BESLUITENLIJST VAN DE RAADSVERGADERING VAN 30 JUNI 2009 Aanwezig de leden: de heer H.K. Balgobind, de heer J.I. Pultrum, de heer A.J.A. Weitenberg, de heer L. van der Meulen, de heer J. Leegwater, de heer P.H.A. Stoelinga, de heer R.P. van Dijk, mevrouw J. van der Heide, de heer P.J.M. Huijskes, mevrouw T. Flapper, mevrouw D. Groen-Tamminga, de heer P.S. Fortuin, mevrouw T. Burggraaff-Schipstra, de heer J. de Boer, mevrouw K. van der Velde-Ronda, de heer J.J.W. Mulder, de heer J. van der Wouden, de heer P. van der Sluis, mevrouw M. Krans, de heer E. Berenst, de heer J.B. van der Horst, de heer M. Schrier, de heer B.J. Potjer, mevrouw J.M. van der Aart-Drost, de heer B.H. van Pelt, mevrouw M. Said-Brinkman, de heer D. Oosterhof, de heer F. de Groot en mevrouw P. Kramer. Verder aanwezig:
mevrouw N.G. Ketelaar, de heer F. Veenstra, de heer J. Rozema en de heer C. Kuipers.
Voorzitter:
de heer L.P. Middel.
Griffier:
de heer E.W.K. Meurs.
Afwezig:
mevrouw S. Akkerman, de heer J. van Kampen.
1.
Opening en loting volgnummer bij stemmingen De voorzitter heet alle aanwezigen welkom en opent de vergadering. Hij meldt bericht van verhindering te hebben ontvangen van mevrouw Akkerman en de heer Van Kampen. Het stemnummer is 4 (mevrouw Flapper).
2.
Vragenuur Namens de fractie Kramer stel mevrouw Kramer vragen over het scheren van schapen zoals dat recent publiekelijk heeft plaatsgevonden. Wethouder Ketelaar antwoordt dat zijzelf geen verstand heeft van het scheren van schapen, maar dat de persoon die voor dit schapenscheren verantwoordelijk is, er zeer ervaren in is. Het college heeft absoluut niet de indruk dat er dierenrechten in het geding zijn geweest. De wethouder stelt dat bij een indruk van onzorgvuldigheid het efficiënter zou zijn geweest ter plekke het gesprek aan te gaan met degene die de schapen schoor. Namens de fractie van de SP stelt de heer Van der Horst vragen over de nieuwe parkeertarieven bij ziekenhuis Nij Smellinghe. Wethouder Ketelaar antwoordt dat het college wel een opvatting heeft over de tarieven, maar er niet voor verantwoordelijk is. Ooit is met het ziekenhuis de afspraak gemaakt dat er contact zou zijn tussen ziekenhuis en gemeente zodra betaald parkeren ter plaatse zou worden ingevoerd, zodat de gemeente, vanaf dat moment, de consequenties voor de omgeving van het ziekenhuis in de gaten zou kunnen houden. Dat is gebeurd, er is toen overleg geweest en nu ook, over de communicatie met de omgeving. Evenals bij de invoering destijds zal nu, bij de tariefsverhoging, in het oog worden gehouden of er effecten zijn op de situatie in de nabije omgeving van het ziekenhuis. Aanvullend stelt de heer Van der Horst nog een vraag over dit onderwerp. Wethouder Ketelaar herhaalt dat de parkeertarieven ter plaatse geen zaak zijn van de gemeente. Het is aan het ziekenhuis om te bepalen of binnen de bedrijfsvoering betaald parkeren noodzakelijk is. Het college let op mogelijke gevolgen van tariefstellingen voor de omgeving. Vooralsnog bestaat niet de indruk dat er reden is tot zorg in dit verband.
