Beste ouder(s),
Het schoolteam heet u van harte welkom op onze school. We danken u voor het vertrouwen dat u in onze school stelt en we zullen ons zeker inspannen om aan uw verwachtingen te voldoen. School en gezin moeten kunnen samenwerken en op elkaar kunnen rekenen. Problemen zijn er om opgelost te worden, dus aarzel nooit om ons te contacteren. Voor de kinderen hopen we dat het een prettige en leerrijke schooltijd wordt! Graag leren en op een prettige, respectvolle manier omgaan met elkaar, zijn belangrijke waarden om mee te geven en aan te werken. Met dit schoolreglement willen wij u informatie verschaffen over de wettelijke bepalingen in de basisschool en over onze visie op opvoeding en onderwijs en heel wat praktische aangelegenheden. Dit is een bundeling van afspraken, richtlijnen, maatregelen en de wijze waarop het schoolleven wordt georganiseerd en waaraan iedereen zich moet houden zodat de schoolorganisatie vlot kan verlopen. Het schoolreglement wordt bij inschrijving van een nieuwe leerling en bij een wijziging van een artikel voorgelegd aan de personen die het ouderlijk gezag uitoefenen en die het ondertekenen ‘voor kennisname en akkoord’. Wij kijken er alvast naar uit om er samen een fijn schooljaar van te maken.
Van harte,
Namens het schoolteam Ann Moerenhout directeur
1
Inhoud I.
Wettelijke bepalingen
1. Inschrijving 2. Leerplicht 3. Afwezigheden 4. Schoolverandering 5. Onderwijs aan huis 6. Orde- en tuchtreglement 7. Getuigschrift basisonderwijs 8. CLB 9. Financiële bijdrage 10. Reclame en sponsorbeleid 11. Engagementsverklaring 12. Wet op de privacy 13. Schoolverzekering 14. Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen 15. Gezondheidsbeleid 16. Medicatie 17. Rookverbod 18. Echtscheiding II.
Intern schoolreglement
1. Een gezonde school- en klassfeer 2. Schoolpoort en rijen 3. De speeltijden en de speelplaats 4. De toiletten 5. De refter 6. Wat met afval ? 7. Huiswerk, agenda’s en rapporten 8. Stappenplan bij ongeval en ziekte 9. Gsm 10. Internetgebruik 11. Geld en waardevolle voorwerpen
2
I.
Wettelijke bepalingen
1. Inschrijving ___________________________________________________________ Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. Het schoolreglement wordt schriftelijk en via elektronische drager aan geboden en de ouders moeten er zich schriftelijk akkoord mee verklaren. Bij de inschrijving dient een officieel te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (SIS-kaart, trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas). De inschrijving van de leerling geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan in de school, tenzij de ouders zich met een wijziging van het schoolreglement niet akkoord verklaren. Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving/aanmelding opgenomen in het inschrijvingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2,5 jaar zijn), wordt de hij/zij opgenomen in het stamboekregister. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. Kleuters zijn niet leerplichtig. Kleuters vanaf 2,5 jaar tot 3 jaar mogen in het kleuteronderwijs op school aanwezig zijn op de volgende instapdagen : de eerste schooldag na de zomervakantie; de eerste schooldag na de herfstvakantie; de eerste schooldag na de kerstvakantie; de eerste schooldag van februari; de eerste schooldag na de krokusvakantie; de eerste schooldag na de paasvakantie; de eerste schooldag na Hemelvaart. Een kleuter die de leeftijd van drie jaar bereikt heeft, kan elke dag worden ingeschreven en in de school toegelaten worden zonder rekening te houden met de instapdagen. Vanaf 1 september geldt voor inschrijvingen in het l a g e r o n d e r w i j s vanaf het schooljaar 2010-2011 onderstaande regeling. Om toegelaten te worden tot het gewoon lager onderwijs moet een leerling zes jaar zijn voor 1 januari van het lopende schooljaar. Als hij nog niet de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt of zal bereiken voor 1 januari van het lopende schooljaar, moet hij bovendien aan een van de volgende voorwaarden voldoen: − het voorgaande schooljaar ingeschreven zijn geweest in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode gedurende ten minste 220 halve dagen aanwezig zijn geweest; − voldoen aan een proef die de kennis van het Nederlands, nodig om het lager onderwijs aan te vatten, peilt. De Vlaamse Regering legt de inhoud van die taalproef vast. Het CLB waarmee de school waar de betrokken leerling zich aanbiedt een beleidscontract heeft, is bevoegd die taalproef af te nemen; − beschikken over een bewijs dat hij het voorafgaande schooljaar onderwijs heeft genoten in een Nederlandstalige onderwijsinstelling uit een lidstaat van de Nederlandse Taalunie. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar kan in het lager onderwijs ingeschreven worden, op voorwaarde dat hij tijdens het voorafgaande schooljaar was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs en gedurende die periode ten minste 185 halve dagen aanwezig was. Een leerling die 5 jaar wordt vóór 1 januari van het lopende schooljaar en die tijdens het voorafgaande schooljaar niet was ingeschreven in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende Nederlandstalige school voor kleuteronderwijs, kan in het lager onderwijs worden 3
ingeschreven op basis van een taalproef . Bij inschrijving van kleutertjes ondertekenen de ouders een verklaring dat hun kind niet in een andere school is ingeschreven. Broers en zussen van reeds ingeschreven leerlingen hebben een voorrangsrecht bij inschrijving. Op onze school loopt deze van 1 september tot en met 31 oktober. Bij inschrijving ontvangen de ouders de schoolbrochure met schoolreglement. De ouders tekenen voor kennisneming en akkoord. Inschrijvingsbeleid en capaciteitsnormen vanaf het schooljaar 2014-2015 Voor inschrijvingen voor het schooljaar 2014-2015, zijnde geboortejaar 2012, besliste het schoolbestuur volgende maatregelen : ! De school werkt niet met een aanmeldingsprocedure ! De school werkt niet met dubbele contingentering ! De school werkt met 2 voorrangsgroepen 1 Broers en zussen 2 Kinderen van personeel ! De voorrangsgroepen worden samengenomen en kunnen inschrijven vanaf 1/09/2013 en dit voor een periode van 4 weken. ! Andere kinderen kunnen ingeschreven worden vanaf 1/03/2014. ! De maximumcapaciteit wordt bepaald op : Kleuterschool : 69 kinderen per geboortejaar Lagere school : 69 per leerjaar ! Overschrijding van de maximumcapaciteit kan voor zittenblijvers. ! De procedure en de capaciteit zal bekend gemaakt worden via • De website van de school. • De infobrochure van de school. • Een individuele brief van de school aan ouders van de school en aan ouders van kinderen met geboortejaar 2012 die reeds interesse toonden voor de school. • Het gemeentelijk infoblad van eind juni. • De gemeentelijke website. • Het onthaal van nieuwe inwoners. • Een individuele brief van het gemeentebestuur aan ouders van kinderen met geboortejaar 2012. De volgorde van geweigerde leerlingen in het inschrijvingsregister valt weg op de vijfde schooldag van oktober van het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft. Voor de instappertjes blijft de volgorde van het inschrijvingsregister behouden tot de eerste schooldag van september volgend op het schooljaar waarop de inschrijving betrekking heeft. Weigering van inschrijving Ouders hebben het recht om hun kind in te schrijven in de school van hun keuze. Toch kan de school een leerling weigeren onder bepaalde omstandigheden. 1 Het schoolbestuur weigert de inschrijving van de betrokken leerling die het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar door een tuchtmaatregel definitief werd uitgesloten in de school. 2 Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij dit meedelen aan de school. De school zal bij leerlingen met een inschrijvingsverslag buitengewoon onderwijs, type 8 uitgezonderd, onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten om mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft en er de eerste weken na de inschrijving een vermoeden is van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken. Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en 4
het CLB, rekening met: - De verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school; - De concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit; - Een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg; - De beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs; - Het intensief betrekken van de ouders bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Het kind wordt ingeschreven onder de ontbindende voorwaarde van het aantonen van onvoldoende draagkracht. 3. Het schoolbestuur kan omwille van materiële omstandigheden een maximumcapaciteit invoeren. Wanneer deze maximumcapaciteit overschreden wordt, moet de school de leerling weigeren. Om deze reden heeft het schoolbestuur de maximumcapaciteit van inschrijving op 69 leerlingen per geboortejaar gezet. Dit wordt elk schooljaar opnieuw bekeken. De beslissing tot weigering wordt binnen vier kalenderdagen (eventueel na onderzoek van de draagkracht van de school) bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. Ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Bij een weigering op draagkracht wordt door het lokaal overlegplatform (LOP) onmiddellijk, en zonder te wachten op de vraag van de ouders, een bemiddelingsprocedure opgestart. Bij weigering op basis van de andere redenen start het LOP alleen een bemiddeling wanneer de ouders er uitdrukkelijk om verzoeken. Aangezien onze school niet behoort tot een LOP zal het Departement Onderwijs een nabijgelegen LOP aanduiden. Na de bemiddeling door het LOP kunnen ouders alsnog een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. Bij elke wijziging van het schoolreglement informeert het schoolbestuur de ouders schriftelijk of via elektronische drager over die wijziging en de ouders geven opnieuw schriftelijk akkoord. Indien de ouders zich met de wijziging niet akkoord verklaren, dan wordt aan de inschrijving van het kind een einde gesteld op 31 augustus van het lopende schooljaar.
