Systemisch werk met opstellingen - Familie - Organisatie - Onderwijs - Samenleving
Bert Hellinger Instituut Nederland
Magazine 2013
In dit nummer o.a: - Een opstelling om opstellingen succesvol te laten worden - Drie standpunten ten aanzien van de ontwikkeling van systemisch werk - Eeuwig en de ordeningen van het zijn - Familieopstellingen als wegbereider - Coachen met paarden - Nationale en internationale Evenementen - Nieuwe Opleidingen 2013 - Workshops uitgelicht- 1 -
Inhoud Laten gaan en inhouden... Niet-weten Wiens hart klopt in mijn borst? Eeuwig en de ordeningen van het zijn Vleugels voor verandering Het opstellen van gevaarlijke ideeën Familieopstellingen - Helpen ze ? Wanneer helpen ze? En hoe? Organisatieopstellingen; van alledaags tot mythologisch De jongen die niet praatte Het geheel zegt dank aan het deel Een opstelling om opstellingen succesvol te laten worden Nu Een waarneming Drie standpunten ten aanzien van de ontwikkeling van systemisch werk Familieopstellingen als wegbereider van de vrede
3 4 6 9 11 12 14 16 16 18 19 21 23 26 26
Kiezen vanuit systemisch perspectief Familieopstellingen Professional Wat beweegt de ondernemingsraad? De druppel en de zee De Noösphere dient zich aan Systemisch werk met paarden IOCTI 2012 een persoonlijk verslag Het begint met orga..... (en eindigt met e) Systemisch werken binnen Plattelandsontwikkeling Coachen met paarden Opleidingen bij het Bert Hellinger Instituut Workshops uitgelicht Nationale en internationale Evenementen Kalender 2013 Het Noorderlicht
31 32 33 35 36 37 39 40 42 43 44 47 52 53 56
Colofon Dit is een uitgave van het Bert Hellinger Instituut Nederland, en verschijnt één keer per jaar. Eindredactie Bibi Schreuder en Christa van Opzeland Oplage 5500 Vormgeving en opmaak Mirjam Strijbosch Druk: Scholma Druk, Bedum
29
Even voorstellen...
We stellen ons ook dit jaar met een foto van ons team op deze pagina aan u voor. Opnieuw, omdat het goed is om er te zijn en dat te laten zien, en ook opnieuw omdat het is veranderd. Onze Janny, die velen kenden van het eerste telefonische contact met ons instituut is het afgelopen jaar ziek geworden en overleden. Op pagina 8 staat een klein verhaal over haar. Ons team is nu veranderd. We stellen ons in deze andere samenstelling aan u voor. Christa van Opzeland, die ons team is komen versterken, stelt zich aan u voor op deze pagina. Ons magazine biedt naast veel inspirerende artikelen ook het totaaloverzicht van al onze opleidingen en workshops in 2013. Daarnaast zijn we het afgelopen gestart met digitale nieuwsbrieven om actuele informatie over workshops en opleidingen zo ongeveer elke twee maanden te verspreiden. We hebben besloten dit magazine, met achting voor krimp, weer een goed gevuld magazine te doen zijn. We zullen elkaar en van alles ontmoeten in het nieuwe jaar. Tot ziens in Groningen! Namens het team van het Hellingerinstituut, Angelique Matthijssen -2-
Mijn naam is Christa van Opzeland en ik ben sinds 12 november werkzaam bij het Hellinger Instituut als assistent manager. Ik ben 43 jaar, getrouwd en moeder van een dochter van 9 en een zoon van 7. Hiervoor heb ik altijd in de grafische industrie gewerkt als ordermanager bij verschillende drukkerijen. Ik heb ontzettend veel zin om bij het Hellinger Instituut mijn kennis en ervaring uit te breiden in deze voor mij nieuwe sector en ik hoop je persoonlijk te ontmoeten, Christa van Opzeland
Laten gaan en inhouden...
Riga, Letland, 6 december 2012. De projectleider van het Letse Ministerie van Financiën komt binnen. Haar taak is om de invoering van de Euro over een jaar voor te bereiden. Dat de Euro komt, betekent dat de huidige munteenheid, de Lats, moet verdwijnen. Ze wil weten wat ze als ministerie kunnen doen om om te gaan met de weerstand van de bevolking. We doen een zwerm-opstelling: een representant voor de Lats, een representant voor de Euro en tien representanten voor burgers uit Letland. Ze zijn allen vrij hun natuurlijke bewegingen te volgen. Meteen wordt duidelijk dat beide munten heel andere waarden hebben dan alleen maar hun wisselkoers: de Lats staat voor de Letlandse ziel, de euro staat voor kansen en beweging, maar wordt ervaren als oppervlakkig. De meeste Letten zijn verbonden met een eerdere geschiedenis: de korte periode tussen 1918 en 1941, de eerste keer in de geschiedenis dat Letland onafhankelijk was, vóór de invasie van Duitsland en de latere inlijving bij de Sovjetunie. De projectleider, deels in de opstelling, deels observerend, schrijft zich een ongeluk. Het wordt haar duidelijk dat ze een andere koers moeten varen in de invoeringscampagne. Groningen, 13 September, dag na de verkiezingen. Bert Hellinger, nu 87 jaar, maakt er een opmerking over: 'Ik heb gehoord dat er verkiezingen zijn geweest...... En dat iedereen gewonnen heeft....'. Even later is een groep betrokken Nederlanders bezorgd over de (geestelijke) gezondheidszorg in ons land. De opstelling ontwikkelt zich dramatisch: zodra de hulpverleners een stap doen in de richting van de tien patiënten, wringen die laatsten zich in bochten van de hulpverleners weg. Opeens zegt Bert: 'Wat we hier zien is christelijke beweging: in het verlenen van hulp worden de hulpverleners groter'. Die zin hakt er in, bij de 150 aanwezigen. In de dagen die volgen komt een beweging op gang van mensen die zich afvragen of er ook andere patronen in de zorg mogelijk zijn.
De laatste opstelling van Bert die dagen in het Middelberter kerkje, gaat over de kerk, als grootste organisatie ter wereld (Dit is immers een workshop over organisatie- en maatschappelijke ontwikkeling). Deze opstelling, ook een beetje een cadeau voor Bert zelf die immers gevormd is in de kerk, laat veel aanwezigen niet koud. De representant van de kerk is verstard, en even later buigt God zich over de slachtoffers van de kerk en weent. De dagen daarna besef ik, of ik nou a-religieus ben opgevoed of niet, hoe zeer onze samenleving doortrokken is van de bewegingen van het christendom. Meer en meer komen we van familieopstellingen via organisatieopstellingen naar opstellingen rond maatschappelijke vragen. Dat -3-
verlangt ook veel van onze innerlijke discipline om oordeelloos te kijken naar de wereld om ons heen. Het aardige van crisis en krimp is, dat we gedwongen worden naar de essentie te gaan. Wat is er echt belangrijk? Welke patronen zitten zo ongelooflijk diep ingebakken in onze cultuur? Waar komt de moed vandaan om ons vastlopen helemaal te nemen en te voelen in welke richting de levensenergie, opgeslagen in het vastlopen, zich wil transformeren? We merken de crisis ook in de opstellingen: de vragen worden dringender, dat geeft de opstellingen meer kracht. Van meerdere kanten uit de wereld van organisaties horen we het afgelopen half jaar, dat de methode van opstellingen voor bedrijven op zich OK is, maar dat de vraag is of de begeleider van een opstelling te vertrouwen is. Kennelijk maakt de persoon van begeleider van een opstelling een meer onlosmakelijk deel uit van het proces dan we lange tijd dachten. Dat dwingt opstellers en systemisch werkers om met nog meer zelfdiscipline en zelfreflectie aan het werk te gaan. Het gaat serieus worden, de komende jaren.... Veel leesplezier! Jan Jacob Stam
Niet-weten Bibi Schreuder Als coach of als begeleider van een opstelling kan het je zomaar gebeuren. Paniek slaat toe: “Ik weet het niet meer. Wat nu? Ik moet iets doen. Help!” Als je in een situatie terecht komt waar je niet meer weet wat te doen, dan is de kans groot dat er allerlei oordelen over jezelf door je hoofd gaan spoken, of dat er zoveel lawaai in jezelf ontstaat dat al je denken overstemd wordt. Rationeel denken gaat niet meer en vaak word je ook nog boos op jezelf, of ervaar je de buitenwereld als onveilig. Daarmee komt alles nog meer op slot te zitten, gevangen in onzekerheid. Hier beschrijf ik twee manieren van niet-weten en de manier van ermee omgaan die tot een uitweg kan leiden.
Het sluitende niet-weten Waarschijnlijk ontstaat de blokkade en paniek, zoals hierboven omschreven, omdat met het niet-weten een eerder (systemisch) trauma opnieuw wordt getriggerd. Bijvoorbeeld de traumatische situatie van een grootvader, die volkomen hulpeloos en machteloos moest toekijken hoe zijn vrouw het leven verloor bij het ter wereld brengen van haar kind. Of misschien roept de situatie van nu herinneringen op aan een situatie van vroeger op school, waar je straf kreeg omdat je een antwoord niet wist. Je weet dat je iets moet doen, maar je hebt geen flauw idee wat. “Ik moet iets doen; Help!” Zodra je je verlamming weer de baas bent ga je iets doen. Iets wat bekend is, iets wat je goed kunt. Je voelt de opluchting: “Pff, nou kan ik weer verder, gelukkig!” De paniek is over, misschien ontstaat er zelfs wel een soort overwinningsgevoel omdat je het overleefd hebt. Maar je bent bezig met iets anders, dan waar het over ging toen je het even niet wist.. Dit is een voorbeeld van patroonherhaling bij onzekerheid. De onzekerheid nu triggert het patroon dat in jouw systeem ooit het antwoord was op gebeurtenissen die te moeilijk waren om onder ogen te zien. Dat patroon heeft meestal zijn wortels in een specifieke overlevingsstrategie van iemand uit een vorige generatie, als zijn reactie op een specifieke gebeurtenis.
Een veel voorkomend patroon is bijvoorbeeld om uitermate zorgzaam voor de ander te worden, of, om geheel te focussen op wat je onder controle hebt. In een coachingsgesprek gaan samenvatten wat er tot dan toe is gezegd, kan bijvoorbeeld weer dat geruststellende gevoel geven dat je alles onder controle hebt. We hebben ons zo goed aangeleerd dat we altijd wel een antwoord hebben, dat we zijn gaan geloven in de illusie dat, ook als we het niet weten we toch iets kunnen doen. We gaan dus iets doen, zonder te weten wat we moeten doen. Dat voelt beter dan niets doen en erkennen dat we het niet weten. In het niet weten terecht komen vinden we vaak eng. We hebben het leren vermijden. En als we er dan toch in terecht komen, dan heeft het een sluitende werking. We sluiten ons zelf af van de ander, van het veld en de wereld om ons heen, en daarmee worden onze hulpbronnen ook nog eens onbereikbaar.
herkennen dat we het punt bereikt hebben waarop we werkelijk niet meer weten wat te doen. Herkennen dat je aangekomen bent in het niet-weten, hoe doe je dat? Haal jezelf situaties voor de geest waarvan je achteraf constateerde 'ik wist het toen echt niet'. Wat deed je toen? Wat lijkt jouw patroon te zijn? Hard praten, lachen, over iets heel anders beginnen, boos worden op je cliënt, een zogenaamd wijze opmerking maken, enzovoorts. Dan heb je in ieder geval een aanknopingspunt: als ik x doe, dan mag ik mezelf afvragen of het een teken is dat ik het niet weet. Stap twee is dan: ronduit erkennen dat je het nu niet weet, punt. Zonder oordeel, zonder dat je er op dit moment ook maar iets aan kunt veranderen dat dit nu het feit is dat er is: ik weet het niet.
Benoemen dat je het niet weet Hardop benoemen: “Ik weet het nu even niet”, werkt rustgevend en helpt om contact te houden met je verantwoordelijkheid en je leiderschap. Door ‘nu’ en ‘even’ te gebruiken, stel je zowel je eigen paniek en oordelen, als ook de client gerust, en heb je even de tijd om het gewoon niet te weten. In de woorden 'nu' en 'even' zit echter ook een valkuil. Heel gemakkelijk zet je daarmee -onbewust- jezelf onder druk om het aanstonds wél te weten.
Het openende niet-weten
Verduren van het niet-weten
In het niet-weten terecht komen kan ook een openende werking hebben. Allereerst moet je je ervan bewust worden dat je het nu niet weet. Dat bewust worden kan lastig zijn. Soms hebben we namelijk zo goed geleerd om de toestand van niet-weten te vermijden, dat we niet eens
Om jezelf te trainen in het verduren van de toestand van niet-weten, kun je beter zeggen: “Ik weet het niet”. Zonder ‘nu’, zonder ‘even’. Het gaat om het werkelijk nemen van het feit dat je het niet weet. Een overgave aan “Ik weet het niet; het zij zo”. Een toestand waarin
-4-
je jezelf iets terughoudt, terwijl je wél de volle verantwoordelijkheid houdt en je leiderschap gebruikt voor ‘holding the space’. Je kunt dit trainen en checken door, in de toestand van niet-weten, in de begeleiderspositie, met de volle verantwoordelijkheid voor je eigen daden, te kijken of je de anderen recht in de ogen kunt kijken. Als je doet alsof, is het meestal niet mogelijk iemand, in stilte, recht in de ogen te kijken. Je kunt jezelf ook trainen in het verduren van het niet-weten. Als rationeel denkende volwassene kan je de absurditeit inzien van de illusie als je iets niet weet, dat je dan wel adequaat zou kunnen handelen. Misschien werkt het om je oordelen met hun eigen taal om de oren te slaan: “Het is helemaal niet dom om niet te weten wat je moet doen, het is juist dom om zomaar iets te gaan doen!” Je kunt je aanleren om te wachten, als alternatief voor het haast instinctmatige doen. Wachten, in erkennende stilte dat er op dit moment geen weten is. De tijd en stilte nemen om je te openen voor alles wat er te zien was en is, te horen was en is en te voelen wat was en is. Je te openen voor het vele, het grootse. Misschien ontstaat er verwondering. Verwondering over wat is. Verwondering geeft een heel andere kwaliteit aan wat je waarneemt dan met oordelen kijken, en verwondering brengt je ook voorbij aan ‘zonder oordelen waarnemen’.
Ruimtegevend stoppen Ondanks al het voorgaande weet je in een concreet geval misschien nog steeds niet wat je moet doen. Je hebt een tijdje in stilte gewacht, je hebt het verduurd, je paniek is niet toegeslagen op een manier dat je erdoor overweldigd werd, maar je weet het nog steeds niet. Dan is er maar één mogelijkheid: Stoppen. Geopend stoppen. Dat wil zeggen dat je benoemt dat je stopt omdat je het niet weet. Niet erom heen
draaien met mooi lijkende, maar verstrikkende zinnen zoals: “Het veld wil zich niet openen”, of “Is het goed dat we hier stoppen?”. Houd de verantwoordelijkheid voor het niet weten en het stoppen bij jezelf en erken dat door te zeggen: “Ik weet het niet, dus hier stop ik”. Het vreemde is, dat het lijkt of vanuit die beweging van overgave aan: “Ik stop hier, want ik weet het niet”, vaak een impuls komt, alsof die impuls vanuit het veld komt, en niet van jou. Dat gebeurt in de fractie van een seconde die ligt tussen het moment dat je het besluit om te stoppen nam en dat je het hardop uitspreekt. Daar ligt de opening naar een ander weten. De kunst is om deze opening te herkennen en uit te proberen wat die teweeg brengt. Meestal is het iets wat je nooit zelf had kunnen bedenken. Het lijkt erop dat die opening naar het ‘weten vanuit het veld’ er steeds is, maar 'overschreeuwd' wordt door onze actiegerichtheid en ons 'willen weten'. Wanneer we ons overgeven aan de stilte, aan niet-doen en aan niet-weten én tegelijkertijd in onze volle verantwoordelijkheid aanwezig blijven, kan de wijsheid van het veld ons bereiken.
Verantwoordelijkheid versus controle Je verantwoordelijkheid nemen heeft te maken met aanwezig zijn en blijven en de veiligheid scheppen waarin anderen ook -5-
aanwezig kunnen zijn en blijven. Niet alleen fysiek aanwezig zijn, maar ook innerlijk er niet vandoor gaan. Dit vergt moed. Het voeren van een systemisch coachingsgesprek of het begeleiden van opstellingen vergt moed. Ook het volledig toelaten van het niet-weten én de verantwoordelijkheid houden voor de situatie vergt moed. Door moed aan te boren, schep je een veilig kader voor anderen om ook aanwezig te blijven. Waar haal je moed vandaan? Uit vertrouwen. Waar haal je vertrouwen vandaan? Uiteindelijk komt vertrouwen met het nemen van de wereld zoals hij is. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Als begeleider/coach van systemisch werk begint het met het nemen van je eigen achtergrond: De eersten zijn je vader en je moeder. Precies zoals ze zijn of waren. En ook hun geschiedenis, alsmede hun reactie op die geschiedenis. En hún ouders, jouw grootouders, met hun geschiedenis, en hoe zij daarmee omgingen. Nemen, zonder oordeel. Weer die overgave. Wanneer je stopt met worstelen met je eigen achtergrond, en je achtergrond gewoon neemt als jouw eigen en enige achtergrond, dan krijg je een groot cadeau: Vertrouwen! Dit vertrouwen kun je aanboren, ook in die paniekmomenten dat je het niet weet: leun achterover, leun tegen je eigen achtergrond, en laat je door je ouders en de hele achtergrond gedragen worden.
Wiens hart klopt in mijn borst? Over Otto Scharmers velden van aandacht. Guni Leila Baxa We hebben veel kennis over wát we doen en hóe we dat doen. Maar we weten weinig over de plek van binnen, de bron, het veld van aandacht van waaruit we handelen. Otto Scharmer heeft zich jarenlang gewijd aan onderzoek naar deze innerlijke plek. Daarbij kwam hij bijzondere luisterkwaliteiten op het spoor. Kwaliteiten waarin zich uiteenlopende velden van aandacht openen waardoor ons handelen gevoed wordt. Scharmer onderscheidt vier manieren van luisteren 1): Downloading – herhaling Feitgericht luisteren – op zoek naar het verschil – open mind Empatisch luisteren – open hart Creërend luisteren – open wil. Deze niveaus van luisteren kun je ook in opstellingen waarnemen. Daar manifesteren ze zich in aandachtsvelden die onmiddellijk voelbaar zijn en de sfeer meebepalen. Heb je je er eenmaal vertrouwd mee gemaakt, dan kunnen het wegwijzers worden voor het antwoord op de vraag of je als begeleider het proces van de opstelling verder kunt en wilt uitdiepen. De innerlijke plek van stilte en tijdloosheid, Hellingers ‘lege midden’, is te bereiken via enkele stappen. Het is geen toestand die automatisch of permanent aanwezig is bij een opstelling. Doorgaans bevinden mensen, ook wij als begeleiders, zich niet vanaf het begin in die toestand. Iedere keer opnieuw openen en creëren we die. Via fragmenten van een bijzondere opstelling –bijzonder vanwege het thema waarover het ging- wil ik graag ingaan op de verschillende niveaus, c.q. Scharmers verschillende manieren van luisteren.
Fragmenten van de opstelling worden cursief weergegeven. Elementen die gerepresenteerd worden zijn vermeld tussen aanhalingstekens.
Ruth: de plaats van het eigen lichaam in de wereld is als het hart in het organisme. 2) Ten tijde van de opstelling was Ruth (cliënt) 76 jaar. Haar kwestie was de harttransplantatie die ze acht jaar tevoren had ondergaan. Hoogst zelden krijgen mensen op relatief hoge leeftijd nog een nieuw hart. Bij Ruth was dat op grond van bijzondere omstandigheden mogelijk geweest. Na de succesvolle transplantatie heeft Ruth vier zware, levensgevaarlijke auto ongelukken gehad. Van de acht jaar sinds de transplantatie lag ze er vier in het ziekenhuis. Na het laatste ongeluk had iemand haar aangeraden een opstelling te doen: wellicht zouden de ongelukken verband kunnen houden met de transplantatie. We beginnen de opstelling met een representant voor Ruth en één voor het hart. Weloverwogen kies ik voor HET hart. Die woordkeuze laat open om welk hart het gaat: het vroegere hart van Ruth of het donorhart. En, wie weet, zou ook de archetypische kracht van het symbool kunnen resoneren, zoals we dat wereldwijd kennen. Misschien zijn alle drie deze mogelijkheden inbegrepen, en misschien nog wel iets anders…..
-6-
Downloading – herhaling: wat kan zo’n verzameling cellen gewaarworden? Downloaden is de vorm van luisteren die dienstbaar is aan bevestiging. Alles wat gebeurt wordt afgemeten aan bestaande verwachtingen, oordelen en overtuigingen: Ja, ja, dat weet ik al. Wat we reeds weten moet bevestigd worden. In deze staat van zijn functioneert onze waarneming van de wereld op basis van een waarnemingsorgaan van de eerste orde: we zien uitsluitend datgene wat overeenkomt met onze reeds aanwezige oordelen. ‘Ruth’ (cliënt) kijkt even naar ‘het hart’, keert zich ervan af en zegt dat ze er niet naar kan kijken. ‘Het hart’ staat afgewend, op enige afstand van ‘Ruth’ en kijkt naar de vloer. De keuze van het element ‘hart’ betekent voor Ruth een zware opgave. Ze stemt weliswaar in met mijn voorstel, schudt echter tegelijkertijd haar hoofd en zegt: ‘Nou ja, wat kan zo’n klomp cellen nu voelen?’ Op dit moment van de opstelling bevindt Ruth zich in een toestand van downloading. Vóór de transplantatie was ze werkzaam als wetenschapsjournalist. Met psychotherapie heeft ze nooit iets te maken gehad. Ze voelde zich zeer vertrouwd met klassieke medische opvattingen, waarin het lichaam gezien wordt als een chemische fabriek, als een voorwerp waarvan we ontwerp en functioneren rationeel begrijpen. Als we dat ontwerp eenmaal doorgronden dan kunnen we dat naar believen manipuleren en veranderen, zonder gevolgen op het niveau van ziel of geest.
Open mind: wiens hart klopt in mijn borst? Ik vraag Ruth (cliënt) iemand te kiezen voor datgene waar het hart naar kijkt. Ze kiest een jongeman, die zowel door ‘Ruth’ als ‘het hart’ ogenblikkelijk benoemd wordt als ‘de donor’. Ruth zelf is plotseling geschokt en opgewonden. Ze grijpt mijn hand, kijkt me met grote ogen aan en vraagt verbijsterd: ‘Wiens hart klopt in mijn borst?’ De verbreding naar het aandachtsveld van open mind toont zich in de verbaasde en verschrikte vraag. ‘Toen ben ik wakker geworden’, zegt Ruth later over dit moment in de opstelling. Feitgericht luisteren – zoekend naar het verschil is een manier van luisteren die zich richt op de waarneming van feiten en op de wereld als een verzameling van dingen. We richten ons daarbij op aspecten van de realiteit die afwijken van onze eigen, reeds aanwezige opvattingen. Waar het bij downloaden gaat om het ontkennen van wat anders is, richt de waarneming zich hier op nieuwe of tegenstrijdige feiten: kijk hier eens! De innerlijke stem van het oordeel is uitgeschakeld. Feitgericht luisteren hoort bij goed wetenschap bedrijven. Scharmer zegt daarvan: ‘In deze staat van zijn activeren we een waarnemingsorgaan van de tweede ord e: het zintuig dat ons echt uitsluitsel geeft over de werkelijke aard der dingen.’
Onder dit harde schreeuwen van haar representant krimpt Ruth ineen. Afscheidspijn van het hart? Geïrriteerd schudt ze haar hoofd; ze is duidelijk in gevecht met zichzelf. Ze zegt: ‘Een orgaan als iets met eigen gevoelens en ervaringen? Dat haalt alles overhoop wat ik ooit gedacht heb.’
Open hart: bijna iedere dag bedank ik hem En dan begint Ruth hartverscheurend te snikken, ze grijpt opnieuw mijn hand en zegt: ‘Ja, zo is het precies. Mijn representant voelt het heel precies. Bijna iedere dag beloof ik hem dat ik op zijn hart zal passen. Ik ben hem, wijzend op ‘de donor’, oneindig dankbaar. HIJ heeft mij het leven gegeven. En tegelijkertijd is het volstrekte onzin. Ik ben totaal niet bijgelovig. Ik schaam me voor mezelf en toch doe ik het.’ Empathisch luisteren brengt een kentering teweeg. Het is de ommekeer van de focus op dingen en feiten, naar de focus op de jijwereld, het levende en zich ontwikkelende zelf. Ja, ik weet precies hoe je je voelt. Empathisch luisterend beleven we de wereld vanuit het perspectief van de ander. We ervaren heel precies de plek van waaruit de ander handelt. Het is een vaardigheid die je, net als elke andere vaardigheid, kunt aanleren en verder ontwikkelen. Otto
In de opstelling keert ‘het hart’ zich allereerst tot ‘Ruth’ en zegt: ‘Ik zou echt graag naar je toe komen. Maar ik kon werkelijk geen afscheid nemen van hem’, daarbij wijzend op ‘de donor’. Dan staart ze hem gefixeerd aan en roept, alsof er een grote afstand te overschreeuwen is: ‘Je bent niet dood! Besef je dat? Je bent niet dood! In mij leef je verder, en ik zorg voor je hart.’ -7-
Scharmer noemt het de intelligentie van het hart, het waarnemingsorgaan van de derde orde. Een vrouw uit de groep, ‘het leven’ representerend, wordt gevraagd in de opstelling een goede plek voor zichzelf te vinden. Ze gaat zo staan dat ze enige afstand heeft tot ieder van de andere drie, dat ze hen allemaal kan zien en dat de anderen haar kunnen zien. ‘Ruth’ zakt in elkaar en valt op de grond met de woorden: ‘Het leven hoort mij niet toe, het hoort bij hem’, daarbij op de donor wijzend. ‘Het hart’ trekt zich terug en zegt tegen ‘Ruth’: ‘Zolang je dat niet oplost is hier geen plek voor mij.’ De donor smeekt om gewoon dood te mogen zijn. ‘Het leven’ staat met open armen te wachten. Wanneer een echte dialoog ontstaat, vindt van binnen een beweging plaats naar een andere manier van luisteren. Zolang we luisteren op één van de twee eerst genoemde manieren bewegen we ons binnen de grenzen van onze eigen mentaal-cognitieve wereld. Bij empathisch luisteren echter verschuift onze waarneming vanuit ons eigen veld naar dat van de ander. De scheidslijn tussen mij en de ander verdwijnt. We voelen een directe verbinding, contact van hart tot hart. We stellen ons open voor de liefde. Terug naar het moment dat Ruth begint te snikken als ze geconfronteerd wordt met haar dankbaarheid
jegens de donor en zich daarvoor schaamt: dat is het moment waarop Ruth in contact komt met een kant van zichzelf die ze tot dan toe weinig onder ogen gezien en weinig plek gegeven heeft in haar manier van leven. Met het zetten van een stap in de richting van ‘het leven’, slaat ze de weg in van het Ja, van de liefde voor zichzelf.
Open wil; Ja, natuurlijk! ‘Ben je bereid tot een experiment?’ vraag ik Ruth. ‘Ja, natuurlijk’, zegt ze. Ik vraag haar om op redelijk grote afstand van ‘het leven’ te gaan staan, er oogcontact mee te maken en er dan, steeds in contact blijvend, heel langzaam naar toe te bewegen, stapje voor stapje. Op die weg ontmoet Ruth in zichzelf terugdeinzen, twijfel, verdriet, koppigheid, bittere tranen, aarzelend loslaten, voorzichtige toenadering, geluidloos huilen, lachen, omarmen, gelukkig zijn, vredige stilte, innerlijk stralen. Het is het palet aan gevoelens en ervaringen dat we ook kennen uit het proces van het herstel van de onderbroken uitreiking. Maar tegelijkertijd ontstaat er nog iets dat erboven uitstijgt.
