de omgeving plaatsvindt, waardoor funderingen van naburige bouwwerken kunnen worden aangetast;
-
het gebruik van het zwembad op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 17 Wonen – Dubbel
51
Artikel 18 Wonen – Rij
18.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen – Rij’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen, uitsluitend in de vorm van rijenwoningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven;
b.
groenvoorzieningen;
c.
sport- en speelvoorzieningen;
d.
openbare nutsvoorzieningen;
e.
verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
f.
water en oeverstroken.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw, aan- of uitbouw dan wel vrijstaand bijgebouw op gronden als bedoeld in lid 18.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits: 1.
de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
2.
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
3.
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is;
4.
het geen detailhandel en/of horeca betreft, anders dan genoemd in de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’;
5.
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
6.
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
7.
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
8.
het aan huis verbonden beroepen betreffen die: -
9.
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
52
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 18 Wonen – Rij
18.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en aan- of uitbouwen en bijgebouwen die binnen het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. als hoofdgebouwen, inclusief aan- of uitbouwen, bijgebouwen en erkers, mogen uitsluitend rijenwoningen (meer dan 2 aaneengebouwd) worden gebouwd; 2. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 3. het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen; 4. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan respectievelijk 6 m en 10,5 m bedragen, dan wel de bestaande hoogten indien deze meer zijn; 5. de afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens bedraagt ten minste 3 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is, met uitzondering van de aaneengebouwde zijden van hoofdgebouwen.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen buiten het bouwvlak, gelden de volgende regels: 1. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw bevindt; 2. aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen dienen ten minste 3 m uit de oeverlijn te worden gebouwd, gemeten vanuit de bestemming ‘Water’.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m², de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzij-
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 18 Wonen – Rij
53
de van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 5. per bouwperceel mag niet meer dan 1 zwembad worden gerealiseerd, met dien verstande dat: a. de oppervlakte van het zwembad niet meer dan 40 m² mag bedragen; b. het zwembad ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd; c. de afstand van het zwembad tot de perceelgrens niet minder dan 3 m mag bedragen; d. de bouwhoogte van het zwembad niet meer dan 1 m boven het peil mag bedragen; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
54
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 18 Wonen – Rij
18.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning;
-
het bedrijfsmatig exploiteren van het zwembad (het zwembad is bestemd voor eigen gebruik);
-
het op zodanige wijze onttrekken van water aan de bodem dat een verlaging van de grondwaterstand in de omgeving plaatsvindt, waardoor funderingen van naburige bouwwerken kunnen worden aangetast;
-
het gebruik van het zwembad op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 18 Wonen – Rij
55
Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
19.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen – Vrijstaand’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
wonen, uitsluitend in de vorm van vrijstaande woningen, al dan niet in combinatie met aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven;
b.
garageboxen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – garageboxen”;
c.
groenvoorzieningen;
d.
sport- en speelvoorzieningen;
e.
openbare nutsvoorzieningen;
f.
verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
g.
water en oeverstroken,
en tevens voor: h.
bestaande bed & breakfast;
i.
dienstverlening, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “dienstverlening”;
j.
het wonen in bijgebouwen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen”;
k.
een kantoor, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “kantoor”.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een hoofdgebouw, aan- of uitbouw dan wel vrijstaand bijgebouw op gronden als bedoeld in lid 19.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits: 1.
de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
2.
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
3.
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden
4.
het geen detailhandel en/of horeca betreft, anders dan genoemd in de
beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is; van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’; 5.
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
6.
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergro-
7.
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
8.
het aan huis verbonden beroepen betreffen die:
ting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
-
56
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
9.
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
De regels zoals opgenomen in artikel 27, Algemene bouwregels, zijn tevens van toepassing op de bestemming.
19.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van hoofdgebouwen en aan- of uitbouwen en bijgebouwen die binnen het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. als hoofdgebouwen mogen uitsluitend vrijstaande woningen worden gebouwd; 2. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd; 3. het aantal woningen mag niet meer dan het bestaande aantal per bouwvlak bedragen dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”; 4. de goot- en bouwhoogte mogen niet meer dan respectievelijk 3,5 m en 8,5 m bedragen, dan wel de bestaande hoogten indien deze meer zijn; 5. de afstand tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan 3 m te bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is.
b.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen buiten het bouwvlak, gelden de volgende regels: 1. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, mag niet meer dan 50% van de oppervlakte van het erf dat zich op meer dan 1 m afstand achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw bevindt; 2. aan- of uitbouwen, bijgebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en overkappingen, dienen ten minste 3 m uit de oeverlijn te worden gebouwd, gemeten vanuit de bestemming ‘Water’.
c.
Voor het bouwen van aan- of uitbouwen en bijgebouwen die buiten het bouwvlak worden gebouwd gelden de volgende regels: 1. aan- of uitbouwen en bijgebouwen dienen ten minste 3 m achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer dan 50 m² bedragen, met dien verstande dat indien het bouwperceel groter is dan 500 m² de gezamenlijke oppervlakte
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
57
van aan- of uitbouwen en bijgebouwen ten hoogste 75 m² mag bedragen, met uitzondering van de in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ opgenomen percelen, waarbij de gezamenlijke oppervlakte van aanof uitbouwen en bijgebouwen niet meer dan 50 m² mag bedragen; 3. de goothoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan de hoogte van de bovenzijde van de afgewerkte vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen tot een maximum van 3,5 m; 4. de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen mag niet meer dan 6,5 m bedragen, met dien verstande dat: -
de bouwhoogte van aan- of uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen ten minste 1 m lager is dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
-
de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aan het hoofdgebouw gebouwde bijgebouwen die binnen een afstand van 3 m tot de bouwperceelgrens worden gebouwd, niet meer dan 5 m mag bedragen;
5. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 3 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is; 6. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer dan 5 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is. d.
Voor het bouwen van garageboxen gelden de volgende regels: 1. er mogen uitsluitend gebouwen ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van wonen – garageboxen” worden gebouwd; 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen.
e.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 5. per bouwperceel mag niet meer dan 1 zwembad worden gerealiseerd, met dien verstande dat: a. de oppervlakte van het zwembad niet meer dan 40 m² mag bedragen;
58
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
b. het zwembad ten minste 3 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw dient te worden gebouwd; c. de afstand van het zwembad tot de perceelgrens niet minder dan 3 m mag bedragen; d. de bouwhoogte van het zwembad niet meer dan 1 m boven het peil mag bedragen; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
19.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2, sub a, onder 4 voor een hogere goothoogte van niet meer dan 6 m over een lengte van maximaal 6 m binnen het bestaande dakvlak, met dien verstande dat de goothoogte uitsluitend aan één zijde van het hoofdgebouw mag worden verhoogd, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verschijningsvorm van karakteristieke panden;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
19.4 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning, met uitzondering van de bijgebouwen op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wonen”;
-
het bedrijfsmatig exploiteren van het zwembad (het zwembad is bestemd voor eigen gebruik);
-
het op zodanige wijze onttrekken van water aan de bodem dat een verlaging van de grondwaterstand in de omgeving plaatsvindt, waardoor funderingen van naburige bouwwerken kunnen worden aangetast;
-
het gebruik van het zwembad op een voor de omgeving schadelijke of hinderlijke wijze.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 19 Wonen – Vrijstaand
59
Artikel 20 Wonen - Woongebouw
20.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Wonen – Woongebouw’ aangewezen gronden zijn bestemd voor: a.
b.
wonen, al dan niet in combinatie met: -
maatschappelijke voorzieningen ten behoeve van zorg;
-
aan-huis-verbonden beroepen en/of bedrijven;
welzijns- en gezondheidsvoorzieningen, uitsluitend op de gronden ter plaatse van de aanduiding “maatschappelijk”, met dien verstande dat de welzijns- en gezondheidsvoorzieningen uitsluitend op de begane grond zijn toegestaan;
c.
groenvoorzieningen;
d.
sport- en speelvoorzieningen;
e.
openbare nutsvoorzieningen;
f.
verkeer- en verblijfsvoorzieningen;
g.
water en oeverstroken.
Ten aanzien van aan huis verbonden beroepen en bedrijven geldt dat een woning op gronden als bedoeld in lid 20.1 sub a mag worden gebruikt voor aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven, mits: 1.
de gezamenlijke vloeroppervlakte niet meer bedraagt dan 50 m²;
2.
de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;
3.
de ruimtelijke uitwerking en/of uitstraling van een aan huis verbonden beroep of bedrijf met de woonfunctie in overeenstemming is;
4.
het geen detailhandel en/of horeca betreft, anders dan genoemd in de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’;
5.
op de bij de betreffende woning behorende gronden geen buitenopslag van goederen ten behoeve van de aan huis verbonden beroepen en/of bedrijven plaatsvindt;
6.
in de omgeving van de betreffende woning geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk optreedt;
7.
de activiteit geen afbreuk doet aan het woonkarakter van de omgeving;
8.
het aan huis verbonden beroepen betreft die: -
9.
passen binnen de in artikel 1 sub 4 genoemde omschrijving;
het aan huis verbonden bedrijven betreft die vallen binnen de van deze regels deel uitmakende als bijlage 3 opgenomen ‘Staat van Bedrijven – Aan huis verbonden bedrijven’, dan wel daarmee is gelijk te stellen voor wat betreft de milieugevolgen voor de omgeving.
60
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 20 Wonen - Woongebouw
20.2 B o u w r e g e l s a.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. als gebouw mogen uitsluitend woongebouwen worden gebouwd; 2. de gebouwen dienen binnen een bouwvlak te worden gebouwd, met uitzondering van bijbehorende bouwwerken met een gezamenlijke oppervlakte van ten hoogste 50 m² per bestemmingsvlak en een goot- en bouwhoogte van niet meer dan respectievelijk 3 m en 5 m; 3. het aantal woningen mag ten hoogste het bestaande aantal bedragen dan wel het aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding “maximum aantal wooneenheden”; 4. de goot- en bouwhoogte mag niet meer dan de aangegeven bouwhoogte ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)” bedragen, dan wel de bestaande goot- en bouwhoogte indien deze meer zijn.
b.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van terrein- en erfafscheidingen voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw mag niet meer dan 1 m bedragen; 2. de bouwhoogte van overige terrein- en erfafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen; 3. de gezamenlijke oppervlakte van overkappingen mag niet meer dan 20 m² bedragen met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 4. een overkapping dient achter de voorgevel (en het verlengde daarvan) van het dichtst bij de openbare weg gesitueerde hoofdgebouw te worden gebouwd; 5. in uitzondering van het gestelde onder 3 en 4 geldt op de gronden ter plaatse van de aanduiding “specifieke bouwaanduiding - overkapping” dat een overkapping is toegestaan van niet meer dan 400 m² en met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m; 6. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
20.3 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken voor recreatieve bewoning;
-
het gebruik van bijgebouwen voor zelfstandige bewoning.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 20 Wonen - Woongebouw
61
Artikel 21 Waarde – Archeologie 1
21.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waarde – Archeologie 1’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
21.2 B o u w r e g e l s Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels: a.
Voor bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een archeologisch onderzoek worden overgelegd op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord. Het archeologisch onderzoek dient te zijn opgesteld door een ter zake kundig bureau op het terrein van archeologische monumentenzorg.
b.
Indien uit het in lid 21.2 sub a genoemde archeologische onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, onder h, van de Monumentenwet 1988; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
c.
De verplichting in lid 21.2, sub a geldt niet voor bouwplannen die: -
op dezelfde locatie met dezelfde oppervlakte worden gebouwd dan wel herbouwd.
62
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 21 Waarde – Archeologie 1
21.3 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaa mheden a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: -
het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen en ontginnen van gronden, met dien verstande dat het werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden betreft dieper dan 15 cm beneden het bestaande maaiveld en met een oppervlakte van meer dan 30 m²;
b.
-
het graven van watergangen;
-
het verlagen van het waterpeil.
Een omgevingsvergunning als bedoeld lid 21.3, sub a wordt slechts verleend indien: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad; 3. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen worden verstoord: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of b. een verplichting tot het doen van opgravingen; of c. een verplichting de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumenten zorg; 4. indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoel in lid 21.3, sub b, onder 3 wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
c.
Het verbod als bedoeld lid 21.3, sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: -
reeds in uitvoering zijn ten tijde van het in werking treden van het plan;
-
het normale onderhoud betreffen. Onder normaal onderhoud van drainage wordt in ieder geval verstaan het vervangen van drainage in inmiddels gedraineerde percelen;
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
-
op archeologisch onderzoek gericht zijn.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 21 Waarde – Archeologie 1
63
21.4 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d a.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 1’ wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
b.
Alvorens de lid 21.4, sub a bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de wijziging niet toegepast.
64
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 21 Waarde – Archeologie 1
Artikel 22 Waarde – Archeologie 2
22.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waarde – Archeologie 2’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
22.2 B o u w r e g e l s Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels: a.
Voor bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een archeologisch onderzoek worden overgelegd op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord. Het archeologisch onderzoek dient te zijn opgesteld door een ter zake kundig bureau op het terrein van archeologische monumentenzorg.
b.
Indien uit het in lid 22.2, sub a genoemde archeologische onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, onder h, van de Monumentenwet 1988; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
c.
De verplichting in lid 22.2, sub a geldt niet voor bouwplannen die: a. betrekking hebben op een oppervlakte van maximaal 50 m² en met een diepte van maximaal 40 cm;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 22 Waarde – Archeologie 2
65
b. op dezelfde locatie met dezelfde oppervlakte worden gebouwd dan wel herbouwd.
22.3 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaa mheden a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: -
het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 50 m² en dieper dan 40 cm;
b.
-
het graven van watergangen;
-
het verlagen van het waterpeil.
Een omgevingsvergunning als bedoeld lid 22.3, sub a wordt slechts verleend indien: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad; 3. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen worden verstoord: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of b. een verplichting tot het doen van opgravingen; of c. een verplichting de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumenten zorg; 4. indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoel in lid 22.3, sub b, onder 3 wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
c.
Het verbod als bedoeld lid 22.3, sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: -
reeds in uitvoering zijn ten tijde van het in werking treden van het plan;
-
het normale onderhoud betreffen. Onder normaal onderhoud van drainage wordt in ieder geval verstaan het vervangen van drainage in inmiddels gedraineerde percelen;
66
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 22 Waarde – Archeologie 2
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
-
op archeologisch onderzoek gericht zijn.
22.4 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d a.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 2’ wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
b.
Alvorens de lid 22.4, sub a bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de wijziging niet toegepast.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 22 Waarde – Archeologie 2
67
Artikel 23 Waarde – Archeologie 5
23.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waarde – Archeologie 5’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming) tevens bestemd voor het herstel en behoud van archeologische waarden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
23.2 B o u w r e g e l s Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen gelden de volgende bouwregels: a.
Voor bouwwerken moet alvorens een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt verleend, door de aanvrager een archeologisch onderzoek worden overgelegd op grond waarvan kan worden vastgesteld of en zo ja, in hoeverre archeologische waarden worden verstoord. Het archeologisch onderzoek dient te zijn opgesteld door een ter zake kundig bureau op het terrein van archeologische monumentenzorg.
b.
Indien uit het in lid 23.2, sub a genoemde archeologische onderzoek blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning voor bouwen kunnen worden verstoord, verbindt het bevoegd gezag één of meer van de volgende voorwaarden aan de omgevingsvergunning: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen in de zin van artikel 1, onder h, van de Monumentenwet 1988; 3. de verplichting de werken of werkzaamheden die leiden tot de bodemverstoring, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van archeologische monumentenzorg die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties.
c.
De verplichting in lid 23.2, sub a geldt niet voor bouwplannen die: a.
betrekking hebben op een oppervlakte van maximaal 10.000 m² en met een diepte van maximaal 40 cm;
68
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 23 Waarde – Archeologie 5
b.
op dezelfde locatie met dezelfde oppervlakte worden gebouwd dan wel herbouwd.
23.3 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaa mheden a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: -
het ontgronden, afgraven, egaliseren, mengen, diepploegen en ontginnen van gronden met dien verstande dat het werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden betreft met een oppervlakte groter dan 10.000 m² en dieper dan 40 cm;
b.
-
het graven van watergangen;
-
het verlagen van het waterpeil.
Een omgevingsvergunning als bedoeld lid 23.3, sub a wordt slechts verleend indien: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat geen archeologische waarden aanwezig zijn; 2. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden niet onevenredig worden geschaad; 3. de volgende voorwaarden in acht worden genomen, wanneer op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden kunnen worden verstoord: a. een verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; of b. een verplichting tot het doen van opgravingen; of c. een verplichting de uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumenten zorg; 4. indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoel in lid 22.3, sub b, onder 3 wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
c.