2. Leerplicht ___________________________________________________________ In september van het jaar waarin het kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Een jaar langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLB-centrum. De ouders nemen de uiteindelijke beslissing. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 4 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen, met dien verstande dat een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari geen lager onderwijs meer kan volgen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen. Om gezondheidsredenen kunnen er, in samenspraak met de directeur, eventueel aanpassingen gebeuren (zie punt 4 Afwezigheden).
3. Afwezigheden ___________________________________________________________ De regelgeving op afwezigheden is van toepassing op leerplichtige kinderen in het gewoon basisonderwijs. 5
De school vindt de aanwezigheid van je kind belangrijk. Dit heeft immers gevolgen voor het verkrijgen en behouden van de schooltoelage. Alsook voor de toelating tot het eerste leerjaar. (Zie ook de engagementsverklaring en infobrochure onderwijsregelgeving.) Kleuteronderwijs De regelgeving is ook van toepassing op leerlingen die, wegens verlengd kleuterschoolbezoek, op zesjarige leeftijd nog in het kleuteronderwijs zitten. Zij zijn op basis van hun leeftijd leerplichtig. Ook leerlingen die reeds op vijfjarige leeftijd zijn overgestapt naar het lager onderwijs vallen onder deze reglementering. Niet-leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs kunnen niet onwettig afwezig zijn, aangezien ze niet onderworpen zijn aan de leerplicht en dus niet steeds op school moeten aanwezig zijn. Het is belangrijk dat kleuters regelmatig naar school komen. Kinderen die activiteiten missen lopen meer risico om te mislukken en raken minder goed geïntegreerd in de klasgroep. We verwachten dat de ouders ook de afwezigheden van hun kleuter onmiddellijk melden omwille van veiligheidsoverwegingen. Lager onderwijs Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is een medisch attest vereist. Is een kind méér dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek dan is steeds een medisch attest vereist. Dat attest kan afkomstig zijn van een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Consultaties ( zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts), moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (bijv. astma, migraine,...) is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer een afwezigheid om deze reden zich dan effectief voordoet, volstaat een attest van de ouders. Een medisch attest wordt beschouwd als twijfelachtig in volgende gevallen: -
het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft “dixit de patiënt”; - het attest is geantidateerd of begin- en einddatum werden duidelijk vervalst; - het attest vermeldt een reden die niets met de medische toestand van de leerling te maken heeft zoals bv. de ziekte van één van de ouders, hulp in het huishouden. De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Van rechtswege gewettigde afwezigheden. In volgende situaties kan een kind gewettigd afwezig zijn. De ouders moeten een document met officieel karakter (1 - 5) of een verklaring (6) kunnen voorleggen ter staving van de afwezigheid. Voor deze afwezigheden is geen voorafgaand akkoord van de directeur nodig. De ouders verwittigen de school vooraf van dergelijke afwezigheden. 1 het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als het kind, of van een bloed- of aanverwant van het kind; 2 het bijwonen van een familieraad; 3 de oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer het kind in het kader van een echtscheiding moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); 6
4 het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); 5 de onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (bijvoorbeeld door staking van het openbaar vervoer, door overstroming,...); 6 het beleven van feestdagen die inherent zijn aan de door de grondwet erkende levensbeschouwelijke overtuiging van een leerling (anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe, protestants-evangelische godsdienst) Concreet gaat het over: - islamitische feesten: het Suikerfeest en het Offerfeest ( telkens 1 dag); - joodse feesten: het joods Nieuwjaar ( 2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag),het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen), het Wekenfeest (2 dagen); - orthodoxe feesten: Kerstfeest (2 dagen), voor de jaren waarin het orthodox Kerstfeest niet samenvalt met het katholiek Kerstfeest, Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodox Paasfeest niet samenvalt met het katholieke Paasfeest. De katholieke feestdagen zijn reeds vervat in de wettelijk vastgelegde vakanties. De protestants-evangelische en de anglicaanse godsdienst hebben geen feestdagen die hiervan afwijken. 7 het actief deelnemen in het kader van een individuele selectie of lidmaatschap van een vereniging als topsportbelofte. (sporten: tennis,zwemmen en gymnastiek) aan sportieve manifestaties. Het gaat over het kunnen deelnemen aan wedstrijden/tornooien of stages. De unisportfederatie dient een document af te leveren. Dit document is geldig voor één schooljaar en dient elk schooljaar vernieuwd te worden. De afwezigheid kan maximaal 10 al dan niet gespreide halve schooldagen per schooljaar bedragen. Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is. Deze categorie afwezigheden verleent de school autonomie om in te spelen op specifieke situaties die niet altijd door de regelgeving op te vangen zijn. Indien de directeur akkoord is en mits voorlegging van, naargelang het geval, een officieel document of een verklaring van de ouders, kan de leerling gewettigd afwezig zijn om één van de onderstaande redenen: 1 het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als het kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad. (Voor de dag van de begrafenis zelf is geen toestemming van de directeur nodig. Het gaat hier over een periode die het kind eventueel nodig heeft om emotioneel evenwicht terug te vinden (rouwperiode). Mits toestemming van de directeur kan zo ook een begrafenis van een bloed- of aanverwant in het buitenland bijgewoond worden. 2 het actief deelnemen aan een culturele of sportieve manifestatie, indien het kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Het kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvolgend, hetzij gespreid over het schooljaar). 3 de deelname aan time-out-projecten. Deze afwezigheden komen in het basisonderwijs zelden voor, maar in die situaties waarin voor een leerling een time- outproject aangewezen is, is het in het belang van de leerling aangewezen om dit als een gewettigde afwezigheid te beschouwen. Voor sommige leerlingen is er geen andere oplossing dan hen tijdelijk te laten begeleiden door een externe gespecialiseerde instantie; 4 in echt uitzonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het gaat om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid). 5 afwezigheden wegens topsport voor de sporten tennis, zwemmen en gymnastiek. (sporttrainingen) 7
Dit kan slechts toegestaan worden voor maximaal 6 lestijden per week, mits het vooraf indienen van een dossier met de volgende elementen: - een gemotiveerde aanvraag van de ouders; - een verklaring van een bij de Vlaamse sportfederatie aangesloten sportfederatie; - een medisch attest van een sportarts verbonden aan een erkend keuringscentrum van de Vlaamse Gemeenschap; - een akkoord van de directie. Deze vijf categorieën van afwezigheden zijn geen automatisme, geen recht dat ouders kunnen opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheden toe te staan. De directeur mag onder geen beding toestemming geven om vroeger op vakantie te vertrekken of later terug te keren. De leerplicht veronderstelt dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni. Afwezigheden van kinderen van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden. De volgende regels zijn van toepassing op de kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners. Ze zijn niet van toepassing op kinderen die behoren tot de trekkende bevolking maar die ter plaatse verblijven (bv. in een woonwagenpark). Die kinderen moeten elke dag op school aanwezig zijn. Ouders behorend tot de categorie trekkende bevolking die hun kind inschrijven in een school, moeten er - net als alle andere ouders - op toezien dat hun kind elke dag op school aanwezig is. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen zich situaties voordoen waarbij het onvermijdelijk is dat het kind tijdelijk met de ouders meereist. Deze situaties moeten op voorhand goed met de school besproken worden. De ouders maken samen met de school duidelijke afspraken over hoe het kind in die periode met behulp van de school verder de onderwijstaken zal vervullen (de school zorgt voor een vorm van onderwijs op afstand) en over hoe de ouders met de school in contact zullen blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen de ouders en de school neergeschreven worden. Enkel als de ouders hun engagementen naleven is het kind gewettigd afwezig.
