BESTAANDE WONING DE VOORSPRONG 45% REDUCTIE
B E H O E F T E C O M F O R T BOUWSTENEN E N E R G I E W A A R D E T A A L OPDRACHTGEVER ONTWERPER BOUWKUNDIGE E - A D V I S E U R E C O N O O M COMMUNICATIE MASLOW D R O O M VERTROUWEN NETWERK OMGEVING WIN - WIN
ONTZORGEN EXTERIEUR INTERIEUR UPGRADEN FUNCTIONALITEIT VERANTWOORD
ISOLATIE DUURZAAM M AT E R I A A L ONDERHOUD CONSTRUCTIE RECIRCULATIE
VERWARMING ELECTRICITEIT V E N T I L AT I E KOELING ONDERHOUD MEERWAARDE
K O S T E N OPBRENGST FINANCIERING EIGENDOM TAAKSTELLEND DENKWIJZE
COMM.CYCLUS GUERILLIA MOMENTEN COMMUNITIES D I A L E C T H E L D E R
ALGEMENE KENMERKEN VAN HET CONCEPT Naam concept:
Basis: De consumenten worden actief in een marketingcyclus benaderd door direct mail via hun vertrouwde netwerk, passief door informatieloketten, actief door adviesloketten, passief en actief door showrooms, actief door de procesmanager, actief door acquisitie op verenigingen van eigenaren en coöperaties, actief in de buurt waar “het” project in uitvoering is of waar de guerrilla marketing is. Daarnaast worden er campagnes opgezet met het doel de consumenten bewust te maken en te verleiden tot overgaan naar het verhogen van de EPA-label en brengen de aangesloten bedrijven hun klanten, die hun EPA label willen verhogen, in het consortium.
!
Behoefte: De particulier gaat pas over naar invulling behoeften op volgende niveau wanneer behoeften op vorig niveau zijn vervuld. Als handvest nemen we de piramide van Maslow. Ontwikkelingen, trends en golfbewegingen beïnvloeden de (Maslow) behoeften van de particulier. Wij gaan ons verdiepen in de manifeste en latente behoeften van particulieren. Kijken of deze enkelvoudig of samengesteld zijn. Deze ontwikkelingen worden omgezet om de behoefte te beïnvloeden.
Deze vraagstelling van de consument gaan we integraal bekijken om nieuwe verbindingen naar smart living te maken. In deze integrale aanpak nemen we de duurzame en energetische voorzieningen mee maar ook het lange en korte termijn verdienmodel. Eigenlijk moeten we zeggen dat, (energetisch) verduurzamen gaat om comfortverhoging voor de bewoner en waardevermeerdering voor de woning. In het “blauwe ogen” concept is het proces een samen(net)werk waarin de opdrachtgever een gelijkwaardige positie inneemt. Het is onze taak de opdrachtgever uit te dagen om plaats te nemen op de lege stoel die aan onze ronde keuken(advies)tafel staat. Het nieuwe samen(net)werken begint juist niet bij instrumenten, maar bij connecties maken. Het begint bij de motivatie om eerst de ander te willen begrijpen voor je zelf begrepen wilt worden. Daarom is het van belang dat de particulier deel uitmaakt van de ronde tafelgesprekken en het gevoel krijgt dat hij een “aandeel” heeft. Dat het draait om ‘zijn belang’. Het samen(net)werken gaat uit van de multi-disciplinaire context waarin de particulier centraal staat en een onderdeel vormt van het netwerk. Het kernteam is de basis van het consortium-netwerk en staat als een spin in het web. Het inspireert en coördineert. Het kernteam is verbonden met de consument - fysiek of interactief door social media- en sociale netwerken, die verankerd zijn in de lokale maatschappij. Daarmee wordt afstand genomen van de massamaatschappij met haar globaliserende waarden en normen. De frontoffice van het consortium gaat meer in op de individu of lokale- of georganiseerde groepen. Het spreekt de taal, kent de identiteitsvormingsprocessen en is onderdeel van het lokale netwerk. Deze maatschappelijke netwerken spelen een cruciale rol bij het tot stand komen van transities voor duurzame ontwikkeling en dus de contacten die wij leggen met de consument. De bedrijven/organisatie en hun medewerkers zijn verankerd in Noord Nederland. Hun netwerken zijn divers en nauwelijks overlappend maar aanvullend. Daarnaast hebben we als bedrijven een samenwerking voor projecten met Vereniging Eigen Huis, Greenworks, IPDUBO, CODIN, educohof en Grunneger Power. Maar kunnen we ook gebruik maken van netwerken als provinciale natuur- & milieufederaties of NoordBaak. Hierdoor bereiken we eenvoudig mensen die al openstaan voor het energetisch verbeteren van hun woning. Voor de interne- en externe communicatie gaan we uit van een doorgaande marketing cyclus met opeenvolgende thema’s. De communicatie vind plaats op regionaal of lokaal niveau. Loketten en showrooms zullen anker- en adviespunten in de regio zijn.
