Gemeenteraad Zitting van 17 maart 2015 Notule Aanwezig:
Dirk Debaere: voorzitter; Kurt Windels: burgemeester; Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme, Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt: schepenen; Katrien Vandecasteele: schepen (voorzitter OCMW); Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout: raadsleden; Dominik Ronse: secretaris
De zitting vangt aan om 20.00u.
Openbare zitting
Beslissingen 1.
Goedkeuren van de notulen van de vorige zitting
De GEMEENTERAAD, Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 33; Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald de artikels 180 en 181; Gelet op de ontwerpnotulen van de vorige zitting, opgesteld door de heer gemeentesecretaris; BESLUIT: eenparig Artikel 1 – De notulen van de vorige zitting worden goedgekeurd. Artikel 2 - Aan de heer gemeentesecretaris wordt de opdracht gegeven deze notulen op te nemen in het register van beraadslagingen van de gemeenteraad. INFRASTRUCTUREN 2.
Goedkeuren van de samenwerkingsovereenkomt met Infrax met betrekking tot het uitvoeren van riolerings- en wegeniswerken in de Izegemstraat
De GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 20 september 2011 houdende de toetreding tot de opdrachthoudende vereniging Infrax West voor de activiteit riolering; Gelet op het feit dat Infrax CVBA rioleringwerken in de Izegemstraat wenst uit te voeren, meer bepaald een doorpersing onder de spoorweg; Overwegende dat deze werken in het algemeen belang en uit technische noodzaak best voorafgaand aan het bouwen van de nieuwe dorpsbrug kunnen uitgevoerd worden; Overwegende dat bijgevolg een samenwerkingsovereenkomst dient opgemaakt te worden;
Gelet op de samenwerkingsovereenkomst, opgesteld door Infrax CVBA, om de rioleringswerken doorpersing spoorweg Izegemstraat en wegeniswerken doorpersing spoorweg Izegemstraat samen uit te voeren met Infrax CVBA als opdrachtgevend bestuur; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT: eenparig Artikel 1 – De samenwerkingsovereenkomst met Infrax CVBA om de rioleringswerken doorpersing spoorweg Izegemstraat en wegeniswerken doorpersing spoorweg Izegemstraat samen uit te voeren, wordt goedgekeurd en als bijlage gevoegd bij deze beslissing. WONEN 3.
Goedkeuren van het subsidiedossier met betrekking tot het woonbeleid in de regio Izegem
De GEMEENTERAAD, Gelet op het gemeentedecreet, in het bijzonder artikel 42 §1; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 21 september 2007 en latere wijzigingen houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid; Gelet op de toekenning op 26 juli 2012 van de Vlaamse subsidie voor het project ‘Woonbeleid regio Izegem, voor de periode 1 oktober 2012 tot 30 september 2015; Overwegende dat de lopende subsidiëringsperiode voor het project ‘Woonbeleid regio Izegem’ afloopt op 30 september 2015; Overwegende de noodzaak om de continuïteit te garanderen in de dienstverlening met betrekking tot het wonen in de gemeente, en derhalve om een nieuwe subsidieaanvraag in te dienen bij de Vlaamse overheid; Overwegende dat uiterlijk op 31 maart 2015 een subsidieaanvraag moet ingediend worden voor een nieuwe subsidiëringsperiode van drie jaar; Gelet op de subsidieaanvraag ‘Woonbeleid Regio Izegem’, opgesteld in opdracht van het Beheerscomité van de Interlokale Vereniging Woonbeleid Regio Izegem; Gelet op de goedkeuring van de subsidieaanvraag ‘Woonbeleid Regio Izegem’ door het Beheerscomité van de Interlokale Vereniging Woonbeleid regio Izegem in zitting van 9 maart 2015; Gelet op de overeenkomst met statutaire draagkracht van de Interlokale Vereniging Woonbeleid regio Izegem, goedgekeurd in de gemeenteraad van Ingelmunster op 24 september 2013; Overwegende dat de doelstellingen vermeld in artikel 2 van de overeenkomst met statutaire draagkracht duidelijk geconcretiseerd worden in de subsidieaanvraag; Overwegende dat de financiële engagementen, vermeld in artikel 19 van de overeenkomst met statutaire draagkracht gerespecteerd werden in de subsidieaanvraag; Gelet op artikel 3 van het besluit van de Vlaamse Regering van 21 september 2007 en latere wijzigingen, waarin bepaald wordt dat de initiatiefnemer voor de uitvoering van het project een beroep kan doen op een partner; Gelet op artikel 21 §1 van de overeenkomst met statutaire draagkracht van de Interlokale Vereniging Woonbeleid regio Izegem, waarin bepaald wordt dat aan de Huisvestingsdienst Regio Izegem opdracht zal gegeven worden om de geplande activiteiten uit te voeren die voorzien worden in de subsidieaanvraag; Overwegende dat de subsidieaanvraag de looptijd van de overeenkomst met statutaire draagkracht niet overschrijdt; Op voorstel van de bevoegde schepen; BESLUIT: eenparig Artikel 1 – Het subsidiedossier ‘Woonbeleid Regio Izegem’ wordt goedgekeurd en kan ingediend worden bij Wonen-Vlaanderen. De subsidieaanvraag wordt als bijlage gevoegd bij deze beslissing.
BIBLIOTHEEK 4.
Goedkeuren van het dienstreglement voor de openbare bibliotheek
De GEMEENTERAAD, Gelet op het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 26 oktober 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 betreffende het Lokaal Cultuurbeleid; Overwegende dat het bestaande dienstreglement, goedgekeurd in de gemeenteraad van 24 juni 2008, niet meer in overeenstemming was met de organisatie en werking van de bibliotheek; Gelet op het ontwerp van reglement dat werd uitgewerkt en goedgekeurd door de beheerraad van de bibliotheek en het gemeenschapscentrum op 9 februari 2015; Overwegende dat het ontwerp van reglement nieuwe tarieven voorstelt; Overwegende dat deze tarieven, in overeenstemming met de gemeenteraadsbeslissing waarin het vaststellen van de tarieven aan het schepencollege werd gedelegeerd, voor vaststelling aan het college zullen worden voorgelegd; Op voorstel van de bevoegde schepen; BESLUIT: eenparig Artikel 1 – Het dienstreglement wordt goedgekeurd en als bijlage gevoegd bij deze beslissing. Artikel 2 – De lijst van nieuwe tarieven zal voor vaststelling worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 3 – Het nieuwe reglement treedt in werking vanaf 1 mei 2015. PERSONEEL EN ORGANISATIE 5.
Aanpassen van de formatie van het gemeentepersoneel
De GEMEENTERAAD, Gelet op artikel 103 en 104 van het gemeentedecreet; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 november 2014 tot vaststellen van de formatie van het gemeentepersoneel na aanpassing; Gelet op de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel; Gelet op het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019 dat bepaalt dat gesubsidieerde contractuelen bij lokale besturen geregulariseerd worden; Overwegende dat dit dient te gebeuren met ingang van 1 april 2015; Overwegende dat de gesubsidieerde contractuelen vanaf die datum gewoon contractueel personeel worden; Overwegende dat het bedrag van 95% van de loonsubsidie en van de gescobijdragevermindering wordt overgeheveld naar het budget; Overwegende dat dit voor het jaar 2015 neerkomt op een verlies van ongeveer 12.000 euro aan personeelssubsidies; Overwegende dat hiermee zal rekening gehouden worden in het budget en in het meerjarig financieel beleidsplan 2015-2019; Overwegende dat de formatie van het gemeentepersoneel aangepast dient te worden zodat de 16 VTE gesubsidieerde contractuelen toegevoegd worden aan het gewoon contractueel gemeentepersoneel; Gelet op het advies van het managementteam van 2 maart 2015; Gelet op het met redenen omkleed advies van het hoog overlegcomité van de gemeente Ingelmunster van 6 maart 2015; BESLUIT: Met 11 stemmen voor (Dirk Debaere, Kurt Windels, Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme,
Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout) en 10 onthoudingen (Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert) Artikel 1 – De personeelsformatie van de gemeente Ingelmunster wordt vastgesteld, conform art. 5, § 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 en conform art. 103 en 104 van het gemeentedecreet, als volgt: Statutair gemeentepersoneel
FTE
Secretaris
1
Financieel beheerder
1
Communicatieambtenaar sociale maribel (A1a-A3a)
1
Deskundige netwerk- en IT-beheer (C4-C5)
1
Stafmedewerker personeel, organisatieontw. en archief sociale maribel (A1a-A3a)
1
Preventieadviseur (A1a-A3a)
1
Diensthoofd/bestuurssecretaris (A1a-A3a)
1
Deskundige burgerzaken (C4-C5)
1
Deskundige financiën (B1-B3)
1
Administratief medewerker (C1-C3)
9
Administratief medewerker sociale maribel (C1-C3)
1
Diensthoofd/stedenbouwkundig ambtenaar (A4a-A4b)
1
Deskundige GIS (B1-B3)
1
Deskundige ruimtelijke ordening/duurzaamheidsambtenaar (B1-B3)
1
Milieuambtenaar (B1-B3)
1
Deskundige openbare werken/mobiliteit en verkeer (B4-B5)
1
Deskundige patrimonium/facility (B4-B5)
1
Deskundige werkleiding (C4-C5)
2
Technisch medewerker (C1-C3)
1
Technisch medewerker (D4)
2
Technisch assistent (D1-D3)
5
Diensthoofd/bibliothecaris (A1a-A3a)
1
Assistent dienstleider (B1-B3)
1
Bibliotheekassistent (C1-C3)
1
Collectieverzorger (D1-D3)
1
Cultuurbeleidscoördinator (B1-B3)
1
Sportfunctionaris (B4-B5)
1
Sportpromotor (B1-B3)
1
Educatief medewerker sociale maribel (B1-B3)
1
Artikel 2 – Op basis van art. 104, § 2, 3° van het gemeentedecreet worden volgende contractuele functies aan de personeelsformatie van de gemeente Ingelmunster toegevoegd om te voorzien in de personeelsbehoeften voor aanvullende of specifieke opdrachten: Contractueel gemeentepersoneel
FTE
Handhavingsambtenaar (D1-D3)
1
Artikel 3 – Op basis van art. 104, § 2, 5° van het gemeentedecreet worden volgende contractuele functies aan de personeelsformatie van de gemeente Ingelmunster toegevoegd om te voorzien in de personeelsbehoeften voor activiteiten die hoofdzakelijk verricht worden in mededinging met andere marktdeelnemers: Contractueel gemeentepersoneel
FTE
Technisch medewerker (D4)
1
Technisch assistent (D1-D3)
4
Technisch beambte (E1-E3)
13
Poetsvrouw (E1-E3)
6.5
Busbegeleider (E1-E3)
1
Artikel 4 – Op basis van art. 104, § 3 van het gemeentedecreet wordt volgende contractuele functie aan de personeelsformatie van de gemeente Ingelmunster toegevoegd om te voorzien in de personeelsbehoeften van het kabinet van de burgemeester en de schepenen: Contractueel kabinetspersoneel
FTE
Kabinetsmedewerker (A1a-A3a)
0.5
Artikel 5 – De betrekkingen die in contractueel dienstverband ingesteld worden ter uitvoering van de werkgelegenheidsmaatregelen van de hogere overheden zijn: Contractueel personeel tewerkstellingsmaatregelen
FTE
Jeugdconsulent sociale maribel (B1-B3)
1
6.
Aanpassen van het organogram van de gemeentelijke diensten
De GEMEENTERAAD, Gelet op artikel 75 van het gemeentedecreet; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18 november 2014 houdende het vaststellen van het organogram van de gemeentelijke diensten na aanpassing; Gelet op de beslissing van heden waarin de gemeenteraad de formatie van het gemeentepersoneel, na aanpassing, vaststelt; Overwegende dat het organogram bijgevolg in overeenstemming dient te worden gebracht met de formatie van het gemeentepersoneel; Gelet op het advies van het managementteam van 2 maart 2015; Gelet op het met redenen omkleed advies van het hoog overlegcomité van de gemeente Ingelmunster van 6 maart 2015; Gelet op het ontwerp van het organogram van de gemeentelijke diensten in bijlage; BESLUIT:
Met 11 stemmen voor (Dirk Debaere, Kurt Windels, Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme, Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout) en 10 onthoudingen (Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert) Artikel 1 – Het organogram van de gemeentelijke diensten wordt, na aanpassing, vastgesteld zoals in bijlage. 7.
Goedkeuren van overdracht van personeel aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster
De GEMEENTERAAD, Gelet op het Vlaams regeerakkoord 2014-2019 waarin bepaald wordt dat het gesubsidieerd contractueel personeel dient geregulariseerd te worden; Gelet op de personeelssituatie binnen het OCMW Ingelmunster waarbij erover gewaakt moet worden dat, in het kader van tewerkstellingsmaatregelen van hogere overheden, een voldoende arbeidsvolume behouden wordt; Overwegende dat de ondergrens qua arbeidsvolume bij het OCMW nipt gehaald wordt in het kader van het behoud van subsidies sociale maribel; Overwegende dat de stijging van het arbeidsvolume binnen het OCMW gewenst is, zodat een ruimere marge ontstaat voor het behoud van deze subsidies, zodat onverwachte personeelsdalingen (onbetaald verlof van personeelsleden, ziekte,…) geen ongunstig effect hebben op het bekomen van deze subsidies; Overwegende dat met de regularisatie van het gesubsidieerd contractueel personeel, met ingang van 1 april 2015, een opportuniteit ontstaat om dit personeel een nieuw contract te geven bij het OCMW; Gelet op artikel 104, § 4 van het gemeentedecreet; Overwegende dat dit artikel bepaalt dat de gemeenteraad personeel ter beschikking kan stellen van of overdragen aan het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn dat de gemeente bedient, mits de geldende rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel nageleefd wordt en mits goedkeuring door de raad van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; Overwegende dat tot op heden de Vlaamse Regering ter verdere uitvoering van deze bepaling geen minimale voorwaarden heeft vastgesteld; Overwegende dat het, bijgevolg, aan de gemeenteraad is om, overeenkomstig andere wettelijke bepalingen en overeenkomstig de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, te beslissen hoe deze overdracht gerealiseerd zal worden; Gelet op artikel 43, § 2 van het gemeentedecreet dat een opsomming weergeeft van de bevoegdheden die niet aan het college van burgemeester en schepenen kunnen worden toevertrouwd; Overwegende dat de beslissing tot overdracht van personeel van de gemeente aan het OCMW dat de gemeente bedient niet in deze opsomming is opgenomen; Overwegende dat de beslissing inzake de nominatieve aanwijzing van personeelsleden die aan het OCMW van Ingelmunster zouden worden overgedragen kan worden toevertrouwd aan het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat onderhavige beslissing de nodige voorwaarden aan deze collegebeslissing verbindt; Overwegende dat de rechtspositieregeling bij het OCMW Ingelmunster gelijk is aan deze van de gemeente; Overwegende dat het arbeidsreglement bij het OCMW Ingelmunster gelijk is aan dat van de gemeente; Overwegende dat deze overdracht werd besproken in het bijzonder onderhandelingscomité van de gemeente en het OCMW van 30 januari 2015 en 6 maart 2015; Gelet op het protocol van het bijzonder onderhandelingscomité van de gemeente en het OCMW van 6 maart 2015 tot overdracht van personeel van gemeente naar OCMW in het kader van het behoud van arbeidsvolume sociale maribel; Overwegende dat aan het college van burgemeester en schepenen een informatieverplichting wordt opgelegd ten aanzien van de personeelsleden die bij deze overdracht worden betrokken;
Gelet op de sterke samenwerking tussen gemeente en OCMW, voornamelijk in de administratief en technisch ondersteunende diensten, waarbij het personeel van gemeente en OCMW onderling samenwerkt aan gezamenlijke doelstellingen; Overwegende dat deze overdracht geen concrete gevolgen mag hebben op de arbeidssituatie op de werkvloer van de personeelsleden betrokken bij de overdracht; Overwegende dat, in het geval toekomstige ontwikkelingen inzake de organisatie van de gemeente en het OCMW buiten de wil van de gemeente en het OCMW om, of toekomstige beslissingen van de gemeente of het OCMW, gevolgen doen ontstaan die nadelig zijn voor de personeelsleden betrokken bij de overdracht of die indirect nadelig zijn voor andere personeelsleden die niet in de overdracht zijn betrokken, aan hen het recht wordt voorzien om deze gevolgen weg te nemen of te compenseren; Overwegende dat, als gevolg van de overdracht, het personeelsbudget van de gemeente evenveel zal dalen, zoals het bij het OCMW zal stijgen; Overwegende dat de gemeente de nodige budgetten hiertoe aan het OCMW Ingelmunster ter beschikking zal stellen; Overwegende dat dit bij een eerstvolgende wijziging van het budget zal worden geregeld, zowel binnen de gemeente als binnen het OCMW; BESLUIT: Met 11 stemmen voor (Dirk Debaere, Kurt Windels, Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme, Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout) en 10 onthoudingen (Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert) Artikel 1 – Het te regulariseren gesubsidieerd contractueel personeel van de gemeente wordt per 1 april 2015 overgedragen aan het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Ingelmunster. Artikel 2 – Aan het college van burgemeester en schepenen wordt de opdracht gegeven tot nominatieve aanduiding van de personeelsleden die aan het OCMW worden overgedragen. Artikel 3 – De personeelsleden, betrokken bij de overdracht, worden hierover geïnformeerd en gehoord. Artikel 4 – Aan de personeelsleden, betrokken bij de overdracht, die nadelen ondervinden en aan de personeelsleden, die op indirecte wijze nadelen ondervinden, door de overdracht als gevolg van toekomstige en nu niet te voorziene ontwikkelingen wordt het recht geboden te eisen dat deze nadelen worden weggenomen of gecompenseerd. Artikel 5 – De financiële middelen, die aan het OCMW toekomen als gevolg van deze overdracht, worden bij een eerstvolgende budgetwijziging aan de OCMW-toelage toegevoegd. SOCIALE ZAKEN 8.
Goedkeuren van de aanpassingen aan de statuten van het Lokaal Overleg Kinderopvang
De GEMEENTERAAD, Gelet op de opstart van het ‘Lokaal Overleg Kinderopvang’; Gelet op het feit dat het ‘Lokaal Overleg Kinderopvang’ een gemeentelijke adviesraad is; Gelet op het feit dat de werking van het Lokaal Overleg Kinderopvang werd vastgelegd in statuten; Gelet op het feit dat de statuten dateerden van november 2007; Gelet op het feit dat een aantal zaken werden gewijzigd naar aanleiding van een nieuw besluit van de Vlaamse regering van 24 mei 2013 houdende het lokaal beleid kinderopvang; Gelet op het ontwerp van wijziging van de statuten; Op voorstel van de bevoegde schepen; BESLUIT: eenparig Artikel 1 – De gewijzigde statuten van het ‘Lokaal Overleg Kinderopvang’ goed te keuren en als bijlage bij deze beslissing te voegen.
9.
Goedkeuren van de overeenkomst met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang
De GEMEENTERAAD, Gelet op artikel 42 van het Gemeentedecreet; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 17 december 2013 houdende vaststellen van het meerjarenplan 2014-2019; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 23 december 2014 houdende goedkeuren van de wijzigingen aan het meerjarenplan 2014-2019; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 23 december 2014 houdende vaststellen van het budget van de gemeente voor het boekjaar 2015; Gelet op de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 26 januari 2015 houdende goedkeuren van de overeenkomst met de gemeente Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang; Gelet op de oprichting van de coöperatieve vennootschap Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster op 23 september 2014 voor notaris Vlegels; Gelet op de statuten van de coöperatieve vennootschap Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster, in het bijzonder artikel 3 dat stelt: ‘De vennootschap heeft tot doel het organiseren en aanbieden van
kwalitatieve buitenschoolse kinderopvang, d.i. voor- en naschoolse opvang op schooldagen en woensdagnamiddagen, op schoolvrije dagen en tijdens schoolvakanties te Ingelmunster en elders met een lage drempel voor alle kinderen vanaf 2,5 jaar, het coördineren van deze opvang met andere initiatieven voor opvang, vrijetijdsbesteding, zorg- en of andere activiteiten en of ondersteuning voor kinderen, uitgaande van verschillende actoren (onder meer doch niet beperkt tot scholen, sportkampen, speelpleinwerking, activiteiten van jeugd- en sportorganisaties) en het initiëren en ondersteunen van socioculturele ontwikkeling.” Gelet op het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Ingelmunster, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster; Overwegende dat in het meerjarig beleidsplan 2014-2019 de inrichting van buitenschoolse kinderopvang als prioritaire doelstelling werd naar voor geschoven; Overwegende dat een samenwerking met de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster volgens de modaliteiten beschreven in het ontwerp van samenwerkingsovereenkomst een concrete uitvoering is van deze prioritaire doelstelling volgens de principes die in het beleidsplan werden aangegeven;
Overwegende dat in het financieel meerjarenplan 2014-2019 de nodige kredieten werden voorzien in functie van deze overeenkomst; Op voorstel van de bevoegde schepen; Overwegende dat de fractie van de CD&V niet wenst te stemmen; Overwegende dat volgens het woordenboek der Nederlandse taal ‘zich onthouden’, onder meer, betekent ‘niet wensen te stemmen ook als men stemrecht heeft’; Overwegende dat de fractie van de CD&V zich bijgevolg wenst te onthouden bij de stemming; BESLUIT: Met 11 stemmen voor (Dirk Debaere, Kurt Windels, Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme, Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout) en 10 onthoudingen (Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert) Artikel 1 – De samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente Ingelmunster, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster wordt goedgekeurd en als bijlage bij deze beslissing gevoegd.
10. Aanstellen van twee vertegenwoordigers van de gemeente Ingelmunster in het toezichtscomité voor de opvolging van de exploitatie van de buitenschoolse kinderopvang De GEMEENTERAAD, Gelet op het Gemeentedecreet, meer bepaald artikel 42, §1; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 17 maart 2015 houdende goedkeuring van de overeenkomst met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang; Gelet op de overeenkomst met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang, meer bepaald artikel 4, §3; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 9 maart 2015 houdende de voordracht tot aanduiding van de heer Kurt Windels, burgemeester, en mevrouw Martine Verhamme, schepen, als vertegenwoordigers in het toezichtcomité voor de overeenkomst met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang; Overwegende dat in het kader van deze overeenkomst een toezichtscomité wordt ingesteld bestaande uit 6 leden, waarin elke partner 2 vertegenwoordigers heeft; Overwegende dat de gemeente 2 vertegenwoordigers kan aanduiden voor dit toezichtscomité; Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen de heer Kurt Windels, burgemeester, en mevrouw Martine Verhamme, schepen, als vertegenwoordigers in het toezichtcomité voordraagt; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat de fractie van de CD&V niet wenst te stemmen; Overwegende dat volgens het woordenboek der Nederlandse taal ‘zich onthouden’, onder meer, betekent ‘niet wensen te stemmen ook als men stemrecht heeft’; Overwegende dat de fractie van de CD&V zich bijgevolg wenst te onthouden bij de stemming; BESLUIT: Met 11 stemmen voor (Dirk Debaere, Kurt Windels, Enigo Vandendriessche, Martine Verhamme, Wilfried Vanacker, Nadine Verheye, Rob Kindt, Jean-Pierre Deven, Dorine Behaeghe, Evy Becquart, Davy Claerhout) en 10 onthoudingen (Marie-Thérèse Lapeere, Yves Vercruysse, Geert Verstraete, Hilde Vankeirsbilck, Jan Defreyne, Els Leysen, Filip Blanckaert, Marlies De Clercq, Sabine Dendauw, Sabine Lampaert) Artikel 1 – De heer Kurt Windels, burgemeester, en mevrouw Martine Verhamme, schepen, worden aangewezen als vertegenwoordigers in het toezichtcomité voor de overeenkomst met het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster en de cvba Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster voor de organisatie van buitenschoolse kinderopvang. De heer Jan DEFREYNE, raadslid, vraagt, in overeenstemming met artikel 8 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, hoe het komt dat de Ingelmunsterse Biljartacademie niet langer gebruik kan maken van de ruimte onder de voetbaltribune van het Sportcentrum. Volgens hen hebben ze van het gemeentebestuur nog steeds geen motivatie gekregen waarom ze deze ruimte niet langer kunnen gebruiken. De heer Voorzitter antwoordt hierop dat het raadslid een antwoord zal krijgen op zijn vraag overeenkomstig artikel 8 van het huishoudelijk reglment van de gemeenteraad.
De zitting werd afgerond om 20.35u.
Dominik Ronse
Dirk Debaere
secretaris
voorzitter
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 2 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
WOONBELEID REGIO IZEGEM Ingelmunster – Izegem – Ledegem – Oostrozebeke – Wielsbeke AANVRAAGDOSSIER voor de verlenging van de subsidiëringsperiode periode 01.10.2015 – 30.09.2018
1. TITEL VAN HET PROJECT WOONBELEID REGIO IZEGEM
2. INITIATIEFNEMER
INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO IZEGEM p/a Kasteelstraat 13 8870 IZEGEM Contactpersoon: Benoit Sintobin (secretaris van de vereniging) Andere gegevens: Telefoon: Centraal nummer: 051/32.16.22 Rechtstreeks nummer contactpersoon: 051/30.41.59 Fax: 051/32.16.23 E‐mail:
[email protected] Samenwerkingsvorm: Interlokale vereniging volgens het decreet van 6/7/2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking. Deelnemers aan de vereniging: Stad Izegem Korenmarkt 10 8870 Izegem OCMW Izegem Kokelarestraat 2 8870 Izegem Gemeente Ingelmunster Oostrozebekestraat 4 8770 Ingelmunster
1 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
OCMW Ingelmunster Oostrozebekestraat 6 8770 Ingelmunster Gemeente Ledegem Rollegemstraat 132 8880 Ledegem OCMW Ledegem Rollegemstraat 130 8880 Ledegem Gemeente Oostrozebeke E.Brengierstraat 6 8780 Oostrozebeke OCMW Oostrozebeke E.Brengierstraat 6 8780 Oostrozebeke Gemeente Wielsbeke Rijksweg 14 8710 Wielsbeke OCMW Wielsbeke Hernieuwenstraat 15 8710 Wielsbeke Huisvestingsdienst Regio Izegem Kasteelstraat 13 8870 Izegem Nummer financiële rekening: 091‐0181766‐17
3. PROJECTUITVOERDER In de overeenkomst met statutaire draagkracht van de Interlokale Vereniging Woonbeleid Regio Izegem werd in artikel 21 bepaald dat de Huisvestingsdienst Regio Izegem de opdracht zal krijgen om de nodige activiteiten uit te voeren. Dit werd nogmaals bevestigd door het Beheerscomité van de Interlokale Vereniging, die in zitting van 9 maart 2015 bijeen gekomen is. Contactgegevens: HUISVESTINGSDIENST REGIO IZEGEM Kasteelstraat 13, 8870 IZEGEM Contactpersoon: Benoit Sintobin (diensthoofd / projectcoördinator)
2 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Andere gegevens: Telefoon:051/32.16.22 Rechtstreeks nummer: 051/30.41.59 Fax: 051/32.16.23 E‐mail:
[email protected] Website : www.huisvesting‐regio‐izegem.be Rechtsvorm: OCMW‐vereniging volgens titel VIII, hoofdstuk I van het OCMW‐decreet
Organisatiestructuur: de OCMW‐vereniging bestaat uit een algemene vergadering, een raad van bestuur en een dagelijks bestuur. Zetelen in de algemene vergadering: Stad en OCMW Izegem: telkens 6 afgevaardigden Gemeente en OCMW Ingelmunster: telkens 4 afgevaardigden Gemeente en OCMW Ledegem: telkens 4 afgevaardigden Gemeente en OCMW Oostrozebeke: telkens 4 afgevaardigden Gemeente en OCMW Wielsbeke: telkens 4 afgevaardigden Provinciebestuur West‐Vlaanderen: 2 afgevaardigden Izegemse Bouwmaatschappij (SHM met werking in Izegem): 2 afgevaardigden De Mandelbeek (SHM met werking in Ingelmunster en Ledegem): 2 afgevaardigden De Mandel (SHM met werking in alle betrokken gemeenten): 2 afgevaardigden Mijn Huis (SHM met werking in Oostrozebeke en Wielsbeke): 2 afgevaardigden Helpt Elkander (SHM met werking in Wielsbeke): 2 afgevaardigden Vertegenwoordiging van de welzijnssector: 5 afgevaardigden Zetelen in de raad van bestuur: Stad en OCMW Izegem: telkens 3 afgevaardigden Gemeente en OCMW Ingelmunster: telkens 2 afgevaardigden Gemeente en OCMW Ledegem: telkens 2 afgevaardigden Gemeente en OCMW Oostrozebeke: telkens 2 afgevaardigden Gemeente en OCMW Wielsbeke: telkens 2 afgevaardigden Provinciebestuur West‐Vlaanderen: 2 afgevaardigden Izegemse Bouwmaatschappij (SHM met werking in Izegem): 1 afgevaardigde De Mandelbeek (SHM met werking in Ingelmunster en Ledegem): 1 afgevaardigde De Mandel (SHM met werking in alle betrokken gemeenten): 1 afgevaardigde Mijn Huis (SHM met werking in Oostrozebeke en Wielsbeke): 1 afgevaardigde Helpt Elkander (SHM met werking in Wielsbeke): 1 afgevaardigde Vertegenwoordiging van de welzijnssector): 3 afgevaardigden Deskundigen zonder stemrecht: ambtenaar provinciebestuur, diensthoofd Huisvestingsdienst Regio Izegem Zetelen in het dagelijks bestuur: De voorzitter van de Huisvestingsdienst Regio Izegem 1 afgevaardigde van elke gemeente Deskundige zonder stemrecht: diensthoofd Huisvestingsdienst Regio Izegem
3 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
4. PERSONEELSFORMATIE
Aantal VE dat in het project wordt ingezet: 11,26 VE Waarvan: - 5 VE waarvoor subsidies worden aangevraagd - 6,26 VE waarvoor geen subsidies worden aangevraagd Gegevens betreffende de projectcoördinator (waarvoor subsidies worden aangevraagd): Naam: Benoit Sintobin Functie: projectcoördinator – diensthoofd HRI Niveau A: master – sociaal agoog , werkt sinds 1/04/2000 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: algemene coördinatie, specifieke taken m.b.t. de activiteiten 1 (beleidsvisie), 2 (lokaal woonoverleg) en 5 (grond‐ en pandenbeleid), vertegenwoordigingswerk. Gegevens betreffende andere medewerkers waarvoor subsidies aangevraagd worden: Naam: Nathalie Vandendriessche Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 12/02/2001 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,8 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: zitdagen van de Woonwinkel in Izegem (loket Huisvestingsdienst Regio Izegem – gebouw eigendom van stad Izegem) en Ledegem (gemeentehuis) Naam: Veerle Verkest Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 15/05/2007 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,8 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: als woonbegeleider staat zij in voor een aantal tweedelijnstaken en voor de zitdagen van de Woonwinkel Wielsbeke (gemeentehuis) Naam: Annelies Vierstraete Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 12/01/2011 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,4 VE gesubsidieerd (en 0,6 VE niet‐gesubsidieerd) Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: als woonbegeleider staat zij in voor een aantal tweedelijnstaken en voor de zitdagen van de Woonwinkel in Oostrozebeke (gemeentehuis) Naam: Johan Vansteenkiste Functie: technisch adviseur Niveau C: hoger secundair technisch onderwijs, werkt sinds 06/08/2001 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem 4 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Taken: verstrekken van technische adviezen, controles gemeentelijke premie‐aanvragen, kwaliteitscontroles, toepassen stedenbouwkundige verordeningen en afleveren conformiteitsattesten, leegstandsbestrijding. Naam: Alain De Burghgraeve Functie: technisch adviseur Niveau C: hoger secundair technisch onderwijs, werkt sinds 08/01/2007 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: verstrekken van technische adviezen, controles gemeentelijke premie‐aanvragen, kwaliteitscontroles, toepassen stedenbouwkundige verordeningen en afleveren conformiteitsattesten, leegstandsbestrijding, 0,25 VE inzet in het project energiewerker Gegevens betreffende andere medewerkers waarvoor geen subsidies aangevraagd worden: Naam: Annelies Vierstraete Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 12/01/2011 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,6 VE niet‐gesubsidieerd (en 0,4 VE gesubsidieerd) Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: als woonbegeleider staat zij in voor een aantal tweedelijnstaken en voor de zitdagen van de Woonwinkel in Oostrozebeke (gemeentehuis) Naam: Isabelle Malfait Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 1/7/1998 bij het OCMW van Ingelmunster Inzet in project: 0,34 VE Plaats van tewerkstelling: Sociaal Huis Ingelmunster (Oostrozebekestraat 6) Taken: als woonbegeleider staat zij in voor de zitdagen van de Woonwinkel in Ingelmunster (Sociaal Huis) Naam: Sofie Vervaecke Functie: woonbegeleider Niveau B: bachelor – maatschappelijk assistent, werkt sinds 14/10/2014 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,5 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: als woonbegeleider staat zij in voor permanentie in de Woonwinkel in Izegem (loket Huisvestingsdienst Regio Izegem) en Ingelmunster (Sociaal Huis) Naam: Frederik Deveugle Functie: technisch adviseur Niveau C: hoger secundair technisch onderwijs, werkt sinds 05/01/2009 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: verstrekken van technische adviezen, controles gemeentelijke premie‐aanvragen, kwaliteitscontroles, toepassen stedenbouwkundige verordeningen en afleveren conformiteitsattesten, leegstandsbestrijding en 0,25 VE inzet in het project energiewerker. 5 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Naam: Jos Laridon Functie: energiewerker Niveau C: hoger secundair technisch onderwijs, werkt sinds 05/01/2015 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: uitvoering project energiewerker Naam: Patricia Vandeputte Functie: medewerker administratie en loket (Izegem) Niveau C: hoger secundair onderwijs, werkt sinds 03/05/1999 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,22 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: loketwerk Woonwinkel Izegem, administratie en boekhouding Naam: Debby Vermeersch Functie: medewerker administratie en loket (Izegem) Niveau C: hoger secundair onderwijs, werkt sinds 14/04/2009 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: loketwerk Woonwinkel Izegem, administratie, behandeling gemeentelijke premieaanvragen Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke Naam: Sofie Defour Functie: medewerker administratie en loket (Izegem) Niveau C: hoger secundair onderwijs, werkt sinds 17/06/2013 in de huisvestingssector Inzet in project: 1 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: loketwerk Woonwinkel Izegem, administratie, behandeling gemeentelijke premieaanvragen Izegem Naam: Tine Vinckier Functie: boekhouder Niveau B: Bachelor – Bedrijfsmanagement – fiscaliteit, werkt sinds 02/02/2015 in de huisvestingssector Inzet in project: 0,1 VE Taken: boekhouding Naam: nog in te vullen Functie: logistiek medewerker Niveau D: lager secundair onderwijs Inzet in project: 0,50 VE Plaats van tewerkstelling: Huisvestingsdienst Regio Izegem Taken: uitvoerende administratieve en logistieke taken, onderhoud crisiswoningen
Alle personeelsleden worden tewerkgesteld door de Huisvestingsdienst Regio Izegem, die derhalve juridisch werkgever is, met uitzondering van Isabelle Malfait die tewerkgesteld wordt door het OCMW van Ingelmunster. 6 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
5. WERKINGSGEBIED VAN HET PROJECT
Werkingsgebied Het werkingsgebied van het project strekt zich over de gemeenten Izegem, Ledegem, Ingelmunster, Oostrozebeke en Wielsbeke. Sinds 1/1/2004 maken de gemeenten en OCMW’s van Izegem, Ledegem, Ingelmunster en Oostrozebeke deel uit van het samenwerkingsverband. Begin 2008 hebben gemeente en OCMW Wielsbeke een aanvraag gedaan om toe te treden tot het samenwerkingsverband. Dit werd grondig voorbereid in de loop van 2008. Sinds 1/1/2009 is het werkingsgebied van het project dan ook uitgebreid tot de gemeente Wielsbeke. Aantal private huishoudens op 1/1/2010 Izegem Ingelmunster Ledegem Oostrozebeke Wielsbeke Totaal
26.139
Actualisatie aantal private huishoudens op 1/1/2011 Izegem Ingelmunster Ledegem Oostrozebeke Wielsbeke Totaal
aantal huishoudens 11.541 4.285 3.766 2.987 3.560
aantal huishoudens 11.646 4.354 3.775 2.993 3.593 26.631
Deelname per gemeente aan intergemeentelijke projecten lokaal woonbeleid: - Izegem, Ingelmunster, Ledegem en Oostrozebeke: deelname aan het intergemeentelijk project lokaal woonbeleid regio Izegem sinds 1/1/2004 – voorheen niet ingeschakeld in intergemeentelijk project. - Wielsbeke: deelname aan het intergemeentelijk project lokaal woonbeleid regio Izegem sinds 1/1/2009 – voorheen niet ingeschakeld in intergemeentelijk project.