Afwezigheden omwille van revalidatie tijdens de lestijden De directeur kan de afwezigheid van een leerling toestaan voor revalidatie tijdens de schooluren voor specifieke situaties en dit gedurende 150 minuten per week, verplaatsing inbegrepen. 1 Na ziekte of ongeval De school heeft een dossier met daarin: - Een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lessen moet plaatsvinden. - Een medisch attest met de frequentie en de duur van de revalidatie. - Een advies van het C.L.B., na overleg met de klassenraad en de ouders. - De toestemming van de directeur. De 150 minuten kunnen uitzonderlijk overschreden worden mits een gunstig advies van de arts van het C.L.B., in overleg met de klassenraad en de ouders. 2 Een stoornis die vastgelegd is in een officiële diagnose De school heeft een dossier met daarin: - Een verklaring van de ouders waarom de revalidatie tijdens de lessen moet plaatsvinden. - Een advies van het C.L.B., na overleg met de klassenraad en de ouders. Dit advies moet motiveren waarom het zorgbeleid van de school daarop geen antwoord kan geven en dat de revalidatietussenkomsten niet beschouwd kunnen worden als een schoolgebonden aanbod. - Een samenwerkingsovereenkomst tussen de school en de revalidatieverstrekker over de 8
manier waarop de revalidatie het onderwijs aanvult, en hoe de informatie uitwisseling zal verlopen. De revalidatieverstrekker bezorgt op het einde van het schooljaar een evaluatieverslag aan de directie van de school en van het C.L.B.. - De toestemming van de directeur. De 150 minuten kunnen uitzonderlijk overschreden worden voor leerplichtige kleuters (dit zijn de kinderen in het kleuteronderwijs die de leeftijd van zes jaar hebben bereikt) tot 200 minuten, verplaatsing inbegrepen mits een gunstig advies van het C.L.B., in overleg met de klassenraad en de ouders. Voor leerlingen die vallen onder de toepassing van het Besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2003 betreffende de integratie van leerlingen met een matige of ernstige verstandelijke handicap in het gewoon lager onderwijs kan de afwezigheid maximaal 250 minuten per week bedragen, verplaatsing inbegrepen. De verzekering van de leerlingen die tijdens de lestijden revalidatie krijgen buiten de school, wordt tijdens de revalidatie en tijdens de verplaatsingen gedekt door de revalidatieverstrekker. Problematische afwezigheden. Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid. Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is, stelt de school samen met het CLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs. School en CLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen.
4. Schoolverandering ___________________________________________________________ De verantwoordelijkheid voor schoolveranderen ligt volledig bij de ouders en zij dienen dit aan de directie te melden. De directeur van de nieuwe school en de ouders ondertekenen beiden een document dat onmiddellijk per aangetekend schrijven aan de directie van de vorige school wordt gestuurd. Deze regel geldt voor alle kinderen van de basisschool, dus ook voor de kleuters.
5. Onderwijs aan huis ___________________________________________________________ Leerlingen vanaf 5 jaar (d.w.z. leerlingen die vijf jaar of ouder geworden zijn vóór 1 januari van het lopende schooljaar) hebben recht op tijdelijk onderwijs aan huis (kleuter- of lager onderwijs; 4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: 1 De leerling is meer dan 21 kalenderdagen ononderbroken afwezig wegens ziekte of ongeval (vakantieperiodes meegerekend). 2 De ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool. De aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet of minder dan halftijds kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen. 3 De afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km. Specifieke situatie bij chronische ziekte (= een ziekte die een continue of repetitieve behandeling van minstens 6 maanden noodzaakt) 1 voor chronisch zieke kinderen vervalt de wachttijd van 21 kalenderdagen. Deze kinderen hebben recht op 4 uur tijdelijk onderwijs aan huis na 9 halve schooldagen afwezigheid (moeten niet in een ononderbroken periode doorlopen). Telkens het kind daarop opnieuw 9 halve schooldagen afwezigheid heeft opgebouwd, heeft het opnieuw recht op 4 uur tijdelijk 9
onderwijs aanhuis; 2 voor chronisch zieke leerlingen moet bij de eerste aanvraag tijdens het betrokken schooljaar een medisch attest worden gevoegd, uitgereikt door een geneesheer-specialist, dat het chronisch ziektebeeld bevestigt en waaruit blijkt dat het kind onderwijs mag krijgen. Bij een nieuwe afwezigheid ten gevolge van deze chronische ziekte tijdens hetzelfde schooljaar is geen nieuw medisch attest vereist. Er dient wel een nieuwe aanvraag voor tijdelijk onderwijs aan huis ingediend te worden.
6. Orde- en tuchtmaatregelen _________________________________________________________ In uitzonderlijke gevallen kan een school een leerplichtig kind als tuchtmaatregel schorsen of uitsluiten. Deze beslissing wordt genomen door het schoolbestuur, of bij delegatie door de directeur. In de praktijk zal schorsing of uitsluiting in het basisonderwijs allicht zelden voorkomen. In gevallen waar het gedrag van een leerling het recht op onderwijs van de medeleerlingen in het gedrang brengt, moet er evenwel een ernstige sanctie mogelijk zijn. Beide maatregelen (schorsen en uitsluiten) kunnen dus enkel toegepast worden op leerlingen waarmee een school zware tuchtproblemen heeft. Aangezien we er vanuit kunnen gaan dat dergelijke zware tuchtproblemen zich niet voordoen bij kleuters, zal allicht geen enkele school kleuters uitsluiten of schorsen. Schorsing en uitsluiting is ook niet bedoeld om een verstoorde communicatie tussen school en ouders te beslechten. Schorsing en uitsluiting kunnen evenmin door het schoolbestuur (of de directie) gebruikt worden als oplossing voor een leerling met een besmettelijke ziekte (bijv. luizen). Bij besmettelijke ziekten kan immers alleen de arts van het Centrum voor Leerlingenbegeleiding beslissen welke maatregelen aangewezen zijn. 6.1 Schorsen Een schorsing betekent dat de gesanctioneerde leerling het recht op onderwijs tijdelijk (gedurende een bepaalde periode) ontnomen wordt. Deze leerling mag dan de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet volgen, maar moet wel op school zijn. 6.2 Uitsluiten Bij een uitsluiting ontneemt het schoolbestuur (of bij delegatie de directeur) de gesanctioneerde leerling definitief (d.w.z. voor de rest van het lopende schooljaar) het recht op onderwijs in zijn scho(o)l(en). Deze leerling wordt definitief uit de school verwijderd, op het ogenblik dat hij in een andere school ingeschreven is en uiterlijk één maand, vakantieperioden niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van uitsluiting door de school. In afwachting bevindt de leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling. Ook deze leerling moet dus op school opgevangen worden. Geschorste en uitgesloten leerplichtigen effectief uit de school verwijderen zou er immers toe kunnen leiden dat ze in een ernstige spijbelproblematiek vervallen of zelfs “nergens-ingeschreven leerlingen” worden, die dus niet meer voldoen aan de leerplicht. Om te vermijden dat het verantwoordelijk blijven van de school ertoe leidt dat ouders van een uitgesloten leerling geen inspanningen doen om hun kind in een andere school in te schrijven, is een termijn voorzien waarna de sanctie van uitsluiting effectief uitwerking krijgt. Deze termijn is vastgesteld op een maand, vakantieperioden niet inbegrepen. Is een kind een maand na de schriftelijke kennisgeving nog niet in een nieuwe school ingeschreven, dan is de oude school dus niet langer verantwoordelijk voor de opvang van de uitgesloten leerling. Het zijn uiteindelijk de ouders die erop moeten toezien dat hun kind aan de leerplicht voldoet. De school doet er in elk geval goed aan om bij uitsluiting het bevoegde CLB in te schakelen om samen naar een oplossing te zoeken. 6.3 Procedure bij schorsing voor meer dan één dag en bij uitsluiting van leerlingen Bij schorsing voor meer dan één dag of bij uitsluiting moet steeds een procedure gevolgd worden. Deze procedure respecteert volgende principes: - het voorafgaandelijk advies van de klassenraad moet ingewonnen worden; - de ouders hebben inzage in het tuchtdossier en worden gehoord; 10
- de genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders. Een leerling die in een school ingeschreven is, maar het volgend schooljaar niet meer welkom is in deze school, kan beschouwd worden als een uitgesloten leerling wanneer de in het schoolreglement opgenomen procedure gevolgd wordt. 6.4 Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen de uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting, kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de beroepscommissie. Beroepscommissie basisonderwijs Ouders kunnen bij de voorzitter van deze commissie schriftelijk beroep aantekenen bij een definitieve uitsluiting van hun kind op school of bij een niet-akkoord met genomen beslissingen op het einde van het schooljaar door de klassenraad. Dit beroep dient te worden gericht aan : Diocesaan Bureau voor het Katholiek Onderwijs Marialand 31 9000 GENT Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor deze beroepscommissie. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt deze beroepscommissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier. De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, tenzij mits schriftelijke toestemming van de ouders.
