Besluit college van Burgemeester en Wethouders Registratienr: 2011/601
Afdeling: Publiekszaken
Registratiedatum: 17 april 2012
Agendapunt: 18-B-10
Openbaar: Ja
Reden niet openbaar:
Nee Onderwerp: Beslissing op bezwaar inzake het besluit van 8 juli 2010, waarbij een last onder dwangsom is opgelegd wegens strijdige bebouwing en bewoning van een bedrijfsruimte aan de Looiseweg 15a te Ottersum.
Voorgesteld besluit: - Het bezwaarschrift van bezwaarmaker gegrond te verklaren - Het primaire besluit in te trekken - Bezwaarmaker een proceskostenvergoeding toekennen van € 437,-- Geen nieuwe dwangsomprocedure starten - Na inwerkingtreding nieuw bestemmingsplan Buitengebied medewerking verlenen aan verzoek tot mantelzorg
Datum: 1 mei 2012 Besluit: Akkoord
Pagina 1
Besluit college van Burgemeester en Wethouders AANLEIDING/PROBLEEMSTELLING Op 30 maart 2009 is geconstateerd dat in een deel van het bedrijfspand aan de Looiseweg 15a te Ottersum gewoond wordt. De zoon van de eigenaar woont op dat moment met zijn gezin in een deel van het bedrijfspand. De ouders wonen op dat moment in de bedrijfswoning. Op 17 februari 2010 is een vooraankondiging last onder dwangsom verstuurd. Op 1 juli 2009 is namens de gehele familie Peeters-Weem verzocht om een persoongebonden gedoogbeschikking om in het deel van het bedrijfspand te mogen wonen. Op 19 januari 2010 is een antwoordbrief verstuurd waarin het verzoek wordt afgewezen. Op 8 juli 2010 is aan de familie Peeters-Weem, Looisestraat 15a te Ottersum een last onder dwangsom opgelegd in verband met de overtreding van: • Artikel 40 van de Woningwet. Dit betreft de verbouwing van het bedrijfsgebouw tot woonruimte. • Artikel 3.04 van het Bestemmingsplan Buitengebied. Het bedrijfsgebouw wordt in strijd met het geldende bestemmingsplan bewoond. Tegen de last onder dwangsom is door bezwaarmaker op 15 september 2010 een bezwaarschrift ingediend. Gedurende het handhavingsproces zijn de ouders en de zoon met zijn gezin op enig moment gewisseld van woning. De zoon met zijn gezin is in de bedrijfswoning gaan wonen, de ouders wonen vanaf dat moment in een deel van het bedrijfspand. Kern van het bezwaar Het bewonen van de loods door de heer en mevrouw Peeters Weem (senior) is van tijdelijke aard omdat het gaat om mantelzorg. Ook willen zij om bedrijfseconomische redenen dicht bij het bedrijf wonen. Volgens bezwaarmaker bestaat er concreet zicht op legalisatie omdat de gemeente in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied beleid gaat opnemen voor het faciliteren van mantelzorg. De situatie voldoet aan de voorwaarden die in de beleidsnotitie ‘Mantelzorg’ van februari 2010 worden gesteld aan de verlening van medewerking aan inwoning ten behoeve van mantelzorg. Bezwaarmaker vraagt het college om het handhavingsbesluit aan te houden in afwachting van het nieuwe bestemmingsplan. In verband met de grote kans dat het nieuwe bestemmingsplan legaliseringsmogelijkheden biedt voor de bestaande situatie, acht hij handhavend optreden op dit moment zodanig onevenredig in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in deze concrete situatie behoort te worden afgezien. Ten slotte verzoekt bezwaarmaker om vergoeding van de door hem gemaakte proceskosten. Commissie bezwaarschriften • De dwangsombeschikking is aan de familie Peeters Weem gericht. De brief omvat geen nadere omschrijving van de personen die daarmee worden bedoeld. Volgens de commissie heeft het college op deze wijze onvoldoende duidelijk aangegeven aan welke personen een last onder dwangsom is opgelegd. • Ouders van bezwaarmaker zijn ook op het terrein woonachtig. Vanuit het oogpunt van zorgvuldigheid en rechtszekerheid had het college alle betrokkenen met hun naam dienen te vermelden. Bij eventuele verbeurte van een dwangsom is nu niet duidelijk wie deze dwangsom is verschuldigd. • Het college heeft bij de voorbereiding van besluiten een actieve onderzoeksplicht naar de relevante feiten en af te wegen belangen. Door zowel bezwaarmaker als diens ouders aan te schrijven zonder zich ervan te vergewissen wie daadwerkelijk overtreder is, is er geen sprake van een zorgvuldige voorbereiding van de last onder dwangsom. Ook mag slechts de overtreder worden aangeschreven. Dit houdt in dat het college dient vast te stellen wie als overtreder van het geschonden normvoorschrift kan worden aangemerkt. • De commissie concludeert dat het college de last onder dwangsom niet aan de familie Peeters Weem had mogen opleggen. Het besluit kan om die reden niet in stand blijven.