COMFORT EN LEEFBAARHEID
Het verleiden van de consument: Research en ervaring hebben tot het inzicht geleid dat de consument moeilijker te verleiden is tot het nemen van 'duurzame beslissingen' op grond van ideële argumenten dan op grond van puur en direct financieel eigen belang. Comfort en gezond-wonen zijn, naast de financiële lange termijn denkwijze eveneens aansprekende, moverende redenen tot het nemen van stappen. Hiermee moeten we, hoe dan ook, rekening houden. Zaken als redden van de wereld danwel het verbeteren ervan, kunnen eventueel pas op de achtergrond een rol spelen. Het consortium is er zich van bewust dat een EPA een technisch model is, dat maar beperkt bruikbaar is om de klant te overtuigen. Uit studies van het Informatiepunt Duurzaam Bouwen en eigen ervaring blijkt dat de volgende elementen ontbreken aan een standaard EPA-maatwerk: • effect van de maatregelen op de maandlasten, • overzichtelijke tabel met besparingen uitgedrukt in geld, • overzichtelijke tabel met besparingen in m3 en Kwh in plaats van in percentages en energie-indexen, • concreet product voorstel (bijv. Rockwool FastFix) in plaats van algemene maatregel (dakisolatie). • mogelijkheden om het elektriciteitsverbruik terug te dringen, • financieringsmogelijkheden. Het consortium wil een EPA-plus inzetten dat deze elementen wel bevat, en dit aanleveren in een aparte bijlage, naast het formele stuk voor het woondossier. In het algemeen speelt in dit proces autoriteit en helderheid met de taal van de consument een doorslaggevende rol. Of anders gezegd: hoe geloofwaardig zijn de mensen in het consortium voor de consument? Op individueel niveau zal de autoriteit verdiend en gekregen moeten worden, perslot geloven we in deze 21ste eeuw niet perse meer in de autoriteit van gevestigde partijen of grote bedrijven. Onze Blauwe Ogen moeten we invullen met navenant handelen, maar uiteindelijk moet de consument ons zijn vertrouwen gunnen. Als het vertrouwen eenmaal is gegund, zal de behoefte om alles te willen weten bij de consument verminderen. Daarom is het van groot belang aan te sluiten bij bestaande netwerken en organisaties die het vertrouwen al hebben verdiend. Onze inzichten, overtuigingen en ervaringen doen ons kiezen voor een sterk individuele benadering van de consument, waarbij we zoveel mogelijk bestaande netwerken in de buurt en eigen omgeving willen inzetten. We willen mensen in ongedwongen aan-eigenhuis-bijeenkomsten hun ervaringen laten delen, inspiratie opdoen, elkaars plannen leren kennen, van elkaar leren en er plezier in hebben. Ronde, of keukentafel bijeenkomsten waarbij een multidisciplinaire inbreng ten behoeve van 'juiste' advisering (blijft altijd subjectief, maar toch stellen we hoge eisen aan 'waarheid') staan centraal. Consumenten in verschillende beslisfases: Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen consumenten die besloten hebben iets te doen aan hun woonsituatie (verbouwen of verhuizen en kopen) en degene die hier totaal niet mee gepreoccupeerd zijn. De kunst is die plaatsen en mensen te vinden, die vroegtijdige contact en kennis hebben van woonsituatieveranderende omstandigheden. Loketten en showrooms Informatie voorziening, een stukje kennis aanbieden is met name in de beginfase belangrijk. De consument moet daar ook zelf iets voor doen, b.v. ergens naar toe gaan of iets vragen. Zo wortelt de indruk van eigen keuze. Dit informatiemoment biedt de kans om ‘beren op de weg’ syndromen de wereld uit te helpen en voor een geruststellend geluid (uitleg) te zorgen. We staan een laagdrempelige (plaats, tijd, toon) aanpak voor. Uitvoeringsperikelen In de uitvoering is een goede logistieke begeleiding met adequate voorspellende waarde (niet de kelder aanpakken als je beloofde de slaapkamer te doen) en een hoge praktische insteek (het zijn de kleine dingen die het doen: troep op 1 plek en niet overal) vermoedelijk een breekpunt voor de consument. Echte ontzorging is dan z’n geld meer dan waard.