7. Getuigschrift basisonderwijs ___________________________________________________________ Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. Een regelmatige leerling is volgens het Decreet Basisonderwijs een leerling die slechts in één school ingeschreven is. In het basisonderwijs, of als leerplichtige in het kleuteronderwijs, moet de leerling daarenboven aanwezig zijn, behoudens gewettigde afwezigheid, en deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of zijn leergroep worden georganiseerd. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. Het is uitzonderlijk dat een dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directie die de klassenraad binnen de drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw 11
wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs. Aan kinderen die heel onregelmatig de lessen hebben bijgewoond, kan een getuigschrift basisonderwijs geweigerd worden.
8. CLB __________________________________________________________ Het centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB) heeft als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van leerlingen, en situeert de begeleiding van leerlingen op vier domeinen: - het leren en studeren; - de onderwijsloopbaan; - de preventieve gezondheidszorg; - het psychisch en sociaal functioneren. Relatie tussen CLB en school De school en het CLB hebben een gezamenlijk beleidscontract opgesteld dat de aandachtspunten voor de leerlingenbegeleiding vastlegt. Dit beleidscontract wordt besproken in de schoolraad. Als de school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders van de leerling hiermee instemmen. Vanaf de leeftijd van 12 jaar vermoedt de regelgever dat een kind voldoende competent is om zelfstandig te beslissen of hij/zij wil instemmen met het voorgestelde begeleidingsplan. Het centrum heeft recht op de relevante informatie die over de leerlingen in de school aanwezig is en de school heeft recht op de relevante informatie over de leerlingen in begeleiding. Ze houden allebei bij het doorgeven en het gebruik van deze informatie rekening met de geldende regels inzake het beroepsgeheim, de deontologie en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Relatie tussen CLB, de leerlingen en hun ouders Niet alleen de school, maar ook de leerlingen en ouders kunnen het CLB om hulp vragen. Het CLB werkt gratis en discreet. Het centrum, de school en de ouders dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Ouders zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan: de begeleiding van leerlingen die spijbelen. Als de betrokken ouders niet ingaan op de initiatieven van het centrum, meldt het centrum dit aan de door de Vlaamse regering aangeduide instantie; collectieve medische onderzoeken en/of preventieve gezondheidsmaatregelen i.v.m. besmettelijke ziekten. De ouders of de leerling vanaf 12 jaar kunnen zich verzetten tegen het uitvoeren van een algemeen of gericht consult door een bepaalde arts van het CLB. Binnen een termijn van negentig dagen dient de persoon die verzet aantekent, het verplichte consult te laten uitvoeren door een andere arts van hetzelfde CLB, een arts van een ander CLB of een andere arts buiten het CLB die beschikt over het nodige bekwaamheidsbewijs. In dat laatste geval zijn de kosten ten laste van de ouders. Het centrum maakt zijn werking bekend aan de ouders. Dat gebeurt minstens op het ogenblik dat de leerling voor de eerste keer wordt ingeschreven in de school. Ouders krijgen informatie over de rechten en plichten van ouders, leerlingen, de school en het centrum. Ouders kunnen rechtstreeks beroep doen op het CLB. Het CLB werkt gratis en discreet. De regering kan het centrum verplichten vormen van begeleiding voor deelgroepen van leerlingen, ouders en scholen voor te stellen. Het staat deze leerlingen, ouders en scholen vrij om al dan niet op dit verzekerd aanbod in te gaan. 12
Als een leerling van school verandert, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot de leerling is ingeschreven in een school die door een ander centrum wordt bediend. Als een leerling voor een bepaalde periode niet ingeschreven is in de school, behoudt het centrum zijn bevoegdheid en verantwoordelijkheid ten aanzien van die leerling tot het einde van de periode van niet-inschrijving. Het multidisciplinair dossier Het centrum legt voor elke leerling voor wie een begeleiding wordt gestart, één multidisciplinair dossier aan. Het multidisciplinair dossier van de leerling bevat alle voorhanden zijnde gegevens die over de leerling op het centrum aanwezig zijn. Als een leerling van school verandert en onder toezicht van een ander CLB komt te staan, is het CLB dat de vorige school begeleidt, ervoor verantwoordelijk dat het CLB-dossier de leerling volgt. Er is geen toestemming van de ouders of de leerling vereist om een multidisciplinair dossier over te dragen. Er bestaat maar één CLB-dossier en dit dossier is in principe een ondeelbaar geheel. Daarom wordt het bij schoolveranderen in één zending overgemaakt. Elk CLB is eraan gehouden de ouders of de leerling te informeren over het doorgeven van het dossier. Er wordt een wachttijd van 10 dagen gerespecteerd na het informeren van de ouders of de leerling. De ouders of de leerling kunnen afzien van die wachttijd. Er kan binnen die 10 dagen verzet aangetekend worden tegen het overmaken van de niet-verplichte gegevens uit het dossier. Er kan geen verzet aangetekend worden tegen de overdracht van volgende gegevens: identificatiegegevens, vaccinatie-gegevens, gegevens in het kader van de verplichte CLB-opdrachten, bijzondere consulten en de medische onderzoeken uitgevoerd als vorm van nazorg na een algemeen, een gericht of een bijzonder consult. Indien er verzet wordt aangetekend, verzendt het vorige CLB enkel de verplicht over te dragen gegevens samen met een kopie van het verzet. Het bewaart de gegevens waartegen verzet werd aangetekend tot 10 jaar na het laatste contact.
9. Financiële bijdrage _________________________________________________________ Voor scholen van het gesubsidieerd basisonderwijs kan geen direct of indirect inschrijvingsgeld gevraagd worden. Evenmin kunnen er bijdragen worden gevraagd voor materialen die gebruikt worde om de eindtermen te realiseren of de ontwikkelingsdoelen na te streven. Het Vlaams Parlement heeft een lijst vastgelegd met materialen die kosteloos ter beschikking moeten worden gesteld om de eindtermen te realiseren of de ontwikkelingsdoelen na te streven. Lijst met materialen: Bewegingsmaterialen, constructiematerialen, handboeken, schriften, werkboeken –en blaadjes, fotokopieën, software, ICT-materiaal, informatiebronnen, kinderliteratuur, knutselmateriaal, leer- en ontwikkelingsmateriaal, meetmateriaal, multimediamateriaal, muziekinstrumenten, planningsmateriaal, schrijfgerief, tekengerief, atlas, globe, kaarten, kompas, passer, tweetalige alfabetische woordenlijst, zakrekenmachine. In het kader van de eindtermen (lagere) en de ontwikkelingsdoelen (kleuters) worden er culturele activiteiten, sportdagen en studie-uitstappen georganiseerd. Naargelang de aard, de bestemming en de verplaatsingsmogelijkheden kan de kostprijs, door de ouders te betalen, variëren. Indien de maximumfactuur overschreden wordt, past de school bij. De maximumfactuur bedraagt: Kleuter Twee- en driejarigen Vierjarigen
Maxim um 25 euro 35 euro
13
Vijfjarigen Lager Elk leerjaar Meerdaagse uitstappen
40 euro 70 euro 405 euro Gespreid over de ganse schoolloopbaan Voor onze school: 4de leerjaar 125 euro 5de leerjaar 140 euro 6de leerjaar 140 euro Voor het kleuteronderwijs mag geen bijdrage gevraagd worden.
De vrijblijvende diensten die de school aanbiedt en die buiten de kosteloosheid en de maximumfacturen vallen worden opgenomen in een bijdrageregeling. Deze wordt besproken in de schoolraad en wordt bij het begin van het schooljaar meegedeeld aan de ouders via de infobrochure. De kosten die aan de ouders worden doorgerekend moeten in verhouding zijn tot de geleverde prestatie.