Het verbod als bedoeld lid 23.3, sub a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: -
reeds in uitvoering zijn ten tijde van het in werking treden van het plan;
-
het normale onderhoud betreffen. Onder normaal onderhoud van drainage wordt in ieder geval verstaan het vervangen van drainage in inmiddels gedraineerde percelen;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 23 Waarde – Archeologie 5
69
-
mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning;
-
op archeologisch onderzoek gericht zijn.
23.4 W i j z i g i n g s b e v o e g d h e i d a.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden de dubbelbestemming ‘Waarde – Archeologie 5’ wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
b.
Alvorens de lid 23.4, sub a bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt een ter zake kundig bureau om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de wijziging niet toegepast.
70
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 23 Waarde – Archeologie 5
Artikel 24 Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden
24.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden’ aangewezen gronden zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens bestemd voor het herstel en behoud van de aanwezige karakteristieke en beeldbepalende panden. In geval van strijdigheid van regels gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
24.2 B o u w r e g e l s Aanvullend op de bouwregels in de andere voor de betreffende gronden aangewezen bestemmingen, geldt voor bestaande karakteristieke en beeldbepalende panden de volgende bouwregel: -
de bestaande hoofdvorm (goothoogte, bouwhoogte, dakhelling en kapvorm), gevelindeling en karakteristieke elementen van karakteristieke en beeldbepalende panden dient gehandhaafd te blijven.
24.3 N a d e r e e i s e n Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de vormgeving van bestaande karakteristieke en/of beeldbepalende panden, in die zin dat aangesloten moet worden bij de uitwendige hoofdvorm bepaald door onder meer de dakvorm, goothoogte, bouwhoogte, nokrichting, dakhelling en gevelindeling en karakteristieke elementen, in samenhang met het stedenbouwkundige beeld zoals dit is op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en met het oog op het voorkomen van onevenredige aantasting van: -
de cultuurhistorische waarden van het pand;
-
de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 24 Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden
71
24.4 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 24.2 voor het bouwen van een nieuw hoofdgebouw na sloop van een karakteristiek of beeldbepalend pand, met dien verstande dat naar evenredigheid rekening moet worden gehouden met de oorspronkelijke hoofdvorm en de oorspronkelijke nokrichting van het voorheen bestaande karakteristieke of beeldbepalende pand, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
72
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 24 Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden
Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
25.1 B e s t e m m i n g s o m s c h r i j v i n g De voor ‘Waterstaat - Waterkering’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere voor die gronden aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor de waterkering en de waterbeheersing. In geval van strijdigheid van regels, gaan de regels van dit artikel vóór de regels die ingevolge andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn.
25.2 B o u w r e g e l s a.
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen, mag op of in de gronden binnen de bestemming ‘Waterstaat – Waterkering’ niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van de waterkering en met uitzondering van bestaande gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
b.
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.
c.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 5 m mag bedragen.
25.3 A f w i j k e n v a n d e b o u w r e g e l s Het bevoegd gezag mag, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de desbetreffende waterkering, bij omgevingsvergunning afwijken van: a.
het bepaalde in lid 25.2 sub a en lid 25.2 sub b en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde gebouwen worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende dijkbeheerder;
b.
het bepaalde in lid 25.2 sub a en lid 25.2 sub c en toestaan dat de in de andere bestemming genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits vooraf advies wordt ingewonnen van de betreffende dijkbeheerder.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
73
25.4 O m g e v i n g s v e r g u n n i n g v o o r h e t u i t v o e r e n v a n e e n werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden a.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden van het bevoegd gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren: 1. het afgraven of ophogen van gronden; 2. het aanbrengen van beplanting.
b.
De in sub a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die: 1. het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; 3. mogen worden uitgevoerd op basis van een reeds verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden.
c.
De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend indien door de uitvoering van de in sub a bedoelde werken of werkzaamheden, dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen, de waterkerende functie niet in onevenredige mate kan worden aangetast.
74
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 25 Waterstaat - Waterkering
H o o f d s t u k A l g e m e n e
122.00.10.02.02.rgl
3 r e g e l s
122.00.10.02.02.rgl
Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 26 Anti-dubbeltelregel
77
Artikel 27 Algemene bouwregels
27.1 D a k k a p e l l e n e n d a k o p b o u w e n In aanvulling op de bouwregels behorende bij de bestemmingen waarin (vrijstaande bedrijfs)woningen zijn toegestaan gelden voor dakkapellen bij de volgende aanvullend bouwregels: a.
Voor het bouwen van dakkapellen op het achterdakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels: 1. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, mag niet meer dan 2 m bedragen; 2. de afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag niet minder dan 0,5 m en niet meer dan 1 m bedragen; 3. de afstand tussen de bovenzijde van een dakkapel en de daknok mag niet minder dan 0,5 m bedragen; 4. de afstand van zijkanten van de dakkapel tot de zijkanten van het dakvlak mag niet minder dan 0,5 m bedragen, dan wel de bestaande afstand inden deze minder is. Voor de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’ en ‘Wonen - Rij’ geldt aanvullend dat een dakkapel op de tussenmuur mag worden geplaatst indien een verzoek tot plaatsing op aangrenzende woningen gelijktijdig wordt ingediend en uitgevoerd.
b.
Voor het bouwen van dakkapellen op het zijdakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels: 1. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, mag niet meer dan 2 m bedragen; 2. de afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag niet minder dan 0,5 m en niet meer dan 1 m bedragen; 3. de afstand tussen de bovenzijde van een dakkapel en de daknok mag niet minder dan 0,5 m bedragen; 4. de afstand van de dakkapel tot de voorgevel en tot de achtergevel van het dakvlak mag niet minder dan 1 m bedragen.
c.
Voor het bouwen van dakkapellen op het voordakvlak van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels: 1. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, mag niet meer dan 1,5 m bedragen; 2. de afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag niet minder dan 0,5 m en niet meer dan 1 m bedragen; 3. de afstand tussen de bovenzijde van een dakkapel en de daknok mag niet minder dan 0,5 m bedragen;
78
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 27 Algemene bouwregels
4. de afstand van zijkanten van de dakkapel tot de zijkanten van het dakvlak mag niet minder dan 1 m bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is. Voor de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’ en ‘Wonen - Rij’ geldt aanvullend dat een dakkapel op de tussenmuur mag worden geplaatst indien een verzoek tot plaatsing op aangrenzende woningen gelijktijdig wordt ingediend en uitgevoerd. In aanvulling op de bouwregels behorende bij de bestemmingen waarin (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen zijn toegestaan en in uitzondering op het gestelde onder a, b en c gelden voor dakkapellen aan Het Mat en De Wup de volgende aanvullend bouwregels: d.
Voor het bouwen van dakkapellen op het achterdakvlak van (vrijstaande bedrijfs)woningen aan Het Mat en De Wup gelden de volgende regels: 1. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, mag niet meer dan 2 m bedragen; 2. een dakkapel wordt geplaatst ter hoogte van de zolderverdiepeing, waarbij qua positionering wordt aangesloten bij de reeds bestaande situatie aan Het Mat en De Wup; 3. de afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag minder dan 0,5 m bedragen bij plaatsing op het korte dakvlak van een woning. De afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag meer dan 1 m bedragen bij plaatsing op het lange dakvlak van een woning; 4. de afstand tussen de bovenzijde van een dakkapel en de daknok mag niet meer dan 0,5 m bedragen; 5. de afstand van zijkanten van de dakkapel tot de zijkanten van het dakvlak mag niet minder dan 0,5 m bedragen, dan wel de bestaande afstand inden deze minder is. Voor de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’ en ‘Wonen - Rij’ geldt aanvullend dat een dakkapel op de tussenmuur mag worden geplaatst indien een verzoek tot plaatsing op aangrenzende woningen gelijktijdig wordt ingediend en uitgevoerd.
e.
Voor het bouwen van dakkapellen op het zijdakvlak van (vrijstaande bedrijfs)woningen aan Het Mat en De Wup geldt de volgende regel: -
f.
er mogen geen dakkapellen op het zijdakvlak worden gebouwd.
Voor het bouwen van dakkapellen op het voordakvlak van (vrijstaande bedrijfs)woningen aan Het Mat en De Wup gelden de volgende regels: 1. de hoogte van een dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, mag niet meer dan 1,5 m bedragen; 2. een dakkapel wordt geplaatst ter hoogte van de zolderverdiepeing, waarbij qua positionering wordt aangesloten bij de reeds bestaande situatie aan Het Mat en De Wup; 3. de afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de dakvoet mag minder dan 0,5 m bedragen bij plaatsing op het korte dakvlak van een woning. De afstand tussen de onderzijde van een dakkapel en de
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 27 Algemene bouwregels
79
dakvoet mag meer dan 1 m bedragen bij plaatsing op het lange dakvlak van een woning; 4. de afstand tussen de bovenzijde van een dakkapel en de daknok mag niet meer dan 0,5 m bedragen; 5. de afstand van zijkanten van de dakkapel tot de zijkanten van het dakvlak mag niet minder dan 1 m bedragen, dan wel de bestaande afstand inden deze minder is. Voor de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’ en ‘Wonen - Rij’ geldt aanvullend dat een dakkapel op de tussenmuur mag worden geplaatst indien een verzoek tot plaatsing op aangrenzende woningen gelijktijdig wordt ingediend en uitgevoerd. In aanvulling op de bouwregels behorende bij de bestemmingen waarin (vrijstaande bedrijfs)woningen zijn toegestaan gelden voor dakopbouwen bij de volgende aanvullend bouwregels: g.
Voor het bouwen van dakopbouwen aan de achterzijde van (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woningen gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van een vrijstaande (bedrijfs- en/of dienst)woning voorzien van een dakopbouw mag niet meer dan 8,5 m bedragen; 2. de bouwhoogte van een dubbele of rij- (bedrijfs- en/of dienst)woning voorzien van een dakopbouw mag niet meer dan 10,5 m bedragen; 3. de afstand tussen de onderzijde van een dakopbouw en de dakvoet mag niet minder dan 0,5 m en niet meer dan 1 m bedragen; 4. de afstand tussen de zijkanten van een dakopbouw en de zijkanten van de buiten- en/of tussenmuur dient mag niet minder dan 0,5 m bedragen; 5. de dakhelling van een dakopbouw en een (vrijstaande bedrijfs- en/of dienst)woning dient hetzelfde aantal graden te bedragen; 6. voor de bestemmingen ‘Wonen - Dubbel’ en ‘Wonen - Rij’ geldt aanvullend dat een dakopbouw op de tussenmuur mag worden geplaatst, indien een verzoek tot plaatsing op aangrenzende woningen gelijktijdig wordt ingediend en uitgevoerd.
h.
Bovenstaande regeling voor dakkapellen en dakopbouwen is niet van toepassing op inpandige bedrijfswoningen.
27.2 B e s t a a n d e a f m e t i n g e n Wanneer een bestaand gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde:
80
-
een grotere goothoogte;
-
een grotere bouwhoogte;
-
een grotere dakhelling;
-
een kleinere dakhelling,
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 27 Algemene bouwregels
heeft dan in de bouwregels in de van toepassing zijnde bestemming is toegestaan, dan zal: -
de goothoogte ten hoogste de bestaande goothoogte;
-
de bouwhoogte ten hoogste de bestaande bouwhoogte;
-
de dakhelling ten hoogste de bestaande dakhelling;
-
de dakhelling ten minste de bestaande dakhelling,
bedragen.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 27 Algemene bouwregels
81
Artikel 28 Algemene gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met dit bestemmingsplan, wordt in ieder geval gerekend: a.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor risicovolle inrichtingen;
b.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
c.
het gebruik van gronden en bouwwerken voor seksinrichtingen;
d.
het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
e.
het gebruik van gronden buiten het bouwvlak voor ondergronds bouwen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 15, lid 15.2, sub b onder 3;
f.
het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bed & breakfast, met uitzondering van de bestaande bed & breakfast en ter plaatse van de aanduiding “bed & breakfast”.
82
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 28 Algemene gebruiksregels
Artikel 29 Algemene afwijkingsregels
a.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van: 1. de in het plan gegeven maten, afmetingen en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages, teneinde deze bij de definitieve uitmeting van het plan in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie; 2. het bepaalde in het plan ten aanzien van de oppervlakte van aan- of uitbouwen en bijgebouwen die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan en een grotere gezamenlijke oppervlakte hebben dan is toegestaan in de regels, met dien verstande dat: a.
de afwijkingsmogelijkheid uitsluitend betrekking heeft op bestaande legale aan- of uitbouwen en bijgebouwen met een grotere gezamenlijke oppervlakte dan is toegestaan in de bouwregels van de betreffende bestemming;
b. bij vervanging van de bestaande legale aan-of uitbouwen en bijgebouwen, waaronder kassen, met een grotere gezamenlijke oppervlakte dan is toegestaan in de bouwregels van de betreffende bestemming, mag de toegestane gezamenlijke oppervlakte aan aan- of uitbouwen en bijgebouwen zoals opgenomen in de bouwregels van de betreffende bestemming worden teruggebouwd, vermeerderd met ten hoogste 50 % van het verschil tussen de te slopen gezamenlijke oppervlakte aan bestaande legale aan- of uitbouwen en bijgebouwen, waaronder kassen, en de gezamenlijke oppervlakte aan aan- of uitbouwen en bijgebouwen dat op grond van de bouwregels van de betreffende bestemming is toegestaan; c.
bij gedeeltelijke vervanging van de bestaande legale aan-of uitbouwen en bijgebouwen, waaronder kassen, met een grotere gezamenlijke oppervlakte dan is toegestaan in de bouwregels van de betreffende bestemming wordt de regel onder b naar evenredigheid toegepast (evenredige verlaging van het bepaalde onder b);
d. in afwijking van het bepaalde onder b mag bij de vervanging van een karakteristieke aan- of uitbouwen en bijgebouwen de toegestane gezamenlijke oppervlakte aan aan- of uitbouwen en bijgebouwen zoals opgenomen in de bouwregels van de betreffende bestemming worden teruggebouwd, vermeerderd met 100 % van het verschil tussen de te slopen gezamenlijke oppervlakte aan bestaande legale aan- of uitbouwen en bijgebouwen, waaronder kassen, en de gezamenlijke oppervlakte aan aan- of uitbouwen en bijgebouwen dat op grond van de bouwregels van de betreffende bestemming is toegestaan;
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 29 Algemene afwijkingsregels
83
e. bij toepassing van het bovenstaande mogen geen kassen worden teruggebouwd; f.
het bepaalde onder a t/m e is tevens van toepassing op aan- of uitbouwen en bijgebouwen waarvan redelijkerwijs kan worden gesteld dat ze bij een eerstvolgende planherziening onder het overgangsrecht worden geplaatst;
3. het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft; 4. het bepaalde in het plan en toestaan dat bestemmings- of bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; 5. het bepaalde in het plan voor het bouwen van antennes en openbare lichtmasten waarvan de bouwhoogte niet meer dan 15 m mag bedragen; 6. het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwtjes en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits:
b.
-
de oppervlakte per gebouwtje niet meer dan 30 m² bedraagt;
-
de bouwhoogte per gebouwtje niet meer dan 3 m bedraagt.
De onder a bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van:
84
-
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verschijningsvorm van karakteristieke gebouwen; de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 29 Algemene afwijkingsregels
Artikel 30 Algemene wijzigingsregels
a.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een transformatorstation, gasdrukmeet- en regelstation, rioolgemaal en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwwerk van openbaar nut mag worden gebouwd tot een maximum inhoud van 400 m³ en een maximum bouwhoogte van 4 m.
b.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de
HAVENPLEIN 9 EN 10
gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 1”
BROEK OP LANGEDIJK
de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’, met dien verstande dat: 1. het aantal woningen niet meer mag bedragen dan 2, zodat 1 geschakelde woning kan worden gebouwd bestaande uit 2 woningen; 2. het parkeren ten behoeve van de woning wordt gerealiseerd op het eigen terrein; 3. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’ van overeenkomstige toepassing zijn. c.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de
EILANDPAD 6 BROEK OP
gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 2”
LANGEDIJK
de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’, met dien verstande dat: 1. het aantal vrijstaande woningen niet meer mag bedragen dan 1; 2. het parkeren ten behoeve van de woning wordt gerealiseerd op het eigen terrein; 3. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’ van overeenkomstige toepassing zijn. d.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de
GRONDEN TEGENOVER
gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 3”
EILANDPAD 6 BROEK OP
de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemmingen ‘Tuin’ en
LANGEDIJK
‘Wonen – Vrijstaand’, met dien verstande dat: 1. het aantal vrijstaande woningen niet meer mag bedragen dan 2; 2. het parkeren ten behoeve van de woning wordt gerealiseerd op het eigen terrein; 3. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’ van overeenkomstige toepassing zijn. e.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de
DORPSSTRAAT 99, 101 EN
gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 4”
105 BROEK OP LANGEDIJK
de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemming ‘Wonen – Woongebouw’, met dien verstande dat:
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 30 Algemene wijzigingsregels
85
1. de wijziging plaatsvindt in de bestaande bebouwing aan de Dorpsstraat 99 en 101, met dien verstande dat: a. de bestaande woning gehandhaafd dient te blijven; b. voor het overige de bestaande bebouwing mag worden voorzien van een platte afdekking tot een bouwhoogte van niet meer dan 9,5 m, gemeten vanaf het maaiveld; 2. de bouwhoogte van balkons aan de eerste bouwlaag niet meer mag bedragen dan 4,5 m; 3. het aantal woningen in het woongebouw niet meer mag bedragen dan 9; 4. op de begane grond detailhandel is toegestaan tot een gezamenlijke oppervlakte van niet meer dan 200 m²; 5. het parkeren ten behoeve van het woongebouw en de detailhandel wordt gerealiseerd op het eigen terrein, met dien verstande dat ten minste 18 parkeerplaatsen worden gerealiseerd, waarbij het perceel Dorpsstraat 105 wordt ingericht ten behoeve van het parkeren; 6. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemming ‘Wonen – Woongebouw’ van overeenkomstige toepassing zijn. BROECKERHOEK TEGENOVER
f.
