BESPREKINGSARTIKEL* Verschoor, J.A., Gramática comunicativa del español. Teoría y ejercicios, Apeldoorn: Van Walraven, 1987 (maar uitgekomen in november 1988), ISBN 90-6049-485-7, 160 pp., f 24,95 Het getuigt van enige moed om voor het Spaans een titel als deze uit te doen komen: wie zal het wagen om in de voetsporen van Leech en Svartvik te treden en met de combinatie van 'communicatief' en 'grammatica', bedoeld of onbedoeld, de kwaliteit van hun A Communicative Grammar of English van 1975 bij de lezer op te roepen? Leech en Svartvik stelden zich tot doel een antwoord te geven op de vraag '"How can I use grammar to communicate?". Thus the main part of the book is devoted to the USES of grammar, rather than to grammatical STRUCTURE.' Bij hen is het (derde) deel 'Grammar in use' dientengevolge het belangrijkst. Dat gedeelte bevat een beschrijving van taalmiddelen die uitgaat van een functioneel-notionele benadering. Het gaat daar om hetgeen je met taal kunt uitdrukken, je gaat daarbij uit van intenties, en zo'n beschrijving richt zich op de wijze waarop een native of non-native speaker van het Engels zijn spreekintenties of bedoelingen onder woorden kan brengen. De indeling van onderwerpen die daarbij hoort is niet de klassieke naar lidwoorden, naamwoorden, werkwoorden etc., maar gaat uit van noties en functies. Het baanbrekende werk dat hieraan ten grondslag ligt komt van deskundigen van de Raad van Europa, in meer filosofische zin van Austin en Searle en in taalkundig opzicht van Halliday. De basisprincipes zijn in de verschillende drempelniveaus in praktische en in David Wilkins' Notional syllabuses (Wilkins 1976) theoretisch uiteengezet. Voor zo'n communicatieve grammatica ga je dus uit van in principe universele semantische concepten, níet op de eerste plaats van de morfologisch-syntactische structuur van de doeltaal. Daarbij is geen plaats voor de traditionele hoofdstukindeling in de 'klassieke' grammatica's: lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, etc. Ik gebruik de term 'traditioneel' in dit stuk zonder enige bijbedoeling, als grove tegenhanger van 'communicatief'. In welke grammatica dan ook, om het even of je voorkeur hebt voor meer 'traditionele' of meer 'communicatieve' grammatica's moeten zeer strenge eisen aan nauwkeurigheid v.w.b. woordkeus, vertalingen, representiviteit van voorbeelden en formulering van regels en toelichtingen worden gesteld. Net zo min als 'communicatief' is 'traditioneel' een label dat je desnoods op slordig werk kunt plakken. Grondslag voor een grammatica die recht wil doel aan een communicatieve benadering van taal is het taalgebruik, en daarmee de regels voor het vormen van correcte en adequate taaluitingen, beredeneerd vanuit taalgebruiksdoelen, en dat zij totnogtoe meestal productieve doelen. Natuurlijk had de meer traditionele grammatica ook ten doel om leerlingen o.a. correct en adequaat te leren communiceren. Maar die grammatica's redeneerden vanuit de klassieke opvattingen over het taalsysteem. Het lijkt mij goed mogelijk om beide standpunten te verzoenen in een en dezelfde opzet, maar dan moet zo'n grammatica wel aan zware eisen kunnen voldoen. Inhoud van het boek Voordat ik een aantal opmerkingen plaats over hetgeen dit boek biedt en zal pogen mijn indrukken in een eindoordeel vast te leggen, eerst een overzicht van wat het boek biedt. Het lijkt me het duidelijkst als ik straks voor de hoofdlijnen van mijn betoog volg wat dr. *
Levende Talen, nummer 438, februari 1989, 122-126