Pagina 2
Besluit college van Burgemeester en Wethouders Advies van de commissie: het bestreden besluit intrekken en bezwaarmaker een proceskostenvergoeding toekennen van € 437,--. In april 2011 is het officiële verzoek tot mantelzorg binnengekomen. Op 24 mei 2011 is door het college van burgemeester en wethouders het ruimtelijk beleid vastgesteld ten aanzien van de mogelijkheid van mantelzorg in gebouwen. Op 16 juni en 18 augustus 2011 is aan de aanvrager verzocht om een nadere onderbouwing van de noodzaak tot mantelzorg in een niet-direct aansluitende woning te geven. Deze aanvullende stukken zijn op 9 september 2011 ontvangen.
BELEIDSDOELSTELLING/BELEIDSKADER Bestemmingsplan Buitengebied.
NADERE UITWERKING/OPLOSSING Advies medewerker WMO: Noodzaak mantelzorg: Er is een positieve indicatie voor bewoning van een woning voor mantelzorg. Uit de bijgevoegde informatie blijkt de noodzakelijkheid, zeker gezien het feit dat er sprake is van behoorlijke beperkingen bij mevrouw en dat de heer steeds hulpbehoevender wordt. Er is naar alternatieven gekeken, zoals inwonen in, of aanbouwen bij de bestaande woning. Deze alternatieven hebben een aantal nadelen en bezwaren. Deze bezwaren worden voorkomen wanneer mantelzorg in het bestaand bijgebouw wordt toegestaan. Mantelzorg: Mensen in staat stellen om voor elkaar te zorgen. Het betreft geen professionele zorgverlening, maar in dit geval langdurige zorg door familieleden (zoon en schoondochter). De huidige woonsituatie wordt voor beide gezinnen als ideaal gezien met betrekking tot de mantelzorg situatie. Het jonge gezin levert maatschappelijk gezien een forse inspanning waar het betreft de mantelzorgtaken. Zorg kan op afroep, terwijl de nodige privacy behouden blijft. De huidige woonconstructie maakt het mogelijk dat de heer en mevrouw Peeters Weem met hulp van hun zoon en schoondochter zelfstandig kunnen blijven wonen. Zoon en schoondochter worden in staat gesteld om voor hun ouders te zorgen (24 uur per dag). Mevrouw is ernstig beperkt; er is sprake van chronische, ernstige rugklachten. Zij heeft veel pijn en brengt een groot deel van de dag liggend door. Zij is aangewezen op de zorg van anderen. De heer ondervindt in toenemende mate gezondheidsklachten en zal in de toekomst eveneens afhankelijk worden van mantelzorg. Hij is niet in staat om de zorgtaken op zich te nemen. Gezien de leeftijd zal de hulpbehoevendheid de komende jaren toenemen. Het feit dat de heer nog actief kan zijn binnen het bedrijf geeft hem voldoening en afleiding en hij is toch dicht in de buurt bij zijn vrouw. Deze woonconstructie zal alleen blijven bestaan zolang er sprake is van deze mantelzorgsituatie. Na die tijd zal deze mantelzorgwoning niet langer als woning worden gebruikt. De slaapkamer van de bewoners van de mantelzorgwoning bevindt zich op de verdieping. Gezien de medische situatie lijkt dit niet logisch. De bewoonster brengt een groot deel van de dag in bed door, waarbij ze de trap op moet en slaapt in een ruimte zonder daglicht en die gebruikt wordt als zolderruimte t.b.v. opslag. Naast dat dit niet mag conform de bouwregelgeving is het geen prettige ruimte om uren per dag te verblijven. Wanneer er een tijd komt dat de bewoners de trap niet meer zelfstandig op kunnen komen zij niet in aanmerking voor een traplift in het kader van de WMO.