2A BROEK OP LANGEDIJK
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied 5” de bestemming kan worden gewijzigd in de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’, met dien verstande dat: 1. het aantal vrijstaande woningen niet meer mag bedragen dan 1; 2. het parkeren ten behoeve van de woning wordt gerealiseerd op het eigen terrein; 3. voor het overige de bestemmingsregels van de bestemmingen ‘Tuin’ en ‘Wonen – Vrijstaand’ van overeenkomstige toepassing zijn.
g.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de afmeting (vergroten) en/of de situering (verplaatsen) van de aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd, met dien verstande dat: 1. de zijwaartse verbreding van een bouwvlak ten hoogste 3 m mag bedragen; 2. het bouwvlak op ten minste 1 m uit de zijdelingse perceelgrens blijft; 3. de diepte van het bouwvlak niet meer dan de bestaande diepte mag bedragen; 4. de bouwregels van de betreffende bestemming voor het overige onverkort van toepassing blijven; 5. de wijzigingsbevoegdheid niet van toepassing is op bouwvlakken die betrekking hebben op hoofdgebouwen die zijn bestemd voor ‘Waarde – Karakteristieke en beeldbepalende panden’; 6. de afstand van een bouwvlak tot de grens van de bestemmingen ‘Groen’, ‘Verkeer’ en ‘Water’ ten minste 1,5 m bedraagt.
86
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 30 Algemene wijzigingsregels
h.
Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de gronden gelegen binnen Het lint als bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ kunnen worden gewijzigd ten behoeve van de woonfunctie, met dien verstande dat: -
bij wijziging de regels van de bestemming ‘Wonen – Vrijstaand’ van overeenkomstige toepassing zijn.
i.
De onder a t/m h bedoelde wijzigingen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van: -
de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
-
het straat- en/of bebouwingsbeeld;
-
de verschijningsvorm van karakteristieke panden; de verkeersveiligheid;
-
de milieusituatie;
-
de sociale veiligheid.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 30 Algemene wijzigingsregels
87
Artikel 31 Overige regels
31.1 S p e c i f i e k e g e b r u i k s r e g e l s In aanvulling op de specifieke gebruiksregels behorende bij de bestemmingen gelegen in het lint zoals weergegeven in bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’ behorende bij deze regels, gelden de volgende aanvullende specifieke gebruiksregels: Tot een strijdig gebruik, wordt in ieder geval gerekend: -
het gebruik van gronden en bouwwerken voor het wonen in de tweede lijn;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor ondergeschikte kamerverhuur;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken voor het splitsen van bouwwerken;
-
het gebruik van gronden en bouwwerken als recreatiewoning en bed & breakfast.
31.2 A f w i j k e n v a n d e g e b r u i k s r e g e l s Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in: a.
lid 31.1 voor het gebruiken van karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen ten behoeve van het wonen in de tweede lijn, met dien verstande dat: 1. wonen in de tweede lijn uitsluitend is toegestaan in Het lint als bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’; 2. wonen in de tweede lijn uitsluitend is toegestaan in karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen; 3. wonen in de tweede lijn niet mag leiden tot meer dan 1 hoofdgebouw per bouwperceel; 4. de bouwregels van de betreffende bestemming van overeenkomstige toepassing zijn; 5. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk mag ontstaan; 6. het parkeren ten behoeve van het wonen in de tweede lijn gerealiseerd dient te worden op het eigen terrein.
88
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 31 Overige regels
b.
voor het gebruiken van hoofdgebouwen en karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen ten behoeve van ondergeschikte kamerverhuur, met dien verstande dat: 1. de verhuur van kamers in hoofdgebouwen uitsluitend is toegestaan binnen de bestemmingen ‘Wonen – Dubbel’, ‘Wonen – Rij’ en ‘Wonen – Vrijstaand’; 2. de verhuur van kamers in bijgebouwen uitsluitend is toegestaan in karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen; 3. de gezamenlijke oppervlakte aan ondergeschikte kamerverhuur per bouwperceel bestemd voor ‘Wonen – Rij’ niet meer mag bedragen dan 30 m²; 4. de gezamenlijke oppervlakte aan ondergeschikte kamerverhuur per bouwperceel bestemd voor ‘Wonen – Dubbel’ niet meer mag bedragen dan 40 m²; 5. de gezamenlijke oppervlakte aan ondergeschikte kamerverhuur per bouwperceel bestemd voor ‘Wonen – Vrijstaand’ niet meer mag bedragen dan 50 m²; 6. de te verhuren kamer(s) uitsluitend gebruik mogen maken van gedeelde voorzieningen als keuken, douche etc.; 7. de te verhuren kamer(s) geen eigen opgang mogen hebben; 8. geen afbreuk mag worden gedaan aan het woonkarakter van de omgeving; 9. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk mag ontstaan; 10. het parkeren ten behoeve van de kamerverhuur gerealiseerd dient te worden op het eigen terrein.
c.
lid 31.1 voor het gebruiken van hoofdgebouwen voor splitsing, met dien verstande dat: 1. uitsluitend een hoofdgebouw in de bestemming ‘Wonen – Vrijstaand’ mag worden gesplitst in niet meer dan twee woningen; 2. na splitsing van een hoofdgebouw mag bestaan uit een bovenwoning en een benedenwoning, horizontale splitsing; 3. indien sprake is van een stolp mag na splitsing het hoofdgebouw tevens bestaan uit een linkerwoning en een rechterwoning, verticale splitsing; 4. het splitsen van een hoofdgebouw in twee woningen niet leidt tot extra bouwrechten ten opzichte van het oorspronkelijke hoofdgebouw; 5. geen sprake mag zijn van aantasting van het bestaande straat- en bebouwingsbeeld; 6. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk mag ontstaan; 7. het parkeren ten behoeve van het splitsen van een hoofdgebouw in twee woningen gerealiseerd dient te worden op het eigen terrein.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 31 Overige regels
89
d.
lid 31.1 voor het gebruiken van hoofdgebouwen en karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen ten behoeve van een recreatiewoning en/of bed & breakfast, met dien verstande dat: 1. het gebruik als recreatiewoning en/of bed & breakfast uitsluitend is toegestaan in Het lint als bedoeld in de bij deze regels behorende bijlage 4 ‘Gebiedskaart Het lint’; 2. een recreatiewoning en/of bed & breakfast in hoofdgebouwen uitsluitend is toegestaan binnen de bestemmingen ‘Gemengd’, ‘Wonen – Dubbel’, ‘Wonen – Rij’ en ‘Wonen – Vrijstaand’; 3. een recreatiewoning en/of bed & breakfast in bijgebouwen uitsluitend is toegestaan in karakteristieke en beeldbepalende bijgebouwen; 4. de bouwregels van de betreffende bestemming van overeenkomstige toepassing zijn; 5. de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning en/of bed & breakfast per bouwperceel bestemd voor ‘Wonen – Rij’ niet meer mag bedragen dan 30 m²; 6. de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning en/of bed & breakfast per bouwperceel bestemd voor ‘Wonen – Dubbel’ niet meer mag bedragen dan 40 m²; 7. de gezamenlijke oppervlakte van een recreatiewoning en/of bed & breakfast per bouwperceel bestemd voor ‘Gemengd’ of ‘Wonen – Vrijstaand’ niet meer mag bedragen dan 50 m²; 8. geen afbreuk mag worden gedaan aan het woonkarakter van de omgeving; 9. geen onevenredige vergroting van de verkeers- en parkeerdruk mag ontstaan.
90
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 31 Overige regels
H o o f d s t u k O v e r g a n g s -
122.00.10.02.02.rgl
4 e n
s l o t r e g e l s
122.00.10.02.02.rgl
Artikel 32 Overgangsrecht
32.1 O v e r g a n g s r e c h t b o u w w e r k e n 1.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
2.
Het bevoegd gezag kan eenmalig bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met ten hoogste 10%.
3.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
32.2 O v e r g a n g s r e c h t g e b r u i k 1.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3.
Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4.
Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 32 Overgangsrecht
93
Artikel 33 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: “Regels van het bestemmingsplan Broek op Langedijk”.
94
122.00.10.02.02.rgl - Bestemmingsplan Broek op Langedijk - 25 juni 2013 Artikel 33 Slotregel
B i j l a g e n
B i j l a g e S t a a t
1 :
v a n
B e d r i j v e n
01
01
-
014
016
4
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI2008 nummer
SBI1993
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²
30
10
30
10
30
2
gebruik van charge-ovens
30
10
30
C
10
30
2
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30
C
0
30
2
10
10
30
10
30
2
10
10
30
0
30
2
0
0
10
0
10
1
10
0
30
0
30
2
VERVAARDIGING VAN 15
10, 11
-
VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
1581
1071
0
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:
1581
1071
1
1593
1102
t/m
t/m
1595
1104
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij
VERVAARDIGING VAN KLEDING; 18
14
182
141
-
BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding en toebehoren (excl. van leer) HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING
20
16
205
162902
-
ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN
22
58
221
581
-
MEDIA Uitgeverijen (kantoren) Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
2222.6 18129 2223
1814
A
Grafische afwerking
0
0
10
0
10
1
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
0
0
10
0
10
1
10
10
30
10
30
2
10
10
30
10
30
2
30
10
30
10
30
2
2 D
2
Reproduktiebedrijven opgenomen 223
182
media
24
20
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken VERVAARDIGING VAN GLAS,
-
AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN
234
0
Aardewerkfabrieken:
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28,
A
Kantoormachines- en
26
23
262,
232,
263 262, 263
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GELUID
STOF
33
AFSTANDEN IN METERS
GEUR
-
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI2008 nummer
SBI1993
computerfabrieken incl. reparatie VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR.
26, 27, 31
33
316
293
33
26, 32, 33
33
26, 32, 33
MACHINES, APPARATEN EN -
BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g.
30
10
30
10
30
2
30
0
30
0
30
2
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN -
INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten
A
e.d. incl. reparatie
36
31
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
10
0
10
1
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
10
10
10
30
2
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
0
10
30
10
30
2
10
0
30
10
30
2
0
0
10
10
10
1
10
0
30
0
30
2
0
0
30
10
30
2
30
0
30
10
30
2
41, 42, 45
43
-
41, 42, 45
43
BOUWNIJVERHEID - aannemersbedrijven met
3
werkplaats: b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN;
50
45, 47
501, 502,
451, 452,
504
454
5020.4 45204
-
BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven
B
5020.5 45205
Autobeklederijen Autowasserijen Handel in auto- en
503,
motorfietsonderdelen en -
504
453
505
473
0
Benzineservisestations:
505
473
3
- zonder LPG
accessoires
GROOTHANDEL EN 51
46
511
461
-
Handelsbemiddeling (kantoren)
HANDELSBEMIDDELING
5122
4622
Grth in bloemen en planten
5134
4634
Grth in dranken
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
0
0
10
0
10
1
10
10
30
0
30
2
0
0
30
0
30
2
10
0
30
0
30
2
10
10
30
0
30
2
Grth in suiker, chocolade en 5136
4636
suikerwerk Grth in koffie, thee, cacao en
5137
4637
specerijen
30
10
30
0
30
2
5138, 5139
4638, 4639
Grth in overige voedings- en genotmiddelen
10
10
30
10
30
2
464,
Grth in overige
514
46733
consumentenartikelen
10
10
30
10
30
2
5156
4676
Grth in overige intermediaire
10
10
30
10
30
2
CATEGORIE
AFSTAND
GROOTSTE
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI2008 nummer
SBI1993
goederen 519
466,
Overige grth (bedrijfsmeubels,
469
emballage, vakbenodigdheden e.d.
0
0
30
0
30
2
0
0
10
10
10
1
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. 52
47
527
952
64
53
641
531, 532
642
61
70
41, 68
-
PARTICULIEREN Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen)
-
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten
0
0
30
C
0
30
2
A
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
C
0
10
1
A
Verhuur van en handel in onroerend goed
0
0
10
0
10
1
10
0
30
10
30
2
10
10
30
10
30
0
0
10
0
10
1
30
10
30
30
30
2
0
0
10
0
10
1
0
0
10
0
10
10
0
30
10
30
2
0
0
10
0
10
1
10
10
30
30
R
30
2
30
0
30
30
R
30
2
0
0
30
0
30
2
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, 71
77
711
7711
-
ANDERE ROERENDE GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven voor roerende
714
772
goederen n.e.g.
72
62
-
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
72
62
A
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731
721
D
2
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
R
Maatschappij- en 732
722
geesteswetenschappelijk onderzoek
63, 69tm71, 73, 74, 74
77, 78, 80tm82
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
A
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren
63, 69tm71, 73, 74, 74
77, 78, 80tm82
7481.3 74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
7484.4 82992
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
90
37, 38, 39
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2 382
A7
- verwerking fotochemisch en galvano-afval
96
-
9301.2 96012 9301.3 96013
OVERIGE DIENSTVERLENING Chemische wasserijen en ververijen
A
1
MILIEUDIENSTVERLENING
9002.2 382
93
C
D
Wasverzendinrichtingen
B i j l a g e S t a a t
2 :
v a n
H o r e c a t y p e n
Categorie 1
Inrichtingen (niet limitatief)
Omschrijving
discotheek, kroeg, dancing
verstrekken en ter plaatse nuttigen van (alcoholhoudende) dranken/snacks en borrelhapjes/muziek
2
dorpscafé, brasserie, zalenverhuur,
verstrekken en ter plaatse nuttigen van
restaurant, hotel, grandcafé
(alcoholhoudende) dranken/maaltijden en kleine etenswaren met achtergrondmuziek
3
lunchroom, ijssalon, snackbar
verstrekken van al dan niet ter plekke te nuttigen kleine etenswaren en dranken (zwakalcoholisch)
4
wijkcentra, sociaal-culturele
paracommerciële horeca en horeca als
voorzieningen, kantines,
nevenfunctie, gekoppeld en gerelateerd aan
sportverenigingen, ondergeschikte
een hoofdfunctie
nevenfuncties
B i j l a g e S t a a t h u i s
3 :
v a n
B e d r i j v e n
v e r b o n d e n
–
A a n
b e d r i j v e n
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA Uitgeverijen (kantoren) A Grafische afwerking Reproduktiebedrijven opgenomen media - VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. 2 Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 - PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER A0 Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe) D3 - gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinst. Cat. A - HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS B Autobeklederijen - GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING Handelsbemiddeling (kantoren) - DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN Apotheken en drogisterijen Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) - LOGIES-, MAALTIJDEN- EN DRANKENVERSTREKKING Kantines - VERVOER OVER WATER / DOOR DE LUCHT - DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER Reisorganisaties Expediteurs, cargadoors (kantoren) - POST EN TELECOMMUNICATIE A Telecommunicatiebedrijven B0 zendinstallaties: B2 - FM en TV B3 - GSM en UMTS-steunzenders (indien bouwvergunningplichtig) - FINANCIELE INSTELLINGEN EN VERZEKERINGSWEZEN A Banken, verzekeringsbedrijven, beurzen - VERHUUR VAN EN HANDEL IN ONROEREND GOED
0 0 0
10 10 10
1 1 1
1 P 1 G 1 G
1 1 1
0
10
10
0
10
1
1 P
1
0
0
10 C
10
10
1
1 P
1
0
0
10
10
10
1
1 G
1
0
0
10
0
10
1
1 P
1
0 0
0 0
0 10
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
1 1
10
0
10 C
10
10 D
1
1 P
1
0 0
0 0
10 10
0 0
10 10 D
1 1
1 P 1 P
1 1
0
0
10 C
0
10
1
1 P
1
0 0
0 0
0 C 0 C
10 10
10 10
1 1
1 P 1 P
2 2
0
0
10 C
0
10
1
1 P
1
LUCHT
10 10 10
-
BODEM
CATEGORIE
0 0 0
VISUEEL
GROOTSTE AFSTAND
0 0 0
VERKEER
GEVAAR
INDICES
GELUID
58 58 581 1814 182 31 31 9524 35 35 35 35 45, 47 45, 47 45204 46 46 461 47 47 4773, 4774 952 55 55 5629 50, 51 50, 51 52 52 791 5229 64 53 61 61 61 61 64, 65, 66 64, 65, 66 64, 65, 66 41, 68 41, 68
AFSTANDEN IN METERS
STOF
22 22 221 2223 223 36 36 361 40 40 40 40 50 50 5020.4 51 51 511 52 52 5231, 5232 527 55 55 5551 61, 62 61, 62 63 63 633 634 64 64 642 642 642 642 65, 66, 67 65, 66, 67 65, 66, 67 70 70
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
LIJST 1 - ACTIVITEITEN
10
0
10
1
1 P
1
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.