Verschoor zelf ter inleiding zegt, reden waarom ik die uitvoerig aanhaal. Onder 'communicatief' verstaat de auteur (zie zijn Woord vooraf): 'Gramática comunicativa' geeft in vrij beknopte vorm een herhaling van de belangrijkste onderdelen van de Spaanse grammatica. De vormleer van het Spaanse werkwoord is daarbij bewust buiten beschouwing gelaten. Aan dit onderdeel van de Spaanse grammatica wordt in het eveneens bij Van Walraven verschenen Paspoort voor het Spaanse werkwoord alle aandacht besteed. Bij het behandelen van de grammaticale onderwerpen in Gramática comunicativa is vaak uitgegaan van voorbeelden die zijn ontleend aan Spaanse kranten en tijdschriften. De formulering van de regels is eenvoudig gehouden; de voorbeeldzinnen worden ter wille van de overzichtelijkheid aangeboden in kaders, steeds met de Nederlandse vertaling erbij. Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met enkele oefeningen, die veelal in het teken staan van: - het vertalen van woorden en kleine zinsgedeelten in het Spaans; - het invullen van juiste vormen en uitgangen; - het verklaren van bepaalde grammaticale moeilijkheden naar aanleiding van opgenomen knipsels uit Spaanse kranten en tijdschriften.' Daarna volgt een opsomming van de beoogde doelgroepen, die er samengevat op neer komt dat praktisch iedereen iets aan deze grammatica heeft, zij het dat je voorkennis moet hebben: leerlingen die Spaans als eindexamenvak hebben gekozen krijgen 'een goede basis voor de op het havo-/vwo-examen [mavo niet? PJS] te onderzoeken vaardigheden: luisteren, spreken, lezen en schrijven'. Verder wordt gerefereerd aan 'studenten aan instellingen voor hoger onderwijs, aan Spaans-studerenden aan Volksuniversiteiten en aan hen die zich door zelfstudie nader in het Spaans willen bekwamen.' '... een herhaling van de belangrijkste onderdelen van de grammatica ...' De hoofdstukindeling en daarmede de opzet van het boek maakt dat de term 'communicatief' in het geheel niet overeenkomt met de gebruikelijke opvatting: immers in plaats van een notioneel of functioneel kader gaat de auteur uit van de volstrekt traditionele hoofdstukindeling waar ik het zo even over had. Met de opmerking dat het boek in vrij beknopte vorm een herhaling van de belangrijkste onderdelen van de Spaanse grammatica geeft ben ik het eens, maar herhaling van wélke grammatica? Als de vormleer van het Spaanse werkwoord (terecht) buiten beschouwing kan worden gelaten dan vraag ik mij af van welke eerder behandelde grammatica dit een herhaling is, en na welke grammatica's dit een zinvolle herhaling kan zijn. Er schieten mij wel enkele grammatica's door het hoofd, die meestal vrij nadrukkelijk leerganggebonden zijn en de belangrijkste zaken uit die leergangen met ook daaraan ontleende voorbeelden nog eens op een rijtje zetten. Er wordt dan systematisch terugverwezen naar hetgeen in de lessen aan de orde is gekomen. Dat helpt. Als je bij het schrijven van zo'n overzicht stuit op nieuwe voorbeelden, dan is dat een aanwijzing dat iets niet behandeld is en ook moet worden opgenomen in de leergang zelf, of het omgekeerde: aan het grammaticale verschijnsel is in de leergang geen behoefte gevoeld en in het overzicht kan het dus ook gemist worden. Zo werken in grote lijnen de overzichtsgrammatica's van Spaans voor het voortgezet onderwijs, Cuanto antes, Eso es, deel 1 en 2 en nu die van Eso sí, deel 1 en 2. Maar om deze grammatica dezelfde rol toe te kennen, dan zou hij tenminste enige gelijkenis moeten vertonen qua voorbeelden met die andere de leerling/cursist beter heeft leren kennen in zijn normale leergang of leerpakket.