Ongeveer halverwege Ruths gang naar ‘het leven’ begint ‘Ruth’ (representant) nauwelijks hoorbaar te neuriën. ‘Het hart’ pakt een trommel en slaat, eerst heel zachtjes, dan iets harder het ritme van een hartslag. Als Ruth bijna bij ‘het leven’ aangekomen is staan -zonder enige afspraak vooraf- plotseling alle omzittenden op, vormen een cirkel rondom Ruth en ‘het leven’ en wiegen met elkaar zachtjes op het ritme van de trommel. Dertig minuten veranderen in een tijdloos moment. Niet alleen voor Ruth, maar voor alle aanwezigen. Creërend luisteren zorgt ervoor dat we onze wil openen als een waarnemingsorgaan van de vierde orde. Als we ons op dit vlak begeven gaat het eigen ik naar de achtergrond. Daardoor openen we van binnen een plek van stilte en zijn, waar een nieuwe kwaliteit van presentie zich doorheen weeft. We ontwikkelen een gevoeligheid die ons in contact brengt met het hoogst mogelijke van de toekomst. Op dit punt aangeland zoeken we niet meer buiten onszelf. We bevinden ons in een veld, waardoor we ver over onze gewoonlijke organisatiegrenzen heen getild worden, doordat
we een moment van tijdloze stilte binnentreden. Daarmee beleven we iets totaal anders; iets volstrekt nieuws en toekomstigs begint in ons gezamenlijke midden aanwezig te zijn. Pas aan het einde van de ervaring ontdek je dat je op het vierde niveau was. Je stelt plotseling vast dat je niet meer dezelfde persoon bent als tevoren. Je hebt een subtiele, nauwelijks waarneembare, maar diepgaande verandering doorgemaakt. 1) De toelichting op de manieren van luisteren is ontleend aan de website van C. Otto Scharmer. Meer daarover in zijn boek: Theorie U. 2) Merleau-Ponty: Phänomenologie der Wahrnemung. Walter de Gruyter & Co, Berlijn 1966, Blz 192 Vertaald door Anton de Kroon Guni Baxa zal in 2013 de verdiepingsopleiding ‘Familieopstellingen Professional’ geven in het Hellingerinstituut. (zie elders in dit magazine of op www.hellingerinstituut.nl)
In memoriam Janny Heideveld Op 22 maart 2012 werd Janny Heideveld getroffen door een hersenbloeding en een auto-immuunziekte en raakte volledig verlamd. Na zeven maanden kon ze niet meer. Op 17 oktober is ze overleden. Janny werkte sinds 2006 op het kantoor van het Hellingerinstituut. Janny had de gave om deelnemers, ook al waren ze nog totaal onbekend, snel te binden aan het Instituut. Alle mailtjes en telefoontjes beantwoorde ze met veel enthousiasme en liefde, waardoor mensen zich snel thuis voelden. Net toen we erover dachten om misschien met de uitgeverij Het Noorderlicht te stoppen, heeft Janny het nieuw leven ingeblazen door met on-line boekverkoop te starten. Ze bestierde haar boekwinkel vol overgave! Dank zij Janny lagen bij het begin van een opleiding de opleidingsmappen altijd keurig van naam voorzien klaar, zij hielp iedereen herinneren wie en wat er de komende tijd zouden komen en wie er nog gebeld moest worden en ze regelde de vele reizen voor Jan Jacob. Of wel, Janny zorgde zes jaar lang dat het Hellinger instituut bleef draaien. Janny, dank je dat je zó je hart gaf aan de verwelkoming van onze deelnemers, aan de voorbereiding van de opleidingen, aan ons werk en aan ons, als team. We bouwen erop voort! -8-
Praxis der Systemaufstellung Tien van de artikelen in dit magazine zijn eerder verschenen in hét Duitse tijdschrift voor opstellingen: Praxis der Systemaufstellung. Gunthard Weber is de oprichter van dit tijdschrift, dat twee maal per jaar verschijnt. Gunthard’s hobby is bomen planten. Vaak clandestien. De hele omgeving van zijn woonplaats bij Heidelberg staat vol met inmiddels grote bomen die hij ooit geplant heeft. Gunthard houdt er ook van organisaties te planten. Zo was hij de oprichter van de Duitse vereniging voor opstellers en inmiddels bouwt hij huizen voor weesmeisjes in Afrika, scholen erbij en inmiddels een fabriek om de noten die in de natuur groeien te verwerken tot karitee-boter. Gunthard had geld over van het eerste congres dat hij organiseerde en vroeg zich af hoe dat geld weer terug kon vloeien naar het veld van opstellers. Daaruit ontstond een tijdschrift. In het begin met het format van een dik schrift, inmiddels een volwaardig tijdschrift waar je je op kunt abonneren. Jacob Schneider, Albrecht Mahr, Marianne Franke-Gricksch, Ursula Franke, Claude Rosselet en anderen voeren precies en gewetensvol de redactie. Op deze manier leveren ze een belangrijke bijdrage aan het toegankelijk maken van de vele toepassingen en stijlen in systemisch werk, maar ook aan een voortdurende reflectie op dit werk, waardoor het verder kan groeien. Wilfried de Philipp is de eindredacteur:
[email protected] Voor abonnementen: www.carl-auer.de/praxis
Eeuwig en de ordeningen van het zijn Joan Garriga Bacardi Als ruggengraat van ons opstellingenwerk heeft Bert Hellinger de ordeningen van de liefde geïntroduceerd. Als deze ordeningen worden gerespecteerd en iedereen omvatten die tot hetzelfde systeem van geest of ziel behoort dan weten we dat die mensen gelukkiger zijn en zich verheugen in een grote vitaliteit. De ordeningen van de liefde weerspiegelen niet alleen een mooie existentiële wijsheid, ze omvatten niet alleen de goede liefde, maar bovenal het goede leven. Je zou ook kunnen zeggen dat de ordeningen van de liefde impliciet de ordeningen van het zijn bevatten. Daarover zou ik hier graag schrijven. Maar sta me toe dat ik mijn eigen verteltrant volg en zo tegelijkertijd mijn eigen geschiedenis vertel, als verhaal en als excuus. De hoofdrolspelers van mijn geschiedenis heten Jong en Oud. Ze werden geboren op dezelfde dag, hetzelfde tijdstip en in dezelfde plaats. Hoewel ze beiden dezelfde ouders hebben was het toch raar dat ze geen broers van elkaar waren. Dat raadsel wordt opgelost door het feit dat ze, hun hele leven lang, hetzelfde lichaam deelden. Jong werd als nieuweling geboren en, net als alle anderen, begon hij met een diepe ademhaling. Oud werd op precies hetzelfde moment geboren, maar het toeval wilde dat net daarvoor de illusie van de god Kronos opgeblazen werd. In overeenstemming met enkele
moderne theorieën, die beweren dat tijd niet bestaat, werd Oud op 96-jarige leeftijd geboren. Hem resteerde nauwelijks zijn laatste ademtocht. Jong begon zijn leven; Oud voltooide het net. Jong was een kind vol toekomst. Oud een wezen vol verleden, in feite het wezen dat Jong nu eenmaal wilde worden. Kort daarvoor het toneel van deze wereld verlaten hebbend, om naakt terug te keren tot zijn werkelijke identiteit: die van het eeuwige zijn, het eeuwige, het nooit geborene en het nooit gestorvene. In feite zijn het er drie: Jong, Oud en Eeuwig. Jong met een leven om te leven. Oud met een geleefd leven, met troost en littekens, vol -9-
wijsheid. Eeuwig, de trommel die ons op cruciale momenten in ons leven dwingt zijn onweerstaanbaar ritme in plaats van onze eigen melodie te volgen. Jong was een kind als alle andere. Gezegend door zijn verleden, ouders en familie. Gezegend ook door de aanwezigheid van Eeuwig die ons scherp houdt en in contact met het zijn, zonder voorgeschreven vormen. Gezegend tenslotte door de hulp van Oud, de boodschapper van de toekomst, die niet ophield hem te onderrichten over een geslaagd bestaan en over de ordeningen die dat mogelijk maken. In schitterende dialogen liet hij hem vanuit de toekomst inzichten voor een gelukkig leven gewaarworden. We dopen ze ‘de ordeningen van het zijn’; en het zijn de volgende: ‘Het leven is groter dan het individu’. Jong, je moet weten, dat het leven ons soms toelacht en tevreden stelt en ons op andere momenten frustreert en laat huilen. Beide
zijn juist, en eerlijk gezegd is het niet eenvoudig te onderscheiden wanneer het leven beter voor ons zorgt, als het ons tevreden stelt of als het ons verscheurt. Indien enigszins mogelijk behoud dan altijd vertrouwen, ondanks de beproevingen die op je af komen. Je wil, je wensen, je angsten, alles wat je identiteit bepaalt, alles wat je ‘ik’ noemt is klein tegenover de wil van het leven. Soms zul je je voelen als een heel klein bootje op een grote oceaan. De ene keer zul je je eigen weg volgen, een andere keer zul je geleid worden. Gaandeweg leer je het geluk te verstaan als iets wat twee elkaar aanvullende factoren samenbrengt. De eerste is dat we met alle kracht die in ons is de richting opgaan die ons aanspreekt. De tweede is het leven toe te staan ons in zijn armen te houden, ook als zijn bedoelingen niet met onze vurigste verlangens overeenstemmen. Het leven zorgt ervoor dat er oneindig veel gebeurt wat ons niet bevalt, wat moeilijk en pijnlijk is: verlies, frustratie, et cetera. Het leven is een soort existentiële dialoog, creatief met het geluk tussen zijn en onze wensen. Altijd is het soeverein, meestal vraagt het niets: Het handelt slechts, en wij drijven mee op zijn stroom… Gelukkig zijn de zeelui die ook bij slecht weer een opgewekt gemoed hebben en die ook in onaangename omstandigheden nog voluit kunnen leven. De ondankbaren klampen zich vast aan hun ergernis, om te rechtvaardigen dat ze minder leven. Het gelukkigst zijn degenen die kunnen instemmen, het grote JA ten overstaan van het zijn. Als je met één erkenning zou willen uitdrukken wat werkelijk helpt, dan is dat het onverbrekelijke JA zeggen tegen het leven. Iedere keer dat je zelf een probleem hebt of dat iemand van wie je houdt een probleem heeft, kun je je afvragen tegen wie of wat hij ‘Nee’ zegt. Wie of wat kan hij geen plek geven, van wie of wat kan hij niet
houden? ‘Nee’ zeggen is een glasheldere poging om gevoelens van pijn, schuld, iets niet waard te zijn of schaamte te vermijden…. Maar weet dat vluchten lange schaduwen werpt. Nietzsche heeft dit in zijn biografie ‘Ecce homo’ helder uiteengezet: ‘Mijn formulering om de grootsheid van de mens uit te drukken is de amor fati (liefde jegens het lot).’ Hij bedoelt daarmee ook: ‘De ultieme bevestiging die uit de volheid geboren wordt, een ‘Ja-zeggen’ zonder enige terughoudendheid, zelfs tegen lijden, schuld en alles wat problematisch en vreemd is aan het bestaan.’ Het lot dat wij aanvaarden neemt ons in zijn armen en leidt ons naar het leven. In tegenstelling daarmee is het lot dat wij proberen te ontlopen. Het achtervolgt ons en eist het onbetwistbaar recht op zijn bestaan op.
‘Het leven is in de toekomst’ Jong, stel jezelf de volgende vraag: Waar leef je de rest van je leven? Het juiste antwoord luidt: in de toekomst! Dat mag je komisch voorkomen omdat onze liefde voor en binding aan het verleden, familie, ouders, jeugd en onze wortels zo sterk zijn. Het is duidelijk dat ons verleden ons draagt, maar het goede leven bevindt zich in de toekomst. Luister steeds heel goed: de toekomst zal je steeds oproepen om haar niet te vermijden gezang te horen. Naar de toekomst kijken en ervan te houden draagt ons net zo goed als onze ouders en voorouders dat doen. Kijk in de verte en je zult mij als Oud ontdekken, bejaard, gelukkig met het geleefde leven, in harmonie ermee, vruchtbaar en onbezorgd om het weer af te geven. Je zult onze kinderen en kleinkinderen zien en hoe het leven zich verder uitbreidt in onze nakomelingen, alsmaar verder, je hart met toekomst vullend. Wat het meeste - 10 -
dank zegt aan het verleden is een mooie toekomst. De beste dank aan onze voorouders is de vooruitgang, het licht, het geluk van hun nakomelingen. Stop niet met je te oriënteren op morgen. Boeddhisten zeggen dat het verleden een begraafplaats is. Daarvan blijven slechts beelden en herinneringen over. Ze zeggen ook dat de toekomst slechts een verwachting is en dat uitsluitend het nu bestaat. Het leven wordt alleen vloeibaar in het zwijgende nu. Dat is zijn natuurlijke toevluchtsoord en woonplaats. Eeuwig, die onze werkelijke essentie is, kent alleen ‘nu’. Hij leeft in ons als het eeuwige heden. Maar het heden is zo vluchtig dat je het alleen beheerst als je naar voren kijkt. Gebruik nooit het verleden als excuus om afwachtend te zijn met leven. Zeg nooit: ‘Mijn pijn is zo groot dat ik geen kracht meer heb.’ Misschien zijn de volgende verzen van de dichter Benedetti je behulpzaam: ‘Geef niet op, er is nog tijd te bekomen en op nieuw te beginnen je schaduw te accepteren, je angsten te begraven, je ballast af te werpen, je vlucht te hervatten.’
De zin van het leven is het leven te dienen. Gezien mijn leeftijd kan ik je zeggen, wat mij vervult is alles wat ik aan het leven gegeven heb, wat het leven aan mij gaf en wat ik met vreugde kon aannemen. Wat mijn geest vervolmaakt is de totaal geliefde liefde. Ooit beging ik de zonde niet te kunnen geven en niet te kunnen nemen. Maar de zonde is geen morele kwestie, maar een begrip uit de oude kunst van het boogschieten en betekent ‘het doel missen’, niet het centrum van ons existentiële doelwit te treffen. Jong, ik kijk naar jou, en ik zie je leven. Ik weet precies hoe het zal zijn en daarom kom ik in je oor fluisteren: Er zijn drie grote zonden
die je dient te vermijden. De eerste is niet te geven wat je hebt en bent. De tweede is te geven wat je niet hebt en wat je niet bent. De derde, tenslotte, is om niet aan jezelf te werken om onderscheid te maken tussen wat je hebt en bent en wat je niet bent en niet bent. De eerste is eer bewijzen aan de boze geest van de lafheid. De tweede aan die van de onbetrouwbaarheid en huichelarij. De derde aan die van de luiheid en vadsigheid van het bewustzijn om te luisteren naar wat hem diep van binnen beweegt. Heb altijd de moed om te respecteren wat je hebt en dat aan het leven te schenken, wat het ook moge zijn: Schrijf gedichten, bespeel de harp, ga een huwelijk aan, wees tuinman, geef datgene wat jou zelf in beweging zet, wat je talent en je geschenk is. Probeer niet om je
anders voor te doen dan je bent, probeer niet om te zijn wie je niet bent. Doe niet alsof je de gave van het dichten hebt als de muze je die niet gegeven heeft. Leer naar je lichaam te luisteren en naar je innerlijke waarheid ‘in de stille uren van de nacht’. Dan ervaar je wat je het meest dringend te doen hebt. Richt je pijlen alleen op de toekomst, zodat ze leven tot stand brengen. Daarin, en in de liefde die je ondervonden hebt zul je de zin ontdekken. Dat veroorzaakt andere heldendaden, hartstochten en waarden. Als je 47 jaar bent zul je Bertrand Russell lezen en begeesterd kennis nemen van wat hij helemaal voorin in zijn autobiografie geschreven heeft: ‘Drie eenvoudige, maar geweldig intensieve hartstochten hebben mijn leven gestuurd: de hunkering naar liefde,
de zoektocht naar erkenning, en een ondraaglijk medelijden met het menselijk lijden. Deze drie passies hebben me alle kanten op gestuurd, als krachtige stormwinden iedere keer in een andere richting, over een diepe oceaan van angst, tot aan de rand der vertwijfeling.’ En hij sluit af: ‘Dat was mijn leven. Ik heb het levenswaardig gevonden, en ik zou het graag opnieuw leven, als ik de gelegenheid zou krijgen.’ Jong, nu eindigt ook mijn leven dat in jou begint: ik heb het beschouwd als mooi en de moeite waard om het te leven, en nu neem ik afscheid met zoveel liefde en met zoveel broers en zussen dat ik ze niet kan tellen. Leve jou. Vertaald door Anton de Kroon
Vleugels voor verandering Het nieuwste boek van Jan Jacob Stam, ‘vleugels voor verandering’, durf ik meteen te betitelen als een must voor iedereen die zich op de één of andere manier bezig houdt met organisaties. De heldere uitleg over de systemische principes en de vele voorbeelden uit de praktijk maken dit werk zeer waardevol voor al diegenen die beroepsmatig te maken hebben met organisaties. Ook voor mensen die (nog) niet getraind zijn in systemisch werk is dit boek toegankelijk. De manier waarop de systemische principes en de verschillende dynamieken die kunnen spelen binnen organisaties wordt uitgelegd heeft de kwaliteit van een korte, maar intensieve cursus. Of je nu een eenmanszaak hebt, manager bent bij een bank of CEO van een multinational, het andere perspectief dat je geboden wordt om naar organisaties te kijken en de nieuwe inzichten die je je eigen kunt maken, zijn onmiddellijk praktisch toepasbaar en bieden mogelijkhe-
den tot veranderimpulsen. Dankzij de overzichtelijke index kan dit boek ook gezien worden als een naslagwerk dat regelmatig ter hand genomen zal worden. Jan Jacob Stam neemt ons mee langs een aantal nieuwe inzichten met betrekking tot systemisch werk binnen organisaties, die het reeds bestaande een kleine, maar significante verbreding geven. Hierdoor lijkt er een verdieping in het werk te zijn ontstaan die ik niet voor mogelijk had gehouden. Er wordt bijvoorbeeld een nieuwe wetmatigheid aan de drie al zo bekende toegevoegd. Voor mij persoonlijk was dat even slikken en ik kwam daar dan ook een behoorlijke weerstand in tegen, maar het daagde me zeker uit om weer eens met mezelf in gesprek te gaan. Er is een pioniersgeest voor nodig om heilige huisjes diepgaand te onderzoeken, en het vraagt zeer zeker moed om nieuwe inzichten aan de - 11 -
reeds lang bestaande toe te voegen. De grote liefde en het respect van de schrijver voor het systemisch werk en voor organisaties is zo duidelijk voelbaar dat je het gevoel krijgt dat hij met je aan het meelezen is en dat hij je aanmoedigt om toch vooral niet zomaar aan te nemen wat er geschreven staat, maar het juist zelf ook te onderzoeken. En daarna gaat hij graag de dialoog met je aan. Elmer Hendrix
Het opstellen van gevaarlijke ideeën Hunter Beaumont Sinds een paar jaar ben ik geïnteresseerd geraakt in het gebruik van opstellingen om iets te leren over de uitwerking van ‘gevaarlijke ideeën’ op menselijke systemen. Hoewel dat verschijnsel me al enkele jaren intrigeert en ik geleidelijk enkele mogelijkheden ontwikkeld heb om ermee te werken, had ik nog geen woorden om te beschrijven wat ik waarnam en wat ik deed. De laatste tijd echter heb ik langzamerhand een heldere en elegante manier gevonden om over deze verschijnselen na te denken. Dit is mijn eerste poging om mijn gedachten weer te geven in een tekst die geschikt is voor publicatie. In een ‘TED-gesprek’ in 2002 (www.ted.com) heeft de filosoof Dan Dennett het begrip ‘gevaarlijke ideeën’ geïntroduceerd. Hij beschrijft hoe een parasiet (Dicrocoelium dendriticum), levend in de hersens van een mier, die hersens zodanig verandert dat de mier zich gedraagt op een manier die goed is voor de parasiet en slecht voor de mier. Hij zorgt ervoor dat de mier iedere avond het mierennest verlaat, naar het uiteinde van een grasspriet klimt en zich tot de volgende morgen daarin vastbijt. Dit gedrag is gevaarlijk voor de mier. Hij kan door een koe, schaap of paard opgegeten worden, waarbij de mier sterft maar de parasiet zich kan voortplanten. Dit is een voorbeeld van genetische informatie die zich door generaties heen voortplant. Als je dit op mensen toepast, dan is het deze genetische of andere informatie die ervoor zorgt dat we ons op een voor onszelf schadelijke wijze gedragen. De Engelse bioloog Richard Dawkins introduceerde het begrip ‘meme’ voor de culturele informatie die door individuen doorgegeven wordt en zich verder ontwikkelt door generaties heen. (Wikipedia: meme is een begrip uit de memetica en betekent een idee dat zich onder informatiedragers verspreidt; het wordt ook wel omschreven als een besmettelijk informatiepatroon.)
Voorbeelden van een meme zijn stonewashed jeans en baseballcaps met de klep naar achteren die door teenagers in de meest uiteenlopende culturen gedragen worden. Of een ander voorbeeld, de overtuiging dat flessenvoeding beter is dan borstvoeding; een overtuiging die in ontwikkelingslanden aan veel baby’s het leven kost. In zijn TEDgesprek houdt Dennett zich bezig met ‘gevaarlijke ideeën’ die als parasieten bezit nemen van mensen en ons ertoe brengen onszelf en anderen te gronde te richten. Plegers van zelfmoordaanslagen bijvoorbeeld doden zichzelf en andere onschuldige mensen in de overtuiging ‘iets goeds’ te doen. Anorectische meisjes hongeren zich dood omdat ze denken dat dik zijn lelijk is. Weer anderen, van wie het gevoel voor wat gezond is door onbekende factoren verstoord wordt, blazen hun lichaam op tot een omvang die absoluut ongezond is. Voor mensen die in een westerse cultuur opgegroeid zijn is het bijvoorbeeld vanzelfsprekend dat de vrouwelijke besnijdenis niet nodig is voor een gelukkig seksueel verkeer tussen man en vrouw. Maar Waris Dirie (Desert flower: The Extraordinary Journey of a Desert Nomad, New York 1998) en anderen hebben beschreven dat het bij de stam horen vereist dat je je gedraagt naar die opvatting. Alle - 12 -
geloofsuitspraken, overtuigingen en ideologieën werken als meme. Sommige zijn leven bevorderend en goed, andere zijn ‘gevaarlijke ideeën’. Dergelijke ideeën nemen bezit van ons omdat we erin geloven, terwijl ze slechts geïnteresseerd zijn in hun eigen voortbestaan en niet in ons welzijn. De film ‘Das weisse Band’ toont op indrukwekkende wijze de uitwerking van ‘memen’ of ‘gevaarlijke ideeën’ op het platteland honderd jaar geleden. In deze film onderken je ‘gevaarlijke ideeën’ over het lichaam, over het uiten van gevoelens, over goed en kwaad, die duidelijk een vernietigende uitwerking hebben gehad zowel op de mensen die ervan overtuigd waren alsook op de wereldgeschiedenis. Immers, twee wereldoorlogen werden erdoor veroorzaakt. Werken in een multiculturele context confronteert ons met de moeilijke opgave te onderkennen welk meme gezond en welk gevaarlijk is. Aan de hand van welke criteria kunnen we in dit verband goed en gevaarlijk onderscheiden? Familieopstellingen kunnen ons hier verder helpen, hoewel er ook volop verhalen zijn over opstellers die hun vernietigende meme doorgeven aan hun cliënten. Eén van de vernietigende ideeën die ik met behulp van familieopstellingen onderzocht heb is de haat jegens het lichaam. Deze meme gaat vaak samen met een religieuze overtuiging en lijkt een enorme rol gespeeld te hebben in de generatie van onze grootouders bij het toelaten van lichamelijke intimiteit. Deze bijzondere meme heeft grote invloed op ons gevoel van eigenwaarde als man en vrouw en
op ons vermogen tot intimiteit met onze partner en kinderen. Vanuit de overtuiging dat hetgeen werkelijk gebeurd is meer realiteit bevat dan de geschiedenissen die in de familie verteld worden (familiegeschiedenissen?) is het bij opstellingen gebruikelijk geworden om te vragen: ‘Wat is er gebeurd?’ Het is een krachtige vraag om tot de kern van verwarrende familiegeschiedenissen door te dringen. Maar in menige opstelling is het zinvoller om te vragen: ‘Hoe verhield grootmoeder zich tot haar eigen lichaam en lichamelijke intimiteit?’ Meestal kan die vraag niet objectief beantwoord worden. Hoogst zelden herinnert iemand zich iets van wat grootmoeder gezegd heeft of gezegd zou hebben. Meestal moeten de overtuigingen afgeleid worden uit de uitwerking die ze generaties lang gehad hebben. In dat geval onderzoeken we de meme en niet grootmoeders werkelijke overtuiging. Als iemand bijvoorbeeld moeite heeft met intimiteit in de relatie dan zou je kunnen vragen naar abortussen, eerdere relaties of identificatie met niet erkende vroegere partners van de ouders. Daarbij kunnen inzichten naar voren
komen die verandering mogelijk maken. Maar omdat we dergelijke verbanden vaak vinden worden we gemakkelijk ertoe verleid om te denken dat die gebeurtenissen de huidige relatieproblemen veroorzaakt hebben. Naar mijn ervaring is het zinvoller om preciezer te kijken. Het is waarschijnlijk zo dat hetzelfde meme dat onze ouders en grootouders beïnvloed heeft ook ons beïnvloedt. Dé kans tot verandering zit dan in de opsporing en verandering van dit meme en niet in het opnieuw ontdekken van de familiegeschiedenis. Daarom is het in veel gevallen veel zinvoller om te vragen: ‘Waarvan waren ze overtuigd?’, en ons ervan bewust te zijn dat we dat nooit helemaal zeker weten. De vraag is een uitnodiging om je met de meme zelf bezig te houden en je niet te laten meeslepen door de gevolgen van de werking ervan. In veel opstellingen wordt duidelijk dat op grootmoeder of overgrootmoeder, grootvader of overgrootvader, met betrekking tot lichamelijkheid en intimiteit in het huwelijk een stempel gedrukt is dat hun veel leed berokkend heeft. Het is duidelijk dat onze ouders
- 13 -
en wij zelf daardoor beïnvloed zijn. Bij dergelijke opstellingen is het mogelijk een representant te kiezen voor ‘het gevaarlijke idee’ en daarnaast iemand voor de lichamelijke relatie die oma en opa gehad zouden hebben als ze niet door deze vijandige maar door een meer positieve overtuiging beïnvloed geweest zouden zijn. Zoals eerder aangegeven is het ‘haat je lichaam-meme’ vaak verbonden met religieuze overtuigingen en om die reden kan een opstelling ons helpen de familietheologie te herzien. Het is zeer eenvoudig in een opstelling het onderscheid te maken tussen een destructieve en een constructieve meme: helpt het ons leven te leiden in liefde en intense tevredenheid, of niet? Zo bezien is het waarschijnlijk dat overtuigingen meer werkelijkheid zijn dan de zogenaamde feiten die terug te voeren zijn op de invloed van diezelfde overtuigingen.
Vertaald door Anton de Kroon
Familieopstellingen - Helpen ze ? Wanneer helpen ze? En hoe? Guenther Schricker “Es irrt der Mensch, solang er strebt”. Johann Wolfgang von Goethe Wat doet het jarenlang met dit werk bezig zijn met ons? Worden wij “oude rotten” of “Oergesteente”, zoals sommigen ons betitelen? Goed therapeutisch werk herken je volgens mij aan de verdieping van verwondering en dankbaarheid. Daardoor wordt je niet “oud” noch “van steen”, je blijft jong, in beweging en flexibel. Voor sommige opstellers lijkt dit een tikkeltje mager. Wij lezen bij voorkeur zinnen zoals deze: “De methodiek van de hedendaagse familie- en systeemopstellingen heeft zich tot een van de meest succesvolle Coaching- en therapieprocessen ontwikkeld -en dat wereld breed”. Reclame, empirisch bewijs van de werkzaamheid, succesverhalen, onderscheidingen, prijzen- daar denk ik vandaag de dag anders over, dan vroeger. Misschien gaat dit streven volstrekt voorbij aan de geest van het opstellingswerk, zoals het zich steeds meer laat zien?