7 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
6. BESCHRIJVING VAN HET PROJECT 6.1. VERANTWOORDING VAN HET PROJECT De regio Midden West‐Vlaanderen beslaat de twee bestuurlijke arrondissementen Roeselare en Tielt. Deze bestaat uit 3 ‘(kleine) centrumsteden’ (Roeselare: 50.000 inwoners, Izegem: 27.000 inwoners, Tielt: 20.000 inwoners), en 14 kleinere gemeenten (van 5.000 tot 11.000 inwoners). Vooral de as ‘Roeselare‐Izegem‐Ingelmunster’ is sterk verstedelijkt, evenals de strook Ingelmunster‐ Oostrozebeke‐Wielsbeke, die dicht aanleunt bij de verstedelijking van het Kortrijkse. Dit gebied wordt gekarakteriseerd door een sterke verwevenheid van wonen en ambachtelijke activiteiten, en veel lintbebouwing. Het noorden van Tielt en het westen van Roeselare heeft een veel landelijker karakter, dat nauw aansluit bij resp. het Meetjesland en de Westhoek. Hier treft men veel verspreide bewoning, met meerdere kleine kernen. 6.1.1. ‘Wonen’ op de agenda De start van de intergemeentelijke samenwerking Woonbeleid Regio Izegem dateert reeds van de beginjaren 2000. Deze samenwerking kwam tot stand tegen de achtergrond van volgende vaststellingen: Een aantal cijfergegevens gaven aan dat er in de regio belangrijke knelpunten waren op het vlak van wonen. Zo waren er de cijfers van de NIS‐volkstelling van 1991 en van de socio‐economische enquête van 2001, die duidelijk volgende knelpunten aangaven: Woningkwaliteit: Uit de cijfers 1991 bleek dat de regio Midden West‐Vlaanderen over een groot percentage woningen zonder klein comfort beschikte (meer dan 22% ‐ ruim boven het Vlaams gemiddelde). De socio‐economische enquête van 2001 maakte duidelijk dat er een evolutie in gunstige zin merkbaar was. Het aantal woningen zonder klein comfort was al substantieel gedaald, maar in verhouding tot de rest van Vlaanderen scoorde de streek toch nog slechter dan elders. Bovendien werden de cijfers van 2001 toch wat genuanceerd in de resultaten van een eigen kwaliteitsmeting die HRI samen met de gemeenten heeft uitgevoerd in 2005. Het bleek dat de cijfers van woningen met gebreken toch iets hoger lagen dan de gegevens uit de socio‐economische enquête, en dat er ook extra aandacht moest besteed worden aan vochtproblemen. Het is algemeen bekend, maar we weten intussen ook uit eigen praktijkervaring dat de grootste kwaliteitsproblemen voorkomen in de huurwoningen en ook in woningen van ouderen die vnl. na opname in het rusthuis of na overlijden op de markt komen. Krimpende huurmarkt: De regio Midden West‐Vlaanderen heeft historisch gezien al een beperkt aantal huurwoningen, lager dan het Vlaams gemiddelde. Bovendien is dit aantal de afgelopen decennia verder afgenomen. In 1991 waren er gemiddeld nog 25% huurwoningen (terwijl het gemiddelde in Vlaanderen op 30% schommelde), in 2001 was dit aantal al verminderd tot zo’n 20% en in sommige gemeenten zelfs onder de 20% (Vlaams gemiddelde: 25%). Een krimpende huurmarkt in combinatie met kwaliteitsproblemen veroorzaakt relatief hoge huurprijzen voor soms minderwaardige woningen. In vergelijking met sommige andere regio’s in Vlaanderen zijn de gemiddelde huurprijzen nog redelijk in de regio, maar men moet dit dus vooral zien in combinatie met de woningkwaliteit.
8 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Blijvende nood aan sociale huisvesting: De nulmeting die gebeurde n.a.v. de invoering van het decreet grond‐ en pandenbeleid (2009 – cijfers nulmeting 31/12/2007) gaf aan dat de meeste gemeenten in de regio over minder dan 5% sociale huurwoningen beschikten. In het werkingsgebied van de Interlokale Vereniging Woonbeleid Regio Izegem scoorde enkel de gemeente Wielsbeke hoger. Intussen is er een belangrijke inhaalbeweging ingezet – mede dankzij de invoering van het decreet grond‐ en pandenbeleid, maar ook dankzij het intergemeentelijk samenwerkingsverband dat tevens een sterke ondersteuning bood aan de uitbouw van het Sociaal Verhuurkantoor (zie ook verder in dit dossier). Maar het bindend sociaal objectief is voorlopig nog in geen enkele gemeente bereikt. Er blijft dus werk aan de winkel. Versnipperde en onvolledige dienstverlening: Tot begin jaren 2000 was er een versnipperde dienstverlening op het vlak van wonen. Een aantal technische materies zoals premiebeleid of strijd tegen ongeschikte, onbewoonbare of verwaarloosde woningen werd voorzien vanuit de gemeenten, terwijl de ondersteuning en begeleiding van kwetsbare doelgroepen op de woningmarkt gebeurde vanuit het OCMW. Er waren weinig dwarsverbindingen of contacten tussen beide. Bovendien werd slechts een beperkte dienstverlening aangeboden, omdat zowel gemeenten als de OCMW’s onvoldoende uitgerust waren om zich te specialiseren op dit beleidsdomein. De gemeenten waren zich nochtans bewust van de problemen op het terrein en namen ook waar mogelijk initiatief. In de jaren ’90 werd o.m. het Sociaal Impulsfonds aangewend om extra initiatieven op te zetten. Maar uiteindelijk gebeurde dit toch nog te fragmentair en te weinig gecoördineerd. Een verdere professionalisering en geïntegreerde uitbouw van het beleidsdomein wonen drongen zich op. De invoering van de Vlaamse Wooncode in 1997 vormde een belangrijk scharniermoment. Voor het eerst kwam de rol van de lokale besturen heel uitdrukkelijk in het vizier (artikel 28 VWC). De gemeenten kregen er belangrijke verantwoordelijkheden bij, zowel inzake de regie van het lokaal woonbeleid, alsook als actor (o.m. inzake woningkwaliteit, leegstandsbestrijding, ondersteuning woonbehoeftige gezinnen). Sinds de invoering van de VWC is de rol van de lokale besturen nog verder toegenomen. Artikel 28 van de VWC werd herhaaldelijk aangepast (en uitgebreid) en in 2009 kwamen er met de invoering van het grond‐ en pandendecreet nog opdrachten bij. Op de centrumsteden na waren de lokale besturen quasi niet of zelfs helemaal niet klaar om deze nieuwe rol op te nemen. Vooral kleinere gemeenten kampten met een te beperkte bestuurskracht om alle bijkomende taken op een deskundige manier te vervullen. Gevolg was dat bijna 10 jaar na de invoering van de Vlaamse Wooncode – in 2007 dus! – moest vastgesteld worden dat er nog niet veel in huis was gekomen van de uitvoering van de diverse opdrachten vermeld in de VWC (zie onderzoeksrapport “Lokaal woonbeleid in Vlaanderen: tien jaar na de Vlaamse Wooncode de kinderschoenen ontgroeid? – Tratsaert, Steunpunt Ruimte en Wonen, 2009).
6.1.2. Krachtenbundeling Gezien bovenstaande problematiek was het snel duidelijk dat er een andere manier van werken noodzakelijk was om op een meer doorgedreven manier het woonbeleid te kunnen uitvoeren. Volgende pistes werden naar voor geschoven: Bundeling van krachten op gemeentelijk niveau: Er moesten veel meer dwarsverbindingen komen tussen de taken die traditioneel door de gemeente, respectievelijk door het OCMW worden uitgevoerd. Een combinatie tussen een
9 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
technische en een sociale benadering was noodzakelijk. Op die manier kunnen woonvragen en woonproblemen veel meer op een geïntegreerde manier aangepakt worden. Bundeling van krachten op intergemeentelijk niveau: Dankzij samenwerking tussen meerdere gemeenten moest het mogelijk zijn om een ploeg aan het werk te zetten die op een professionele manier de taken van de lokale besturen kan uitvoeren. Dit betekent dat er meer specialisatie kan voorzien worden, en dat de aangeboden dienstverlening vollediger en met een betere continuïteit kan worden aangeboden. Partnership tussen de lokale en de Vlaamse overheid: Woonbeleid is een verantwoordelijkheid van beide niveaus. Het Vlaams Gewest heeft het hele gewest als focus en legt op die manier de algemene krijtlijnen en opdrachten vast, terwijl de lokale overheid inzoomt op een deelgebied, en op die manier kan ingaan op specifieke territoriale aspecten. Door een sterk samenspel tussen beide niveaus kan het woonbeleid beter vorm krijgen. We zitten hier dus met een gedeelde verantwoordelijkheid en dan is het ook logisch dat er wederzijdse engagementen opgenomen worden, zowel inhoudelijk als financieel.
In 1999 werd de Izegemse Huisvestingsdienst opgericht door het stadsbestuur van Izegem, het OCMW van Izegem en de Izegemse Bouwmaatschappij. Dit was voor Izegem een logische nieuwe stap, nadat er reeds in de jaren ’90 diverse initiatieven waren genomen inzake wonen, o.m. dankzij de middelen van het Sociaal Impulsfonds (de stad investeerde in het premiebeleid, en het OCMW startte met het Sociaal Verhuurkantoor en met Wonen & Werken). Die initiatieven wilde men bundelen en onderbrengen in één vereniging. Als juridische structuur werd geopteerd voor een OCMW‐vereniging, zoals bepaald in de wet van 8/07/76. Naast genoemde partners werd een afvaardiging van het welzijnswerk opgenomen in de raad van bestuur van de vereniging. De dienst kreeg de opdracht een coördinerende rol te vervullen op het vlak van woonbeleid. Op die manier kreeg de krachtenbundeling op gemeentelijk niveau alvast vorm in Izegem. In de periode 2001 – 2003 werd de piste van krachtenbundeling op intergemeentelijk niveau uitgewerkt. Initiatiefnemers hiertoe waren de provincie West‐Vlaanderen i.s.m. de Izegemse Huisvestingsdienst. Na een verkennende fase werd dit geconcretiseerd in een samenwerkingsverband met de gemeenten en OCMW’s van Izegem, Ingelmunster, Ledegem en Oostrozebeke. Er werd een sterke inhoudelijke taakinvulling uitgewerkt. Tevens werden de financiële engagementen van de gemeenten en OCMW’s vastgelegd en werd er beroep gedaan op ondersteuning vanuit de Vlaamse overheid. Dit pilootproject kreeg eind 2003 de financiële ondersteuning van het Vlaams Gewest (via experimentele middelen). Deze intergemeentelijke samenwerking is sinds 1/1/2004 operationeel op het terrein. Voor de concrete uitvoering van de verschillende activiteiten werd beroep gedaan op de OCMW‐vereniging. De Izegemse Huisvestingsdienst werd vanaf dan de Huisvestingsdienst Regio Izegem (HRI). Begin 2008 hebben gemeente en OCMW Wielsbeke een aanvraag gedaan om toe te treden tot het samenwerkingsverband. Dit werd grondig voorbereid in de loop van 2008. De gemeente‐ en OCMW‐ raden van Wielsbeke, én de raden van de andere betrokken gemeenten hebben de aanvraag tot toetreding en het concrete voorstel om een gelijkaardige werking uit te bouwen in die gemeente goedgekeurd.
10 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
6.1.3. Doorlichting werking HRI Sinds de regionale uitbreiding in 2004 kende HRI een forse groei van de werking. Er kwamen opdrachten bij en er werd ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en nieuwe noden. Tegelijk groeide het personeelsbestand van 5 personeelsleden in 2000 tot 12 in 2004 en 22 personeelsleden in 2011. Het bestuur was van oordeel dat het tijd was voor een algemene doorlichting van de werking, zowel wat betreft de evolutie van de personeelsbezetting als van de algemene dienstverlening. Een stafmedewerker van het OCMW Ingelmunster (S. Declercq, organisatiepsycholoog) kreeg de opdracht om die doorlichting te voeren. Deze gebeurde aan de hand van het 360 graden feedback systeem bij personeelsleden HRI, dagelijks bestuur en externe partners uit de verschillende gemeenten en OCMW’s. Medio 2012 was het verslag van de doorlichting klaar. De conclusie uit het rapport geeft treffend aan dat de weg die in 2004 werd ingeslagen als heel positief wordt beoordeeld: “De intergemeentelijke samenwerking rond wonen is ontstaan vanuit een aantal uitgangspunten. Als belangrijkste uitgangspunt is de synergie die ontstaat door deze verregaande vorm van samenwerking: ‐ effectieve aanpak van het woonbeleid in de verschillende gemeenten; ‐ centralisatie van gemeentelijke initiatieven rond huisvesting; ‐ versterken van de draagkracht door intergemeentelijke samenwerking. De deelnemende besturen binnen de HRI zijn het er unaniem over eens dat deze synergie een grote meerwaarde vormt. De specialisatie op vlak van wonen wordt gebundeld en de organisatie van de dienstverlening zoals die nu door de HRI wordt uitgevoerd zou nooit tegen dezelfde kostprijs door de deelnemende gemeenten in eigen beheer kunnen gebeuren. In de toekomst wordt een stijgende nood aan dienstverlening op vlak van wonen verwacht, waardoor de uitdagingen voor de HRI nog groter zullen worden. Om dezelfde kwalitatieve dienstverlening te blijven behouden zal de huidige structuur en grootte van de HRI herbekeken dienen te worden. Bij een verdere groei van de HRI moet de vraag gesteld worden of dit allemaal betaalbaar zal blijven voor de deelnemende gemeenten, zeker in het huidig tijdskader waar de meeste besturen ieder jaar een evenwichtsoefening moeten doen om hun budget rond te krijgen. De HRI zal moeten bepalen wat haar corebusiness is en de toekomstige uitdagingen in dit perspectief bekijken. Een minimale groei lijkt noodzakelijk (…), maar daarnaast zal zeker ook bekeken moeten worden hoe de efficiëntie in de huidige werking kan verhoogd worden (…). Tenslotte dient gezegd dat deze doorlichting een positief verhaal geworden is. Het enthousiasme van de ploeg medewerkers en de drive om iedere dag opnieuw het beste van zichzelf te geven is opvallend. De schaalvergroting van de laatste jaren heeft zijn effect gehad, maar tot op heden lukt het voor de ploeg om het hoofd boven water te houden. Echter, ook vanuit het personeel komt de boodschap duidelijk over dat verdere groei in de huidige structuur een moeilijke uitdaging wordt. Hopelijk kunnen de suggesties die hier gegeven werden mee helpen richting en vorm geven aan een huisvestingsdienst die met vertrouwen de toekomst tegemoet kan zien!” 6.1.4. Krachtenbundeling verder zetten in de toekomst Bovenstaande toelichting maakt duidelijk dat het wenselijk is om de komende jaren verder te werken op dezelfde lijn. Met het oog op een verlenging van de samenwerkingsovereenkomst werd in 2012 (einde vorige legislatuur) en 2013 (start nieuwe legislatuur) werk gemaakt van een meerjarenovereenkomst voor de periode 2013 – 2019. Na grondige bespreking op diverse niveaus (bestuur HRI, beheerscomité ILV Woonbeleid Regio Izegem, schepencolleges en OCMW’s) werd de overeenkomst met statutaire draagkracht van de Interlokale vereniging aangepast en verlengd t.e.m. 2019. Deze overeenkomst werd goedgekeurd door alle gemeente‐ en OCMW‐raden (zie bijlage …..) 11 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Met de goedkeuring van de aangepaste samenwerkingsovereenkomst hebben de betrokken lokale besturen expliciet te kennen gegeven om ook in de toekomst verder te willen samenwerken op het vlak van lokaal woonbeleid. De uitgangspunten van deze samenwerking blijven ongewijzigd zoals ze reeds eind 2003 werden uitgeschreven: - De dienstverlening aan de burger moet in de gemeente zelf kunnen aangeboden worden. Bewoners mogen zich wenden tot alle loketten (in elke participerende gemeente), maar het is alvast de bedoeling dat men in de gemeente zelf terecht kan. - Behoud van de gemeentelijke autonomie in beslissingen. Het project staat in voor het beleidsvoorbereidend werk (faciliteren van een aantal processen), en voor de beleidsuitvoering. Beslissingen omtrent concrete maatregelen, nieuwe reglementen, …. blijven uiteraard bij die instanties die hier wettelijk voor bevoegd zijn (burgemeester, schepencollege, gemeenteraad, OCMW‐raad, …). - Evenwichtige en financieel haalbare inbreng van gemeenten. Er zijn financiële afspraken gemaakt met alle gemeenten en OCMW’s die rekening houden met de schaal van de gemeente, en vooral met de aangeboden dienstverlening (het criterium “aantal bewoners” werd hier slechts in beperkte mate in rekening gebracht). Concreet wordt qua inzet van “manuren” een zelfde dienstverlening voorzien in Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke, en – gezien het veel groter aantal inwoners – logischerwijze de inzet van een ruimer aantal “manuren” in Izegem. Dit resulteerde in dezelfde financiële inbreng van de gemeenten Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke, en verhoudingsgewijs een ruimere financiële inbreng van gemeente en OCMW Izegem. - Actieve samenwerking met bestaande huisvestingsactoren. Het is uiteraard niet de bedoeling om opdrachten uit te voeren waar andere actoren reeds voor instaan. Er zal dan ook nauw samengewerkt worden met deze actoren, inzonderheid met de sociale woonorganisaties, maar ook met erkende huurdiensten, welzijnsdiensten; …. enz. Afstemming van de verschillende initiatieven gebeurt via het lokaal woonoverleg. Uitgaande van deze algemene doelstellingen en uitgangspunten wordt in alle gemeenten gestreefd naar een integrale aanpak van het lokaal woonbeleid, waarbij alle facetten waarvoor het lokaal bestuur (= gemeente en OCMW) bevoegd is maximaal aan bod kunnen komen. De doelstellingen en activiteiten vermeld in het Besluit van de Vlaamse regering houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid d.d. 29/01/2007 (en latere wijzigingen) sluiten hier nauw bij aan. Alle doelstellingen vermeld in artikel 6 het BVR komen aan bod in dit project. Volledig in de lijn van de vorige subsidieperiode wordt heel veel aandacht besteed aan beleidsmatige activiteiten (beleidsvisie ontwikkelen en organiseren van lokaal woonoverleg), klantgerichte dienstverlening en een doorgedreven kwaliteitsbeleid. Sinds 2010 is er door de invoering van het grond‐ en pandendecreet nog een belangrijke beleidsprioriteit bij gekomen, nl. aan actief grond‐ en pandenbeleid voeren met het oog op betaalbaar wonen. Voor de klantgerichte dienstverlening staat het woonwinkelmodel centraal. Hierbij wordt aandacht besteed aan dienstverlening aan alle inwoners van de betrokken gemeenten, maar wordt een bijzonder accent gelegd op hulp‐ en dienstverlening aan mensen in een kwetsbare woonsituatie. Het project beoogt bij uitstek nauwe samenwerking tussen diverse actoren, zowel intra‐ als intergemeentelijk. Dit is dan ook de rode draad doorheen alle activiteiten:
Intragemeentelijk: Er is permanente betrokkenheid en uitwisseling tussen gemeenten en OCMW, alsook tussen gemeente/OCMW en de projectuitvoerder (HRI). Dit uit zich in tal van zaken, o.m.: - Lokaal woonoverleg: de 3 genoemde instanties zijn vaste leden van het lokaal woonoverleg. Voor gemeente en OCMW zijn dit zowel politiek als ambtelijk verantwoordelijken – de 12
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
wisselwerking tussen projectuitvoerder HRI enerzijds en gemeenten en OCMW anderzijds moet zowel op niveau van de politiek gebeuren als met de ambtenaren. - Concrete dossiers worden frequent besproken via ad‐hoc overleg tussen de 3 partners. We gaan hier eveneens uit van de betrokkenheid van politiek én ambtelijk verantwoordelijken van gemeenten en OCMW. Afhankelijk van het te bespreken onderwerp wordt bekeken wie bij dit overleg moet betrokken worden, maar doorgaans zijn de schepen bevoegd voor wonen, in de meeste gevallen de secretaris, en de stedenbouwkundig ambtenaar hier bij betrokken. Anderen (zoals financieel beheerder, hoofd sociale dienst OCMW, ….) worden op agenda betrokken. - Systematisch overleg tussen HRI en de sociale diensten van de OCMW’s. Een medewerker van HRI is minstens maandelijks aanwezig op het overleg van de sociale dienst. Tussendoor is er natuurlijk nog veel contact via o.m. telefoon en mailverkeer. Intergemeentelijk: Gemeenten inspireren en stimuleren elkaar, o.m.: - via HRI, die zorgt voor dwarsverbindingen tussen de diverse initiatieven van de gemeenten: interessante beleidsvoorstellen of ervaringen van de ene gemeente kunnen doorgegeven worden aan andere gemeenten (op die manier moet niet telkens weer het “warm water” uitgevonden worden). - via (thematisch) regionaal overleg: waar het efficiënter is om gezamenlijke reglementering of maatregelen te nemen, wordt regionaal overleg opgestart. Telkens wordt bekeken welke personen (zowel politiek als ambtelijk) hierbij moeten betrokken worden, teneinde zo efficiënt mogelijk te werken.
6.2.
BESCHRIJVING VAN DE ACTIVITEITEN
Dit dossier bouwt uiteraard verder op de vorige subsidieperiode. De verschillende activiteiten werden ingedeeld conform de bepalingen in het subsidiebesluit. Gezien de intergemeentelijke samenwerking reeds meer dan 10 jaar loopt, en gezien de grote lijnen van de werking steeds geënt werden op de opdrachten uit de Vlaamse Wooncode en het decreet grond‐ en pandenbeleid (= grosso modo de verplichte activiteiten vermeld in het subsidiebesluit), is het logisch dat het niet steeds om nieuwe activiteiten gaat, maar dikwijls ook het verder zetten van de werkzaamheden die reeds tijdens de vorige periodes werden ingezet. Het uitgangspunt is het voeren van een woonbeleid dat op een geïntegreerde manier inspeelt op de concrete noden van bewoners. Het is van bij de aanvang (in 2004) de bedoeling geweest om een woonbeleid te ontwikkelen dat zich richt tot alle bewoners in het algemeen, en op de meest behoeftigen in het bijzonder. Het was duidelijk dat de werkwijze vóór de start van de intergemeentelijke samenwerking niet altijd een gericht antwoord bood op die concrete noden. In 2004 werd dan ook gekozen voor een meer geïntegreerde en vernieuwende aanpak: de woonwinkelmethodiek werd ingevoerd en concreet gemaakt inzake kwaliteit werd uitgegaan van een 3‐sporenbeleid (normeren – stimuleren – sanctioneren), er werd een uitgebreide OO‐procedure uitgewerkt (waarbij ook veel aandacht wordt besteed aan een vooronderzoek, intensieve begeleiding van zowel huurders als eigenaars, vroegtijdige aandacht voor eventuele herhuisvesting van de huurders, … enz), met de zgn. ‘sociaal‐technische tandem’, …. er werd waar nodig gestart met experimenten die een beter antwoord moesten bieden aan specifieke problemen of noden, zoals de samenwerking met het Vredegerecht in het kader van vroegtijdige begeleiding bij procedures gerechtelijke uithuiszetting, het project proefwonen met oog op een betere begeleiding van sociale huurders, het project energiewerker, het opstarten van een overleg omtrent overbewoning van vnl. seizoensarbeiders, …. Enz. 13 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
De resultaten van de afgelopen jaren hebben aangetoond dat deze aanpak zijn vruchten afwerpt (zie ook vorige jaarverslagen). De noden blijven echter hoog, veel bewoners blijven beroep doen op deze diensverlening. Woonbeleid regio Izegem wil dan ook in de komende jaren op die lijn verder werken. Toch zijn er ook een aantal nieuwe of andere accenten gelegd voor de komende subsidieperiode: Bij de verplichte activiteiten wordt o.m. rekening gehouden met: De timing waarop deze subsidieaanvraag betrekking heeft. In grote lijnen komt dit neer op het tweede deel van de huidige gemeentelijke legislatuur. Zo wordt er bvb. voor activiteit 1 (beleidsvisie) een tussentijdse evaluatie voorzien van de beleidsvisie die in het begin van de legislatuur werd uitgewerkt. Eventueel gewijzigde regelgeving. Zo wordt bij activiteit 4 (woningkwaliteit) rekening gehouden met de beleidsintenties van de huidige minister (bvb. op het vlak van heffing OO of verwaarlozing). Hetzelfde geldt voor activiteit 5 (grond‐ en pandenbeleid) met o.m. het wegvallen van de sociale last, het nieuw kader voor sociale koopwoningen, …. Concrete ervaringen en bevindingen uit onze praktijk. Waar mogelijk kan nog verdiepend gewerkt worden of worden enkele bijsturingen voorzien, zoals o.m. actualisatie van het concept en de methodiek voor de Woonwinkelwerking actiever betrekken van een aantal partners bij specifieke acties (informatie ambtenaren voor sensibiliseringsacties, omvormen huidige ‘begeleidingscommissie’ tot een ‘Overleggroep Wonen – Welzijn’, …) verspreiden van goede praktijken zoals o.m. samenwerking met vredegerecht, proefwonen, project energiewerker, overlegorgaan ‘overbewoning’, … De twee facultatieve activiteiten worden anders ingevuld: Facultatieve activiteit 6 uit de vorige subsidieperiode (begeleiding sociale huurder) wordt verbreed: Er zal in de toekomst meer nadruk gelegd worden op de link tussen “wonen” en “ welzijn”. In het kader van de regierol van de gemeenten zal het samenwerkingsverband hieromtrent een aantal initiatieven op mekaar proberen afstemmen (intergemeentelijk toewijzingsreglement proefwonen, samenwerking met CAW’s, …..) De concrete begeleiding van de sociale huurder blijft wel voorzien. De vorige facultatieve activiteit 7 (levenslang en aanpasbaar wonen stimuleren en ondersteunen) wordt geïntegreerd in activiteit 3 – basisinfo over specifieke premies i.f.v. levenslang wonen en optionele actie sensibilisering. Er wordt een nieuwe facultatieve activiteit 7 voorzien, nl. het nemen van initiatieven m.b.t. rationeel energiegebruik, met bijzondere aandacht voor ondersteuning van huurders met oog op een meer verantwoord energieverbruik Er wordt waar mogelijk gestreefd naar een uniforme aanpak in de verschillende gemeenten, maar tegelijkertijd wordt rekening gehouden met de specifieke accenten die elke gemeente wil leggen in het woonbeleid. In het verleden werd deze werkwijze ook toegepast; een mooi voorbeeld hiervan is het gemeentelijk premiebeleid, waar de praktijk in de ene gemeente inspirerend was voor een andere gemeente; telkens wordt evenwel rekening gehouden met eigen gemeentelijke accenten. Volgende punten worden telkens per activiteit beschreven: Korte situering Stand van zaken voorjaar 2015 Beschrijving van de manier waarop de activiteiten zullen worden uitgevoerd. Heel wat activiteiten kunnen nu reeds concreet gemaakt worden. Maar er wordt tevens voor geopteerd om een voldoende dynamische werking te garanderen teneinde tijdens de projectperiode soepel te kunnen inspelen op nieuwe noden of ontwikkelingen, aangepaste regelgeving of andere 14 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
inzichten van de besturen, plaatselijke dynamiek, initiatieven of voorstellen van bepaalde actoren die voldoende rijp geacht worden om aan te pakken, …. enz. Om die reden wordt niet alles tot in detail in het dossier geconcretiseerd. De jaarrapporten zullen dan wel in detail aangeven welke concrete initiatieven werden ontwikkeld (zie ook vorige jaarverslagen). Desgevallend vermelding van bijzondere accenten in de komende subsidieperiode De personeelsinzet voor uitvoering van de activiteiten Omschrijving van de meetindicatoren Er werd een werkkader uitgewerkt voor het meten van de resultaten en de effectiviteit van de diverse acties. Dit moet de subsidiërende overheid, de betrokken diensten en de politiek verantwoordelijken toelaten om jaarlijks het effect van het beleid te kunnen nagaan. Er wordt hierbij een onderscheid gemaakt tussen prestatie‐indicatoren en effect‐indicatoren: - Teneinde tegemoet te komen aan de vragen van de subsidiërende overheden worden de prestatie‐indicatoren per activiteit concreet en meetbaar gemaakt (indicator met vermelding “P”). Voor het bepalen van de indicatoren voor de komende drie werkingsjaren, wordt – voor zover van toepassing uiteraard – rekening gehouden met de behaalde resultaten tijdens de vorige subsidieperiode. - Tevens werden – waar mogelijk – een aantal effect‐indicatoren opgenomen (indicator met vermelding “E”). Op die manier moet kunnen nagegaan worden wat het effect is van de diverse acties. Deze effectmeting moet een bijkomende dimensie geven aan de beoordeling van het project. Deze meting zal jaarlijks verwerkt worden in een voortgangsrapport voorzien van de nodige toelichting. Effectmeting dient immers met meerdere elementen rekening te houden dan enkel de acties die vanuit het lokale beleid ingezet worden. In vele gevallen kunnen andere omgevingsfactoren eveneens een (min of meer) bepalende rol spelen, waar men als lokale overheid niet altijd vat op heeft. Voor de registratie van de verschillende activiteiten werd een specifiek programma ontwikkeld. Daarnaast worden de sjablonen gebruikt die afgesproken werden met Wonen Vlaanderen (inzonderheid voor de activiteiten 1 en 2). In dit beschrijvend overzicht geven we een overzicht van de gehanteerde meetindicatoren en – waar nodig – enige toelichting over doel en werkwijze. Onder punt 6.3. zijn de meetindicatoren en de beoogde resultaten schematisch weergegeven.