Deze 'communicatieve' titel past mijns inziens niet bij het fonds van Van Walraven, dat sinds een aantal jaren op een, duidelijk traditionele, grammatica-vertaallijn zit. Dr. Verschoor is bij uitgeverij Van Walraven waarschijnlijk de auteur met de meeste Spaanse titels op zijn naam. De inhoud van deze Gramática comunicativa sluit veel meer op dat ander werk van zijn hand en die andere uitgaven van Van Walraven aan. Daarom verbaast deze titel. '... ontleend aan Spaanse kranten en tijdschriften ...' Een tweede opmerking naar aanleiding van de inleiding van de auteur dient te worden geplaatst betreft de mededeling dat 'vaak' uitgegaan is van voorbeelden die ontleend zijn aan Spaanse kranten en tijdschriften. Van sommige voorbeelden is dat na te gaan: die komen voor in de knipsels die een gedeelte van de oefeningen vormen. Daar zal het wel kloppen. Maar in vele, vele andere gevallen wéét ik het eenvoudig niet. Het ontbreken van bronvermelding (naam krant of tijdschrift? rubriek? advertentie?) maakt mij zó onzeker over de waarde van verreweg de meeste voorbeelden dat ik er op het laatst niet één meer geloof. Er staan er zoveel in die regelrecht uit andere naslagwerken of dictaten lijken te komen en zoveel die weinig weg lijken te hebben van gewone kranten- en tijdschriftentaal dat ik niet zou durven suggereren dat dit allemaal hedendaags Spaans is. Ik geef u een selectie van voorbeeldzinnen met de vertaling van de auteur erbij (ik geef cursief wat de auteur vet of cursief afdrukt). Soms omdat ik het Spaans niet vertrouw, soms ook omdat de vertaling iets anders weergeeft dan het Spaanse origineel. Dit laatste is vaak het geval omdat eenvoudig houterig of slordig vertaald is, ook komt het meermalen voor dat de voorbeeldzin dubbelzinnig is vanwege het ontbreken van een duidelijke context, of het feit dat niet controleerbaar wordt geciteerd: ¿Has visto a la María? Heb je Maria gezien? (5) [zonder opmerking over sociale waarde van lidwoord: vertaal als controle op de regel het Nederlands maar eens terug, is het lidwoord dan even normaal als in het Nederlands de eigennaam alleen?] El Dominguín es un torero famoso. Dominguín is een beroemd stierenvechter (5) [is la María nu te vergelijken met el Dominguín? Deze laatste is niet iemand waar je een (hier duidelijk despectief klinkend) lidwoord voorzet, niet te verwarren met het lidwoord als in 'El Soro' of 'El niño de Triana' o.i.d.! ] He ido a ver a la de Morales. Ik heb mevrouw Morales opgezocht. (6) [en als je vanuit het Nederlands 'Mevrouw De Vries' moet vertalen? Is 'la de De Vries' dan goed?] Vd, el director de ... U, directeur van ... (6) [komt dat uit een krant?] Somos muchos los catalanes que queremos los juegos. Wij, Catalanen die de Spelen willen, zijn talrijk. (6) [krom Nederlands]
Cansa el leer. Lezen is vermoeiend. [waarom geen bepaling erbij? Dit klinkt als een grammatica-zin] No es Vd ningún embustero. U bent helemaal geen leugenaar. (13) [waar komt zoiets vandaan? wat is hiervan het nu? wanneer gebruik je als Nederlander zo'n Spaanse zin? wanneer gebruikt een Spanjaard hem?] Voy a llevar el enfermo al médico. Ik zal de patient naar de dokter brengen. (33) [volgens het commentaar mag je niet al médico zeggen: onzin] Tiene Vd derecho a comprar este bungalow. U hebt er recht op deze bungalow te kopen. (116) [een reclametekst? wie zegt dat tegen wie? is dat voorbeeld dan voor buitenlandse studenten belangrijk?] Moeilijk om een context bij te verzinnen, en dus is het moeilijk om iets over gebruiksnut aan te voelen, vind ik: Cuando haya Vd corrido peligro, me lo dirá. Als u gevaar hebt gelopen, moet u het mij zeggen. (127) [dat wil zeggen 'wanneer u ... etc'.] Con (sólo) callar tú la verdad, el padre quedará quieto. Door alleen maar de waarheid te verzwijgen zul je vader niet in ongerustheid laten zitten. (119) Dit laatste voorbeeld geeft m.i. aan dat je zinnen niet zomaar uit hun verband mag halen. Of deze vertaling adequaat is (waarom niet 'zijn mond houden', 'bedaren', 'zich er niet verder mee bemoeien'? en waarom 'el padre'?), is op deze manier niet op te maken. En aangezien bij 'communicatief' taalgebruik ook aandacht besteed moet worden aan de betekenis die zinnen in een bepaalde context krijgen (de pragmatische dimensie) schieten eigenlijk al deze éénregelige, contextloze voorbeelden te kort. En er staat in dit boek geen enkele gebruiksregel die iets zegt over de vraag wat adequaat, dat wil zeggen (goed gevormd én) passend is bij de sociale en psychologische rollen (die nu eenmaal bij functioneel-notionele drempelniveaus een grote rol spelen) die in een bepaalde situatie vervuld moet worden: zonder aandacht voor die verschijnselen kun je niet over 'communicatieve grammatica' praten. En wat er wel in deze grammatica staat, staat vaak veel beter in publikaties waar we al langer over kunnen beschikken.