0
0
10
0
10
1
1 P
1
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek
-
0
0
10
0
10
1
1 P
1
GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG Consultatiebureaus
-
0
0
10
0
10
1
1 P
1
DIVERSE ORGANISATIES Bedrijfs- en werknemersorganisaties (kantoren)
2 B
0
0
10
0
10
1
1 P
1
CULTUUR, SPORT EN RECREATIE - binnenbanen: boogbanen
0
0
10 C
10
10
1
1 P
1
0 0 0
0 0 0
10 10 10 C
0 0 0
10 10 10 D
1 1 1
1 P 1 P 1 P
1 1 1
OVERIGE DIENSTVERLENING Wasserettes, wassalons Kappersbedrijven en schoonheidsinstituten B Persoonlijke dienstverlening n.e.g.
LUCHT
0
BODEM
CATEGORIE
0
VISUEEL
GROOTSTE AFSTAND
Verhuur van en handel in onroerend goed
VERKEER
GEVAAR
A A -
INDICES
GELUID
41, 68 62 62 62 72 72 722 84 86 86 8691, 8692 94 94 941, 942 59 59 931 93 96 96013 9602 9609
AFSTANDEN IN METERS
STOF
70 72 72 72 73 73 732 75 85 85 8514, 8515 91 91 9111 92 92 926 93 93 9301.3 9302 9305
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008
nummer
SBI-1993
B i j l a g e
4 :
G e b i e d s k a a r t
H e t
l i n t
13
13B
13A
14A
14
15
weg an La
16
17
18
19
20
21
22
24
d Noor jk ddi Waar
23
26
27
29
bos
43 2
jke i l ste Oo 82
108 106 104 102
122 72
100
124 98
126 128
130 132 n va
)l va Om (
t aa str en ks Sa
12
weg nd Ra
20
85
63 18
87 16
59
6
89 14
12
91 10
93
124 95
8
97
6
122
4
32
2
47 53
55
120
118 31 99
116 15a 15
101 11
61
34
103 24 26 28 30
32
114
at ra st ms l So
60
49
22 43
37
39
3
9
7 5
52
25
23 19
17
t raa nst nge i Ser
112 17
107
6 t aa str jn i sm Ja
10
41 45
47 42
40
8 6
4
6
4
37
5
110 39
2
106
19A
41
43 3
45
104
47
102
49
26
t aa tr ss ms m l So
18
16
14 2
5 9
12
t raa nst j mi Jas
38 36
100
98
96
24
aat nkstr mi l i er W Dokt
t straa ngen Seri
3
48
46 44
19 21
25 27
30
12
31
32
eg kw bal nge La
94 88
23
71
92
b 22 f 69
g 69
h 69 e 69 d 69 c 69 b 69 a 69 i 69
86 84 82
88 67
80
84
22
50 65 78
15
82
76
20
62
80
63 74
Dahliastraat
33
Laanweg
11
34
35
36
35
61
78
18 59 14
58
76
17
24 12
72
56
17
20
22
57 70
54
28
68
74 16 16 55
26 66
10 10
24 64
15
72 15
20 38
53
16
22
62
14
51
60
70
14
34 8
58
14
49
68
56
47
11 13
20
18
21
45
12
18
64
10
16
20 43
50 16
9
62 48
19 14 54B
52
41
14 50
11 46 12
12 54A
48
60 8
18 44
39
9
54
46
42
58
7
17 39
6
56 20 16
37 2
4
8
10
15 8
35
10
44
18
54 14 40
33
8
42
2
Dokter Wilminkstraat aat nkstr mi l r Wi Dokte
7
14
38
31
6
40
7 13
12
A 29 36 4
29
38
50
16
m t/ 34 27
2
36
25
48 32
11
F 29 34
14 23
5
12 9 21
1
8
19 2 24
44 4 10
10 3
17
22
13
26
7
5
8
8
15
38
6
7
11
3 32
18
n aa xl ri La
aan l gen l Wi
12 8 4
5
aan erl Ced
23
14
rn ho l Ko
19 6
9 9
13
36
6 30
5
11
16
2b 4
6
4 7 28
14
34
4
5 5
2
12
8
2a 3
3 26
12
30 4
23
21
28
1t /m
24 22 10
10 2
30
22
8 2
36
12 34
10
16 32
2 662
8
664 30
6
12
666 28
668 4
2 2
10
558 8
4 4
488
2
2
6
2B
2 478
462 26
aan nl me Ol
n aa l zen El
16
34
et ki re Ka
24 22
30
20
2
18
14
50
6
6
468
5 3
22 506
446
14
12
19
6 7
2A
5 452
7 430
7 9
9 3 3
3 3
9
11
5
20 9 5
18 5
13
5 18
11
16 11
7
7 11
7
13A
14
7 20
9
9
3 2
5
13
9
12
51 11
15 13
9
/m 1t
5 230
22
7
10
20 11 13 183
11
9 28
5
17 8 11
7
11
15 15
53
3 13
15
3
228
15
19
16
55
13 4 15
13
17
30 9
17
3
2
21 17
4
17
19 19 21
19
23 15
23
21
57
23 5
224
21 25
25
23
61
17 25 36
27 177
63 29
27
25 27 6
29
14 8 31
12 185 33
29
10 187
8
31 t/m 193 31
35 7
6
6
9 20
189
33 216 53
4 29
120 191
55
2 33 31
8
3
118 33 35 5
116 37
7
94 2
19
39 3
9
114 92 4 5
12 4 2
516
474
2
63
90
21
14 10
210
at tra pss Dor
208 206
422
472 466
16
10
aan l gen l Wi
6
24 22
4
21
17
12
10 32T 6
5
12
37
212 178
bos 176
174
rn voo et Ri
9
Lijster
218
20
4 3
426
418
172
18
8
164
16 14
ht ac gr rg bu or Vo
166
162
11
410
5
7
48
41
7
88
42 43
6 18 9
42 de ei gew Lan
51
472A 242
al ewa el Wi
4
412
86 11
84
12
45 8
40
13
40
82 10
47
38
15
36
80 10
51
49
34
12
53
38 23 8
51 74
32
55 19
26 57
21
36 23k
1 23Em t/
6
53
72
30 86
55 59 70
de ei gew Lan
ht ac gr rg bu or Vo
400
6
Forel
3 3
2
73
416 404
402 390
3
9
rs aa kb oe Sn
6 13
56
15 17 23
33
7
490
46
42
25
23 84
57
4
61 68
24
25
150 82
63 66
2
27
148 80
65 64
99
34
37
22 146 78
29
144 76
101
39 20 142 31
74
408 27
23
25
21
6
27
29
31
4 2
29
22
20
35
38 t / m 556
18
41 33 103
122
71
414
406
398 396 388
386
21 31
16 12
4
8
6
3
32 13
72
128
43
10 18
10
70
15
105
26
4139
37 93
17
35
8 33
19
22
31 95
45
29 138136 134
384
13
Glasaal
19
18
5
bos
bos
1A
riet
8 6 67 69
75 77 79 81
448
444
198
180
29
420
31 33 35
37 39
41 43 45
47 49
160 158
394 392
382 380 376
374
3
54 52
372
370
368
6
364
366 362
13
360
356
14
10
4
7
20 13
354
352 348
346 344
10
340a
340
19
12 8
3
31
2
9
5
338
442
336
ek i rw pe Ko
19
Merel
s
334 332
328
10
9
8
6
320
17
7
6
318
aar el Lep
5
316 314
312
306
35
14 10 2
4
Vink
7 5
14
304 300 298 294
42
9
292
282
44
20 4
7
36
5
6
15 14
6 2
16 15
13
280
33
278
8
27
4 riet
bos
bos
bos
4
bos
bos
bos
riet
bos
bos
5
bos
Roek
bos
t aar kst Kwi
4
Melkpad
8
8
6
6
4
4
140 10
130 12
132 12
27
142 6
55
24 97 2
57
6
47
45 2
4
107
4
43
49
2
15 22 51
111
2
5
17
51
113
115
44
19
53
38 117
144
21
119 nen epe Sch
272
Reiger
270
65
1
21
13
20 146 63
148
53
61 51
59 126124
3 5
7
326
274
268
4
12
20
266
262a 262
42
40
38
Vink
256
17
8
rasmu G
5 5
61
55
36 154 152 150
aat str cht dra Een 5
254
6
67 27
248
1 121
69
3
23 57
11 5
8
34
26 42 123
71
18 125
31
25
53 7 183
73
59
32 24
185
33
9
13
30
3 30
11 1 22
40 187 127
26
244 242
29
16 13
16
26
14 55 15 40 3
12A 129
28 24
288
252 246
240 238
34
de ei gew Lan
97
30
8
57
59
156
95
32
49
55
36
158
93
34
25
160
91
36
47
53
89
de ei gew Lan
10
de ei tew Kor
11
38
45
51
38
162
23
164
43
49
19
40
12
47
189
30
250
236
5
12
20 131
35
28
24 14
38
17 133
191
7
10
57 135
22
8A 195
9
68
59
20
36
18 137
197
206 208 193
75
139
18
19 34
11
16
21 24
14
23 64
61
28
24
66 16 14
38
199
204
77
202
79
13
12
36
25
62 32 14
63 15
1
10
34
27
60 30 17
2
12 32
29
58 19
30
31
56 21
159 157 85
263
83
33
23
20
22 2
155
35 25
65
153
27 3
151
286 284 254 256 258
292 290 288 248 250 252
265 81
211 261
87 97
28
99 101 103 105 107 111
22
264
260 258 230
220
15
9
16 15
7
113
41
4
115 117
Klipper
218
119
5
7
95 121
3
90 214
16
10
3
93
40
166
32
21
168
34
42
45
19
43
44
172
17
41
15
174
36 13
176
213 89
215 259
91
217
219
5 47 21
29 0 m 3 1 t/
41 23
31 4
1 22
39 45
49 43 37
53 52 37
12
27
35
10
25
33 281
30
5 7
212
29
67 29
50 12
18
39
48
67 17
46 44
15
10
42 19
127 40
69
17
38
12
129
10
21
8 48
8
9
8 6
Westelijke Randweg
11
5
4 28 7
Westelijke Randweg
Klipper
109 123
9 11 13 15 17 19
3
Klipper 7
234 222
210 204
196
Grutto 22
20
2
8 7
194
19
r ge Rei
192
er ig Re
186
8
7
Reiger
70
23
Westelijke Randweg
46
3
bos
Klipper
9 13
17
202
190
184 182
176
172
40
15
3
Wulp
13
2 68
36
6 6
9 66
44
34 11
15 64
42
32
3 13
4
8
62
17 30 25
15
4 60
28 17
58
40
19
17 26
5
2 19
8 27
56
38
2
21
21 70
19 54
23
68
12 23
21
3
66 6
29
7
25
27 36
10
64
23
34
25 5
308
Lepelaar
7
19 21
174
166
164
2
5
8 62 4 55
7
46
6 27 60
25 31
3
52
9
58 27
32 44
4 8
32
34 42
2 2 33
5
30
9
30
29
11
36 40
6 3 36
35 7 8
13
38
56 1
34
5 32
4
54
50
15
37 30
52 7
9
3
28
48 48
a
50 2
5
26 14
160
6
48 9
24
11
46
7
46 39
44
11
22
44 9
3
42
13
5
40
13 41 7
38
15
15
9
20
36 11
36
17
17 34
13
34
19
32 17
32
19 18
15
21 30
17
28
30 30 c d
23
21 19
25
26 19
21
16
24
23
27
23 30 30 30 a b
40
5
7
15
oot sl jer Mai
158
17
16
17
92
9 90
22 3 38
25
5
22
21 14
28
29
3 31
25
32
t oo sl el pp Ke 36
42
33 7 23
12 34
40
35
21 t oo rsl me Zo
30
37
38 9 25
23
25
5 39 36
27
11
27
30
17 19 21
152
45 34
7 47 32
28
13
41 49
26
51
41A
30 32
15 14
53 15
41B 55
28
3
57
26
9 43
59
61 20
17
19
11
15
Maijersloot
310 290 284
156 154
148
5
4 Lepelaar
16
14
16
A 43 5 90 66 64
88
18
86 16
3
84 34
82
5 32
30
7 17
228 224
206
168 162
150
140 138 136
134
132
19
12
58
10
28
56
3
8
26
13
60
14
9 9 54
29
24
6
11
5 52
31 4
7
2
73 22
t oo rsl ke ma en ho Sc
62
7
68
26
11
22
13
70
15 28
9 24
5
30
7
198 178
72
13
50
75 2
4
74
t oo rsl de l hi Sc
76
34
11
78
3
80
5
82
28
8
32
2
84
t oo sl er pp hi Sc
vw
Museum
144
9
33
15 77
9
75
9 38
48
79
35
77
81 36
83
1001 11 37
34
85 t oo sl ee Br
170
358
286 276
232
216 Dwarspad
124
118
24
18
12
14
7
10
86
2
88
4
3
15
23
9
weg
92
108
100
98
324 322
146A 146 142
at tra pss Dor 122
11 13
116 114 106
16
20 22
24
90
79 6
3 100 87
15 39
32
7
89
4
1005 503
17
81 91
505
83 93 2
19
95 97
16
507
1009
21 85
99
18
101
509
103
511 105
25
107
11
21
Klaversloot
88 82
80
23
24
22 20
128 112
Meeuw
12
4 3
6
18
68
16 14
58
5
3
15 17
17
60
56
44
32
28
26
33
e jk i el st We
15 19 21
3 7
46
48
22
4
96a
96
96b
24A
101 1
109
24
27
101 3
513 111 24
6
113
26
29 115 117
30 31
119 Kosterij
9
54
13
52
50
38
36
34
30 24
20 18
14
12 8 4
rps Do
126
120
72
18
9
13 21
33 13
121
32
34
36
38
3
5 25
3
19 21
g we nd Ra
66
62
11
16 stra
t a
2
102 84
130
114A
86
18
3 s aar od Do
12
7 74
17 10
7 19A
27
76
21
6
13
14
Bijlestaal 22
16
8 9
Dulleweg
102
94 78
70
64
42 23
128
126 124
122
120
116
114
112
108
106
110
10
6
28
6
10
15
Stern
12
Waterral 15 14
28
26
Dulleweg
34
6
4
10 42
6
94
20
44
t oo l es og Dr
5
8
3
12
36A
12
14
36
14
4
3
46
t oo sl er om Dr
38
18
5
10
6
2 10
t oo sl ge ug Br
12
6
4
27
178
267
8
25
39
6
bos
bos
bos
bos
Ke mp ha an
bos
- Kolhorn Kanaal Alkmaar (Omval)
37
87
65
de i We
61
20
de ei gew Lan
269 271
16
48
2
23
35
59
ht ac gr rg bu or Vo
134
10
132
57
16
136
17
138
85
18
140
83
22 rte Ko
273
11
de i We
277275
12
21
14
279
6
14
8
4
19
bos
t roe esg ost Tro
17
10
de ei gew Lan
5
rte Ko
210
8
de i We
212
15
24
216
7
26
218
5
28
220
14
15
220
224
6
13
Westelijke Randweg
16
38
8
20
40
bos
et ro rsg pe i Ku
22
42
Westelijke Randweg
18
56
14 11
3
9 19
t oo sl nd Za
100
96 94 92
200
104
5 Lepelaar
17
10
Taling
3
2
12 11
11
t en Smi
10
Zwaluw
22 21
18 17
88
78
40
18 5
3
9
11
13 23
50
Doofpot
98
90 86 84
82 80
110
10 8
6 4 2
24
22
20B 20
1a 1b 1c
1 3 5
7
9
11
13
18 16
14
76
74
2a2b 2c 2
B 14 A
14 12
72
70
68 66
64 62
60
56
54 52
50 48
46 44
42
40
38 36 34 32
C 12
B 12A
12
6A 10
6 4 2
2A 8
2
6
31 35 37 43
11 72
4 70
68
5
9 66
d ei kesw Vree
18
3 3
26
22
12 15 17
23
weg al kst j Di
20
16
11 23 Dulleweg
29 31
16
t/ m
9
15 14
11 11 12
3
25
8
55
10 57
9 13 8 6 59
21 6 61
4
4 63
23 9
15 2 2
15 65
13 4
11
2
25
19
17
17 15 86
27 3
84
23
5
82
19
7 21
9 9
78
29
17
5
29 80
7
21 27
15 3a
1a 25
13
3
23
11
15 17A
31
33
35 39 49
34
13 t/m
31 t/m
72
32
41
5
17
11 36
7
68
41
9
38
2 3
55 11
60
76
40
66 9
62
3
70
6
5
13
64
8
43 57
4
51
7 15
45 59 9
61
63