Ruimtelijk advies Conform het beleid moet er aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Deze zijn puntsgewijs beoordeeld: Overwegende dat,
Pagina 3
Besluit college van Burgemeester en Wethouders er reeds een woning aanwezig is op het perceel, waar de zoon van de zorgbehoevenden met zijn gezin woont; dat er geen onevenredige aantasting te verwachten is van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en bedrijven, omdat er feitelijk niets verandert aan de bebouwing op het perceel; dat er op het adres Looiseweg 15a, te Ottersum niet eerder een verzoek ten behoeve van inwoning voor mantelzorg is ingediend/verleend; dat er geen sprake is van inwoning in of direct aansluitend aan de woning; dat het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte uitsluitend is toegestaan indien realisering van de inwoning in of aan het hoofdgebouw voor de inwoner of andere bewoner(s) onredelijk bezwarend is; dat de hulpbehoevenden wonen in een deel van een vrijstaand bedrijfsgebouw op het perceel; dat er verschillende redenen door verzoekers in een brief d.d. 9 september 2011, kenmerk b10-11, zijn aangevoerd waarom inwoning in de bedrijfswoning niet wenselijk is; dat wij ons kunnen vinden in deze argumenten dat op deze locatie en in dit specifieke geval onze voorkeur wordt gegeven aan gebruikmaking van aanwezige bebouwing voor de bewoning in verband met mantelzorg in tegenstelling tot het plaatsen van een tijdelijke woonunit, die voor extra bebouwing/verstening zorgt; dat de oppervlakte van het bijgebouw dat mag worden gebruikt ten behoeve van de mantelzorg maximaal 75 m2 mag bedragen conform het gemeentelijk beleid; dat deze oppervlakte ruimschoots wordt overschreden, op de begane grond heeft de mantelzorgwoning een oppervlakte van 67.9 m2 en de verdieping wordt gebruikt als slaapkamer in combinatie met opslag en beslaat nog eens 102 m2; dat wij er bij de beoordeling vanuit zijn gegaan dat het gebruik ten behoeve van mantelzorg wordt beëindigd, zodra de noodzaak van mantelzorg niet meer aan de orde is; Wij adviseren om op grond van vorenstaande overwegingen om uitsluitend af te wijken van het bestemmingsplan op grond van het “Ruimtelijk beleid ten aanzien de mogelijkheid van mantelzorg in gebouwen” indien de oppervlakte van de mantelzorgwoning in het vrijstaande bedrijfsgebouw terug wordt gebracht tot maximaal 75 m2. Het meest praktisch is om te wachten op de inwerkingtreding van het bestemmingsplan “Buitengebied”. Hierin is een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen. Op grond van artikel 5.5.1 van de bestemming Agrarisch met waarden – Natuur en landschap kan er met een binnenplanse afwijkingsbevoegdheid worden afgeweken van het bestemmingsplan ten behoeve van mantelzorg. Het bestreden besluit in stand laten kan tot gevolg hebben dat indien de overtreder niet aan de dwangsom voldoet en de dwangsom wordt verbeurd, niet duidelijk is wie de dwangsom verschuldigd is. Dit is een ontwikkeling die niet wenselijk is. Bovendien maakt een beroep bij de rechter tegen een beslissing op bezwaar waarbij het primaire besluit in stand wordt gelaten een redelijke kans om te slagen op basis van het feit dat niet voldoende duidelijk is wie de overtreder is van de last onder dwangsom. Het primaire besluit kan in dat geval het beste worden ingetrokken. Daarnaast is het gezien de adviezen van WMO/R.O. en met de komst van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied niet noodzakelijk een nieuwe dwangsomprocedure te starten. Het handhavingstraject zal dan ook gestaakt worden.
COMMUNICATIEPARAGRAAF Betrokkenen informeren over de beslissing op bezwaar. Hiervoor is een aparte brief bij dit collegevoorstel gevoegd.
ADVIES BURGERADVIESRAAD/WMO-RAAD N.v.t.
DUURZAAMHEIDS PARAGRAAF N.v.t.
Pagina 4
Besluit college van Burgemeester en Wethouders JURIDISCHE PARAGRAAF De juridische aspecten zijn verwerkt in dit voorstel en in de beslissing op bezwaar.
PERSONELE PARAGRAAF N.v.t.
FINANCIELE PARAGRAAF Niet van toepassing XFinanciële consequenties, namelijk: X Alleen lopende begrotingsjaar (incidenteel) Ook komende begrotingsjaren (structureel) Tekstuele toelichting: Geadviseerd wordt om bezwaarmaker een proceskostenvergoeding toe te kennen van € 437,-.
Pagina 5
Besluit college van Burgemeester en Wethouders CONSEQUENTIEPARAGRAAF N.v.t.
ADVIES Geadviseerd wordt: - Het bezwaarschrift van bezwaarmaker gegrond te verklaren - Het primaire besluit in te trekken - Bezwaarmaker een proceskostenvergoeding toekennen van € 437,-- Geen nieuwe dwangsomprocedure te starten - Na inwerkingtreding nieuw bestemmingsplan Buitengebied medewerking verlenen aan verzoek tot mantelzorg
OVERIGE N.v.t.
Pagina 6