VERPLICHTE ACTIVITEITEN 1°/ Het begeleiden en ondersteunen van de deelnemende gemeenten bij de ontwikkeling van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen Korte situering De Vlaamse overheid wil de gemeenten stimuleren om een lokaal woonbeleid te voeren, dat gesteund is op een goede planning en vertrekt vanuit de principes die in de Vlaamse Wooncode ingeschreven zijn. De Wooncode geeft aan de gemeenten de rol van coördinator van alle huisvestingsinitiatieven op hun grondgebied. Er wordt gewerkt aan een globale visie ontwikkeling m.b.t. wonen in de gemeente. Hierbij wordt eveneens rekening gehouden met de meerjarenplanning die de gemeenten hebben opgesteld in het kader van hun BBC‐verplichting. 15 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Stand van zaken In de afgelopen jaren is er in de gemeenten van de regio Izegem reeds werk gemaakt van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen. Deze visie zit meestal vervat in een beleidsplan, waarin op basis van een omgevingsanalyse en een SWOT‐analyse een aantal beleidsopties voor de toekomst geformuleerd worden. Drie van de vijf gemeenten hadden reeds in de vorige legislatuur (2007 – 2012) met ondersteuning vanuit het intergemeentelijk samenwerkingsverband een woonplan uitgewerkt (Izegem, Ledegem en Wielsbeke). De vorige subsidieperiode (1.10.2012 – 30.09.2015) viel grotendeels gelijk met de start van een nieuwe legislatuur. In elke gemeente werd werk gemaakt van een actualisatie van de beleidsvisie wonen (Izegem, Ledegem, Wielsbeke) of de opmaak ervan (Ingelmunster, Oostrozebeke). Deze beleidsvisie werd tevens goedgekeurd door de gemeenteraden: - Izegem: 02/12/2013 - Ingelmunster: 18/02/2014 - Ledegem: 13/02/2014 - Oostrozebeke: 03/04/2014 - Wielsbeke: 22/05/2014 In elke gemeente vervulde de Huisvestingsdienst telkens een ondersteunende en begeleidende rol, o.m. voor opmaak van een discussienota (w.o. het verzamelen van cijfergegevens) en ondersteuning bij de bespreking in het lokaal woonoverleg. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren: - De opties die in de beleidsvisie zijn opgenomen zullen worden uitgewerkt, opgevolgd en uitgevoerd. De beleidsaccenten voor de periode 2014 – 2019 bouwen in elke gemeente verder op de initiatieven die reeds lopen en goede resultaten opleveren. Toch worden voor deze legislatuur telkens ook enkele bijzondere accenten gelegd, die inspelen op de vaststellingen die in de nota vermeld staan, en tevens een antwoord willen bieden op concrete noden op het terrein. In 2013 en vooral 2014 werden reeds een aantal beleidsopties opgevolgd, maar het is uiteraard de bedoeling om dit de volgende jaren verder te zetten. De belangrijkste accenten die in de beleidsvisies werden opgenomen zijn: Voor alle gemeenten: Klantgerichte dienstverlening: Verder zetten Woonwinkelwerking zoals beschreven in activiteit 3 Ondersteuning (sociale) huurders en kwetsbare met het oog op een meer verantwoord energieverbruik (cfr. activiteit 7) Kwaliteitsbeleid (zie ook activiteit 4) Verder zetten actief 3‐sporenbeleid (normeren – stimuleren – sanctioneren) Doelgericht premiebeleid Stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit (m.u.v. Oostrozebeke) Toepassen procedures OO en verwaarlozing + voorzien van een gemeentelijk heffingsreglement Grond‐ en pandenbeleid (zie ook activiteit 5) Up‐to‐date houden register onbebouwde percelen Leegstandsbestrijding via actieve inventarisatie en eigen heffingsreglement Realisatie nieuwe sociale huisvestingsprojecten met oog op het behalen van het BSO
16 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Ondersteuning Sociaal Verhuurkantoor en bijhorende renovatie‐ en onderhoudsploeg (tevens werkervaringsproject) Woonprojecten specifieke doelgroepen: crisisopvang, levenslang wonen Specifieke accenten per gemeente: Izegem: Evaluatie premiebeleid in 2016 (werkingsjaar 8) Stimuleren woonprojecten die inbreidingsgericht en kernversterkend zijn, en tevens oog hebben voor de kwaliteit van de woonomgeving (wordt via Visie 2030 voorzien – cfr. infra) Opvolgen uitvoering actieprogramma (semi‐)publieke gronden (werkingsjaren 7‐8‐9) Tussentijdse evaluatie lokaal toewijzingsreglement voor ouderen (werkingsjaar 8) Ingelmunster: Strikte opvolging van niet‐conforme woningen en minderwaardige woonsituaties (vnl. in het kader van seizoensarbeid) – werkingsjaren 7 – 8 – 9 Actualisatie toetsingskader woonontwikkelingen (werkingsjaar 7 – 8) Sociale huisvesting: opvolgen uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente en de SHM De Mandelbeek met oog op het behalen van het BSO. Opvolgen uitvoering actieprogramma (semi‐)publieke gronden (werkingsjaren 7 – 8 – 9) Ledegem: Invoeren van een stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit (werkingsjaar 7) Oostrozebeke: Evaluatie premiebeleid (werkingsjaar 7) Actualiseren register onbebouwde percelen; onderzoek naar noodzaak van een activeringsheffing (werkingsjaar 7) Stimuleren woonprojecten (via de RUP’s De krinkel en Olieberg– cf. infra) Wielsbeke: Coördinatie van gemeentelijke initiatieven m.b.t. energie (werkingsjaar 7) Invoeren verbeteringspremie voor eigenaars‐verhuurders die hun woning na renovatie aan het SVK zullen verhuren (werkingsjaar 7) Globale evaluatie premiebeleid (werkingsjaar 8) Stimuleren woonprojecten die kernversterkend zijn en tevens oog hebben voor de kwaliteit van de woonomgeving (via de RUP’s Centrum en Den Aert – cf. infra) Tussentijdse evaluatie lokaal toewijzingsreglement (werkingsjaar 8) Zoals vermeld is het echter de bedoeling om waar nodig ook flexibel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen of aangepaste regelgeving. Het is dus best mogelijk dat er in de loop van de 3 werkingsjaren nog bijkomende acties voorzien worden (eventueel ook na de tussentijdse evaluatie van de beleidsvisie). In de jaarrapporten zal dit gedetailleerd toegelicht worden aan de hand van een vast sjabloon (zie in bijlage ……. voorbeeld voor de gemeente Ingelmunster) Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode: - De beleidsvisie wonen is opgevat als een document dat geldig is voor de volledige legislatuur (+ 1 jaar). Niettemin is het wenselijk om tussentijds een stand van zaken op te maken en te bekijken of de beleidsvisie moet aangevuld of bijgestuurd worden. In de loop van 2016 zal die tussentijdse evaluatie voorzien worden. Dit zal voorbereid worden met de vertegenwoordigers van het lokaal bestuur en besproken worden op het lokaal woonoverleg. Hierbij zal rekening gehouden worden met de evaluatie van de maatregelen en activiteiten die voorzien waren, eventuele bijkomende accenten die de lokale besturen willen 17 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
leggen, en gewijzigde regelgeving. - Waar mogelijk zal er ook een koppeling gemaakt worden met de ruimtelijke (lange termijn)visie op het vlak van wonen waar in bepaalde gemeenten aan wordt gewerkt: De stad Izegem heeft recent het project Visie 2030 opgestart. Met dit project wil de stad een toekomstvisie uittekenen voor het hele Izegemse grondgebied. Vandaag behoort Izegem tot het ‘regionaal stedelijk gebied Roeselare’. De stad staat voor een aantal grote uitdagingen. Heel wat nieuwe stedelijke ontwikkelingen staan in de steigers en sommige sites zullen op relatief korte termijn komen vrij te staan (zoals o.m. de ‘site Strobbe’ ‐ een groot bedrijf dat pal in het centrum gelegen is, de stationsomgeving, ….). Logischerwijze moet de beleidsvisie wonen ingepast worden in dit masterplan. De projectcoördinator en een medewerker van HRI zijn betrokken bij het participatieproject dat recent werd gestart. Voorts zullen de specifieke aspecten m.b.t. wonen ook teruggekoppeld worden naar het lokaal woonoverleg. De gemeente Ingelmunster heeft in 2011 een ‘Toetsingskader voor woonontwikkelingen’ opgesteld. Dit document biedt een kader met na te streven criteria die door het gemeentebestuur gehanteerd worden bij de beoordeling van nieuwe woonontwikkelingen. Naast een algemeen toetsingskader werd voor de nog te ontwikkelen gebieden een fiche opgemaakt met de voornaamste aandachtspunten zodat het voor kandidaat‐ontwikkelaars duidelijk is met welke elementen ze rekening moeten houden. In de beleidsvisie wonen wordt een actualisatie van dit toetsingskader voorzien. Voorts is een belangrijk nieuw RUP site Brouwerij voorzien in de planning. In het centrum van Ingelmunster komt een voormalige brouwerij vrij. Deze site is gezien de ligging van groot strategisch belang. Er zal een ruimtelijk uitvoeringsplan opgesteld worden voor de toekomstige invulling van de site, waarbij wonen, maar ook andere functies ruim aan bod kunnen komen. De gemeente Ledegem is momenteel bezig met de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. De nadruk zal hierin eerder gelegd worden op inbreiding van het bestaande woongebied i.p.v. uitbreiding van dit woongebied. Om deze visie kracht bij te zetten, werden recentelijk een aantal ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt: RUP Centrum Noord (gedeelte van Ledegem), RUP Dorpskern Sint‐Eloois‐Winkel en RUP Centrum Rollegem‐Kapelle. Het oostelijk deel van Ledegem zal nog in een RUP gegoten worden. In de gemeente Oostrozebeke wordt eveneens gewerkt aan twee belangrijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, RUP De Krinkel en RUP Olieberg, met het oog op de realisatie van bijkomende woonprojecten. In de gemeente Wielsbeke wordt eveneens gewerkt aan 2 belangrijke ruimtelijke uitvoeringsplannen met het oog op realisatie van bijkomende woonprojecten: GRUP Centrum en GRUP Hernieuwenburg. Tevens is er binnen het nieuw goedgekeurd GRUP Den Aert een belangrijk reconversieproject (oude roterijsite SBV) Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator (0,25 VE): staat in voor het overleg met de bevoegde instanties, de ondersteunende en begeleidende rol bij de uitwerking van de beleidsvisie. - Woonbegeleider (0,10 VE): op vraag van de projectcoördinator kan een woonbegeleider ingeschakeld worden voor bepaalde deelaspecten van de uit te werken beleidsvisie.
18 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Meetindicatoren: P.1°/1: De beleidsvisie op het vlak van wonen wordt opgevolgd en uitgevoerd in Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke. Databron: Werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.1°./2: De uitgewerkte beleidsvisie inzake wonen wordt tussentijds geëvalueerd en zo nodig aangevuld of bijgestuurd in Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke. Databron: Werkingsverslag Beoogd resultaat: bekrachtiging beleidsvisie door de gemeenteraad P.2°/1: Het premiebeleid in Izegem wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: nota evaluatie, zo nodig beslissing(en) gemeenteraad P.2°/2: Het actieprogramma in Izegem wordt opgevolgd en uitgevoerd Databron: verslagen LWO Beoogd resultaat: realisatie project Ommegangstraat, aanzet tot realisatie project Kokelarestraat P.2°/3: Het lokaal toewijzingsreglement voor ouderen in Izegem wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: nota evaluatie, zo nodig beslissing(en) gemeenteraad P.3°/1: Niet‐conforme woonvormen en minderwaardige woonsituaties in het kader van seizoensarbeid in Ingelmunster worden strikt opgevolgd Databron: werkingsverslag en cijfergegevens overleg overbewoning Beoogd resultaat: daling van het aantal niet‐conforme woonvormen en minderwaardige woonsituaties in het kader van seizoensarbeid P.3°/2: Het toetsingskader voor nieuwe woonontwikkelingen in Ingelmunster wordt geactualiseerd Databron: verslagen LWO + toetsingskader Beoogd resultaat: goedkeuring geactualiseerd toetsingskader door de gemeenteraad P.3°/3: Het actieprogramma in Ingelmunster wordt opgevolgd en uitgevoerd Databron: verslagen LWO Beoogd resultaat: aanzet tot realisatie project op de gronden van het OCMW P.3°/4: De overeenkomst tussen de gemeente en SHM De Mandelbeek met het oog op het behalen van het BSO wordt opgevolgd en uitgevoerd. Databron: verslagen LWO Beoogd resultaat: uitvoering van de acties die in de overeenkomst zijn opgenomen
19 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
P.4°/1: Er wordt een stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit ingevoerd in Ledegem Databron: verslagen LWO, Verordening Beoogd resultaat: invoering verordening, goedkeuring door de gemeenteraad en Bestendige Deputatie P.5°/1: Het premiebeleid in Oostrozebeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: nota evaluatie, zo nodig beslissing(en) gemeenteraad P.6°/1: De gemeentelijke initiatieven inzake energie in Wielsbeke worden gecoördineerd Databron: verslag LWO Beoogd resultaat: folder met info over dienstverlening energie, werkafspraken tussen de verschillende diensten P.6°/2: Het premiebeleid in Wielsbeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: nota evaluatie, zo nodig beslissing(en) gemeenteraad P.6°/3: Het lokaal toewijzingsreglement voor ouderen in Wielsbeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: nota evaluatie, zo nodig beslissing(en) gemeenteraad
2°/ Het faciliteren van het woonoverleg met alle lokale woonactoren Korte situering Artikel 28 van de Vlaamse Wooncode bepaalt dat de gemeenten er zorg voor dragen dat de woonprojecten en individuele verrichtingen van de sociale woonorganisaties, het OCMW of haarzelf in het belang van de bewoners op elkaar worden afgestemd. De gemeenten zien er op toe dat de sociale woonorganisaties zoveel mogelijk onderling overleg plegen. Het zwaartepunt van het overleg ligt dan ook op het lokaal woonoverleg. Daar zijn verschillende goede redenen voor: - Er dient rekening te worden gehouden met de gemeentelijke autonomie. De gemeente is regisseur van het woonbeleid. Dit gebeurt in nauw overleg met de direct betrokken actoren, maar uiteindelijk heeft het lokaal woonoverleg een adviserende bevoegdheid t.a.v. de verschillende actoren. Wanneer beleidsbeslissingen moeten genomen worden, zullen die moeten voorgelegd worden aan de bevoegde instanties (schepencollege, gemeenteraad, OCMW, SHM, …). - Er wordt geopteerd voor een overleg met een relatief beperkte samenstelling. De meest direct betrokken actoren zijn vaste leden (gemeente en OCMW – zowel politiek als ambtelijk –, SHM, Wonen Vlaanderen, evt. welzijnswerk). Naargelang de agenda kunnen ook andere actoren uitgenodigd worden. Op die manier kan efficiënt gewerkt worden. Naargelang de gemeente zijn dat uiteraard telkens andere leden. - De agenda behandelt voornamelijk lokaal gebonden agendapunten. Toch kan het voor bepaalde aspecten aangewezen zijn om een regionaal overleg te voorzien. Soms is het beter zijn om te streven naar een uniforme aanpak (bvb. bij de leegstandsreglementering). In andere gevallen is het nuttig om de krachten te bundelen voor een gezamenlijke activiteit (bvb. 20 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
proefwonen, energiewerker, ….). De sterkte van het samenwerkingsverband maakt het mogelijk om op een relatief vlotte manier een regionale bundeling of afstemming van acties te realiseren. Stand van zaken In 2004 werd het woonoverleg opgestart in Izegem, Ingelmunster, Ledegem en Oostrozebeke. Sinds 2009 is hetzelfde voorzien in Wielsbeke. Er is doorgaans vergaderfrequentie van 4 vergaderingen in Izegem, en 2 in de andere gemeenten, maar er kunnen bijkomende vergaderingen belegd worden naargelang noodwendigheid. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren Het is de bedoeling om het bestaande lokaal woonoverleg ook de komende jaren verder te zetten. De acties die vermeld worden in het subsidiebesluit zullen uiteraard ook aan bod komen: a) De realisatie van sociale woonprojecten op gemeentelijk grondgebied en vooral de afstemming van de woonprojecten en individuele verrichtingen van de sociale woonorganisaties, het OCMW en de gemeente zelf. b) De programmatie van sociale woningbouw, in het bijzonder de geplande verrichtingen i.f.v. aanmelding vermeld in art. 6 van het Procedurebesluit Wonen. c) De opvolging van het bindend sociaal objectief sociale woningen (BSO) , waaronder het objectief sociale huurwoningen, het provinciaal objectief sociale koopwoningen en sociale kavels, zoals bepaald in art. 4.15. en 4.1.6. van het decreet Grond‐ en Pandenbeleid van 27.03.2009 en het gemeentelijk actieprogramma, zoals bepaald in artikel 4.1.7. van het decreet Grond – en Pandenbeleid. De punten a), b) en c) zijn vaste agendapunten van elk woonoverleg. Er wordt gewerkt aan de hand van een opvolgschema (zie voorbeeld in bijlage …..) waarin alle initiatieven van de sociale woonactoren vermeld staan en de stand van zaken in het dossier. Projecten die desgevallend kaderen in het gemeentelijk actieprogramma voor (semi)publieke gronden worden ook in het schema opgenomen. Op die manier kan de evolutie voor het bereiken van het BSO koop‐ en huurwoningen en voor sociale kavels periodiek opgevolgd worden. De gemeente Ingelmunster werd bij de voortgangstoets 2012 ondergebracht in de lijst van de zgn. 2b‐ gemeenten. In opvolging daarvan werd werk gemaakt van een overeenkomst tussen de gemeente en de SHM De Mandelbeek om de realisatie van nieuwe projecten te versnellen. Daarnaast wordt actief gewerkt aan de uitvoering van het actieprogramma in Ingelmunster (gronden OCMW) en heeft de gemeente extra steun voorzien voor het Sociaal Verhuurkantoor, waardoor het SVK in staat is om een substantieel aanbod woningen in huur te nemen. Dit alles maakt dat de gemeente Ingelmunster stilaan op niveau komt van de andere gemeenten. Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode: De opvolging van het BSO vraagt extra aandacht in de komende periode:
De datum voor het behalen van het BSO voor de huurwoningen werd recent verdaagd naar 2025. De afgelopen jaren hebben de SHM’s in overleg met de gemeenten nochtans meerdere projecten opgestart die er voor zorgen dat men voor het BSO huur ruimschoots op schema zit. Ook het Sociaal Verhuurkantoor levert een belangrijke bijdrage voor het bereiken van het BSO huur. Normaal gezien zal dit objectief vóór de vooropgestelde termijn behaald worden. 21 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
In Ingelmunster zal dit wellicht wat later zijn dan in de andere gemeenten, maar normaal gezien ook zonder problemen vóór 2025. Er werd hiervoor een specifieke overeenkomst afgesloten tussen de gemeente en SHM De Mandelbeek. Voorts levert het SVK in deze gemeente een extra inspanning. Aangezien het BSO huur normaal gezien vóór 2025 zal behaald worden, zal binnen de schoot van het lokaal woonoverleg tijdig moeten bekeken worden of er werk moet gemaakt worden van een sociaal woonbeleidsconvenant. Het behalen van het BSO voor de koopwoningen ligt een stuk moeilijker voor de lokale besturen en de SHM’s. De afgelopen jaren was er een sterke dynamiek ontstaan voor nieuwe projecten sociale koop (al dan niet in gemengde projecten met sociale huurwoningen, of op grotere private woonprojecten in het kader van de sociale last). Het wegvallen van de sociale last en de schrapping van subsidies voor sociale koopwoningen hebben op korte termijn al een aantal geplande projecten doen sneuvelen. In deze context is het behalen van het BSO tegen 2020 quasi onhaalbaar. De gemeenten blijven echter voorstander om ook sociale koopwoningen te realiseren. Waar mogelijk zal ingespeeld worden op nieuwe mogelijkheden die op dat vlak door de Vlaamse overheid aangereikt worden. Optionele acties: d) Voor zover gewenst door de gemeente kan ‐ na overleg met de betrokken actoren ‐ eventueel werk gemaakt worden van een gemeentelijk toewijzingsreglement, als vermeld in art. 95,§1 van de VWC. In 2 van de 5 gemeenten van het werkingsgebied is er een lokaal toewijzingsreglement van kracht voor ouderen (Izegem en Wielsbeke). Daarnaast zal er in 2015 normaal gezien in alle 5 gemeenten een lokaal toewijzingsreglement proefwonen ingevoerd worden, als uitloper van het experimenteel project ‘wonen‐welzijn’ dat in de periode 2011 – 2015 met positief resultaat uitgevoerd werd (in de regio Midden West‐Vlaanderen, waar regio Izegem deel van uitmaakt). Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode Er wordt een tussentijdse evaluatie voorzien van de lopende lokale toewijzingsreglementen. Voor proefwonen zal dit eerder naar het einde van de subsidieperiode zijn, aangezien dit reglement ten vroegste vanaf september 2015 van kracht wordt. e) Het lokaal woonoverleg vormt eveneens het ideale forum om de verschillende prioriteiten die beleidsvisie opgenomen zijn te bespreken en verder op te volgen (cfr. supra onder activiteit 1). Werkwijze: De Huisvestingsdienst Regio Izegem staat in voor de organisatie en het secretariaat van het lokaal woonoverleg. Het vastleggen van de globale planning van het woonoverleg en de concrete agenda van de vergaderingen gebeurt in nauwe samenspraak met de schepen van huisvesting en de stedenbouwkundig ambtenaar (zo nodig aangevuld met andere sleutelfiguren binnen gemeente en/of OCMW, zoals voorzitter OCMW of gemeente‐ of OCMW‐secretaris) Concreet zal het lokaal woonoverleg op volgende manier georganiseerd worden: - Lokaal woonoverleg: o.l.v. de schepen van huisvesting. Samenstelling: de meest direct betrokken actoren die inzake huisvesting actief zijn in de gemeente (gemeente, OCMW, SHM, SVK, 22 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
Woonwinkel,…). Wonen‐Vlaanderen wordt eveneens systematisch uitgenodigd voor het woonoverleg. Zo nodig afzonderlijke bijeenkomsten voor opvolging en voorbereiding van het lokaal woonoverleg. Het kan aangewezen zijn om tussentijds met een beperkte groep (bvb. schepen van huisvesting, gemeentelijke ambtenaren, politiek en ambtelijk verantwoordelijken van het OCMW en/of de SHM’s) samen te zitten om een aantal concrete zaken voor te bereiden of op te volgen.
Aanvullend voorzien we volgende acties die het lokaal woonoverleg moeten versterken: f) Regionaal overleg organiseren naargelang noodwendigheid, en volgens formules op maat Werkwijze: Waar mogelijk of noodzakelijk zullen inhoudelijke dwarsverbindingen tot stand gebracht worden tussen de verschillende gemeenten. In het verleden is al meermaals gebleken dat gemeenten elkaar inspireren en stimuleren. Goede en interessante beleidsmaatregelen die in de ene gemeente ingevoerd worden, kunnen ter inspiratie aan bod komen in de andere gemeente. De keuze van thema’s voor de organisatie van regionaal overleg worden niet op voorhand vastgelegd. Dit is afhankelijk van evoluties op het terrein. Wanneer duidelijk is dat het voor een bepaald thema aangewezen is om regionaal overleg te organiseren, eerder dan een bepaald aspect lokaal aan te pakken, wordt dergelijk overleg georganiseerd. De samenstelling en de vergaderfrequentie van zo’n overleggroep is ook telkens afhankelijk van het specifieke thema. Deze werkwijze werd in het verleden ook reeds gehanteerd, met positieve resultaten, bvb.: Uitwerken, evalueren en bijsturen van een heffingsreglement leegstand. In de gemeenten van het samenwerkingsverband wordt er voor geopteerd om een uniform heffingsreglement in te voeren. Het was dan ook zinvol om het opstellen van zo’n reglement, alsook eventuele bijsturingen via regionaal overleg te regelen. Betrokkenen zijn in dat geval bevoegde schepenen, secretarissen, financieel beheerders, … Uitwerken van een nieuw initiatief m.b.t. ondersteuning van sociale en private huurders met oog op een meer verantwoord energieverbruik. Het was snel duidelijk dat krachtenbundeling hiervoor noodzakelijk zou zijn. Om die reden werd dan ook een nieuwe regionale overleggroep opgestart met vnl. afgevaardigden van de OCMW‐sociale diensten, de woonwinkels en de energiesnoeiers. In de komende subsidieperiode zal op dezelfde manier gewerkt worden. De concrete thema’s kunnen nu nog niet vastgelegd worden, deze zijn afhankelijk van de noden op het terrein of concrete vragen vanuit de gemeenten die zich in de loop van de werkingsjaren aandienen. Regionaal overleg hoeft ook niet noodzakelijk met alle gemeenten door te gaan. g) Realiseren van netwerkvorming op lokaal en regionaal niveau Werkwijze: Huisvestingsdienst Regio Izegem kiest er bewust voor om zich actief in te schakelen in diverse overlegfora op lokaal, regionaal, provinciaal en Vlaams niveau. Op die manier willen we onze knowhow en praktijkervaring nuttig maken voor andere initiatieven, alsook voor het uitwerken van nieuwe beleidsmaatregelen inzake wonen. Omgekeerd is dit overleg ook nuttig voor vertaling naar de praktijk in de verschillende gemeenten.
23 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: Projectcoördinator (0,25 VE): staat in voor het secretariaat van het lokaal woonoverleg, de coördinatie van het regionaal overleg en de vertegenwoordiging in lokale en regionale fora Woonbegeleider (0,10 VE): is aanwezig op de vergaderingen van het lokaal woonoverleg waar hij/zij instaat voor de woonwinkelwerking; op vraag van de projectcoördinator kan de woonbegeleider tevens afgevaardigd worden naar bepaalde lokale of regionale overlegfora. Meetindicatoren: - P.2°./1: Aantal bijeenkomsten van het lokaal woonoverleg Databron: Verslagen van het lokaal woonoverleg in de verschillende gemeenten + beknopt werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - P.2°/2: Aantal bijeenkomsten van het regionaal woonoverleg Databron: Werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - P.2°/3: Netwerkvorming inzake wonen op lokaal en regionaal niveau Databron: Werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
3°/ Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Korte situering De woonvragen waar bewoners mee geconfronteerd worden, kunnen van diverse aard zijn: vragen m.b.t. aankopen en/of aanpassen van de woning, vragen m.b.t. het huren van een woning, vragen die inspelen op beleidsmaatregelen, … enz. Om het grondwettelijk recht op wonen te kunnen realiseren is het essentieel dat de informatie over al deze vragen op het juiste ogenblik terecht komen bij de juiste persoon, d.w.z. op het ogenblik dat betrokken persoon een concrete vraag heeft. Zo zal men informatie over verbeteringspremies nodig hebben op het ogenblik dat men er aan denkt om zijn woning te renoveren. Burgers moeten dan vooral weten waar ze hiervoor terecht kunnen, én moeten ook telkens correct geïnformeerd worden. Er moeten instrumenten ontwikkeld worden die hiervoor garant staan.