Alles is nieuw Niemand weet, hoe een opstelling verloopt . Ook na meerdere jaren schuw ik elke hypothese, welke vanuit mijn ervaring in mij opkomt. Het zou niets meer voorstellen, dan vergelijkingen met wat we veronderstellen te weten en te kennen. Daardoor wordt de actuele opstelling star, doods. Mentale brillen, gevormd door het verleden, belemmeren onze waarneming, wij zien niet meer wat zich voor onze ogen afspeelt. Opstellingen werken meteen. Stralende ogen, geanimeerde gelaatstrekken, diepe ontspanning en dergelijke signalen
zijn direct te zien. Sommige deelnemers (ik bedoel altijd mannelijke en vrouwelijke) ervaren ook later nog positieve veranderingen in hun persoonlijke leven. Is het van belang, dat direct op het werk van de opsteller terug te voeren? Misschien moeten we het open laten. Als we denkbeelden, doelen, hoop en verwachtingen afleiden uit onze successen, bestaat de kans dat we het effect van het werk beperken. Hoe kan je je zonder de boven genoemde belemmeringen op dit werk voorbereiden en afstemmen?
Uitkomsten Wie klopt aan? Een tijdje geleden kwamen ouders met hun 12 jarige zoon bij mij in de praktijk. De moeder had van tevoren gebeld en verteld, dat hun zoon volgens de artsen nog maar 2 tot 3 maanden te leven had. Er groeit een niet operabele tumor in zijn hersenen. Hoe bereid je jezelf op zo’n ontmoeting voor? Men onthoudt zich van alle planning, verwachtingen, wensvoorstellingen en mogelijke strategieën. Vanuit het midden duiken beelden op, bijvoorbeeld: Wie hangt om de jongen heen? Wie heeft hij bij zich? Van wie houdt hij op deze manier? De beelden blijven als vragen staan. Als het gezin arriveert, kijkt de jongen bevreesd naar zijn ouders. ‘ij maakt je zorgen om je ouders’ zeg ik tegen hem. ‘Ja’, antwoord hij zachtjes. ‘Omdat iemand bij jou heeft aangeklopt’- ‘Ja’. ‘Weet jij wie het is , die bij jou aanklopt?’- ‘Mijn ziekte, de tumor’. ‘Heb je hoofdpijn?’- ‘Ja, steeds erger’. ‘Weet jij, hoe het met jou is gesteld?’- ‘In het ziekenhuis vertelden de artsen gisteren, dat ik niet meer lang te leven heb’. ‘Dus, wie klopt bij jouw aan?’ Stilte. Dan - 14 -
kijkt de jongen naar mij en zegt: ‘De dood’. ‘Luister even naar hem, hoe hij klopt…. misschien kan je hem in gedachten antwoorden’. Na een paar seconden zwijgen zegt hij : ‘Ik hoor zijn geklop.’ ‘Zeg het tegen hem: Ik hoor je kloppen.’ Vader, moeder en zoon zitten kalm op hun stoelen en luisteren aandachtig. Niemand beweegt. Als ze weggaan zegt de jongen tegen zijn moeder: ‘Het is koel geworden, in mijn hoofd.’ Deze dialoog heb ik indertijd vanuit mijn herinnering opgeschreven. Vandaag liep ik toevallig langs hun huis. Is het geoorloofd, dat therapeuten willen navragen? En, als ze te weten komen hoe het verder is gegaan, mogen ze deze informatie met anderen delen? Therapeuten mogen veel niet. Uit respect voor de cliënt, uit respect voor zichzelf en uit respect voor de grotere machten, welke hier aan het werk zijn. Stille vreugde en dankbaarheid mogen therapeuten wel beleven, zelfs zonder reden.
Beneden en klein Hoe groot of klein was de therapeut in de net beschreven sessie met dit gezin? Tamelijk klein. Hij kon, in aanwezigheid van het leed in dit gezin, niet teruggrijpen op soortelijke inzichten uit het verleden, laat staan zich bekommeren om mogelijke gebeurtenissen in de toekomst. Hij kon alleen erbij zijn, waarnemen, hoe het is, zonder een poging tot beïnvloeding of verandering. Ook systemisch revelante familiegebeurtenissen leverden geen aanknopingspunten op. Er restte allen nog het heden met deze jongen en onze dialoog, welke veel verder rijkte dan wij tweeën.
Begrijpen Onze liefde groeit en verdiept zich, als we iets nieuws werkelijk bevatten. Dit begrip komt niet voort uit kennis of inzicht over de ander. Begrip in opstellingen is het beleven van een enkel moment, waarin wij het vermogen hebben, de ander daadwerkelijk waar te nemen en te zien. Gedachten, oordeel, interpretaties, herinneringen, gevatte meningen, ervaring komen er bij dit proces niet aan te pas. Ook innerlijke beelden, welke opgeslagen zijn door vroegere ervaringen in opstellingen, zijn niet bevorderlijk voor deze vorm van waarnemen. Naar iemand kijken en zonder belemmeringen te zien, hoe het is, en tegelijkertijd zichzelf te laten beroeren, te beleven, wie je zelf op dit moment bent, brengt nieuwe, levendige contacten voort. Zonder verklaringen of oordeel. Een enkel ogenblik van gewaarwording volstaat, en de wereld is veranderd.
Diepe verandering Papa belt Jutta, 26, komt voort uit een kortstondige relatie van haar moeder met een getrouwde man, welke bij zijn echtgenote bleef. Zij heeft haar vader maar één keer ontmoet en herinnert zich nauwelijks iets. In de opstelling zien we vader en moeder in een innige omhelzing, niets kan hen scheiden. ‘Maar zo is het in werkelijkheid niet’, klaagt Jutta, als ze voor haar ouders staat. ‘Jij bent een kind voortgekomen uit een diepe liefde, die zich hier toont’, is het enige wat de opsteller erbij zegt. Jutta kijkt lang naar haar ouders, beiden met een uitnodigend gebaar naar haar uitreikend. Voor een moment dringt dit beeld van gelukkige ouders tot Jutta door en ze licht ook op. Langzaam beweegt ze zich naar haar ouders toe. De volgende ochtend vertelt ze: ‘Gisteren precies om 16.00 uur, het tijdstip van de opstelling, heeft mijn vader op mijn antwoordapparaat ingesproken, dat hij mij graag
wil ontmoeten.’
Verrassingen Men dient voorzichtig om te gaan met uitkomsten van opstellingen. Sommige moet men bij zich houden. Wie verwachtingen en hoop wekt, beschadigt het helingsproces. De familieopsteller geneest niet. Als genezende en verzachtende bewegingen op gang komen, is hij misschien een piepklein wieltje, dat bijdraagt aan het geheel. Net zoals de befaamde vlinder, welke met het bewegen van zijn vleugel de laatste druppel is, die een tornado tot stand brengt. Misschien is de familieopsteller nog minder dan bovengenoemde vlinder. De kans bestaat, dat hij, met al zijn betrokkenheid, ook volstrekt nutteloos is. Voor mij is dat een wonderbaarlijk denkbeeld. De opsteller doet zijn werk, zo goed hij kan, in het besef, dat hij ook staat voor nutteloosheid, onwetendheid en fouten. Gekoesterde verwachtingen beschadigen niet alleen de cliënt, maar ook de therapeut. Ik heb wel vaker ontmoetingen met zelfbenoemde helers gehad, die volledig uitgeput en opgebrand zijn. Is het dan van belang te weten, wie of wat de genezing tot stand brengt? Het mag een geheim blijven, waarvoor we met z’n allen simpelweg klein zijn. Het opstellingswerk biedt de kans te oefenen klein te blijven in aanwezigheid van het grote en niet verklaarbare. Voor Albert Einstein was de ontmoeting met het mysterie het mooiste wat er te beleven viel. Maar dan gebeuren, onder het schrijven van deze zinnen, dingen als deze, en de hele groep maakt het mee:
Het verlies van een kind Een echtpaar rouwt om de dood van hun zoon, welke twee jaar geleden, op 13 jarige leeftijd overleed. In de opstelling valt zijn representant op de grond en beweegt niet meer. Hij schijnt niemand te horen en reageert totaal niet. Bij navraag komen er verscheidene doodgeboren en helemaal vergeten kinderen - 15 -
van beide ouderlijke families in beeld. Die worden opgesteld. Als de ouders belangstellend naar deze familieleden kijken, glimlacht de jongen en zegt met een diepe zucht : ‘Nu gaat het goed met mij.’ De volgende dag vertelt de moeder in de groep: ‘Wij hebben gisteren met onze oudste zoon gebeld. S ’middags, precies na de opstelling, kwam opa langs. Hij en onze zoon hebben geen goed contact. Opa vertelde, dat het graf van onze jongere zoon een halve meter ingezakt was. Zoon en grootvader hebben toen de hele middag eraan besteed, om het graf weer in orde te maken, en konden verbazingwekkend goed met elkaar overweg.’ Bij dit bericht van de ontroerde moeder krijgt de hele groep koude rillingen. ‘Het heeft buitengewoon veel geregend’ breng ik in (augustus 2010) ‘maar, als de dood van jullie zoon ertoe bijdraagt, dat er nieuwe verbindingen tussen dode en levende leden van jullie familie ontstaan, kunnen wij ervan uitgaan, dat jullie zoon gelukkig is’. Ook de representant van de jongen, die hem de dag daarvoor in de opstelling representeerde, huilt vreugde tranen. Praktijk voor het heden Wat hebben wij nodig, om in de hedendaagse wereld staande te blijven? Wat heeft de wereld van ons nodig? In opstellingen zijn wij in staat om universele wetten aan den lijve te ondervinden, online en niet offline. Het vaak besproken nieuwe denken en de befaamde verbondenheid komen in een traditionele setting niet goed over. In het opstellingswerk krijgen wij de kans te ervaren , dat het in het klein net zo is, als in het groot, in de relatie met ons zelf, net zo als in de relatie tussen de volkeren, in onzer houding jegens onszelf net zo als in onzer houding jegens de wereld. Overall maken we mee, dat er levensprincipes bestaan, die niet altijd de logica volgen, maar wel overeenkomen met gebeurtenissen in verband met falen en succes. Soms, en misschien wel
vaker, komen we met willen en plannen nergens. Als we in staat zijn feiten en situaties te zien en te erkennen zoals ze zijn, komt antwoord of hulp op geheimzinnige wijze van buiten af naar ons toe. Op haar eigen tijd. Het meest fascinerende, mythische en religieuze wat bij opstellingen komt kijken, is voor iedereen te beleven, in de vorm van representant te zijn voor de levenden en de doden. Wij zijn, meer dan we vermoeden, verbonden met elkaar, en met het grote mysterie. Vaak maken we mee, dat we aan de hand genomen door grotere krachten, ontzag ervaren, onvermoede dieptes beleven en heel soms oplossingen aangereikt krijgen. Vertaald door Sabine ObermayrAdamzek
Organisatieopstellingen; van alledaags tot mythologisch Friedrich Assländer Opstellingen van thema’s uit het bedrijfsleven
Voorbeeld uit mijn coachingspraktijk
Opstellingen in de context van bedrijfsvraagstukken worden steeds meer geaccepteerd en krijgen een steeds groter scala aan toepassingsmogelijkheden. Te midden van het hele scenario van interventiemogelijkheden in bedrijfsadvisering hebben opstellingen hun waarde als krachtig instrument bewezen: zowel in individuele- en team coaching, bij interne bedrijfsconferenties, als bij opstellingen in workshops en opleidingen. Ook in algemene managementcursussen leiden organisatieopstellingen vaak tot wezenlijke inzichten.
De beide directeuren van een middelgrote uitgeverij wilden in een opstelling acht ideeën onderzoeken om te ontdekken welke daarvan ze verder zouden moeten uitwerken. Als representanten werden twee studenten uitgenodigd. In de voorbereiding van de opstelling bleek de vraag wezenlijk te zijn waaraan de beide directeuren later zouden herkennen dat ze het beste idee gekozen hadden. Beide cliënten waren het er snel over eens dat het idee ertoe zou moeten bijdragen dat het de onderneming als geheel goed zou gaan en dat het gekozen idee ook snel zou gaan bijdragen aan de winst. In de opstelling werden A-viertjes op de - 16 -
grond gelegd voor de acht ideeën, voor de onderneming en voor de korte-termijn-winst. Beide studenten testten iedere keer een idee op zijn uitwerking, zowel op het bedrijf als op de winst. Eén van de studenten, die nog nooit een opstelling had meegemaakt, was sprakeloos over de helderheid van zijn waarneming. Staande op het ene A-viertje had hij het gevoel in slaap te vallen, op het papier ernaast staande zei hij: ‘Hier schraap ik als een paard met mijn hoeven over de grond.’ Op deze manier werden drie ideeën als beloftevol geïdentificeerd en kregen als projecten een vervolg in het bedrijf. Eén van die ideeën leidde twee jaar later, in aangepaste vorm, tot de zo gewenste uitbreiding van de onderneming.
Het opstellen van archetypes Naast deze praktische en op bedrijfsvragen gerichte opstellingen zijn er ook situaties die zich goed lenen voor het werken vanuit archetypisch perspectief. Zo kun je ‘het hogere zelf’ of ‘een waarde’ opstellen, maar ook polariteiten als ‘innerlijke en uiterlijke rijkdom’ of ‘geld en moraal’, enzovoorts. Het is de kunst om de voor de cliënt relevante dimensie te vinden. Het opstellingswerk verplaatst zich daarbij van buiten naar binnen, van de gedaante van bedrijfsprocessen naar die van het eigen leven. Voor veel van de deelnemers aan mijn workshops openen zich daardoor volstrekt nieuwe zienswijzen op problemen waarvoor tot dan toe de oplossing in de buitenwereld gezocht werd.
Een voorbeeld uit een workshop Time management Omgaan met tijd is voor veel mensen een voortdurend probleem. In workshops bieden opstellingen de mogelijkheid om de manier van omgaan met tijd inzichtelijk en voelbaar te maken. Laat de cliënt beginnen met de Griekse goden voor tijd op te stellen: Kronos en Kairos. Vervolgens zoekt hij voor zichzelf een plaats daartussen. Een korte introductie is nodig. Kronos representeert de technische, meetbare tijd. Hij vertegenwoordigt ordening, planning, het kwantitatieve aspect van tijd. In de Griekse mythologie probeert Kronos, door zijn eigen kinderen op te eten, de voorspelling te ontlopen dat hij door zijn eigen kinderen ontmand en onttroond wordt. De kleine Zeus ontkomt aan het noodlot en voltrekt de profetie. Naar analogie hiervan zou je kunnen zeggen dat wat de vergankelijke tijd voortbrengt ook weer door haar zelf wordt opgegeten. Van Kronos zijn we ons steeds bewust als we op de klok of in de agenda kijken: we zien de gelijkmatig voorbijgaande, technische tijd. Zonder tijdmeting en planning zou een cultuur zoals
wij die kennen niet tot ontwikkeling kunnen komen. Begrippen als uurwerk, chronologie en geschiedschrijving getuigen van de alomtegenwoordigheid van deze machtige god. Tegenover hem staat Kairos, een jongeman met een prachtige haarlok op zijn voorhoofd en een kaal achterhoofd. Hij representeert de kwaliteit van de tijd, datgene waarvoor de tijd rijp is. Hij staat voor het juiste moment, voor de kans van het ogenblik. Het beeld dat de oude Grieken van hem geschetst hebben betekent: grijp je kans als Kairos voor je staat. Als je de kans voorbij laat gaan dan kun je hem aan de achterkant, zijn gladde achterhoofd, niet meer beet pakken. Zoals eerder aangegeven: voor de opstelling kiest de cliënt representanten voor Kronos en Kairos, stelt die op en zoekt vervolgens een plek voor zichzelf. Hij kan ook verschillende plekken uitproberen. En dan wordt nader ingegaan op de vraag van de cliënt. Zo was er een cliënt die last had van zijn grote plichtsbesef en dwangmatige nauwkeurigheid. Ik stelde hem voor tegen Kronos te zeggen: ‘Jouw eigenschappen heb ik in mijn leven tot nu toe in hoge mate gerealiseerd. Op den duur is dat niet goed voor me. Ik zou dat willen veranderen, om lichter en zorgelozer te kunnen leven.’ Zo kan een proces van verandering ingezet en kunnen nieuwe inzichten tot leven gewekt worden. Een belangrijke stap is immers om erkenning en waardering te geven aan al datgene wat Kronos aan goeds teweeg gebracht heeft in het leven, de successen die met behulp van structuur en precisie gerealiseerd konden worden. Vergelijkbaar hiermee verloopt het proces met Kairos. Hij wordt uitgenodigd om meer plek in te nemen in het leven van cliënt met zinnen als: ‘Ik ga meer in het heden leven,’ of ‘Ik ga meer stil zijn, mijn innerlijke stem horen en ernaar - 17 -
luisteren.’ Daarmee ontstaat een relatie met Kairos, die in de drukte van het werk van alledag verwaarloosd werd. Dergelijke opstellingen hebben een veel grotere impact dan gewone adviesgesprekken. Een opstelling is een gebeurtenis in de ziel, doorgaans verbonden met sterke gevoelens. Deze innerlijke beweging en de intense betrokkenheid maken de ervaring zo waardevol. Tot slot zoekt de cliënt een plek voor zichzelf waar hij zich goed voelt en waar hij werkelijk ervaart dat hij met de tijd omgaat zoals hij graag zou willen. Zo kan bijvoorbeeld Kronos achter en Kairos tegenover hem staan. Een cliënt reageerde op die plek met de woorden: ‘Kronos, planning, is iets dat ik blind kan doen. Ik weet dat je er bent en dat ik op je kan vertrouwen. Maar Kairos moet ik eerst eens goed aankijken en leren kennen. Het doet me goed dat hij zo vriendelijk naar me kijkt.’ Er zijn allerlei andere plekken mogelijk die door cliënten als kloppend ervaren worden. Soms worden beide goden naast elkaar opgesteld en kiest de cliënt zijn plek tegenover hen. Meestal plaatst de cliënt de goden in enige onderlinge afstand in een halve cirkel en kiest zijn positie daartussen, in het midden of wat meer aan de kant van één aspect van de tijd. Soms kiest hij zijn plek tegenover hen, om ze beide tegelijk te kunnen zien. In ieder geval zijn de gekozen plek, en veelal ook de door cliënt geleverde toelichting, de uiting van ieders individuele manier van omgaan met de tijd. Deze werkwijze helpt niet alleen om het omgaan met tijd bewuster te maken, maar ook om je te verzoenen met je eigen grenzen en de werkelijkheid.
Organisatieopstellingen – quo vadis? Een organisatieopstelling in engere zin gaat in op vraagstukken die voortkomen uit de context van
organisaties. Dat leidt bijvoorbeeld tot het opstellen van reorganisaties of de relatie met klanten. Beslissingen, met name op personeelsgebied, kunnen op hun uitwerking onderzocht worden, net als fusies, bedrijfsovernames en dergelijke. Als vragen uit het bedrijfsleven via een opstelling onderzocht worden, dan worden nagenoeg altijd wezenlijke en vaak ook nieuwe aspecten zichtbaar. Voor opdrachtgevers is het rendement vaak zeer hoog. Men hoeft slechts nuchter na te rekenen hoeveel tijd (=geld) geïnvesteerd wordt om een nieuwe medewerker aan te stellen en in te werken. Dit is verloren geld als de nieuwe medewerker niet geschikt blijkt te zijn en er opnieuw geworven moet gaan worden. Opstellingen laten de beslisser wezenlijke dingen zien die hij zich vaak nog niet zo bewust was. Nog aanmerkelijk hoger dan bij personele kwesties stijgen de kosten voor investeringen in mislukte reorganisaties of fusies. Vaak gaat het om miljoenen. Bij iedere organisatieopstelling moet de precieze vraag zorgvuldig onderzocht en geformuleerd worden. Daarvoor is zowel vakkennis als
een hoge mate van intuïtie van de opsteller vereist om precies datgene op te stellen waarom het werkelijk gaat. De vraag ‘Is dit de juiste medewerker voor ons?’ is meestal te kort door de bocht. Je moet doorvragen waaraan ‘de juiste’ herkend kan worden. Goede vragen kunnen zijn: Past hij in het team? Hoe reageren klanten op hem? Past hij bij de cultuur en waarden van het bedrijf? Relevante personen en elementen worden opgesteld, bijvoorbeeld collega’s, klanten, het ideaal van het bedrijf. Zowel in individuele- als in teamcoaching zijn dergelijke vragen heel goed met opstellingen te onderzoeken. De begeleider kan ofwel zelf als representant in de opstelling plaats nemen ofwel de cliënt verschillende plekken laten innemen. Voor belangrijke kwesties is het de moeite waard om representanten uit te nodigen. Wat ook zijn waarde bewezen heeft is om een zeer gevoelig iemand, als een soort medium, op verschillende vloerankers te laten staan en naar de verschillende gewaarwordingen te vragen. Zijn uitspraken worden dan met de cliënt verder onderzocht.
Opstellingen in de context van ondernemingen blijven nog steeds een beetje verdacht, ook al hebben deelnemers op zichzelf goede ervaringen met opstellingen. Er is latente angst om geconfronteerd te kunnen worden met aspecten en ervaringen die op beheersing en ratio gerichte leidinggevenden liever vermijden. Het gevoel van verlies aan controle -als in de opstelling processen aangeraakt of ongemakkelijke waarheden aan het licht komen, en wellicht ook het irrationele van opstellingenweerhoudt vele leidinggevenden van een meer consequente inzet van dit middel; ook waar ze het nut ervan ervaren hebben. Mensen die zich overgeven aan deze manier van ervaren en leren krijgen en passant wezenlijke impulsen voor hun persoonlijke ontwikkeling die misschien nog wel belangrijker zijn dan ‘de goede oplossing’ die in de opstelling gevonden werd.
Vertaald door Anton de Kroon
De jongen die niet praatte Susan Ulfelder Een zes jaar oude jongen van Cambodjaanse afkomst was door zijn moeder meegenomen naar een van onze zaterdag-workshops omdat hij niet wilde praten, behalve tegen zijn moeder, vader, zijn zus en één tante. Hij sprak niet tegen klasgenoten, onderwijzers, dokters of wie dan ook, zelfs niet tegen zijn oudere stiefbroer die ook in het gezin woonde. Zowel door de school als door artsen was hij uitgebreid onderzocht. Er was geen enkele fysieke afwijking aan zijn stembanden vastgesteld. Ik herinnerde me Bert Hellinger, in
een andere workshop een vergelijkbaar geval beschrijvend, die een soort van vasthoud-therapie toepaste. Daarom liet ik zijn moeder hem liefdevol, maar stevig vasthouden. Na een tijdje begon deze aardige jongen te kronkelen, zijn tanden op elkaar te klemmen en kwaad te kijken. Hij begon zijn moeder te knijpen, bijten, trappen en uiteindelijk ook kopstoten te geven. Hij begon diepe keelgeluiden te maken die al snel overgingen in een bloed stollende schreeuw. - 18 -
Zodra hij woorden begon te spreken was het duidelijk dat het niet zijn eigen stem was. Op dat moment stelde ik in de cirkel, waarbinnen de jongen en zijn moeder zaten, tegenover hen twee representanten op. De representant die iedere keer als de jongen iets zei terugdeinsde, gaf ik de opdracht om alles te herhalen. ‘Laat me los!’ ‘Ik kan niet zien!’ ‘Ik kan niet bewegen!’ Na die laatste woorden controleerde zijn moeder, die hem stevig vasthield, of ze hem niet te strak vasthield. Het was duidelijk dat hij ‘ergens anders’
was en niet zozeer in deze ruimte. Naarmate de reeks uitspraken voortduurde veranderde de stem die door de jongen heen klonk in die van hemzelf. Toen dat eenmaal zover was waren de beide representanten ook rustig geworden. Toen hij zei dat hij naar beneden TV wilde gaan kijken, liet zijn moeder hem los en liep hij door de cirkel naar de trap, met zijn moeder achter hem aan. Dinsdag daarop was er een hevige sneeuwstorm en scholen waren gesloten. Op woensdag ging de jongen naar school, stapte op zijn onderwijzer af en vertelde twintig minuten lang over hoe hij de dag
daarvoor gesleed en gespeeld had in de sneeuw. Dit was de eerste keer dat hij iets zei tegen iemand buiten zijn directe familie. De onderwijzer vertelde die middag tegen zijn ouders dat de jongen wel erg onder de indruk moest zijn geweest van de sneeuw. Wij weten dat het alles te maken had met het feit dat hij stem gegeven had aan een familielid, met wie hij geïdentificeerd was, die door de Rode Khmer gevangen genomen en gemarteld was. Vertaald door Anton de Kroon
Het geheel zegt dank aan het deel Een opstellingsritueel Siegfried Essen Het hier uitgeschreven gesprek ontstond tijdens een tweedaagse retraite in een bosgebied in het oosten van Oostenrijk. Bij de lezer wordt bekendheid met de ik-zelf-dialoog verondersteld. (zie ook: S. Essen, Das Selbstliebebuch. Carl Auer Systeme, 2011) Het bos staat hier voor de natuur, respectievelijk voor het grotere geheel. Het zelf staat voor mijn/onze verbinding met alles en iedereen. Het ik voor individualiteit, uniciteit en besluitvaardigheid.
grote kracht. De verrassing, die altijd gepaard gaat met de ontmoeting met het grotere geheel, manifesteert zich, zoals zo vaak, in de overgang naar een andere laag.
Het bos: ‘Ik ben het bos. Ik ben alles wat leeft. Jij bent welkom, ik ben welkom! Dank je wel dat je me tot bloei laat komen. Jullie mensen brengen me tot bewustzijn. Als ik jullie toch niet had!. Ik wil je iets schenken. Doe een wens!’ Zelf: ‘Wat zou ik me nog kunnen wensen, ik heb toch alles al; ben een deel van jou en alles!’ Het bos: ‘Doe desondanks een wens!’ Ik: ‘Oké, jij neemt het risico: ik wil lichamelijk en geestelijk helemaal gezond zijn, totdat ik sterf.’ Het bos: ’Het zij je vergund. Je bent het waard. Ik dank je zeer!’ Voor mij zitten in deze tekst minstens twee verrassingen (voor lezers die zulke gesprekken niet
Voorbereiding
gewend zijn zitten er vast en zeker nog meer verrassingen in). 1. Het grote geheel dankt het deel in plaats van andersom, zoals doorgaans het geval is. 2. De wens heeft niet het tekort als vooronderstelling. Zoals dat bij mij past experimenteer ik ogenblikkelijk met dergelijke inzichten en geef ze een plek in mijn workshops. Zo heb ik onderstaand opstellingsritueel ontworpen en inmiddels meermalen toegepast. Het is een treffend, krachtig en ondersteunend ritueel. Zoals in iedere autopoietische opstelling is ook hier de centrale ondersteuning door het geheel de - 19 -
Allereerst wordt iedere deelnemer gevraagd om op vier vellen papier steeds één zin op te schrijven waarin het geheel zijn dank uitspreekt voor een specifieke bijdrage die de deelnemer aan het grotere geheel geleverd heeft. De vorm hiervoor is: ‘Wij danken jou, eigen voornaam invullen, dat je . . . . .’ of: ‘Wij danken jou, voornaam invullen, voor . . . . .’ Bijvoorbeeld: ‘Wij danken jou, Wilfried, voor het feit dat je drie zonen hebt grootgebracht.’ Of: ‘Wij danken jou, Elise, voor je bereidheid om risico’s te nemen en voor alle fouten die je daarbij gemaakt hebt.’
Het ‘geheel’ stellen we op als de rij van voorouders
Het ritueel
je roepen.’ De begeleider leidt hem langs de rij voorouders, ongeveer tot het midden, en vraagt de voorouders die dank aan hem willen uitspreken om hem te roepen, de dank luid en duidelijk uit te spreken en eraan toe te voegen: ‘We zijn je zeer dankbaar.’ Dat gebeurt vier keer, waarna de begeleider aan de voorouders vraagt of nog iemand anders dank aan Wilfried wil uitspreken. Daarna leidt hij hem terug naar zijn plaats, aan het begin van de rij voorouders, vraagt hem achterom te kijken en zegt daarbij: ‘Dit zijn je voorouders, en jij bent de jongste in de evolutie.’ Zo wordt met alle deelnemers gewerkt.