65 3
5
11 7
13
15
20
10
17 2
2
19
12 21 4
11 6
11
10
8
9
10
13
8 12
7
15
17
6
5
44
3
5
31
16 56 54 13 t/m
7
11
8
9
53
19
7
48
5 t /m
42
23
40
3
55 38
24
36 22
34
20
32
18
30
16
14 38
57 12
36
10 34
13
32
57
5
14
53
7
12
8
30
6
5
28
40
28 4
26 38
26 2
24
24
36
22
3
20
59 7
5
22
34
18 20
32
9
18
16
11
16 30
10
13 28
15 26
17 24
4
17
25 27
14
19 12
21
23
10
22
25
20
18
16
54
14 8
52 6
12
50
48
65
58
8
74
45
6 4
21
2
29
37
46 2
67 35
63
4
61
10
39
69
41
61
8 81
47 49
43
6
14
85
2
31
2A
79 11
10
23
2B
45
12
4
63
20 2A
3 10
65
3
5 2
8
5
22
7
7
6
9 2
8 13
4
11
15
5
33
71
16
57
34
17
3
18
32
10
51
30
43
28
41
4
33
55
6
8
51
27
31 2
6
55
53
8
25
10
13
51
12
19
10 70
2
15A 68
9 66
5
64
20
15B 2a
62
18 60
7
58
56
9
54
16f
16g 16h 16j
16k
52
11 1A
46
44
50
13
48
13
101
73 77
83 87 5 7
89 91 93 95
97 99
86 84
82 80
78 76
74
3
14 15 105
3
100
18
50
107 109
6
111
32 30
28
15
17
49
14
26
53
63
16
14
69
4
15
49
67
6
28
47
65
10
23
61
14
15 5
13
14
17 36
12
7
9
12 32
30
19
10
11
91 113 113a
26
24
10 11A 20
13
95 12 14
15 10 4A 12
8 10
6
4
21
2A
2
9
8b 123
129 131
133A
115 121 125
20
11
52
18
13
49
16
72
70 68
51 53
15
66
55
12
57 59
19
64
61 63
62
17
65 67 69
8a 13 3
6
5
7 145
109
139
141e
141d
141c
9
11
Nobelhof
141b
141a
145 147
3
117
9
21 23
5
153
16 14
38
123 127 129
22
Prunuslaan
10
10
71 73
40
133
3
11a
12 211
3
215
7
93 14
75
229
71 73
42
233
235
143 11 13
139
237
71
137
165
15
167
17
77
19
39
21 23
41 43
5
7
239 241
9 243
3
9 11
15 17
139A 151
171 173
175
45
245
247 249
257
21
119
3 113
155
159 161
163
25 27 29 31
177
181 185
11
32 30 28
187
189
33
A.V.H. Destreelaan
131
135
75
35
145
147
149 151 155
19
37
13
26
157
2
225
4
231
169
8
5
16
121
19
18
133
18
34
87
13
21
59
8
16
45
43
9
30
39
41
7
32
37
39
3
5
34
21
47
37
7
83
45
35
35
81
43
19
29
33
79
41
20
27
31
15
127
22
125
12
13
29
69
48
63
12
27
61
117
14
13
13
115
11
15
7
14
9
5
111
16
11
19
11
107
50
51
16
16
5
25
9
18 24
105
18
23
13
155
20
2
11
103
18
3
65
157
22
6
101
20
8
49
99
24
7
17
26
10
47
153
22
14
33
151
28
3
97
24
Kerkplein
45
26
Kruisbosweg
30
2
17A
39
127
26
41
149
28
15
37
3
Bijlestaal
n aa el rk Ke
35
125
24
77
31
31
26
29
121
191
28
27
123
30
e nd i de or No
55
Benedenweg
32
51
115
34
49
113
36
5
117 28
47
111
38
4
39
107
189
10
187
30
87
185
32
37
85
40
Veertweg
101
42
22
35
81
183
34
33
99
44
9 46
Vronermeerweg
7
103
48
3
97 12
83
50
Veertweg
79
175
52
Veertweg
63
39
sdam aard j Span
61
173
54
29
171
56
27
59
169A
58
Veertweg
57
169 36
Veertweg
53
38
Vlet
167
42
6
165
227
42
Veertweg
163
223
44
Veertweg
14
8h
161
16
el ug be nt Ka
159
219
18
217
20
6
209
22
6
205
26
t i sp ar Ha
207
2
1B
1
Kaar tbehor ende bi jar t i kel2,l i d 6,sub c Bouwen aan de zi j -en acht er kant ( ui t zonder i ng gr ot e kavel bel ei d) 20 4
4
6 53b 53a 53c 38
54
10
470
12
476
14
46
10
50 12
52 14
482
16
484
20 16
522 18
486
450
20
534
18
56
454
20
492
4
494
wgr
k dij ter Oos
13
bos
bos
11
3
60
8
16
12 18
12 9
aan l ken Beu
20
10
22
494B
rte Ko
6
494A
456
22
58
24
496
4
4
498
8
8
12
54
8
502
7
14
26
15
14
n hor ol )- K al Omv ( ar kma Al aal Kan
64
2
6
10
28
16
30
510
56
24
542 26
544
4
560
58
2
546
60
8
570
458
10
600
62
12
630 13
2
66
2 22
4
4
500
460
11
aat astr oni Beg
68
6
6
Voorburggracht
9
8
70
10
24
8
4
72
10
6
504
7
t raa nst sse ci Nar
508
26
12
74
t traa ens ol adi Gl
520
28
n aa l rk Ke
8
518 76
17
14
524 30
15
16
528
2
6
530
78
anaan la l rk rk Ke Ke
548
4
12
578
6
10
582
16 14A
28
10
554
r ke ak nd Za
14
12
586
16
628
18
16
15
8
5
10
532
22A 22 20A 20
14
642
3
12
536
at ra rst ste oo Kl
2
10
538
14
18
540
8
18
14
16
550
4
12
21
6
14
556
t raa rst ste We
16
20
19
8
16
552
20
6
10
14
16
12
20
12
2
18
14
22
10
12
20
7
8 2 2
n va
18
4
a i l Ama
22
6
29
20
8
27
24
32
25
22
2
18
20
Mauritsstraat
4
32
4
24
19
34
14
straat urbon de Bo otte Charl
564
36
16
kstraat ri k Hend i Freder
10
34
23
24
566
50
22
568
r ke ak as Gr
46
214
179
23
18
26
574
t/m
48
30
26
4
r ke ak as Gr
6
26
10
105 n va
28
4
a i al Am
28
6
t aa str en ks Sa
28
8
12
13
30
2
15
30
576
2 1
52
22
30
6
10
8
2
32
Dorpsstraat
12
10
4
32
580
6
12
46
584
12
t aa str ny ng i l Co
34
588
14
de
34
10
57
36
590
14
24
Mauritsstraat
592
24
54
24
594
pad nse Fra
8
2
596
16
31
598
18
se ui Lo
36
12
51
kstraat ri k Hend i Freder
604
4
n va
602
7
16
20
13
38
14
49
40
16
45
t aa tr ns bo ur Bo
12
56
22
6
606
6
2
at tra ns re Bu
42
608
5
10
24
44
610
20
16J 16F 16K 16G 16L 16H
tstraat de Wi Dokter
22
16E
n va
de
612
3
12
26
48
614
8
58
26
614a
24
na An
e tt lo ar Ch
616
29
14
14
8
18
60
2
10
618
28
na An
620
en ol erm pi Pa
16
28
3
r ke ak oi Ho
266 264 262 260
11
5
Krommeakker
9
17
18
30
622
8 26
16I
11
624
2
20
222
7
704
22
2
52
7
21
r ke ak as Gr
32
646
2
Langeweide
5
9
28
16b
ht grac burg Voor
15
bos
r ste Lij
erik Leeuw
12
2
12
13
bos
bos
2
47
bos
W ul p
bos
bos
bos
riet
bos
riet
riet
VAN DE VINKENLAAN bos
2
riet
3 11
16
3
wer Sper
45
bos
bos
bos
3A 10
11
a 39
9
bos
bos
39
6
8
9
5
7
st We
2C
5
jk ddi ar Wa
2A
4
86
2B
3
7A
jver Wui
88
bos
14
bos
Volkstuinen
r aa km Al
74
na An
7
626
54
4
11
4
3
13
en l mo de i We
4
9
90
84
de
2A
7
92
bos
Volkstuinen
15
al na Ka
5
632
30
4
54
634
31
6 34
636
pad nse Fra
8
4
638
32
4b
76
110
56
weg nd Ra
640
10
10
14
644
94
78
112
58
1b
96
64
t aa tr ts ls Hu
66
80
5
114
68
60
1a
116
70
62
3
7
118
bos
64
t Wes
120
t raa st lst Hu
18
36
t/m
310
27
12
16
3
38
4
t raa est ri ust nd I
ht rac rgg rbu Voo
40
t aa str en ks Sa
20
2e
648
14
6
16D
652
25
18
16C
654
34
16
t raa pst Dor
36
18
656
42
n va
4A
44
a Ann
dam tjes Po
17
t raa est i str ndu I
46
bos
2a
n lhor Ko
rd Noo
)val (Om
14
658
27
48
jk ddi Waar
traat gs olber St
t aa str en ks Sa
na lia Ju
34
660
14
272 270 268
16
672
17
en ol rm de l Po
18
670
n va
50
23
van
jk ddi Waar
aar km Al
25
52
21
16
14
naal Ka
na An
23
54
19
Sportveld
bos
r ste Lij
bos
wgr
4
bos
bos
13
eend Kuif
bos
8
137
16
21
e ad sk el nd Ha
674
19
17
bos
eg alkw eb ng La
17
bos
bos
14
11
bos
9
135
63
15
17
t raa st oor Sp
18
N504
Veilingweg
13
15
bos
s bo
bos
18
bos
bos
bos
43
p Wul
bos
bos
bos
10
20
aleweg nci Provi
11
13
12
131
t aa str oor Sp
129
30
t aa str rie ust Ind
22
15
11
136
127
125
2e
9
t aa tr ts ls Hu
11
13
aat nestr Anemo
13
123
24
11
7
9
bos
lkweg ba nge La
14
121
10
5
11
bos
3
15
119
26
9
17
3
7
aat str sia ten Hor
5
9
35
bos
4
16
117
B 28
61
8
15
ein npl door Mei
3
bos
bos
21
113
59
7
13
7
5
bos
bos
ger Rei
bos
41
k weri Leeu
ger Rei
22
bos
111
136
A 28
28
6
33
6
bos
bos
5
bos
23
109
5
5
11
raat yst ingn t aa Col str de lms ise So n Lou va lia Ama
3
jke i l ste Oo
676 3
61
18A
18
bos
bos
6
bos
39
15
bos
bos
bos
18
9
wgr
107
59
Sportveld
2A
Dorpsstraat
16
Korte Weide
20
678
18
282 280 278 276 274
22
682
20
24
680
22
321 323 325
26
t raa est nj Ora
24
319
21
684
24
22
2A
19
686
pad nse Fra
20
10
17
688
16
18
12
15
690
en mol Pel
16
12A
13
692
20
en ol rm de l Po
24
11
694
26
14
26 24A
8
ht rac rgg rbu hte .Ac Ged
Zeekat
76
28
91
696
78
30
89
698
80
30A
87
702
330
82
14
85
706
84
16
83
708
86
18
81
710
12
20
22
79
ht ac gr rg bu or Vo
90
24
77
t/m
88
57
9
17
4
t aa tr ss rp Do
39
14
74
51
7
7
bos
bos
bos
bos
bos
12
bos
10
105
55
49
5
k ij dd ar Wa
712J
72
47
3
laan Ceder
16
k wie per Ko
bos
wgr
bos
17
bos
13
ver schol Aal
19
n or lh Ko
11
103
53
45
5
bos
101
134
eg gw lin Vei
70
at tra nys ing Col de ise Lou
51
43
39
ar kma Al
712A
92
26
75
714
en l mo ren Ko
28
73
720
p
10
3
16
2
71
734
94
4
69
Schelp
96
6
67
718
41
98
2
65
350
12
4
63
716
10
8
61
726
6
6
59
360
el kk Ko
10
57
728
6A
er akk ras Moe
13
96
6B
8
55
738
6C
ker dak Wou
53
722
6D
10
51
762
49
12
5
98
47
14
12
11
3
bos
49
724
68
49
41
37
17
bos
7
wer Sper
wgr
65
99
68
Kerklaan
47
traat Tulpens
39
35
15
bos
bos
bos
5
97
29
64
t aa aa tr rs te os Oo O
47
730
70 45
45
740
72 27
62
43
776
74
22
11
100
76
24
3
786
78
60
31
37
41
95
aat str or Spo
de ka els de nd Ha
25
43
17
t rgstraa Stolbe a van Julian
41
35
39
58
39
29
33
37
23
56
27
31
33
13
bos
5
93
37
54
t aa str zen Ro
25
29
an la en nd Li
31
aan enl Eik
11
35
Volkstuinen
bos
bos
29
736 738
7 35
23
27
an tla Spor
25
29
9
33
per Kar
bos
wgr
30
91
15
52
21
23
27
n aa nl re lie Popu
7
31
n or lh Ko
746
7A
26
91
102 33
21
25
5
29
ger Rei
8
bos
bos
31
750
at ra st ds i he er jv Ni
28
91a
104
4 18
744
106
Watermolen
19
752
15
15
7
t aa tr ss rp Do
bos
2
748
108
49
89
wgr
21
31
50
19
aat str pen Tul
19
23
3
an nla Elze
em Bras
5
kweg ebal Lang
bos
9
wgr
Vi nk
P lu vi er
18
32
87
29
17
17
21
r
bos
bos
10
7
37
wgr
19
bos
23
33
85
47
48
27
15
15
19
6
Karpe
bos
bos
bos
k Vin
20
17
24
34
81
11a
25
13
13
17
8
2
bos
bos
wgr
2
bos
Fuut
bos
35
79
19
44
23
11
19
15
n laa Olmen
bos
bos
bos
bos
wer Sper
bos
8
bos
18
end Kuife
bos
end Kuife
al err Wat
19
bos
25
rn Ste
bos
36
wgr
77
2
43
traat ers Acht
wst
41
17
42
17
46
bos
wgr
bos
et rko Mee
bos
bos
er ig Re
15
51
37
75
37
40
11
9
3
46
gerstraat de Zwij Willem
38
21
7
15
hof rken Be
48
bos
bos
bos
wgr
bos
bos
nt Faza
13
38
71
35
39
Oranjestraat
15
36
19
n an a erkla Ker
34
17
5
13
50
t dzeel Gou
rn ho l Ko
13
33
32
3
n laa den Lin
laan en ier pul Po
bos
Kerk
52
wgr
2
Fuut
11
l) va m (O
2
67
at ra St
31
Kerk
15
30
11
27
54
Begraafplaats
56
rd o o N
756
110
13
9
25
58
bos
wgr
Noorderplas
3
8
bos
bos
aar km Al
3
13
Het Waartje
63
61
29
28
ge Lan
26
11
7
23
60
2
59
24
9
t aa str ter Oos
5
bos
21
62
bos
14
9
wgr
wgr
6
bos
bos
25
57
27
13
at tra fs Ho
kade kade els d de an H Ha
11
M 29
22
7
3
19
64
bos
wgr
4
bos
bos
bos
bos
bos
26
55
140
25
m t/
23
bos
20
5
53
20
25
17
66
bos
bos
bos
bos
bos
bos
Re ig er
14
wgr
53
18
29G
9
weg weg ng ili Ve Ve
21
3
52
19
23
15
31
wgr
bos
bos
al na Ka
15
754
11
10
25
758
112
12
26
760
9
14 4
810
7
16
27
764
5
42
28
768
28
52 50 48 46 44
2
ht ac gr rg bu or Vo
30
16
51
18
21
13
29
bos
bos
bos
bos
bos
bos
bos
bos
bos
4
wgr
20
)al Omv (
2 5
t e o Kl
14
50
17
13
19
27
laan Iepen
25
2
49
bos
wgr
12
15
23
3
770
4
54
32
784
6
14 33
772
10
2
16
790
4 83A
792
2
34
796
4
35
782
8
6
10
19
17
17
21
bos
bos
bos
bos
21
al na Ka
40
8
et ro sg el Am
9
d i ru nk ei nt Fo
ng i rl ee ch rs te Wa
18
44
10 7
d i ru sk sje aa Bl
12 40
2
19
15
17
19
bos
4
6
5
31 Rietgans
bos
bos
12
47
7
5
aat tr fs Ho
17
13
Koog
17
5
ip Sn
Noorderplas
22
bos
bos
bos
13
45
21
11
13
36
bos
43
11
t oe Kl
d oor Zon
41
3
School
Leliestraat
23
42
4
bos
25
15
9
24 26