24 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Stand van zaken: De Huisvestingsdienst wil deze activiteit realiseren door het implementeren van het Woonwinkelmodel in elke gemeente. De woonwinkels vormen de “front‐office” van het project. Dit model voorziet in het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten (via loketten in de verschillende gemeenten). Woonvragen hebben dikwijls te maken met een combinatie van sociale aspecten (de bewoners) en technische aspecten (de woning). Specifiek voor dit model is dan ook de zogenaamde “sociaal‐technische tandem” In de afgelopen jaren werden de woonwinkels zo uitgebouwd dat deze dienstverlening in de gemeente aangeboden wordt. Een woonbegeleider (resp. medewerker administratie en loket voor Izegem) staat in voor het verstrekken van de basisinformatie aan de loketten. Waar nodig worden technisch adviseurs ingeschakeld voor bijkomend technisch advies. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren: De woonwinkelwerking wordt ook in de komende jaren verder gezet. Er zal aan de inwoners van de deelnemende gemeenten gestructureerde basisinformatie aangeboden worden over a) gemeentelijke, provinciale, gewestelijke en federale huisvestingsmaatregelen en het respectieve dienstverleningsaanbod b) huuraangelegenheden c) sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen d) rationeel energiegebruik, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie e) meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen, zorgwonen; f) actuele beleidsmaatregelen inzake huisvesting Werkwijze: - Woonwinkel in elke gemeente – er wordt hierbij gezorgd voor een toegankelijk en aantrekkelijk aanbod: De woonwinkel staat op een evenwichtige manier open voor alle types van bewoners (eigenaar‐bewoner, eigenaar‐verhuurder, huurder of thuisloze). Evenwichtig betekent: dat geen enkele bewoner uitgesloten wordt dat er voldoende tijd uitgetrokken worden om prioritaire doelgroepen extra te ondersteunen. Vlotte bereikbaarheid: Izegem: in een gebouw eigendom van de stad, op loopafstand van het stadhuis (in hetzelfde gebouw is ook de Werkwinkel gelegen) Ingelmunster: in het Sociaal Huis Ledegem: in het Sociaal Huis, dat dicht bij het gemeentehuis gelegen is Oostrozebeke: vanaf medio 2015 in het Sociaal Huis Wielsbeke: in het gemeentehuis Klantvriendelijke uren: telkens op een voor‐ en namiddag, eenmaal per week ook buiten de gewone kantooruren (+ in Izegem open op zaterdagvoormiddag). Buiten de zitdaguren kunnen klanten zich ook op afspraak aanmelden. Vaste contactpersoon: de medewerker administratie en loket (Izegem), resp. woonbegeleider (Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke, Wielsbeke) staat in voor het verstrekken van basisinformatie over alle woonvragen Aandacht voor een voldoende discrete en vertrouwelijke benadering: de loketten zijn zo opgevat dat mensen individueel kunnen ontvangen worden. Deskundige inzet van medewerkers: de vaste contactpersoon kan zo nodig doorverwijzen naar collega’s van de dienst en/of andere gespecialiseerde diensten. Er is telefonische bereikbaarheid van de volledige ploeg medewerkers gedurende vijf dagen op vijf. Er is 25 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
mogelijkheid tot concrete afspraak buiten de ‘zitdag‐uren’. Afhankelijk van de gestelde vraag, wordt bepaald welke medewerker ingezet wordt: medewerker administratie en loket, woonwinkelmedewerker, technisch adviseur huisvesting, energiewerker, projectcoördinator Gedocumenteerde loketten: er is heel wat informatie beschikbaar over de behandelde thema’s in de vorm van brochures en andere informatiebronnen. Aan het loket kunnen ook de nodige opzoekingen gedaan worden via internet. - Specfiek voor de behandelde thema’s: Premiereglementen: er is veel contact met de diverse beleidsniveaus om up‐to‐date informatie te verschaffen over de verschillende premiestelsels. Alle aanvraagformulieren zijn beschikbaar. Huuraangelegenheden: er wordt nauw samengewerkt met de Huurdersbond. Daarnaast is er ook contact met het Eigenaarssyndicaat. Sociaal huren, kopen of lenen: nauwe samenwerking en informatie‐uitwisseling met de betrokken SHM’s, maar ook met VWF, SVK, …. Rationeel energiegebruik, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie: er wordt hiervoor nauw samengewerkt met o.m. milieuambtenaren van de gemeenten, met de vzw BAS (Berekening en Advies bij Slim bouwen – voorheen ZonneWinDT) en met de WVI – lokale entiteit voor de Vlaamse Energielening (voorheen FRGE) Andere beleidsmaatregelen: HRI volgt de wetgeving op de voet en probeert maximaal geïnformeerd te zijn over de nieuwe beleidsmaatregelen. Voor de medewerkers is er mogelijkheid voorzien voor vorming, zowel intern als extern. Meetindicatoren - P.3°‐a/1: Aantal contacten met vragen over premies die door de Woonwinkel geïnformeerd worden. Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk loket en voldoende promotionele activiteiten moet er toe leiden dat een relevant aantal personen terecht kan met vragen omtrent premies. Databron:registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.3°‐a/2: Aantal bezoekers die duidelijk verstaanbare informatie krijgen op vragen over premies. Toelichting: Het is van belang dat er via de uitbouw van een loketfunctie in elke gemeente een kwalitatieve dienstverlening gegarandeerd wordt. Eén van de elementen hierin is dat de burger duidelijk verstaanbare informatie krijgt over premies. Om het effect van de dienstverlening te meten, zal dit bevraagd worden bij een steekproef van de klanten. Per jaar zullen 40 personen die aan het loket informatie opgevraagd hebben over premies hierover telefonisch bevraagd worden aan de hand van een standaardvragenlijstje. Databron: bevraging van personen die aan het loket vragen gesteld hebben over premies. Beoogd resultaat: Jaarlijks minstens een even groot aantal klanten die duidelijk en verstaanbare informatie krijgen op vragen over premies. - E.3°‐a/3: Aantal geweigerde premie‐aanvragen op het totaal aantal premie‐aanvragen Toelichting: Om het effect van de dienstverlening te kunnen meten, kunnen eveneens cijfergegevens bijgehouden worden van het aantal weigeringen voor premie‐aanvragen. Aanvragen kunnen 26 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
-
-
-
om diverse redenen geweigerd worden (reeds gestart met de werken, aanvraag te laat ingediend, inkomen te hoog, …). Een goede kwalitatieve dienstverlening zal geleidelijk aan moeten leiden tot een zo laag mogelijk aantal burgers dat te laat of verkeerd geïnformeerd wordt, en hierdoor een gemeentelijke premie mislopen. Databron: Gegevens HRI Beoogd resultaat: zo laag mogelijk aantal geweigerde premie‐aanvragen op het totaal aantal premie‐aanvragen. P.3°‐a/4: Aantal gemeentelijke en gewestelijke premie‐aanvragen Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk informatieloket moet er toe leiden dat een relevant aantal personen effectief ook gebruik zal maken van gemeentelijke en gewestelijke premies. Databron: Gegevens HRI en Vlaams Gewest Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.3°‐b/: Aantal contacten met vragen over huuraangelegenheden die door de Woonwinkel geïnformeerd worden. Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk loket en voldoende promotionele activiteiten moet er toe leiden dat een relevant aantal personen terecht kan met vragen omtrent huuraangelegenheden. Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.3°‐c/: Aantal contacten met vragen over sociaal huren, kopen of lenen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden. Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk loket en promotionele activiteiten moeten er toe leiden dat een relevant aantal personen terecht kan met vragen omtrent sociaal huren, kopen of lenen. Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.. De resultaten tijdens de vorige subsidieperiode wezen uit dat de meeste vragen over sociaal huren voorkomen in de gemeenten waar de maatschappijen in een andere gemeente gevestigd zijn (Ledegem > De Mandel in Roeselare, De Mandelbeek in Ingelmunster – Oostrozebeke > Mijn Huis in Harelbeke – Wielsbeke > Mijn Huis in Harelbeke, Helpt Elkander in Waregem). Hiermee werd rekening gehouden voor het bepalen van de indicatoren. P.3°‐d: Aantal contacten met vragen over rationeel energiegebruik, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie Toelichting: Met de start van het nieuwe project energiewerker (cfr. facultatieve activiteit 7) wordt verwacht dat er ook een toenemend aantal occasionele vragen aan de loketten of aan de energiewerkers zullen gesteld worden. Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
27 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
-
-
P.3) –e/: Aantal contacten met vragen over meegroeiwonen, levenslang wonen en aanpasbaar wonen, zorgwonen. Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk loket en voldoende promotionele activiteiten moet er toe leiden dat een relevant aantal personen terecht kan met vragen omtrent meegroeiwonen, levenslang wonen en aanpasbaar wonen, zorgwonen Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.3°‐f/1: Aantal contacten met vragen over (actuele) beleidsmaatregelen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden. Toelichting: Het uitbouwen van een afzonderlijk loket en voldoende promotionele activiteiten moet er toe leiden dat een relevant aantal personen terecht kan met vragen omtrent (actuele) beleidsmaatregelen. Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. E.3°‐f/2: Aantal bezoekers die duidelijk verstaanbare informatie krijgen op vragen over (actuele) beleidsmaatregelen. Toelichting: Het is van belang dat er via de uitbouw van een loketfunctie in elke gemeente een kwalitatieve dienstverlening gegarandeerd wordt. Eén van de elementen hierin is dat de burger duidelijk verstaanbare informatie krijgt over beleidsmaatregelen. Om het effect van de dienstverlening te meten, zal dit bevraagd worden bij een steekproef van de klanten. Per jaar zullen 40 personen die aan het loket informatie opgevraagd hebben over (actuele) beleidsmaatregelen hierover telefonisch bevraagd worden aan de hand van een standaardvragenlijstje. Databron: Bevraging van personen die aan het loket vragen gesteld hebben over (actuele) beleidsmaatregelen. Beoogd resultaat: Jaarlijks minstens een even groot aantal klanten die duidelijk en verstaanbare informatie krijgen op vragen over (actuele) beleidsmaatregelen.
Optionele acties: 3.1. Het aanbieden van sociaal en technisch advies op het vlak van wonen enerzijds en het aanbieden van begeleiding op maat in het kader van huisvesting anderzijds Korte situering Naast het verstrekken van basisinformatie aan alle bewoners, is het voorzien van sociaal en technisch advies op het vlak van wonen ook van belang. Op die manier kunnen bewoners terugvallen op een degelijk en onafhankelijk advies. Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan begeleiding op maat aan een prioritaire doelgroep. Deze begeleiding moet er voor zorgen dat het grondwettelijk recht op wonen ook realiteit wordt voor mensen die er omwille van diverse redenen niet in slagen om voor eigen rechten op te komen. Voor de afbakening van deze prioritaire doelgroep, wordt uitgegaan van 3 criteria: - de mate waarin bewoners een ernstig woonprobleem hebben 28 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
de mate waarin zij ook te kampen hebben met ‘andere’ problemen (bvb. schulden, echtscheiding, handicap, …) - de (beperkte) mate van zelfredzaamheid: in hoeverre kunnen zij al of niet hun plan trekken. Wie in een bepaalde mate voor één of meerdere criteria in aanmerking komt, wordt als ‘prioritair’ geregistreerd en actief opgevolgd. Deze definitie is nog steeds geïnspireerd op een heel boeiende studiedag die onze collega’s van Lier in 1999 hebben georganiseerd (waarbij een interessante vergelijking werd gemaakt tussen het werk van de woonbegeleiders en dat van een huisarts). De definitie wordt eerder als “toetssteen” gehanteerd. Het is niet de bedoeling om aan elke klant vragen in die zin stellen. Op basis van het contact moet de medewerker een inschatting kunnen maken. Het kan dus wel zijn dat een klant na een eerste contact als ‘niet‐prioritair’ aangestipt wordt, maar na een tweede contact toch als ‘prioritair’. De statistieken hierover moeten de grote lijnen aangeven: bereiken we die doelgroep, hoe groot is die ongeveer in het verhouding tot het totaal aantal klanten, hoe is de verhouding van het aantal klantencontacten voor die doelgroep in verhouding tot het totaal aantal klantencontacten, hoe is de evolutie (m.a.w. blijven we die doelgroep bereiken?). De medewerkers zijn hiermee vertrouwd. Uit de praktijk in het verleden wordt duidelijk dat de toepassing van deze definitie werkbaar is. In het begeleidingsaanbod wordt maximaal gestreefd naar een preventieve en vroegtijdige aanpak. De woonproblemen worden zo vroeg mogelijk opgespoord. Hoe vroeger bepaalde knelpunten kunnen aangepakt worden, des te beheersbaarder die zijn en dus des te meer kans op een goede oplossing. De begeleiding is gebaseerd op een vraaggestuurde werking : samen met de persoon die een (complexe) woonvraag voorlegt worden stappen gezet naar een duurzame oplossing van het gestelde probleem. Stand van zaken: De Huisvestingsdienst wil deze doelstelling realiseren door het implementeren van het Woonwinkelmodel in elke gemeente. Er wordt veel nadruk gelegd op het aanbieden van hulp‐ en dienstverlening aan mensen die zich in een kwetsbare woonsituatie bevinden. De woonwinkel zal mensen met vragen of moeilijkheden i.v.m. kwalitatief wonen informeren, adviseren en begeleiden (en zo nodig doorverwijzen). Voor deze activiteit wordt eveneens uitgegaan van de zgn. “sociaal‐technische tandem”. Woonproblemen hebben dikwijls te maken met een combinatie van sociale aspecten (de bewoners) en technische aspecten (de woning). Een woonwinkelmedewerker staat in voor de eerste contacten aan de loketten. Indien nodig wordt dit gevolgd door een intensievere begeleiding, eventueel m.i.v. een huisbezoek. Er kan ook een technisch adviseur ingeschakeld worden voor bijkomend technisch advies. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren a) Het aanbieden van sociaal en technisch advies op het vlak van wonen. Het gaat hierbij soms om beperkte adviezen waarbij mensen al snel vooruit geholpen worden. Werkwijze: Naargelang de concrete vraag van bewoners kan een woonwinkelmedewerker of een technisch adviseur ingeschakeld worden. De medewerkers zullen zich voldoende flexibel opstellen: men kan in elke gemeente terecht in de woonwinkel, maar indien nodig kan er ook een huisbezoek plaats vinden. -
29 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
b) Het aanbieden van begeleiding op maat op het vlak van wonen aan mensen in een kwetsbare woonsituatie. Het begrip “woonsituatie” houdt verschillende elementen in zoals: woningkwaliteit, woonzekerheid, betaalbaarheid, wooncultuur en woonomgeving. Eén of meerdere aspecten kunnen onder druk komen te staan, waardoor de woonsituatie kwetsbaar wordt. Werkwijze: Uitgangspunt is de vraag van de bewoner. Samen met de bewoner in kwestie worden de verschillende aspecten van de woonsituatie in kaart gebracht. De dagelijkse praktijk kan onderverdeeld worden in een aantal grote kapstokken: interventie bij (dreigende) dakloosheid aanpak klachten i.v.m. woningkwaliteit antwoord bieden op complexere vragen van huurders m.b.t. toepassing van de huurwet (m.m.v. de Huurdersbond) ondersteuning bij zoektocht geschikte (huur)woningen (sociaal + privaat) ondersteuning bij aanvraag van diverse steunmaatregelen zoals Vlaamse huursubsidie, huurtoelage, beroep doen op klusjesdienst, …. ondersteuning van eigenaars die in een problematische woonsituatie verkeren De modaliteiten van het begeleidingsaanbod kunnen verschillen naar plaats of context: advies huurder/eigenaar, indien nodig doorverwijzing naar Huurdersbond of vrederechter begeleiding thuis (huisbezoek) doorverwijzing, begeleiding naar andere diensten, sociale huisvestingsmaatschappij, OCMW, Vlaams Woningfonds, diensten Begeleid en Beschut Wonen, …. naar duur: kort of langdurend naar frequentie en intensiteit van de contacten Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode Voor de concrete uitvoering van deze activiteiten – zowel de verplichte activiteit 3 als de optionele activiteit 3.1. heeft HRI in 2007 een visietekst uitgewerkt met als titel “Het woonwinkelmodel concreet gemaakt”, waarbij zo concreet mogelijk aangegeven wordt vanuit welk kader er gewerkt wordt. Dit document (zie http://www.huisvesting‐regio‐ izegem.be en doorklikken naar Woonwinkel) is gebaseerd op de missieverklaring die de Vlaamse Woonwinkels in 2004 hebben opgesteld. Dit document geldt nog steeds als een goed referentiekader voor de concrete praktijk. Toch zal er in de komende subsidieperiode werk gemaakt worden van een actualisatie. Het is tevens van belang om hierover in communicatie te treden met de partners waar mee samengewerkt wordt (OCMW’s, welzijnswerk, ….), zodat er een goede afstemming komt met al deze instanties. Op dossierniveau is er heel veel contact en samenwerking met de OCMW‐sociale diensten en andere hulpverleningsinstanties. Daarnaast is er een maandelijks overleg tussen woonbegeleiders en de sociale dienst van het betrokken OCMW. Dit zal verder aangehouden worden, maar minstens eenmaal per jaar zal er ook nog een regionaal overleg georganiseerd worden met de vertegenwoordigers van de OCMW‐sociale diensten en de welzijnsdiensten. Bedoeling is om te resultaten van het voorbije jaar te bespreken en waar nodig afspraken m.b.t. de samenwerking bij te sturen. 30 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Om een zo kwalitatief mogelijk begeleidingsaanbod te kunnen verzekeren worden in dit kader ook nog volgende bijkomende acties voorzien: c) Preventieve begeleiding gerechtelijke uithuiszetting Werkwijze: Na overleg met het vredegerecht kanton Izegem (bevoegd voor o.m. Izegem, Ingelmunster en Ledegem) en kanton Waregem (bevoegd voor o.m. Oostrozebeke en Wielsbeke) werd een samenwerking gerealiseerd tussen vredegerecht, de betrokken OCMW’s en de Huisvestingsdienst, die er in bestaat dat de Huisvestingsdienst op de hoogte gebracht wordt van een verzoekschrift tot ontbinding van een lopende huurovereenkomst. Bedoeling is om tijdig een (intensief) begeleidingsaanbod te kunnen doen aan betrokken gezinnen. Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode De samenwerking met het Vredegerecht kanton Izegem loopt reeds van 2004. Periodiek is er een terugkoppeling voorzien naar de vrederechter over de resultaten van deze werkwijze. Een recent overleg heeft uitgewezen dat de werkwijze best eens grondig geëvalueerd wordt, met de bedoeling om meer mensen te bereiken dan op heden het geval is. De evaluatie voorzien we in het zevende werkingsjaar (2016). Op basis daarvan kan een vernieuwde aanpak uitgetest worden in het achtste en negende werkingsjaar (2017 en 2018). d) Voorzien van een aanbod crisiswoningen met de nodige begeleiding (Izegem – Ledegem – Oostrozebeke) Werkwijze; Woonwinkelmedewerkers worden dikwijls geconfronteerd met zeer complexe woonproblemen, of met een onverwachte situatie zoals bvb. brand. In zo’n gevallen moet een dringende oplossing gevonden worden, teneinde dakloosheid te vermijden. Om die reden werd werk gemaakt van een aanbod aan crisiswoningen in de betrokken gemeenten. De Huisvestingsdienst voorziet een permanentie buiten de kantooruren, waar hulpverleningsdiensten een beroep kunnen op doen. Bij opvang in een crisiswoning zorgt de woonwinkelmedewerker ook voor begeleiding op maat, teneinde tijdig te kunnen uitkijken naar een meer duurzame huisvesting. Dit systeem is van toepassing in de gemeenten Izegem, Ledegem en Oostrozebeke. Meetindicatoren: - P.3.1.‐a/: Aantal burgers die sociaal en/of technisch advies gekregen hebben op het vlak van wonen. Toelichting: Het is belangrijk dat mensen die specifieke vragen hebben of met plannen zitten m.b.t. wonen een goed en neutraal advies krijgen. De woonwinkel voorziet de nodige tijd om deze personen een goed sociaal en/of technisch advies te verstrekken. Databron: Registratieprogramma Woonwinkel. Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - P.3.1.‐b/1: Aantal dossiers sociaal en technisch advies en begeleiding op het vlak van wonen aan mensen in een kwetsbare woonsituatie. Databron: registratie woonwinkel Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. 31 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
E.3.1.‐b/2: Aantal opgeloste dossiers sociaal en technisch advies en begeleiding op het vlak van wonen aan mensen in een kwetsbare woonsituatie, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. Toelichting: Zonder afbreuk te doen aan de vele omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen in het oplossen (of niet‐oplossen) van woonproblemen, biedt deze indicator toch enig zicht op het effect van de begeleidingsacties. Databron: registratie woonwinkel Beoogd resultaat: relevant aantal opgeloste dossiers van mensen in een kwetsbare woonsituatie, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. - P.3.1.‐c/1: Aantal dossiers gerechtelijke uithuiszetting. Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.3.1.‐c/2: Aantal opgeloste dossiers gerechtelijke uithuiszetting Toelichting: Onder “opgelost” wordt begrepen: de procedure kon stopgezet worden met gunstig resultaat. In principe is dat het vermijden van de uithuiszetting omdat er een overeenkomst kon afgesloten worden tussen huurder en verhuurder. Bij sommige dossiers is het van bij de start van de begeleiding echter duidelijk dat een uithuiszetting niet zal kunnen vermeden worden, omwille van diverse redenen (te verzuurde relatie eigenaar – huurder, te hoge huurachterstal, …). In deze gevallen wordt gezocht naar een alternatieve oplossing. Een gunstig resultaat van deze begeleidingssdossiers wordt ook onder de indicator “opgelost” geregistreerd. Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: relevant aantal opgeloste begeleidingsdossiers gerechtelijke uithuiszetting, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. - P3.1.‐d/: Aantal verhuringen crisisopvang Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. 3.2. Het nemen van sensibiliseringsmaatregelen op het vlak van wonen Korte situering Bewoners zijn alert voor informatie en advies m.b.t. wonen op het ogenblik dat ze met een concrete vraag of een specifiek probleem zitten. Op dat ogenblik moeten ze weten waar ze terecht kunnen. De Huisvestingsdienst levert een actieve en creatieve bijdrage om bewoners permanent te sensibiliseren over woonaspecten. Daarnaast is het belangrijk dat diverse doorverwijzers (politici, ambtenaren, notarissen, advocaten, architecten, huisartsen, sociale werkers, … enz.) weten naar welke dienst ze moeten doorverwijzen voor vragen omtrent wonen. -
32 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Stand van zaken: In de afgelopen jaren werden reeds veel initiatieven genomen op het vlak van sensibilisering. De Huisvestingsdienst gaat hierbij uit van een pro‐actieve benadering die verder gaat dan de “klassieke folder aan de balie”, zoals bvb.: - Actief gebruik maken van verschillende informatiekanalen zoals pers, website, gemeentelijke infokranten, affichecampagnes, e‐nieuwsbrief, …. - Creatieve formules die de belangstelling van bewoners of doorverwijzers kunnen opwekken, bvb. via “woonwinkel op locatie” (= info, advies en vorming op plaatsen waar bewoners of doorverwijzers in georganiseerd verband aanwezig zijn), via originele duidingsprogramma’s voor socio‐culturele of andere verenigingen, via vormingssessies over actuele thema’s, … enz. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren - Het is de bedoeling om ook in de toekomst op de lijn van de voorgaande jaren verder te werken Werkwijze: Er is een interne werkgroep sensibilisering geïnstalleerd om initiatieven uit te werken met het oog op voeren van een actief informatiebeleid over wonen (premies, huurproblematieken, diverse beleidsmaatregelen, aandacht voor levenslang en aanpasbaar wonen, …). Dit kan gebeuren via verspreiding van infobrochures en folders, door bekendmaking via websites van de gemeenten en gemeentelijke periodieken, via actief gebruik en ruime bekendmaking van de HRI‐ website, organisatie van specifieke informatiemomenten, ….enz. Inzake sensibilisering zal inzonderheid werk gemaakt worden van vormingsprogramma’s op maat, alsook van de verspreiding van een e‐nieuwsbrief naar potentiële doorverwijzers. Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode In de komende subsidieperiode zal een grondige evaluatie gehouden worden van de initiatieven die in de afgelopen jaren werden ontwikkeld met het oog op permanente sensibilisering inzake wonen. Op basis daarvan zal er jaarlijks een programma uitgewerkt worden om wonen in de aandacht te brengen in de gemeenten. Er zal nauwer samengewerkt worden met de informatiediensten van de gemeenten. Het jaarprogramma m.b.t. informatie en sensibilisering zal in nauw overleg met de informatiediensten opgesteld worden. Minstens eenmaal per jaar zal er ook een regionaal overleg georganiseerd worden met de gemeentelijke infodiensten om eventuele gezamenlijke acties te bespreken. De noodzakelijke koppeling tussen de website van HRI en die van de gemeenten zal bewaakt worden. Waar nodig zullen er bijsturingen voorzien worden. Meetindicatoren: - P.3.2./1: Aantal deelnemers aan een vormingsprogramma i.v.m. wonen Databron: werkingsverslag over de georganiseerde vormingsprogramma’s i.v.m. wonen Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - P.3.2../2: Aantal sensibiliseringsacties inzake wonen Databron: werkingsverslag over de verschillende sensibiliseringsacties Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. 33 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
P.3.3../3: Aantal sensibiliseringsacties inzake wonen, gericht naar potentiële doorverwijzers Databron: werkingsverslag over de verschillende sensibiliseringsacties gericht naar potentiële doorverwijzers Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. Personeelsinzet voor activiteit 3: Projectcoördinator (0,15 VE – gesubsidieerd): staat in voor supervisie van de concrete uitvoering van de activiteiten, inhoudelijke ondersteuning van de medewerkers en het bespreken van eventuele probleemdossiers. Woonbegeleiders (2,10 VE, waarvan 1,10 VE gesubsidieerd en 1 VE niet‐gesubsidieerd): de woonbegeleiders staan in voor het loketwerk in Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke en voor het sociaal advies en de begeleiding op maat in alle gemeenten. Eén woonbegeleider staat in voor coördinatie van de werkgroep sensibilisering. Technisch adviseurs (0,250 VE ‐ gesubsidieerd): staan in voor technisch advies in het kader van de woonwinkelwerking en technische begeleiding bij specifieke dossiers in het kader van begeleiding op maat. . Eén technisch adviseur wordt ook ingeschakeld in de werkgroep sensibilisering Medewerker administratie en loket (0,72 VE – niet‐gesubsidieerd): staan in voor het loketwerk in Izegem. Logistiek medewerker (0,50 VE – niet‐gesubsidieerd): staat in voor uitvoerende administratieve taken, het onderhoud van de crisiswoningen in Izegem, Ledegem en Oostrozebeke en een aantal andere logistieke taken. 4°/ Activiteiten gericht op de verbetering van de kwaliteit van het volledige woningpatrimonium Korte situering
Alhoewel er de afgelopen jaren reeds heel wat inspanningen zijn geleverd om de kwaliteit van het woningpatrimonium op te krikken, dient aandacht voor kwaliteitsverbetering één van de hoekstenen van het gemeentelijk woonbeleid te blijven. Zowel in de kernen als in de verspreide bewoning is er nog steeds werk aan de winkel. Recente cijfers over woningkwaliteit zijn spijtig genoeg niet voorhanden. De laatste officiële meting over kwaliteit en comfort in de woningen dateert van 2001 (Socio‐economische enquête). In 2005 heeft de Huisvestingsdienst een eigen kwaliteitsonderzoek uitgevoerd in 3 gemeenten (Izegem, Ledegem en Oostrozebeke). Dit gebeurde via onderzoek ter plaatse bij een representatieve steekproef van woningen (5% van het woningenaanbod). Dit onderzoek gaf aan dat er een categorie woningen overbleef (ongeveer 6 à 8%) die nog steeds te kampen hadden met structurele kwaliteitsproblemen en gebrekkig comfort. Inzake vocht waren de problemen iets groter (zo’n 10% van de woningen kampten met vochtproblemen). Dit onderzoek dateert echter ook alweer van 10 jaar geleden. De Vlaamse Wooncode heeft een aantal instrumenten voorzien om te werken aan kwaliteit. Aanvullend voorzien de gemeenten ook eigen maatregelen. Op die manier kan een geïntegreerde aanpak nagestreefd worden.
34 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Stand van zaken Alle gemeenten van het samenwerkingsverband voeren een actief kwaliteitsbeleid dat gestoeld is op 3 sporen: normeren door o.m. het uitreiken van conformiteitsattesten (indien gevraagd) en desgevallend via invoering van een stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit stimuleren via gemeentelijke premies, die complementair zijn aan de premies van andere overheden sanctioneren door de instrumenten uit de Vlaamse Wooncode toe te passen alsook via een gemeentelijk heffingsreglement voor verwaarloosde, ongeschikte en onbewoonbare woningen Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren Het is de bedoeling om ook de komende subsidieperiode het kwaliteitsbeleid verder uit te bouwen op deze 3 sporen (normeren – stimuleren – sanctioneren). De activiteiten die worden vermeld zullen dus op een geïntegreerde manier worden ingezet. Hierna wordt echter de volgorde behouden die ook in het subsidiebesluit is opgenomen (inzet van instrumenten Vlaamse Wooncode vallen onder de ‘verplichte’ activiteiten, terwijl andere instrumenten onder de optionele acties voorzien worden). Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode Om een actueel en dus ook correcter zicht te krijgen op de kwaliteit van het woningpatrimonium werd in 2005 een eigen kwaliteitsmeting uitgevoerd in drie gemeenten van het werkingsgebied (in een representatieve steekproef van woningen). Dit onderzoek werd door de Huisvestingsdienst uitgevoerd worden i.s.m. de technische diensten van de gemeenten. Intussen zijn we 10 jaar later en is er nood aan een update over kwaliteitsgegevens. De resultaten van het Groot Woningonderzoek van het Steunpunt Wonen (maart 2015) zullen onderzocht en besproken worden. Op basis hiervan kan bekeken worden in hoeverre het beleid moet bijgestuurd worden, of kan er eventueel overwogen worden om in de regio of in een bepaalde gemeente verder onderzoek te verrichten. De Vlaamse overheid voorziet de mogelijkheid om gemeenten met voldoende draagkracht en expertise meer autonomie te geven. Hierdoor kunnen die gemeenten, desgewenst en mits voldoende kwaliteitsgaranties vrijgesteld worden van de verplichting om in elke procedure tot ongeschikt‐ of onbewoonbaar verklaring advies te vragen aan het gewest (= de zgn. ‘ontvoogding’). Woonbeleid Regio Izegem is van mening dat de samenwerking tussen het IGS (dat de OO‐ procedures uitvoert in opdracht van de gemeenten) en de buitendienst van Wonen Vlaanderen goed loopt en ook garantie biedt op een voldoende objectieve beoordeling van een woning in het kader van de OO‐procedures. Er wordt dan ook niet meteen geopteerd voor een ontvoogding. Alle gemeenten in de regio beschikken wel over een eigen heffingsreglement, dat de mogelijkheid biedt om een actief kwaliteitsbeleid te voeren, met de nodige ondersteuning toe naar de eigenaars. Om verwarring te vermijden bij de eigenaars zou het aangewezen zijn dat een dubbele (en dus Vlaamse) heffing vermeden wordt. Naast de lopende initiatieven zal er bijzondere aandacht besteed worden aan volgende maatregelen: het uitvoeren van conformiteitsonderzoeken in het kader van mogelijke SVK‐verhuring. Er is een afsprakenkader uitgewerkt en ondertekend tussen de gemeenten, het intergemeentelijk samenwerkingsverband, het SVK en de minister waarbij het IGS zich engageert om in elke woning die aan het SVK aangeboden wordt een conformiteitsonderzoek uit te voeren. 35 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Overleg overbewoning: De gemeente Ingelmunster is recent gestart met een nieuw overlegorgaan dat problematische woonsituaties opvolgt, die o.m. kunnen voorkomen bij opsplitsen van een pand in meerdere woongelegenheden en/of bij huisvesting van seizoensarbeiders. In dit overlegorgaan zijn diverse actoren betrokken: dienst bevolking, dienst stedenbouw, huisvestingsdienst, OCMW, politie, brandweer en politiek verantwoordelijken. De positieve ervaringen van deze aanpak vormen een goede basis om na te gaan of een gelijkaardig initiatief gewenst is in de andere gemeenten.
Volgende verplichte activiteiten zullen in alle gemeenten opgevolgd en uitgevoerd worden: a) Het bezorgen aan het agentschap vóór het einde van het eerste kwartaal van elk jaar van een recente lijst van de gebouwen of woningen op het grondgebied van de gemeente die vermoed worden verwaarloosd te zijn, zoals bepaald in artikel 4 va het BVR van 2.04.1996 betreffende de heffing ter bestrijding van verkrotting van gebouwen en/of woningen Optionele actie Het vaststellen van een gemeentelijk heffingsreglement verwaarlozing, alsook de verwerking van de bijhorende administratieve procedure. b) In het kader van onbewoonbaarheid van woningen, zoals bepaald in art. 135 van de Nieuwe Gemeentewet: Het onbewoonbaar verklaren van woningen bij een acuut veiligheids‐ of gezondheidsrisico en met het oog op het algemeen belang; Het bijdragen tot herhuisvesting van de bewoners Dit instrument wordt slechts beperkt en uitzonderlijk aangewend, omdat de voorkeur gegeven wordt aan toepassing van de OO‐procedure voorzien in de Vlaamse Wooncode. Toch is het mogelijk om de procedure toe te passen, wanneer de concrete situatie dit vereist. c) In het kader van ongeschikt‐ en onbewoonbaarheid van woningen, zoals bepaald in art. 15 van de VWC: Het behandelen van de verzoeken Het opstarten van een procedure bij ontvankelijke verzoeken Het uitnodigen van het agentschap om een onderzoek ter plaatse uit te voeren Het organiseren van de hoorplicht voor de bewoners en eigenaars Het nemen van een besluit van ongeschikt‐ of onbewoonbaarheid binnen drie maanden en het agentschap hierover in kennis te stellen Het nemen van de nodige maatregelen Het bijdragen tot de herhuisvesting van de bewoners Eventueel het opheffen van het besluit ongeschikt‐ of onbewoonbaarheid via het afleveren van een conformiteitsattest Optionele acties bij b) en c) Het uitvoeren van vooronderzoeken i.f.v. de procedure ongeschikt of onbewoonbaarheid Het vaststellen van een gemeentelijk heffingsreglement ongeschiktheid en onbewoonbaarheid, alsook de verwerking van de bijhorende administratieve procedure. d) Het inschakelen van het agentschap inspectie RWO bij het vaststellen van verhuring van ongeschikt‐, onbewoonbaar of overbewoond verklaarde woningen met het oog op het strafrechtelijk laten vervolgen van de verhuurder.