Wilfried overhandigt zijn vier papieren aan de begeleider en neemt zijn plaats in aan het begin van de rij voorouders. De begeleider loopt langs de rij voorouders en vraagt wie van hen dank zou willen uitspreken en verdeelt de papieren onder hen. Bij de eerste drie of vier cases slaat de begeleider de ouders en grootouders over, omdat zij zich nog een heel persoonlijke representant zouden kunnen voelen. Terwijl de zegen gegeven moet worden vanuit de onvoorwaardelijke, transpersoonlijke voorouderkracht. Iemand slaat een gelijkmatig ritme op een trommel. Als er gesproken wordt klinkt de trommel wat zachter. Dan gaat de begeleider voor Wilfried staan en vraagt hem: ‘Ben jij, Wilfried, bereid om de dank van het geheel aan te nemen?’ Waarop deze antwoordt: ‘Ja!’ Vervolgens neemt de begeleider Wilfried bij de hand en zegt: ‘Kom dan en laat
Een andere vorm is dat het geheel als een cirkel gerepresenteerd wordt, en niet als rij van voorouders. De vier dankzeggingen worden door vertegenwoordigers van de cirkel voorgelezen. In groepen waar deelnemers elkaar kennen kun je afzien van het tevoren opschrijven van de dank. Om beurten gaat iemand in het midden staan, wendt zich tot iemand in de cirkel en zegt: ‘Spreek alsjeblieft de dank van het geheel naar mij uit. Ik ben bereid om het te horen!’ Meestal volgt spontaan en intuïtief een uitspraak in de trant van: ‘In naam van het geheel dank ik je voor . . . . ‘ De persoon in het midden vraagt hetzelfde aan nog twee of drie anderen in de cirkel. Dan volgen doorgaans, ongevraagd, nog enkele uitspraken. In deze vorm wordt de dank vaak zeer intuïtief, trefzeker en ontroerend geformuleerd.
De deelnemer die begint met het ritueel -laten we hem Wilfried noemen- kiest een representant voor zijn beide ouders, dat wil zeggen voor de generatie van de ouders, en geeft hem een plek in de ruimte. Deze representant op zijn beurt vraagt iemand uit de groep om de generatie van de grootouders te representeren. Dit gaat zo door tot alle deelnemers opgesteld zijn. Helemaal aan het einde stel ik meestal een man en een vrouw op als Adam en Eva, of als god en godin.
- 20 -
Zich baserend op Pascal en Spinoza wijst de cultuurfilosoof Robert Pfaller op de noodzaak om een onderscheid te maken tussen trots en hoogmoed, om weer trots te kunnen zijn (Das schmutzige Heilige und die reine Vernunft. Symptome der Gegenwartskultur, Fischer Verlag). Hoogmoed, in de middeleeuwen als doodzonde Superbia genoemd, ontstaat als ik een handeling, prestatie of succes alleen aan mezelf toeschrijf. Zien we onze handelingen en prestaties echter als ontstaan vanuit verbondenheid, uit co-creatie, dan smelt het narcisme van de hoogmoed. We erkennen dan zowel onze eigen bijdrage als die van alle anderen; tenzij we te trots zijn om trots te zijn. Deze houding toont zich onder andere in de moeite die het ons kost om dank aan te nemen. Als we echter het bijeen horen van ik en zelf, van individualiteit en verbondenheid onder ogen zien en ernaar handelen dan kunnen we trots en dankbaarheid tegelijkertijd ervaren. We ontlopen dan zowel valse bescheidenheid als zendelingenhoogmoed. Het ritueel ‘Het geheel dankt het deel’ brengt de Weg der Dankbaarheid tot leven waarmee Broeder David Steindl-Rast ons heeft laten kennis maken op het opstellingen congres in Keulen: dankbaarheid zonder zelfverloochening, in het bewustzijn van onze volledige geborgenheid. ‘Bemin je naaste als jezelf’ (Marcus 12, 31), niet meer en niet minder. Vertaald door Anton de Kroon
Een opstelling om opstellingen succesvol te laten worden David Mathes In essentie wil ik met dit stuk inzichtelijk maken hoe een eenvoudig concept van Bert Hellinger mijn opstellingspraktijk diepgaand heeft veranderd. Ik heb nu letterlijk een andere kijk op opstellingen. Onderwerp is het eenvoudige concept dat Hellinger hanteert van het begrip ‘resultaat’ , dat hij definieert als het overgaan van een innerlijke beweging in een uiterlijke beweging. Hellinger stelt dat cliënten vaak naar opstellingen komen wanneer ze een blokkade ervaren als ze praktische zaken in hun leven proberen te veranderen. Het klinkt voor de hand liggend maar ik denk dat dit de kern raakt van opstellingen. Ik heb me altijd al afgevraagd waarom sommige cliënten verder konden gaan terwijl anderen geen verandering zagen in hun leven na de opstelling. Wat was hiervan de oorzaak? Kwam de opstelling niet op het juiste moment, was de opstellingsbegeleider niet competent genoeg, of ging het om iets heel anders? Om een antwoord te krijgen op deze vragen zou je na de workshop met de cliënt contact moeten onderhouden om hem te vragen hoe het hem is vergaan na de opstelling. Ik kom hier later nog op terug maar dit kan een behoorlijke uitdaging zijn voor onszelf in de rol van opstellingsbegeleider. Hellingers definitie van resultaat heeft een heel praktisch aanknopingspunt: het merkbaar effect in het alledaagse leven. Ongeveer de helft van mijn opstellingen voer ik uit in mijn praktijk in China. Cliënten vragen me daar vaak hoe ze iets uit de opstelling kunnen leren dat bruikbaar is in het alledaagse leven. Chinezen zijn hele praktische mensen. Zo is bijvoorbeeld in het Ch’an (het Zen Boed-
dhisme), dat is ontstaan in China, de krijgskunst ontwikkeld door zijn aanhangers, waarmee ze de vruchten van het innerlijk proces concreet en tastbaar maakten. Het is me opgevallen dat een aantal cliënten een opstelling doet zonder dat dit hen iets tastbaar oplevert, of 1 keer meedoen en daarna zeggen dat het niets voor hen is. Ik begon de contouren van een nieuw opstellingssysteem te ontwaren; niet het familie of organisatie systeem maar het helingssysteem. Dit systeem bestaat uit de cliënt, de opstelling en het alledaagse, praktische leven. De opstelling kan al gedaan zijn, zelfs al jaren geleden. Hiermee kan opgesteld worden wat er met het resultaat aan de hand is. Het opstellen van dit helingssysteem had grote gevolgen voor mijn opstellingspraktijk omdat het hierdoor mogelijk werd een grotere context in ogenschouw te nemen. Bij een grotere context is er meer ruimte voor andere elementen of aspecten. In dit helingssysteem stel ik de oorspronkelijke opstelling op in een andere opstelling om vanuit een andere invalshoek te kunnen kijken. Zoals je, bij wijze van voorbeeld, vanuit een hoger gelegen uitkijkpunt ook niet alleen maar die individuele boom ziet maar ook een stuk van het bos waar die boom deel van uit maakt. Dit concept is een uitdaging aan het adres van het concept dat opstellingen ‘magisch’ of ‘voor de ziel’ zouden zijn. Het is me opgevallen dat mensen die opstellingen als iets - 21 -
‘magisch’ zagen, vaak niet in staat waren de opstelling te integreren in hun leven. Hoe zouden we ook iets dat zo groots en magisch is tot alledaagse proporties terug kunnen brengen? Ik heb geleerd dat er een balans, een zekere aardsheid nodig is in een opstelling om deze te kunnen integreren en een heilzame uitwerking op ons dagelijks leven te laten hebben. In hoeverre is deze manier van werken behulpzaam? Ten eerste vinden cliënten het idee fijn dat het heilzame effect van een opstelling nog beschikbaar is. De opstelling zegt vaak iets in de trant van: Ik wacht gewoon tot je er klaar voor bent. Dit maakt duidelijk dat de opstelling niet eindigt met de workshop maar daarna pas begint. De cliënt kan terug naar de opstelling, de opstelling zelf kan de cliënt zelfs helpen dat te doen. Een paar voorbeelden: Een man gaf aan zich geblokkeerd te voelen en niet vooruit te komen in het leven. Toen hij zijn laatste opstelling opstelde plaatste hij deze tussen zichzelf en zijn leven. Toen hij probeerde zijn opstelling achter zich te laten kreeg hij het gevoel een voorwaartse beweging te kunnen maken. Een man had al veel opstellingen gedaan, stuk voor stuk heel overrompelend, maar het kernthema veranderde niet. We onderzochten zijn relatie tot zijn opstellingen en hij ontdekte een dieper gelegen thema. Namelijk dat hij bij zijn familie hoorde op de voorwaarde dat hij niet genas. Dit inzicht leidde tot zijn eerste opstelling met concrete resultaten.
Een vrouw voelde zich afgesneden van haar opstelling. Dus onderbrak ik de opstelling en nodigde haar uit naar haar opstelling te gaan kijken. Daar ging ze in mee. We begonnen meteen een nieuwe opstelling en zowel de vrouw als haar representant zeiden tegelijkertijd; ik wil de concrete stappen voor verbetering weten. Een representant die opgesteld werd voor ‘de concrete stappen voor verbetering’ , gaf haar de adviezen waar ze om had gevraagd. Een vrouw die twee opstellingen had gedaan beklaagde zich over het feit dat ze nog steeds het gevoel had vastgelopen te zijn en te veel mannelijke energie uit haar familie met zich mee te dragen. Dit had effect op haar huwelijk en haar rol als moeder. Toch konden we vaststellen dat ze al niet meer zo donker gekleed ging en een lichtere, meer vrouwelijke kledingstijl droeg. Ze stelde twee elementen op; haar alledaagse leven en haar opstelling. Zichzelf stelde ze op als element achter haar opstelling waar haar zicht op haar leven geblokkeerd was. Toen ze dat deed voelde ze zich zwaar en moedeloos. We konden vaststellen dat dit, net als in de opstelling, haar familie van herkomst betrof waarbij zij opnieuw de rol op zich nam haar ouders te dragen. We stelden nog een representant op, voor dat deel van haar dat nu al lichtere kleding droeg en deze representant koos een plek tegenover haar opstelling van waaruit ze haar alledaagse leven kon zien. De cliënt glimlachte en klaarde zichtbaar op toen ze haar vrouwelijke deel zag. Nu was haar duidelijk welke stappen ze al gemaakt had en wat haar nog te doen stond. Een man wilde een opstelling doen maar wist niet waarom. Hij had geen idee wat zijn thema zou kunnen zijn en zei dat hem dat eerder ook al een keer was overkomen. We stelden feitelijk
vast dat zijn lichaam hem hierheen had gebracht en dat er dus iets moest zijn. Ik nodigde hem uit twee representanten aan te wijzen. Een voor zichzelf en een voor ‘een mogelijke opstelling in de toekomst’. Deze mogelijke opstelling leidde ons naar het werkelijke thema; het sterven van zijn zus en de gevolgen van dat verlies. Deze benadering stelt cliënten in de gelegenheid zichzelf in relatie tot hun opstelling te bezien. En hieruit blijkt dat deze relatie vaak gelijkenis vertoont met de relatie tot hun familie. Wellicht omdat ze zich op dat moment niet richten op de toekomst maar terugkijken naar hun voorouders. Soms verwordt de opstelling zelf tot niet meer dan een vervolgthema of een volgend symptoom in plaats van genezend te werken.
Andere gevolgen van dit helingssysteem Zodra je op dit andere niveau gaat werken brengt dit andere implicaties met zich mee. Drie daarvan zijn in het bijzonder vermeldenswaard 1. Er werd me zeer veel meer duidelijk over mijn rol als opstellingsbegeleider. Ik weet nu met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid dat ik geen ‘heler’ ben. De ‘heler’ is diegene zelf die naar mijn opstellingspraktijk komt. Tegenwoordig maak ik dat veel explicieter waardoor de opstelling aan kracht wint. Nu mijn rol duidelijk is wordt het eenvoudiger en veiliger om na de opstelling contact te onderhouden met de cliënt. Nu voer ik na de opstelling enkele rituelen uit met de cliënt waarin ieders rol wordt geëerbiedigd en wederzijds helder en transparant wordt benoemd. 2. Het is net zo belangrijk voor de opstellingsbegeleider om zijn relatie tot de opstelling te - 22 -
bezien als dit is voor de cliënt. Dankzij dit nieuwe inzicht ben ik beter in staat waar te nemen wanneer ik mezelf in mijn rol in de weg sta, bijvoorbeeld omdat ik gelijk wil krijgen of omdat mijn ego zich wil laten gelden. In wezen dus omdat ik mijn rechtmatige plek in het grotere geheel niet inneem. In dat geval meng ik me in het systeem van de cliënt en vervul ik een rol die niet helpt, ook nog lang nadat de opstelling is beëindigd en ik ook nog eens geen openlijk contact meer onderhoud met de cliënt. Dit had effect op mijn gezondheid zowel als op mijn relaties. Als een cliënt met een thema komt dat aan gezondheid gerelateerd is dan wijst ons dit de weg naar onze eigen gezondheidsthema’s in relatie tot opstellingswerk. Deze wegwijzer heeft me geholpen mijn opstellingspraktijk te veranderen en te toetsen en helpt me mijn juiste plek in het grotere systeem vast te houden. Nu scan ik de energiebalans van mijn lichaam regelmatig om te kijken welke energie uit de opstelling ik op neem en welk effect dit heeft op mijn organen. Het lijkt me raadzaam om met deze energie te werken en niet te wachten tot je symptomen ontwikkelt. 3. In mijn praktijk bestaat dit grotere helingssysteem uit de opstelling zelf, mijzelf als opstellingsbegeleider, de cliënt en zijn systeem, ongezonde energie die ik opneem door dit werk, en dat wat is - je kunt dat ook het grote onbekende noemen. Dit hielp me in zoverre dat mijn relatie tot dat wat is helderder werd en ik steeds meer ging ontdekken over de relaties tussen dat wat is, mijn gezondheid en het merkbaar resultaat voor de cliënten, die dankzij een opstelling verder kunnen in hun dagelijkse leven.
Nu lijkt de zaak rond. Ik begon met een beschouwing over het functioneren van opstellingen en de mate waarin deze een merkbaar resultaat kunnen opleveren voor cliënten. Dit leidde mij via dagelijkse oefening in mijn opstellingsprak-
tijk naar een doelgerichtere relatie tot het grote onbekende, dat wat is. Het is één groot systeem. Vertaling door Hannie Ubachs
Nu Albrecht Mahr Soms vraag ik in een opstelling een ogenblik te onderbreken om helemaal in het Nu te komen. Alle betrokkenen, representanten, cliënten, de deelnemers in de buitenkring en ikzelf krijgen dan de mogelijkheid om -wat er ook tot dusver in de opstelling is gebeurd- helemaal in het Nu te komen. De woordkeuze is bewust en het Nu, eigenlijk passender weergegeven in hoofdletters, krijgt een bijzondere inkleuring. Ik opper deze mogelijkheid om in het Nu te komen, zodra ik de indruk heb dat het gaat om vastgezette herbelevingen uit het verleden die zich als enige huidige realiteit voordoen of beter gezegd: opdringen. Dan kunnen we waarnemen hoe achterliggende gebeurtenissen en hun bewuste en onbewuste consequenties het Nu overwoekeren met ervaringen, opvattingen en overtuigingen uit het verleden. Deze kenmerken zich alsof zij in het heden plaatvinden. Uiteraard is dit in de regel zo bij het herbeleven van trauma’s en de consequenties ervan. We komen dit fenomeen echter ook tegen in het leven van alledag en we ervaren dit dan niet in strikte zin als traumatisch.
Een voorbeeld Een cliënte van ongeveer 55 jaar oud, na een lang en moeizaam huwelijk gescheiden, alleen levend, al geruime tijd zwaarmoedig en zoals zij zegt ‘vleugellam’, vertelt over haar door een ongeval verminkte en verbitterd gestorven vader en over haar eveneens door hartzeer verteerde moeder, ooit uit haar geboorteland verdreven. Verder vertelt zij ook nog over pijnlijke ervaringen van haar grootouders en broers en zussen
van haar ouders. In de opstelling lijken eerdergenoemden inderdaad allemaal belast en laten zij zich ook niet echt raken door het leed van de cliënte. Zij tonen oprecht respect voor haar noodlot door het verzoek tot sympathie en zegen voor haar leven van dit moment. Het verzoek aan alle betrokkenen om vervolgens helemaal in het Nu te komen leidt tot indrukwekkende gevolgen. Zwijgend komen bij hen bewegingen tot ontwikkeling die niet anders kunnen worden uitgelegd dan een ontworsteling, het zich ontdoen van en zich bevrijden uit een strak korset. De tot dusver kille sfeer ontdooit duidelijk en het begint de cliënte te dagen dat zij zichzelf heeft vastgezet in voorbije beelden van leed van eerdere generaties; dat haar destijds lijdende familieleden nu niet meer in een situatie zijn die zo moeilijk is als toen; en dat zij zich nu liefdevol en teder kunnen geven waartoe zij gedurende hun leven niet in staat waren. Dit bevrijdingsproces dat de cliënte heeft ontroerd, bleek duurzaam zoals zij ruim een jaar later vertelde. Zij sprak van een aanhoudende verkwikking die voor haar van de opstelling uitging, die zich ook uitte in het aangaan van een nieuwe partnerrelatie. - 23 -
Het eeuwige Toen und Nu Met het eeuwige Toen bedoel ik het tot in het heden voortdurende gestolde pijnlijke verleden zoals in bovengenoemd voorbeeld aangeduid. Ik opper om het Nu in te brengen in situaties die resistent zijn tegen de ons zo vertrouwde oplossingsrichtingen zoals het oprecht uiting geven aan pijn, eerbied, medeleven en wensen voor zegen, soms noodzakelijkerwijs via omwegen van verwijt, woede en begrenzing. Ons vasthouden aan vroeger leed en afgrijzen kan een enorme macht ontwikkelen en de toenmalige betrokkenen de kans ontnemen zich -na de oorspronkelijke gebeurtenissen- in het heden als veranderd te tonen. We zijn in staat om zowel onze naasten als onze voorzaten met het verleden te maskeren waardoor diens representanten in opstellingen inderdaad steeds hopelozer en wanhopiger lijken. En omgekeerd, zodra de tijd rijp is, kan de waarneming van het Nu onmiddellijk recht doen aan een andere werkelijkheid.
Nog een voorbeeld Een Joodse cliënt leed zolang hij zich kon herinneren aan de dood van zijn grootouders, van twee oudtantes en van zijn oom die in concentratiekampen om het leven waren gebracht. De opstelling met de cliënt, zijn beide zusters, de ouders en de vermoorde familieleden liet een afschuwelijk tafereel zien -bovengenoemden voelden alsof zij zich in het concentratie-
kamp bevonden- de overlevenden en nazaten konden ten aanzien van de verschikkingen nauwelijks overeind blijven. Sommigen lieten zich op de grond zakken. Het erbij betrekken van de daders leidde bijvoorbeeld niet tot een nieuwe beweging, maar tot verdere verstarring waardoor bij de cliënt en sommige representanten duidelijke signalen van traumatisering optraden. In deze opstelling leidden de ons allen vertrouwde en anders zo vaak bevredigende interventies (die ik hier niet in detail noem) tot niets. Toen ik verzocht even te onderbreken om ons tijd te gunnen in het NU te komen, gebeurde het volgende. Enkele representanten gingen vervolgens helemaal met hun aandacht naar binnen waardoor de druk iets minder werd die de wanhoop had veroorzaakt. De op de grond liggende representanten stonden langzaam op en uiteindelijk stonden de levende en de dode familieleden op enige afstand tegenover elkaar en keken elkaar aan. Op de achtergrond stonden de representanten van de daders duidelijk meer aanwezig en betrokken dan in het begin. Na lang zwijgen zei de grootmoeder: “wij zijn er niet meer”. Dat werd door de andere gestorvenen bevestigd. Dat veroorzaakte bij de cliënt extra spanning waardoor hij eindelijk hierom begon te huilen. In veel kleine stapjes begon hij de grote welwillendheid van zijn voorouders waar te nemen en hun vreugde over hoe hij zich van de oude beelden kon ontdoen. De NU-oriëntatie vervangt niet het zorgvuldig werken aan bijvoorbeeld de gevolgen van trauma’s met hun langdurige psychische verscheuringen, somatische herinneringsbeelden of lichamelijke aandoeningen. Het NU is evenwel een soms verrassende uitnodiging aan het systeem tot duurzame verandering. Hieronder volgt een poging
tot een praktische uitleg hiervan. Wat is het NU? De waardering van het NU kent een lange traditie. Het christelijke “sacrale moment” is onder verschillende benamingen terug te vinden in bijna alle filosofische en spirituele richtingen en -geheel in overeenstemming met zijn aardsteeds weer opnieuw ontdekt. Een recentere herontdekking is bijvoorbeeld terug te vinden bij Eckhart Tolle met zijn boek ‘’De Kracht Van Het NU” (Ankhhermes, 2001) en de daarop volgende titels als ‘De stilte spreekt’ (Ankhhermes, 2003) of ‘Een Nieuwe Aarde’ (Ankhhermes, 2005). Op de vraag hoe de toestand van het NU kan worden bereikt krijgen we bijvoorbeeld het antwoord dat we graag ‘geheel in het moment’, ‘van moment in moment ‘ of ‘geheel aanwezig’ willen zijn. Mij lijkt deze beoefening het eenvoudigst, indien men zich niet constant op wisselende momenten richt, maar op de wijde, onbegrensde ruimte waarin deze fenomenen zich manifesteren. De beoefening van het NU is dan een bewust terugtreden in de ruimte waarin al het komen, gaan en veranderen liggen besloten. In deze ruimte verandert de lineaire tijd in de te ervaren kwaliteit van dit moment, NU. ‘Nu’ is ook thema binnen de Haiku-poëzie, hiervan twee hedendaagse voorbeelden: Afbraakwijk een stadsplattegrond vol met wilde klaprozen Heike Stehr Uitverkocht. Maar zij schenkt mij een glimlach Udo Wenzel Een eeuwigdurend ‘Toen’ in de zin van gestold verleden kan ten aanzien van het NU net zo weinig standhouden als het ‘ooit, - 24 -
misschien’ van een uitzinnig gewenste toekomst. In het NU vloeit het beste van verleden en toekomst samen: het voorbije is veranderd en het toekomstige komt ons tegemoet, wat ons inventief en creatief maakt. Het is goed zich bewust te zijn van het feit dat het NU een geheel normaal en alledaags verschijnsel is. Het ligt in het bereik van elke vrouw en man en wordt uiteraard -zoals ook bij andere ervaringendoor oefening vertrouwder en toegankelijker. Het NU is niet alleen voorbehouden aan spirituele disciplines, maar ook de neurowetenschappen besteden intensief aandacht aan de hiermee verbonden neurobiologische processen. Zie bijvoorbeeld Wolf Singer en Mattieu Ricard: ‘Hersenonderzoek en Meditatie. Een Dialoog’, (editie unseld, 2008) of Daniel Goleman: ‘The Lama in the Lab: Neuroscience and Meditation’ onder: www.shambalasun.com Ik denk dat het de moeite waard is het NU als ijkpunt te introduceren om te zien of er al een doorbraak valt te bespeuren en wat er eventueel moet gebeuren om dit mogelijk te maken. Er blijven echter openstaande vragen waarvan ik er twee zou willen noemen.
Openstaande vragen - Wat ondervinden de representanten van overledenen? Alhoewel we erkennen dat we over het procesverloop bij en vooral na het sterven zeer weinig weten laten ervaringen in opstellingen hierover echter het een en ander zien. Het sterven schijnt een zeer ingrijpend veranderingsproces te zijn, waarin het bij leven zijnde onoplosbare kan worden losgelaten. De doden zijn niet meer op de plek van hun lijden en wij hoeven hen daar niet langer van te verlossen.
Zij zijn echter in staat -zeer tot onze opluchting- zich via representanten ook op een andere wijze te tonen in hun nu getransformeerde en bevrijde aard zoals bij benadering beschreven in de verzen van Vergilius: De dode is niet dood. Hij leeft op mysterieuze wijze voort. Hij voegt zijn beste, nu van de last des levens bevrijde krachten toe aan de onze. Op deze wijze begint hij, onszelf transformerend en louterend, in onze harten zijn tweede, hogere essentie. Wanneer wij echter -zoals eerder geschetst- vasthouden aan de machtige en verschrikkelijke beelden van hen, dan moeten zij zich wel in deze vreselijke maskers laten zien. Ik probeer niet langer in opstellingen het lijden van vroegere generaties op te heffen, wat sowieso onmogelijk is en gewaagd schijnt te zijn. Het is voldoende om een weg te vinden naar deze getransformeerde entiteit van de voorouders die via erkenning graag een waardevolle bijdrage willen leveren aan ons levenden.
- Nuttig verleden - de kunst van het zich goed kunnen herinneren en vergeten?
‘Het schrikwekkende herhaalt zich soms juist omdat de mensen het zich herinneren…..want de herinnering aan iets schrikbarends roept graag op tot de drang naar wraak en tegenwraak’ en ‘de herinnering aan Auschwitz valt niet te ontkennen. Zij moet levend blijven en dreigt daardoor tot een gestold ritueel te verworden’. (In ‘verzoenen en vergeten’, volgens het interview met Christian Meier over zijn boek in Der Spiegel nr. 30/2010 van 26.7.10) - probeert Meier bruggen te slaan tussen dergelijke posities met voorbeelden uit de oudheid tot aan het heden.
digd om onze weg te vinden tussen verloochening van het verleden (niet herinneren) en het heden/ de toekomst (eeuwig herinneren); zoiets als een wegebbende herinnering totdat we de gebeurtenissen kunnen loslaten en het ons zodoende vrijmaakt en verrijkt tot een goed leven in het NU. “Nuttig verleden” zou ik het willen noemen en weet daarbij dat er gebeurtenissen zijn uit het verleden die het in afzienbare tijd onmogelijk maken deze als nuttig waar te nemen. Niettemin bezitten we -ook bij zware en collectieve last- de bijzondere vaardigheid om los te laten, zoals we dat juist ook in opstellingen kunnen ervaren. Vergeten is dan een proces waarbij we -figuurlijk gesproken- de betrokkenen van destijds net zolang aankijken totdat we datgene kunnen waarnemen wat ons leven via hun een bijzondere waarde geeft, zoals bijvoorbeeld het inlevingsvermogen bij ernstig noodlot of begrip voor schuld en de gevolgen ervan. Zodra de toenmalige betrokkenen ook iets waardevols kunnen achterlaten, wordt het voor hen en voor ons makkelijker los te laten, te vergeten - en geheel in het NU te komen.
Wij worden steeds weer uitgeno-
Vertaald door Wim Hoek
De historicus Christian Meier heeft zich met deze schijnbare tegenstelling beziggehouden in zijn onlangs verschenen boek ‘Het gebod om te vergeten en de ontkenning van het zich herinneren’. (Christian Meier: Das Gebot zu vergessen und die Unabweisbarkeit des Erinnerns (Siedler 2010), over openlijke omgang met een schrikwekkend verleden.
- 25 -
Een waarneming Bibi Schreuder Een man en een vrouw. Zij zegt dat hij wel mag beginnen. Hij leest voor wat hij thuis heeft opgeschreven. Hij voelt zich schuldig, hij kan niet omgaan met wat de scheiding zijn kinderen heeft aangedaan en de plek voor hen en zijn huidige vrouw in zijn leven. Zij heeft haar hoofd afgewend. Hij heeft zijn arm bijna om haar schouders op de leuning van de bank liggen, waarop ze naast elkaar zitten. Zij wil nu haar verhaal vertellen. ‘Helemaal, zonder dat haar iets verboden wordt uit te spreken zoals zo vaak, thuis gebeurt’. Ze heeft geen plek, haar wordt niets gevraagd, zodra zijn kinderen er zijn draait alles om hen. Hij kwam altijd te laat van zijn werk en zij
deed alles voor zijn kinderen. Haar verhaal duurt een uur. Een uur lang misère en verwijten. Al die tijd kijkt hij haar liefdevol aan. Al die tijd ligt zijn arm op twee centimeter afstand van haar schouders. Hij heeft kennelijk een bron. Een bron waar alsmaar weer liefde uit komt stromen. Hij heeft toegang tot die bron. En als die liefde zijn arm verlaat, spat het uiteen in die twee centimeter afstand tussen zijn arm en haar schouders. Wat doet die twee centimeter? En van wie is die twee centimeter? Is het bescherming? Is het schuld? Is het afweer? Is het hunkering? Is het verlamming? Is het onwennigheid? Misschien kent zij het niet, die
toegang tot de bron. Die bron die altijd maar weer liefde laat stromen, hoeveel je er ook van neemt. Misschien is er ooit iets gebeurd, waardoor gedacht werd dat het niet toegestaan was om ongebreideld te nemen van die bron. Een enkel gebaar, dat een klein nog woordeloos kind deed schrikken. Een gebaar dat vertaald werd in 'ik mag niet'. Het kind leerde snel. Eén gebaar was voldoende. Twee mensen, samen ouders van een kind, op twee centimeter afstand van elkaar, onbereikbaar voor elkaar.