15
an nla oor Esd
For el
28
30
39
bos
39
wst
3
t aa str nje Ora
4
3
at ra st el ss Mo
5
traat Zwijgers Willem de
11a
bos
43
5
Tulpenstraat
bos
44
6
9
7
er rp Ka
40
37
2
t aa str ek Ho
45
7
n laa den Lin
13
7
5
32
bos
7
24
23
)l va Om (
44
14 14
774
e i el rl te Wa
edscha ro V
20
5
46
16
11
3
834
12 ge La
aat tr es anj Or
an la rk Ke
5
3
34
5
bos
bos
1e
t aa str ek Ho
t traa jes an Or
ge La
31
40
3
11
1
36 38
6
r e st k le ho c S
er Eib
bos
bos
bos
bos
3
35
9
2
bos
bos
bos
Reiger
bos
bos
r aa km Al
69 15
788
2 42
4
bos
7
bos
24
bos
weg ke Rand Oostelij
Koekoek
et Kievi
bos
25
gans Riet
bos
bos
al na Ka
794
6 44
7
aan Iepenl
6
65
30
27
3a
2e
traat Langes
1A
8
5
63
31 32
25
traat Hofs
10
31
bos
bos
bos
34
bos
bos
23
3
bos
59
61
Ri et vo or n
12
5
bos
bos
ssloot jer Mai
26
bos
2
21
wst
57
11
ng koni ter Win
wgr
bos
6
Riet gans
37
3
19
t at aa tra ors Sp Spo
14
15
bos
55
6
wgr
bos
wgr
29
bos
bos
bos
bos
bos
36
Sluis kade
7
13
bos
straat Tegel
51 53
12
ng oni erk Wint
bos
aar el Lep
bos
rdomp Roe
bos
7
hoen Water
bos
bos
bos
35
8
802
4 spad ser Vis
2
2
49
21
Tu rel uu r
bos
34
10
11
3
4
l aa as Gl
13
6
bos
bos
bos
33
5
794A
83
g dwe Ran ke j i tel Wes
et ro eg gt Aa
2
6 4
1B
15
bos
bos
bos
bos
Meeuw
32
6
800
2
9
24
4
4
n aa i er l Va
7
58
20
8
4
5
Kerk
17
ng koni ter Win
7
bos
bos
Taling
bos
31
7
806
de od sd Li
8
6
19
ng koni ter Win
22
8
29
Oost elijk e Ra ndwe g
2
tto Gru
bos
bos
bos
30
13
3
at tra ors Spo
8
1A
21
wgr
bos
bos
bos
29
14
816
12 2
2
bos
10
23
23
30
9
3
bos
28
3
808
42
18
10
5
26
16
10 4
10
15
2
7
25
bos
bos
27
( Omva l)- Kol horn
4
826
12
12
3
28
15a
14
14
12
4
t aa tr ws eu Ni
263
Lindenlaan
27
wgr
10
bos
26
Kanaal Alkmaar
11
832
22
16
g we nd Ra
60
2
838
8
20
g we nd Ra
62
14
16
26
ke ij el st We 13
Gorterdiep
6
4
2
Platteven
2
31
20
25
41 Sluis kade
12
812
et be er kk Ki
e jk i el st We
64
15b
20
18
t un rm te Wa
6
l sse Mo
14
1A
24
6
bos
bos
10
24
15
844
e i el rl te Wa
2
66
3
846
24
15
De
8
8
2a
t uur sb hui ad Ra
2
8
wiu
11
bos
18
Sl ui sk ad e
16
830
4
68
5
26
6
0 m8 t/ 70
6A
19
d i ru ek nn i ng ni Ko
17
7
e nd wi ag Ha
8
15
8
814
4
13
29
12
13
10
11
at tra fs Wer
16
n nde rla de Ne
2
2
t ach ngr nse Pri
bos
19
( Omv al)Kolho rn
10
volkstuin
12
9
16
uik kr Ali
18
p die ter Gor
27
14
10
4
14
20
De
18
4
25
16
12
22
20
6
12
d spa Gren
3
d rpa pe Zij
raat rst te Kloos
8
pad Gas
10
14
bos
bos
16
Schapenland
bos
Dokter Manjoe roplantsoen
Lepelaar
18
Kan aal Alkmaar
13
9
7
12
12
4
16
239
23
rggrach rbu o Vo
2
16
24
22
4
raat st er st We
18
21
wgr
5
20
7 23
racht ng nse Pri
235
19
18
52
5
24
5
5a
14
5
22
t ach ngr nse Pri
13
6
17
13
2
54
7
3
28
26
r ke ma ite hu Sc
18
bos
30
16
6a
6
24
233
433
bos
bos
bos
14
bos
Randweg Oostelijke
bos
bos
bos
bos
bos
bos
bos
12
51
17
856
4 20
32
18
6
231
26
brug Kromme
3
711
Schapenland
15
ot lo gs Rin
56
34
20
28
229
2B
2A
49
17
17
860
8
11
12A
10
6
15
3
10
9
12
s i ch or et Ri 58
22
aat aat tr ss ds d rhei jve Ni
36
22
30
d gaar Boom
200
ard ga om Bo
183
10
32
820
8
24
38
24
raat rst te Kloos
7 22
7
32
t ach rggr bu Voor
2
12
47
16A
19
858
12
13
11
862
m oe l eb an Zw
7
10
10
11
9
872
14
5
29
20
12
9
27
14 60
40
5 22
bos
14
45
16
21
t
2
3
25
870
4
et ro sg er gg Wi
23
22
7
21
24
5
19
el st i rd ee Sp
3
17
f ra sd nd Ho
14
15
26 7
62
26
42
len mo Pel
6
20
3 22
34
pad per Zij
4
en tev Plat
8
bos
181
16
43
Oudepad
41
15
30
t aa tr ss rp Do
2 5
ter
44
42
8
t/m 12
36
1 22
2
727a
Dokter Manjoeroplant soen
bos
14
28
836
28
3
6
28
38
bos
18
10 13
23
842840
30
64
30
lingmees Vei
8
32
46
10
bos
9
nspad Gre
r akke Gras
bos
40
4
ot slo zer Kei
89
10
Kerk
School
Dwarspad
9
Begraafplaats
8
He nd ri kk ad e
25
852
32
16
6
2
20
4
34 34
48
en mol Pel
44
219
bos
217
20
kpad Mel
20A
87
Oxhoofdpad
7
Pri ns
26
848
4
22
3
6
2
8
2
8
et ro rsg tte Bu
10
15
18
d i ru kk i rz Pe
10
12
4
10
18
16
6
12
22
18
4A
850
14
et ro sg el Am
oot rsl ave Kl
3
2
6
20
2
854
er av kl l Ro
20
4
4
t oe gr ge La
24
2
864
35
24
30
15
t h
33
17
6
866
31 129
50
12
rac g g ur rb o Vo
11 15
215
bos
bos
6
85
14
868
29
15
11
874
9
4
13
13
4
9
5
878
27
8
7
3
880
7
t oe sgr l raa mi Ad
21
raat st s p r o D
25
12
5
19
14
5
14
3
18
882
3
et ro sg en jm Ti
et ro rsg aa en l l To
17
2
91
16
4
89
15A
884
16
2
15
6
87
40
4
42
et ro sg Bo
8
20
t aa tr ss i hu gt Re
m oe l eb an Zw
85
9
8
g we nd Ra
6
10
10
16
83
11
12
e jk i el st We
8
12
886 A 6 88
t aa tr es od er ed Br f wer ut Ho
127
37
52
13
2
13
22
24
81
42A
et ro sg er amm Br
44
10
46
6
79
2
446
12
4
24
20
66
35
11
213
de Wei
98
14
125
54
9
School
4
S c ho ol s t r a a t
6
211
100
85a
15
123
7
56
8
rte Ko
19
102
bos
22
raat sst cht dra Een
bos
bos
16
bos
44
t aa tr ss id he er jv Ni
33
5
120
17
104
24
8
85b
77D tm 77A
bos
bos
6
17
888
t aa tr es od er ed Br
121
99
58
3
10
09 72 20 05
122
15
106
26
85c
bos
bos
818 Slu isk ade
5A
31
18
890
26
22 119
2
97
31
8a
e
en mol der Pol
bos
3
12
akker Klei
124
108
de Wei
32 20
14
201
te Kor
126
13
2
2
5
755 Ui tval sw eg
t/ m
19
894
28 46
95
10
60
lenkad Mo
62
2
akker Hooi
16
128
11
28
85d
bos
4
4A
1
20
960
48
4
64
4
18
130
9
ide gewe Lan
bos
4
23
bos
4
39
212
Mar ij ke st ra at
t/ m
21
892
30
4
6
93
12
66
en mol Pel
er akk Hooi
7
20
29 t/m 31
21
6
21
bos
135
School
105
3
33
14 -2 4
Pri ns es
22
896
g we nd Ra
2
900
g we nd Ra
g we nd ra
6
902
6
Praam
3
e jk i el st We
sdam aard j Span
8
t a ra st
ee br eg We
245 N.Weg Prov
8
Vlet
245 N.Weg Prov
24
g we er me rk Ke 28
Praam 30
d rpa nte Wi
14
908
8
er me ei Kl 32
71
16
rps Do
59 91
04 N5
14
68
School
158
5
Langew eide
tweg Gees
11
42
964
57 4D
4C
4B
70
160
156
19
8
bos
14
31 -3 9
Ju lia nas traat
23
bos
ad bl rie rd te Wa
35
8
per ip ch ts ur Be
bos
72
4A
eweg al nci ovi Pr
2
154
3
eide gew Lan
9
40
910
55 74
4
162
17
38
918
53
10
sel Mos
6
bos
164
152
210
7
nen epe Sch
15
2
6
ter Tjot
36
bos
5
33
De
2D
2C
2B
2A
8
24
166
ide We
168
212
5
rter Poo
4
10
34
928
3
2
bos
10
kel Kok
93
12
n e mol
91
26
170
rte Ko
214
3
6
8
19
32
930
51 36
89
ren Ko
28
bos
Loopakker
172
13
8
12
Grundel
14
17
12
Wil hel min ast raa t
33
30
932
49
4
lad ieb dr ter Wa
27
ad iebl dr er Wat
25
Sportveld Tennisveld
87
30
174
216
ap sch Vroed
19
2
16
821
31
28
912
2 85
176
218
1
11
10
4
18
39
26
954
t aa str en ng i jl i Te
70
34
g we er me rk Ke
69 34
t af gr er ht Ac
36
4
36
4A 38
67
2
962
n Va
66
6
10
65
40
2 42
63
44
60
2
12
1a
4
8 16a
6
904
14
23
34
83
Ol Oliemolen
8
ht rac rgg rbu Voo School
6
21
81
16
ier viol er Wat
79
10
926
16 77
32
bos
er kk oia Ho
bos
bos
12
18 75
169
14
20 73
bos
bos
167
12
Begraafplaats
nge pu ek Be
bos
3
101
17
19
id ru nk tei Fon
99
71
bos
165
16
906
g we nd Ra
69
8
2
163
12A
22 97
12
10
4
bos
bos
bos
bos
161
9
12
pper Kli
18
24 95
67
14
eld Voetbalv
93
16
65
12
6
bos
bos
159
14
20
wiu
91
18
14
73
157
pper Kli
6
14
966
26
89
20
16
41
75
155
p cha eds Vro
16
17
8
ner Schoe
10
16
970
k an pl op Lo
53
10
p ho sc em ez Bo
51
34
10
261
119
201
15 17
21
159
36
t af gr er ht Ac
38
46C
38
44
40
t af gr er ht Ac 265
40
41B 42
l ke re St
87
22
39
77
de ewei Lang
153
18
15
12
20
22
914 87 6
Kerk
wiu
51
4
e gg rze ve Oe
85
24
Paltrokmolen
18
bos
Kor enm ol en
91
151
20
13
14
ener Scho
16
18
972
29
83
26
37
135
79
149
11
18
24
raat st
6
81
28
n en mole kmo ok Paltro
79
ter Oes
30
35
137
93
147
weg est Ge
20
18A
bos
t
st raa
Dorps
School
2
2
77
bos
ge zeg ver Oe
2
75
34
32
Molenkade
73
36
20
ker asak Moer
141 139
97
145
22
18
974 15
bos
bos
71
38
Ros mol en
143
99
de gewei Lan
95
r akke mme Kro
Kroosakker
Loopakker
145
101
Korte Weide
234 236 238
143
38
24
20
ht c a 69
40
Moerasakker
Rietakker
147
e w ei de
141
ide ewe Lang
bos
40
9
26
22
916 bos
g we len mo ag Za
uid kr ein nt Fo
87
67
25
317
223
Lang
226 228 230 232
de
42
28
15
11
29
24
rburggr o Vo 85
65
eld Voetbalv
l sse Mo
63
23
315
149
Langeweide
327 329 331 333 335 337
225
Langewei
227
out Sch
44
30
bos
10
Eila ndpa d
37A
24B
2
De
61
21
311 313
229
46
32
19
819
26
984 16
19
231
ap sch Vroed
48
2
13
27
35A 37
26
121
bos
233
tweg Gees
Gemeentehuis
oot rsl ije Ma
4
11
2
25
32
920
4
53
10
990
g we er me rk Ke
8 7 6
10 42
Schagerweg
22 44
8
9
7
51
bos
nt mu er Wat
49
8
934 6
7
10
893
20 18/
bos
bos
51
12
936
8
raat st mans Bogt
5
lad fb Hoe
de od sd Li
bos
5
47
10
938 10
3
rens Lou
2
7
2
45
4
940
12
4
unt rm te Wa
49
12
946 t
straa el e st a K
14
37
6
n or do an as er Mo
8
bos
bos
41
14
948 bos
35
16
t aa str ode eder Br
33
3
8
10
bos
5
t oe gr Kooi
3
39
43
t oe gr rs Vade
4
47
37
loot gges Bru
16
950
14
32
7
10
12
35
26
952
16
34
5
12
zoet ter Bit
14
sportveld
eld Voetbalv
zegge Oever
3
6
33
45
28
956 18
36
3
weg en ol agm Za
zegge Oever
Veertweg
31
t loo ges ug Br
9
385 Havenplein
17
30
958
20
38
16
aan Sw
29
7
15
32
968
22
40
t aa tr iss hu gt Re
42
inde agw Ha
raf sd nd Ho
18
bos
De
8
43
r Boeie
ugpad Langebr
bos
D u b b e leb u u r t
8
35
Uit val swe g
23
33A
34
976
24
t aa tr iss hu Regt
22
20
eg emanw Ze
t oe sgr Bo
10
41
14
rps Do 26
16
24
er Piet
913
t oo esl gg Bru
6
978
28
22
39
8
980
30
15
26
12
15
982 46
6
nde agwi Ha
8
28
37
18
986
48
10
13
24
14
20
988
50
12
bos
34
30
g we nd Ra
36
32
35
13
22
992
e jk i el st We 52
de win ag Ha
14
959 e ijk el st We
B os g ro et
16
11
82
994
e jk i el st We
54
483
38
2
9
31
24
996
A 501
traat ons Kro
56
at ra lst tee Kas
bos
at ra lst tee Kas
58
t aa str uis th Reg
16
42
t oo rsl me Zo
4
t oe gr els Am
67
7
29
26
02 10
4
60
44
6
5
27
bos
bos
28
6
04 10
6 100
8
62
bos
g bur elen Eng
64
18
40
65
3
25
bos
bos
Fabriekspad 10
10
43
aat tr ss rp Do
08 10
12
66
50
46
g enwe
Zaagmol
52
48
t oe Lagegr
8 8
903 t loo ns re Bu
cht Voorburggra
17
Dubbelebuurt
12
De Wup
30
12
68
31
54
oet sgr Bo
58
bos
e nd agwi Ha
04 N5
56
60
63
33
Tjalk
19
Dubbelebuurt
t o lo ers ij Ma
13
12
1010
7
10
29
62
6
eg ew ial inc ov Pr
64
66
10
31
9
11
32
41
9
aan fdel Lie
70
68
61
ot slo mer Zo
29 29 d c
7
Het Mat
5
13
14
39
101 2
Woudmeerweg
13
at tra Kroons
12
74
tweg er Ve
72
76
59
33
29 29b a
5
loot es mp Po
De Wu p
3
ein
Hav enp lein
13
34
101 4
22
27
59
61
29
2A
2
5
bos
3
ts di jk
Am bach
17
998
e jk i el st We
d rpa nte Wi
9 44
245 N.Weg Prov
4 46
3A 48
2
3
8
bos
aat str Kroon
35
37
3
De Vork
12
60
A mb a ch t s d ij k
153
Amba cht sdi jk
gld
2
gld
267
t Sterntje
203
15
205
12
gld
14
gld
16
gld
Am ba cht sd ij k
10
laan fde Lie
t raa nst Kroo
14
25
an Swa
78
t/m