10. Reclame en sponsorbeleid = geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen. _________________________________________________________ In het Decreet Basisonderwijs zijn een aantal beginselen vastgelegd waaraan scholen, die reclame en sponsoring door derden toelaten, zich sinds 1 september 2001 moeten houden. Artikel 51,§4 bepaalt dat een schoolbestuur dat mededelingen toelaat die rechtstreeks of onrechtstreeks tot doel hebben de verkoop van producten of diensten te bevorderen de volgende principes moet in acht nemen: 1 De door het schoolbestuur verstrekte leermiddelen of verplichte activiteiten moeten vrij blijven van reclame. 2 Facultatieve activiteiten (vb. schoolreis, bosklassen,...) moeten vrij blijven van reclame, behalve wanneer die enkel verwijst naar het feit dat de activiteit of een gedeelte van de activiteit ingericht werd door middel van een gift, een schenking of een prestatie om niet of verricht werd onder de reële prijs door een bij name genoemde natuurlijke persoon, rechtspersoon of een feitelijke vereniging. 3 Reclame en sponsoring mogen niet kennelijk onverenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taken en doelstellingen van de school. Dit principe betekent dat er geen schade mag berokkend worden aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen en dat sponsoring en reclame in overeenstemming moet zijn met de goede smaak en het fatsoen. 4 Reclame en sponsoring mogen de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen. Elke school die wenst gebruik te maken van reclame en sponsoring, moet over de hierboven vermelde algemene principes concrete afspraken maken. Het staat vast dat reclame en sponsoring hoe dan ook een rol spelen in de moderne maatschappij en in de belevingswereld van kinderen. Het is daarom essentieel dat er over de fundamentele visie op reclame en sponsoring voorafgaandelijk overleg wordt gepleegd in de schoolraad / participatieraad. Via het schoolreglement worden de ouders geïnformeerd over de afspraken die er m.b.t. sponsoring en reclame gemaakt werden. Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school inzake sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur. 14
11. Engagementsverklaring __________________________________________________________ Het “Decreet betreffende de toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs en de engagementsverklaring tussen de school en de ouders in het basis- en secundair onderwijs” (Bao/2009/02) heeft als doel de ouderbetrokkenheid bij het schoolgebeuren te vergroten, zodat de leerkansen van de kinderen vergroten. We vragen aan de ouders engagement op te nemen rond : 1. het oudercontact : er zijn 4 oudercontacten (1 klassikaal en 3 individuele)die bij het begin van het schooljaar meegedeeld worden. De school vraagt om aanwezig te zijn op het klassikaal oudercontact en op minstens één individueel oudercontact of op meerdere indien de school er specifiek om vraagt. Het is een belangrijk contact waar een inbreng van beide partijen mogelijk is. Hierdoor kunnen het welbevinden en de leerkansen van ieder kind verhoogd worden. Het oudercontact kan doorgaan in aanwezigheid van de directie, de zorgcoördinator, het CLB of andere externe diensten indien nodig. De uitnodiging voor deze oudercontacten gebeurt per brief, telefonisch of persoonlijk door de leerkracht, de zorgcoördinator of de directie. Gescheiden ouders dienen beiden aanwezig te zijn bij de bespreking van hun kind. Ouders die zich zorgen maken of vragen hebben, kunnen zich steeds richten tot de leerkracht, de zorgcoördinator of de directie. 2. voldoende aanwezigheid inclusief op tijd komen en deelnemen aan het spijbelbeleid De school vraagt dat de kinderen voldoende op school zijn en tijdig aankomen op school. Bij afwezigheid verwittigen de ouders de school voor 9uur per telefoon, via mail of persoonlijk. Wettelijke regeling afwezigheden zie p.12-15. Een voldoende aanwezigheid is essentieel voor zowel leerplichtige als niet-leerplichtige kinderen (kleuters) leer- en ontwikkelingskansen te vergroten. Kinderen die te laat komen, moeten langsgaan bij de directie waar ze een kaartje krijgen met de datum en de reden van het te laat komen. Bij veelvuldig te laat komen, zal de leerkracht of de directie de ouders contacteren om het belang nogmaals te onderstrepen. Het ministerie van Onderwijs & Vorming voorziet ook voor het basisonderwijs schooltoelagen, maar eist wel een voldoende aanwezigheid op school. Dit zal nagegaan worden aan de hand van de problematische afwezigheden van de leerlingen uit het lager onderwijs en aan de hand van het aantal dagen aanwezigheid van de kleuters. Indien een leerling twee schooljaren op rij 30 halve dagen of meer problematisch afwezig is geweest, krijgt hij of zij geen schooltoelage. 3. deelname aan alle vormen van individuele begeleiding Kleuter- en leerlingenbegeleiding is een gedeelde zorg en een gedeelde verantwoordelijkheid. De school werkt hiervoor met een kindvolgsysteem. Bij problemen zal de school eventueel in samenwerking met het CLB een begeleidingsaanbod voorstellen. De ouders worden verondersteld hier positief aan mee te werken. Bv. Leestraining, meer rust voorzien, extra oefenkansen, doorverwijzing en contacten met CLB of externen, zindelijkheidskoffer, … 4. een positief engagement t.o.v. het Nederlands Leerlingen die anderstalig zijn, hebben er baat bij om ook buiten de school in contact te komen met de Nederlands taal. Het zich inschrijven in een Nederlandstalige school verondersteld dat de ouders hun kinderen willen aanmoedigen om Nederlands te leren. 15
Bv. Nederlandstalige boeken/films e.d. aanbieden, zelf zoveel mogelijk Nederlands praten tegen de kinderen, de kinderen aanmoedigen om Nederlandstalige contacten te hebben in jeugdbewegingen e.d., ….
12. Wet op de privacy ___________________________________________________________ Alle opgevraagde gegevens worden vertrouwelijk behandeld conform de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer (cf. privacywet). Persoonlijke gegevens van de leerlingen worden op school in drie verschillende bestanden bijgehouden: A. Computerbestand Dit bestand wordt enkel en alleen gebruikt om een efficiënte schooladministratie mogelijk te maken, zoals het opmaken van de maandelijkse schoolrekeningen, de elektronische controle door het ministerie in verband met de leerplicht en de telling van de leerlingen… B. Aanwezigheidsregister Dit klasgebonden register wordt enkel gebruikt voor het aanstippen van de aanwezigheden en de controle op de naleving van de wet op de leerplicht. C. Kindvolgsysteem Van bij de inschrijving wordt er van ieder kind een dossier bijgehouden. Dit individuele mapje gaat van klas naar klas door en wordt regelmatig aangevuld. Naast enkele relevante persoonsgegevens en bevat dit dossier ook een overzicht van de schoolvorderingen en algemene ontwikkeling van het kind. Ook de belangrijkste besluiten van besprekingen en oudercontacten, eventuele actieplannen, evaluatie en remediëring vindt men erin terug. Dit kindvolgsysteem wordt enkel gebruikt om voor ieder kind een zo goed mogelijke vorm van onderwijskundige en opvoedkundige hulp te kunnen bieden. In overeenstemming met de wet op de privacy worden deze vertrouwelijke gegevens heel discreet bewaard en alleen gebruikt voor het doel waarvoor ze bestemd zijn. Alleen de directie, de leden van het zorgteam en de klasleerkracht hebben recht op inzage en gebruik van dit leerling-dossier. Relevante gegevens in verband met het bieden van gepaste hulp kunnen in samenspraak met het CLB doorgegeven worden aan en besproken worden met eventuele externe hulpverleners zoals logopedist of revalidatiecentrum. In geen enkel geval worden deze gegevens doorgegeven aan onbevoegden of derden. D. Foto’s op schoolwebsite Leuke foto’s van uitstappen en allerlei activiteiten worden soms ter illustratie getoond op onze schoolwebsite. Een foto van een kind heeft niet de bedoeling om als portret te worden gepubliceerd waarbij de naam en persoonlijkheid van het kind wordt onderstreept. Ouders die toch tegen een specifieke foto zijn van hun kind(eren) op de site laten dit schriftelijk weten aan de directie. De foto wordt dan onmiddellijk verwijderd.