Regels Ik vraag me werkelijk af waar dit soort voorbeelden vandaan komt. Ik denk dat de meeste docenten dezelfde problemen zullen hebben als ik, en wie dit boek voor zelfstudie gebruikt heeft al helemaal geen keus: die dient eenvoudig alles te geloven en te leren. Nergens wordt immers onderscheid gemaakt tussen spreek- en schrijftaal, tussen gebruikelijk en ongebruikelijk, tussen 'onthoud maar want déze zin zul je onmiddellijk kunnen gebruiken' en
'het zit zus of zo, maar vergeet het maar, want in werkelijk zeg je iets anders: het kan aanmerkelijk minder moeite'. Het vermijden van gecompliceerde taalmiddelen als eenvoudiger kan is een pedagogisch én functioneel én economisch doel. In communicatieve grammatica gaat het erom informatie te vinden over wat je tegen wie welke effect al of niet kunt zeggen. Niets van dat alles in dit boek.
met het een met
Voor wie een wat traditioneler opvatting over hoe je moet omgaan met 'grammaticale regels' is toegedaan, zal blijken dat de als deugd aangeprezen 'beknoptheid' van de regels tot onduidelijkheid leidt. Wat moet een gebruiker aanvangen met een regel als: 'vóór enkele, in aantal afnemende, namen van landen, ... (gebruikt men het lidwoord van bepaaldheid)? (7) Wat voor informatie geeft zo'n regel? Zeg dan liever dat de gebruiker zelf maar eens goed in de krant moet zoeken. Op p. 70 klopt de regel niet met de gegeven voorbeelden. Het persoonlijk of reflexief voornaamwoord is niet voor de gerundio of de infinitief gezet, maar voor de daaraan voorafgaande persoonsvorm: - En otras palabras, me estás indicando que debo pensar en casarme. - Le dijo el maestro que aquella ciencia no se podía aprender. Op p. 82 wordt gesuggereerd dat de bezitsrelatie aangeduid wordt door het vetgedrukte, hier cursief weergegeven gedeelte: - ¿Se te han roto las gafas? - Is je bril stukgegaan? Se heeft echter niets te maken met de bezitsrelatie. Een korte beregeling zou moeten zeggen (1) dat er in een aantal gevallen met een persoonlijk voornaamwoord wordt verwezen naar de bezitter (le voy a quitar esas gafas), (2) dat als die bezitter het onderwerp is, men (op grond van een algemenere regel) in plaats van dat persoonlijk voornaamwoord een reflexief voornaamwoord gebruikt (quítese esas gafas si no quiere que se las quite yo), (3) behalve in die gevallen dat het bezit tevens instrument is, dan gebruikt men geen van beide (baje ese brazo si no quiere que se lo baje yo). Op p. 90-91 staan de volgende voorbeeldzinnen: - Fueron las vecinas las que pidieron socorro. - Wie hulp vroegen waren de buurvrouwen. - Fue el viento el que derribó el árbol. - Het was de wínd die ... > die boom is omgewaaid. - Es un amigo el que me lo ha dicho. - Het is een vríénd die ...> dat heb ik van een vriend gehoord. Dit is dus de betekenis waarin el que juist niet te vervangen is door que! De lezer kan niet weten dat die zinnen niet kunnen worden gebruikt in de situatie: ['Mag ik u even voorstellen?] Dit zijn nou de buurvrouwen, die om hulp hebben gevraagd/Dit is de vriend die het me verteld heeft.