Drie standpunten ten aanzien van de ontwikkeling van systemisch werk Wilfried Nelles Standpunt 1 Om een opstelling te doen, hoeven we niet meer op te stellen.
Sinds enkele jaren laat ik de representanten niet meer “opstellen”. Het standaardproces ziet er intussen zo uit, dat ik de cliënt voorstel, met welke personen ik zou beginnen en dat ik hem dan vraag deze personen enkel uit te zoeken. De representanten staan dan op en gaan dan, zoals zij dat van binnenuit ervaren, vanuit hun innerlijke bewegingen, op een plek in de ruimte staan, zitten of liggen. Soms blijven ze ook (in eerste instantie) op hun stoel zitten – dat
is dan al een deel van hun rol en altijd een sterke verwijzing naar een dynamiek in het systeem. Wat zijn de voordelen van dit proces? Allereerst is het voor mij belangrijk het opstellingswerk, zo normaal en alledaags als mogelijk is, te laten verlopen. Alles wat met ritueel te maken heeft, maakt hiervan iets bijzonders, uitgetild boven het alledaagse. Dan is het van daaruit niet meer zo ver naar quasi sacrale handelingen. Ik voel me steeds beter, als een opstelling eenvoudig en alledaags - 26 -
verloopt. Zeker speelt het ook een belangrijke rol, dat ik niet statisch (“klassiek”) werk, maar de representanten steeds uitnodig hun innerlijke bewegingen te volgen en daarbij lijkt mij dat deze nieuwe aanpak beter is. Voor veel systeemtherapeuten is echter het beeld dat de cliënt aan het begin opstelt, belangrijk. Ten eerste zou dit beeld ertoe bijdragen dat de therapeut zich een eerste beeld over de familiedynamiek kan vormen en een eerste hypothese kan ontwikkelen. Aan de andere
kant bestaat het idee dat het intuïtieve opstellen door de cliënt diens innerlijk familiebeeld ook voor de cliënt zelf zichtbaar maakt en een eerste helend effect heeft. Dit effect kan dan tot een helend einde gebracht worden, daar waar in het proces van de opstelling een nieuw, in zichzelf harmonieus familiebeeld ontstaat, dat de cliënt dan in zich kan opnemen. Wie echter fenomenologisch werkt, vormt geen hypothesen. Dat wil niet zeggen dat men niet kan opstellen als men zich door hypothesen laat leiden, maar dat is dan eerder een ervaringsgeoriënteerd, dan een fenomenologisch proces. Bij het fenomenologische proces passen geen hypothesen, men heeft ze zelfs niet nodig, het zou zijn alsof we hardloopschoenen behoeven bij het zwemmen. Zoals de schoenen, zijn de hypothesen zelfs hinderlijk, want ze leiden af van de fenomenologische waarneming. Voor dit waarnemen heb ik geen beginbeeld nodig. Dat de cliënt zijn onbewuste familiebeeld door een opstelling kan externaliseren en zich dat beeld bewust kan maken, heeft daarentegen zeker helende effecten. Voor mij echter heeft het proces van de opstelling zich ontdaan van de voorstelling om het innerlijke beeld van de cliënt door een opstelling te veranderen. Het gaat er mij veel meer om enkel zichtbaar te laten worden “wat er is”. Dat is natuurlijk veel meer dan een kleine methodische verandering, het is de afkering van de therapie. Ik verander niets meer, ik doe geen moeite iemand of iets te helen. Dat doet de opgestelde werkelijkheid zelf als ze gezien en gevoeld is, en ze doet dat veel beter dan ik het ooit zou kunnen. Een ander voordeel van deze manier van werken bestaat daarin dat de representanten direct in hun rol zijn. Zodra ze gevraagd worden, komen ze in een innerlijke
beweging, zij voelen veel eerder en sneller wat van binnen gebeurt. Het werkt ook bij onervaren representanten. Ik bedoel niet dat ieder zo moet werken, maar het is zeker een interessante uitbreiding van de methode, die vaak zeer snel tot de kern van de zaak leidt.
Standpunt 2 Er zijn geen ordeningen van de liefde
Bert Hellinger heeft voor de “ordeningen van de liefde” de metafoor van de kruik en het water gebruikt. Het water symboliseert de liefde, de kruik de ordening. Zonder ordening, aldus Hellinger, wordt de liefde oeverloos en vervloeit, zoals het water wanneer de kruik breekt. Dat is een sterk beeld. Echter wie zorgvuldig kijkt, vindt geen ordeningen van de liefde. Alles, wat Hellinger daaronder verstaat, zijn de ordeningen van het sociale samenleven of zelfs van de natuur. Met liefde hebben deze ordeningen niets gemeen. Nemen we het voorbeeld van de rangorde. Ze geldt voor iedere rij aan de kassa bij de supermarkt. Wie er bij komt, sluit achter aan. Dat ook de relaties tussen broers en zussen of paren, of tussen ouders en kinderen meer ontspannen en meer vrij van conflicten worden, indien er aandacht is voor de ordening, is zeker een belangrijke waarneming. Het blijkt ook daar, waar mensen van elkaar houden dat de aandacht voor deze sociale ordening, het samenleven vergemakkelijkt. Dat betekent echter niet dat dit een ordening van de liefde zou zijn. Dat blijkt ook voor de andere ordeningen door Hellinger beschreven; de plek, en het evenwicht. Met liefde hebben ze niets van doen. Het zijn regels die het overleven dienen. De liefde is volkomen vrij en wild, je zou ook kunnen zeggen: volkomen onordelijk. Precies daarom ontstaan er steeds conflic- 27 -
ten met de sociale ordeningen en precies daarom veranderen deze ordeningen. Weliswaar functioneren relaties (ook alle vormen van liefdesrelaties) beter wanneer ze letten op de rangorde, de plek, de rij en de balans, maar wanneer men dat niet doet, hoeft dat de liefde niet te vernietigen. Het maakt meestal de relatie stuk, maar de liefde kan heel goed blijven, want liefde en relatie zijn twee zeer verschillende paar schoenen. De ordeningen beschermen de relatie, echter ze begrenzen tegelijk de liefde en haar groei. Wanneer ik innerlijk groei en de liefde een liefde van het hart wordt, wordt ze onafhankelijker van relaties en ook van de ordeningen die in relaties gelden. Wat Hellinger dus beschreven heeft, zijn universele leefregels voor relaties. Weliswaar hebben familieopstellingen met de moderne mythe afgerekend dat men relaties –liefdesrelaties dan wel werkrelaties- naar gelieve kan vormgeven en veranderen. De begrijpelijke verknoping van deze relatieregels met de liefde leidt echter tot grote misverstanden en werkt in het voordeel van een ordenings-fundamentalisme dat men deels in de wereld van opstellingen kan aantreffen en dat terecht op afwijzing stuit. Daadwerkelijk is het zo dat de liefde -en misschien alleen zij- de kracht heeft, boven de ordeningen uit te groeien en daarbij zelf breder en dieper te worden.
Standpunt 3 Opstellingen zijn een zeer goed instrument voor traumaverwerking
In het afgelopen decennium heeft zich onder de systeemtherapeuten het idee verspreid dat het werken met getraumatiseerde cliënten, speciale traumabegeleiding behoeft. Menigeen meent dat normale opstellingen geen recht doen aan de getraumatiseerde
cliënt, erger nog, zelfs schadelijk zou zijn. Soms wordt ook verondersteld dat de overname van een rol gevaarlijk kan zijn en tot een herbeleving van het trauma kan leiden. Deze ideeën vind ik overwegend onjuist. Opdat een trauma kan oplossen, zijn er twee processen nodig. Ten eerste dient degene die getraumatiseerd is, met het trauma in contact te komen, en dan vooral in contact met de gevoelens die daar afgespleten zijn. Dit dient echter op een manier te gebeuren, waarbij de cliënt niet meer helemaal in het trauma getrokken wordt. Idealiter zou de cliënt tussen de rollen van waarnemer en betrokkene op en neer kunnen bewegen. Het eigenlijke trauma (het bestaan ervan en de werking daarvan jaren en decennia lang) ligt namelijk niet in de verwonding zelf, maar in het niet voelen en daarmee uiteindelijk ook het niet waarnemen van wat er gebeurt. Pas het Niet-Waar-Nemen veroorzaakt de afsplitsing en daarmee het trauma (en is daarmee tegelijkertijd voorwaarde voor het overleven!). Daarom is het achteraf zien, voelen en “waar nemen” ook het waarnemen van de overlevingsfunctie van de emotionele afsplitsing- , de eerste stap op weg naar heelheid. Het (emotionele) “Niet Waar Nemen” leidt er ook toe dat op het emotionele vlak niet waar genomen wordt, dat het trauma verleden tijd is. De tweede stap in het helingproces is juist dit waarnemen dat het voorbij is. Een eenvoudige opstelling kan aan deze twee stappen volledig recht doen. Allereerst komt de cliënt bij een opstelling in contact met zijn afgesplitste gevoelens en het traumagebeuren. Daardoor kunnen niet alleen deze gevoelens opgenomen en aangenomen worden, maar kunnen ook de neurologische processen die in en door het trauma automatisch uitgeschakeld
werden en sinds die tijd in een soort “coma” liggen, opnieuw geactiveerd worden. Dat gebeurt niet indien men het contact op de emotionele laag van het trauma vermijdt. Ten tweede kan de cliënt tegelijkertijd redelijk eenvoudig een bepaalde afstand aanhouden, omdat iemand anders voor hem (een representant) zich in het gebeuren van het trauma begeeft. De cliënt zelf kan dus -met geringe ondersteuning van de begeleiderzowel meebewegen en meevoelen alsook voldoende afstand houden om niet weer in het trauma terug te vallen. Indien men het opstellingsproces daartoe beperkt tot datgene wat is of was, aan het licht komt, gezien en waar-genomen wordt, en men er bij de cliënt op toeziet dat hij in het proces van het waarnemen (vanuit de Volwassene) blijft, dan zijn alle voorwaarden er al, waarmee de cliënt het proces kan integreren, dat het trauma los kan komen en zich kan oplossen. Daartoe dient men echter bereid te zijn, om drama te vermijden: een verdere ontslakking en meer alledaagsheid bij het werken met opstellingen. Het verbruik van zakdoekjes ligt bij mij tegenwoordig slechts een tikkeltje hoger dan normaal- het pakje zakdoeken dat ieder bij zich heeft, volstaat. In het zien van wat er was, wordt ook zichtbaar dat het voorbij is. Men kan dan weliswaar nog een of andere afrondende zin of kleinere krachtige handelingen toevoegen. Men kan bijv. een representant voor het getraumatiseerde kind naast de cliënt opstellen en de cliënt vragen dit (dus het innerlijke kind) vast te houden. Echter het basisproces is het zien en innerlijk opnemen van dat wat was, zonder een enkele toevoeging en zonder een enkele verandering. - 28 -
Wat het zogenaamde gevaar van het opnieuw beleven van een trauma door de overname van heftige rollen betreft, is mij in mijn eigen praktijk in 15 jaar van intensief werken met opstellingen, geen enkel geval bekend. Wat daarentegen zeer vaak gebeurt, is dat men in een rol, met een eigen verborgen trauma in contact komt. Dat kan zeker heftig zijn, en is tegelijk niets meer of minder dan de beste voorbereiding voor een eigen opstelling en voor heling van het trauma. Verder is deze vorm van “opnieuw beleven van het trauma” een heel dagelijks proces. Als bijvoorbeeld een handeling of zelfs een achteloos gemaakte opmerking bij mij een schok veroorzaakt, ben ik voor een bepaalde tijd weer gevangen door een oud trauma. Precies daardoor kan dit trauma zich echter oplossen, als men een beetje met zorg met deze situatie omgaat. Op deze wijze heelt het leven heel ongemerkt veel van de zogenoemde trauma-ervaringen. Dr. Wilfried Nelles, systeemtherapeut en opleider met een eigen praktijk in Marmagen/ Eifel, schrijver van vele boeken (o.a. De helende kracht van de werkelijkheid). www.wilfried-nelles.de vertaald door Toos Nowacki
Familieopstellingen als wegbereider van de vrede Bert Hellinger Ik beschouw familieopstellingen als wegbereider van de vrede in de familie in het openbare leven, in bedrijven en in de beroepsuitoefening tussen volkeren en andere grote groepen, zoals bijvoorbeeld de religies
Wat houden familieopstellingen in? Zoals de naam al zegt, wordt bij familieopstellingen een familie opgesteld. In een grotere groep kiest een deelnemer representanten uit voor de afzonderlijke leden van zijn familie en zet ze volgens zijn innerlijke gevoel in relatie tot elkaar. Daarna is hij meestal verrast omdat ze anders ten opzichte van elkaar staan dan hij zich dat had voorgesteld. Dat is de uiterlijke of zichtbare gang van zaken. Tegelijkertijd blijkt dat deze representanten zich als de personen voelen die ze representeren, zonder dat ze iets van hen weten. Soms krijgen ze zelfs hun symptomen, ze krijgen bijvoorbeeld ineens ademhalingsproblemen en spreken op dezelfde wijze en met dezelfde woordkeus. Dat wil zeggen dat ze uit hun eigen geestelijk veld naar een ander gewisseld zijn en dat ze vanaf dat moment tot dat veld zouden behoren. Daarom moet er voor de representanten na een opstelling tijd overheen gaan en ze moeten een bijzondere krachtsinspanning leveren om weer in hun eigen geestelijke veld terug te keren.
hij met behulp van de familieopstelling wil oplossen. Wat zijn de achtergronden, die in de regel tot problemen leiden? Ik vat ze hier kort samen. Deze inzichten zijn het resultaat van observatie en ervaring gedurende tientallen jaren. Ze zijn hoofdzakelijk terug te voeren op twee “on-ordeningen” in de familie. Ik spreek hier allereerst van de familie. Het is echter duidelijk geworden dat deze ordeningen op de zelfde wijze voor alle menselijke relaties gelden, zelfs voor de relaties tussen de volkeren, landen en religies. En ook in bedrijven, in de beroepsuitoefening, op het gebied van de gezondheid en bij alle successen en mislukkingen, van welke aard dan ook. De beide grondordeningen of wetten die beslissend zijn voor succes en mislukking, zijn: 1. Ieder heeft het zelfde recht om er bij te horen 2. Ieder heeft een plaats in zijn groep die afhangt van de tijdspanne die hij tot deze groep behoort. In deze zin bestaat er een hiërarchische oorsprongsordening. Hoe komt het dat deze wetten veronachtzaamd worden? 1. Ze zijn verregaand onbekend 2. Als drijvende kracht staat ons geweten hen in de weg. Wat is het gevolg? Het revolutionaire dat aan het licht komt bij familieopstellingen vereist een nieuwe oriëntering op alle niveaus van het bewustzijn en van het handelen.
De achtergronden Hoezo stelt iemand zijn familie in zo’n groep op? Omdat er in zijn familie een probleem bestaat, dat
Nu ga ik weer terug naar de familieopstellingen. - 29 -
De geestelijke dimensie In de loop van de tijd is duidelijk geworden dat de begeleider van een opstelling maar weinig hoeft te weten over de familie van zijn cliënt of over zijn problemen op welk gebied dan ook. Hij stelt vaak alleen maar een representant voor hem op of voor zijn probleem. Deze laat zich, zonder dat hij iets van hen weet, door een innerlijke beweging leiden, zonder eigen bedoeling, zonder over ze na te denken, zonder vrees voor hetgeen aan het licht zal komen. Hij wordt daarbij in bezit genomen door een geestelijke kracht. Hij ervaart dat hij deze kracht dient. Uit zijn bewegingen blijkt, of nog andere representanten erbij genomen moeten worden. Bijvoorbeeld als de representant van de cliënt naar de grond kijkt, dan weet de opstellingsleider dat een representant op zijn rug voor de representant van de client op de grond moet gaan liggen. Deze representant representeert een dode waar de cliënt naar toe wil. Ook deze representant en alle andere die er nog bij moeten komen, laten zich door een beweging leiden die van binnen komt en die ze meeneemt, zonder rekening te houden met hun innerlijke beelden, voorliefdes en angsten. Wat is het resultaat? Ten slotte worden degenen die elkaar eerst in de weg stonden, op zo’n manier bij elkaar gebracht dat ze in harmonie met elkaar komen, hoe onverzoenlijk ze ook schenen, zoals bijvoorbeeld dader en slachtoffer. Er ontstaat dus een vredesbeweging onder invloed van de krachten die in de afzonderlijke representanten werken en deze sturen en leiden. Dat lukt echter alleen als alle be-
trokkenen, de opstellingsbegeleider inbegrepen, geen eigen bedoeling hebben en niet beïnvloed worden door hun bestaande waardevoorstellingen over wat goed en juist is, in tegenstelling tot wat slecht en verkeerd is. Dat wil zeggen dat deze bewegingen zich onafhankelijk van de richtlijnen van het geweten voordoen. Datgene wat onder invloed van het geweten tegenover elkaar stond, voegen deze bewegingen op een hoger niveau tezamen. Hier ben ik bij het eigenlijke punt aangekomen dat aan het licht brengt, hoe familieopstellingen tot een vredesbeweging werden en ook aan het licht brengt hoe familieopstellingen ook diep zittende en langdurige conflicten kunnen overwinnen, op een wijze die elkaar bestrijdende groepen en personen blijvend met elkaar kan verzoenen. Het goede geweten Wat ik hier nader verklaar, stoot in het begin meestal op grote weerstand want het gaat hier om het afscheid van het goede geweten. Daarom weet ik niet hoeveel ik erover zeggen mag. Het goede geweten gold tot nu toe als ons hoogste goed, ja als gods stem in onze ziel die we overal en altijd moeten volgen, ook als hij het allerlaatste van ons eist en over leven en dood beslist, zowel in dit leven als in een later leven na onze dood. Via de familieopstellingen en mijn consequente toepassing van de fenomenologische methode op het geweten, kwam aan het licht dat ieder mens een eigen goed geweten heeft. Ten gevolge daarvan ontstaan de kleine en grote conflicten bijna allemaal uit de strijd tussen twee verschillende gewetens om dominantie en ook bijna alle oorlogen. Wat leidt tot blijvende vrede? De overwinning van het eigen goede geweten door de erkenning van de andere goede gewetens dat ze gelijkwaardig zijn. Zij leidt tot mensenliefde aan de grenzen van
ons goede geweten voorbij, in overeenstemming met een geestelijke beweging die met alles instemt zoals het is, omdat het van haar komt, zonder onze onderscheidingen van goed en kwaad of god welgevallig of door hem verworpen.
Bij familieopstellingen zoals ik ze hier heb beschreven, openbaart zij zich in de bewegingen van de representanten, zolang en voor zover zij zelf tijdens de opstelling in harmonie blijven met deze beweging, die hen in haar greep houdt.
De andere god Hier moeten we stilstaan bij een fundamenteel gegeven. Elke groep met het eigen, haar gemeenschappelijk geweten, heeft tegelijkertijd zijn eigen god, de god van het geweten. Daarom worden bijna alle conflicten in naam van twee verschillende goden uitgevochten, van de goden van twee verschillende gewetens. Soms dragen deze goden de namen van twee verschillende wereldbeschouwingen, zoals bijvoorbeeld democratie of communisme. Ook zij treden op met een claim en aanspraak op waarheid die niet onderdoet voor de pretentie van religies met ieder hun eigen god. Ook zij hebben het gevoel dat ze het recht aan hun zijde hebben tegenover andere wereldbeschouwingen en religies en houden zich voor beter. Ook zij rechtvaardigen met hun god de strijd tegen andere wereldbeschouwingen. Zoals alle dodelijke conflicten komen ook zij uit het eigen goede geweten en doen niet onder voor religieuze oorlogen. Bestaat er een universele kracht die aan de gewetensgoden voorafgaat, voorbij aan de grenzen van de afzonderlijke goede gewetens? Een universele kracht die met alle mensen op gelijke wijze instemt zoals ze zijn, omdat allen uit deze kracht ontspringen?
- 30 -
Het nieuwe bewustzijn Hier wordt duidelijk: Blijvende vrede verkrijgen we met een ander bewustzijn. Hij begint in de ziel. Alle andere vredesinspanningen blijven tijdelijk, vaak alleen maar omdat de conflictpartijen uitgeput zijn. Familieopstellingen leiden tot dit bewustzijn en tot een beweging naar vrede toe. De vrede die erkent dat alle mensen door de zelfde scheppende macht in het leven geroepen en in het leven gehouden worden. Dat betekent dat de vrede begint met een andere liefde, aan gene zijde van de grenzen van de verschillende gewetens. Om die reden is deze vredesbeweging in eerste instantie een geestelijke beweging, die iets achter zich laat wat haar eerst als het hoogste en kostbaarste goed scheen: haar goede geweten en ook de hun eigen, uitsluitend hen toegewende god. Alleen in overeenstemming met deze beweging der liefde voor alles, zoals het is, lukt de vrede, die blijft. Vertaald door Regina en Evert Veenman
Kiezen vanuit systemisch perspectief Dymphie Kies In mijn professionele leven heb ik veel gesprekken gevoerd met mensen over de keuzes waar ze voor stonden: dreigend ontslag of een carrièreswitch , een re-integratie na een burnout, een doorstart met je eigen bedrijf of een faillissement, een fusie van twee scholen. Fascinerende persoonlijke verhalen in het teken van ‘Ik kies……’. Steeds vanuit verschillende rollen en functies verteld. Maar wat is ‘kiezen’ eigenlijk vanuit systemisch perspectief? Ik herinner me, dat ik als klein meisje op weg was naar school. Lopend door de kleine winkelstraat in het dorp waar ik ben opgegroeid. Het was op een mooie zonnige voorjaarsdag, ik droeg geen jas. Ik voelde de warmte van de zon op mijn armen. Er was iets gaande, het was spannend zo alleen naar school te gaan. Ik liep verder en de hoek om. Daar bleef ik opeens staan -ik weet de plek nog heel precies- en een golf van warmte en geluk trok door me heen: ik realiseerde me, dat ik kon kiezen! Dat ik vrij was om zélf te kiezen. Dat ik in vrijheid mocht kiezen en dat de wereld voor me open lag. Een soort nieuwsgierigheid maakte zich van mij meester, een heel diep gevoel van ‘zó is het in orde, dít is wie ik ben en wat ik mag laten zien’ Deze diepe en rijke ervaring heeft me altijd onbewust begeleid. En het besef of ‘het weten’ hierover heeft me nooit meer losgelaten. Wat gebeurt er eigenlijk in de split second net vòòr het kiezen: aan wie of wat word je ontrouw op het moment dat je kiest, wie of wat sluit je buiten, ten koste van wat maak je de keuze en wat blijft achter en wordt niet gezien. Word je ontrouw aan jezelf, aan datgene waar jij voor staat met al je talenten, capaciteiten, je normen en waarden maar ook je identiteit? Wat neem je mee vanuit de ervarin-
gen en de support en het systeem achter je, als je kiest en letterlijk ìn je toekomst stapt? Kiezen lijkt soms meer op een worsteling. Vaak leidt het tot dilemma’s en een stuck-state bij de eigenaar van de vraag. Het aanbod is te groot, er is te veel om uit te kiezen. Ook dat is een stuk van de werkelijkheid zoals we die waarnemen. Het aspect van loyaliteit speelt hierin een belangrijke rol: aan wie of wat word je ontrouw net voor het moment dat je kiest. Leidt het persoonlijk geweten je bij het maken van die keuze of is er onbewust een collectief geweten dat je ergens heen leidt om bijvoorbeeld een grootmoeder of grootvader te eren. Een jonge man is zoekend naar het werk dat bij hem past. Zijn huidige baan is zeer betrouwbaar qua inkomsten, status en zekerheid. Waarden en normen die vanuit de achtergronden van moederskant van groot belang zijn. Het bedrijf en de mensen voelt bijna als een familie voor hem. Door de veranderingen binnen het team en het bedrijf voelt hij er zich steeds minder thuis. In een voortgangsgesprek met zijn baas laat hij plots vallen, dat hij op zoek is naar een andere baan. Juist ín dit keuzemoment, net voor het in-actie-komen, zit de prijs van disloyaliteit opgesloten. - 31 -
Kiezen lijkt in eerste instantie vooral een cognitief proces te zijn. Uit ervaringen van mensen en gesprekken blijkt steeds weer, dat keuzes met impact, van binnenuit gebeuren, vanuit je eigen kern. In het volle bewustzijn van jouw aanwezigheid hier met alles wat je bij je draagt en alles wat je in huis hebt. In dit volle bewustzijn is er stilte, rust en een soort vrede. Een vrede die bijna met niets te vergelijken is en je raakt in je diepste binnenste. Een cliënt had ernstige burnout verschijnselen. Hij koos voor een vrijwillige opname in een particuliere kliniek om daar te werken aan zijn herstel alvorens terug te kunnen keren in de maatschappij. Er was bij hem veel paniek en angst over deze stap. Na een vijftal weken ontmoette ik hem bij een kop koffi e. Hij vertelde me, dat hij voor het eerst in z’n leven zèlf bewust gekozen had, tegen alle stromen en meningen in: hij had ‘ja’ gezegd tegen het leven. Zonder medicatie en sterk vermagerd was er een soort ‘weten’ bij hem ontstaan, dat hij in staat was om het leven te nemen met de ups en de downs. Hij wilde weer deel uit maken van zijn gezin en zijn rol daar innemen. Hij wilde weer bijdragen aan de samenleving. De ‘ja’ voor het leven hier sluit dus ook alle ‘nee’ van het leven in. Het is overweldigend en ontroerend om te merken wat ‘kiezen’ met mensen en organisaties doet. De man die een dag na het overlijden van zijn zoontje tegen zijn vrouw uitspreekt: we kiezen er voor om verder te gaan, te leven met onze twee dochtertjes, wetend dat hij altijd deel uit zal maken
van ons nieuwe leven, ook al is hij fysiek niet bij ons. Een voorbeeld van een ‘ja’ tegen het leven in het volle besef van de ‘nee’ die erin besloten ligt en de prijs dit dit soms vraagt. De vrouwelijke onderneemster die zich ten volle bewust is van haar keuze die ze gemaakt heeft. Het succes voor haar onderneming maakt haar ontrouw aan de patronen van haar familie van oorsprong waarin o.a. faillissementen aan de orde waren. Bij een workshop was een vrouw
aanwezig die een zeer destructief gedragspatroon vertoonde. Ze kreeg een persoonlijke opdracht mee om een jaar lang uit te proberen. Elke ochtend twee stenen in iedere hand nemen: één voor het leven en één voor de dood. En elke ochtend het bewustzijn ervaren, dat beide er zijn, dat je voor beide opties kunt kiezen. Gedurende dit jaar ontwikkelde ze een kracht en helderheid die tot dan toe onbekend waren voor haar. In de loyaliteit naar haar moeder had ze haar eigen levenskracht nog niet eerder ontdekt.