13. Schoolverzekering ___________________________________________________________ Als een leerling het slachtoffer wordt van een ongeval op weg van of naar de school, op school zelf of bij andere activiteiten die door de school ingericht worden, dekt de schoolverzekering enkel de lichamelijke schade. Stoffelijke schade zoals gescheurde kleren, gebroken brilmonturen, fietsen … worden nooit vergoed. De kosten voor lichamelijke schade worden in de eerste plaats vergoed door het ziekenfonds. Onze schoolverzekering past bij wat de mutualiteit niet dekt. De aangifte van het ongeval wordt door de 16
school ingevuld en samen met het doktersattest aan de verzekeringsmaatschappij bezorgd. Na afhandeling wordt de uitgavenstaat, die door het ziekenfonds en door de ouders moet worden ingevuld en ondertekend, terugbezorgd aan de school. Nadien kan terugbetaling worden verwacht van de niet door het ziekenfonds terugbetaalde kosten. Aan sommige dekkingen zijn beperkingen gesteld zoals: kosten voor tand-protheses: € 1487,36 zonder € 371,84 per tand te overschrijden. Leerlingenvervoer: ouders, leerkrachten (of derden) die in opdracht van de school zorgen voor vervoer bij uitstappen zijn omniumverzekerd (mits een vrijstelling van € 247,80). Bij hulp op schoolactiviteiten zijn ouders eveneens verzekerd (lichamelijke schade) Onze school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers. De vrijwilligerswet verplicht de scholen om de vrijwilligers over een aantal punten te informeren. De school doet dit via onderstaande bepalingen. Verplichte verzekering De school heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilligers. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij Winterthur Europe met als polisnummer 24000309. Deze polis ligt ter inzage bij de directie Vrije verzekering De school heeft nog een extra verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op de weg naar- en van de activiteiten. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij Winterthur Europe met als polisnummer 1084698. Deze veiligheidspolis ligt ter inzage bij de directie. Vergoedingen De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie kan na beslissen om een vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten te betalen. Aansprakelijkheid (tekst uit decreet genomen) De school is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van vrijwilligerswerk de school of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware fout. Voor zijn lichte fout is hij enkel aansprakelijk als die hem eerder gewoonlijk dan toevallig overkomt.
14. Zittenblijven en vormen van leerlingengroepen ___________________________________________________________ De indeling in en de samenstelling van de klassen vallen onder de bevoegdheid van het schoolbestuur. Deze bevoegdheid wordt gedelegeerd aan de directie van de school, in overeenstemming met art. °1,2 van het decreet van het basisonderwijs. De directeur bepaalt in samenspraak met het zorgteam in welke klasgroep een kind wordt opgenomen. Zittenblijven wordt alleen geadviseerd als het een meerwaarde kan betekenen voor het kind op lange termijn en steeds in samenspraak met het CLB en de ouders.
15. Gezondheidsbeleid ___________________________________________________________ • Op schoolniveau wordt aan een gezondheidsbeleid gewerkt waarbij de aandacht gaat naar de organisatie van de lessen, het opzetten van schoolactiviteiten, de uitbouw van een gezonde omgeving en het maken van afspraken. 17
• Op klasniveau staat de gezondheidseducatie centraal. De gezondheidsthema’s komen binnen verschillende lessen aan bod of kunnen in verschillende vormen vakoverschrijdend of via projectwerking worden aangepakt. • Een school staat niet op zich. Ze is ingeplant in een fysieke omgeving. De schoolomgeving gaat dus over de verschillende milieus en invloedsferen waarmee de school verbonden is : het thuismilieu, de vrijetijdsbesteding, de media,… In onze school is het van belang om op een verstandige manier om te gaan met voeding. De kinderen moeten het evenwicht vinden in gezonde voeding. • Wij gaan voor een frisdrankvrije school. We streven naar een permanente beschikbaarheid van water. Leerlingen krijgen de kans om water te drinken van de kraan in de klas en in de refter. De kinderen krijgen ook de kans om met de speeltijd van 10.05 uur chocomelk, melk of fruitsap te drinken. Er zijn op de speelplaats en in de gangen drinkfonteintjes geïnstalleerd. In de refter kan er ook soep, chocomelk en fruitsap gedronken worden. • Wij gaan ook voor snoepvrije school waar aandacht is voor gezonde tussendoortjes. De kinderen mogen enkel fruit, knabbelgroenten of een boterhammetje meebrengen als tussendoortje. Ze krijgen tevens de kans een gezonde koek (gezoet met natuurlijke suikers) aan te kopen op school. • Op onze school is er aandacht voor een ‘gezond’ weekmenu. Een evenwichtig aanbod van de maaltijd is belangrijk. Het stimuleren van het eten van meer groenten bij onze kinderen is een blijvend actiepunt. De traiteur volgt hieromtrent onze richtlijnen. • Op school trachten wij onze kinderen te stimuleren tot meer bewegen. • Elk leerjaar beschikt over een eigen speelkoffer en op de speelplaats werd tijdens de voorbije jaren geïnvesteerd in klimtoestellen, goaltjes, basketbalringen,… • Voorts is de school steeds in grote getale aanwezig bij alle Stichting Vlaamse Schoolsport (SVS)wedstrijden. Ook aan de scholencross georganiseerd door het gemeentebestuur van Lochristi neemt de school deel. Een actieve voorbereiding op deze cross zorgt ervoor dat onze kinderen met heel wat medailles naar huis gaan. Hierbij blijft wel steeds het principe “meedoen is belangrijker dan winnen” ons uitgangspunt. • We werken heel actief aan een afvalbeleid waar we de milieuvriendelijkheid voorop stellen. We besteden aandacht aan het milieu door inzameling van lege batterijen en inktpatronen. We vragen de ouders om de boterhammen en het fruit in een boterhammendoos mee te brengen naar school.De biokoeken die de school aanbiedt in LO, worden in vrac aangekocht. • Bij het organiseren van activiteiten verplaatsen de kinderen van 5 en 6 zich zoveel mogelijk te voet of met de fiets als de afstand het toelaat. • De school organiseert een verkeersweek in samenwerking met het oudercomité waar de veiligheid en fietsbehendigheid aan bod komen. • Een “kriebelteam” van ouders controleert op een discrete manier de haren van de kinderen na elke vakantie en brengt de ouders op de hoogte. Er gebeurt dan ook steeds een nacontrole. Als er in de klas luizen bij een kind is vastgesteld, geven wij alle kleuters/leerlingen van de klas en de parallelklas een briefje mee met de vraag om de kind(eren) goed te controleren. Indien u zelf luizen bij uw kind vaststelt vragen wij u om de school te verwittigen en het kind pas weer naar school te laten komen als het luizenvrij is. • Er is op school veel aandacht voor de hygiëne, ook in de toiletten (automatische doorspoeling, luchtverversers, regelmatig nazicht). De handen kunnen er gewassen worden en er is voldoende toiletpapier aanwezig. • De school biedt kansen tot nascholing. Vitaminen voor een gezondheidsbeleid (Vlaamse onderwijsraad of VLOR) , cursus EHBO bij het rode kruis.
16. Medicatie ___________________________________________________________ 18
De school wil investeren in een schoolklimaat waarin elk kind binnen de veilige schoolomgeving medische zorg kan krijgen. Heel wat leerkrachten hebben bij het Rode Kruis een E.H.B.O.- cursus gevolgd. De kinderverzorgster heeft het A1-diploma Verpleegkunde en kan steeds geraadpleegd worden. Als school bieden wij vertrouwen zodat kinderen zich thuis voelen en weten dat ze bij de leerkrachten terecht kunnen met kleine en grote problemen. Er wordt dan ook een duidelijk signaal gegeven dat medicijnen niet de oplossing zijn voor alle problemen. We proberen hen dan ook alternatieven aan te bieden voor medicijnen : even rusten, wat vroeger naar bed, wat extra buitenlucht,… Leerkrachten hebben hier een voorbeeldfunctie in en kunnen met wat extra aandacht veel problemen oplossen. De schoolapotheek ! wordt beheerd door de kinderverzorgster (verpleegster). ! bevat geen medicatie; enkel ontsmettingsmiddelen en wondverzorging. ! wordt tweemaal per trimester gecontroleerd op vervaldatum en volledigheid. ! wordt regelmatig aangevuld met de nodige producten ! is kindvriendelijk afgesloten. ! een mini-versie ervan wordt meegenomen op elke schooluitstap.
17. Rookverbod ___________________________________________________________ Er geldt een algemeen rookverbod op school. Bij overtredingen van dit rookverbod kunnen er orde- en tuchtmaatregelen getroffen worden.
18. Echtscheiding ___________________________________________________________ 1. Zorg en aandacht voor het kind Scheiden is een emotioneel proces. Voor kinderen die deze ‘verliessituatie’ moeten verwerken, wil de school een luisterend oor, openheid , begrip en wat extra aandacht bieden. 2. Neutrale houding tegenover de ouders De school is bij een echtscheiding geen betrokken partij. Beide ouders, samenlevend of niet, staan gezamenlijk in voor de opvoeding van hun kinderen. Wanneer de ouders niet meer samenleven, maakt de school met beide ouders afspraken over de wijze van informatiedoorstroming en de manier waarop beslissingen over het kind worden genomen. De school kan niet verplicht worden tot het houden van gescheiden oudercontacten en zal indien ze dit nodig acht, aandringen op de aanwezigheid van beide ouders.