Uit het commentaar op p. 91 bij het laatste voorbeeld zou je geheel ten onrechte kunnen afleiden dat de volgende zinnen níet correct zijn: - Es con este cuchillo con el que resolví la cuestión. - ¿No será por la cerveza por la que engordas? Op p. 122 staat 'Het zelfstandige Gerundio, dus niet dienend als onderwerp van een ander werkwoord, heeft een eigen onderwerp.' In welke gevallen treedt een gerundio op als onderwerp van een ander werkwoord? Wat is er verder voor voorwaardelijks aan het gerundio in: - Se gana la vida trabajando. - Hij voorziet met werken in zijn levensonderhoud. (123) Direct daaronder wordt gesteld dat het gerundio wordt gebruikt om een toegeving uit te drukken, met als voorbeeld: - Aun resistiendo al enemigo, el batallón retrocedió. - Howel het (nog) verzet bood, trok het bataljon zich terug. (123) Maar de toegeving zit in aun, niet in het gerundio. In hoofdstuk 21 wordt over ser en estar gesproken, op een wijze die in veel oudere traditionele grammatica's gebruikelijk is, over 'bepalend en kenmerkend' en 'een al of niet duurzame toestand, die geen wezenlijk kenmerk aangeeft'. Maar wat is in dat verband het verschil tussen 'tijdsbepaling' en 'een bepaling van tijd'? (152-153). Het ene leidt volgens de deze beregeling tot verplicht gebruik van ser, het andere tot estar! Ik ben van mening dat dit soort problemen in veel 'traditionele' grammatica's tegenwoordig heel wat beter wordt uitgelegd. Het heeft geen zin om te suggereren dat ser/estar te maken heeft met de wezenlijke betekenis van 'ser' en 'estar': het heeft te maken met de elementen waarmee zij zich verbinden in het predikaat. Zelfstandige naamwoorden als predikaat gaan altijd samen met 'ser', bij bijvoeglijke naamwoorden heb je de keus. Dat is een inmiddels volstrekt normale manier om de problemen overzichtelijk te houden. Waarom dan hier zo weinig exact en rommelig? Een ander voorbeeld van onnadenkendheid: het gebruik van het woordje 'voor' in 'vóór een bijvoeglijk naamwoord' suggereert dat je als gebruiker 'ser' er ook áchter kunt gebruiken. En als 'ser' alleen al uitdrukt wat bepalend en kenmerkend is, o.a. vóór een bijvoeglijk naamwoord, waarom moet het dan 'dus' gebruikt worden bij bijvoeglijke naamwoorden als o.a.: cierto desdichado desgraciado deventurado dichoso evidente feliz frecuente imposible
improbable indudable infeliz necesario notorio posible preciso probable venturoso
Wat is hier 'bepalend en kenmerkend' aan? Waarom moet je gebruikers vervelen met categorieën waarvan tegenwoordig iedere docent weet dat ze alleen maar tot verbijstering leiden? En daarmee tot het niet meer uit te roeien gevoel dat grammatica 'moeilijk' is? En dat je als cursist dom bent? Het kan toch niet de bedoeling zijn van een vreemde-taalles om leerlingen aan het begin te laten voelen dat zij ontzettend dom zijn en aan het eind aangetoond te hebben dat ze inderdaad nog veel dommer zijn dan zijzelf al dachten? Geef liever voldoende voorbeelden in pragmatisch interessante contexten, zorg voor de eenvoudigst mogelijke soort gebruiksregels, hanteer een fatsoenlijk fasenmodel om oefeningen te ordenen die tot verwerking kunnen leiden, geef betekenisvolle oefensituaties - ook voor inslijpoefeningen - maar trakteer leerlingen niet op abstracte, grammaticaal slecht gedefinieerde, zwevend filosofische termen over het 'wezen der dingen' en 'toevallige, niet blijvende kenmerken' die in produktieregels niets verduidelijken en zelden linea recta naar correcte en adequate taaluitingen leiden. Wacht desnoods een paar jaar met het publiceren van een grammatica. Stijl en vertalingen Slordigheid rond de vertaling van de voorbeeldzinnen (in lexicaal maar ook in stilistisch opzicht) treedt aan het licht - om maar enkele voorbeelden te noemen - in de volgende gevallen: - la nao - la sor - el haz - Es su vestido más elegante. - Se lo acortaron el pantalón. - Estotro (Esotro) lo dirá. - ¿Por dónde andará el dicho Juan? - fiestas navidades - Es una chica que su (=cuyo) novio es futbolista. - Sírvase escribirme pronto. - Termino de vestirme. - Rompen a hablar los niños. - Vienen siguiéndonos. [fout vertaald] - Lleva padecidos ya tres ataques cardíacos. - María es morena. - ¡Qué desgraciados somos los hombres!