Systemisch gezien is er nog veel te ontdekken en te achterhalen om meer inzicht te krijgen in het fenomeen ‘Ik kies……”. Als je vragen hebt, of als je verhalen en inzichten wilt delen, heel graag. Via
[email protected]. Zie ook www.kiesdekernvandezaak.nl
Familieopstellingen Professional Een verdiepingsopleiding Familieopstellingen. Door Guni Baxa, met ondersteuning van Bibi Schreuder. Nieuw is om komend jaar de vervolgopleidingen voor familieopstellingen en organisatieopstellingen vanaf 2013 apart aan te bieden. Voor nog meer kwaliteit en essentie. In elk van de drie blokken komen de innerlijke houding van de begeleider, methodiek en vormen van opstellingen, en theorie in balans met elkaar weer terug. Deze opleiding van drie blokken van drie dagen leidt niet alleen tot een ongelooflijke fine-tuning van je sensitiviteit en methodisch arsenaal, de opleiding biedt ook de mogelijkheid tot grotere en kleinere transformatieprocessen bij jou als opsteller, helper of therapeut. Blok 1: Opstellingsmethodiek voor gevorderden Blok 2: De invloed van collectieve maatschappelijke thema’s en ervaringen Blok 3: Spiritualiteit en transformatie
Guni is een begaafde opsteller, therapeut en docent. Bibi Schreuder helpt met en bij het ‘vertalen’ van het aanbod en geleerde, soms letterlijk, want de voertaal in deze opleiding is Engels, maar het mag geen beletsel vormen als je Engels wel verstaat, maar enigszins schoorvoetend spreekt. Voor de PDF en uitgebreide inhoud van de blokken: zie de website. Mei, september en november 2013 Hallo, mijn naam is Guni Baxa. In sommige landen denken ze dat ‘Guni’ een mannennaam is. Wel, ik ben een vrouw die woont in het bijna mediterrane klimaat van de heuvels in het zuiden van Oostenrijk. Ik houd van de stilte van onze bloementuin. Ik werk graag in die tuin, luisterend naar het koor van vogels. Ik houdt van reizen, verschillende culturen ontmoeten en wandelen in de natuur. Meer dan woorden kunnen uitdrukken ben ik dankbaar voor de liefdevolle relatie met mijn man, onze kinderen en - 32 -
kleinkinderen, die ons leven zo rijk maken. Tegenwoordig ligt mijn aandacht op het voelen en verwelkomen van de krachten die ons gemaakt hebben tot wie we zijn, en om dat wat ons bindt of belemmert te transformeren naar kwaliteiten die ons leven ondersteunen. Volop dansen met die essentiële kwaliteiten van het leven, zoals liefde, vergeving, vrede, vreugde, sereniteit, wijsheid, stilte, helderheid of kracht, geeft het nodige vermogen om met de spelingen van het lot die een leven veranderen om te kunnen gaan.
Wat beweegt de ondernemingsraad? Angelique Mattijssen Natuurlijk, Het antwoord op deze vraag kan van meer kanten worden benaderd. De ondernemingsraad (OR) als medezeggenschapsinstituut heeft natuurlijk van ‘binnenuit’ een beweging die hij wil volgen, om zijn bijdragen aan de organisatie ten volle te kunnen leveren. Er zijn ook andere bewegingen; die soms maken dat de OR verstrakt, remt, of juist gaat versnellen. In de (10) jaren dat ik als trainer/ adviseur voor ondernemingsraden werkte heb ik tijdens trainingen regelmatig met de ondernemingsraden een organisatieopstelling of de systemische blik gebruikt om zicht te krijgen op de oplossingsrichting voor de vragen en situaties waar zij mee kwamen. Een aantal daarvan worden in dit artikel omschreven. Ondernemingsraden staan voor allerlei verschillende vragen; er zijn grote beleidsvraagstukken en bijvoorbeeld interne situaties waarbij de OR zijn rol kan spelen. De OR heeft vaak een soort antenne voor het niet goed in orde zijn van de basisprincipes in het systeem van de organisatie. In het verstrakken of remmen door een OR kan een signaal zitten: wat wordt mogelijk niet gezien dat ‘uit orde’ is? Hoe en waar in de organisatie is de ordening verstoord geraakt? Door erkenning te geven aan die signaalfunctie van het remmen en systemisch te kijken (eventueel met een opstelling) wat uit orde is geraakt is er meestal weer beweging mogelijk. Situatieschets 1: De OR van een middelgrote gemeente krijgt een lijvige notitie over veranderingen in het personeelsbeleid. Er zijn voorstellen over opleiding- en ontwikkeltrajecten voor het personeel, over roulatiemogelijkheden van functies, de lijnen waarlangs de POP-gesprekken zullen worden gevoerd. Het is enerzijds allemaal heel wenselijk, en toch… de
OR heeft een nog niet goed te benoemen aarzeling. De beleidsmedewerker die verantwoordelijk is voor het stuk komt het met enthousiasme presenteren. Het MT heeft aangespoord, wil graag wat meer tempo. Naderhand besluiten we om via een opstelling te onderzoeken wat op de een of andere manier zo onbenoembaar blijft. De volgende elementen worden neergezet: de gemeentesecretaris, de verantwoordelijke beleidsmedewerker, de OR, het personeel, de nota. In de opstelling werken we met vloerankers. Dit houdt in de dat we de posities op de grond aangeven met een soort place-mat, met een ‘kijkrichting’. In een geconcentreerde samenwerking wordt gekozen voor de plaatsen waar de placemats moeten liggen. Een OR-lid die het wel ‘wat apart vindt allemaal’ kijkt met belangstelling mee. Opvallend is dat het midden van de opstelling ‘druk’ is, veel aandacht gericht op elkaar en op de nota. Daar staan MT, OR, de gemeentesecretaris, en de beleidsmedewerker. Ieder OR lid –die daarvoor voelt- wordt gevraagd eventueel eens op die plekken te gaan staan, en aan te geven wat hij ervaart op die plek. Ergens verderop in een soort buitengebied staat ‘het personeel’. Door de gerichtheid in de binnencirkel is er weinig zicht op waar het personeel staat. Op dat moment maken we met elkaar een afspraak dat we even afstand nemen, het plaatje van de opstelling in gedachten houden, en er - 33 -
de volgende dag met elkaar over praten. In de training deed ik vaak aan het eind van de eerste dag van een twee-daagse training een opstelling. Verschillende oefeningen/opdrachten worden tijdens de training gedaan om vanuit een gezamenlijk besef over medezeggenschap, visie, verlangen aan de slag te zijn. De volgende dag is er met elkaar in een ronde doorgesproken wat de ingevingen zijn die de opstelling mogelijk opleveren. Er is later door de OR een voorstel geschreven waarin via een serie workshops al het personeel in gesprek kon zijn over de op handen zijnde veranderingen. In de zin van OR –rol: ze gaven een procedureel advies. Situatieschets 2: de OR van een zorginstelling is heel tevreden over de samenwerking met de bestuurder. Maar in de praktijk lopen de afspraken die zo duidelijk lijken in de overlegvergadering toch anders. In het gesprek dat de OR hierover met de bestuurder heeft, komt een soort ongedurigheid, het komt steeds terug. Het lijkt een elastiek dat steeds terugspringt naar zijn oude model. De OR wil niet zeuren, het gaat immers zo goed die samenwerking, die communicatie, maar heeft ook het gevoel niet serieus te worden genomen in die zorg over ‘zo werkt het niet’. De opstelling die we doen, met externe representanten, laat het volgende beeld zien: De bestuurder en de OR staan in elkaars gezichtsveld, maar kunnen ook langs elkaar kijken. De afspraken als element staan er ook. Het is wat vlak, niet veel contact tussen de verschillende posities. Dan wordt het MT opgesteld. Deze staat schuin achter de OR maar
vangt de blik van de bestuurder, bijna met een flirt in de ogen. De representant van het MT heeft desgevraagd (op de vraag wat ervaar je op deze plek, zegt hij met een lachje) de tekst:” jaa, jaaa, jahaaa, maar we doen het natuurlijk wel zoals wij het willen” De bestuurder kijkt weg, als hij dat hoort, alsof het hem niet aangaat. Er gaat een zucht van herkenning door de OR-leden die dit ingebracht hebben. Ja, dit is het. We maken geen conclusies op dat moment, het grootste belang was de herkenning en de opluchting die het ook gaf. De meerwaarde van de methode van opstellingen is naast een analyse van de ‘gewone’ soort: waar gaat het over, wie hebben hier mogelijk een rol of aandeel, is de kans om ook de relaties tussen de elementen in 1 beeld, 1 oogopslag te zien. En de effecten gewaar worden van het ontbreken of het toevoegen van een deel van de organisatie. Het effect het zien van het beeld is anders dan de cognitieve ‘route’ en
brengt niet zozeer DE oplossing, als wel mogelijk onverwachte oplossingsruimte en andere oplossingsrichtingen in beeld. Het lijkt een ander besef op gang te brengen. Soms is dat alleen al een aanleiding voor een verandering in de aanpak van de OR. Het kan ook zijn dat er een besef ontstaat van niet-handelen, of in eerste instantie niethandelen. Met opdrachten vooraf waarbij de leidende principes van de OR in kaart werden gebracht, en de mogelijkheid die te ervaren door er letterlijk eens door te lopen, ontstond vaak een rustig(er) besef: “hier is het ons ten diepste om te doen”. Juist ook voor de verschillende OR leden, waarvan sommigen minder cognitief en analytisch ingesteld zijn, gaf een organisatieopstelling inzicht, een doorkijk, waar ieder goed in meekan. Binnen de OR is veel, soms onbewuste kennis over de organisatie en zijn historie, over wat wel en niet gaat werken. De manier waarop er met het schrijven van adviezen, via de gebruikelijke juridische weg, wordt geprobeerd
- 34 -
invloed uit te oefenen, bereikt niet altijd zijn doel. Soms helaas zelfs het tegendeel. Bij een aantal opstellingen hebben we ook geëxperimenteerd met de positie van de OR, en het type advies, en daarmee verschillende scenario’s uitgetest. Workshops voor ondernemingsraden We organiseren dit jaar twee 1-daagse workshops voor ondernemingsraden om, eventueel samen met hun adviseur/trainer, een vraagstuk via een opstelling te onderzoeken. Het is mogelijk om als voltallige OR te komen; maar het kan ook zijn dat een delegatie komt, al dan niet met hun trainer of adviseur. Hoe kunnen we datgene waar de OR voor staat in de organisatie meer naar zijn bestemming doen bewegen? Zie verder onder Workshops uitgelicht .
De druppel en de zee Siebke Kaat, Anton de Kroon
Als systemisch werkend adviseur ben je alert op wat er met jezelf gebeurt in contact met (delen van) het systeem, waarvoor je gevraagd bent te werken. Daarbij zijn zowel je eigen gewaarwordingen als de gedragingen van anderen jegens elkaar en jou als buitsenstaander belangrijke informatiebronnen voor het herkennen van patronen, die op hun beurt vaak weer verwijzen naar een systemische nood van het grotere geheel. Interessante sporen dus. Enkele ervaringen uit onze adviespraktijken.
Wat overkomt mij als ik een druppel ben in deze zee? Ik ga naar binnen in een nieuw, groot gebouw. Hoge hallen, grote ruimtes. Het huisvest vele opleidingen. Allerlei kleuren, vormen en materialen. Het voelt als een marktplaats: om rond te slenteren, maar ook wat verloren. Voel me nietig. Hoe vind ik mijn weg? Onzekerheid bekruipt me. Als ik hier de hele dag zou zitten, zouden ze dan ’s avonds komen zeggen: ‘We gaan sluiten?’ Op alle, werkelijk alle deuren zitten heel sterke drangers. Ik moet echt duwen om er een te openen. Achter me sluit hij zich ogenblikkelijk. Ik merk dat het me oplucht dat het niet met een knal gebeurt. Nergens staat een deur open. Houden ze me hier liever buiten de deur? Of bedoelen ze me veiligheid en privacy te geven? Ben ik hier iemand of ben ik hier niemand? Ik word er onzeker van als die vraag bij me opkomt. Ik besluit íemand te zijn en loop met stevige pas verder. Dat maakt dat ik me beter begin te voelen dan de omgeving. Mmm, dat was nou ook weer niet de bedoeling….. Zou er iets van dit alles te herkennen zijn in het vraagstuk dat mij aanstonds voorgeschoteld gaat worden?
Hun zee overspoelt ook mij Zou het zo kunnen zijn dat… Mijn natuurlijke neiging is om wat mij opvalt in het contact toe te schrijven aan de chemie tussen
mij en de ander, en alles wat daar los van staat tot het toeval te rekenen. En toch, systemisch kijkend… Ik heb contact met een opdrachtgever betreffende grensoverschrijdend gedrag van medewerkers in de vorm van pesten en intimidatie. Tijdens de uitvoering van de opdracht zijn ook meerdere malen mijn grenzen overschreden. Weliswaar manifesteerde zich dat heel anders, maar in de kern was het hetzelfde. Tijden werden overschreden, mijn agenda werd overschreden door afspraken kort tevoren te laten vervallen of te verplaatsen, de grenzen van mijn plek werden overschreden door steeds weer aanpassingen te doen op eerder gemaakte afspraken over de rolverdeling, en zo meer. Het gevoel dat bleef was jojo-en, geen heldere plek, geen heldere ordening en uiteindelijk een gespannen relatie op de balans van geven en nemen. En was dat nu niet identiek aan het grensoverschrijdende gedrag dat de medewerkers en managers zowel onderling als ten opzichte van elkaar vertoonden? De plek van de manager was diffuus, de ordening eerder informeel dan formeel, en er was zeker een verstoorde balans. En ik maakte de stap van ‘Wat een toeval dat er rond dit project zoveel mis gaat’ naar ‘Aha, als dit geen patroonherhaling is….’. Toen ik dit aankaartte was de reactie tweeledig: ‘Ja’, vanuit herkenning en erkenning van het patroon, en ‘Het maakt het niet gemakkelijker; als het probleem alleen maar - 35 -
op die afdeling is, bij die functies dan staat het los van mij, ons, de organisatie. Nu lijkt het veel dieper te zitten, en ik geloof niet dat ik daar verandering in kan brengen…’ Waarmee dien ik als adviseur uiteindelijk het systeem het meeste? Ze vroegen een pleister, en nu zien ze de wond zelf opeens.
Van de regen in de drup Ik was gevraagd om technisch adviseurs te begeleiden om hun relatie met de externe opdrachtgevers beter te monitoren. Het ging om verwachtingen bij de start afspreken, heldere contractering, betrouwbaarheid. En ja, mijn contractering met deze opdrachtgever ging van begin tot eind mis; een situatie die ik nog nooit eerder had meegemaakt. Dat deed me even loskomen uit het patroon van ‘ligt aan mij, ligt aan de chemie, ligt aan toeval’.
In elke druppel herken je de zee Uit deze en andere voorbeelden houdt ons bezig: Wat gebeurt er wanneer ik als externe contact maak met een systeem, een systeem dat een vraag heeft over een patroon (meestal benoemd als ‘het probleem’)? Wat kan ik leren uit wat mij gebeurt in het eerste contact, waarin de opdrachtgever ten volle verbonden is met het probleem, zodat alle energie daarvan aanwezig is? En: hoe kan ik de ander meenemen om even van een afstandje, zonder oordeel, te kijken naar wat zich toont, terwijl ook zijn neiging sterk is, net als de mijne, om wat er gebeurt toe te schrijven aan mij, zichzelf, de chemie tussen ons of aan toeval? Voor onszelf nemen we mee: het zou toch onvoorstelbaar vreemd zijn als het systeem in contact
met mij zijn patronen opeens zou loslaten! Zoals bij een opstelling de manier van lopen van de vraagsteller naar de stoel en de manier waarop hij of zij plaatsneemt en soms net de stoel even verschuift al inzichten geeft, zo speelt ditzelfde als ik uitgenodigd word door een opdrachtgever om mee te denken over een probleem. Smaakt dit naar meer? Kom naar de opleiding Systemisch Interveniëren!
De Noösphere dient zich aan Tijdens het vierdaagse ‘Hatching the Eggs’ in september 2012, bood het Bert Hellinger Instituut ruimte voor het inbrengen van eieren: systemische mogelijkheden die niet helemaal uitgedacht waren en wel een gezamenlijke bijdrage van de verzamelde systemisch werkers konden gebruiken. Ik greep mijn kans en meldde The Media Landscape aan. Jan Jacob Stam was enthousiast, met name om het veld van sociale media (Twitter, Facebook, LinkedIn, Google+) te onderzoeken en de betekenis die ze voor organisaties kunnen hebben. We spraken een duo af: hij zou een of meer opstellingen leiden, waarmee ik mijn handen vrij had om systemische vragen te stellen. Mijn doel was uit te vinden of systemisch kijken van meerwaarde is bij PR, marketing en/of communicatie vraagstukken, relevant voor mij aangezien ik het als dienst aanbied met mijn onlangs gestarte bedrijf.
Systemisch kijken naar sociale media Het antwoord op de vraag of systemisch kijken naar communicatievraagstukken zinvol is, was een luid en duidelijk “ja”. We hebben gewerkt met een inbrengster en haar vraag: “Kan ik mijn klanten en prospects het best bereiken via LinkedIn (zoals zij op dat moment deed) of zijn er andere kanalen die ik beter in kan zetten?”. In de opstelling hebben we LinkedIn aan het woord gehad, en hoewel we in de grote koepelzaal werkten, paste dat social media platform eigenlijk niet in de ruimte. De aard van het platform was serieus en zeer zelfverzekerd. Machtig interessant was het ook om Twitter te ondervragen. Dat platform maakte helder dat het ‘kwetteren’ dat mensen er doen, een wezenlijk verbindende functie heeft en dus niet zozeer zinloos
gekwetter faciliteert, wat wel het beeld is dat sommige mensen er van hebben. Het verraste mij aangenaam te zien dat Facebook een blije, enthousiaste en energieke aard heeft; verbinden en experimenteren is het bestaansrecht van dat netwerk, het is warm en heeft een hart. Door de onderneemster, haar organisatie, klanten en de verschillende netwerken op te stellen, kwamen we erachter welke van de communicatiekanalen het meest effectief zijn voor haar om in te zetten. In de zin van: via welke kanalen zijn klanten en toekomstige klanten het liefst in contact en waar is de organisatie en de onderneemster het meest zichtbaar? Een zo groot mogelijke zichtbaarheid is bij communicatievraagstukken vaak een kerndoel. Die vragen zijn helder - 36 -
beantwoord voor de onderneemster en voor de aanwezigen was het ook boeiend om mee te maken.
De Noösphere Toen we klaar dachten te zijn, zei een van de aanwezigen echter een rol in de opstelling te hebben maar niet te zijn benoemd. Jan Jacob vroeg meteen of de representant een idee had welk element hij representeerde. Ja, dat wist hij: de Noösphere (in het Nederlands vaak genoemd de Noösfeer). Inmiddels heb ik mij wat ingelezen en weet dat de Russische wetenschapper Vladimir Vernadsky hiermee het gezamenlijk menselijk denken benoemde, op Wikipedia is er een en ander over te vinden. Tijdens onze hatching sessie echter, wisten we niet wat de Noösphere was en ondervroeg Jan Jacob de representant over zijn aard en wezen. Hij legde uit dat hij de verzameling is van alle gedachten, alle weten, die op de aarde (en ook daarbuiten) rondgaat en is gegaan. Sociale media leveren momenteel een belangrijke bijdrage aan dat collectieve weten. Dezelfde functie heeft de cloud; waarmee alle diensten worden aangeduid die mensen via het internet kunnen afnemen en geen ruimte op hun computer innemen. Foto’s, video’s en andere documenten bevinden zich ‘ergens
in de cloud’ in een speciaal voor de gebruiker gereserveerde digitale ruimte. En al die ‘data’ tezamen vullen de Noösphere, de cloud is naar zijn zeggen zelfs ‘extreem belangrijk’.
onderzoek daarnaar was wat hem betreft okay. Bij het nabespreken bleken we allemaal onder de indruk en verrast over dit element waar nog veel meer onderzoek naar mogelijk is.
Kennis die uitdijt en zich bewust is van zichzelf, zelfs opgesteld kan worden en uitspraken kan doen over andere elementen: we vonden het zeer indrukwekkend. Zo indrukwekkend zelfs dat de Noösphere zei: “Jullie hoeven geen eerbied voor mij te hebben, hoor. Ik ben niet God”. We hebben om beurten een vraag gesteld aan de Noösphere, het is tenslotte niet elke dag dat je de mogelijkheid krijgt met een zo groot ‘Weten’ te spreken. Over wat mijn interesse heeft, zei de Noösphere: “Het begrijpen van het nut van sociale media is deel van de cocreatie van universeel bewustzijn”, en verder
Co-creatiemiddag Op 14 februari 2013 organiseer ik (tegen kostprijs) een middag co-creatief ontdekken wat systemisch werken in combinatie met PR, marketing en/of communicatie allemaal (nog meer) kan opleveren. Als je zin hebt om mee te doen, ben je van harte welkom van 13 tot 17 uur te Wageningen. Meer informatie op www.greenpepr.nl. Tessa Weber, systemisch en strategisch PR-, marketing- en communicatieadviseur GreenPePR
Systemisch werk met paarden De ziel van de kudde Nicolle Themmen Al ruim 11 jaar ondersteunen mijn paarden mij in coachtrajecten. In 2006 volgde ik bij Ruud Knaapen zijn opleiding Systemisch Paardencoachen en sindsdien heb ik mij verder ontwikkeld in het systemisch werk. Sinds twee jaar verzorg ik samen met Bart van Ruiten de Wind opleiding in België. Als systemische paardencoaches onderzoeken we hoe het veld van systemisch werk met paarden verder kan ontwikkelen. Dit artikel beschrijft een deel van deze ontwikkeling, het werken met de ziel van de kudde. Bij systemische paardencoaching werken we met de natuurlijke eigenschappen van het paard. Voor een paard is onafhankelijkheid wezensvreemd, het is verontrustend en niet veilig om alleen te zijn. In een coachsessie vormen paard en gecoachte een kudde waarin het paard op zoek gaat naar ordening en consistentie. In een paardenkudde is het van levensbelang dat de drie systemische principes in evenwicht zijn. In de kudde tussen
mens en paard lijkt het paard te reageren op systeemdruk die in het systeem van de gecoachte aanwezig is. In coachsessies ervaar ik regelmatig dat mijn kudde paarden vanuit de wei meedoet met hetgeen in de bak ernaast plaatsvindt. In de Vervolgopleiding Systemisch werk van het Hellinger Instituut onderzochten we het thema ‘ziel’, dit zette mij aan tot het onderzoeken van de ziel van de kudde en het effect hiervan op - 37 -
het systemisch werk met paarden. Ontdekkingen tot nu toe: Er lijkt een verschil te zijn tussen opgenomen worden in de kudde en contact maken met de ziel van de kudde. In het eerste laten de paarden ons toe in de kudde, door ‘niets te doen’ er lijkt weinig te veranderen in de kudde zelf. In contact met de ziel van de kudde lijken grenzen te vervagen en ervaren wij ons geheel in het hier en nu. Er ontstaat dan vaak als vanzelf een opstelling waarbij meerdere paarden een bijdrage leveren. Na het contact maken met de ziel van de kudde reageren de paarden anders dan gewoonlijk op individuele vragen. Zonder dat contact dient zich een paard
aan die vervolgens werkt met de individuele deelnemer. Met het contact met de ziel reageren de paarden op ons als (onderdeel van hun) kudde. Dit door bijvoorbeeld niet te accepteren dat er met een individuele vraag gewerkt wordt (door weg te lopen uit de bak) of door voortdurend alle kudde leden (mens en paard) in te sluiten en op het collectief te reageren. Het werken met de ziel en de paarden vraagt om vertragen; Op het moment dat wij ‘door’ willen naar een volgende stap of vraag lijken de paarden uit te nodigen nog verder in het hier en nu te blijven en in de ervaring te gaan. Paarden en de ziel hebben de tijd. Er zijn paarden die alleen aansluiten in een coachsessie op het moment dat er verbinding is met de ziel van de kudde. Eén van mijn paarden lijkt alleen dan bereid om ‘mee te doen’ Het paard zelf reageert altijd vanuit de ziel van de kudde. In het systemisch werk met de paarden maakt het wel een verschil of wij contact maken
met de paarden of met de ziel van de kudde, met name in intensiteit van ervaringen die opgedaan worden in de ontmoetingen. Ruud Knaapen zegt hierover in zijn boek: ‘Werken met de ziel van de kudde, of daarmee in verbinding zijn, gaat over de grenzen van de persoonlijke kudde heen en ligt meer in een universeel domein. Echter je kunt daar pas vol zijn, nadat je eerst je eigen kudde innerlijk verzameld hebt. Net zoals je
- 38 -
ook niet zomaar Geest in kan stappen zonder de worsteling van het persoonlijk en collectief geweten te hebben ervaren.’ Het veld van systemisch paardencoachen blijft in beweging, samen met de paarden mogen wij hier steeds meer in ontdekken.
Workshop ‘Systemisch werk met paarden’ 19 maart 2013 Op 19 maart organiseert Nicolle een Sponsorworkshop ‘Systemisch werk met paarden’ Het geld uit deze workshop staat Nicolle af om scholarships voor deelnemers aan Flying the Kites te sponsoren. Voor opgave en informatie:
[email protected]
IOCTI 2012 een persoonlijk verslag Stijn Tilanus Diep in de woeste binnenlanden van Noord-Spanje ligt het eeuwenoude pelgrimsdorp Arantzazu (‘doorn-oord’), waar de Baskische trots opstijgt uit beboste valleien en steile klippen – een ander besef van tijd en ruimte plooit zich als vanzelf om de bezoeker: kan het toepasselijker als lokatie voor een intensieve leerervaring over de kern van organisatie-opstellingen? Van 7-14 oktober 2012 vond daar de International Organizational Constellations Training Intensive (IOCTI) plaats, een bont gezelschap van ervaren en beginnende opstellers uit verschillende werelddelen ontmoette elkaar in artistiek vormgegeven betonnen ruimten, om te discussiëren tussen dikke kloostermuren en te oefenen onder leiding van gerenommeerde ‘topstellers’. (Zie ook www.iocti2012. com voor nadere informatie over het programma). Het was voor het eerst dat ik op een internationale conferentie was waar Engels de minderheidstaal bleek: de voertaal was Spaans, maar door de inzet van onvermoeibare tolken was alles voor iedereen te volgen. Het voordeel van deze tweetaligheid was dat het een soort natuurlijke trance teweegbracht, het waarnemen werd erdoor verscherpt (en je kon wat Spaans oppikken tussendoor). Het programma was opgebouwd rond drie groepen cq. thema’s: introductie in systemisch werk en opstellingen, systemisch adviseren en
coachen, en gevorderden die dieper op bepaalde formats wilden ingaan. De meeste deelnemers kozen voor één groep gedurende de hele week, maar er waren ook switchers. Elke dag begon met een gemeenschappelijke oefening onder leiding van Arawana Hayashi: the village/el pueblo. De zes elementen hiervan zijn: liggen, zitten, staan, lopen, draaien, groeten. Hiermee werd als groep een ‘body of resonance’ gevormd, wat een prachtig schouwspel opleverde en tot boeiende belevenissen leidde. Dit samen een groter geheel vormen paste ook in de traditie van de plaats: het kloosterleven is immers daarop gebaseerd, met dien verstande dat de ene helft van de mensheid geen toegang had tot dit leven. Wonderlijk genoeg kwam het thema ‘gender/jenero’ in veel workshops bovendrijven; er werd door de facilitators in wisselende mate daarop ingegaan. Wat was er nu zo speciaal aan deze week? Wat vind je niet op de website terug, en kon je alleen maar beleven? Voor mij waren dat
11 nationaliteiten op deze foto!
- 39 -
eigenlijk drie dingen: de bijzondere ontmoetingen met andere deelnemers, de verwevenheid van de oefeningen uit de workshops met ‘het echte leven’, en de fantastische werking van de natuurlijke omgeving. Om met dat laatste te beginnen: regelmatig zaten we tijdens de pauzes op het terras in de herfstzon te genieten van het uitzicht op de amberkleurige rotsen, en soms zeilden langzaam gieren over: als ze landden versmolten ze met hun achtergrond en waren nauwelijks meer zichtbaar, maar wij werden gezien ook al merkten we het niet: een bewustzijn dat een lekker systemisch onderbuikgevoel gaf. De verwevenheid van de oefeningen met alles wat daarbuiten gebeurt werd treffend verbeeld in een opstelling waarin parallel de familie en het familiebedrijf werden opgesteld: heel voelbaar was de invloed van een traumatische gebeurtenis binnen de familie op de representanten van het bedrijf, en dat bracht mij weer nieuwe inzichten over het familiebedrijf uit mijn eigen achtergrond. En dan de deelnemers: sommigen hadden hechte familiebanden onderling, zoals organisator Guillermo Echegaray met zijn vrouw Chus (en hun schattige dochtertjes die ronddartelden
tijdens de lunch), anderen ontmoetten elkaar voor het eerst, van verschillende continenten afkomstig, en vonden een verwantschap die tot een soort groot familiegevoel leidde. Taal is overal, hetzij in woorden, beelden of klank: de openingsceremonie op het kloosterplein werd luidruchtig begeleid door Baskische percussie op houtblokken. De afsluiting van IOCTI2012 was eveneens muzikaal doch meer ingetogen, met een a cappella
optreden van een koor dat een medley van canzónes ten gehore bracht. En het volgende IOCTI van 2014 werd als ‘business model canvas’ opgesteld, onder het motto: ‘it is our professional duty to make practicing joyful’. Waarvan acte. Stijn Tilanus De IOCTI- VI is van 2-9 november 2014 in Uruguay.