-2Namens de fractie van de VVD stelt mevrouw Van der Aart vragen over de verkeerssituatie Overste Singel/De Lauwers. Wethouder Ketelaar antwoordt dat er inderdaad wordt gewerkt aan de Overste Singel. De omleiding via De Lauwers is een afgewogen keuze geweest. Deze optie leek de meest geschikte, beter geschikt in elk geval dan de alternatieven. Daarbij is in overweging genomen dat, in geval van calamiteiten, de achterliggende wijken nog wel andere ontsluitingsmogelijkheden hebben. Namens de fracties van ChristenUnie, FNP, GroenLinks en SP stelt mevrouw Krans vragen over re-integratietrajecten. Wethouder Kuipers antwoordt dat het college op dit moment nog geen redenen ziet om aan te nemen dat cliënten minder geld zouden overhouden doordat zij in re-integratietrajecten participeren. Hij stelt dat het college vorig jaar noch dit jaar door raadsleden op de hoogte is gebracht van het materiaal dat de inspreker in de recente SaZo-commissievergadering, de heer Jansen, schriftelijk heeft aangeleverd. Om die reden heeft het college in deze periode ook geen aanleiding gezien hierop iets te ondernemen. Wethouder Kuipers geeft verder aan dat hij inmiddels, als toegezegd in de laatste SaZo-vergadering, nadere studie heeft laten verrichten naar aanleiding van het materiaal dat de heer Jansen heeft geleverd. Het college komt met een reactie, nog deze week, per brief. Aanvullend stellen mevrouw Krans, de heer Oosterhof en mevrouw Kramer vragen over dit onderwerp. Wethouder Kuipers antwoordt dat hij de betreffende brief aan de raad met de reactie niet bij zich heeft. Hij kan er dus niet uit citeren. De vraag naar het moment waarop het probleem zal zijn opgelost, beantwoordt hij met de stelling dat het college er niet van overtuigd is dat er van een probleem sprake is. Wethouder Kuipers antwoordt verder dat de heer Jansen zich eerder al tot het college heeft gewend, in oktober 2006. In de casus die het toen betrof, heeft het college, na advies te hebben ingewonnen bij een fiscaal jurist, gemeend dat de heer Jansen geen gelijk had. Later, in 2008, heeft de heer Jansen over dezelfde systematiek vragen gesteld op een PvdA-bijeenkomst. De heer Kuipers geeft aan op deze contacten te hebben gedoeld, toen hij in de laatste SaZo-vergadering verwees naar eerder contact met de heer Jansen. De conclusie van het college op dit moment luidt dat individuele situaties per casus zouden moeten bekeken, maar dat tot dusver niet kan worden gesteld dat personen in re-integratietrajecten minder geld overhouden dan in de bijstand. Namens de fractie Kramer stelt mevrouw Kramer vragen over de praktijkschool. Wethouder Veenstra antwoordt dat de vraag betrekking heeft op het gebouw van de voormalige ambachtsschool. Hij geeft aan dat ooit is besloten dat op grond van een prijsvraag tot herontwikkeling hiervan zou kunnen worden gekomen. Inmiddels is echter duidelijk geworden, en in de actualisatie van het woonplan verwerkt, dat bebouwing met woningen er niet in zit. Het college wil er nu mee aan de slag in het kader van een ontstane behoefte op het gebied van onderwijsherhuisvesting. Mocht het betreffende gebouw in de toekomst niet meer nodig zijn voor onderwijs en er zou ook dan nog geen kans zijn er woningen te realiseren, dan zouden andere opties wat het college betreft in beeld kunnen komen. Nu is het daarvoor wat het college betreft echter nog veel te vroeg. Aanvullend stellen mevrouw Kramer en de heren Fortuin en Van der Wouden vragen over dit onderwerp. Wethouder Veenstra antwoordt dat een discussie over woningen op deze plek niet opportuun is, mede gelet op het recente raadsbesluit over de actualisatie van het woonplan. Mocht het college het in de toekomst anders willen dan de raad heeft besloten, dan zal het voorstellen daartoe aan de raad voorleggen. Ateliers ter plaatse lijkt exploitatietechnisch in elk geval niet haalbaar zonder forse bijdrage van de gemeente. Ten aanzien van de website www.drachtenwiljemeemaken.nl, waarnaar mevrouw Kramer in haar vraagstelling verwees, merkt wethouder Veenstra desgevraagd nog op dat deze wat het college betreft kan worden gezien als een virtueel dorpsplein, waarop een ieder naar voren kan brengen wat hij of zij wil.