DUURZAAMHEID IN CONTROL
Marketingplan: Twee mogelijke benaderingen, waaruit nog niet gekozen is en die verder uitgewerkt worden: 1. Consument direct aanspreken en daar waar concreet verbouwd wordt, hem dit vol trots kenbaar laten maken middels: 'Ik verbouw duurzaam'. De vraag is of de gemiddelde consument de heldere keuze die hem wordt gevraagd te maken, aan kan. Is de tijd er rijp voor of zijn we daarmee nog teveel 'early bird' en dus een roepende in de woestijn? 2. De vraagstellende benadering: Is uw huis gezond? Dit is mogelijk gezien de vele ervaringen met gezondheidsproblemen door ongezonde binnenklimaten. Dit geldt ook voor particuliere woningen. Bij deze aanpak kan veel gebruik gemaakt worden van begrippen uit de medische sector. Een duurzaamheidsdokter (een dokter maakt je beter), een specialist (die bieden we als multidisciplinair team), een assistent(e), wat kunt u zelf doen om uw huis fit te maken? Het consortium wordt een soort 'gezondheidscentrum voor uw huis'.
Vier mogelijke aanvliegroutes als voorbeeld: 1. 2. 3. 4.
Benaderen van bestaande netwerken (bijv. Noordbaak) waarin wij als consortium zijn verweven: Indirecte benadering via loketten of showrooms (bijv. Raab Kärcher) Directe benadering acquisitie (bijv. Vereniging Van Eigenaren) On the job benaderen via ambassadeurs (bijv. buurten) waarin de opdrachtgever is verweven:
Vervolgtraject: 1. Gefaseerde pakketten (voorstel) maken (door kernteam). 2. Vertalen van taakstellende budgetten naar overzicht maandlasten, met inzichtelijk maken van facilitaireen onderhoudskosten (door kernteam). 3. Besluitvorming. 4. Visualiseren van de plannen door middel van BIM en 3D modellen. Uitwerken van het plan, leesbaar voor de consument, naar o.a. bouwkundige tekeningen, technische omschrijving, financieringsplan, taakstellend budget, integraal plan van aanpak en onderhoudsplan (door kernteam). 5. In de buurt kenbaar maken en als promotieproject inzetten (door projectbegeleider). 6. Contractvorming (van offerte tot en met aanbesteding). 7. Uitvoering, eventueel door consortium partners. 8. Monitoring van de uitvoering (door opzichter). 9. Oplevering (door inspecteur), EPA-label (EPA-adviseur) en evaluatie (woondossier). 10.Uitnodigen tot ambassadeurschap.