36 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
e) In het kader van overbewoonde woningen, zoals bepaald in art. 17 van de VWC: Het behandelen van verzoeken Het nemen van een besluit van overbewoning binnen drie maanden Het bijdragen tot herhuisvesting van de overtallige bewoners Optionele actie bij e) Het aanpakken van probleemsituaties van overbewoning of niet‐vergund opsplitsen van woningen vnl. in het kader van seizoensarbeid. f) In het kader van het conformiteitsattest, zoals bepaald in titel 3, hfdst. 2 van de VWC: Het behandelen van aanvragen tot afgifte Het uitvoeren van een conformiteitsonderzoek Het nemen van een beslissing binnen 60 dagen volgend op de datum van de aanvraag over de afgifte van het conformiteitsattest. Meetindicatoren: - P.4°‐a/1: Jaarlijks wordt de vermoedenslijst met verwaarloosde panden doorgestuurd naar Wonen Vlaanderen Databron: register verwaarloosde panden – bewijs van doorsturen register Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - P.4°‐a/2: Aantal verwaarloosde panden die opgenomen worden in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing. Databron: inventaris verwaarlozing Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.4°‐a/3: Aantal verwaarloosde woningen opgenomen in de gemeentelijke inventaris verwaarlozing, exclusief de nieuwe opnames in de inventaris (12 maanden) Toelichting: Het uiteindelijke doel van het gemeentelijk heffingsreglement verwaarlozing is niet het bestraffen van de eigenaars, maar wel dat de verwaarlozing weggewerkt wordt. Databron: inventaris verwaarlozing Beoogd resultaat: relevante daling van het aantal verwaarloosde panden op de inventaris - P.4°‐b,c/1: Aantal afgewerkte dossiers in het kader van de onbewoonbaarverklaring art.135 of in het kader van de procedure ongeschikt‐ en onbewoonbaar verklaring Toelichting: Het actief toepassen van de wettelijke procedures ongeschikt‐ en onbewoonbaarverklaring betekent niet automatisch dat er telkens een besluit hoeft genomen te worden door de Burgemeester. In verschillende gevallen worden de kwaliteitsproblemen opgelost tijdens de procedure (termijn van drie maanden), ten gevolge van het opstarten van de procedure. Om die reden wordt als prestatie‐indicator het aantal afgewerkte dossiers genomen. Databron: Inventaris OO Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
37 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
-
-
-
-
E.4°‐b,c/2: Aantal ongeschikt‐ en onbewoonbaar verklaarde woningen opgenomen in de inventaris OO, exclusief de nieuwe opnames in de inventaris (12 maanden) Toelichting: Het uiteindelijke doel van de procedure ongeschikt‐ en onbewoonbaar verklaring is niet het bestraffen van de eigenaars, maar wel dat de woningen opnieuw op een kwalitatieve manier bewoond worden. De combinatie van sanctionerende en stimulerende maatregelen moet er toe leiden dat het aantal ongeschikt‐ en onbewoonbare woningen daalt. Databron: inventaris OO Beoogd resultaat: relevante daling van het aantal ongeschikte en onbewoonbare panden P.4°‐d/1: Aantal dossiers dat in samenwerking met het agentschap Inspectie RWO worden opgevolgd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.4°‐e/1: Aantal afgewerkte dossiers in het kader van de overbewoond verklaring van woningen Toelichting: Op basis van praktijkervaring weten we dat het aantal woningen dat in aanmerking komt voor overbewoond verklaring in het werkingsgebied heel beperkt is. Het is uiteraard de bedoeling om zo nodig deze procedure toe te passen en te registreren hoeveel dossiers werden afgewerkt. Databron: inventaris overbewoond verklaarde woningen Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.4°‐e/2: Aantal afgewerkte dossiers overbewoning in het kader van seizoensarbeid Toelichting: Cfr. supra. In Ingelmunster is er reeds een overlegorgaan werkzaam om deze specifieke problematiek aan te pakken. Er zal nagegaan worden in hoeverre een gelijkaardig initiatief noodzakelijk is in de andere gemeenten. Databron: Werkingsverslag met bevindingen over noodzaak overlegorgaan overbewoning seizoensarbeid Inventaris dossiers overbewoning in het kader van seizoensarbeid Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.4°‐f/1: Aantal afgewerkte dossiers in het kader van aanvragen conformiteitsattesten (alle dossiers) Toelichting: Op basis van praktijkervaring weten we dat het aantal woningen waarvoor een conformiteitsattest aangevraagd wordt in het werkingsgebied heel beperkt is. Het is uiteraard de bedoeling om zo nodig deze procedure toe te passen en te registreren hoeveel dossiers werden afgewerkt. Databron: registratie aantal aangevraagde conformiteitsattesten Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
38 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Optionele acties 4.1. Het vaststellen, administratief en technisch opvolgen van gemeentelijke premiereglementen op het vlak van wonen Korte situering Zoals gesteld wordt het beleid met het oog op het streven naar verbetering van het woningpatrimonium gericht op een combinatie van stimulerende, normerende en sanctionerende maatregelen t.a.v. eigenaars van woningen. De stimuli die voorzien worden, willen complementair zijn aan de stimuli die vanuit andere overheden (vnl. Vlaanderen) voorzien worden, of beogen specifieke accenten die ingaan op concrete noden op het terrein. Stand van zaken Reeds meerdere jaren zijn gemeentelijke premies voorzien in alle gemeenten van het werkingsgebied, die gericht zijn op het stimuleren van aankoop en verbetering van bestaande woningen. In vier van de vijf gemeenten worden er daarnaast nog belangrijke premies voorzien voor eigenaars‐verhuurders (al of niet in combinatie met verhuring via SVK). Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren Het is de bedoeling om ook in de toekomst op de lijn van de voorgaande jaren verder te werken Werkwijze: Naast medewerking bij het uitwerken en zo nodig bijsturen van de premiereglementen, staat de Huisvestingsdienst Regio Izegem ook in voor de hele administratieve en technische afhandeling van de dossiers, vooraleer die ter goedkeuring aan het schepencollege voor te leggen. Na goedkeuring worden de gegevens overgemaakt aan de rekendiensten voor uitbetaling van de premies. Meetindicator: - P.4.1/1: Aantal toegekende huisvestingspremies aan particulieren Toelichting: De participerende gemeenten hebben elk een eigen premiestelsel. De ervaringen opgedaan in Izegem vormden hiervoor een goed uitgangspunt. Er werd geopteerd om in grote lijnen gelijkaardige premies te voorzien. Toch heeft elke gemeente ook eigen beleidskeuzes gemaakt en eigen accenten gelegd, rekening houdend met de specifieke situatie en noden in de gemeente, en rekening houdend met de budgettaire mogelijkheden. Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. 4.2. Het vaststellen, administratief en technisch opvolgen van gemeentelijke verordeningen op het vlak van wonen Korte situering
Zoals gesteld wordt het beleid met het oog op het streven naar verbetering van het woningpatrimonium gericht op een combinatie van stimulerende, normerende en sanctionerende maatregelen t.a.v. eigenaars van woningen. Uit de concrete praktijk van diverse bouwdossiers werd de nood aangevoeld om extra kwaliteitsnormen in te voeren, teneinde de kwaliteit van het wonen 39 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
op te krikken. Stand van zaken In Izegem is er sinds 2004 een stedenbouwkundige verordening van kracht die vooral oppervlaktenormen oplegt bij nieuwbouwprojecten (meergezinswoningen). De gemeenten Ingelmunster en Wielsbeke hebben intussen een gelijkaardige verordening ingevoerd. Ledegem zal dit normaal gezien in de loop van 2015 invoeren. Het invoeren, toepassen en zo nodig bijsturen van dergelijke stedenbouwkundige verordening gebeurt steeds in nauw overleg tussen de Huisvestingsdienst en de betrokken stedenbouwkundige diensten. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren In de vier gemeenten (Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Wielsbeke) zullen bouwdossiers getoetst worden aan de bepalingen van de stedenbouwkundige verordening. Meetindicator: - P.4.2/1: Aantal adviesdossiers i.v.m. toepassing van de stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit (Izegem – Ingelmunster – Ledegem ‐ Wielsbeke). Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. 4.3. Het uitvoeren van conformiteitsonderzoeken in het kader van mogelijke SVK‐verhuring Korte situering
Cfr. supra. In 2013 werd er een afsprakenkader opgesteld en ondertekend tussen de Interlokale Vereniging Woonbeleid Regio Izegem, de gemeenten Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke, het SVK en de Vlaamse Minister bevoegd voor wonen over het onderzoeken van woningen die te huur worden aangeboden aan het SVK met het oog op nieuwe inhuurname. Het is de bedoeling om systematisch in elke aangeboden woning dergelijk conformiteitsonderzoek uit te voeren, zelfs als de samenwerking met het SVK uiteindelijk toch niet zou doorgaan. Op die manier is elke eigenaar‐verhuuder op de hoogte van de eventuele gebreken die in de woning moeten weggewerkt worden. Stand van zaken In 2013 en 2014 werden dergelijke conformiteitsonderzoeken reeds uitgevoerd (doch ze waren nog niet expliciet opgenomen in dit subsidiedossier.) Gezien de positieve evaluatie van deze werkwijze is het de bedoeling om deze actie ook in de toekomst verder te zetten. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren In de vijf gemeenten van het samenwerkingsverband (= zelfde werkingsgebied als het werkingsgebied van SVK Regio Izegem) zullen conformiteitsonderzoeken uitgevoerd worden in woningen die aangeboden worden voor eventuele verhuring via SVK. 40 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Meetindicator: - P.4.3/1: Aantal conformiteitsonderzoeken in mogelijke SVK‐woningen Databron: gegevens HRI Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. Personeelsinzet voor activiteit 4: Projectcoördinator (0,10 VE – gesubsidieerd): staat in voor supervisie van de concrete uitvoering van de activiteiten, inhoudelijke ondersteuning van de medewerkers en het bespreken van eventuele probleemdossiers. Woonbegeleiders (0,50 VE, waarvan 0,30 gesubsidieerd en 0,2 niet‐gesubsidieerd): worden ingeschakeld in het kader van OO procedures (begeleiding huurder, eventuele herhuisvesting bij onbewoonbaarverklaring). Technisch adviseurs (1,50 VE, waarvan 1 VE gesubsidieerd en 0,50 VE niet‐gesubsidieerd): staan in voor alle kwaliteitscontroles in het kader van procedures OO, VW en overbewoning, het technisch onderzoek en bijhorende administratie voor conformiteitsattesten, technische controles, gemeentelijke premieaanvragen en adviesverlening in het kader van toepassing stedenbouwkundige verordeningen. Medewerkers administratie en loket (1,60 VE – niet‐gesubsidieerd): staan in voor de administratieve afhandeling van de gemeentelijke premieaanvragen. 5°/ Initiatieven in het kader van een grond‐ en pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen Korte situering Het decreet grond‐ en pandenbeleid van 2009 heeft een belangrijke impuls gegeven aan het lokaal woonbeleid. Zeker voor die gemeenten die het lokaal woonbeleid als een prioriteit beschouwen (waaronder de gemeenten uit de regio Izegem) is het decreet een nuttige extra hefboom om de regierol van de gemeente te benadrukken en maximaal aandacht te hebben voor een doorgedreven grond‐ en pandenbeleid. De nadruk ligt voornamelijk op: - activeringsmaatregelen: het voeren van een beleid waarbij eigenaars geactiveerd worden om onbebouwde percelen op de markt te brengen, alsook om leegstaande panden terug bewoonbaar te maken - realisatie van bindende sociale objectieven inzake sociale huur‐ en koopwoningen en sociale kavels. Stand van zaken a) Activeringsmaatregelen: Sinds de start van het intergemeentelijk samenwerkingsverband wordt een actief beleid gevoerd m.b.t. leegstandsbestrijding. Naast het opstellen van een leegstandsregister, moet vooral het gemeentelijk heffingsreglement, dat vanuit het partnership werd voorbereid en in 41 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
alle gemeenten van toepassing is, de nodige impulsen geven op de woningmarkt om die woningen terug bewoonbaar te maken. De gemeenten beschikken over een actuele inventaris onbebouwde percelen. De gemeenten Izegem en Ledegem hebben tevens een heffingsreglement ingevoerd voor onbebouwde percelen. b) Bindende sociale objectieven: Met de invoering van het decreet grond‐ en pandenbeleid werd in alle gemeenten een planning opgesteld voor realisatie van nieuwe sociale woonprojecten, uitgaande van de nulmeting (zowel voor koop‐ als voor huurwoningen). In het lokaal woonoverleg wordt periodiek bekeken in welke mate de uitwerking van die planning gevorderd is. De voortgangstoetsen geven ook aan in hoeverre de gemeenten op schema zitten in vergelijking met het Vlaams groeiritme. Het arrest van het grondwettelijk hof m.b.t. de schrapping van de sociale last heeft de mogelijkheden voor versnelde realisatie van sociale huisvestingsprojecten wel bemoeilijkt. In principe zal het BSO voor sociale huurwoningen binnen de gestelde termijn kunnen behaald worden (of zelfs vroeger – zie hierna). Voor het BSO sociale koopwoningen stelt er zich wel een probleem door schrapping van de subsidies voor de bouw van sociale koopwoningen en het uitblijven van een nieuw kader voor sociale koopwoningen. Dit nieuw kader zal belangrijk zijn om te bekijken of er nog nieuwe sociale koopwoningen zullen kunnen gerealiseerd worden. Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren Volgende verplichte activiteiten zullen in alle gemeenten opgevolgd en uitgevoerd worden: a) Het opmaken en bijhouden van een leegstandsregister; zoals bepaald in het decreet grond‐ en pandenbeleid. Optionele actie: Het vaststellen van een gemeentelijk heffingsreglement leegstand, alsook de verwerking van de bijhorende administratieve procedure. In 2013 werd een evaluatie gehouden van de acties m.b.t. leegstandsbestrijding en het heffingsreglement dat van toepassing was in alle gemeenten. Op basis hiervan werd het reglement bijgestuurd. Zo werd o.m. het maximale heffingsbedrag niet meer geplafonneerd na het derde heffingsjaar. Eigenaars van zeer langdurig leegstaande panden moeten op die manier extra aangezet worden om hun panden opnieuw te gebruiken conform hun bestemming. Tweemaal per jaar worden de woningen die minstens 1 jaar leeg staan opgelijst en op de inventaris opgenomen. Alle geïnventariseerde panden worden actief opgevolgd (met oog op het verlenen van vrijstelling of doorgeven van dossiers voor inkohiering, schrapping uit inventaris, ….). Probleemdossiers worden ook tweemaal per jaar besproken met de politiek en ambtelijk verantwoordelijken van de gemeenten. b) Het uitwerken van een gemeentelijk actieprogramma, zoals bepaald in artikel 4.1.7 van het decreet grond‐ en pandenbeleid Er werd werk gemaakt van actualisatie van de inventaris onbebouwde percelen in de 5 gemeenten. Op basis daarvan werd bekeken hoeveel, en welke percelen in eigendom zijn van (semi)publieke overheden. In een beperkt aantal gevallen kon een gemeentelijk actieprogramma worden uitgewerkt, zoals bepaald in het decreet grond‐ en pandenbeleid. De verdere acties in dit kader zullen worden opgevolgd. 42 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Overzicht per gemeente: Izegem: Actieprogramma goedgekeurd gemeenteraad 15/12/2014. Acties in uitvoering: Op de gronden Ommegangstraat – Krekelstraat (eigendom stad Izegem) wordt een sociaal huisvestingsproject gerealiseerd i.s.m. de Izegemse Bouwmaatschappij (9 sociale huurwoningen) Op de gronden Kokelarestraat (eigendom WVI) zal door de Izegemse Bouwmaatschappij een sociale last gerealiseerd worden van 10 huurwoningen Ingelmunster: Actieprogramma goedgekeurd gemeenteraad 18/02/2014 Acties in uitvoering: De gronden van de SHM zijn bestemd voor sociale woningbouw en moeten ook niet opgenomen worden in het actieprogramma. Voor de gronden van het gemeenschapsonderwijs zal contact moeten opgenomen worden met de directie om te peilen naar hun intenties. Voor de gronden van het OCMW, is in de bestemmingsvoorschriften van het RUP vastgelegd dat er een seniorenproject kan opgericht worden. Volgende pistes zullen onderzocht worden: Piste 1: verkoop van gronden aan private ontwikkelaar Piste 2: verkoop van gronden aan een sociale huisvestingsmaatschappij Dit scenario zal gevolgd worden indien voor scenario 1 geen interesse zou zijn bij de private markt. Ledegem: Actieprogramma goedgekeurd gemeenteraad 18/02/2014 Acties in uitvoering: De gronden zijn ofwel van De Mandel, ofwel van De Mandelbeek en moeten niet opgenomen worden in een actieprogramma gezien deze reeds voor sociale woningbouw bestemd zijn. De andere zijn van de WVI en liggen in RUP Boomlandstraat waar sociale woningen zijn ingeschreven Oostrozebeke: Actieprogramma goedgekeurd gemeenteraad 03/04/2014 Acties in uitvoering: Het perceel van de gemeente Oostrozebeke in de Onze‐Lieve‐Vrouwestraat (perceel 2) zal meegenomen worden in de projectzone van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Olieberg”. Er werd per brief gepeild naar de voornemens van het OCMW van Kortrijk met betrekking tot percelen 6 en 7. Intussen heeft het OCMW van Kortrijk die gronden aangeboden aan Mijn Huis en aan De Mandel. Beide maatschappijen zijn eerder terughoudend, omdat de gronden nogal afgelegen zijn. De SHM’s zouden liever wachten op het GRUP Olieberg. Bovendien wijst de huidige planning er op dat het BSO zonder al te veel moeite binnen de gestelde termijnen zal behaald worden Wielsbeke: Actieprogramma goedgekeurd gemeenteraad 22/05/2014 Acties in uitvoering:
43 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
De gronden in eigendom van semi‐publieke overheden zijn allemaal bestemd. Er kan derhalve geen actieprogramma uitgewerkt worden om op deze gronden minstens 25% van deze percelen wordt aangewend voor sociale woningbouw tegen 2020. c) Het realiseren van het bindend sociaal objectief, zoals bepaald in het decreet grond‐ en pandenbeleid. Voor de komende periode zal de voortgang van sociale woonprojecten verder opgevolgd worden en waar nodig of mogelijk zullen bijkomende initiatieven genomen of extra impulsen gegeven worden. Het lokaal woonoverleg zal dit periodiek blijven opvolgen. Overzicht per gemeente: Alle gemeenten zitten op schema om het BSO huur te behalen. Dit wordt opgevolgd aan de hand van een opvolgschema per gemeente (zie voorbeeld in bijlage ….) Voor de gemeente Ingelmunster wordt de uitvoering van de overeenkomst tussen de gemeente en de SHM De Mandelbeek periodiek opgevolgd in het lokaal woonoverleg (zie ook bij activiteit 2) Bijzondere accenten voor de komende subsidieperiode: Cfr. supra onder activiteit 1: onderzoek naar wenselijkheid om een sociaal woonbeleidsconvenant op te stellen voor de sociale huurwoningen en de problematiek van sociale koopwoningen. Personeelsinzet: a) Projectcoördinator (0,15 VE – gesubsidieerd): staat in voor de beleidsmatige opvolging van de leegstandsreglementering en bespreking van concrete probleemdossiers, de uitwerking van het actieprogramma (in samenspraak met de stedenbouwkundige ambtenaren) en de opvolging van het bindend sociaal objectief (in kader van secretariaat lokaal woonoverleg). b) Technisch adviseurs (0,75 VE, waarvan 0,50 VE gesubsidieerd en 0,25 VE niet‐gesubsidieerd): staan in voor de inventarisatie van leegstaande panden in de 5 gemeenten en de toepassing van het gemeentelijk heffingsreglement. Meetindicatoren: - P.5°‐a/1: Aantal leegstaande panden die opgenomen worden in de gemeentelijke inventaris leegstand. Databron: inventaris leegstand Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.5°‐a/2: Aantal woningen opgenomen in de gemeentelijke inventaris leegstand exclusief de nieuwe opnames in de inventaris (12 maanden) Toelichting: Het uiteindelijke doel van het gemeentelijk heffingsreglement leegstand is niet het bestraffen van de eigenaars, maar wel dat de leegstand weggewerkt wordt. Databron: inventaris leegstand Beoogd resultaat: relevante daling van het aantal leegstaande panden op de inventaris
44 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
-
P.5°‐b/1: Het uitgewerkte actieprogramma (semi)publieke onbebouwde percelen wordt opgevolgd Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. P.5°‐c/1: De planning voor het bindend sociaal objectief wordt periodiek opgevolgd en zo nodig bijgestuurd Toelichting: De gemeenten kregen een objectief opgelegd voor sociale huur‐, sociale koopwoningen en sociale kavels. Het is de bedoeling om via het lokaal woonoverleg periodiek een stand van zaken op te maken en de planning zo nodig bij te sturen. Voorts zullen de nodige gegevens bezorgd worden in het kader van de voortgangstoets die tweejaarlijks door de Vlaamse overheid georganiseerd wordt. Dit biedt de mogelijkheid om de evolutie in de gemeenten af te toetsen met het Vlaams groeiritme. Databron: schema’s toets bindend sociaal objectief + gegevens Vlaamse voortgangstoets Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
FACULTATIEVE ACTIVITEITEN 6°/ Het nemen van initiatieven voor de begeleiding van de sociale huurder met oog op een betere koppeling tussen ‘wonen’ en ‘welzijn’ Korte situering De nood aan samenwerking tussen het woon‐ en welzijnsbeleid is steeds meer voelbaar. Voor een toenemend aantal mensen zijn de huidige woonvormen niet altijd aangepast aan hun noden. In de welzijnssector is er een groeiende vraag naar zelfstandig wonen in combinatie met zorgondersteuning. In de sociale huisvesting is een stijgend aantal kwetsbare huurders vragende partij voor meer begeleiding. Op het terrein zijn er recent een aantal ontwikkelingen geweest om te komen tot een betere samenwerking tussen de huisvestings‐ en welzijnsactoren, o.m. woonbegeleiding vanuit het CAW, structureel overleg tussen Woonwinkels, OCMW en de SHM’s met oog op aanpak van problematische woonsituaties (zie facultatieve activiteit 6 in vorige subsidieperiode), het experimenteel project ‘proefwonen’ in het kader van het open experimentenprogramma ‘Wonen‐ Welzijn’ van de Vlaamse overheid. Stand van zaken: Via de woonwinkelwerking wordt reeds voorzien in tussenkomsten voor mensen die dreigen in een problematische woonsituatie verzeild te geraken, met als doel om op die manier een gerechtelijke uithuiszetting door een sociale verhuurder te vermijden. Deze activiteit wordt toegepast in Izegem, Oostrozebeke en Wielsbeke voor de huurders van de SHM Izegemse Bouwmaatschappij, Mijn Huis en Helpt Elkander. Voorts heeft HRI ook actief meegewerkt aan het experimenteel project “Proef‐Wonen Midden West‐ 45 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Vlaanderen”. Dit project wil een alternatief bieden op de huidige proefcontracten in het kader van sociale huisvesting (systeem dat moeilijk werkbaar is), waarbij een leertraject vanuit welzijn gekoppeld wordt aan proefwonen binnen de sociale huisvesting. De intergemeentelijke clusters lokaal woonbeleid (resp. regio’s Izegem, Roeselare en Tielt) vormen telkens het scharnier voor de coördinatie van de multidisciplinaire teams Proef‐Wonen (die de kandidaten screenen en de leertrajecten opstellen en opvolgen) en de samenwerking tussen de welzijnsdiensten en de SHM’s. Planningen werkwijze voor de drie werkingsjaren: Via deze facultatieve activiteit wil regio Izegem in de toekomst meer en beter inspelen op de samenwerking tussen wonen en welzijn. Dit zal op diverse manieren gebeuren: - Concrete initiatieven: a) De begeleiding van sociale huurders in een problematische situatie wordt verder gezet. Werkwijze:. Izegem: Er is een maandelijks overleg tussen SHM Izegemse Bouwmaatschappij, sociale dienst OCMW en woonwinkelmedewerker HRI voor bespreking van probleemdossiers. Vooraf wordt een overzicht bezorgd van de problemen, zowel deze van financiële aard als deze op het vlak van wooncultuur. Tijdens het overleg worden concrete afspraken gemaakt voor opvolging, resp. door de sociale dienst OCMW (vnl. financiële dossiers van cliënten) als door de woonwinkel (vnl. dossiers van niet‐OCMW cliënten en dossiers inzake wooncultuur). Oostrozebeke en Wielsbeke : Met de SHM Mijn Huis, resp. Helpt Elkander gebeurt overleg via zeer frequente telefonische contacten. Opvolging en begeleiding gebeurt volgens afspraak en naargelang de specifieke problematiek door maatschappelijk werkers van het OCMW en/of de woonwinkelmedewerker van HRI. b) Invoeren en opvolgen van een lokaal toewijzingsreglement ‘proefwonen’ in elke gemeente. De experimentele fase van dit project eindigt op 31/08/2015. Bedoeling is om de aanpak die uitgewerkt werd in proefwonen – en tot positieve resultaten heeft geleid – te kunnen verder zetten via een intergemeentelijk toewijzingsreglement dat van toepassing is in elke gemeente. Dit toewijzingsreglement wordt in het voorjaar 2015 ter goedkeuring voorgelegd aan alle gemeenteraden, en daarna aan de minister bevoegd voor wonen. Werkwijze: De 3 intergemeentelijke samenwerkingsverbanden lokaal woonbeleid (Roeselare, Izegem, Tielt) vormen de motor van de uitwerking van dit intergemeentelijk toewijzingsreglement. Ze staan in voor de coördinatie van de werking. Per wooncluster is er een multidisciplinair team proefwonen voorzien dat instaat voor de selectie van kandidaten en goedkeuring en evaluatie van de leertrajecten. Het intergemeentelijk toewijzingsreglement bepaalt de wijze waarop kandidaten in aanmerking komen voor proefwonen, alsook op welke manier een woning kan toegewezen worden en de leertrajecten dienen opgesteld te worden.
46 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Afstemming initiatieven ‘Wonen – Welzijn’: c) Meer stroomlijnen van diverse initiatieven die een samenwerking tussen ‘wonen’ en ‘welzijn’ op het oog hebben. Op niveau van de regio Izegem zal er op geregelde tijdstippen overleg georganiseerd worden met de betrokken actoren om initiatieven ‘wonen en welzijn’ waar mogelijk en noodzakelijk beter te stroomlijnen. Dit zal gebeuren in de schoot van een Overleggroep Wonen – Welzijn (= omvorming van de huidige begeleidingscommissie van HRI – die ook instaat voor toewijzing van de SVK‐woningen). In deze overleggroep zal terugkoppeling van de lopende initiatieven (aanpak begeleiding sociale huurders, resultaten en verloop van ‘proefwonen’) voorzien worden, alsook eventuele afstemming met andere initiatieven (zoals bvb. woonbegeleiding CAW, regionale strategie rond thuisloosheid, …..). Personeelsinzet: - Projectcoördinator (0,05 VE – gesubsidieerd): staat in voor supervisie van de concrete uitvoering van de activiteit en het bespreken van eventuele probleemdossiers. - Woonbegeleiders (0,64 VE, waarvan 0,40 VE gesubsidieerd en 0,24 VE niet‐gesubsidieerd): staan in voor de begeleiding van sociale huurders in een problematische situatie. Meetindicatoren: - P.6°‐a/1: Aantal begeleidingsdossiers sociale huurders. Databron: registratie woonwinkel Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.6°‐a/2: Aantal opgeloste begeleidingsdossiers sociale huurders, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. Toelichting: Zonder afbreuk te doen aan de vele omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen in het oplossen (of niet‐oplossen) van woonproblemen, biedt deze indicator toch enig zicht op het effect van de begeleidingsacties. Databron: registratie woonwinkel Beoogd resultaat: relevant aantal opgeloste dossiers van mensen in een kwetsbare woonsituatie, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. - P.6°‐b/1: Aantal begeleidingsdossiers proefwonen in het werkingsgebied Databron: registratie multidisciplinair team proefwonen Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.6°‐b/2: Aantal opgeloste begeleidingsdossiers proefwonen, in verhouding tot het totaal aantal begeleidingsdossiers. Toelichting: Zonder afbreuk te doen aan de vele omgevingsfactoren die een rol kunnen spelen in het oplossen (of niet‐oplossen) van woonproblemen, biedt deze indicator toch enig zicht op het effect van de begeleidingsacties. Databron: registratie multidisciplinair team proefwonen -
47 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
-
P.6°‐c/1: De diverse initiatieven op het vlak van ‘Wonen en Welzijn’ worden op elkaar afgestemd. Databron: werkingsverslag Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
7°/ Het nemen van initiatieven m.b.t. rationeel energiegebruik, met bijzondere aandacht voor ondersteuning van huurders met oog op een meer verantwoord energieverbruik Korte situering Steeds meer gezinnen worden geconfronteerd met hoge energiefacturen, met extra betalingsmoeilijkheden en toenemende armoede als gevolg. Er zijn verschillende redenen die dit probleem veroorzaken: prijsstijgingen energie, te weinig aandacht voor een energiezuinige manier van leven, de woning beschikt niet over energiezuinige toestellen, kleine of grote gebreken aan de woning waardoor het moeilijker is om de woning energiezuinig te houden. Bedoeling is dat een energiewerker samen met de bewoner(s) bekijkt waar de knelpunten zitten, een soort “actieplan” opstelt om die knelpunten aan te pakken en de concrete uitvoering ervan opvolgt. Dit kan verschillende zaken inhouden: opvolgen energiescan, tips geven om zuiniger om te gaan met energieverbruik, kleine of grotere ingrepen in de woning (eventueel in afspraak met de eigenaar), … . Prioriteit zal gaan naar bewoners op de private en sociale huurmarkt, maar kwetsbare eigenaars kunnen eveneens rekenen op ondersteuning. Stand van zaken: Om voldoende personeelscapaciteit te kunnen inzetten voor deze actie werd beroep gedaan op financiële ondersteuning van de provincie West‐Vlaanderen. Het project ‘energiewerker’ kreeg in 2014 goedkeuring, waardoor het vanaf 1/1/2015 kon worden opgestart. De provincie voorziet ondersteuning gedurende 3 jaar. Het is echter de bedoeling om bij positieve evaluatie dit project langer te laten lopen dan deze periode. Om die reden is er, naast de aanwerving van 1 voltijdse energiewerker voor de projectperiode, voor geopteerd om een deel arbeidstijd van twee technisch adviseurs in te zetten (elk 0,25 VE). Op die manier moet de continuïteit gegarandeerd zijn na het eventueel stopzetten van de provinciale ondersteuning. Naast de gemeenten en de OCMW’s van het werkingsgebied die partner zijn in het project, zal hiervoor ook nauw samengewerkt worden met het energiesnoeiersbedrijf ‘Het Werkspoor’ (dat instaat voor de energiescans, en voor dakisolatieprojecten). Planning en werkwijze voor de drie werkingsjaren: - Intensieve begeleiding van huurders en eigenaars door energiewerker om de knelpunten van te hoog energieverbruik in huurwoningen weg te werken en zo de energiefactuur te doen dalen. Werkwijze: Analyse problematiek in de betreffende woning (bij voorkeur op basis van – bestaande – energiescan) Huisbezoek voor eventuele verfijning analyse en eerste bespreking met de huurders Opstellen actieplan van te nemen maatregelen 48 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Inzetten diverse mogelijke instrumenten (energiesnoeiers, premies, Vlaamse energielening, ….;) Regelmatige contacten met huurder voor opvolging Zo nodig en mogelijk contacten en afspraken met eigenaar Vervolgbezoek 1 jaar na afsluiten dossier Personeelsinzet: - Projectcoördinator (0,05 VE – gesubsidieerd): staat in voor supervisie van de concrete uitvoering van de activiteit en het bespreken van eventuele probleemdossiers. - Energiewerkers (1,5 VE ‐ niet‐gesubsidieerd): staan in voor de begeleiding van gezinnen met problemen op het vlak van een te hoog energieverbruik Meetindicatoren: - P.7°/1 Aantal begeleidingsdossiers energiewerker Databron: registratie woonwinkel (dossiers energie) Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3. - E.7°/2: Aantal begeleidingsdossiers waarvan de energiefactuur substantieel is gedaald Toelichting: Doel van de begeleidingsacties is een gevoelige daling van de energiefactuur. Een vervolgbezoek 1 jaar na het afsluiten van de begeleiding moet uitmaken of de begeleiding het beoogde effect heeft gehad. Databron: werkingsverslag project energiewerker Beoogd resultaat: zie tabel onder punt 6.3.