-3Namens de fractie Kramer stelt mevrouw Kramer vragen over de voorwaarden voor de subsidie aan Smelne FM. Namens het college antwoordt de heer Middel dat hij in de gastles waaruit mevrouw Kramer in haar vraag citeert, heeft gesproken over de mogelijkheden om de burgers te betrekken bij de gemeentepolitiek. Hij geeft aan daarbij te hebben gesteld dat hij de lokale radio in dat verband zeer geschikt acht, maar het integraal uitzenden van raadsvergaderingen minder. Nu de uitzending van raadsvergaderingen een feit is, is een en ander echter niet meer relevant. Als subsidievoorwaarde voor Smelne FM kan het vervallen. De heer Middel voegt toe dat landelijk recent de subsidievoorwaarden voor lokale omroepen zijn geherdefinieerd. Het integraal uitzenden van raadsvergaderingen is uit die voorwaarden ook verdwenen. Aanvullend worden vragen over dit onderwerp gesteld door mevrouw Kramer en de heren Leegwater en Van der Wouden. De heer Middel antwoordt dat hij niet weet of hij in de betreffende gastles uitsluitend namens zichzelf heeft gesproken of namens het college. Er vindt niet bij elk publiek optreden van portefeuillehouders vooraf collegeoverleg plaats. Nu is dat ook niet gebeurd. De heer Middel heeft echter geen commentaar gekregen van collegeleden. Hij heeft niet de indruk dat hij een mening heeft verkondigd die niet wordt gedeeld. De heer Middel antwoordt verder dat de gemeente jaarlijks een bedrag van ruim € 35.000, dat wordt ontvangen vanuit het Gemeentefonds, doorsluist naar de lokale omroep. Over de kosten van het integraal uitzenden van de raadsvergaderingen op het internet merkt hij ten slotte op dat deze worden opgenomen in de begroting voor 2010. Mocht de raad bij de vaststelling van die begroting de mening over de wenselijkheid van het uitzenden van raadsvergaderingen hebben veranderd, dan kan een en ander uiteraard in de begroting weer worden gecorrigeerd. Namens de fractie van de VVD stelt de heer Potjer vragen over het verstrekken van gegevens over declaraties aan RTL-Nieuws. Namens het college antwoordt de heer Middel dat het college onmiddellijk na binnenkomst van het verzoek om deze gegevens, menskracht heeft vrijgemaakt en alle gevraagde informatie heeft verstrekt. Credit card-gegevens zijn onderdeel geweest van de verstrekte informatie. De heer Middel geeft verder aan dat het college ervan overtuigd is dat het eigen declaratiegedrag volstrekt verantwoord is. Voor alle zekerheid is bij de VNG nagegaan hoe de richtlijnen zijn voor wat declarabel is en wat niet. Die actie heeft het college in zijn overtuiging gesterkt. Met betrekking tot het gebruik van de diensauto merkt de heer Middel op dat dit in de huidige collegeperiode, ten opzichte van de vorige, flink is afgenomen. Het gemiddeld gebruik per jaar bedroeg in de vorige collegeperiode 34.000 km., in de huidige 27.000. Aanvullend stelt mevrouw Kramer een vraag over dit onderwerp. De heer Middel antwoordt dat het goed is dat alle informatie over uitgaven van collegeleden openbaar is en transparant. Er kan echter ook worden overdreven. De komkommertijd lijkt niet vreemd aan de belangstelling voor dit onderwerp. Namens de fractie van de VVD stelt mevrouw Van der Aart vragen over het uitstellen van de voorgenomen proef met grote beroepsschepen. Namens het college antwoordt de heer Middel dat de bedoelde proef, gericht op bevaarbaarheid voor zogenoemde klasse 5-schepen, niet de eerste voorkeur van het college was. Het college had er de voorkeur aan gegeven als het Prinses Margrietkanaal voor de gemeente zou zijn ontsloten. De beoogde oplossing met bevaarbaarheid voor klasse 5-schepen zag het college wel als een goed alternatief. De lobby vanuit de natuurbeweging, die heeft geleid tot het uitstel van de proef, kwam het college dan ook slecht uit. De heer Middel geeft aan dat de provincie nu in eerste instantie de proef heeft uitgesteld tot begin oktober. De provincie heeft kennisgenomen van het feit dat de gemeente dit besluit betreurt. De verantwoordelijke gedeputeerde zal met de natuurbeweging in overleg treden. Aanvullend worden vragen over dit onderwerp gesteld door de heren Fortuin en Oosterhof. De heer Middel herhaalt in zijn beantwoording dat het college een rechtstreekse verbinding met het Prinses Margrietkanaal ziet als het beste alternatief.