II.
Intern schoolreglement
1. Een gezonde school- en klassfeer ___________________________________________________________ Een vriendelijke en beleefde houding maakt het leven op school aangenaam. Het schoolteam ziet erop toe dat kinderen kansen krijgen om fijne sociale contacten op te bouwen. We dragen zorg voor elkaar en voor alle materialen. Leerlingen worden aangesproken met de voornaam, het schoolteam met meester of juffrouw. We sluiten niemand uit en houden ons aan de afgesproken spelregels. Ruzies lossen we nooit op met geweld of harde woorden. Het schoolteam houdt hier toezicht op en zal optreden indien nodig. 19
We komen net en eenvoudig gekleed naar school zonder extreme sierelementen zoals nagellak, gekleurde haren e.d. Strandkledij is eveneens niet toegelaten en omwille van de veiligheid vragen we om geen los schoeisel te dragen zoals slippers. Elke klastitularis stelt samen met zijn / haar leerlingen een gedragcode op. Wanneer een leerling de goede werking van de school of klas hindert of het lesverloop stoort, kan door elk personeelslid van de school een ordemaatregel genomen worden. Mogelijke ordemaatregelen zijn: • een verwittiging in de agenda; • een strafwerk; • een tijdelijke verwijdering uit de les met aanmelding bij de directie. Hiervoor verwachten we van ouders begrip en een actieve betrokkenheid. Elke maand wordt er een punt i.v.m. levenshouding naar voor gebracht via de wekelijkse openingen op de speelplaats. Deze maandpuntjes worden in de klasactiviteiten verwerkt. september oktober
Ervaringen delen Aardig zijn
februari maart
Jezelf presenteren Een keuze maken
nov/ december
Samenspelen en werken Een taak uitvoeren
april / mei
Opkomen voor jezelf
juni
Omgaan met ruzie
januari
2. Schoolpoort en rijen ___________________________________________________________ Om veiligheidsredenen mag de rotonde niet gebruikt worden om te parkeren of stationeren. Enkel de bus maakt hiervan gebruik. Ouders kunnen hun kind begeleiden tot aan de schoolpoort en nemen daar afscheid. Zo kan een kind zich onmiddellijk bij zijn klasgenoten of vrienden voegen. We vragen dat kinderen bij het binnenkomen en buitengaan de toezichter groeten. Voor de veiligheid sluit de poort bij het tweede belteken. Bij het eerste belsignaal worden de boekentassen genomen en gaan de kinderen in hun rij staan op de voorziene plaats. Bij het tweede belsignaal wordt er stilte gevraagd. Het afhalen van de kinderen gebeurt op de verschillende speelplaatsen. Ouders worden gevraagd te wachten op het tweede belsignaal om de kinderen af te halen. Kinderen mogen de school niet alleen verlaten, tenzij zij met toelating van de ouders. Zij verlaten de school dan met de begeleide rijen. (Lobos, Antwerpse steenweg, oversteken Bosdreef). Niemand wacht buiten de schoolpoort. Leerlingen die met de fiets naar school komen, stappen met de fiets aan de hand de oprit op en plaatsen de fiets in de fietsenstalling. Zij verlaten de school via de rij met de fiets aan de hand. Een fluohesje wordt aangeraden en kan uitgeleend worden op het secretariaat. Bij verlies rekent de school €3 aan. Ook het dragen van een fietshelm wordt door de school gepromoot. We vragen dat ouders de fiets van hun kind regelmatig nakijken en conform de verkeersregels in orde stellen. Indien uw kind per uitzondering tijdens de lesuren de school zou moeten verlaten, vragen we dat schriftelijk te melden aan de directeur en de klasleerkracht. Wil dan ook vermelden wie uw kind zal afhalen.
3. De speeltijden en de speelplaats ___________________________________________________________ 20
Speeltijden bieden mooie kansen tot goede sociale contacten. Daarom is het noodzakelijk dat er regels zijn om dit in goede banen te leiden. Kinderen gaan steeds rechtstreeks en onder begeleiding naar de speelplaats. We lopen of spelen niet in de gangen en op de trappen. We verlaten de speelplaats nooit zonder toestemming van de toezichter. Er wordt enkel met mousseballen gevoetbald, voor andere spelletjes mag een zachte plastic bal gebruikt worden. Basketballen, tennis- en springballen zijn verboden. Een bordje geeft aan of er met de ballen gespeeld mag worden. Als het nat ligt, blijven de ballen in de klassen of in de ballenbak. Ballen die over de muur geschopt worden mogen niet door de leerlingen terug gehaald worden. Wachten tot de eigenaar de ballen teruggooit is de boodschap. We kruisen de parking nooit zonder begeleiding van een leerkracht tenzij deze haar/zijn toestemming gegeven heeft. Boekentassen hebben hun plaats in het rek en worden daar netjes geplaatst. De speelgoedbakken kunnen door de rechthebbende klas gebruikt worden. Na het spelen wordt het materiaal net terug in de bakken gelegd. In-line-skaten/rolschaatsen kan vanaf het derde leerjaar, per parallelklas op de afgesproken plaatsen en dagen. Bij de eerste bel doet men onmiddellijk de schaatsen uit zodat men tijdig in de rij kan staan.
4. De toiletten ___________________________________________________________ Bij het begin van de speeltijd gaan de kinderen naar het toilet. Na gebruik wordt het toilet doorgespoeld. Na het toiletbezoek, steeds handen wassen. We drogen onze handen af aan een stukje van de papierrol en gooien het na gebruik in de papiermand. Er wordt niet gespeeld in de toiletten. Hiertegen zal onmiddellijk en kordaat opgetreden worden.
5. De refter ___________________________________________________________ Kinderen gaan begeleid naar de refters en zijn stil in de gangen. Ze nemen rustig plaats aan de tafel die ons wordt toegewezen. Na het gebed beginnen ze te eten. Ze eten beleefd en hebben oog voor fijne tafelmanieren. Ze gedragen ons respectvol ten opzichte van iedereen. Afval en lege flesjes worden in de respectievelijke bakken verzameld. Ze verlaten onze tafel en de refter pas na toelating van de toezichter.
6. Wat met afval ? ___________________________________________________________ In alle gemeenschappelijke ruimten van onze school en in elke klas staan vier verschillende afvalcontainers nl: een mandje voor papier en karton, een groene container voor groenafval, een blauwe container voor PMD en een grijze voor restafval. 21
Ook op de speelplaats zijn drie grote afvalbakken geplaatst voor PMD (blauw), groenafval (groen) en restafval (grijs). Ook onze omgeving wordt verzorgd: wij hebben respect voor het groen en alle gebouwen. Wij laten niets rondslingeren. Immers, als iedereen zijn afval in de vuilnisbak gooit, blijft de school netjes. De klas die van dienst is, zal onder begeleiding van de leerkracht, het zwerfvuil dat aangewaaid komt, opruimen. Zowel op de speelplaats als op de parking.