Wijze van ontzorgen Het consortium ‘ontzorgt’ de consument / opdrachtgever volledig, in die zin dat het de complete zorg op zich neemt voor het gehele traject van zijn eerste verkenning van wensen en mogelijkheden tot en met realisatie en onderhoud. Vanzelfsprekend speelt communicatie met de opdrachtgever hierin een cruciale rol. Onze basis is een onderzoek naar de mogelijkheden, de consequenties, de mogelijke zelfwerkzaamheid en de kosten van de duurzame aanpassingen en het programma-idee duurzaam bouwen in Noord Nederland. Achtereenvolgens gaat het om de fasen: • Het ontzegbare vertalen in een heldere vraag: contacten in de netwerken – verandering van denkwijze – kennisoverdracht op een spontane onverwachte wijze – verbeteren van de betrokkenheid en de vanzelfsprekendheid; • Vertalen van de droom van de opdrachtgever: Wij verwoorden de eisen, wensen en behoefte van het pand en de inwoners: inventarisatie wensen, eisen, behoeften; • Boter bij de vis: bespreking werkzaamheden, financiën en (on)mogelijkheden; definitie – definiëring werkzaamheden, financiën (maandlasten), taakstellend budget en andere afspraken; • Realistische en betaalbare keuzepakketten: ontwerp – bepaling bouwkundig en energetisch ontwerp, (ver)bouw aanvraag en voorbereiding, bestek, aanbesteding; • Vertrouwen in uitvoering: bouw – feitelijke begeleiding van de uitvoering inclusief kwaliteitsbeheersing en oplevering; • Monitoring: zorg – nazorg en begeleiding bij het onderhoud. Kattebelletjes. Voor de consument maken we de fases inzichtelijk door middel van een routeplanner (stappenplan). Afhankelijk van de opdrachtgever treden we meer of minder in detail.
INTEGRAAL BIM - MODEL
Ontzorgingsconcept: Essentieel in ons ontzorgingsconcept is het werken met een multidisciplinair projectteam, waarvan de samenstelling in de loop van het proces kan variëren. In de verschillende fasen van het proces betrekken wij er verschillende deskundigen en adviseurs bij, afhankelijk van de vereiste kundigheden en de afspraken met de opdrachtgever. Daarbij is steeds de coördinerende (interieur)architect/bouw-/energieadviseur (afhankelijk van de 1e vraag), of diegene met wie het contact in het netwerk gelegd wordt, het aanspreekpunt voor de opdrachtgever – zodat voor hem het overzicht gewaarborgd blijft. De frontmensen hebben ervaring met particulieren en spreken ze aan op het niveau van de consument. Dit kan ook betekenen dat de persoon die het eerste contact maakt dit overgeeft aan de frontman met een andere insteek zodat de potentiële opdrachtgever de juiste contactpersoon krijgt. Het plan van aanpak word door het kernteam voorbereid, gecoördineerd en samen met de particulier bepaald. De erbij betrokken deskundigen kunnen zowel deel uitmaken van het consortium, als ‘extern’ worden ingeschakeld, naar specifiek vereiste kennis en ervaring. De opdrachtgever heeft 1 vertrouwenspersoon maar voelt zich opgenomen in het kernteam. Het plan van het kernteam moet leiden tot een integraal plan. Een routekaart geeft de opdrachtgever inzicht in de mogelijkheden, werkwijze en planning. Het financiële advies geeft hem inzicht in de maandlasten en eventuele opbrengsten op de korte en lange termijn. Toetsing van de mate waarin de besparingsdoelstellingen worden behaald, zoals beoogd met het project, vindt plaats door zowel vooraf als achteraf het energieprestatie-label toe te kennen. Om aan de ‘duurzaamheids’ vereiste te voldoen, dient dit label minimaal twee niveaus te worden verhoogd. De laagdrempeligheid willen we ook bereiken door meer gebruik te maken van de bestaande informatiepunten, showrooms en loketpunten. Met de locaties van IPDUBO, duurzaamheidscentra, bankfilialen, 3-N maar ook het greenworksconcept, kunnen we dit versterken. Maar ook door aan te sluiten bij belangenverenigingen (netwerken) zoals Vereniging Eigen Huis, CODIN, NoordBaak of initiatieven zoals Grunneger Power.