t/m
33
29
919
39
bos
51
23
De
wiu
bos
80
37
19
27
3
9A 85
ggracht Voorbur
bos Dubbele Buurt
2
Havenpl
11
717
917
bos
JK
Ambach ts dij k
41
16
21
8
82
22
31
31
25
909
bos
49
86
84
t/ m t/ 35 m 11
13 1
71
24
29
sloot ee Br
23
t oo rsl ve Kla
29
21
23
AM BA CHTSDI
bos
18
47
19
90
t/ m
27
19
925
21
t sloo
16
t Doofpo
435 bos
22g 22e 22c 22f 22a 22d 22b
11
21
33
825 Prin ses Bea trix stra at
719
bos
45
17
92
88
26
29
27
17
19 eg jke Randw Westeli
bos
eg nsw o ti ta S
9
19
29
809
921
11
bos
2
Oudek erkpad
5
17
27
KanaalAl kmaar ( Omval )- Kol horn
bos
8
94
25
t/m
15
15
bld
18
bos
West elijk e Randw eg
20
43
98
28
19
13
29
Keppel
13
14
bos
15
31
4
401 25
4
13 Statedijk
bos
23
8
22
41
96
30
23
25
11a
11
2
7
3
29
9
10
823
bos
wiu
wiu
100
32
21
4
Ma nd epa d
13
27
7
21
77
13
867
883
881 bos
11
5
19
83
393
bos
24
102
34
19
6
unt De P
9
23
3
25
Ju lian as tra at
104
21
41
39 vvvv
os Aalb
horn Papen
bos
7
17
19
2
827
391
957 13
3
5
15
rd st ra at
67
4
427
bos
bos
3
13
Pri nse s M argr iet str aat
11
3
8
855 Wilh elm inas traa t
849 Berna
35
817 813
71
t oo rsl ve Kla
sloot Zuider
bos
8
11B
75
9
43
851 Pri ns
33
65 weg Rand elijke West
12
rst endo Grot
10
11A
eg ndw Ra
7
12
Kanaal Alkmaar (Omval) - Kolhorn 29
785
845
439 e jk li te es W
Ir en es tr aat
37
9
443
bos
Pr in ses
bos
14
781
859
425
885
Dij kpa d
bos
16
861 bos
18
19
929 31
7
891
889 wiu
bos
25
3 53
433 7
99
895
437 bos
bos
31
775
831 403
7
11
927
27 3
907
bos
bos
37
415
12
923
9
487
11
bos
23
757
815
377
74
451 bos
bos
33
743
741
761
351
88
bos
wiu
wiu
104
29
loot Laans
bos
14
t elmoo Midd
bos
Dijk
21
727
753
745 349
90
485
39
bos
bos
bos
19
725
773
bos
10
106
36
17
t/m
16
bos
37
bos
39
747
345
82
441 92
935
473
941
937
bos
35
715 713
767
9
bos
275 277
201A
Pluvier
57
281
Benedenweg
19
209
283
279
161 163
165 167
26
24
285
287
22
289
215 20
291
293
295
221
221
3
5
297
7
299 301
207 213
9
11
303 307
313
251
263
237
217
179
183
39
3
5
7 9 11 13
15
17
315
223 225
227
19 21
23
50
bos
48
bos
2
bos
4
bos
bos
bos
bos
108
38
19
16
10
unt De P
bos
683
bos
West elijke Randw eg
110
et ro sg Bo
40
15
18
33
Vre eke swei d
75
35
17
711A
771
69 Oost erdi jk
33
15
West elijke Rand weg
bos
112
t oe gr ns me Tij
42
t oe gr els Am
2
28
9
681
679 677 671
739
341
837 11 29
94
bos
bos
114
44
23
4
31
bos
bos
volkstuin
wiu
116
46
/m 1t
bos
6
29
32
volkstuin
g we ans pm Ho
2
2
48
oet gr els Am
38 18
bos
8
34
669 665
g we er me rk Ke
10
14
4
4
2
50
oet pegr Pa
52
2a
10
Twu yver weg
Kru irad
75 22
g we ans pm Ho
6
bos
4
59
Hul stst raat
16
bos
8
oet izegr Klu
10
6
6
57
661
7
723
333
17
6
bos
bos
15
16B
8
12
8
Spa njaa rds dam
43
19
25
17
699
g we
weg meer Dieps
14
10
17
Oosterdijk
35
Hopmans
12
52
at de Pl Bree
15
41
28
ie rr Lo
eg rw mee Dieps
12
13
39
27
33
329
833
12
17
429 13
7
bos
bos
18
9
16
n aa Sw
l staa Bijle
11
37
32
p cho ems Boez
it hu Sc
9
De
14
14a
14b
35
28
31
655
117
5
23
TEN ZUIDEN 2
69 30
73 24
29
653
20
ie rr Lo
rekel St
weg er me ps Die
weg an Zeem
16
33
9
26
49
t pi rs Haa
it hu Sc
ter Pie
56A
31
7
bos
11
39 23
l ge eu tb Kan
1a
and olm Ko
56B
5
2
bos
4
5
63
8e
bos
54
56C
54a
27
6
61
8f
04 N5
bos
bos
3
15
8
59
Ran dwe g
Oos tel i j ke
4
eg ew ial inc ov Pr
bos
bos
47
3
10
27
7
71 26 Ran dwe g
27
35 19
29 9
7 5
25
81 8
8g
bos
togt Nauer
43
bos
41
25 13
132
Han gel ier
55
3
ie rr Be
bos
bos
39
23 11
122 bos
53
Oostelijke Randweg 2
04 N5
12
22
bos
37
wiu
2
3
6
eg ew ial nc ovi Pr
n aa Sw
bos
35
2
4
Zwembad
21
79
Oos tel i j ke 9
wiu
bos
De
33
4
6
7
65 32 10
g we er me ps Die
504 N-
16
31
51
6
8
136
N24 5 Weg ov. Pr
nweg Wage
18
29
Twu yve rwe g
Twu yve rweg
8
10
18
643 639 637
113
96
467
19
bos
bos
bos
weg Wagen
20
27
49
62
5
17
134
35
bos
bos
8
bos
bos
25
47A
10
9
3
15
11
19
33
17 15 13
13
2
39
37 35
bos
bos
weg er me ps Die
bos
rtogt Naue
23
21
12
16 17
6
2
3
26 6 8
4
30 10
12 14
631
bos
bos
bos
21
22
14
60
13
15
Spa nri ng
11
2
bos
bos
19
23
58
19
8
8
9 10
bos
Wagenweg
bos
10
bos
bos
18
bos
20
bos
22
bos
bos
bos
bos
24
2
bos
bos
19
bos
bos
bos
46
bos
bos
219
17
bos
Prov .Weg N245
bos
17
24
56
Kro osb rug
1t /m
7
4
20
22
16
6J 1 t/m 6A 1
19a
43
24 26
623
39
28
29
27
245 NWeg Prov.
bos
bos
bos
15
bos
bos
44
bos
bos
3 5
323
259
245
229
3 5
7
13
Prov.Weg N-242
Sl on ge
15
25
54
9
23
Prov.Weg N-242
12
bos
42
bos
wgr
Wagenweg
bos
bos
bos
40
bos
epad
bos
bos
bos
13
26
16
7
Kemphaan
Hafi
bos
bos
11
27
20
5
Van gst ok
Roo ste rho ut
3
11
19 7
e Breedal
bos
bos
bos
bos
9
28
22
22
26 4
16
9
bos
10
bos
recreatiegebied Geestmerambacht
bos
7
29
24
Wa cht deu r
4
6
2 t /m
24
28
14
18
17
14
bos
bos
bos
11
bos
bos
bos
bos
bos
24
bos
eg nw ge Wa
bos
bos
bos
5
30
9
6
8
10
bos
bos
bos
bos
3
Twu yve rweg
31
10
8
20
30
2
12
22
Mid den ma nde r
10
24
33 31
31 29
33 31
29
27
19
5 29
27 25
bos
wld
bos
bos
16
32
Plaat jes
Wa ter pel uw
Pen ant
20
gld
bos
Wes te rk er f
bos
6
17
Pla atj es
16
2
19
21
Dorpsstraat
Kerk meer weg
bos
18
15
Braeck
18
4
21
8 9
eg ew ial inc ov Pr
bos
eg genw Wa
bos
bos
bos
bos
9
bos
bos
wiu
wiu
bos
Kle imeer
bos
22
bos
eg Wagenw
wiu
bos
bos
bos
8
20
13
2
47
10
18
bos
gat Vlas
bos
bos
bos
20
bos
24
sgat Vla
moeras
bos
18
gld
gld
bos
bos
bos
19
bos
g nwe ge Wa
bos
bos
bos
bos
bos
14
10
6a
11
8
Fo rs yt hia laa n
45
12
Vel dreg el
21
bos
bos
bos
bos
17
eg ew al ci in ov Pr
t ga as Vl
bos
bos
15
bos
bos
bos
bos
16
12
22
9
10
43
14
Reiger
eweg al nci ovi Pr
Wagenweg
bos
bos
moeras
bos
18
24
7
12
41
Roz enl aan
39
16
5
10
12
19
27
25
627
621 619
27 45 /m 7 t 1
23 Ran dwe g
23
20
28
3
15
19
Ran dwe g
23
Spiering
23
21
21 19 17 15
23
21
19 17
19
17
13
14
OUDE LINTBEBOUWING 16 31
bld
bos
bos
bos
recreatiegebied Geestmerambacht
2A
63
14
Domey nen
5
16
61
37
18
10
g nwe ge Wa
gat as Vl
bos
bos
bos
2
3
18
59
35
47
4
2 Wulp
wgr
bos
bos
bos
moeras
20A
20
57
Moer ver weg
33
45
99
11 Aal sch ol ver
Vlas gat
bos
moeras
eg anw em Ze
32
4
22
55
31
43
97
2
13
659 295
9
15
651 647
591
617
613
641 585
10 3
12
6
26 2
20 6
t ga as Vl
bos
bos
moeras
13
bos
bos
bos
bos
bos
29
r te Pie
34
22
53
Roz enl aa n
41
95
4
11 16
56
15
9
7 5
11 9
7
37 19 t/m
17
297
293
581
13
14
625 Voo rbu rgg rac ht
597
649
589
587
705
721 331
11 281
15 9 7 5
3
5 5
11
9 7
3
3 6
21 15
18
Oos tel i j ke
10
11A
11
27
289 571
11
5
B e rke
3 21
575
565
291 563
697 691 687
109
Waarddijk Noord 3
11
11 9
7
279
277 275
7A 1
107
17
865
7
Waarddijk Noord 12
Ooste l i j ke Ra ndweg 17
13
Oos tel i jke R ie tga
5 3
Violenstraat
673 549
561 559A 547
311
101
759
7H 1 25
675
541
5K 1 m t/ 5A 1
17
663 537
299
Voorburggracht 539
Voor burg grac ht 559 551
547a
Dorp sstr aat
273
Voorburggracht
15
38
9 10
46 47
48
49
559-1 559A-1
19a 19
22
9
42
33
25 36
29
35
37 10
Go ud ze el t
14
583 15
7A 3A
Dorpsstraat 434
432
17 41
615
11
13 29
Kastanjelaan 7
39 37
629 3 45
273
353 31
11
34
Dorp sstr aat
43 41
Jul i ana van Stol bergstraa t 30
36 9
4
40
38 4
32
7
18 37
7
115 19
763
29
13 37
35
27
28 5
16
31
31
3
13
13
45
Wi el ewa al
3
wgr
d Noor
28
bos
bos
bos
19
29
36
28
6
24
29
21
39
St uime lla an
93
bos
91
29
11
11 38
n h of 43
42
44
3
33 23
689
259
271
695 251
17 9 7 5
3
40 Sno ekb aar s
2A 16
241
343 26 28
535a 535 17
11 17
489
693
485
685 487
479
247 465
477
261 475 471
243
455
111
15
15
13
M.U.V. HET GEDEELTE 2
De
wiu
bos
bos
26
24
Noor dein de
51
Moerverweg
27
19
37
89
Magno lial aa n
Kanaal Alkmaar (Omval) - Kolhorn
25 10
27
bos
10
49
26
25 17
35
2
40
25
2 3
24 11
57 12 13
2 19
d or No
bos
12
47
23
33
4
42
23
2 St er n
4 Reiger
Reiger
29
De
bos
bos
Ker kel aan
14
28
15
Ro ze nlaa n
31
6
44
F uu t
bos
26
bos
16
45
29
21
8
46
Ma gn ol ial aan
18
435
271 436
12
451
467
701
Boo mga ard 453 443
459 457
449
447 441
267
438
709 483
421b
6 10
11
24
25
moeras
18
30
1927
10
48
Ma gnol ial aan
bos
12
graft
moeras
bos
20
32
25 17
12
Hekl at
bos
bos
61
27 13
Achter
NAUERTOGT
22
Kerkmeerweg 11
13
23
15
St uim el laa n
19
bos
bos
59
Lep el aar
eg genw Wa
bos
di jk
K anaal
bos
bos
24
9
Lupi ne hof
17
bos
57
41
n s
K a naal
h
wgr
er me ei Kl
bos
26
7
13
Roz enl aan
11
15
bos
Sportveld
bos
55
19
431 Dorpsstraat
15
20
9
25
39 23
21
15 13
5
19
27 15
417
707
421a Dorpsstraat
8
13
411 409
421
419 407
14 429 401
21
57 93
11 9
59 91
877 21 15
78 80
5 80
45
A.V.H. DESTREELAAN 22
11
12
25
17 11
405 399
103
9
793
29 27
105 11
733
175a
8
403 Dorp sstr aat
570
Meeuw
Wittekruisstraat 10
171
Kas tan j el aan
12
Dorpsstraat
9
155
153
175
169 Voorb urggr acht
31 11
14
bos
bos
bos
bos
Ker kel aan
Kerk
5
Bal juw
9
13
23
bos
39
11
5
m t/ 143
30 137
127
149 141
15
125
109
375 14
737
135 133
129
Voorburggracht
473 7
23
147
97
6
373
20
769 8
3
18
371 2
4
97 95 33 31 29
379 21
16 15
23
19
111
13
805
13
107
9
21 11
105
5
17
7
381
23
Dorpsstraat 13
Schapenland
123
165 Voorburggracht
Dorpsstraat
173
111
107 Voorburggracht
91 89
83
751 255
32 145 Dorpsstraat
Dorpsstraat 13
10
19
219
461
12 8
9
119
95 221
131 99
217
73
84 15
25 82
11 78
829
79
41
65
21
103 211 213
71
33 77
71
69
253
251 243 239
237 225
121
241 223 Dorpsstraat
93 203
207A
205
83 207 203A
197 195
215 209
Dorpsstraat
81 193
423
Oxhoofdpad
75
87
81
33 31
5
395 85 77
29 27
7 76
25
3 80 82 84
17
50
35 88
90
873
17
9
389
94
15
48
387
96
99 101 103
178
27
191
151
17
73
181
53 Voo rbur ggra cht
171
63
185 183 175
173 169
59
177 161
159A 141
102
27
182
383
104
25 110
21 23 25 196
52 112
19 188
186 184 194
17
190 198
44 118
11
202
78
206
7 11
86
14
16 17
192 200 2
4
204 6
8
27 25
23 21
208
12
114
42
90 18
46 116
46
48
21 23 22
9 88 90 92
100
116 114
13 175
92 14
173
98 15
112
120
118 16
110
36
9 79
363 163
153
165
159
157 139
Dorpsstraat
11
159 15
13
167 137
101A
157
39 37
101 t/m
20 46
163 35
33 31 23
77E
24
48
67
56
10
765 t/m
28 52 10
16
14
69
54
7
369 41
26 50
9
123
86 11
837A
30 28
26 24
35
29
180 3
77M
151
231
24
51
129
31 31 33
35 37
39
33 31 27
365
147A-B 145A-B 143
133
77J
149
127
94
Li en t
77H
39 125
15
115b
113
123
Vo or bu rg gr ac ht
115a
113A
119
115
109
58 27
19
11
23
17
92
431 15 5
97
53 51 49
47
32
95 41
39 37 35
9 29 31
45 43
57
113
24 26 28 30 32 20 22
18
21 23 25 27
Korenmolen
33 31 55 51 53 49
45 47
13
29
19
853
51
13 101
96
99
49
47
Wipmolen
45
Staartmolen
11
9 5
17 15
25
25A 21 23 19A
31 21 23 19 17
31 33 33A 27 27A 29
17 17A 15A
13
4
15
41 43
307
13 305
15
811 De
111
107
121
Do rp ss tr aa t Bak ker spa d
r ke ak nd Za De
106
91
30 81
34
85 83
Li en t