-4De provincie heeft echter aangegeven deze optie niet te willen overwegen zolang niet is aangetoond dat dit alternatief een verdubbeling van het aantal vaarbewegingen zal opleveren. Een variant waarbij een route wordt gecreëerd door een natuur- en recreatiegebied heeft niet de voorkeur van het college. Mocht zo'n variant evenwel realiseerbaar zijn zonder schade voor de natuur en de recreatiemogelijkheden, dan heeft het college ook tegen zo'n alternatief geen bezwaar. Namens de fractie van het CDA stelt mevrouw Groen vragen de afwijzing van een subsidieverzoek van de MOS. Namens het college antwoordt de heer Middel dat het hier een subsidieverzoek betreft ten behoeve van het aangaan van een overeenkomst met een categoriale organisatie. Eerder is een verzoek om subsidie van deze organisatie zelf afgewezen. Uitgangspunt in het gemeentelijk beleid is dat categoriale organisaties niet worden gesubsidieerd voor activiteiten die ook door niet-categoriale organisatie worden verricht. De MOS zelf wordt reeds flink gesubsidieerd en verricht vergelijkbare activiteiten zelf. Het college heeft het niet wenselijk en niet in lijn met het gevoerde beleid geacht nu een extra subsidie voor dit doel te verlenen. Het college heeft geen precedent willen scheppen. Het wil binnen de context van het eigen beleid blijven. Aanvullend wordt nog een vraag over dit onderwerp gesteld door mevrouw Groen. De heer Middel antwoordt dat de voorbeelden die mevrouw Groen opvoert, afwijken van de voorliggende casus, omdat deze voorbeelden organisaties betreffen die activiteiten verrichten die niet ook al worden verricht door niet categoriale organisaties. Dat is voor het college een wezenlijk verschil. Subsidiëring past in die gevallen wel in het reguliere subsidiebeleid. 3.
Vaststelling van de agenda Er zijn voorafgaand aan de vergadering twee moties verspreid: één van de fractie van de SP over de leenbijstand en één van de fractie Kramer over terrastijden. De voorzitter stelt voor deze moties te beschouwen als ingediend en aan de agenda toe te voegen als agendapunten 5a en 5b. De raad stemt hiermee in. De agenda wordt met inachtneming van deze toevoegingen overigens ongewijzigd vastgesteld.
4.
Vaststelling van de besluitenlijst van 2 juni 2009 De besluitenlijst wordt ongewijzigd vastgesteld.
A-voorstellen 5.
Concernrapportage 2009-I Het woord wordt gevoerd door de heren Leegwater, Mulder, Oosterhof en Van Pelt, mevrouw Said en de heren Schrier en Potjer. Wethouder Kuipers reageert namens het college. Hij refereert aan de laatste commissievergadering AEFZ, waarin hij enkele opmerkingen heeft geplaatst over de uitgangspunten bij een eventuele zoektocht naar mogelijke bezuinigingen. Hij geeft aan op dit moment nog niet alles te kunnen overzien. Het college zal in het kader van de komende begroting voorstellen aan de raad presenteren. Bij de meer kwetsbare groepen in de samenleving, zoals de minima en de WMO-cliënten, zullen niet de eerste oplossingen worden gezocht als er moet worden bezuinigd. De concernrapportage wordt zonder tegenstemmen vastgesteld.
5a. Motie fractie SP inzake leenbijstand Namens de fractie van de SP licht de heer Schrier de motie kort toe. Het woord wordt vervolgens gevoerd door de heer Van der Wouden, mevrouw Groen, de heer Huijskes, mevrouw Van der Aart, de heren Van Pelt, De Groot en Oosterhof en de dames Said en Kramer.