Energetisch verduurzamen wordt dus meer een ontwikkelproces dat extra tijd en aandacht vraagt in de initiatieffase. Dit betekent dat het proces veel effectiever, efficiënter en economischer kan en dat de kwaliteit van het eindresultaat omhoog gaat. Samenwerken en verantwoordelijkheid nemen zijn belangrijke thema’s in de nieuwe procesgang. De procesbegeleider begeleidt dit creatieve proces. Brengt duurzaamheid en C2C (cradle to cradle) in de praktijk met een integrale aanpak op het (taal)niveau van de consument i.p.v. de professional. Zorgt voor samenwerking in het consortium en helpt bij het stellen van heldere doelen. Meetbaar of innovatief.
Innovatie Uit het onderzoek van Prof. Dr. Anke van Hal blijkt dat het belangrijk is dat er een instantie of een plek is waar de kennis die is opgedaan in good practices wordt verzameld en vertaald naar de verschillende doelgroepen die er in de praktijk iets mee moeten doen. Deze plek (in dit voorstel de wiki-website) moet de kennis verspreiden en het helpt wanneer deze daarbij geholpen wordt door personen die vertrouwd worden door die doelgroepen (opinieleiders). De opinieleiders moeten zowel aan de vraagkant aanwezig zijn (particulieren die succesvol maatregelen hebben toegepast) als aan de aanbodzijde (bedrijven die gewaardeerd worden door de klanten en hun marktpositie daarmee hebben verbeterd).
Website: Bij de start van het project wordt een website opgezet waarin we de aangeboden ondersteuning, de aanpak, voorbeeldadviezen en de adviseurs presenteren. Dit is een mogelijkheid tot eerste kennismaking en voor iedereen toegankelijk. De website wordt in de loop van het project gevuld met basisinformatie, tips en reviews van de opdrachtgevers over de ontvangen ondersteuning en de uitgevoerde maatregelen. Hierdoor wordt de website gedurende de doorlooptijd van het project een lokale kennisbank waarbij alle geïnteresseerden hun voordeel kunnen doen met de ontsloten ervaring en kennis. Hierdoor ontstaat een multiplicator effect en een zelflerend model (Wiki-achtig) De website wordt tevens gebruikt om de voortgang te monitoren. !
MONITORING EN AFTERSALES
Woningdossier: Het persoonlijke dossier kan de bewoner/eigenaar (of onze adviseur) vastleggen in een door Meer met Minder opgezette website: www.woningdossier.nl. Hierdoor kan de eigenaar zijn eigen inspanningen borgen.
Taakstelling: Uit ervaring weten we dat als we passief acquireren we 300 contacten nodig hebben om 10 woningen te kunnen verduurzamen. Uit de bestaande loketten/showrooms weten we dat we op basis van een bezoekersaantal van 700 mensen 300 contacten leggen. Dit zou betekenen dat alleen uit de showrooms/ adviesplekken 70 opdrachten realistisch zijn. Bij een actievere opstelling en goede marketing en enthousiasmering van de buurt denken we het slagingspercentage omhoog te kunnen brengen. Het consortium wil gedurende de projectperiode minimaal 100 woningen energiezuiniger maken. In geval van realistische onhaalbaarheid van 2 labelstappen kunnen wij ook voorzien in minder vèrgaande maatregelen. Dan kiezen wij voor optimalisering in plaats van maximalisering.
Pakketten: Tevens zijn we voornemens om in te spelen op de zelfwerkzaamheid van de consument. Bouwpakketten met energetische verduurzaming (incl. Meting) zullen via onze showrooms worden aangeboden.
Concepten: Naast de pakketten hebben we concepten ontwikkeld die als schil of unit, casco of afgewerkt kunnen worden geplaatst. Om de kwaliteit over het gehele proces te waarborgen is een eindresultaat EPA meting noodzakelijk. Daarom wordt in een eindmeting, ongeacht voor welke fases we opdracht krijgen, standaard voorzien.