is niet equivalent met 'het schip' (21) is niet equivalent met 'de non' (21) is niet 'de bijl' (22) Het is zijn elegantste pak. (pak?) (53) Zijn broek werd ingekort. (68) [gewoon fout dat lo] Déze (andere) (Die (andere) zal het vertellen. (79) [mag hier een stijlaanduiding bij? dito voor:] Waar hangt die Jan toch uit? (79) wat zijn dat voor feesten? (86) hier zou een stijlindicatie niet mogen ontbreken (93) Wilt u mij s.v.p. vlug schrijven? (114) Ik leg de laatste hand aan mijn kleding. (115) De kinderen beginnen te praten. (115) [vertaal het maar terug uit het Nederlands] Ze blijven ons achternazitten. (122) Hij heeft al drie hartaanvallen gehad. (127) [vertaal maar terug] Maria is bruin (donker). (152) Wat zijn wij, mensen, ongelukkig! (152) [deze zin is op zijn minst ambigu]
Spel- en accentfouten fouten staan er niet veel in. Ik som ze niet allemaal op, maar hier volgen er enkele:
Paris vió Se prohibe fumar. ¡No seas egoïsta, Lola! Estamos a veintidos de mayo. Vd
París (8) vio (85) Se prohíbe fumar. (114) egoísta (152) veintidós (153) waarom zó en altijd zó, in plaats van usted? dit treft mij als archaïsch
Oefeningen Na elke reeks grammaticaregels met in kaders geplaatste en vertaalde voorbeelden volgen invuloefeningen. In die oefeningen wordt in ieder geval niet zichtbaar dat de verzamelde citaten uit Spaanse kranten en tijdschriften heeft geleid tot een beperking van het aantal grammaticaregels en voorbeeldzinnen: het zou het overwegen waard zijn geweest om de oefeningen in te laten gaan op hetgeen in hedendaagse kranten en tijdschriften voorkomt en om diereden begrepen of gereproduceerd moet kunnen worden door onze leerlingen. De verschillen tussen citaten enerzijds en regels en voorbeeldzinnen zijn over het algmeen zeer groot. De oefeningen zijn, zoals eigenlijk uit de inleiding van de auteur al blijkt, zeer weinig gevarieerd. Wat hiervoor over de kwaliteit van de voorbeeldzinnen in gezegd geldt evenzo voor veel oefenzinnen. Zoals de Mil y una expresiones de la lengua española (deel 1 én deel 2) die wij vroeger van (voor en bij) professor Van Dam uit het hoofd moesten leren, zó klinkt het vrijwel altijd. In Spanje scoorde je hoog als je er af en toe eens een met een pokerface debiteerde. Het had wel wat om opeens voor negentiende-eeuwer door te kunnen gaan! Maar er zitten verschrikkelijk veel zinnen bij waarvan ik me af vraag of er geen bruikbaarder versies van hadden kunnen worden gegeven en op welk soort eindexamen déze zinnen nu eigenlijk verplicht gesteld worden. Behalve dat zij vaak onbruikbaar Spaans bevatten, zijn de opdrachten in de oefeningen niet zelden ook nog onhandig geformuleerd: ¿Cuál (is geweest) su opinión sobre esta novela? (154) [overigens waarom: ha sido? waarom niet 'es'? Dat is heel iets anders dan '¿Qué le ha parecido la novela? waar de perfecto, als het gaat om een boek dat je net hebt gelezen, wel op zijn plaats is] No todos los españoles (zijn wij) toreros. (154) Henrico y Lola (waren) juntos constantemente. (154) [is het een grote vervalsing van de originele tekst om daar nu maar Enrique van te maken?] Pídelas donde tú (bent), las tapas (zijn) cerca de ti. (154) [het gaat blijkbaar om estar, maar verzin hier eens een context bij; als het een reclametekst was, dan zou de hele pagina mét illustratie nodig zijn, maar zo'n zin uit de context gerukt betekent niets, laat staan dat het zin heeft om zo'n voorbeeld te onthouden; ik ben tenminste niet van plan déze zin anders dan in zeer melige buien te gebruiken] De overgang van regels, voorbeeldzinnen, oefeningen naar krantenkoppen en citaten