49 Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
50
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 1: Het begeleiden en ondersteunen van de deelnemende gemeenten bij de ontwikkeling van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,25 VTE - Woonbegeleider: 0,10 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Werkingsjaren Databron 7 8 9 Verplichte acties: Begeleiding & P1°/1.: Opvolging, uitvoering, tussentijdse X X X ondersteuning bij De uitgewerkte beleidsvisie wordt evaluatie en evt. bijsturing van de Werkingsverslag ontwikkeling van een opgevolgd en uitgevoerd in Izegem, beleidvisie in Izegem, Ingelmunster, gemeentelijke Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke beleidsvisie inzake wonen en Wielsbeke Bijzondere aandacht: Koppeling ruimtelijke plannen gemeenten P1°/2.: Werkingsverslag X X De uitgewerkte beleidsvisie wordt tussentijds geëvalueerd en zo nodig aangevuld of bijgestuurd in Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke. Specifieke accenten per gemeente (waarvoor indicatoren worden opgesteld) Izegem: X Evaluatie premiebeleid P.2°/1: Het premiebeleid wordt Verslagen LWO – geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd werkingsverslag – beslissing GR
6.3. Schematisch overzicht van de geplande activiteiten
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
P.2°/2: Het actieprogramma publieke gronden wordt opgevolgd en uitgevoerd P.2°/3: Het LTR ouderen wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd P.3°/1: niet‐conforme woonvormen siezoensarbeid worden strikt opgevolgd P.3°/2: Het toetsingskader voor woonontwikkelingen wordt geactualiseerd P.3°/3: Het actieprogramma publieke gronden wordt opgevolgd en uitgevoerd De overeenkomst gemeente – SHM De Mandelbeek wordt opgevolgd en uitgevoerd P.4°/1: Er wordt een stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit ingevoerd in Ledegem P.5°/1: Het premiebeleid in Oostrozebeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd P.6°/1.: De gemeentelijke initiatieven inzake energie in Wielsbeke worden X X X X X X X X
51
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Opvolgen uitvoering actieprogramma Tussentijdse evaluatie LTR ouderen Ingelmunster: Opvolgen niet‐conforme woonsituaties seizoensarbeid Actualisatie toetsingskader woonontwikkelingen Opvolgen uitvoering actieprogramma Opvolgen overeenkomst gemeente – SHM De Mandelbeek Ledegem: Invoeren stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit Oostrozebeke: Evaluatie premiebeleid Wielsbeke: Coördinatie gemeentelijke initiatieven energie
X X X X X X X X X X
Verslagen LWO – werkingsverslag Verslagen LWO – werkingsverslag – beslissing GR Verslagen LWO – werkingsverslag Verslagen LWO – werkingsverslag – beslissing GR Verslagen LWO – werkingsverslag Verslagen LWO – werkingsverslag Beslissing gemeenteraad Verslagen LWO – werkingsverslag – beslissing GR Verslagen LWO – werkingsverslag
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
gecoördineerd P.6°/2: Het premiebeleid wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd P.6°/3: Het LTR ouderen wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd X
52
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Invoeren verbeteringspremie voor eigenaars‐verhuurders SVK Evaluatie premiebeleid Tussentijdse evaluatie LTR X
X
Verslagen LWO – werkingsverslag – beslissing GR Verslagen LWO – werkingsverslag – beslissing GR
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
53
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.1°/2. De uitgewerkte beleidsvisie inzake wonen wordt opgevolgd, uitgevoerd en zo nodig bijgestuurd in Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem werkingsverslag werkingsverslag Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag Ledegem werkingsverslag werkingsverslag Oostrozebeke werkingsverslag werkingsverslag Wielsbeke werkingsverslag werkingsverslag P.2°/1. Het premiebeleid in Izegem wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem werkingsverslag P.2°/2. Het actieprogramma in Izegem wordt opgevolgd en bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag
P.1°/1. De uitgewerkte beleidsvisie inzake wonen wordt geëvalueerd en geactualiseerd in Izegem, Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke en Wielsbeke Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag Ledegem werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag Oostrozebeke werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag Wielsbeke werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag
Activteit 1 ‐ Het begeleiden en ondersteunen van de deelnemende gemeenten bij de ontwikkeling van een gemeentelijke beleidsvisie op het vlak van wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
54
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.2°/3. Het lokaal toewijzingsreglement in Izegem wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem werkingsverslag P.3°/1. Niet‐conforme woonvormen seizoensarbeid Ingelmunster worden strikt opgevolgd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag P.3°/2. Het toetsingskader woonontwikkelingen wordt geactualiseerd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag P.3°/3. Het actieprogramma in Ingelmunster wordt opgevolgd en bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag P.3°/4. De overeenkomst gemeente – SHM De Mandelbeek wordt opgevolgd en uitgevoerd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Ingelmunster werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag P.4°/1. Er wordt een stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit ingevoerd in Ledegem Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Ledegem werkingsverslag P.5°/1. Het premiebeleid in Oostrozebeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Oostrozebeke werkingsverslag
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
55
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.6°/1. De gemeentelijke initatieven inzake energie in Wielsbeke worden gecoördineerd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Wielsbeke werkingsverslag P.6°/2. Het premiebeleid in Wielsbeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Wielsbeke werkingsverslag werkingsverslag P.6°/3. Het lokaal toewijzingsreglement in Wielsbeke wordt geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Wielsbeke werkingsverslag
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
X X
X
56
X X X
Werkingsjaren 7 8
P2°/1: Aantal bijeenkomsten van het lokaal woonoverleg P.2°/2 Bijeenkomsten regionaal overleg P.2°/3: Netwerkvorming inzake wonen op lokaal en regionaal niveau
Meetindicatoren
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 2: Het faciliteren van het woonoverleg met alle woonactoren Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,25 VTE - Woonbegeleider: 0,10 VTE Acties Korte omschrijving Verplichte acties: Faciliteren van het lokaal Regelmatige bijeenkomsten lokaal woonoverleg woonoverleg per gemeente o.m. met oog op: Bijzondere aandacht: - Afstemming Opvolgen BSO huur > zo nodig werk woonprojecten en maken van convenant acties diverse actoren Opvolgen BSO koop > mogelijkheden na schrapping subsidies - Programmatie sociale woningbouw Tussentijdse evaluatie lopende lokale toewijzingsreglementen - Opvolging BSO - Evt. LTR of reglement sociaal wonen Optionele acties: Waar nodig organiseren Via algemene vergadering HRI en ad hoc werkgroepen van regionaal overleg m.b.t. wonen Actieve deelname diverse fora op lokaal Netwerkvorming op en regionaal niveau lokaal en regionaal niveau X X X
9
Werkingsverslag Werkingsverslag
Verslagen lokaal woonoverleg + beknopt werkingsverslag
Databron
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Werkingsjaar 9 werkingsverslag
Werkingsjaar 9 werkingsverslag
Werkingsjaar 9 4 2 2 2 2
57
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.2°/1 Aantal bijeenkomsten van het lokaal woonoverleg Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 4 4 Ingelmunster 2 2 Ledegem 2 2 Oostrozebeke 2 2 Wielsbeke 2 2 P.2°/2 Aantal bijeenkomsten van het regionaal overleg Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Alle gemeenten werkingsverslag werkingsverslag P.2°/3 Netwerkvorming inzake huisvesting p lokaal en reginaal niveau Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Alle gemeenten werkingsverslag werkingsverslag
Activiteit 2: Het faciliteren van het woonoverleg met alle woonactoren Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
58
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,15 VTE - Woonbegeleider: 1,10 VTE - Technisch adviseur: 0,25 VTE Niet‐gesubsidieerde personeelsleden: - Woonbegeleider: 1,00 VTE - Medewerker administratie en loket: 0,72 VTE - Logistiek medewerker: 0,5 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Werkingsjaren 7 8 9 Verplichte acties: P3°‐a/1: Aanbieden van # contacten met vragen over premies Woonwinkel als “front‐office” van de X X X gestructureerde die door de Woonwinkel geïnformeerd klantgerichte dienstverlening basisinformatie aan de worden inwoners van de In Izegem: gemeenten over: E.3°‐a/2: Loket 24u per week open X X X # aantal bezoekers die duidelijk Huisvestingsmaatre verstaanbare informatie krijgen op gelen diverse vragen over premies In Ingelmunster, Ledegem, Oostrozebeke overheidsniveaus en Wielsbeke: E.3°‐a/3: 2 halve zitdagen per week # geweigerde premie‐aanvragen op het X X X totaal # premie‐aanvragen. P.3°‐a/4: X X X # gemeentelijke en gewestelijke premie‐ aanvragen
Registratieprogramma Woonwinkel + bevraging van steekproef (typevragenlijstje) Gegevens premie‐ aanvragen HRI Cijfergegevens provincie en Vlaams Gewest
Registratieprogramma Woonwinkel
Databron
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Huuraangelegenhed en Sociaal huren, kopen of lenen REG, duurzaam (ver)bouwen en – energieproductie Meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen Actuele beleidsmaatregelen
Optionele acties:
P.3°‐b/: # contacten met vragen over huren die door de Woonwinkel geïnformeerd worden P.3°‐c/: # contacten met vragen over sociaal huren, kopen en lenen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden P.3°‐d/: # contacten met vragen over REG, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie die door de Woonwinkel geïnformeerd worden P.3°‐e/: # contacten met vragen over meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden P3°‐f/1: # contacten met vragen over beleidsmaatregelen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden E.3°‐f/2: # bezoekers die duidelijk verstaanbare informatie krijgen op vragen over beleidsmaatregelen over wonen X X X X X X
59
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
X X X X X X X X
X X X X
Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel + bevraging van steekproef (typevragenlijstje)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
3.1. Aanbieden van sociaal en technisch advies en aanbieden van begeleiding op maat op vlak van wonen 3.2. Het nemen van sensibiliseringsacties op het vlak van wonen
P.3.1.‐b/1: # dossiers sociaal en technisch advies op het vlak van wonen aan mensen in een kwetsbare woonsituatie E.3.1.‐b/2: # opgeloste dossiers van mensen in kwetsbare woonsituatie P.3.1.‐c/1: # dossiers gerechtelijke uithuiszetting E.3.1.‐c/2: # opgeloste dossiers gerechtelijke uithuiszetting P.3.1.‐d/: # verhuringen crisisopvang P.3.2./1: # deelnemers vormingsprogramma’s i.v.m. wonen P.3.2./2: # sensibili‐seringsacties i.v.m. wonen
P.3.1.‐a/: # burgers die sociaal en/of technisch advies gekregen hebben X X X X X X X X
60
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Woonwinkel als “front‐office” van de klantgerichte dienstverlening – via loket + flexibele inzet voor afspraak buiten zituren of huisbezoeken ter plaatse – ngl. Vraag inzet van woonbegeleider en/of technissch adviseur + Waar nodig preventieve begeleiding gerechtelijke uithuiszetting + Aanbod crisiswoningen met begeleiding (Izegem – Ledegem – Oostrozebeke) Bijzondere aandacht: - Actualisatie visietekst en invulling methodiek “Het woonwinkelmodel concreet gemaakt” - Jaarlijks overleg met samenwerkende partners (OCMW, Vredegerecht, Welzijnswerk Intern oprichting van een werkgroep sensibilisering die deze acties coördineert. Opzetten van diverse bekendmakingsacties m.b.t. wonen voor
X X X X X X X X X X X X X X X X
Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Gegevens HRI Gegevens HRI Gegevens HRI Werkingsverslag Werkingsverslag
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
P.3.3./3: # sensibili‐seringsacties inzake wonen voor potentiële doorverwijzers
X
61
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
burgers en potentiële doorverwijzers Bijzondere aandacht: - Evaluatie aanpak sensibilisering - Samenwerking met gemeentelijke informatiediensten - Koppeling website HRI en website gemeenten X
X
Werkingsverslag
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Totaal 450 90 90 90 90 810
Totaal 450 90 90 90 90 810
62
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Werkingsjaar 9 150 30 30 30 30 270
P.3°‐a/4 Aantal gewestelijke premie‐aanvragen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 150 150 Ingelmunster 30 30 Ledegem 30 30 Oostrozebeke 30 30 Wielsbeke 30 30 Totaal 270 270
Werkingsjaar 9 150 30 30 30 30 270
P.3°‐a/4 Aantal gemeentelijke premie‐aanvragen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 150 150 Ingelmunster 30 30 Ledegem 30 30 Oostrozebeke 30 30 Wielsbeke 30 30 Totaal 270 270
P.3°‐a/1 Aantal contacten met vragen over premies die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 750 750 750 2.250 Ingelmunster 250 250 250 750 Ledegem 250 250 250 750 Oostrozebeke 250 250 250 750 Wielsbeke 250 250 250 750 Totaal 1.750 1.750 1.750 5.250
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
63
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.3°‐d/ Aantal contacten met vragen over rationeel energiegebruik, duurzaam (ver)bouwen en duurzame energieproductie die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 75 75 75 225 Ingelmunster 25 25 25 75 Ledegem 25 25 25 75 Oostrozebeke 25 25 25 75 Wielsbeke 25 25 25 75 Totaal 175 175 175 525
P.3°‐c/ Aantal contacten met vragen over sociaal huren, sociaal kopen en sociaal lenen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 200 200 200 600 Ingelmunster 50 50 50 150 Ledegem 100 100 100 300 Oostrozebeke 100 100 100 300 Wielsbeke 100 100 100 300 Totaal 550 550 550 1.650
P.3°‐b/ Aantal contacten met vragen over huren die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 400 400 400 1200 Ingelmunster 100 100 100 300 Ledegem 80 80 80 240 Oostrozebeke 100 100 100 300 Wielsbeke 100 100 100 300 Totaal 780 780 780 2.340
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
64
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.3°‐f/ Aantal contacten met vragen over (actuele) beleidsmaatregelen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 150 150 150 450 Ingelmunster 50 50 50 150 Ledegem 50 50 50 150 Oostrozebeke 50 50 50 150 Wielsbeke 50 50 50 150 Totaal 350 350 350 1.050 Optionele actie 3.1. Het aanbieden van sociaal en technisch advies op het vlak van wonen enerzijds en het aanbieden van begeleiding op maat in het kader huisvesting anderzijds P.3.1.‐a/. Aantal burgers die sociaal en/of technisch advies gekregen hebben op het vlak van wonen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 750 750 750 2.250 Ingelmunster 250 250 250 750 Ledegem 250 250 250 750 Oostrozebeke 250 250 250 750 Wielsbeke 250 250 250 750 Totaal 1.750 1.750 1.750 5.250
P.3°‐e/ Aantal contacten met vragen over meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen, zorgwonen die door de Woonwinkel geïnformeerd worden Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 30 30 30 90 Ingelmunster 10 10 10 30 Ledegem 10 10 10 30 Oostrozebeke 10 10 10 30 Wielsbeke 10 10 10 30 Totaal 70 70 70 210
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Werkingsjaar 9 12 2 2
P.3.1.‐d/ Aantal verhuringen crisisopvang Werkingsjaar 7 Izegem 12 Ledegem 2 Oostrozebeke 2
Totaal 36 6 6
Totaal 30 6 6 6 6
65
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Werkingsjaar 8 12 2 2
Werkingsjaar 9 10 2 2 2 2
P.3.1.‐c/1 Aantal dossiers gerechtelijke uithuiszetting Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 10 10 Ingelmunster 2 2 Ledegem 2 2 Oostrozebeke 2 2 Wielsbeke 2 2
P.3.1.‐b/1 Aantal dossiers sociaal en technisch advies op het vlak van wonen aan mensen in een kwetsbare woonsituatie Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 30 30 30 90 Ingelmunster 10 10 10 30 Ledegem 10 10 10 30 Oostrozebeke 10 10 10 30 Wielsbeke 10 10 10 30 Totaal 70 70 70 210
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.) Optionele actie 3.1. Het aanbieden van sociaal en technisch advies op het vlak van wonen enerzijds en het aanbieden van begeleiding op maat in het kader huisvesting anderzijds
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Werkingsjaar 9 3
Totaal 9
66
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.3.2./3 Aantal sensibiliseringsacties i.v.m. wonen, gerciht naar potentiële doorverwijzers Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Totaal gemeenten 2 2 2 6
P.3.2./2 Aantal sensibiliseringsacties i.v.m. wonen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Totaal gemeenten 3 3
Activiteit 3: Het aanbieden van gestructureerde basisinformatie aan de inwoners van de deelnemende gemeenten over diverse aspecten i.v.m. wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.) Optionele actie 3.2. Het nemen van sensibiliseringsacties op het vlak van wonen P.3.2./1 Aantal deelnemers aan een vormingsprogramma i.v.m. wonen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Totaal gemeenten 60 60 60 180
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
X X X X X
67
X X X X X
Werkingsjaren 7 8
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 4: Activiteiten gericht op de verbetering van de kwaliteit van het volledige woningpatrimonium Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,10 VTE - Woonbegeleider: 0,30 VTE - Technisch adviseur: 1,00 VTE Niet‐gesubsidieerde personeelsleden: - Woonbegeleider: 0,20 VTE - Technisch adviseur: 0,50 VTE - Medewerker administratie en loket: 1,60 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Verplichte acties Uitwerken kwaliteitsbeleid in alle gemeenten, gebaseerd op een 3‐ Vermoedenslijst P.4°‐a/1: vermoedenslijst VW sporenbeleid: verwaarloosde doorsturen naar het agentschap woningen doorgeven Actieve bestrijding van leegstand, aan agentschap verwaarlozing, en OO via toepassing P.4°‐a/2: # verwaarloosde panden instrumenten VWC en gemeentelijk Optionele actie: opgenomen in gemeentelijke inventaris heffingsreglement Gemeentelijk E.4°‐a/3: # verwaarloosde panden, heffingsreglement exclusief de nieuwe opnames in de VW vaststellen en inventaris (12 md) verwerken P.4°‐b,c/1: # afgewerkte dossiers OO OO‐procedure Art. 135 toepassen E.4°‐b,c/2: # woningen opgenomen in OO‐procedure VWC inventaris OO, exclusief de nieuwe toepassen opnames in de inventaris (12 md) Optionele acties X X X X X
9
Inventaris OO
Inventaris VW Inventaris VW Inventaris OO
Inventaris VW + bewijs doorsturen
Databron
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Optionele acties: 4.1.: Vaststellen en verwerken gemeentelijke premiereglementen op vlak van wonen 4.2.: Vaststellen en
Uitvoeren vooronderzoeken Gemeentelijk hefffingsreglement OO vaststellen en verwerken Inspectie RWO inschakelen Procedure overbewoning toepassen Optionele actie: Aanpakken probleemsituaties in kader van seizoensarbeid Procedure uitreiken CA toepassen
P.4.1./1: # toegekende huisvestingspremies aan pariculieren P.4.2./1: # adviesdossiers i.v.m.
P.4°‐d/1= # dossiers ism Inspectie P.4°‐e/1: # afgewerkte dossiers overbewoning P.4°‐f/1: # afgewerkte dossiers CA
X X X X X
68
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Verstrekken van huisvestingspremies aan particulieren, rekening houdend met de specifieke huisvestingsnoden en mogelijkheden in elke gemeente. Aandacht voor correcte toepassing van X X X X X
X X X X X
Werkingsverslag Inventaris overbewoning Gegevens HRI Gegevens HRI Gegevens HRI
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
4.3.: Uitvoeren van conformiteitsonderzoek en in kader van mogelijke SVK‐verhuring
verwerken gemeentelijke verordeningen woningkwaliteit op het vlak van wonen
toepassing van de stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit (Izegem – Ingelmunster – Wielsbeke) P.4.3./1: # conformiteitsonderzoeken in mogelijke SVK‐woningen X
X
69
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
de geldende kwaliteitsnormen Uitvoering van afsprakenkader tussen gemeenten, SVK en minister X
X X
X
Gegevens HRI Gegevens HRI
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Totaal 30 6 6 6 6 54
70
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.4°‐b,c/1. Aantal afgewerkte dossiers OO Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 10 10 10 30 Ingelmunster 3 3 3 9 Ledegem 3 3 3 9 Oostrozebeke 3 3 3 9 Wielsbeke 3 3 3 9 Totaal 22 22 22 66 Gezien er slechts een minimaal aantal dossiers te verwachten zijn voor de indicatoren P.4°‐d/1, P.4°‐e/1 en P.4°‐f/1 worden geen cijifergegevens vooropgesteld. Dit zal via een beknopt werkingsverslag gerapporteerd worden.
P.4°‐a/2 Aantal verwaarloosde panden opgenomen in gemeentelijke inventaris Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem 10 10 10 Ingelmunster 2 2 2 Ledegem 2 2 2 Oostrozebeke 2 2 2 Wielsbeke 2 2 2 Totaal 18 18 18
Activiteit 4: Activiteiten gericht op de verbetering van de kwaliteit van het volledige woningpatrimonium Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren – voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
71
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Optionele actie 4.1.. Het vaststellen, administratief en technisch opvolgen van gemeentelijke premiereglementen op het vlak van wonen P.4.1./1 Aantal toegekende huisvestingspremies aan particulieren Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 120 120 120 360 Ingelmunster 25 25 25 75 Ledegem 25 25 25 75 Oostrozebeke 25 25 25 75 Wielsbeke 25 25 25 75 Totaal 220 220 220 660 Optionele actie 4.2. Het vaststellen, administratief en technisch opvolgen van gemeentelijke verordeningen op het vlak van wonen P.4.2./1 Aantal adviesdossiers i.v.m. toepassing stedenbouwkundige verordening woningkwaliteit Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 12 12 12 36 Ingelmunster 4 4 4 12 Ledegem 4 4 8 Wielsbeke 4 4 4 12
Activiteit 4: Activiteiten gericht op de verbetering van de kwaliteit van het volledige woningpatrimonium Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren – voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
72
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Optionele actie 4.3.. Het uitvoeren van conformiteitsonderzoeken in het kader van mogelijke SVK‐ verhuring P.4.3./1 Aantal conformiteitsonderzoeken in mogelijke SVK‐woningen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 20 20 20 60 Ingelmunster 5 5 5 15 Ledegem 5 5 5 15 Oostrozebeke 5 5 5 15 Wielsbeke 5 5 5 15 Totaal 40 40 40 120
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
73
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 5: Initiatieven in het kader van een grond‐ en pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,15 VTE - Technisch adviseur: 0,50 VTE Niet‐gesubsidieerde personeelsleden: - Technisch adviseur: 0,25 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Werkingsjaren 1 2 Verplichte acties: X X Het opmaken; bijhouden Actieve bestrijding van leegstand door P.5°‐a/1: # leegstaande panden van een opgenomen in inventaris actief opsporen en inventariseren van leegstandsregister leegstaande panden + toepassen gemeentelijk heffingsreglement E.5°‐a/2: # woningen op X X Optionele actie: leegstandsinventaris exclusief de nieuwe opnames in de inventaris (12 maanden) - Vaststellen en verwerken gemeentelijk heffingsreglement leegstand Opvolgen actieprogramma Uitwerken P.5°‐b/1:opvolging actieprogramma X X (semi)publieke gronden (in de actieprogramma (semi)publieke gronden gemeenten waar dit relevant is) (semi)publieke gronden Periodieke opvolging planning sociale Realiseren BSO P.5°‐c/1: planning BSO wordt periodiek X X woonprojecten in het lokaal woonoverleg opgevolgd en zo nodig bijgestuurd X X X X
3
Schema’s toets BSO + gegevens Vlaamse voortgangstoets
Werkingsverslag
Inventaris LS Inventaris LS
Databron
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
74
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 5: Initiatieven in het kader van een grond‐ en pandenbeleid met het oog op betaalbaar wonen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren – voor toelichting zie onder 6.2.) P.5°‐a/1 Aantal leegstaande panden opgenomen in gemeentelijke inventaris Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Totaal Izegem 50 50 50 150 Ingelmunster 15 15 15 45 Ledegem 15 15 15 45 Oostrozebeke 15 15 15 45 Wielsbeke 15 15 15 45 Totaal 110 110 110 330 P.5°‐b/1 Het actieprogramma (semi)publieke onbebouwde percelen wordt opgevolgd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem Werkingsverslag Werkingsverslag Werkingsverslag Ingelmunster Werkingsverslag Werkingsverslag Werkingsverslag Ledegem niet van toepassing Oostrozebeke niet van toepassing Wielsbeke niet van toepassing P.5°‐c/1 De planning BSO wordt periodiek opgevolgd en zo nodig bijgestuurd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Izegem Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Ingelmunster Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Ledegem Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Oostrozebeke Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Wielsbeke Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO Schema opvolging BSO
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
75
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 6: Het nemen van initiatieven voor de begeleiding van de sociale huurder met oog op een betere koppeling tussen ‘wonen’ en ‘welzijn’ Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,05 VTE - Woonbegeleider: 0,60 VTE Niet gesubsidieerde personeelsleden: - Woonbegeleider: 0,24 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Werkingsjaren 1 2 Facultatieve actie P.6°‐a/1: # dossiers sociale huurders X Begeleiding van sociale huurders in een X Het nemen van problematische woonsituatie (in overleg initiatieven ter met betrokken SHM) om op die manier begeleiding van de E.6°‐a/2: # opgeloste dossiers sociale een procedure tot gerechtelijke sociale huurder uithuiszetting te vermijden huurders X X Invoeren LTR proefwonen in opvolging en Invoeren en opvolgen experimenteel project proefwonen; IGS P.6°‐b/1: # begeleidingsdossiers X X van een LTR proefwonen coördineert werking multidisciplinair proefwonen in elke gemeente team proefwonen in de regio E.6°/2: # opgeloste begeleidingsdossiers X X proefwonen Sroomlijnen diverse initiatieven ‘Wonen P.6°‐c/1: de diverse initiatieven op het Afstemming initiatieven – Welzijn’ via nieuwe overleggroep vlak van ‘Wonen – Welzijn’ worden op X X ‘Wonen – Welzijn’ Wonen ‐ Welzijn elkaar afgestemd
X X X X X
3
Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Registratieprogramma Woonwinkel Werkingsverslag
Registratieprogramma Woonwinkel
Databron
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Werkingsjaar 9 2 1 1 1 1
Werkingsjaar 9 10 3 3
Totaal 6 3 3 3 3
Totaal 30 9 9
76
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.6°‐c/1. De diverse initiatieven op het vlak van ‘Wonen – Welzijn’ worden op elkaar afgestemd Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Werkingsjaar 9 Alle gemeenten werkingsverslag werkingsverslag werkingsverslag
P.6°‐b/1. Aantal begeleidingsdossiers proefwonen Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 2 2 Ingelmunster 1 1 Ledegem 1 1 Oostrozebeke 1 1 Wielsbeke 1 1
P.6°‐a/1. Aantal dossiers sociale verhuring Werkingsjaar 7 Werkingsjaar 8 Izegem 10 10 Oostrozebeke 3 3 Wielsbeke 3 3
Activiteit 6: Het nemen van initiatieven voor de begeleiding van de sociale huurder in het kader van huisvesting Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren – voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
77
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Activiteit 7: Het nemen van initiatieven m.b.t. rationeel energieverbruik, met bijzondere aandacht voor ondersteuning van huurders, met oog op een meer verantwoord energieverbruik Personeelsinzet: Gesubsidieerde personeelsleden: - Projectcoördinator: 0,05 VTE Niet‐gesubsidieerde personeelsleden: - Energiewerker: 1,00 VTE Acties Korte omschrijving Meetindicatoren Werkingsjaren Databron 1 2 3 Facultatieve activiteit X Via inzet energie werker analyse van de P.7°/1: # begeleidingsdossiers X X Intensieve begeleiding Registratie woonwinkel energiewerker problematiek maken in huurwoningen van huurders en (aangemelde adressen via sociale eigenaars door E.7°/2: # begeleidingsdossiers waarvan X diensten), opstellen actieplan en X X energiewerker om de Werkingsverslag de energiefactuur substantieel is opvolgen van te nemen maatregelen knelpunten van te hoog gedaald energieverbruik in huurwoningen weg te werken en zo de energiefactuur te doen dalen
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Werkingsjaar 3 45 15 15 15 15 105
Totaal 111 37 37 37 37 259
78
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
P.7°/1. Aantal begeleidingsdossiers energiewerker Werkingsjaar 1 Werkingsjaar 2 Izegem 33 33 Ingelmunster 11 11 Ledegem 11 11 Oostrozebeke 11 11 Wielsbeke 11 11 Totaal 77 77
Activiteit 7: Het nemen van initiatieven die meegroeiwonen, levenslang en aanpasbaar wonen en zorgwonen stimuleren en ondersteunen Beoogde resultaten per werkingsjaar (voor prestatie‐indicatoren ‐ voor toelichting zie onder 6.2.)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
WOONBEGELEIDER Gesubsidieerde VTE’s: 2 VTE Activiteit 1.: 0,10 VTE Activiteit 2: 0,10 VTE Activiteit 3: 1,10 VTE Activiteit 4: 0,30 VTE Activiteit 6: 0,40 VTE Niet‐gesubsdieerde VTE’s: 1,44 VTE Activiteit 3: 1,00 VTE Activiteit 4: 0,20 VTE Activiteit 6: 0,24 VTE TECHNISCH ADVISEUR Gesubsidieerde VTE’s: 1,75 VTE Activiteit 3: 0,25 VTE Activiteit 4: 1,00 VTE Activiteit 5: 0,50 VTE Niet‐gesubsidieerde VTE’s: 0,75 VTE Activiteit 4: 0,50 VTE Activiteit 5: 0,25 VTE ENERGIEWERKER Niet‐gesubsidieerde VTE’s: 1,5 VTE Activiteit 7: 1,50 VTE
MEDEWERKER ADMINISTRATIE EN LOKET Niet‐gesubsidieerde VTE’s: 2,22 VTE Activiteit 3. 0,72 VTE Activiteit 4: 1,50 VTE
79
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Inzet niet‐gesubsidieerd personeelslid – niet verbonden aan een specifieke activiteit: boekhouder 0,10 VTE
PROJECTCOORDINATOR Gedubsidieerde VTE’s: 1 VTE Activiteit 1.: 0,25 VTE Activiteit 2: 0,25 VTE Activiteit 3: 0,15 VTE Activiteit 4: 0,10 VTE Activiteit 5: 0,15 VTE Activiteit 6: 0,05 VTE Activiteit 7: 0,05 VTE
OVERZICHT INZET PERSONEEL PER FUNCTIE
LOGISTIEK MEDEWERKER Niet‐gesubsidieerde VTE’s: 0,5 VTe Activiteit 3: 0,5 VTE
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
6.4.
Voorziene startdatum van het project
Rekening houdend met de looptijd van de subsidieperiode, de bepaling in artikel 16 van het Besluit van de Vlaamse regering houdende subsidiëring van projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid wordt – mits goedkeuring – als startdatum voorzien: 1 oktober 2015
7. MEERJARENBEGROTING VOOR DE VOLLEDIGE SUBSIDIERINGSPERIODE 7.1. JAARLIJKSE PERSONEELSKOST Rekening houdend met de bepalingen in artikel 8 van het Besluit van de Vlaamse regering van 21/09/07 (en latere wijzigingen) kunnen volgend aantal personeelsleden ingebracht worden voor subsidiëring door de Vlaamse overheid: Basis: 2 VE Toeslag op basis van het aantal private huishoudens (> 20.001): 1 VE 0,5 VE Toeslag op basis van # gemeenten in het werkingsgebied (5): Toeslag op basis van # gemeenten met minder dan 5.000 private huishoudens (4): 1,5 VE Totaal: 5 VE De Vlaamse subsidie bedraagt 60% van het personeel dat kan ingebracht worden. Teneinde een kwaliteitsvolle dienstverlening te kunnen garanderen, zullen echter 6,26 VE extra personeelsleden in het project ingezet worden (in totaal 11,26 VE). Dit wordt mogelijk gemaakt dankzij een relatief hoge financiële input van de betrokken lokale besturen (zo’n 65,5% gemeenten + OCMW’s samen) en loonpremies (sociale maribel). Overzicht van het personeel dat ingezet wordt en de subsidies die kunnen aangevraagd worden:
Inzet personeelsleden die in aanmerking komen voor subsidies werkingsjaar Naam Functie VE 1 95.641,25 Benoit Sintobin projectcoördinator 1 46.731,29 Natahlie Vandendriessche woonbegeleider 0,8 43.020,81 Veerle Verkest woonbegeleider 0,8 18.756,68 Annelies Vierstraete Woonbegeleider 0,4 57.438,36 Johan Vansteenkiste technisch adviseur 1 technisch adviseur / 51.091,74 Alain Deburghgraeve energiewerker 1 312.680,13 Totaal 5,00 93.804,04 60% personeelskost 93.804,04 Totaal subsidie
werkingsjaar 2 98.988,69 48.366,89 44.526,54 19.413,16 59.448,70
werkingsjaar 3 102.453,30 50.059,73 46.084,97 20.092,62 61.529,41
52.879,95
54.730,75
323.623,93 97.087,18 97.087,18
334.950,77 100.485,23 100.485,23
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
80
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Inzet personeelsleden die niet in aanmerking komen voor subsidies werkingsjr werkingsjr Naam Functie VE 1 2 21.202,77 21.944,87 Isabelle Malfait woonbegeleider 0,34 28.135,03 29.119,76 Annelies Vierstraete woonbegeleider 0,60 23.445,86 24.266,47 Sofie Vervaecke woonbegeleider 0,5 technisch adviseur / 48.161,66 49.847,32 Frederik Deveugle energiewerker 1 45.542,94 36.786,94 Jos Laridon Energiewerker 1 10.836,45 11.215,73 Patricia Vandeputte medew. admin.& loket 0,22 44.062,02 45.604,19 Sofie Defour medew. admin.& loket 1 42.596,08 44.086,94 Debby Vermeeersch medew. admin.& loket 1 8.907,78 9.219,55 Tine Vinckier Boekhouder 0,10 17.941,71 18.569,67 X (jaalijks wisselend) logistiek medewerker 0,50 Totaal 6,26 280.832,30 290.661,43 Totaal inzet personeel voor dit project 11,26 593.512,43 614.285,37
werkingsjr 3
22.712,94 30.138,95 25.115,79 51.591,97 38.074,49 11.608,28 47.200,34 45.629,99 9.542,24 19.219,61 300.834,58
635.785,35
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
81
0,00
55.851,71
0,00
0,00
Logist.