Het begint met orga …. (en eindigt met e) Een verkenning van sexuele energie in organisaties Stijn Tilanus Er is bijna geen onderwerp zo beladen als de aantrekkingskracht tussen mensen onderling, vooral de erotische kant daarvan. Toch is deze kracht als ordenend principe in organisaties van wezenlijk belang: tijd om dus eens de culturele en maatschappelijke implicaties ervan onder de loupe te nemen. Juist in creatieve en innovatieve organisaties is deze levenskracht duidelijk geïntegreerd in het patroon van interacties, een kenmerk van vitaliteit? De vergelijking met de levensfase der volwassenheid leidt tot een nieuwe kijk: jeugd en ouderdom leveren het juiste perspectief hiervoor. En als organisaties werkelijk volwassen willen worden, is het bewust integreren van deze organische kracht een noodzakelijke (en prettige) voorwaarde.
0 Definitiekwesties Wat is er toch met de naamgeving van het gevoel en de uitingen die ons het meest intiem zijn? In andere culturen zijn er woorden als Ερως of tweede chakra of Qi, yin en yang –wij hebben het over sex (seks) of geslachtelijkheid of erotiek: het zal wel aan de mest en modder in dit land liggen. Voor het juist communiceren over de kern van waar het hier over gaat stel ik daarom de tijdelijke werkterm LF1 (life force one) voor: wellicht dat die een boel associaties van andere termen helder maakt, en tegelijk de aandacht weet te richten op de dynamische kant van het
begrip. LF1, LF1, het went heus wel. Voor de goede orde: LF1 is een polaire kracht, met een vector ‘naar buiten’(yang/mannelijk) en eentje ‘naar binnen’ (yin, vrouwelijk). Deze polariteit kan zich in mensen in verschillende gradaties uiten, maar de meesten onder ons hebben een gezonde portie van beide in zich. Dan is er nog het punt van wat we onder een organisatie verstaan: gelukkig minder ingewikkeld, maar in ieder geval hoort er iets in van een samenwerking, een doel, een oorsprong en einde, en een krachtenveld –uiteraard alles naar analogie van de oerganisatie: de familie. - 40 -
1 wat drijft een organisatie? Zoals een familie tot doel heeft zichzelf in stand te houden temidden van andere families (en soms ten koste daarvan) zo is een organisatie óók in eerste instantie gericht op het zichzelf in stand houden –het individu met zijn beperkte mogelijkheden wordt boven zichzelf uitgetild ten behoeve van iets groters. In het begin van het leven van een organisatie is er echter ook sprake van een specifiek doel, iets naar buiten gekeerds, een yang-moment of in heelaltermen een ‘small Big Bang’. LF1 werkt dus vanaf het begin aan het creëren en verder uitbouwen van dat nieuwe samengestelde element, wat we organisatie of systeem kunnen noemen.
2 cultuur en schaamte Maar zo eenvoudig blijft het helaas niet: zodra mensen samenkomen om iets te doen, treedt LF1 in werking. Wie vind je aardig, wie afstotelijk? Met wie zou je graag dichter in contact komen, ook
buiten de werkvloer? Wie zie je als rivaal of juist als partner? Welke gevoelens krijg je bij het contact met anderen, welke daarvan ‘kunnen’ wel en niet? Hoe ver ga je in het contact: hoe dicht laat je iemand naderen in je persoonlijke ruimte, durf je oogcontact aan, wat voor intonatie leg je in je stem, neem je de vrijheid van een aanraking, enzovoort? LF1 bepaalt het allemaal, al zijn we ons dat vaak niet meer bewust. De vraag is of dat kwaad kan, of anders gezegd: wat wordt er gediend met het buiten beeld houden van LF1? Hier komt de tegenkracht van LF1 om de hoek kijken, die je schaamte zou kunnen noemen. Op de keper beschouwd is dat geheel van regels die de schaamte gebruikt om LF1 te reguleren binnen het geheel van een organisatie datgene wat we ‘cultuur’ noemen.
3 Maslow revisited Maar is niet de drang naar macht, geld, kortom ‘wie-krijgt-het-meestte-eten’ een veel belangrijker ordenend principe dan zoiets triviaals als wie zich het meest voortplant (want daar draait LF1 uiteindelijk op uit)? De behoeftepyramide van Maslow laat hier naar mijn smaak een aspect van het menselijk bestaan teveel buiten beschouwing, namelijk het feit dat wij in eerste instantie sociale dieren zijn, het systemisch samengevoegd zijn tot een groter geheel van soortgenoten zit zodanig in onze genen, dat de strijd om eten (het individu) daarbij vergeleken zeker niet voorop staat. Onze voor primaten uitzonderlijk lange periode van onzelfstandigheid draagt daar aan bij: wij móeten wel samenwerken, anders zouden we de puberteit niet eens halen. Terug naar organisaties: wat betekent dit inzicht voor het reilen en zeilen op de werkvloer? De interactie met medemensen is wellicht op het eerste gezicht gebaseerd op het verdelen van macht en geld om het ‘doel’ te
bereiken – maar als je wat dieper kijkt is het juist LF1 die de boel bijelkaar houdt, en tot werkelijke vooruitgang leidt. Zoals de oude Plato al schrijft in het Symposium: juist voor een geliefde willen strijders zich dapper tonen, en schamen ze zich voor laf gedrag. Dat het bij de Grieken vooral om liefde tussen mannen onderling ging, is eigenlijk niet zo van belang voor de moraal van dit verhaal: ieder mens heeft immers beide kanten in zich. Ook worden in de meeste organisaties geen daadwerkelijke slachtpartijen gehouden, maar de onderliggende gevoelens en bedoelingen kunnen daar wel dicht bij liggen. Wie beseft nog dat de E in CEO staat voor executie, afslachting?
4 De volwassen organisatie: tussen groen en grijs Een trend die in alle sectoren van de huidige maatschappij waarneembaar is, is de roep om innovatie. Wat men meestal bedoelt is dat de doelen van de organisatie beter moeten aansluiten bij de veranderde realiteit: er moet een betere gerichtheid naar buiten komen, zonder dat de organisatie daaraan ten onder gaat. En dat kan naar mijn mening alleen als binnen de organisatie als geheel, en in elke medewerker zelf, recht wordt gedaan aan die creatieve impuls die we hierboven hebben leren kennen als LF1. Dat daar vaak een rem op staat door onze ‘cultuur’ is aanleiding om eens te kijken waar die rem nog niet of niet meer bestaat. Dat weten we eigenlijk wel: kinderen kunnen nog onbevangen genieten van en ontdekken in alles wat wij volwassenen zo moeizaam benoemen. Kinderen zijn ook bij uitstek vernieuwers, van hun eigen wereldbeeld, van hun lichaamsgevoel, en hebben dat gezonde evenwicht tussen naar buiten gericht zijn en voor zichzelf zorgen. Een echt volwassen organisatie doet er dus goed aan voldoende kinder-achtigheid te incorporeren. - 41 -
Hoe dat kan? Vanuit systemisch perspectief gezien door evenzeer een tegenwicht te bieden in de vorm van ‘grootouders-aan-de-top’: mensen voor wie LF1 iets natuurlijks en moois is, waar ze zelf echter onbevangen tegenover staan, en die ze kunnen stimuleren in anderen. Voor een organisatie betekent dat dus een management dat niet bezig is met leiderschap, maar gericht is op ‘verleiderschap’.
5 Een nieuwe bril Het is even wennen om LF1 te zien als ‘de’ ordenende kracht binnen organisaties. Het is ook spannend, omdat de grenzen van een cultuur opzoeken noodzakelijkerwijs risico’s met zich brengt. Aan de andere kant is het ook een bevrijding om niet meer te hoeven wegkijken van iets waar wij allen onze oorsprong aan te danken hebben. Dat herwonnen 360 graden perspectief geeft prikkels en ruimte voor het vinden van de juiste richting bij elke stap die een organisatie heeft te zetten in een onzekere omgeving. Bij het overwinnen van culturele schaamte kunnen wij leren van kinderen en ouden, om LF1 optimaal in te zetten voor de groei en bloei van onze organisatie. En als we dan toch op zoek zijn naar een woord daarvoor, dan wellicht orgasmisatie? Dr C.C. Tilanus Tjasker Consult
[email protected]
Systemisch werken binnen Plattelandsontwikkeling Petra van de Kop Dat systemisch werken ook binnen Plattelandsontwikkeling heel bruikbaar kan zijn ontdekte ik het afgelopen jaar. In december 2011 bracht een deelnemer van het Stedennetwerk Stadslandbouw, dat ik begeleid, zijn vraag in bij de Workshop Theory U en Social Presencing Theatre die Jan Jacob en Arawana Hayashi toen begeleidden. Het idee was om eens op een andere manier naar zijn vragen te kijken. Dit leverde hem zoveel inzicht op, dat ik besloot om bij Hatching the Eggs verder te onderzoeken hoe ik systemisch werk verder toe kan passen binnen plattelandsontwikkeling. (Hatching the Eggs was de internationale broedplaats in september 2012, waar mensen uit 17 verschillende landen hun ‘broedsels’ in cocreatie met de deelnemers verder lieten ontwikkelen. In 2014 weer..)
Systemisch bekeken: de rol van veranderaar In mijn werk rond duurzaamheid heb ik veel te maken met mensen die dingen willen veranderen, dingen willen verbeteren. Hoe maak je bijvoorbeeld de lokale overheid, waar je zelf voor werkt, bewust van de werkelijke problematiek die speelt rond bijvoorbeeld voedsel of plattelandsontwikkeling? Of hoe krijg je betrokken partijen zover dat ze buiten de bestaande kaders gaan denken? Beleidsmedewerkers duurzaamheid willen dingen veranderen. Dat hoort bij hun functie. Ze zijn op zoek naar verbetering, ze zien soms al wat de toekomst die op ons afkomt van ons vraagt. Ze zijn de troepen vaak vooruit en daarmee soms al trouw aan iets nieuws. Ik zie in mijn werk dat ze vaak op zoek zijn, als mens vanuit hun eigen passie, of levensopdracht. Maar vanuit hun functie zijn ze deel van het organisatiesysteem. De ambtenarij bijvoorbeeld. En dat levert spanning. Want binnen dat systeem is nog niet iedereen zover. Daar zijn mensen vaak trouw aan vertrouwde, aan het oude, aan dingen die ooit goed of belangrijk waren voor de organisatie. Het gevaar bestaat dat dat veleden on-
voldoende gezien en erkend wordt. Dan kan er een kloof ontstaan tussen de vernieuwers die op de toekomst zijn gericht en medewerkers of afdelingen die geïdentificeerd raken met wat verloren dreigt te gaan.
Mijn broedsels: systemen willen hun bestemming bereiken Tijdens Hatching the Eggs heb ik met Jan Jacob Stam onderzocht in hoeverre systemisch werken kan bijdragen aan plattelandsontwikkeling. We hebben met twee vragen gewerkt. Eén vraag van ambtenaar die werkt en woont in een plattelandsgebied in Nederland. En een vraag op een wat hoger aggregatieniveau: over plattelandsontwikkeling in Nederland. De inbrenger van de eerste vraag worstelde hoe zij het top-down ambtelijke gebiedsproces en een meer persoonlijk bottum-up gebiedsproces bij elkaar kon brengen. Binnen één opstelling werden twee velden opgesteld: het persoonlijke veld van de inbrenger in het gebied en het ambtelijke veld dat actief is in het gebied. En in beide velden werd een ‘deel van de inbrenger’ opgesteld: haar persoonlijke deel en haar ambtelijke deel. Er bleek weinig verbinding tussen deze - 42 -
velden. Opmerkelijk was dat het plaatsen van de historie van het waterschap verandering bracht. Nadat deze historie in de opstelling kwam, en gezien en erkend werd, ontstond er verbinding tussen deze twee velden. Een week na de opstelling hoorde ik van de inbrenger dat de maandag na de opstelling het waterschap in een vergadering met de gemeente had gepleit voor om ruimte te geven aan het bottom-up gebiedsproces. Ze besloten dit proces te starten en de diverse betrokken gemeenten wilden er zelfs in deelnemen. Bijzonder: het waterschap vormde ook nu de verbinding. Het waterschap, het bestaansrecht van plattelandsgebieden, met als kernfunctie verbinden. Deze opstelling lijkt iets te laten zien over het vierde systemische principe dat Jan Jacob Stam onlangs in zijn nieuwe boek ‘Vleugels voor verandering’ introduceerde, namelijk: ‘systemen willen hun bestemming bereiken’. Binnen gebiedsorganisaties zou dit wel eens heel erg relevant kunnen zijn! De rol van het waterschap leek te gaan over de scheppende kracht, de bestemming om iets te bewerken binnen dit gebied. Alsof het persoonlijke bestemmingen verbond op systeemniveau. Er leek een verschuiving te ontstaan van veranderen in afstemming met de wil, naar verschuiven in afstemming met wat de bestemming van het gebied vraagt.
Mijn broedsels: maatschappelijke opstellingen De tweede opstelling ging over plattelandsontwikkeling in Nederland. Het was eigenlijk een soort een maatschappelijke opstelling rond de vraag van de inbrenger. Het
was mooi om te zien hoe Jan Jacob daar eerst een dragende setting voor maakte. Binnen de kring van deelnemers ging hij de deelnemers uit de verschillende landen langs met de vraag: hebben jullie ook een nationaal plattelandsnetwerk? En zo hoorden we dat er in Engeland, België, Spanje, Duitsland, Noorwegen, Finland, Frankrijk, Australië allemaal gelijksoortige netwerken zijn. Dit rondje bracht energie op de vraag. Nadat vervolgens de ‘local area’ en ‘Brussel’ waren opgesteld, meldden de aanwezigen zich spontaan als representanten. Iemand was het water dat verbinding vormt en iets te brengen heeft. En anderen de natuur, de kinderen, de gemeenschappelijke grond, de angst, de Aboriginals, de voorouders, het milieu. Bijzonder was dat iedereen in de zaal deel uit maakte van het vraagstuk. Niet alleen gaf deze
opstelling de inbrenger inzicht op de vraag: wie ben ik en wat is mijn rol in dit geheel. Verschillende mensen kwamen de volgende dag naar mij toe, dat hun ervaring als representant zoveel met hen had gedaan. Dat ze in die rol iets hadden gevoeld over de ‘emerging future’, de mogelijke toekomst die op ons afkomt. Een bijzondere gemeenschappelijke ervaring in het U proces!
En wat zich aan het ontvouwen is Beide opstellingen hebben mij inzicht gegeven in hoe ik systemisch werk binnen plattelandsontwikkeling kan toepassen en verder kan ontwikkelen. Eigenlijk werkt het niet anders dan in organisaties. Alleen is de context soms complexer: er zijn meer partijen, organisaties met soms verschillende belangen in een gebied. Er
zijn verschillende systemen die door elkaar spelen. Zoals het persoonlijke systeem en het ambtelijke systeem in de eerste opstelling liet zien. Daarnaast lijken een aantal thema’s en dynamieken zich vaker voor te doen binnen plattelandsontwikkeling. De kern van systemisch werken is voor mij om de wereld te nemen zoals die is. Het lijkt alsof het erkennen hiervan en het loslaten van de overtuiging dat de wereld niet in orde is zoals die is, al beweging geeft! Want door te willen veranderen bestaat het gevaar dat je een deel buitensluit, dat je dat deel het bestaansrecht in de samenleving ontzegt. KOP Coaching & Ontwikkeling www.kopcoaching.nu
Coachen met paarden Het systemisch perspectief Ruud Knaapen Uitgeverij Boom Nelissen
150
pen
C OA C PA A R DEN
- 43 -
an jd
HEN MET
Bij coachen met paarden vindt er een ontmoeting plaats tussen mens en paard. De inzet van het paard biedt een extra perspectief op vraagstukken doordat paarden instinctief reageren op wat er is in het hier en nu, maar vooral ook op wat ontbreekt. Paarden houden geen rekening met de probleemdefinitie van de cliënt en ook niet met de competenties van de begeleider. Ze maken geen analyse van wat zich aan hen voordoet; ze reageren erop met hun hele fysiek. Dit levert
zowel individuen als teams bij veranderingstrajecten in het bedrijfsleven en het onderwijs. www.paardencoaching.net
Ruud Knaa
Paardencoaching is een van de meest directe manieren van coaching. Het leidt in korte tijd naar de essentie van iemands coachvraag.
nieuwe inzichten en oplossingen op voor coach en coachee. Coachen met paarden beschrijft wat paardencoaching is en hoe het werkt, wat paarden geschikt maakt om te coachen en wat het van de coach vraagt. Het systemisch perspectief vormt hierbij het uitgangspunt. De vele voorbeelden brengen dit nieuwe vakgebied tot leven. Dit boek is geschreven voor iedereen die meer wil weten over deze bijzondere vorm van coaching, zowel coaches als coachees. Het is ook geschikt voor coachopleidingen. Ruud Knaapen is een van de grondleggers van paardencoaching in Nederland en grondlegger van systemische coaching met paarden. Hij is oprichter van Bureau Wind en begeleidt als consultant en coach
Coach met en paard en Ruud
HET
SYS T
E M IS
CH P ERS
Knaa
PECT
IE F
pen
Opleidingen bij het Bert Hellinger Instituut Bij het Bert Hellinger Instituut gaan opleidingen, nieuwe ontwikkelingen, verdieping, exploratie van toepassingsmogelijkheden en uitwisseling hand in hand. Opleidingen vormen een enorm goede basis om je het gedachtegoed van systemisch werk en de daarbij behorende methodes, zoals opstellingen eigen te maken. Daarnaast ondersteunen opleidingen dikwijls de deelnemers in hun persoonlijke proces van groei en ontwikkeling. Het systemisch werk ontwikkelt zich nog steeds in hoog tempo en wordt steeds breder toegankelijk. Workshops van gastdocenten, aanvullende opleidingen en verdiepingsopleidingen zijn goede manieren om in contact te blijven met de verdiepingen, verbredingen en nieuwe inzichten in binnen- en buitenland die zich voortdurend aandienen. Voor mensen die langer geleden een (basis-) opleiding hebben gevolgd biedt een verdiepingsopleiding een goede ‘update’.
Routeplan opleidingen The Seed and the fruit
Basis
Aanvullend
Verdieping
Train the Trainer
Masteropleiding
Familieopstellingen
Opleiding
Advanced
organisatie-
Professional
Ziekte en
System Dynamics
opstellingen
verdiepingsopleiding
Gezondheid
in Organisations
Organisatie-
Familie-
Systemisch
opstellingen voor
opstellingen voor
Coachen voor
Familieopstellers
Organisatieopstellers
Opstellers
Opleiding
Opleiding
International Training
Opleiding
Opleiding
Opleiding
International training
Opleiding
Familie
Systeem Dynamiek in
System Dynamics in
Systemische
Systemisch
Systemisch
Problems are
vitale teams
Opstellingen
Organisaties
Organisations
Pedagogiek
Coachen
Interveniëren
solutions
Basisopleidingen Basisopleidingen zijn complete, afgeronde opleidingen waarna je het systemisch werk of opstellingen kunt toepassen in je werk. Basisopleiding Systemisch Werk met Familieopstellingen
levert een gedegen opleiding voor de beginselen van het begeleiden van Familieopstellingen en de Systemische houding en waarneming. Systeemdynamiek in Organisaties
De opleiding is een basisopleiding voor zowel mensen die organisatie opstellingen willen leren begeleiden als voor diegenen die het systemisch gedachtegoed willen gebruiken bij hun werk met of in organisaties. Internationale opleiding System Dynamics in Organizations
Deze Engelstalige versie van de opleiding Systeemdynamiek in Organisaties wordt gegeven door Jan Jacob Stam, Bibi Schreuder en
gastdocenten in drie blokken van vijf dagen. De veelheid van nationaliteiten en achtergronden geeft aan deze opleiding een bijzondere intensiteit, vrolijkheid en glans. Organisatie vraagstukken en maatschappelijke vraagstukken raken elkaar in deze opleiding. Maart-oktober 2014 Opleiding Systemische Pedagogiek.
Bibi Schreuder met gastdocente Jane James (England) de kunst van het dagelijks systemisch werken.. Een opleiding systemisch denken en handelen zonder opstellingen, gericht op het werk in en om onderwijs en kinderopvang. Vernieuwend en intens. Vier blokken van twee dagen met na een half jaar een follow-up dag. Het blok met Jane is de voertaal Engels, - 44 -
(met vertaling waar nodig), verder is de opleiding in het Nederlands. Oktober 2013-maart 2014. Opleiding Systemisch Coachen
Deze achtdaagse opleiding is bedoeld voor coaches die hun arsenaal willen uitbreiden. Alle aspecten van systemisch werk in gespreksvorm (zonder voorwerpen of representanten) worden eigen gemaakt: de principes, de houding, de vaardigheden en het creëren van een holding space. Het geleerde kan meteen toegepast worden in de eigen praktijk. Het is niet nodig van te voren een opleiding voor systemisch werk afgerond te hebben.
Opleiding systemisch interveniëren
Nieuw!
Met systemisch interveniëren onderzoek je, zonder een opstelling, hoe het komt dat een organisatie(- onderdeel) niet in zijn volle kracht lijkt te zijn. Je brengt een beweging op gang waardoor de organisatie terugkomt in zijn eigen sterkte en veerkracht waardoor de energie in het gehele systeem weer gaat stromen. In deze zesdaagse opleiding leer je organisatievraagstukken benaderen vanuit de systemisch-fenomenologische basishouding en te handelen vanuit de grondprincipes van systemisch werken. Een verrijkende opleiding voor adviseurs, coaches, (interim) managers; geen (voor) kennis over systemisch werken of opstellingen nodig.
Problems are solutions
Internationale opleiding systemisch interveniëren. Wereldwijd is er belangstelling voor de vraag hoe je de systemische manier van kijken kunt toepassen in de adviespraktijk. De daarvoor ontwikkelde opleiding ‘systemisch interveniëren’ hebben we inmiddels al gegeven in Nederland, Spanje, Mexico en Brazilië. In 2013 gaan we naast de Nederlandse opleiding (drie maal twee dagen, start in april) ook een internationale opleiding verzorgen in het Bert Hellingerinstituut (twee maal drie dagen, start in september). De voertaal is Engels; deelnemers uit Nederland en allerlei andere landen zijn welkom. Spreekt het je aan om vanuit verschillende nationale en culturele perspectieven naar organi-
saties te kijken en met mensen van verschillende nationaliteiten samen te leren, kijk dan op de site voor meer informatie. Opleiders: Siebke Kaat en Anton de Kroon. Voertaal: Engels.
Nieuw! Opleiding Vitale teams
Onder de titel ‘Vitale teams’ geven we een opleiding (in het midden van het land) speciaal voor leidinggevenden. We richten ons op team- en afdelingsleiders, die direct leiding geven aan teams. Het betreft een bijzonder en nieuw programma, helemaal gericht op systemisch leidinggeven aan teams. Zie elders in dit magazine en op de site voor meer informatie. Opleiders: Siebke Kaat en Anton de Kroon
Aanvullende Opleidingen Aanvullende, korte opleidingen hebben ten doel om je bekwamen in een aanpalend vakgebied als waar je je basisopleiding in hebt voltooid. Organisatieopstellingen voor Familieopstellers
Familieopstellingen voor organisatieopstellers
De opleiding is een korte opleiding voor familieopstellers die een familie opstellingen basisopleiding voltooid hebben,die zich ook willen bekwamen in Systemisch werk in organisaties en Organisatieopstellingen.
De opleiding is een vijfdaagse opleiding voor organisatieopstellers die een organisatie opstellingen basisopleiding voltooid hebben, die willen leren patronen vanuit een familiesysteem te herkennen en familieopstellingen willen kunnen begeleiden.
Systemisch Coachen (kort)
In drie dagen oefenen we in theorie en praktijk intensief het proces van systemisch coachen, waarbij zich bij de cliënt een vergelijkbaar proces inzet als bij een opstelling. Voor opstellers die een opstellingen basisopleiding voltooid hebben en het verbale systemisch coachen onder de knie willen krijgen.
Verdiepingsopleidingen Het doel van verdiepingsopleidingen is om je sterk en vertrouwd te voelen in het werken met opstellingen en systemisch werk vanuit je eigen profiel. Vanuit de essentie van systemisch werk
Nieuw! Familieopstellingen Professional
Een verdiepingsopleiding Familieopstellingen, internationaal. Door Guni Baxa, met ondersteuning van Bibi Schreuder. Nieuw is om komend jaar de vervolgopleidingen voor familieopstellingen en organisatieopstellingen vanaf 2013 apart aan te bieden. Voor nog meer kwaliteit en essentie. In elk van de drie blokken komen de innerlijke houding van de begeleider,
methodiek en vormen van opstellingen, en theorie in balans met elkaar weer terug. Deze opleiding van drie blokken van drie dagen leidt niet alleen tot een ongelooflijke fine-tuning van je sensitiviteit en methodisch arsenaal, de opleiding biedt ook de mogelijkheid tot grotere en kleinere transformatieprocessen bij jou als opsteller, helper of therapeut.
- 45 -
Blok 1: Opstellingsmethodiek voor gevorderden Blok 2: De invloed van collectieve maatschappelijke thema’s en ervaringen Blok 3: Spiritualiteit en transformatie Guni is een begaafde opsteller, therapeut en docent met enorme ervaring. Bibi Schreuder helpt met en bij het ‘vertalen’ van het aanbod en geleerde, soms letterlijk, want de voertaal in deze opleiding is Engels,
maar het mag geen beletsel vormen als je Engels wel verstaat, maar enigszins schoorvoetend spreekt. Mei, september en november 2013
Nieuw! Masteropleiding Organisatieopstellingen
door Jan Jacob Stam. ‘Er zijn meer goede organisatieopstellers nodig’ Het begeleiden van opstellingen is naast een kunst ook een vak. Afgelopen jaren werd duidelijk dat opdrachtgevers in bedrijven en organisaties dan ook willen dat een opsteller zijn of haar vak verstaat. Bovendien blijken veel organisatievraagstukken ingebed in maatschappelijke vraagstukken. Dat betekent dat je als opsteller ook daarmee om moet kunnen gaan. De Masteropleiding Organisatieopstellingen is een vakopleiding die opleidt tot een gedegen opsteller die: - weet hoe je een goede setting maakt voor een organisatie-opstelling. - een goede opstelling kan uitvoeren, ook in teams waarbinnen verdeeldheid heerst - een oog en taal heeft om de meeste organisatie vraagstukken vanuit een systemisch perspectief te benaderen. - systemisch kan interveniëren, ook zonder gebruik te maken van opstellingen. - de essenties van het systemisch fenomenologisch werk door en door kent en kan toepassen. - een houding en ethiek hanteert waar de opdrachtgever en zijn of haar organisatie op kan bouwen. - weet waar systemisch fenomenologisch werk thuis hoort in het veld van systeemtheorieën die toegepast worden in organisaties. - op de hoogte is van de ‘state of the art’, en meerdere vormen van opstellingen kan toepassen, passend bij de opdracht, de vraag en de setting. - weet hoe persoonlijke vraagstukken te onderscheiden zijn van organisatievraagstukken en hoe die
soms weer samenhangen met en te onderscheiden zijn van maatschappelijke vraagstukken. De opleiding bestaat uit drie blokken van drie dagen in juni, begin oktober en november 2013
meer toe te rusten?’, mijmerde het zich door me heen. Het antwoord vond zich in de vorm van het aanbieden van een Train-the-Trainer met de naam The Seed and the Fruit.