Op p. 150 komt in de oefening over de wederkerende en wederkerige werkwoorden zelfs niet één van de als voorbeeld gegeven werkwoorden in de eerste oefening terug. In oefening B. moeten de gebruikers de grammaticale regel geven waarom het gaat in het onderstreepte gedeelte van deze knipsels (de hier volgende grillige cursivering geeft aan hoe slordig de passages waar het de auteur om ging zijn aangestreept): 'Acompañado por su marido y sus dos hijos, Carmina visitó la tienda de su amiga Cari Lapique para ponerse al día y completar su, ya de por sí extenso vestuario. Carmina se inclinó por el color blanco y negro, aunque también le gustan los colores muy vivos y se declara una gran defensora de los vestidos largos de noche. (151). Met de regel is blijkbaar bedoeld de constatering dat soms in het Spaans én in het Nederlands een wederkerend werkwoord wordt gebruikt, soms in het Nederlands wél en in het Spaans niet, en soms omgekeerd. Dat is geen regel, zeker geen produktieregel, dat betreft lexicale kennis. En óf het in het Nederlands anders is dan in het Spaans is te vaak ook nog een kwestie van vertaling: ponerse al día, haar garderobe bijstellen, zich bijschaven, actualiseren, bijblijven, moderniseren; inclinarse, neigen naar, een voorkeur uiten voor, zich uitspreken voor, beslissen; declararse, zich uitspreken voor, zich scharen onder degenen die ..., kiezen voor. Wat je in de meeste gevallen moet onthouden is hoe het desbetreffende werkwoord in het normale hedendaagse Spaans wordt gebruikt en in welk zinsverband, in welke collocaties. Maar hoe komt een gebruiker daar achter? Knipsels en koppen Hierna volgen krantenknipsels waarin (en ik herhaal, naar mijn mening op irritant slordige wijze) een aantal woorden zijn onderstreept. De instructie luidt steeds ongeveer: 'Geef de grammaticale regels waarom het gaat bij het onderstreepte gedeelte van onderstaande knipsels'. Enkele voorbeelden: - Poseer una oficina en pleno corazón de Valencia es un lujo. (18) - Cinco presuntos contrabandistas de tabaco ingresan en prisión. (18) - Habrá Gobierno de continuidad. (18) - La 'carta verde' de los automóviles deja de ser obligatoria en la mayor parte de Europa. - La Reina Isabel II recibirá a Bob Geldof. (19) - (Precio semidesnatado:) Con la mitad de la nata. Lo que se necesita para una dieta equilibrada. (19) Om welke regels gaat het nu? En zijn dat productie- of 'begrijp'regels? Als het gaat om productieregels, mogen we daar dan de zinnen uit de invuloefeningen op gebruiksfrequentie en nut beoordelen (dat zijn normale criteria als het om communicatieve doelen gaat? Is dan een losse zin, een éénregelig citaat uit een krantekop de beste leidraad voor productieve vaardigheid voor onze cursisten/leerlingen? Om welk soort communicatie (zie de titel) gaat het nu eigenlijkt en wat is de zin van deze knipsels? Waarom staan deze opgaven pas aan het eind van elk hoofdstuk? En waarom wordt uit de inleiding van de auteur niet duidelijk in hoeverre die knipsels richtinggevend zijn geweest voor de selectie van de regels, de formulering, maar ook de omvang en uitgebreidheid ervan? Deze citaten kunnen niet anders bedoeld zijn dan als overhoring van een samenraapsel van stellingen, niet als oefening.
Communicatief taalgebruik heeft alles te maken met een waaier van functionele en notionele doelen, met de overweging dat de gebruiker zoveel mogelijk moet kunnen uitdrukken met een zo economisch mogelijk opgezet en beperkt gehouden verzameling regels en daarmee met een zo gering mogelijke leerlast. Als communicatief taalgebruik gereduceerd wordt tot communicatie met authentieke geschreven teksten, en dan nog alleen tot krantenkoppen en citaten, dan zou het toch erg voor de hand gelegen hebben om het totale aantal regels te beperken tot dat wat uit die krantenkoppen en citaten naar voren komt? En om ook de voorbeelden in alle gevallen zeer kritisch aan te passen aan wat 'receptief communicatief' beheerst moet worden. Dat is blijkbaar niet de bedoeling geweest, de gebruiker moet ook tot produktieve communicatie gebracht worden. Of dienen invuloefeningen en koppen & citaten inderdaad uitsluitend ter overhoring van grammaticaregels? Zo ja, dan zou ik graag willen weten welke regel hoort bij 'Cinco presuntos contrabandistas de tabaco ingresan en prisión (18)' Er is (nog) geen sleutel beschikbaar bij de opgaven. Maar anders dan bij veel leergangen en oefenboeken, híer is zo iets echt nodig! Regel 13, pagina 15, stelt dat het lidwoord van onbepaaldheid niet in het Spaans, maar wél in het Nederlands gebruikt wordt 'dikwijls na voorzetsels, veelal a en en, waarbij de volgende voorbeelden worden gegeven: - Se sentaron a distancia de unos metros. Ze gingen zitten op een afstand van enige meters. - 'Paz' comienza por consonante. 