Personeelskost
14.966,66
17.555,00
12.772,94
WB Personeelskost
TA
57.583,36
32.867,46
17.941,71
97.700,89
Med. Adm&Lok
Logist.
Personeelskost
0,00
0,00
104.659,64
19.219,61
35.208,45
Personeelskost
Logist.
Med. Adm&Lok
TA
82
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
101.120,43
18.569,67
34.017,83
281.924,52
17.941,71
97.494,55
93.704,60
72.783,66
0,00
312.680,13
TA
50.231,58
Personeelskost
108.530,10
WB
48.532,94
97.098,25
TA
95.641,25 108.508,78
46.891,72
93.814,73
15.382,35
WB
WB
Personeelskost
14.862,18
66.347,90
0,00 57.583,36
Niet-subsidiabele personeelsleden
90.642,25
TA
64.104,26
0,00
4.782,06
Niet-subsidiabele personeelsleden
Personeelskost
EW
WB
PC
0,00
0,00
0,00
14.966,66
Subsidiale personeelsleden
Activiteit 7
Personeelskost
Logist.
Med. Adm&Lok
TA
WB
Niet-subsidiabele personeelsleden
14.359,59
WB
15.368,00
12.897,99
0,00 23.538,74
PC
14.346,19
61.936,47
PC
14.848,30
12.461,83
4.782,06 18.756,68
Niet-subsidiabele personeelsleden
Personeelskost
TA
WB
PC
Subsidiale personeelsleden
12.040,42
jaar 7 Subsidiale personeelsleden
Activiteit 6
Alle activiteiten
Personeelskost
12.897,99
0,00
42.733,37
27.365,38
0,00
15.368,00
106.729,58
0,00
69.230,16
25.795,99
11.703,43
87.356,94
59.829,75
17.281,86
10.245,33
jaar 9
Subsidiale personeelsleden
0,00
12.461,83
0,00
41.288,28
26.439,98
0,00
14.848,30
103.120,36
0,00
66.889,04
24.923,66
11.307,67
84.402,83
57.806,51
16.697,45
9.898,87
jaar 8
Activiteit 3
0,00
12.040,42
0,00
0,00
TA
Personeelskost
0,00
0,00
WB
0,00
0,00
0,00
39.892,06
0,00
Personeelskost
25.545,87
TA
31.870,79
TA
WB
30.793,03
0,00 Niet-subsidiabele personeelsleden
29.751,72
0,00
Niet-subsidiabele personeelsleden
Personeelskost
0,00
0,00
14.346,19
TA
WB
PC
6.257,47
25.613,33
5.841,41
WB
6.045,86
23.910,31
PC
24.747,17
Subsidiale personeelsleden
99.633,20
0,00
64.627,09
Activiteit 5
Personeelskost
Logist.
Med. Adm&Lok
Subsidiale personeelsleden
0,00
0,00
0,00
24.080,83
Activiteit 2
0,00
0,00
0,00
TA
0,00
0,00
Med. Adm&Lok
0,00
0,00
TA
10.925,28
Niet-subsidiabele personeelsleden
81.548,63
WB
0,00
TA Personeelskost
0,00
0,00
0,00
31.870,79
WB
30.793,03
16.132,80
Niet-subsidiabele personeelsleden
29.751,72
WB
0,00
Personeelskost
6.257,47
TA
6.045,86
5.841,41
WB
9.564,13
Subsidiale personeelsleden PC
25.613,33
23.910,31
PC
jaar 7
Subsidiale personeelsleden
24.747,17
jaar 9 Activiteit 4
jaar 8
Activiteit 1
jaar 7
7.2. OVERZICHT PERSONEELSKOSTEN PER ACTIVITEIT PER WERKINGSJAAR
291.791,89
18.569,67
100.906,86
96.984,26
75.331,10
323.623,93
112.328,65
112.306,59
98.988,69
59.598,77
59.598,77
0,00
18.169,42
13.219,99
0,00
4.949,43
15.490,50
0,00
0,00
0,00
15.490,50
24.362,59
0,00
19.413,16
4.949,43
jaar 8
302.004,61
19.219,61
104.438,61
100.378,71
77.967,68
334.950,78
116.260,16
116.237,32
102.453,30
61.684,73
61.684,73
0,00
18.805,35
13.682,69
0,00
5.122,67
16.032,66
0,00
0,00
0,00
16.032,66
25.215,29
0,00
20.092,62
5.122,67
jaar 9
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
7.3. OVERZICHT VAN DE FINANCIERING PER WERKINGSJAAR
Overzicht per werkingsjaar van de begrote subsidie van het Vlaams Gewest en de financiering vanwege de verschillende deelnemers aan het project (apart per deelnemende gemeente, provincie, andere) en andere inkomsten: FINANCIERING Subsidie Vlaams Gewest Subs stad Izegem Subs gemeente Ingelmunster Subs gemeente Ledegem Subs gemeente Oostrozebeke Subs gemeenteWielsbeke Subtotaal gemeenten Subs OCMW Ingelmunster Subtotaal OCMW's Loonpremies Eigen inkomsten Subtotaal andere inkomsten ALGEMEEN TOTAAL
werkingsjaar 1 93.804,04 222.776,42 37.810,61 74.277,09 74.277,09 74.277,09 483.418,30 36.466,48 36.466,48 80.488,95 44.000,00 124.488,95 738.177,77
werkingsjaar % 2 12,71% 97.087,18 231.401,88 39.822,51 77.149,57 77.149,57 77.149,57 65,49% 502.673,10 37.327,06 4,94% 37.327,06 82.098,73 44.880,00 16,86% 126.978,73 100,00% 764.066,07
werkingsjaar % 3 12,71% 100.485,23 238.293,53 41.448,09 79.446,66 79.446,66 79.446,66 65,79% 518.081,60 37.998,32 4,89% 37.998,32 83.740,70 45.777,60 16,62% 129.518,30 100,00% 786.083,45
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
83
% 12,78% 65,91% 4,83% 16,48% 100,00%
N 613000 613002 613006 613007 613009 613012 613019 613020 613021 613022 613023 613024
Werkingsjaar 1 5.000,00 5.500,00 5.500,00 300,00 100,00 2.000,00 2.000,00 2.500,00 6.000,00 4.500,00 2.500,00 1.500,00
Werkingsjaar 2 5.100,00 5.610,00 5.610,00 306,00 102,00 2.040,00 2.040,00 2.550,00 6.120,00 4.590,00 2.550,00 1.530,00
Werkingsjaar 3 5.202,00 5.722,20 5.722,20 312,12 104,04 2.080,80 2.080,80 2.601,00 6.242,40 4.681,80 2.601,00 1.560,60 84
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
DIENSTEN EN DIVERSEN Huur secretariaat EGW secretariaat Onderhoud en herstelling secretariaat Inrichting secretariaat Brandverzekering secretariaat OH informaticamateriaal LWB GSM Telefoon Port/postzegels Bureelmateriaal Huur copiemachine Verzekering BA
De verdeelsleutels in kolom 3 wijzen op de onderverdeling voor gemeenschappelijke kosten tussen de verschillende afdelingen van de Huisvestingsdienst Regio Izegem (resp. lokaal woonbeleid, en SVK‐Wonen&Werken). III BEDRIJFSKOSTEN Werkingsjaar Werkingsjaar Werkingsjaar 7 8 9 KOSTEN woningen 611900 Crisiswoningen: huur 4.000,00 4.080,00 4.161,60 611902 Crisiswoningen: elektriciteit 10.500,00 10.710,00 10.924,20 611903 Crisiswoningen: gas 10.500,00 10.710,00 10.924,20 911904 Crisiswoningen: water 5.500,00 5.610,00 5.722,20 911905 Crisiswoningen: kabeltv 4.000,00 4.080,00 4.161,60 911906 Crisiswoningen: herstellingskosten 5.000,00 5.100,00 5.202,00 611909 Crisiswoningen: brandverzekering 1.000,00 1.020,00 1.040,40 611910 Crisiswoningen: OV 2.000,00 2.040,00 2.080,80 Subtotaal kosten woningen 42.500,00 43.350,00 44.217,00
8. BEGROTING Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
68.650,00
Werkingsjaar 1 95.741,25 46.731,29 43.020,81 46.891,71 57.438,36 51.091,74 21.202,77 23.445,86 48.161,66 45.542,94 10.836,45 44.062,02 42.596,08
500,00 2.000,00 5.500,00 500,00 1.000,00 500,00 100,00 1.250,00
750,00 8.000,00 150,00 2.000,00 4.000,00 2.000,00 3.000,00
69.856,62
Werkingsjaar 2 99.092,19 48.366,89 44.526,54 48.532,92 59.448,70 52.879,95 21.944,87 24.266,47 49.847,32 47.136,94 11.215,73 45.604,19 44.086,94
510,00 2.040,00 5.610,00 510,00 1.020,00 510,00 102,00 1.275,00
765,00 8.160,00 153,00 2.040,00 3.913,62 2.040,00 3.060,00
72.391,24
Werkingsjaar 3 102.560,42 50.059,73 46.084,97 50.231,57 61.529,41 54.730,75 22.712,94 25.115,79 51.591,97 48.786,74 11.608,28 47.200,34 45.629,99
520,20 2.080,80 5.722,20 520,20 1.040,40 520,20 104,04 1.300,50
780,30 8.323,20 156,06 2.080,80 5.129,38 2.080,80 3.121,20
85
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
BEZOLDIGINGEN diensthoofd BS woonbegeleider NV woonbegeleider VV woonbegeleider AV technisch adviseur JV technisch adviseur AD woonbegeleider IM woonbegeleider SV technisch adviseur FD energiewerker JL medew.adm&loket PV medew.adm&loket SD medew.adm&loket DV
620001 620002 620003 620004 620005 620006 620007 620008 620009 620010 620011 620012 620013
613035 613036 613038 613042 613044 613047 613048 613049
Boekhouding Beheerskosten sociaal secretariaat Kosten publicatie BS Medische dienst Kosten aanwerving personeel LWB Drukwerk en brochures Representatiekosten Documentatie algemeen/tijdschriften/boeken Opleidingen personeel Verplaatsingskosten Woonwinkel Aanschaf klein materiaal Advocaatkosten Geschenken Verzekering electronica Omnium dienstverplaatsingen subtotaal kosten diensten en diversen
613026 613027 613028 613030 613031 613033 613034
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
VIII. UITZONDERLIJKE KOSTEN ANDERE UTZONDERLIJKE KOSTEN 668001 Uitzondzerlijke kosten IGS Subtotaal Afschrijvingen
655.271,75
Werkingsjaar 3 0,00 0,00
Werkingsjaar 3 224,70 224,70 Werkingsjaar 3 208,08 216,49 424,57
Werkingsjaar 3 2.080,80 7.074,72 1.040,40 260,10 4.161,60 14.617,62
9.542,24 19.219,61 8.667,02
86
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Werkingsjaar 2 0,00 0,00
Werkingsjaar 1 0,00 0,00
KOSTEN VAN SCHULDEN Lening Dexia inrichting Subtotaal kosten van schulden ANDERE FINANCIELE KOSTEN Lidgelden Bankkosten Subtotaal andere financiële kosten
650180 644000 657000
Werkingsjaar 2 220,29 220,29 Werkingsjaar 2 204,00 212,24 416,24
633.112,80
Werkingsjaar 1 215,97 215,97 Werkingsjaar 1 200,00 208,08 408,08
611.703,19
9.219,55 18.569,67 8.373,94
Werkingsjaar 2 2.040,00 6.936,00 1.020,00 255,00 4.080,00 14.331,00
AFSCHRIJVINGEN Afschr. Software IGS Afschr.inst&machines IGS Afschr. meubilair IGS Afschr.inr. Kasteelstraat IGS Afschrijvingen inr crisiswoningen IGS Subtotaal Afschrijvingen V FINANCIELE KOSTEN
630210 630230 630250 630260 630265
8.907,78 17.941,71 8.090,76
Werkingsjaar 1 2.000,00 6.800,00 1.000,00 250,00 4.000,00 14.050,00
boekhouder TV Medew. logistiek pensioenfonds Subtotaal Personeelskosten
620014 620015 623007
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
OMZET Opbrengsten crisiswoningen Subtotaal Omzet
764.326,17 3.039,22
260,10
255,00 738.432,77 905,53
Werkingsjaar 2 260,10
Werkingsjaar 1 255,00
Werkingsjaar 2 44.880,00 44.880,00 Werkingsjaar 2 82.098,73 231.401,88 77.149,57 77.149,57 39.822,51 77.149,57 37.327,06 97.087,18 719.186,07
Werkingsjaar 1 44.000,00 44.000,00 Werkingsjaar 1 80.488,95 222.776,42 74.277,09 74.277,09 37.810,61 74.277,09 36.466,48 93.804,04 694.177,77
761.286,95
737.527,24
786.348,76 ‐798,12
265,30
Werkingsjaar 3 265,30
Werkingsjaar 3 45.777,60 45.777,60 Werkingsjaar 3 83.740,70 238.293,53 79.446,66 79.446,66 41.448,09 79.446,66 37.998,32 100.485,23 740.305,85
787.146,87
87
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
ANDERE BEDRIJFSOPBRENGSTEN sociale maribel LWB Subs stad Izegem LWB Subs gemeente Ledegem LWB Subs gemeente Oostrozebeke LWB Subs gemeente Ingelmunster LWB Subs gemeente Wielsbeke LWB Subs OCMW Ingelmunster LWB Co‐financiering Vlaams Gewest Subtotaal Omzet IV. FINANCIELE OPBRENGSTEN OPBRENGSTEN UIT VLOTTENDE ACTIVA 750000 Inkomsten van zichtrekeningen Subtotaal opbrengsten uit vlottende activa TOTAAL INKOMSTEN SALDO
740410 740511 740512 740513 740514 740515 740524 740547
701999
TOTAAL KOSTEN I. BEDRIJFSOPBRENGSTEN
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
88
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 3 van de agenda
Woonbeleid Regio Izegem ‐ aanvraagdossier voor verlenging subsidiëringsperiode 1.10.2015 – 30.09.2018 (3° subsidieperiode)
88
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 4 van de agenda
Dienstreglement Openbare Bibliotheek Ingelmunster
Elke burger kan in de gemeentelijke bibliotheek terecht met zijn vragen over kennis, cultuur, informatie en ontspanning. De bibliotheek speelt een actieve rol bij het beantwoorden van deze vragen en doet dit op een objectieve manier, vrij van levensbeschouwelijke, politieke en commerciële invloeden. Voor bepaalde diensten kan u 24 u. per dag terecht op ingelmunster.bibliotheek.be. Je kan er de catalogus raadplegen, gedigitaliseerde werken bekijken, de leentermijn verlengen, uitgeleende werken reserveren, uw eigen leengegevens controleren enz. Je vindt er ook de tarieven, de uitleenvoorwaarden en de openingsuren. Door u in te schrijven, verklaart u zich akkoord met dit reglement. 1. Toelatingsvoorwaarden ART.1.1. TOEGANKELIJKHEID
De bibliotheek is vrij toegankelijk voor iedereen die zich aan dit reglement houdt.
ART.1.2. LID WORDEN
Om gebruik te maken van de bibliotheek moet u als lid ingeschreven zijn. Bij inschrijving legt u een identiteitsbewijs voor: - als u Belg bent, uw identiteitskaart - als u buitenlander bent, een geldige persoonslegitimatie en een Belgische adreslegitimatie. Wie over een elektronische identiteitskaart beschikt, gebruikt deze als lenerspas. Is dit niet mogelijk, dan krijgt u bij inschrijving een lenerspas. Bij verlies of bij beschadiging worden kosten aangerekend voor een nieuwe pas.
Met het oog op de werking van de bibliotheek worden een aantal identiteitsgegevens verzameld in overeenstemming met de wetgeving op de bescherming van persoonsgegevens. Deze worden enkel gebruikt voor de eigen werking van de bibliotheek U hebt het recht om uw gegevens en die van de aan uw zorg toevertrouwde minderjarigen in te zien en /of te verbeteren.
Adreswijziging, wijziging van emailadres deelt u onmiddellijk mee in de bibliotheek, telefonisch of via e-mail
[email protected]
Lidmaatschap is persoonlijk en mag niet door anderen worden gebruikt. Als u uw kaart verliest, neemt u zo snel mogelijk contact op met de bibliotheek om het gebruik van de kaart te laten blokkeren. Voor het vervangen van een lenerspas wordt een vergoeding aangerekend. Als lener bent u aansprakelijk voor de werken die met uw lenerspas of elektronische identiteitskaart ontleend werden, ook als die met of zonder uw goedkeuring of medeweten door een andere persoon worden geleend. De door u ontleende werken mag u niet verder uitlenen.
Lidmaatschap is noodzakelijk voor het lenen van materialen en het gebruik van de bibliotheekcomputers. Voor het raadplegen van boeken, tijdschriften en kranten is geen lidmaatschap nodig.
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 4 van de agenda
2. Dienstverlening ART.2.1. BEGELEIDING
Voor informatie en begeleiding kunt u steeds een beroep doen op de medewerkers van de bibliotheek. Zij staan, in de mate van het mogelijke, ter beschikking voor algemene zoeksuggesties en technische assistentie.
ART.2.2. RAADPLEGEN IN DE BIBLIOTHEEK
Je kan alle materialen vrij raadplegen in de bibliotheekruimte. Ook internet en de digitale databanken, e-boeken waarop de bibliotheek geabonneerd is, worden gratis ter beschikking gesteld. De kosten voor afdrukken of kopies zijn ten laste van de gebruiker. In vele gevallen is het mogelijk om gegevens op een geheugenmedium op te slaan.
Voor de raadpleging van de archiefstukken en magazijncollectie, neem je contact op met een bibliotheekmedewerker.
ART.2.3. LENEN EN VERLENGEN
Je kan alle uitleenbare materialen gratis lenen met uitzondering van dvd’s. Enkele werken worden niet uitgeleend, o.m. kranten, materialen uit de archiefcollectie, belangrijke naslagwerken en het recentste tijdschriftnummer.
De lener is zelf verantwoordelijk voor het uitlenen van de materialen via de zelfuitleenbalie. Je kan wel steeds een beroep doen op een medewerker om hem hierbij te helpen.
Elke bibliotheekmedewerker is gerechtigd om de herkomst van een alarmsignaal bij het verlaten van de bibliotheek na te gaan.
De uiterste datum waarop u de geleende materialen moet terugbrengen, staat op het uitleenticket vermeld. U kunt deze gegevens ook opvolgen via de website van de bibliotheek.
Op één lenerspas kunnen maximaal 10 objecten uitgeleend worden.
Alle materialen behalve de sprintercollectie, kunnen voor 4 weken uitgeleend worden. De basisleentermijn is kosteloos. Bij het overschrijden van deze termijn (zonder te verlengen) wordt een vergoeding gevraagd. Materialen uit de sprintercollectie worden slechts voor 2 weken uitgeleend.
U kunt de leentermijn tot maximaal 8 weken verlengen op voorwaarde dat het werk niet door een andere gebruiker gereserveerd is. De leentermijn van de sprinters kan niet verlengd worden. U kunt de leentermijn verlengen aan de zelfuitleenbalie, de balie van de bibliotheek, via de website ingelmunster.bibliotheek.be, telefonisch of via mail. Wanneer verlengen via internet vanwege een technische storing niet mogelijk was, staat de bibliotheek geen kwijtschelding van boetegelden toe. Voor scholen, onthaalgezinnen, instellingen en socio-culturele organisaties bestaan specifieke uitleenvoorwaarden.
ART.2.4. TERUGBRENGEN
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 4 van de agenda
Het geleende materiaal neemt u in via de zelfuitleenbalie. U bent zelf verantwoordelijk om na te gaan of de werken op een goede manier ingenomen werden.
Indien de bibliotheek gesloten is, kan u de materialen in de brievenbus achterlaten. De bibliotheek is echter niet verantwoordelijk voor de materialen die zich in de brievenbus bevinden. Boetes, schade, verlies moeten door de lener betaald worden.
Brengt u de geleende materialen niet tijdig terug, dan betaalt u een vergoeding per geleend item (dus per boek, DVD…) en per openingsdag dat u het materiaal langer houdt. Dagen waarop de bibliotheek niet open is, worden niet meegerekend. Bij betwisting van inbrengdatum zijn de gegevens van bibliotheek beslissend. Bij verlenging blijft de eventuele vergoeding voor het overschrijden van de vorige leentermijn verschuldigd. De kosten voor het sturen van een aanmaningsbrief zijn voor uw rekening. Blijft u verder in gebreke, dan kan de bibliotheek een beroep doen op bestaande wettelijke middelen om het geleende materiaal of het openstaande schuldensaldo terug te vorderen.
ART.2.5. RESERVEREN VAN UITGELEENDE WERKEN
Materialen die uitgeleend zijn, kunt u reserveren, met uitzondering van de sprintercollectie. Per reservering wordt een vergoeding aangerekend. U kunt reserveren in de bibliotheek en via de website ingelmunster.bibliotheek.be. Annulering kan op dezelfde manier vooraleer het werk opzij gezet wordt voor u.
Zodra een gereserveerd werk beschikbaar is, wordt een bericht gestuurd. Gereserveerde werken blijven maximaal 14 dagen tot uw beschikking vanaf de datum van het bericht. Ook als u een reservering niet afhaalt, worden de reserveringskosten aangerekend.
ART.2.6. WERKEN LENEN UIT EEN ANDERE BIBLIOTHEEK (IBL)
Werken die de bibliotheek niet bezit, kunt u aanvragen uit een andere bibliotheek. Voor deze dienst betaalt u een vergoeding. Bovendien kan de leverende bibliotheek afwijkende gebruiksvoorwaarden stellen en bijkomende kosten aanrekenen. Die zijn voor rekening van de gebruiker.
ART.2.7. BOEKENDIENST AAN HUIS
Bent u aan huis gebonden en in de onmogelijkheid om de bibliotheek zelf te bezoeken, dan komt u in aanmerking voor de boekendienst aan huis. Voor het leveren aan huis worden er geen extra kosten aangerekend. Iedere eerste maandagvoormiddag van de maand komt een medewerker langs met een ruim aanbod uit de collectie.
ART.2.8. HET RAADPLEGEN VAN HET INTERNET EN DIGITALE DATABANKEN IN DE BIBLIOTHEEK, GEBRUIK VAN PC’S VOOR ALLERLEI TOEPASSINGEN.
Het gebruik van computers voor internet, toegang tot de beschikbare databanken en het gebruik van de computerprogramma’s en – toepassingen is gratis.
Elke bezoeker kan via zijn eigen toestel gratis gebruik maken van het draadloos netwerk in de bibliotheek.
De pc’s kunnen maximum 1 uur per dag gebruikt worden. Ze kunnen op voorhand gereserveerd worden. Komt u te laat, dan verliest u het niet-gebruikte deel van de gereserveerde sessie. Wie niet binnen de 10 minuten is aangemeld na de starttijd, verliest de gereserveerde sessie.
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 4 van de agenda
Bij het surfen naar sites waarbij u geluidsfragmenten wenst te beluisteren dient u gebruik te maken van een hoofdtelefoon.
Ontoelaatbaar zijn het gebruik van de internettoegang voor onwettige doeleinden, het raadplegen van informatie die indruist tegen de Belgische wetgeving, het bekijken van porno of het vernietigen, veranderen of aanpassen van informatie of software op de computer (o.a. het beveiligingssysteem). Bij inbreuken kan de verantwoordelijke bibliotheekmedewerker met onmiddellijke ingang de huidige internetsessie opschorten.
De uiteindelijke aansprakelijkheid voor eventuele inbreuken of misbruiken, voor het verlies van gegevens of voor directe of indirecte schade door het gebruik van de internettoegang en computerprogramma’s ligt bij de gebruiker. Bij vaststelling van schade aan de apparatuur moet deze betaald worden.
Hoewel de bibliotheek een antivirusprogramma gebruikt, kunnen virussen niet met absolute zekerheid voorkomen worden. Gebruik daarom altijd een antivirusprogramma op uw eigen computer. De bibliotheek is niet aansprakelijk voor schade aan geheugensticks, en dergelijke, en voor schade aan de computer van haar bezoekers. Ze is evenmin aansprakelijk voor de beschadiging of het verlies van gegevens en voor de aansprakelijkheid die zou kunnen voortvloeien uit het gebruik van de bibliotheekcomputers.
De bibliotheekmedewerkers zullen u graag helpen bij het gebruik van de pc’s en haar toepassingen.
3. Bijzondere bepalingen ART.3.1. ALGEMENE ORDE
De gemeente Ingelmunster is niet verantwoordelijk voor diefstal. Boodschappentassen, boekentassen en dergelijke kunnen in de daarvoor bestemde kasten opgeborgen worden. Storend gsm- en mediagebruik is verboden in de bibliotheek. In het bibliotheekgebouw geldt een volledig rookverbod. Eten en drinken worden niet toegestaan. Dieren, behalve assistentiedieren worden niet toegelaten.
ART.3.2. AUTEURSRECHTEN
U verbindt zich ertoe om de wetgeving op het auteursrecht te respecteren. Ontleende audiovisuele materialen mag u niet in het openbaar gebruiken of kopiëren. De bibliotheek is niet aansprakelijk voor eventuele misbruiken.
ART.3.3. VERLIES OF BESCHADIGING
Voor u de materialen die uw wil lenen registreert, moet u de geleende materialen nazien op beschadiging en volledigheid. Als er problemen zijn, moet u een bibliotheekmedewerker verwittigen om te vermijden dat u zelf aansprakelijk wordt gesteld. U gaat zelf na of het ontleende materiaal geschikt is voor eventuele afspeelapparatuur. De bibliotheek is niet verantwoordelijk voor eventuele schade aan apparatuur door het gebruik van ontleende materialen. De lener moet zorg dragen voor de geraadpleegde en geleende werken. Indien u beschadigd werk ontvangt, brengt u de bibliotheekmedewerker hiervan zo snel mogelijk op de hoogte.
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 4 van de agenda
Bij verlies of beschadiging van een werk betaalt u de aankoopprijs, verhoogd met een bedrag voor de administratieve verwerking. Indien u binnen de 3 maanden het verloren gemelde werk terugvindt, wordt de vergoeding, terugbetaald na voorlegging van het bewijs van betaling, met uitzondering van de bijdrage voor de administratieve verwerking. Beschadigde opbergmaterialen en een verloren of beschadigd label moet u vergoeden. ART.3.4. SANCTIES
Bij het niet naleven van het bibliotheekreglement kan de bibliothecaris sancties opleggen, aangepast aan de aard van de inbreuk zoals, o.a. - tijdelijk geen toelating om op het internet te zoeken. - het vergoeden van de veroorzaakte schade. - een tijdelijk verbod om de bibliotheek te gebruiken Bij zware overtredingen kan een lener op voorstel van de bibliothecaris door het beheersorgaan definitief de toegang tot de bibliotheek ontzegd worden. Alle onvoorziene gevallen worden door bibliothecaris geregeld.