-5Namens het college reageert wethouder Kuipers op de motie. Wethouder Kuipers geeft aan dat slechts terughoudend van het instrument leenbijstand gebruik wordt gemaakt. Gebeurt het, dan wordt uiterste zorgvuldigheid betracht. Uitsluitend als aan een reeks van criteria is volstaan, wordt tot leenbijstand overgegaan. Vervolgens worden afspraken over de aflossing van het geleende afgestemd op de individuele omstandigheden van de cliënt. De wethouder merkt op dat het college het alternatief voor leenbijstand - het om niet verstrekken van duurzame gebruiksgoederen aan iedereen die hiervoor bij de gemeente aanklopt beschouwt als een brug te ver. Het college meent dat zich binnen deze groep cliënten bevinden die wel in staat zijn tot het reserveren van geld. Het college wil daar niet aan voorbijgaan. Het ontraadt de motie. In de tweede ronde wordt het woord nog gevoerd door de heren Schrier en Van der Wouden, mevrouw Groen, de heer Oosterhof en mevrouw Kramer. Wethouder Kuipers stelt in reactie dat het college nooit toestaat dat cliënten zonder enige afloscapaciteit zich ten behoeve van duurzame gebruiksgoederen in de schulden steken. Echter, het college acht het onnodig deze goederen om niet te verstrekken aan, bijvoorbeeld, cliënten die kortstondig in een uitkeringsituatie verkeren. De wethouder stelt verder dat het college geen invloed heeft op de rentepercentages die de Gemeentelijke Kredietbank (GKB) rekent. Het college voelt er weinig voor een subsidie in het leven te roepen ter dekking van rentekosten bij de GKB. Het acht het, met het oog op de gemeentefinanciën, niet verantwoord in de huidige tijd kostbare nieuwe voorzieningen te creëren. Namens de SP-fractie geeft de heer Schrier, gehoord de bijdragen van de diverse raadsfracties en de portefeuillehouder, aan de motie aan te houden. De voorzitter stelt vast dat de behandeling van de motie hiermee, voor deze vergadering, kan worden beschouwd als afgerond. 5b. Motie fractie Kramer inzake terrastijden Namens de fractie Kramer licht mevrouw Kramer de motie kort toe. Het woord wordt vervolgens gevoerd door mevrouw Flapper, de heren Mulder, Berenst en Van der Horst, de dames Said en Van der Aart en de heren Van Pelt, De Groot en Oosterhof. Namens het college reageert de heer Middel. De heer Middel geeft aan uiterst verbaasd te zijn over de motie. De motie roept niet op tot wijziging van de thans geldende terrastijden, zij roept slechts op tot overleg tussen portefeuillehouder en betrokken horecaondernemers. De heer Middel stelt dat dit overleg reeds veelvuldig en intensief wordt gevoerd, formeel en informeel. De heer Middel geeft verder aan dat het, als het gaat om terrassen, feitelijk uitsluitend het gebied De Kaden betreft. Het college is, in overleg met belanghebbenden, bezig een visie voor dit gebied te ontwikkelen. Afspraken betreffende de terrassen vormen daarvan een onderdeel. De heer Middel verzoekt de raad er rekening mee te houden dat hierbij niet uitsluitend de horecaondernemers belanghebbend zijn, maar ook de winkeliers en de bewoners van het gebied. Met deze beide groepen zal ook rekening moeten worden gehouden. In de tweede ronde wordt het woord nog gevoerd door mevrouw Flapper, de heren Mulder, Berenst en Van der Horst, de dames Said en Van der Aart en de heren Van Pelt, De Groot en Oosterhof. De heer Middel geeft in reactie aan dat hij, gelet op de strekking, de motie in dezen een te zwaar instrument vindt. Het stellen van vragen aan de portefeuillehouder, al dan niet in de raadsvergadering, had wat hem betreft meer voor de hand gelegen. De heer Middel geeft nog aan dat hij als voorzitter niet de enige is die het overleg met de horecaondernemers bijeen kan roepen. De leden van het overleg kunnen dat ook doen. Hij herhaalt dat er veel overleg is, ook informeel, ook bilateraal. Ten slotte merkt hij nog op dat het wijzigen van terrastijden, indien daartoe zou worden besloten, zou moeten geschieden via het wijzigen van de betreffende verordening. Mevrouw Kramer trekt hierop de motie in.
-6B-voorstellen
6.
Beleidsplan Sport en Bewegen 2009 – 2012 Met algemene stemmen aanvaard.
7.
Kwaliteitsimpuls Folgeralaan Met algemene stemmen aanvaard.
8.
Beeldkwaliteitplan Centrum Drachten Er wordt een stemverklaring afgelegd. Namens de fractie van de SP verklaart de heer Van der Horst dat zijn fractie geacht wenst te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd. De voorzitter stelt hierop vast dat dit voorstel is aanvaard met 27 stemmen voor en 2 tegen.
9.
Bestemmingsplan Raadhuisplein Met algemene stemmen aanvaard.
10. Planschadeverzoek Postlaan 24 te Drachten Met algemene stemmen aanvaard. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering.
Aldus vastgesteld door de raad voornoemd, in zijn vergadering van 8 september 2009, griffier,
voorzitter,