Dorpsstraat
32 79
171 49
11
De Afslag
22 45
Voorburggracht
kk a d e
55
5 47
177 43
13
Sluiskade
Kroosakker 123
19 309
299
Kroosakker
133 131 129 127 125
119 117
115 113 111
107 109
89
303 291
121 103 105
87
843 841 179 133
131 He ndri
De 42
Pr in s
103
44
38
44
46
67
66
40
Pri ns He nd ri kk ad e
Af sl ag 68
180
2
240 242 244 246
301 295
285
15
297
287 283
293 235
10 188
190
194 196 198
289 237
3 209
89 241
243
15
901 13
55 51 245 251
108
48
73 70
117
Ko l ho rn
87 60 62
64
( Om va l )Ka na al Al km aa r
58
He nd ri kk ad e
12
72
65A He ndr ikk ade
Pr i ns
Do rp ss tr aa t 74
181
54 253 50
Krommeakker
257
25
54
205
23 255
56
10 76
65
Pr ins
53
78
41
192 7
7
62 6
200
5
11 10
7
3
17 19
14
203 201 16
247 6
7 18
249 52
8
3 22
19
58
10
39
37 24 36
60
12
184
44
207 Tjalk
182
38 40 42 46
27 4 14 16
18 20
64 22
186 50 52
3
8 28
58 62 60 64 66 68
70
72
26 24 30
34
23
3
80
16 Westeinde
5 2A 2B
81 38
20 2
85 36
13
10
83
34 30
32 31 33
32 28
36 35 39 37 41
76 74 25
43
33
78 23A
239 We st e li jk e
13
495 63 71
479
2
491 61
477 4
933
12
949
9
899 11
117
69
7
8
887 3
73
25
497 67
23
471
14
839 39 37 Dorpsstraat
51 80
129
123
31
29
119
8 97
82 19 117
115
127 Dijk
27
111
41
95
3
915
2
119
67
19
481 11
449
6
8
103
6 93
8 10
6 101
4 91
2 R a nd weg
16
18
27 29
79
48 107
Li nde pad
12 77
56 54
5
99
21 113
15
87
83
109
3
7 9
115
71
5 3
39
475
6
5
469
10 3
47 31
3
20
25 Dijk
23
13 11 9
7
17
Pr i ns es
14 73
Dijk 1 6 t /m 38
26 105 Pri nse sM arg ri ets tra at
17 2
85 5
35 4
121 6
Be at ri xs tr aa t
8
35
43
29
5 18
14 12
28
9
72 74
37 27
21
47
947
4
7
8
963 8
7
2 6
2
43
19
7 19 15 17
20 14
17
5 5
19
76
45
11 13
13 11 13
72
43
15 17
27
905
39
45
11 7 9
21 33
69
31
5 2
3
33
55
10 49
67
92
47 45 43 41
63 96
12
39
17 98
5
3A
13
21
4A
7
41
31
5
11
3 41
102 100
3
9
7 3
2
9
33
29 27
14
989
14
125
65 63
13 57
bos
bos
t rtog Naue
t V enn et je
7
Stu ime llaa n
11
21
bos
37
13
5 3
37
4
53 16
4 6
4
991
6
6
10
37
24
57 12 14
43 8
35
33
26
15 Hornweg
41 10
42 46
39 12
51 18 20 22
16 50
D ieps 10
m e e r weg
12 40 44 48
18 52
landsc
wgr
bos
bos
bos
4
3
5
9
Wi lge nlaan
30
53
35
10
987 54
29 22
11 9
17 55
7
65
94 24
11
61 Dijk
5
7
911 29
3
6 3
118
17
9
2 14
13
86 5
2
3 4 53
10
9 51
6
128
84 3
2
37 14
16
12
5
13 49
47
12
10 2
35 18
20
14
126
130
11
Westelijke Randweg
27
8
16
4
5
26 23
bos
2A
3
2A
7
32
51
33
37
Ribeslaan
35
31
10
8
20
18
13
4
24 21
11
501
4
7
142
138 140 144
10 6
6
22
10 We st el i jk e
19
4
4 3A
13A
bos
bos
2
2
5
34
IJsbaan
29
8
5
37 35
10
9 14
14a
12 16
camping
8
1b
4
3
36
bos
49
33
64
3
22
8
20
5
10 20 20
Pro v.W eg N-2 45 bos
42
10
1a
6
Wi lge nlaa n
5
bos
47
27
14
51
48 48
46
71
8
34
40 12
12
32t/m36 50
14b 26 17
18 24 15
104 Tw uy ve rw eg
9
4 16 18
11 46
/m 2 t
8
25 15
Ra nd we g
Dijk
16
4 6
12
32
16
3 2A 2B
11 8
9
4
T OG RT
NAUE
bos
bos
bos
28
12
10
38 3
bos
45
31
25
Spirealaan
Magnolialaa n
66
88
11 7
14
d hol
er Ve
Na N au we rt ogt gt
bos
bos
bos
bos
14
12
Elz en laa n
14
38
bos
43
29
2
8 24
6
36 34 30
12 18
Gee rsen
bos
bos
bos
16
40
bos
41
27
12
124 9
49 Ra nd we g We st el i jk e
Hornweg hoek
4
20
14 Spa nja ard sda m
2
16
18 11
62
Zes
Neg en
bos
18
23
42
42 Zwembad
39
Ribeslaan
25
2
Noor
t
t tog er Nau
Nau er togt
bos
Na uer to gt
De
De
bos
bos
20
21
89 Sch ool
18
Sporthal
23
Spa nja ard sda m
Molengroet bos
bos
2
22
19
44
Wil gen laa n
Kas tanj ela an
Bever plein
16
Prunuslaan
18
45 Br o ec ker
24
Spa nj aar dsd am
7
10 2
Ko ni ng ss pi l
120 7
Vro ne rm ee rwe g 24
17
Elzen laa n
bos
bos
38
Kerkmeerweg 11
Amb ach tsd i j k 36
73 bos
40
23
Wo ud me er we g
5
bos
4
Dorpshuis
12 2 -
volkstuinen
Magnolialaa n
7
4 6
8
13
bos
Ahornlaan
tennisbaan
tennisbaan
8
Hon dso or 5
7
27 Stu ime lla an
46 Begraafplaats
30
75
22 Kieft
2
bos
5
45
59
2 20
19 Reig erlaa n
2
Pl aat jes
D a a lme e rp a d
43
11
D aa lm ee rpad
bos
6
41
Boet ersla an
47
13
9 4
Di jk st al we g
Bl okk eel
7
8
39
45
Meeuwenl aan
6
65
32
3 4 5
22
24
26 28
Spa nj aar dsd am
5
bos
37
43
44
bos
10
12
41
23
2
2
81
69
9
4
bos
12
11
53
21
7 9
Kor bee l
10
14
10
51
19
23
Ach tka nt
2
4 12
10 30
32 34 36
Spa nj aar dsd am
11
30
28 26 24
16
21
Mo l enw i ek Di jk st al we g
8
14 16
Van de Vij zel laa n
17
18
13 14
bos
18
49
3
Kroonenburghof
47
De Le pelaa r
39
19
20
Braeck
16 15
22
m e e rpa d
20
37
17
24
49 3
Bi nne nro e
26
13A 16
Daal
22
35
38
61
83
2
Daal meer pad
37
33
36
63 87
bos
Vinkenlaan
35
Sportterrein
33
31
De Le pelaa r
29
45
8 10
60 77
bos
128
Benedenw eg
Mole nhof
31
27
6
75
34
85
bos
130
114
29
Reiger laan
25
13
67
bos
134
132
Zandb oschl aan
27
23
15
47
20
24
8
13
11
65
De Hel ling
2
21
10
30
63
2
6
19
12
61
54
3
24
Vro ne rm ee rwe g 12
bos bos
volkstuin
7
17
32
73
57
59
10
66
56 57
43
46 48
50
52
32
Groenveldweg Boete rslaa n
15
14
Wie lew aal
16
Aalscholver laan
34
41
16
13
36
71
Peu l ste en 55
51 49
39
37
Ka be l ri js
16
18
34
bos
bos
bos
De Hel lin g
bos
8
1A
De Lepel aar
11
38
18
56 58
60
32 34
48A
bos
bos
Plu vier
Wi ele waa l
26
36
38
6 Sp er we r
Meeuwenlaan
5
9
A. V. H. De st re el aa n Ei ke nl aa n
40
10
44
30
Be ne de nw eg
8d
72
Groenveldweg
46A
Reiger laan
3
81 79
44
Be ne de nw eg
Kerkmeerweg
Magnolialaan
55
53
46
53
51
20 Wi l ge nl aa n
26
44 A. V. H. De st re el aa n
Vr on er me er we g 36 40
48
N o o rd e inde 48 30
50
28
36
5 42
48
52
38
Bo ve nw eg
50
50
34
54
B o v e n weg
40
2 52
52
18
Fu ut
69 Ma gn ol i al aa n
Magnolialaan
7
2
4 6
8
42
17
56 44
Ker kpl ei n
14
54
56
12 37
35 31 33
29 27 25 21 23
19 17
22
37 35
47
45 41 43
24 31 33
29
bos
9
Bakker slaan
bos
11
Zandbos chlaa n
10
7
Fu ut
4
56
D ie p sm e er
La an tjes pad
bos
volkstuin
11
5
2
School
Fu ut
4
58
22
38 60
bos
bos
bos
Stenenl aan
3
6
90
67
58
Ka be l ri js 34 36 38 40 42 46 44 50 48
Gedempte Bakker slaan
Frobel straat
Zui der laant je
8
Kare kiet
34
Spirealaan
28 Be ve rp l ei n 27 25 21 23
19 17 15
Benedenweg
Groe nvel dweg Meeu wenla an
bos
36
60
6
Ribeslaan 21
19
64
6 62
Bo ve nw eg 66
70
Ambachtsdijk A. V. H. De st re el aa n
94
8c
74
Ben ede nwe g
18
76
Vee rtw eg
56a 80 82
Ka be l ri js 52 54 56
17 15 13 11
58 60 62
64
66
Ka st an je l aa n
13
39 Prunuslaan
74
78
88
28 74
22 78
14 80
bos
bos
Nau er to gt
bos
bos
Da al me erp ad
bos
10
bos
38
106
20
68
Mo erv erw eg 10 12
14 16
84
Be ne de nw eg 104
20 66
110
Sne es weg
Nau er to gt
N a ue rt o g t
bos
bos
Frobels traat
bos
Sperw er
22
14
68 70 72
12 18
20
86
28 76
A. V. H.D estr eel aan 82 84
86 88 90 96
98
92
94
78 80
Bo ve nw eg
A. V. H.Des treel aan
104 108
Bo ve nw eg
104
Ac ac i al aa n
100
106
40 110
116 118
106
112
120
84
Benedenweg 2
54
108
44
94
98
88 92
Bo ve nw eg
32
6
8
108
A. V. H.D estr eel aan
El ze nl aa n Ganzepad
174
13
116
68 112
92
110 132
28
A. V. H.Des treel aan
142
p om rd Roe
10 12
Ganzepad A.V.H. Destreelaan
31
108A
Vr on er me er we g
Patrijzenlaan
144 Kare kiet
51
Ganzepad Sp er we r
35
62A Patrijzenlaan
Gedempte
Groe nvel dweg
148
12
33 12 14
16
18 20
22 24
178
86
136 142 140
10
12
96
134 138 148
156 12
126 154
152 158
62 37
186
4
35
194
Vr on er me er we g 164
166
164 166
t/m 126 162 170
160
172
B e n ed e n w e g
33
Veert
146
bos
27
Zuider laantj e
t P adj e
Mez enst raat
wiu
Roer dom p
25
10
168 Bovenweg
8
14 16
203
24
31 we r
226
Pro vi nci al e w eg N-2 45 208
46
27
25 23 21
180
4
24
76 30
178 182
184
Vaart
152 4
143 186 188
100 19 17
15 13 11
156 60 58 56 54 52 50
154
6 4
176 Bovenweg
66
182
Nob el hof 6 8
13 14
158
10 12
Bovenweg
34 36 38
40
26 28 18
18 20 4
180 190
192
16
194 200
150 42 44 Fazantenlaan
32 24
196
172
62 64
20
22
10
Bovenweg
Aalscholverlaan
64
29 Sper
10 12
10
Wi el ew aa l
246
15
Ged emp te Vee rt
Groe nvel dweg 74
188
Bovenweg
Ve er t
8 76
68 78
80 82
12
Fuut
29 2
204
Ge de mp te 196
210
174
15 18
Bo ve nw eg 26
Faz ant enl aan 2
46 48
14
4
12 16
Sperwer
28
20
28
14
8
30
10
70 24
22 6
26
12
72
26
198 200
230
Ve er t
202 206
176
16 20
150
240
193 234
168 22
Ben ede nwe g 206
208
Gedempte
240
Vr on er me er we g
210
218
17
24
Veert
254
220 222
Ben ede nwe g
162
32T
190 192
30
Mimosalaan
212
Bovenweg
248
250 252A252
volkstuin
306
Benedenweg
214 236
238
230 228 226 224 222 234 232
244
16 22
wgr
4
Karekiet
262 264
256254
268
2
242 246
248 250
Bov enw eg
Karekiet
270
274
276
Bov enw eg 10 12 14 16
Par al l el weg
252
8
284 286
14 16 256
184
Ro er do mp
282 292 290A
26 Parallelweg
258
260
266 272 Benedenweg
32
Ro er do mp
18
26 28 30 32
Bo ve nw eg
2
290 294
Benedenweg
Kruis sloo t
266
28
262 264
280 296a
Kruiss loot
276
204
272
212 282
Ben ede nwe g
270 Bo ve nw eg
Gede mpte Veer t
bos
308
Vr on er m e er we g
278
216
276a
280
296 298
302 304
238
290
Ge de mp te 300 304A
242
292
228
284 286
288
244 294
258
317 296
9
309 298A
Benedenweg
305 298
46 bos
Ged emp te Vee rt
Pr ov .W eg 310
319
329
312
288
331
239
243
247 249
333
231 233 235
304
bos
325
255
251
253
255
306
bos
310
bos
286a
Prov .Weg N245 bos
37
Kru iss loo t
bos
Benedenweg
308
278
300 302
327 Bov enw eg
Vee rt
Ge de mp te
9 Kos sen l and
Prov .Weg N245 Langestuk
Ker kme erwe g
314
312
Sl o ng e
5
3
4
5
5A
Wa ar dd ijk
6
No or d
7A
7
NOTITIE ONTHEFFINGENBELEID LANGEDIJK 8
8A
TEKENINGNR.: FORMAAT
gemeente Langedijk STATUS:
INTERNET: WWW.GEMEENTELANGEDIJK.NL E-MAIL:
[email protected] FAX 0226 31 75 56 TEL. 0226 33 44 33 1723 ZG NOORD-SCHARWOUDE POSTBUS 15 ZUID-SCHARWOUDE VROEDSCHAP 1
. .
OMSCHRIJVING V.D. WIJZIGING GET. GEZ. NR.DATUM
Kaart behorende bij artikel 2, lid 6, sub c Bouwen aan de zij- en achterkant (uitzondering grote kavelbeleid) DATUM:
10-05-2011
GEZ.: AFDELING:
BP/VROM
PROJECTNR.:
GET.: G.J. WOLTJER
SCHAAL 1: 30000
A3
West
iesed Fr k ij
anaal K k ij d
2
3 naa a K jk ldi
Achtergraft
1
6 7 8
10 11
14
jk di al na Ka 15 16 17
18
3
20 21
23 30 32
31 34
36
35
38
40 41
41A 45
46 46A
jk di al na Ka 46B
47 48
49
jk di al na Ka 50
52 54
55 57
58 59
61 62
64
3
68
jk di al na Ka 72 73
jk di al na Ka
245 N.Weg Prov Winterpad 7
321
9
11
13 15
17
259 261 263 265
267
Colofon Opdrachtgever Gemeente Langedijk Bestemmingsplan BügelHajema Adviseurs b.v. Projectleiding BügelHajema Adviseurs b.v. Projectnummer 122.00.10.02.02
BügelHajema Adviseurs bv Bureau voor Ruimtelijke Ordening en Milieu BNSP Balthasar Bekkerwei 76 8914 BE Leeuwarden T 058 215 25 15 F 058 215 91 98 E
[email protected] W www.bugelhajema.nl Vestigingen te Assen, Leeuwarden en Amersfoort