Toekomstwaarde De visie die we neerleggen valt binnen het programma-idee wat we samen met CODIN en IPDUBO aan het ontwikkelen zijn. Dit programma is een breder concept voor het verduurzamen van woningen dan alleen de EPA – meting. Het is een integraal totaalconcept waarbij gestreefd wordt naar optimale verduurzaming in de breedste zin van het woord. De meet- en beslissingsfactoren hierin zijn de trend-, de technische-, de beheers-, de faciliterende- en de economische levenscyclus analyse. Deze maatstaven worden omgezet naar overzichtelijke beslismodellen voor eigenaren van gebouwen.
Samen(net)werken: Voor het halen van doelen zijn cross-disciplinaire samen(net)werken en innovatie onontbeerlijk. Dit vormt dan ook een belangrijk onderdeel binnen de C2C- en duurzame werkmethodieken. Het belang van samenwerken geldt voor het gehele proces van idee, plan, productie tot het recirculeren. Essentieel is een interdisciplinair team voor het onderling afstemmen van de fases en haar mogelijkheden. En wanneer daarnaast de hele keten samenwerkt, wordt het makkelijker tot een goed eindproduct en duurzaam gebruik te komen. Door ook de producent in een vroeg stadium in het proces te betrekken worden de (on)mogelijkheden helder in kaart gebracht en oplossingen voor de samenhang gevonden. Duurzaamheid wordt dus meer een ontwikkelproces dat extra tijd vraagt in de initiatieffase. Dit betekent dat het proces veel effectiever, efficiënter en economischer kan en dat de kwaliteit van het eindresultaat omhoog gaat. Samenwerking en het nemen van verantwoordelijkheid zijn belangrijke thema’s in de nieuwe procesgang. De regisseur begeleidt dit creatieve proces. Brengt duurzaamheid en C2C in de praktijk met een integrale aanpak. Zorgt voor samenwerking in de keten en helpt bij het stellen van heldere doelen. Meetbaar en innovatief. Hierbij is het van belang dat er samenwerkingsvormen met gelijkgestelde en dus consortia in deze constructie van essentieel belang is. Kennisoverdracht is essentieel. Daardoor zoeken we ook contact met de hogescholen en universiteit. In duurzame en innovatieve projecten waarbij wij betrokken zijn of zijn geweest blijkt dat onjuiste kennis of het ontbreken van kennis een verstoring in de bedrijf- of materiaalketens geeft. Kennisoverdracht in een opensource filosofie is onontbeerlijk voor de transitie. Daarnaast is het van belang om de kenniscentra bij het proces te betrekken. Dit kunnen kwaliteitsdiensten zijn maar ook de opleidingen en instituten in de regio. Zo kan de denkwijze veranderen en verankerd worden in de maatschappij.
OUT OF THE BOX DENKEN
De maatschappij verandert om ons heen. Onze huidige samenleving is in toenemende mate complex. De wereld krijgt een steeds diverser en multicultureel uiterlijk. Met als gevolg dat de verschillende belangstellingen een gestaag uitdijend spectrum beslaan, waarmee weer terdege rekening dient te worden gehouden bij het bepalen van haar aanbod in de duurzame ontwikkeling (samenleving). Duurzaamheid en cradle to cradle (C2C) zijn thema’s die de wetgeving en de leefomgeving steeds meer gaan domineren. Niet vanuit het verleden maar op grond van noodzaak en met nieuwe toepassingen en technieken. In deze context zoeken we naar nieuwe samenwerkingsverbanden, eenvoudige processen, het creëren van nieuwe technieken en digitale procesbeheersing. Dynamiek en flexibiliteit zijn essentieel om mee te kunnen inspelen op steeds veranderende wensen en eisen van de duurzame ontwikkeling. Verandering betekent een nieuwe kijk. Een nieuwe oriëntatie op plan- en productieprocessen, Iwaar innovatie en het netwerk centraal staan.
TAAKSTELLEND BUDGET
BEELDEND VERHAAL
DUURZAME
PARTNERS
!
PENVOERDER Hereweg 9 9725 AA Groningen tel : 050 5290910
Contactpersoon:
Dirk van Impe (
[email protected])