7. Huiswerk, agenda’s en rapporten ___________________________________________________________ Huiswerk De leerkracht geeft huiswerk om de leerstof/techniek verder in te oefenen. Via het leren van ‘lessen’ kan de ‘geziene’ leerstof worden herhaald en verdiept. Het gaat dus in principe om ”gekende” leerstof. Dit ondersteunt het zelfstandig werken van het kind en biedt ouders de kans om de prestaties en de vorderingen van het kind van dichtbij te volgen. De opgegeven taken/lessen worden in de schoolagenda geschreven. Een huistaak omvat niet meer of minder dan wat er opgegeven werd. Indien er problemen zijn, kan u dit ook melden in de schoolagenda (of via een oudercontact) In het eerste leerjaar dienen de leerlingen elke dag de opgegeven basiswoorden/letters en lesjes te herhalen. Vanaf januari komen daar per week één tot twee schrijf- en/of rekenoefeningen bij. In het tweede leerjaar worden er twee- tot driemaal per week taken voorzien. Dit zijn vooral: afwerking van klastaken en inoefenen van woorden. In de tweede graad zal het maken van taken (rekenen/taal) en het leren van lessen (op voorhand aangekondigd) systematisch worden opgebouwd. Dit op maandag, dinsdag en donderdag! Lesjes over WO en godsdienst worden in verschillende werkvormen (deel na deel) aangebracht en verwerkt. In de derde graad krijgen de leerlingen taken en lessen over verschillende vakken en dit elke dag. Het is een verderzetting van wat op school is aangebracht, uitgelegd en verwerkt. Belangrijk hierbij is dat de leerlingen steeds dienen aan te tonen hoe zij hun lessen leren. Schriftelijke voorbereidingen zijn dus noodzakelijk (‘leren leren’ en het verwerven van goede leer- en werkattituden). Bij heel wat taken geldt : tot hier moet het en vandaar mag het! Het herhalen van Frans, regelmatig inoefenen van de woordpakketten en het bijhouden van de lessen is belangrijk. Richttijden vanuit de school voor de taken/lessen/opdrachten 1e en 2e leerjaar: ongeveer een half uur per avond ( lezen, tafels ) 3e en 4e leerjaar: ongeveer 45 min. per avond ( tafels, woordpakketten ) e e 5 en 6 leerjaar: ongeveer één uur per avond ( woordpakketten, Frans, … ) Indien uw kind veel langer dan deze richttijden werkt, dan hebben we graag dat u vermeldt hoelang er gewerkt is of waarom er eventueel een stop is ingebouwd. Dit dient via de agenda (of een oudercontact) gemeld te worden aan de leerkracht.Tijdens de ouderavond van september zullen de leerkrachten de ouders hierover duidelijk informeren. Agenda lagere school Voor elke graad is de schoolagenda een communicatiemiddel tussen de school en het gezin. De schoolagenda ontwikkelt zich tot een studie- en werkinstrument dat onze leerlingen moet helpen bij het organiseren en plannen van hun studiewerk. Daarom vragen wij ouders dagelijks de agenda na te kijken en te handtekenen. Elk taak en/of les is voorafgegaan door een minnetje (-). Thuis verplussen (+) de leerlingen het minnetje van zodra dit deeltje van het huiswerk is afgewerkt! 22
Deze agenda vormt dus een leidraad voor de ouders om informatie te krijgen over de lessen en taken die hun kinderen moeten verwerken. De taken en lessen worden steeds duidelijk van elkaar gescheiden. Tests en toetsen worden meestal aangekondigd . Lange-termijn-toetsen staan steeds in het groen vermeld. In de derde graad kunnen er onverwachts steekproeven of tests afgenomen worden om o.a. het ‘leren leren’ te stimuleren. Formulieren en/of documenten die meegeven worden zullen steeds gesignaleerd worden in de agenda van de leerlingen zodat u naar die informatie kunt vragen indien uw kind vergeet iets door te geven. Heen- en weerschriftje We verzoeken de ouders van de kleuters dagelijks het boekentasje van de kleuters na te kijken op informatie van de juf die in een heen- en weerschriftje of op een briefje meegegeven wordt.
Kleuter- en leerlingvolgsysteem Alle resultaten, vorderingen en observaties worden bijgehouden in een klasoverstijgend kleuter- en leerlingvolgsysteem. Hierbij wordt het kind gevolgd naar welbevinden, betrokkenheid en competentie. Op die manier kan de leerkracht rekening houden met de ‘ontwikkelings- en leerhistoriek’ van het kind op school. Toetsen en rapporten In de lagere afdeling gaan heel wat observaties en toetsen door. Dagelijks of wekelijks wordt getoetst in welke mate de kinderen de leerstof verwerkt hebben. Bij grotere toetsen worden de vorderingen gemeten van grotere leerstofgehelen. De resultaten verschijnen samen met de dagelijkse toetsen op het rapporten dat acht keer per jaar wordt opgemaakt en meegegeven. Op het maandrapport kan u de dagdagelijkse evolutie volgen. De synthese- of semestriële rapporten (januari- en eindrapport) zijn belangrijke documenten die u veel informatie geven. De grote rapporten bevatten naast puntenvelden ook tekstvelden met beoordelingen over leerhoudingen (tempo, werkhouding, aandacht, interesse) en leefhoudingen (samenwerking, afwerking, sociaal gedrag t.o.v. leerkracht en klasgenoten). We willen dus als school niet enkel leerstof overbrengen, maar ook levenshouding en opvoeding; dit vinden we even belangrijk! Telkens beogen wij een informatief sterk geheel samen te stellen zodat u als ouder een goed beeld krijgt van uw kind op school.
8. Stappenplan bij ongeval en ziekte __________________________________________________________ Wat bij ziekte? 1. een kind is te ziek om de lessen te volgen : dit kind hoort niet op school en blijft thuis. 2. een kind wordt ziek op school : ! de leerkracht schat eerst de ernst van de situatie in en probeert te achterhalen of er geen andere reden is. ! het kind wordt naar het secretariaat gebracht, de school geeft geen medicijnen. ! directie, secretariaat of klasleerkracht vraagt de ouders om het kind op te halen. ! tijdens het korte wachten kan het op ‘n rustzetel plaats nemen (langdurig: directie). ! zijn de ouders niet bereikbaar dan wordt er contact opgenomen met de noodnummers die de ouders opgegeven hebben of met de huisarts. ! in levensbedreigende gevallen worden onmiddellijk de hulpdiensten gebeld. 3. een kind neemt uitzonderlijk meegebrachte, voorgeschreven medicijnen: ! dit zijn medicijnen die dienen als noodzakelijk herstel voor ’n nabehandeling. ! de school geeft deze medicijnen op doktersadvies (met ondertekend attest). 23
! de klasleerkracht is de enige die de medicijnen toedient. ! ouders bezorgen de medicijnen en het attest persoonlijk aan de leerkracht (niet in de boekentas omwille van de veiligheid). ! de medicijnen worden op een veilige plaats bewaard. ! rectale geneesmiddelen (zetpillen) en spuitjes worden nooit toegediend! 4. een kind klaagt geregeld over pijn: ! de school geeft geen medicijnen of placebo’s. ! de klasleerkracht brengt de ouders, het zorgteam en het CLB / MST op de hoogte. ! in samenspraak met alle partijen wordt gezocht naar de oorzaak en verwezen naar gespecialiseerde hulp. 5. een kind brengt niet-voorgeschreven medicijnen mee: ! de medicijnen worden niet toegediend en terug meegegeven naar huis met een begeleidend briefje! Wat bij een ongeval? Bij een zeer ernstige kwetsuur : de directie of het secretariaat verwittigt de hulpdiensten en de ouders. Een secretariaatsmedewerker of de directie wijst de hulpdiensten de weg naar de gekwetste. De directie, de leerkracht of een andere medewerker van de school vergezelt het gekwetste kind naar het ziekenhuis indien de ouders nog niet aanwezig zijn. Ernstige kwetsuur : de directie of het secretariaat contacteert de ouders en beslist in overleg of het kind afgehaald wordt of dat er een (huis)dokter gecontacteerd wordt. Bij minder ernstige kwetsuur : de leerkracht en/of secretariaat verzorgt de kwetsuur. Bij de minste twijfel worden de papieren van de ongevalsverzekering opgemaakt en meegegeven met de ouders.
9. Gsm ___________________________________________________________ Als school ontraden we de ouders om te vroeg een GSM aan te kopen. Er is nog steeds geen duidelijkheid over de eventuele schadelijke gevolgen. Op school is GSM gebruik uitdrukkelijk verboden en GSM toestellen zullen door de directie in bewaring genomen worden en aan de ouders bezorgd worden. Wie toch omwille van veiligheidsredenen (weg naar school en terug) een GSM meebrengt, moet deze zorgvuldig wegbergen in de schooltas en deze niet op school gebruiken zonder toestemming van een leerkracht. De school is niet verantwoordelijk voor schade of verlies van de toestellen.
10. Internetgebruik ___________________________________________________________ Het internet is in onze maatschappij niet meer weg te denken. We willen op school pleiten voor een “gezond” gebruik van het internet en vragen ouders om hier actief aan mee te werken. Kinderen werken op school steeds onder begeleiding als zij internet gebruiken en de leerkrachten verbinden zich ertoe om kinderen op hun eigen niveau te waarschuwen voor de gevaren van internet. Wij raden ouders ook aan om thuis msn, facebook e.d. niet te laten gebruiken om anderen te schaden.
11. Geld en waardevolle voorwerpen ___________________________________________________________
24
De school is niet verantwoordelijk voor verloren, gestolen of beschadigde voorwerpen. Om verlies te voorkomen vragen we om kledingstukken en persoonlijke spullen te naamtekenen. Geld en waardevolle voorwerpen horen niet thuis op school.
25