'Vrede' begint met een medeklinker. - Se mueve en silla de ruedas. Hij beweegt zich voort in een rolstoel. Is gebruik van lidwoorden van onbepaaldheid hier dan fout? Ja, 'veelal ...' maar dat is geen regel. Dat is idioom dat je wel kunt opsommen, waarvan je de grote lijnen wel kunt aangeven, maar een regel? Hoe moeten leerlingen hier uit komen? Een overzichtsgrammatica kan toch niet bedoeld zijn voor gebruikers die alles eigenlijk beter, in ieder geval zekerder weten dan de auteur? Communicatief? Ik heb in het begin Leech & Svartvik genoemd. Ik denk dat deze Gramática comunicativa niets met dit illustere Engelse voorbeeld te maken heeft, omdat je bij een 'communicatieve' opzet van een grammatica, van functies en noties uit moet gaan en ervoor moet zorgen dat je voorbeelden consistent zijn: spreek- en schrijftaal duidelijk onderscheiden, bij voorbeeld. Wat deze Gramática comunicativa probeert is de klassieke oude wijn in nieuwe zakken slijten. Dat kán niet deugen, ook niet als je 'communicatief' terugbrengt tot receptief communiceren met door anderen geschreven teksten. 'Communicatief' betekent heden ten dage iets geheel anders dan wat auteur en uitgever er onder verstaan. Als andere pakkende titels niet meer beschikbaar zijn (denk aan Basisgrammatica, bij voorbeeld) dan is het nog niet zo dat je vrijelijk de term 'communicatief' kunt gebruiken. De titel van dit boek is een cosmetische truc. Er is echter duidelijk gebruik gemaakt van een masker van slechte kwaliteit: de rimpels springen na een paar minuten al weer doorheen. Zit het dan alleen in het bijvoeglijk naamwoord 'comunicativa'? Stel dat auteur en uitgever
die kwalificatie weg zouden hebben gelaten, zou er dan een boek over zijn gebleven dat wellicht de verdienste zou hebben op authentieke, hedendaagse bronnen gebaseerd te zijn? Nee, want dan had wat er staat evenveel vertrouwen moeten wekken als bij voorbeeld de klassieke grammatica van Coste & Redondo (J. Coste & A. Redondo, Syntaxe de l'Espagnol Moderne, Paris: Sedes, 1965), die overal een bron vermeldt en daarmee de gebruiker in staat stelt zich zelf een oordeel te vormen. De voorbeelden uit deze Gramática comunicativa del español zijn praktisch nergens op die wijze controleerbaar. Uitleg, voorbeelden en oefeningen zijn verder van zó'n fragmentarisch karakter dat wat heden ten dage onder 'productieve' of 'pedagogische' gebruiksgrammatica wordt verstaan er ook al niet mee te rijmen is. Ik kan niet anders concluderen dan dat zelfs als je 'communicatief' taalonderwijs géén goede zaak vindt, je met dit boek niets verder komt, tenzij je je leerlingen wilt pijnigen met het uit het hoofd leren van regels en voorbeelden die zij aan de hand van de gebruikte leergang ook al niet geleerd hadden - omdat ze er hopelijk terecht ook niet in voorkwamen -. Ze zullen deze bovendien voor het grootste deel ook niet produktief nodig hebben op welk examen dan ook. Of werken met dit boek al of niet tot iets leidt zal dus voor een groot gedeelte voortkomen uit het gevoel van gebruikers 'er hard op gestudeerd te hebben'. Dat is in het beste geval een gevoel van voldoening dat weinig te maken heeft met de vraag of al die moeite zin heeft. Een fopspeen, dus. Of die inspanning niet beter besteed had kunnen worden aan echte oefeningen en een communicatieve, of een goede traditionele leergang, daar moet de gebruiker dan maar liever niet bij stil staan. Voor het schrijven van een communicatieve grammatica van het Spaans is het blijkbaar nog vroeg, te vroeg. Ik ben begonnen te spreken over 'enige moed': het zal duidelijk zijn dat ik nu alleen maar kan zeggen dat er 'zeer veel overmoed', minachting voor de gebruikers en enige levensgevaarlijke misverstanden aan dit boek en deze titel ten grondslag liggen. Behalve voor drie of vier leergangen die in Nederland uitgekomen zijn, en een enkele uit Spanje, lijkt het me het beste de term 'communicatief' voorlopig maar niet verder te gebruiken. Dan kunnen wij hopelijk voorkomen dat er collega's zijn die denken: 'Oh, is dat wat men verstaat onder 'communicatief? Goh, is dat nu alles?' Welnu, het zal intussen wel duidelijk zijn: dít is het in ieder geval niet. Peter Jan Slagter Bibliografie Wilkins, D., Notional Syllabuses, Oxford: Oxford University Press, 1976.