DIENST ADMINISTRATIE
DIENST VRIJE TIJD
FINANCIEEL BEHEERDER Lid MAT
SCHEPENCOLLEGE
Gemeente Ingelmunster Organogram 2015
SECRETARIS Lid MAT
GEMEENTERAAD
DIENST GRONDGEBIED
DIENST OPENBARE WERKEN & PATRIMONIUM
DIENST HANDHAVING EN GEMEENSCHAPSWACHT 1 Handhavingsambtenaar D1-D3 (C)
* = Uitdovende functie ° = Geblokkeerde functie
C = Contractueel
S = Statutair
0.5 Kabinetsmedewerker A1a-A3a (C)
1 Communicatieambtenaar A1a-A3a (S) 1 Desk. netwerk- en IT-beheer C4-C5 (S) 1 Stafm. personeel – org. ontw. – archief A1a-A3a (S) 1 Preventieadviseur A1a-A3a (S)
BURGEMEESTER
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 6 van de agenda
CEL SECRETARIE & ONTHAAL
7 Adm. medewerker C1-C3 (S)
1 Deskundige burgerzaken C4-C5 (S)
CEL BURGERLIJKE STAND EN BEVOLKING
BESTUURSSECRETARIS A1a-A3a (S) Lid MAT
DIENST ADMINISTRATIE
CEL PERSONEEL
CEL FINANCIEN
1 Deskundige financiën B1-B3 (S)
ONTVANGER/ FINANCIEEL BEHEERDER Lid MAT
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 6 van de agenda
1 Deskundige GIS B1-B3 (S) 1 Deskundige RO/duurzaamheidsambtenaar B1-B3 (S)
CEL RUIMTELIJKE ORDENING & STEDENBOUW
1.5 Adm. medewerker C1-C3 (S)
CEL MILIEU
1 Milieuambtenaar B1-B3 (S)
DIENSTHOOFD/STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR A4a-A4b (S) Lid MAT
DIENST GRONDGEBIED
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 6 van de agenda
1 Techn. medewerker D4 (S) 2 Techn. assistent D1-D3 (S) 2 Techn. assistent D1-D3 (C) 5 Techn. beambte E1-E3 (C)
1 Deskundige werkleiding C4-C5 (S)
CEL GROEN & BEGRAAFPLAATSEN
1 Techn. medewerker D4 (S) 1 Techn. medewerker D4 (C) 3 Techn. assistent D1-D3 (S) 1 Techn. assistent D1-D3 (C) 4 Techn. beambte E1-E3 (C)
1 Deskundige werkleiding C4-C5 (S)
CEL OPENBARE WERKEN & PATRIMONIUM
1 Deskundige openbare werken/mobiliteit en verkeer (B4-B5) (S) 1 Deskundige patrimonium/facility B4-B5 (S) 0.5 Adm. medewerker C1-C3 (S)
1 Busbegeleider E1-E3 (C)
1 Techn. medewerker C1-C3 (S) 1 Techn. assistent D1-D3 (C) 4 Techn. beambte E1-E3 (C)
6.5 Poetsvrouw E1-E3 (C)
CEL ONDERHOUD & TOEZICHT
DIENSTHOOFD/STEDENBOUWKUNDIG AMBTENAAR A4a-A4b (S) Lid MAT
DIENST OPENBARE WERKEN EN PATRIMONIUM
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 6 van de agenda
1 Assistent dienstleider B1-B3 (S) 1 Bibliotheekassistent C1-C3 (S) 1 Collectieverzorger D1-D3 (S)
CEL BIBLIOTHEEK
1 Adm. medewerker C1-C3 (S)
1 Cultuurbeleidscoördinator B1-B3 (S) 1 Jeugdconsulent B1-B3 (C)
CEL JEUGD EN CULTUUR
DIENSTHOOFD/BIBLIOTHECARIS A1a-A3a (S) Lid MAT
DIENST VRIJE TIJD
1 Sportfunctionaris B4-B5 (S) 1 Sportpromotor B1-B3 (S) 1 Educatief medew. B1-B3 (S)
CEL SPORT
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 6 van de agenda
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 8 van de agenda
STATUTEN LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG INGELMUNSTER A
OPRICHTING
Artikel 1: Het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) is een gemeentelijke adviesraad. Met de oprichting van deze gemeentelijke adviesraad lokaal overleg kinderopvang geeft het gemeentebestuur uitvoering aan de bepalingen uit het besluit van de Vlaamse Regering van 24 mei 2013 (BS 18/06/2013) houdende het lokaal beleid kinderopvang. B
DOELSTELLINGEN EN OPDRACHTEN
Artikel 2: Het LOK heeft als doel het aanbod aan kinderopvang in de gemeente in kaart te brengen, ouders te informeren, te waken over tekortkomingen en zal mogelijke oplossingen aanbieden. Het LOK zal tevens de samenwerking tussen aanbieders van kinderopvang blijven bevorderen. Het LOK streeft naar een uniforme en betaalbare kinderopvang voor elk kind in Ingelmunster. Om deze doelstelling te verwezenlijken zal het lokaal bestuur: a. Het Lokaal Overleg Kinderopvang in stand houden b. Beleidsdoelstellingen voor lokale kinderopvang bepalen c. Informeren van lokale actoren en gebruikers Om deze doelstelling te verwezenlijken zal het LOK: a. Op de vraag van het gemeentebestuur en op eigen initiatief adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende de kinderopvang b. De activiteiten in deze sector coördineren, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, diensten, instellingen en andere organisaties die actief zijn in de sector voor kinderopvang en dit in de ruime betekenis van het woord c. Onderzoek verrichten naar de behoeften inzake kinderopvang Artikel 3: Naar aanleiding van het nieuwe Besluit Vlaamse Regering (BVR) m.b.t. het lokaal kinderopvangbeleid zal er geen afzonderlijk beleidsplan kinderopvang opgemaakt worden maar zullen de beleidsdoelstelling kinderopvang opgenomen worden in de strategische meerjarenplanning van het lokaal bestuur. Naast de gemeenteraad kan nu ook de OCMW-raad opdracht krijgen om: a. de samenstelling van het LOK te bepalen b. de bepalingen van interne werking vast te leggen B
SAMENSTELLING EN STRUCTUUR
Artikel 4: Het Lokaal Overleg Kinderopvang is samengesteld uit de Algemene Vergadering en de Stuurgroep. B.1
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 5: De Algemene Vergadering vergadert minstens 2 x per jaar. Het LOK is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden en staat open voor alle actoren die te maken hebben met kinderopvang in Ingelmunster. Een extra vergadering kan wanneer de Voorzitter, gemeente- of OCMW bestuur of één
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 8 van de agenda
derde van de stemgerechtigde leden van het LOK daarom verzoekt. De bijeenroeping gebeurt door de Voorzitter, schriftelijk en/of digitaal en ten minste 14 kalenderdagen voor de vergadering. De uitnodigingsbrief bevat steeds de agenda en het verslag van de vorige vergadering. Artikel 6: Het LOK is samengesteld uit minstens: a. Een vertegenwoordiging van de lokale actoren kinderopvang. Onder vertegenwoordiging wordt verstaan: al wie plaatselijk een functie vervult in de opvang van kinderen zolang ze naar de lagere school gaan. Deze vertegenwoordiging wordt vastgelegd, rekening houdend met de verscheidenheid en representativiteit van de lokale actoren. In de hoedanigheid van actor wordt het lokaal bestuur vertegenwoordigd door een ambtenaar b. Een vertegenwoordiging van de gebruikers. Onder vertegenwoordigers van gebruikers wordt verstaan al wie plaatselijk een beroep doet op kinderopvang en behoefte heeft aan kinderopvang of een vertegenwoordiger van een organisatie die representatief is voor gebruikers inzake kinderopvang c. Een vertegenwoordiging van het lokaal bestuur Artikel 7: §1 Stemgerechtigde leden: a. afgevaardigden van elke organisator van vergunde kinderopvang, zowel gezins- als groepsopvang b. scholen en oudercomités. Concreet betekent dit volgende verdeling: Scholen: De Regenboog De Wingerd De Zon G.V. Basisschool Centrum O.L.V. School Dienst voor opvanggezinnen: Felies Reddie Teddie VZW Engelbewaarder Vergunde gezinsopvang Vergunde groepsopvang Coöperatieve vennootschap in oprichting “Buitenschoolse kinderopvang” Oudercomités Gezinsbond Oudergroepen En dit: een afgevaardigde van elke bovenvermelde organisator Artikel 8: Niet-stemgerechtigde leden: a. de schepen van sociale zaken (of zijn vervanger) b. de OCMW voorzitter (of zijn vervanger) c. de uitgenodigde waarnemers d. de door het College van Burgemeester en Schepenen aangewezen ambtenaar die bevoegd is voor jeugdaangelegenheden e. alle actoren die te maken hebben met kinderopvang Artikel 9: Aanvragen voor lidmaatschap worden steeds behandeld op de Algemene Vergadering.
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 8 van de agenda
Artikel 10: Tot de bevoegdheid van de Algemene Vergadering behoren: a. de wijzigingen van het huishoudelijk reglement; b. beslissingen over de besteding van het budget; c. advies geven over de ontbinding van het Lokaal Overleg Kinderopvang. d. Financieel verslag en kasverslag B.2
STUURGROEP
Artikel 11: De Algemene Vergadering duidt om de zes jaar een stuurgroep aan. Iedereen kan zich kandidaat stellen voor de stuurgroep die minstens uit drie en hoogstens uit zeven leden bestaat. Artikel 12: De stuurgroep zal minstens 2 maal per jaar samenkomen. Artikel 13: De stuurgroep staat in voor de voorbereiding van de Algemene Vergaderingen en heeft geen beslissingsbevoegdheid. B.3
WERKGROEPEN
Artikel 14: Naar gelang de noodzakelijkheid kan het Lokaal Overleg Kinderopvang werkgroepen samenstellen die rond een bepaald thema werken of een bepaalde activiteit uitwerken. Deze werkgroepen kunnen opgericht worden voor een kortere of een langere periode en zijn samengesteld uit een of meer leden van het Lokaal Overleg Kinderopvang en kunnen aangevuld worden met een of meer andere personen, die geen lid zijn van het Lokaal Overleg Kinderopvang, maar die een bijzondere deskundigheid of interesse hebben voor het thema of de activiteit. De werkgroepen brengen verslag uit van hun werking op de Algemene Vergadering. C
DUUR MANDATEN
Artikel 15: De duur van de mandaten in de stuurgroep bedraagt zes jaar. Wanneer tussentijds een lid van de stuurgroep wegvalt, dan kan een nieuw lid aangeduid worden door de Algemene Vergadering, die het mandaat van z'n voorganger voltooit. Dit geldt ook bij vacatie van de functie van voorzitter of secretaris. Zolang het maximum aantal leden in de stuurgroep niet bereikt is, kunnen er zich nieuwe kandidaten voor de stuurgroep aanbieden. Nieuwe leden worden door de Algemene Vergadering goedgekeurd. Artikel 16: Aan het mandaat van een stemgerechtigd lid van de Algemene Vergadering wordt een einde gesteld: a. door het ontslag van betrokkene zelf b. door het opnemen van een politiek mandaat binnen de gemeente (m.a.w. betrokkene wordt lid van gemeente- of OCMW-raad of lid van het College van Burgemeester en Schepenen)
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 8 van de agenda
c. door de stopzetting van een organisator. Dit ontslag moet schriftelijk meegedeeld worden aan de Algemene Vergadering door de betrokkene of door de organisator d. door het verdwijnen van de link van de afgevaardigde van de organisator of voorziening die hij/zij vertegenwoordigt in het Lokaal Overleg Kinderopvang. De stopzetting moet schriftelijk meegedeeld worden aan de Algemene Vergadering door de betrokkene of door de organisatie; e. door het overlijden van betrokkene. f. door drie opeenvolgende onwettige afwezigheden. De Algemene Vergadering zal de aanwezigheden vaststellen en het ontslag meedelen aan de betrokken persoon of instantie. D
AANDUIDING VOORZITTER EN SECRETARIS LOK
Artikel 17: De leden van de stuurgroep dragen uit de aangeduide leden een voorzitter en een secretaris voor aan de Algemene Vergadering. De Algemene Vergadering keurt de kandidaturen goed. Naar aanleiding van het nieuwe Besluit Vlaamse Regering (BVR) m.b.t. het lokaal kinderopvangbeleid mag de voorzitter van het Lokaal Overleg Kinderopvang een binding hebben met welke voorziening ook die in de gemeente een opvangfunctie vervult. Artikel 18: het LOK kiest onder haar leden een voorzitter en secretaris. deze zijn belast met de voorbereidingen en het opvolgen van de genomen beslissingen. Kandidaatstelling als Voorzitter of secretaris gebeurt mondeling of schriftelijk ten laatste bij aanvang van de eerste vergadering. Artikel 19: De functies van Voorzitter en Secretaris worden bij afzonderlijke en geheime stemming verkozen via een gewone meerderheid der uitgebrachte stemmen en mits minstens de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Deze functies worden aangeduid voor een periode tot de wedersamenstelling van het LOK na de nieuwe bestuursperiode. E
BESLISSINGEN EN/OF BESLUITEN
Artikel 20: De Algemene Vergadering kan geldige besluiten of adviezen treffen, als minimaal de helft van de stemgerechtigde leden aanwezig is. Er wordt beslist bij gewone meerderheid. Voor de wijziging van het huishoudelijk reglement moet tweederden van de stemgerechtigden aanwezig zijn. Voor goedkeuring is een gewone meerderheid nodig. De wijzigingen moeten vermeld zijn op de agenda van de uitnodiging. Indien bij een tweede bijeenroeping niet aan bovenstaande voorwaarden is voldaan, beslist de vergadering ongeacht het aantal aanwezigen. Artikel 21: De Algemene Vergadering zal binnen de 30 dagen na een adviesaanvraag (start of uitbreiding) advies uitbrengen. Indien het onmogelijk blijkt om binnen de 30 dagen een volledig advies te verstrekken, zal de Algemene vergadering toch een advies opmaken met daarin de problemen waardoor het advies niet ten gronde gegeven kan worden duidelijk beschreven. Een eventuele termijn waarbinnen dit wel kan, zal ook vermeld worden. Artikel 22: Het College van Burgemeester en Schepenen (CBS) zal op zijn beurt een gemotiveerd antwoord formuleren binnen de 30 dagen volgend op een advies vanwege het Lokaal
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 8 van de agenda
Overleg Kinderopvang, en dit in het bijzonder wanneer een advies niet gevolgd wordt of als het gaat om een spontaan advies (zonder voorafgaandelijke aanvraag vanwege het CBS). F
REKENINGEN
Artikel 23: Elk jaar worden de rekeningen van het voorbije jaar voorgelegd aan de Algemene Vergadering. Artikel 24: Bij ontbinding van het Lokaal Overleg Kinderopvang worden de netto kasgelden overgemaakt aan het Gemeentebestuur. G
ERKENNING
Artikel 25: Het Lokaal Overleg Kinderopvang vraagt zijn erkenning aan de gemeenteraad en legt daartoe zijn statuten en de latere wijzigingen ervan, ter goedkeuring voor. De Gemeenteraad waakt er over dat de nodige middelen en informatie ter beschikking worden gesteld voor de vervulling van de adviestaak van het LOK.
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst
Dossier behandeld door: ir. Dominik RONSE, gemeentesecretaris (051 33 74 10) E-mail:
[email protected]
Tussen de ondergetekenden, het gemeentebestuur van Ingelmunster, vertegenwoordigd door de heer Dirk DEBAERE, Voorzitter en de heer ir. Dominik RONSE, Secretaris, met als adres Oostrozebekestraat, 4 – 8770 Ingelmunster, handelend in naam en voor rekening van de Gemeente in uitvoering van een beslissing van de Gemeenteraad van 27 januari 2015, verder de Gemeente genoemd, enerzijds, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Ingelmunster, vertegenwoordigd door mevrouw Katrien VANDECASTEELE, Voorzitter, en de heer Joost VANDEWEGHE, Secretaris, met als adres Oostrozebekestraat, 6 – 8770 Ingelmunster, handelend in naam en voor rekening van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn in uitvoering van een beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 26 januari 2015, verder het OCMW genoemd, anderzijds, Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster cvba, vertegenwoordigd door mevrouw Ilse HIMPE, Ondervoorzitter en ………………………………, bestuurder, met als adres Stationsstraat 40-42 te 8770 Ingelmunster, handelend in naam en voor rekening van Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster cvba, verder de cvba BKI genoemd, anderzijds, wordt overeengekomen wat volgt:
Artikel 1.
Voorwerp van de samenwerkingsovereenkomst
§1 – Exploitatie van de buitenschoolse kinderopvang Ingelmunster In afwachting van de realisatie van een buitenschoolse kinderopvang op een definitieve nog te bebouwen locatie, wordt de kwalitatieve uitbating van de buitenschoolse kinderopvang Ingelmunster, onderwerp van onderhavige overeenkomst, voorzien in het gebouw in de Stationsstraat 40-42 met een capaciteit van 40 plaatsen gedurende de schoolvakanties, de woensdagnamiddagen, de pedagogische studiedagen en de schoolvrije dagen. Met de in gebruik name van het nieuw gebouw wordt de exploitatiezetel verplaatst en wordt de capaciteit aangepast aan de capaciteit van het nieuw gebouw. De buitenschoolse kinderopvang Ingelmunster is toegankelijk voor alle kinderen vanaf 2,5 jaar (kleuters en lagere schoolkinderen), woonachtig te Ingelmunster, die school lopen te Ingelmunster of waarvan de titularissen van het ouderlijk gezag in Ingelmunster beroepsactief zijn. In het geval de vraag het aanbod overstijgt, wordt, in principe, voorrang gegeven aan kinderen die in Ingelmunster wonen, boven kinderen die in Ingelmunster school lopen en boven kinderen van wie de titularissen van het ouderlijk gezag in Ingelmunster beroepsactief zijn. Het aanbod van de buitenschoolse kinderopvang Ingelmunster wordt afgestemd op het aanbod van andere actoren, die vrijetijdsactiviteiten aanbieden aan alle kinderen vanaf 2,5 jaar (kleuters en lagere schoolkinderen). Via een structurele samenwerking met het Sociaal Huis dient de exploitatie voldoende laagdrempelig te zijn, zodat de financiële gezinssituatie van de kinderen geen rem kan zijn op het gebruik maken van de kinderopvang.
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 1/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst §2 – Het organiseren van een actieve ouderwerking Kwaliteitsvolle kinderopvang is het besteden van aandacht aan het eigen ritme en de behoeften van de kinderen, met voldoende structuur, zodat de zelfstandigheid van de kinderen en hun omgang met andere kinderen worden bevorderd. Het kind staat centraal en tegelijk wordt er gestreefd naar een maximale samenwerking met de ouders. Daarom moet een ouderwerking worden georganiseerd waarbij de ouders een actieve inbreng kunnen hebben bij het beheer van de kinderopvang en het ontwikkelen van activiteiten. Veel aandacht moet daarom worden besteed aan informatiedoorstroming naar de ouders en aan communicatie met de gemeenschap. Verder wordt verwacht dat activiteiten worden georganiseerd naar de gezinnen van de kinderen toe met het opzet het draagvlak van de werking te verbreden en de samenhorigheid te vergroten. Artikel 2.
Duur en inwerkingtreding
Deze samenwerkingsovereenkomst vangt aan op 1 februari 2015 en eindigt op 31 januari 2020. Artikel 3.
Juridisch en beleidskader
§1 – Deze samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten overeenkomstig de artikelen 2 en 42, §1 van het Gemeentedecreet van 15 juni 2005. §2 – Deze samenwerkingsovereenkomst wordt verder afgesloten overeenkomstig de artikelen 2 en 51, §1 van het decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 19 december 2008. §3 – Deze samenwerkingsovereenkomst wordt tenslotte afgesloten in overeenstemming met de statuten van 23 september 2014 houdende oprichting van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ‘Buitenschoolse Kinderopvang Ingelmunster. §4 – Het beleidskader dat richting geeft aan deze samenwerkingsovereenkomst werd goedgekeurd door de gemeenteraad van Ingelmunster op 17 december 2013 in het meerjarenplan 2014-2019, meer bepaald het onderdeel ‘Aanbod voor schoolgaande kinderen’ onder het hoofdstuk ‘Werken en ontspannen in een groeiende gemeente’. Artikel 4.
Wederzijdse engagementen
§1 – Jaarkalender In de loop van de maanden januari en juni wordt binnen het toezichtscomité een kalender van het komende periode vastgesteld. Deze kalender geeft aan op welke data de kinderopvang geopend zal zijn. Bijzondere omstandigheden kunnen wijzigingen aan deze kalender tot gevolg hebben. Het aanbrengen van wijzigingen kan enkel na overleg binnen het toezichtcomité. §2 – Communicatie De Gemeente en het OCMW engageren zich om de cvba BKI als bevoorrechte partner te beschouwen bij de promotie en public relations van de Gemeente. In dit kader engageert de cvba BKI zich om steeds in hun eigen communicatie gebruik te maken van de door de cvba BKI gekozen naam, waar mogelijk, de vermelding op te nemen ‘met steun van de gemeente Ingelmunster’. Verder engageert de cvba BKI zich om derden er op te wijzen dat bij gebruik van de naam van de kinderopvang steeds deze naam wordt vermeld. De cvba BKI gebruikt de huisstijl van de kinderopvang die sluit aan bij de huisstijl van de Gemeente. Deze huisstijl bevat een eigen logo dat aansluit bij het logo van de Gemeente.
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 2/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst §3 – Overleg In functie van een optimale samenwerking tussen de Gemeente, het OCMW en de cvba BKI wordt een toezichtscomité ingesteld van 6 leden met een paritaire samenstelling, met name 2 leden van de Gemeente aangeduid door de gemeenteraad, 2 leden van het OCMW aangeduid door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn en 2 leden van de cvba BKI aangeduid door de Raad van Bestuur van de cvba BKI. Dit toezichtscomité komt minstens halfjaarlijks samen. De taken van het toezichtscomité zijn:
Jaarplanning;
Afspraken maken met betrekking tot de inzet van personeel ter beschikking gesteld door de gemeente en het OCMW;
Kwaliteitscontrole;
Overleg inzake tarieven;
Financiële opvolging;
Algemene opvolging van deze overeenkomst.
Het toezichtscomité kan experten aanduiden om zich te laten bijstaan. §4 – Tarieven voor de kinderopvang De tarieven voor de kinderopvang worden vastgesteld door de Gemeente. De cvba BKI heeft inspraak in de bepaling van de tarieven via het toezichtscomité. De facturatie van de gepresteerde diensten, evenals de invordering in voorkomend geval, gebeuren via de Gemeente, zonder tussenkomst van de cvba BKI. Sociale correcties of tegemoetkomingen door het OCMW via het Sociaal Huis worden gerealiseerd zonder tussenkomst van de cvba BKI. De Gemeente staat tevens in voor het bezorgen van de fiscale attesten aan de gebruikers van de buitenschoolse kinderopvang. §5 – Infrastructuur Het OCMW stelt ter beschikking aan de cvba BKI het gebouw in de Stationsstraat 40-42 met inboedel. De cvba BKI kan dit gebouw kostenloos gebruiken. De kosten van energie (gas en elektriciteit) en van het water zijn ten laste van de cvba BKI. De cvba BKI moet het ter beschikking gestelde gebouw met inboedel zorgvuldig en voorzichtig beheren op de wijze van een goede huisvader. Het OCMW staat in voor het afsluiten van een brandverzekering voor het gebouw met inboedel met afstand van verhaal tegenover de cvba BKI. Het OCMW staat in voor het eigenaarsonderhoud, kleine herstellingen en, in voorkomend geval, verfraaiingsonderhoud. De beslissing tot verfraaiingsonderhoud gebeurt in overleg met het toezichtscomité. Artikel 5.
Financiering
§1 – De Gemeente stelt jaarlijks een financiële toelage ter beschikking aan de cvba BKI ten bedrage van:
2015:
2016:
61.500 euro
2017:
171.500 euro
2018:
171.500 euro
2019:
171.500 euro
61.500 euro
Deze toelage wordt uitbetaald in de loop van de maand februari. Het toezichtscomité volgt de financiën op en gaat na of deze voorziene financiële meerjarenplanning kan worden gehandhaafd en of er wijzigingen moeten worden voorgesteld aan de Gemeente in functie van de opmaak van de financiële meerjarenplanning van de Gemeente. Samenwerkingsovereenkomst
pag. 3/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst §2 – De financiële middelen die door de Gemeente in het kader van deze overeenkomst ter beschikking worden gesteld aan de cvba BKI mogen uitsluitend aangewend voor het vervullen van de opdrachten van de cvba BKI binnen deze overeenkomst. Dit geldt ook voor middelen toegekend door andere overheden of private personen, voor middelen die door de cvba BKI zelf gegenereerd werden in het kader van deze opdracht of voor enige andere middelen waarover de cvba BKI beschikt in het kader van deze opdracht. §3 – De cvba BKI wendt deze middelen aan voor de organisatie en de exploitatie van de kinderopvang. Dit omvat alle kosten, zoals, bijvoorbeeld, kosten voor personeel of outsourcing, voor beheer en werking van IT, voor communicatie en PR, voor belastingen, lidgelden en administratiekosten, … §4 – De ouderwerking van de kinderopvang wordt verondersteld van zelfvoorzienend te zijn. De ouderwerking van de kinderopvang kan, zoals andere lokale verenigingen, toelagen aanvragen en bekomen van de Gemeente en het OCMW. Artikel 6.
Personeelsondersteuning
§1 – Het OCMW stelt personeel ter beschikking aan de cvba BKI voor de inhoudelijke ondersteuning van de werking van de buitenschoolse kinderopvang en voor de actieve ouderwerking. Deze terbeschikkingstelling is kostenloos. De Gemeente stelt personeel ter beschikking in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst voor IT-ondersteuning. Deze terbeschikkingstelling is kostenloos. De concrete afspraken en modaliteiten voor deze terbeschikkingstelling worden door het toezichtscomité gemaakt en geëvalueerd. Het personeel van de Gemeente en het OCMW dat wordt ingezet voor de uitvoering van deze overeenkomst blijft onder het functioneel en werkgeversgezag van de Gemeente of het OCMW. §2 – De cvba BKI zal voor de uitvoering van deze samenwerkingsovereenkomst, ofwel beroep doen op privé-partners via outsourcing, ofwel personeel aanwerven. In het geval beroep gedaan wordt op privé-partners wordt daartoe een overeenkomst afgesloten die beheerst wordt door het burgerlijk recht. In het geval personeel wordt aangeworven is het arbeidsrecht van toepassing. §3 – De cvba BKI staat in voor de toepassing van de wetgeving inzake de reglementering en de bescherming van de arbeid die gelden op de plaats van het werk. Artikel 7.
Opvolging, rapportering, controle en audit
§1 – De raad van bestuur van de cvba BKI en het college van burgemeester en schepenen van de Gemeente maken elk jaar in de loop van het eerste kwartaal een evaluatierapport over de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst tijdens het afgelopen jaar. Het college zorgt elk jaar voor een agendering op de gemeenteraad en op de raad voor maatschappelijk welzijn van dit rapport. §2 – Met het oog op de uitoefening van het toezicht op de naleving van zowel onderhavige overeenkomst als op de aanwending van de middelen die door de Gemeente ter beschikking worden gesteld aan de cvba BKI, alsook met het oog op de evaluatie van de uitvoering van de genoemde opdracht stelt de cvba BKI een jaarverslag en financieel verslag op met betrekking tot elk werkingsjaar. Het jaarverslag en financieel verslag omvat:
Een rapportering over de uitvoering van onderhavige overeenkomst, meer in het bijzonder de mate waarin de verschillende organisatiedoelstellingen en opdrachten zoals bepaald in deze overeenkomst bereikt worden. In het geval van het niet bereiken van de vooropgestelde resultaten, moeten de vermoedelijke oorzaken vermeld worden, alsook eventuele suggesties voor correctieve acties, bijsturing van de overeenkomst of bijsturing van het gevoerde beleid. Ter gelegenheid van de evaluatie wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar uitgebreid met respectievelijk een beknopt rapport over de voorgaande werkingsjaren van de overeenkomst;
Een beknopt overzicht van de acties, te situeren binnen de kernopdrachten;
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 4/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst
Een financieel verslag, bestaande uit: o
de jaarrekening (balans en resultatenrekening);
o
de verslagen van de raad van bestuur van de cvba BKI met betrekking tot de goedkeuring van de rekeningen en van het budget;
o
het verslag van de controle op de financiële toestand.
§3 – De functioneel bevoegde gemeentelijke dienst oefent jaarlijks minstens op stukken toezicht uit op de naleving van de onderhavige overeenkomst en de aanwending van de door de gemeente ter beschikking gestelde middelen. §4 – De functioneel bevoegde gemeentelijke dienst maakt ter gelegenheid van de evaluatie van deze overeenkomst een beknopt opvolgingsverslag over de uitvoering van de overeenkomst door de cvba BKI. Hierbij baseert de gemeentelijke dienst zich op de rapporteringsdocumenten van de cvba BKI. Het opvolgingsverslag heeft tot doel de gemeente en het OCMW te informeren over de uitvoering van de overeenkomst en de aanwending van de door de gemeente aan de cvba BKI ter beschikking gestelde middelen. §5 – De cvba BKI erkent het inlichtingenrecht van de gemeente en het OCMW met betrekking tot informatie en stukken die op de overeenkomst betrekking hebben. De gemeente en het OCMW mogen op ieder ogenblik bijkomende informatie en documenten vragen, ook aan die organisaties of personen waaraan de cvba BKI de uitvoering van haar taken of een onderdeel ervan heeft uitbesteed. §6 – De raad van bestuur van de cvba BKI voorziet in een gedocumenteerd systeem van interne controle dat, onder meer, de volgende elementen behelst, met name: o
het effectief en efficiënt beheer van risico’s;
o
de betrouwbaarheid van de financiële en de beheersrapportering;
o
de naleving van de regelgeving en de procedures;
o
de effectieve en efficiënte werking van de kinderopvang;
o
de bescherming van de activa.
Het systeem van interne controle wordt minstens één maal per jaar door de raad van bestuur van de cvba BKI geëvalueerd op zijn actualiteit, eventueel bijgewerkt en opnieuw gevalideerd. Artikel 8.
Evaluatie, overmacht en geschillenregeling
§1 – Indien blijkt dat de Gemeente, het OCMW dan wel de cvba BKI hun verbintenissen niet naleven, worden in onderling overleg correctieve maatregelen en acties afgesproken, met inbegrip van de periode waarin deze acties moeten worden uitgevoerd en tot resultaat moeten leiden, alsook de wijze en de frequentie waarop de cvba BKI hierover moet rapporteren. Na deze afgesproken periode wordt de gewenste verbetering door de gemeenteraad geëvalueerd. Indien de gemeenteraad dan een blijvende niet-nakoming van de verbintenissen door de cvba BKI vaststelt, mag zij, na het horen van de cvba BKI, het gemotiveerde besluit formuleren om de overeenkomst te ontbinden. §2 – Partijen zijn niet aansprakelijk ten aanzien van elkaar wanneer zij hun verplichtingen krachtens deze overeenkomst niet kunnen nakomen ingevolge bewezen overmacht. Overmacht moet in de gemeenrechtelijke zin van het woord worden toegepast. Partijen kunnen zich slechts beroepen op overmacht voor zover deze overmacht bij aangetekend schrijven aan de andere partij wordt gemeld binnen de dertig kalenderdagen nadat zij zich heeft voorgedaan. In geval van overmacht zullen partijen in gemeen overleg beslissen de overeenkomst te herzien. Indien de overmacht gedurende meer dan twintig kalenderdagen blijft aanhouden, heeft elke partij het recht om de overeenkomst bij aangetekend schrijven op te zeggen, zonder dat hierdoor partijen tegenover elkaar kunnen gehouden zijn tot schadevergoeding. De verzending van het aangetekende schrijven heeft de beëindiging van rechtswege van de overeenkomst tot gevolg.
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 5/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst §2 – Indien er zich tijdens de uitvoering van de overeenkomst onvoorziene omstandigheden voordoen, kan elke partij herziening van de overeenkomst verzoeken, inbegrepen het recht voor beide partijen op een passende compensatie, als aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
de omstandigheden dienen een abnormaal karakter te hebben;
zij konden niet redelijkerwijze worden voorzien bij het sluiten van de overeenkomst;
de vragende partij heeft alle nodige inspanningen geleverd om de onvoorziene omstandigheden te verhelpen of te vermijden;
de onvoorziene omstandigheden maken de uitvoering van de overeenkomst aanzienlijk moeilijker of kostelijker.
§3 – Deze overeenkomst wordt beheerst door en geïnterpreteerd volgens het Belgische recht. Elk geschil wordt tussen partijen behandeld waarbij steeds wordt gezocht naar een oplossing in der minne bij gebreke waaraan het geschil door de meest gerede partij onderworpen aan de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het arrondissement West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. Artikel 9.
Aanpassingen, opschortende en ontbindende voorwaarden
§1 – Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin de cvba BKI actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij in de financiële organisatie, hetzij door een wijziging in de wetgeving, en deze wijzigingen de opdrachten van de cvba BKI dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de contractanten, zijn partijen verplicht hierover te onderhandelen, op initiatief van de meeste gerede partij. Desgevallend zal de samenwerkingsovereenkomst tussen partijen gewijzigd, geschorst dan wel ontbonden worden. Deze bepaling geldt onverminderd het schorsings– en vernietigingsrecht in het licht van het algemeen bestuurlijk toezicht en de mogelijkheid tot gerechtelijke ontbinding. §2 – Partijen zullen deze overeenkomst aanpassen aan elke wijziging in de toepasselijke regelgeving. Zij zullen er daarbij dan naar streven om het globale financiële evenwicht vervat in deze overeenkomst te behouden. §3 – Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd bij akkoord van de partijen. §4 – Indien krachtens wettelijke bepalingen van openbare orde of van dwingend recht één of meerdere bepalingen van de huidige overeenkomst nietig of niet-tegenstelbaar zouden zijn, dan zullen de artikelen die nietig of niet-tegenstelbaar zijn, als ongeschreven beschouwd worden. De nietigheid of niet-tegenstelbaarheid van een bepaling in deze overeenkomst zal geenszins de nietigheid of de niet-tegenstelbaarheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst of van de overeenkomst zelf met zich meebrengen. §5 – Partijen nemen een inspanningsverbintenis op zich om, in voorkomend geval, de nietige bepaling te vervangen door een werkbare en geldige bepaling met een praktisch en economisch gelijkaardig resultaat, in die zin dat ten allen tijde het voorwerp van de huidige overeenkomst in essentie dient bewaard te blijven. Artikel 10. Aanvullende en specifieke bepalingen §1 – Deontologie De cvba BKI en de opdrachthouders die, in voorkomend geval, door de cvba BKI zijn aangesteld streven, inzake dienstverlening naar een gelijke en objectieve behandeling van gebruikers, met een klantvriendelijke benadering. De deontologische code van de Gemeente, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16 december 2008, is overeenkomstig van toepassing.
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 6/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst §2 – Verzekeringen De cvba BKI zal voor de werking van haar bestuursorganen een verzekering BA voor administratieve fouten en een verzekering bestuurdersaansprakelijkheid afsluiten. §3 – Taalgebruik De cvba BKI zal zowel de interne als de externe communicatie in de Nederlandse taal voeren. Het gebruik van een vreemde taal, in voorkomend geval, wordt als een vorm van hoffelijkheid beschouwd. §4 – Samenwerkingsovereenkomsten De cvba BKI kan met andere partners samenwerkingsovereenkomsten sluiten in functie van de uitvoering van deze overeenkomst. Het toezichtscomité neemt akte van deze samenwerkingsovereenkomsten.
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 7/8
Bijlage om te worden gevoegd bij punt 9 van de agenda
Samenwerkingsovereenkomst Aldus opgemaakt te Ingelmunster op datum van 27 januari 2015 in evenveel exemplaren als er ondertekenaars met een onderscheiden belang zijn. Elke ondertekenaar verklaart één exemplaar ontvangen te hebben.
De cvba BKI,
De Gemeente,
Ilse HIMPE, de ondervoorzitter
ir. Dominik RONSE, de gemeentesecretaris
…………………………, de bestuurder
Dirk DEBAERE, de voorzitter
Het OCMW,
Joost VANDEWEGHE, de OCMW-secretaris
Katrien VANDECASTEELE, de voorzitter
Samenwerkingsovereenkomst
pag. 8/8