Verdiepings opleiding Opstellingen met ziekten en symptomen
Deze training vindt plaats in Costa Rica, in twee maal zes dagen in maart en oktober 2013. Ik geef de training in het Engels, die wordt vertaald in Spaans en Portugees. Er is een maximum van 18 deelnemers. We zitten in een mooi hotel niet ver van de hoofdstad San José. Op dit moment zijn er nog enkele plaatsen over, dus als je geïnteresseerd bent? Voor een compleet programma en alle informatie over toelatingscriteria en prijs, verwijs ik je naar de website www.hellingerinstituut.nl, ga naar de international pages en je kunt de pdf van de brochure downloaden. Er zijn aanmelding uit Chili, Argentinië, Mexico, Colombia, Ecuador, Spanje, USA, Portugal en de Baltische staten. De wereldwijde vereniging voor organisatieopstellers Infosyon, ondersteunt dit project door onder andere een voor Latijns Amerikanen en oost-Europeanen zo belangrijke mogelijkheid tot certificering te verbinden aan deze opleiding.
Door Stephan Hausner en Bibi Schreuder. Een internationale ‘fine-tune’opleiding in drie blokken van drie dagen om je systemische houding te fine-tunen, het systemisch gedachtegoed over ziekten en symptomen eigen te maken en opstellingen rond ziekte en gezondheid te leren begeleiden. Voertaal Engels. november 2013, februari 2014 en juni 2014 The Seed and the Fruit Train-the-trainer organisatie-opstellingen
Door Jan Jacob Stam ‘Een goede opsteller maakt nog geen goede opleider’. Het mag inmiddels bekend zijn, het Bert Hellinger Instituut werkt in meer landen dan in Nederland. Welgeteld hebben we op dit moment in 23 verschillende landen gewerkt, en elk jaar komen daar een paar bij. Meestal gaat het om het geven van opleidingen of delen van opleidingen. Ik vind het een heel bijzondere manier om mensen en samenlevingen te ontmoeten via het werken met opstellingen. Je bent al heel snel in contact met de essentie van een land. Van huis uit hebben we geen kolonisatiedrang. Sterker nog, ik ben huiverig voor neo-kolonialisme. Neem bijvoorbeeld Brazilië. Ik kom daar al een jaar of vijf regelmatig. Inmiddels zijn daar vele goede familie- en organisatieopstellers. Ze staan op het punt om nu zelf opleidingen in organisatie-opstellingen te gaan geven. Voor mij het passende moment om me terug te trekken. ‘Maar wat kan ik doen om hen nóg - 46 -
Meer informatie en details van het opleidingsprogramma op de website van het Hellinger Instituut
Workshops uitgelicht In deze rubriek worden veel, maar niet alle workshops die het Hellinger Instituut aanbiedt, in hun volle omvang uitgelicht. Voor een volledig overzicht kunt u kijken op de kalender op blz 53-55 Voor een volledige inhoud verwijzen we naar de website. Voor vragen kun je ons altijd mailen of bellen.
Workshops familie opstellingen met een thema Workshop ‘zorgen om kinderen’
Bibi Schreuder, 1 februari 2013 “Ik wil zo graag dat het nu bij mij stopt. Hoe kan ik er voor zorgen dat de familiepatronen niet worden doorgegeven aan mijn kinderen?” Een workshop voor dappere ouders, die zelf aan het werk willen gaan om het systeem in hen compleet te laten zijn. Deze workshop is ook voor professionals die kinderen en/ of ouders begeleiden. Workshop Ziekte en Gezondheid.
Bibi Schreuder, 11 en 12 februari 2013 Lichamelijke symptomen leiden in de opstelling meestal naar vastgezette patronen na trauma in het systeem. Met de opstelling komt de ontspanning via de client weer in het systeem. We pretenderen niet dat een opstelling een ziekte geneest. Wel is het na een opstelling vaak makkelijker leven met de ziekte. Partners in leven, partners in werk
Bibi Schreuder en Jan Jacob Stam Zoeken we een partner die bij ons past of vinden we onbewust iemand met in de achtergrond dezelfde dynamieken als die in onze achtergrond spelen? Welke patronen weerspiegelen in onze relatie? Als we boos zijn, is het dan onze eigen boosheid of is het de boosheid die van een voorouder die niet ge-uit kon worden? Hoe kunnen we onze moeilijkheden omzetten in een impuls om verder te gaan, ook al zou dat kunnen betekenen dat we scheiding onder ogen moeten zien? Hoe sterk is
de liefde in de relatie en hoe sterk is de ziel van de relatie? Voor mensen, die vragen hebben over relaties, over wat wel lukt en wat niet lukt, in liefde, leven en werk. Worstelen met ouders
Jan Jacob Stam, 10 december 2013 Mag ik nog een hekel hebben aan mijn ouders? Waar wordt die hekel nog meer door gevoed, dan alleen dat ik niet weet hoe ik met hen om moe(s)t gaan en dat ze mij niet echt gezien hebben? Ik kan het verleden niet veranderen, maar toch....... Opstellingen kunnen het verleden niet veranderen, maar wel helpen om anders naar dat verleden te kijken. Een workshop voor wie worstelt met een of beide ouders of hen domweg nog een keer wil ontmoeten.
Eéndaagse workshops rond pedagogische vragen Workshop over Pesten
Bibi Schreuder, woensdag 20 maart De diepere dynamiek achter pesten stijgt uit boven de relatie tussen pester en gepeste. Vanuit systemisch perspectief hebben beiden een functie, veelal in het grotere systeem (klas, familie, sociale context) om hen heen. Het oordeelloos kunnen bekijken van de dynamiek rond pesten geeft ouders, opvoeders en leraren een ander beeld, en daarmee ook andere handelingsmogelijkheden. Het zien van de onderliggende dynamiek helpt betrokken ouders, leraren en opvoeders om een positie te vinden, die rust brengt en allen ten goede komt. Vaak is het pesten een symptoom, of zo je wilt, - 47 -
een oplossing voor een systemisch open eind. In deze workshop kijken we aan de hand van ingebrachte cases naar het grotere perspectief van het pesten, en naar dat, wat er mogelijk is. Voor ouders van zowel pesters als gepesten, voor leraren, ook voor leraren die zelf gepest worden of werden, voor kindercoaches, opvoeders of schoolmanagers die met dit thema te maken hebben.
Workshop Moeilijk gedrag: Hoe kinderen hard werken
Bibi Schreuder, vrijdag 7 juni 2013 Het is lastig om ongewenst of vervelend gedrag als positief te zien. Toch kunnen we er systemisch naar kijken met de vraag: waar werkt dit gedrag, of de concentratiestoornis, zo hard voor? Welke richting wijst de aandoening ons aan, waar we naar te kijken hebben? wat is of was er ooit zo moeilijk om te zien, te erkennen dat het er ook bij hoort? Hoe meer het gedrag/ symptomen/ aandoening het effect hebben dat het kind wordt buitengesloten, des te groter is de kans dat hier een patroon herhaald wordt van buitensluiting. Dus de vraag: 'wie mocht er niet bijhoren, eerder in het systeem?' kan aanwijzingen geven naar waar we te kijken hebben. We kunnen niet het verleden herstellen. We kunnen echter wel de feiten die gebeurd zijn, erkennen zoals ze zijn. We kunnen ook erkennen dat het -kennelijk- ééns nodig was dat iemand of een gebeurtenis werd buitengesloten. Waarschijnlijk was het een goede manier om verder te gaan met het leven om een verschrikkelijke of
pijnlijke gebeurtenis te vergeten en er nooit meer over te spreken. Of om iemand te veroordelen, of slecht te noemen, of nooit meer met hem of haar te maken willen hebben. Dankzij die overlevingsmanieren van onze voorouders, leven wij.. Kinderen zijn gevoelig voor systemen die niet compleet zijn. Onbewust vullen zij de gaten in het systeem op. Dit kan op allerlei manieren gebeuren. En soms gebeurt dat door wat wij vreemd gedrag noemen. Of gedrag waar we een label aan geven, zoals ADHD. Systemisch gezien kan je zeggen dat het 'vreemde gedrag' het kind meehelpt om het systeem compleet, of in orde te maken. We kunnen met een opstelling deze taak misschien iets verlichten, door groter te kijken, en door in ons eigen systeem dat wat buitengesloten was en is, weer in ons hart te sluiten. Dat betekent dus ook dat wat wij tot nu toe als slecht ervoeren, in ons hart sluiten.. Als dát ons lukt, kunnen we zien hoe een kind hard werkt om aan te wijzen waar wij volwassenen nog naar te kijken hebben, en wat in ons hart gesloten wil worden. Met workshops rond een bepaald thema maakt het niet zoveel uit wie de opstelling doet: ieder kan haar of zijn eigen verhaal mee laten lopen, en representanten zullen merken dat je je soms afvraagt of je nu representant bent in de opstelling van iemand anders of van jezelf. Neem dat, wat je uit iedere opstelling kan nemen als een cadeau, ook al weet je nog niet welk, en laat de rest bij degene die de opstelling inbracht..
Workshop Moeite met concentreren, adhd, pddnos, etc.
Bibi Schreuder, vrijdag 29 november 2013 Op 28 en 29 Januari 2013 Geeft Bibi Schreuder in samenwerking met Odette de Theije een workshop over adhd in Nijmegen. op 4 en 5 Februari 2013 geeft
Bibi in samenwerking met Daan Wierenga een workshop ‘moeite met concentratie’ in Maastricht. Zie aankondigingen op www.hellingerinstituut.nl
Workshops organisatie opstellingen met een thema Workshop organisatieopstellingen, met het thema "Horten en Stoten".
Jan Jacob Stam, ma 28 januari 2013 Een dip in je carrière, loopbaan of je werk? Ben je wel beschikbaar voor de arbeidsmarkt? Kunnen je talenten wel stromen? Worstel je met de richting in je carrière? Hoe komt jou geplande of gedroomde toekomst overeen met de Emerging Future, de toekomst zoals die op je af komt? Hoe kan ik mijn loopbaan tot nu toe tot een vloeiende lijn maken die aantrekkelijk is voor werkgevers en klanten? Hoe ontdek ik in welke richting de energie van het vastgelopen zijn weer wil stromen? In deze workshop benaderen we deze loopbaan- en keuzevragen vanuit systemisch perspectief. We houden een korte inleiding, waarna we werken met cases van deelnemers, veelal met behulp van opstellingen. Er zijn ook enkele oefeningen in kleinere groepen. Als je een case wilt inbrengen, meldt dat dan van te voren. Tijdens deze ééndaagse workshop kan er in ieder geval met de eerste zes cases gewerkt worden, meer opstellingen kan ik niet garanderen. Deze workshop is tevens een sponsorworkshop. De totale opbrengst zal gaan naar mensen uit Latijns Amerika en andere verre landen of zwakke economieën om hun deelname aan het congres Flying the Kites in Amsterdam mogelijk te maken.
Startende bedrijven
Jan Jacob Stam, 25 november 2013 Een bedrijf start met een idee, soms een eigen idee, soms zonder het - 48 -
te beseffen een idee van iemand anders. Dan wordt het idee materie. En na verloop van tijd ontstaat vanuit de oprichting een organisatiesysteem. Wat zijn, vanuit systemisch perspectief, de voorwaarden waaronder een bedrijf succesvol kan starten en een plek in de samenleving kan innemen. Beschouwingen, cases, theorie en met veel inzichten naar huis...... Voor zzp-ers en andere startende ondernemers.
Familiebedrijven
16 december 2013 80% van de bedrijven in Nederland zijn familiebedrijven. Sommigen al vele generaties lang, sommigen nieuw. Voor je het weet heb je een familiebedrijf, bedoeld of onbedoeld. Dat roept allerlei vragen op: in welke mate moeten we het familiesysteem gescheiden houden van de organisatie? Hoe lossen we conflicten in een familiebedrijf op? Welk systeem heeft voorrang? Hoe gaan we met opvolging om? Het kan enorm verrijkend zijn om vanuit systemisch perspectief naar je familiebedrijf te kijken, verbonden, en ook op afstand. Cases, inleidingen over verschillende aspecten van het familiebedrijf en oefeningen vormen de ingredienten voor het menu van deze dag. NB: Voor alle ééndaagse workshops van Jan Jacob geldt: de eerste zes deelnemers die van te voren melden dat hij/zij een case wil inbrengen komt aan de beurt.
Theorie U en Systemisch Werk
Jan Jacob Stam en Eva Beerends 9 en 10 september 2013 Theorie U (van Otto Scharmer) gaat over transformatieprocessen. Hele kleintjes en hele grote. Op meerdere lagen: transformatieprocessen in jou als persoon, in je team of organisatie en in de samenleving. We gaan al die lagen verkennen, en je bent welkom de vragen waar jij of je organisatie
mee worstelt mee te brengen. Daarbij is Theorie U geen stappenplan, maar we gaan de verschillende fasen in het U-proces wel ervaren. En vooral ook datgene, dat nodig is om naar een volgende fase te gaan. Om zo te komen tot inzichten in de kiemen van het nieuwe dat in de toekomst verborgen ligt en dit te helpen waar maken. We doen dat met een systemische blik. Dat verrijkt Theorie U enorm. Neem bijvoorbeeld de Voice of Judgement, de oordelen die jou of een organisatie weerhouden om vanuit de toestand van 'Downloading' naar de toestand van 'Open Mind' te gaan. Als je een oordeel hebt, kan dat voelen als je eigen oordeel, maar vanuit systemisch perspectief kun je meteen vragen: 'Wie of welke groepen in de samenleving probeer je een stem te geven in het hebben van een oordeel?' Meestal werkt dat onbewust. Als je op een systemische manier naar oordelen of weerstand kijkt, dan veranderen oordelen opeens van 'lastige elementen' in een veranderproces naar 'belangrijke informatie' om tot verandering te kunnen komen. Systemisch Werk en Theorie U vullen elkaar aan en stellen elkaar kritische vragen waardoor beiden verder groeien. In deze workshop staan het doen en ervaren centraal. Uiteraard leggen we het U-proces van Theorie U en de principes van Systemisch Werk wel uit. Deze workshop is voor mensen die in een transformatieproces zitten of daarmee te maken hebben, en voor wie wil leren over Theorie U en dat toe wil passen in haar of zijn organisatie; of voor wie begaan is met - of betrokken bij maatschappelijke vraagstukken.We reiken een syllabus met theorie en oefeningen uit als naslagwerk. Jan Jacob Stam werkt veel samen met Arawana Hayashi, de collega van Otto Scharmer van het Presencing Institute, die de fasen van
Theorie U invoelbaar maakt. Jan Jacob heeft ook intens met Otto Scharmer geëxperimenteerd op het vlak waar opstellingen en de U elkaar ontmoeten. Hij is de auteur van ‘Vleugels voor Verandering’. Eva Beerends past zowel het systemisch werk als Theorie U toe in de veranderprocessen in teams en organisaties waar ze als consultant bij betrokken is. Ze is samen met Esther de Haan auteur van een praktisch boek: 'Organisatieontwikkeling met Theorie U, hoe komen we de bocht door?'
De Ondernemingsraad, systemisch beschouwd Organisatieopstellingen voor ondernemingsraden
Angelique Matthijssen en Christiaan Groen, 29 januari 2013 22 november 2013 In deze workshops willen we onderzoeken, aan de hand van opstellingen, hoe datgene waar de OR voor staat nog meer zijn bestemming kan bereiken. In 50+ organisaties, zeker in de Nederlandse situatie, is de positie en de rol van de ondernemingsraad bepaald. Systemisch gezien is het vaak interessant wat er wel of juist niet gebeurt, juist ook vanuit en door deze positie en rol. Hoe heeft dat zijn effecten op alle lagen in de organisatie? We kijken in deze workshop vanuit het systemisch perspectief naar de mogelijke bewegingen die de OR wel of niet kan (doen) maken. Deze workshop is bedoeld voor leden van ondernemingsraden en andere medezeggenschapsorganen. Het is mogelijk met meerdere leden van een ondernemingsraad of als voltallige OR te komen. Ook voor trainers en adviseurs van ondernemingsraden is dit een interessante workshop. We zullen ingebrachte casussen opstellen. Aan het eind van de dag zullen er nieuwe inzichten zijn voor de eigen ondernemingsraad of over medezeggen- 49 -
schap in bredere zin. Zie ook: ‘Wat beweegt ondernemingsraden’, elders in dit blad.
Workshop Voorbij de schuld…
Jan Jacob Stam, Eva Beerends en René de Haan, 27 en 28 mei, Amsterdam. René de Haan is een aantal jaren geleden bewust uit de financiële branche gestapt. Nu heeft hij de roep gevolgd om zich opnieuw te verbinden met de wereld van banken en financiële dienstverlening om een bijdrage te leveren aan de ontwikkelingen in deze turbulente branche. Jan Jacob Stam, Eva Beerends en René geven een workshop op 27 en 28 mei in het financiële hart Amsterdam voor mensen die geïnteresseerd zijn in en een bijdrage willen leveren aan transformatieprocessen in de financiële wereld. We zullen dat doen met een combinatie van systemisch werk, opstellingen en theorie U. Meer details verschijnen op de website van het Hellinger Instituut.
2 verdiepingsworkshops Exploreren en onderzoeken voorbij de grenzen van het bestaande
18 en 19 april en 17 en 18 oktober 2013 Het systemisch werk is voortdurend in ontwikkeling. En er is nog veel meer te exploreren en onderzoeken. Dat is wat we in deze cocreatie workshops doen. Gezamenlijk creëren we de holdingspace, het veld en het proces. We werken volledig vormvrij met wat zich vanuit stilte aandient, zo het zich aandient; en ervaren gezamenlijk wat zich toont. Met deze werkwijze gaan we voorbij de grenzen van het bestaande systemisch werk, het veld is leidend en sturend. Indringende opstellingen met verrassende ontwikkelingen en inzichten over allerlei, vaak actuele, maatschappelijke en universele, onderwerpen
zijn het gevolg. In deze 2 daagse workshops (2x) wordt louter gezamenlijk onderzocht en geëxploreerd. Er wordt geen theorie aangereikt. De workshops zijn bedoeld voor ervaren opstellers en iedereen die de vervolgopleiding systemisch werk afgerond heeft. Gastvrouw voor deze workshop is Sheila Lanting-Rodrigues Loopes. Zij vervult de rol van “anker” en legt de basis voor de holdingspace die nodig is om grensoverschrijdend te werken. Sheila is al decennia lang werkzaam op het terrein van mens- en organisatieontwikkeling en is verslingerd aan het systemisch werk. Haar grootste passie in dit werk is het grensoverschrijdend exploreren en de verwondering over wat dat allemaal brengt en toont.
Workshops met buitenlandse gastdocenten Worstelen met je familie achtergrond masterclass-workshop met Jakob Schneider,
16 en 17 maart 2013 Wat speelt er in je familieachtergrond, waarmee je niet in het reine kunt komen of dat je belast? Jakob is er een meester in om vraagstukken 'thuis te brengen'. Of het nou om relatievragen gaat, familiegeheimen, er sporen van schuld door de familie heen lopen of er sprake is van psychische aandoeningen. Jakob werkt zorgvuldig en precies. Met behulp van de scripts waarmee je nu je leven leeft, bijvoorbeeld aan de hand van je favoriete sprookje, jeugdboek of film, wordt duidelijk waar die scripts hun oorsprong vinden. En meer dan dat, er ontstaan onder Jakobs begeleiding heilzame beelden die je relaties en de manier waarop je in het leven staat kunnen transformeren. Deze workshop is tegelijkertijd ook een masterclass voor opstellers. Jakob legt na opstellingen heel
precies uit hoe hij zich invoelt in het familiesysteem en welke sporen hij volgt. Jakob Schneider (1943) hoort tot de eerste generatie opstellers na Bert Hellinger. Hij schreef een boek over het gebruik van sprookjes bij opstellingen en een diepgaand boek over de uitgangspunten van familieopstellingen. Sinds vele jaren is hij redacteur van het Duitse tijdschrift over systeemopstellingen. Hij heeft een jongensachtige bescheiden humor. Jakob Schneider spreekt Duits, de workshop wordt vertaald in het Nederlands.
Seminar Structuur opstellingen met Matthias Varga von Kibéd en Insa Sparrer
23, 24 en 25 april 2013 in Amsterdam Structuuropstellingen, ontwikkeld door Insa Sparrer en Matthias Varga von Kibed, zijn een waardevolle benadering in het veld van organisatieopstellingen. Bij structuuropstellingen (SySt) wordt meer gewerkt met de structuur van een onderwerp of vraag dan met de inhoud. Dit sluit prachtig aan bij veel bedrijfs- en organisatieontwikkelingsvraagstukken. Programma Insa en Matthias werken op een bijzondere manier samen. Ze starten met een introductie en zullen verschillende opstellingsvormen demonstreren en doorspekken dat met veel theorie en humor.. Veel van deze vormen zijn goed toepasbaar in organisatiecontext. Er zullen diverse oefeningen en opdrachten zijn, die individueel of in kleine en grotere groepen worden uitgevoerd. Deelnemers kunnen eigen (organisatie) vraagstukken inbrengen, hetzij als bedrijfseigenaar of bijvoorbeeld als lid van een managementteam, hetzij als consultant. Hieronder slechts en klein beetje - 50 -
inhoud van dit seminar uit de overvloed aan kennis die Insa en Matthias graag delen: - Transverbale grammatica als basis voor structuuropstellingen. Systemen hebben een soort universele taal in zichzelf, duidelijk horend bij de mensheid als volk en als soort. Deze taal is op de een of andere manier vergeten en toch ook nog ‘onbewust-bewust’. In dit seminar zullen we ons verbinden met deze natuurlijke universele taal en onderzoeken hoe het op een productieve manier kan worden toegepast in organisaties. - De oplossingsgerichte aanpak als kern van de structuuropstellingen methode. - SySt-Miniatures (mini-opstellingen) als handige basis tools in organisaties en daarbuiten. Deze zakformaat structuuropstellingen zijn een aantrekkelijke, makkelijk te gebruiken toevoeging aan het arsenaal van systemisch werk. Voor wie? Voor iedereen die systemisch werkt, met opstellingen of zonder, is kennisnemen van de theorie en praktijk van structuuropstellingen eigenlijk een ‘must’, ongeacht of je van plan bent het te gaan gebruiken in je werk of niet. HR managers, bedrijfseigenaren en consultants zullen veel nieuwe inzichten krijgen en zullen worden geïnspireerd door deze systemische benadering van organisatieontwikkeling. Zij kunnen ook hun organisatievragen inbrengen. Voor wie al bekend is met de structuuropstellingen: zonder twijfel zal dit een goede update zijn, die nieuwe ontwikkelingen en verdieping van het begrip en inzicht erin zal opleveren. Literatuur Als je van tevoren een introductie wilt hebben in de wereld van de structuuropstellingen bevelen we Insa’s boek “Miracle, Solution and System” van Solutions Books UK,
voor. Tijdens het seminar zullen veel, heel veel flipovervellen worden beschreven door Matthias. Wij zullen van al deze flipovervellen foto’s maken en aan de deelnemers beschikbaar stellen. Aantal deelnemers: maximum 80. Locatie: Felix Meritis, Amsterdamcentrum Keizersgracht 324, 1016 EZ Amsterdam. Voor locatie en routebeschrijving: www.felix.meritis.nl Verblijf: Het is een drukke week in Amsterdam! Wij adviseren vroeg een hotel of verblijfplaats te regelen. Dit driedaagse seminar is gepland vlak voor het internationale Flying the Kites congres, ook in Amsterdam, op 26-28 april.
TRAUMA:TIME, SPACE and FRACTALS met Anngwyn St. Just, Ph.D.
30 en 31 mei 2013 In onverwerkt trauma, is het verleden altijd aanwezig en de ervaring van overweldigende levensgebeurtenissen kan onze perceptie van tijd en ruimte veranderen. Een fractale visie op trauma ziet onze individuele menselijke ervaringen, relaties en families als een integraal onderdeel van een veel groter geheel, dat de natuur, cultuur en historische context omvat. We leven in een fractaal Universum en de tijd zelf is een fractaal fenomeen. Hoe laat is het eigenlijk ... in ons leven, familie, carrière, cultuur, land en op de planeet? Deze workshop onderzoekt de rol van lineaire en niet-lineaire tijd en de perceptie van tijd in het begrijpen van de oorzaken, ervaring en heling van individueel-, familie- en sociaal- trauma. De workshop is geschikt voor iedereen met interesse in persoonlijk en sociaal trauma. De hoofd doelstelling is scholing, geen therapie en zeker geen groepstherapie.
Anngwyn is een heel speciale oude dame die ongelofelijk veel weet van de wereldgeschiedenis, die ze verbindt met wat de opstellingen laten zien. Angwynn St. Just, Ph.D., is een systemisch gerichte sociaal traumatoloog, gepromoveerd aan The Western Institute for Social Research en de University of California, Berkeley, USA. Ze is ook cultuurhistoricus, psychotherapeut en leraar somatiek, gespecialiseerd in het ontwikkelen van gemakkelijk overdraagbare cross culturele methoden voor trauma, educatie en herstel. Meer dan 25 jaar werkte ze samen met Peter Levine. Angwynn St. Just heeft vaak in Noord en Zuid Amerika, Europa en Rusland onderwezen in vernieuwende methoden om individueel en sociaal trauma te helen. Ze heeft talloze artikelen geschreven. Haar nieuwste boek is ‘Trauma:Time,Space and Fractals’.
Workshop met Carola Castillo
13 en 14 september 2013 Carola Castillo uit Venezuela komt weer. Ze beweegt energieën. Ze is een heler, sjamaan en opsteller. Ze gaat niets uit de weg, vooral niet de waarheid, ook al is die nooit eerder in een systeem hardop uit-
- 51 -
gesproken. Met haar multi-etnische achtergrond geeft ze het gedachtegoed van Hellinger een eigen kleur en meedogenloze warmte. Ze werkt met dat wat in ons binnenste schreeuwt, maar niet gehoord wordt. Carola werkt gegarandeerd op het scherp van de snede. Purpose is … Ambition, animus, aspiration, big idea, bourn, calculation, design, desire, destination, determination, direction, dream, drift, end, expectation, function, goal, hope, idea,intendment, intent, mecca, mission, object,objective, plan, point, premeditation, principle, project, proposal, proposition, prospect, reason, resolve, scheme, scope, target, ulterior motive, view, whatfor, where one's headed, whole idea, why and wherefore, whyfor, will, wish. It is transmission what is wrap inside words. It is connection when we use the body. It is awareness when we establish the resources inside our families and history. It is the “spirit” the glue of your purpose in words, body, family, and on earth; life itself. Carola Castillo “Ancestral Quantum Medicine” www.carolacastillo.com voertaal Engels.
Nationale en internationale Evenementen Bert Hellinger
Bert (87 jaar) is weer in goede doen, na een periode van ziekte vorig jaar. Hij reist weer, geeft seminars en internationale opleidingsweken in zijn thuisbasis Bad Reichenhal, samen met zijn vrouw Maria Sophie. Wie hem mee wil maken en aan het werk wil zien, kan het beste naar www.hellinger.com reizen en speuren waar je hem aan het werk kan zien. Internationaal Congres: Flying the Kites
De volgende stap Wereldcongres voor mensen die systemisch werk willen inzetten voor organisatie- en maatschappelijke ontwikkeling. Amsterdam 26-28 april 2013. De Rode Hoed Twee Focuspoints in dit congres: Systemisch werk voor Organisatieen maatschappelijke ontwikkeling, én een kritische zelfreflectie van het domein van systemisch werk. Systemisch werk voor Organisatieen maatschappelijke ontwikkeling We weten nu langzamerhand wel genoeg van hoe we opstellingen op een behoorlijke manier kunnen uitvoeren. Dit congres gaat niet zozeer over de methode, maar over de vraag waar we organisatieopstellingen en opstellingen rond maatschappelijke vraagstukken nu werkelijk voor in gaan zetten. Er komen workshops en opstellingen over bijvoorbeeld: - Hoe kun je de intelligentie van een stad met behulp van systemisch werk mobiliseren (Diana Claire Douglas en Mary Hamilton, Canada) - Hoe kun je met behulp van opstellingen werken in corrupte overheden (Ingala Robl, Mexico) - Opstellingen ingezet bij de recherche om aanwijzingen te vinden voor vastgelopen onderzoeken. (Claes-Berend van der Kolk, Nederland)
- Wat is de systemische positie van merken in het hele stelsel van identiteit en strategieontwikkeling van bedrijven en landen (Ulrich Cremer, Duitsland) - Systemisch werk als hulp bij gezondheidsmanagement in organisaties (Jürgen Reichert, Duitsland) - Systemisch werk als middel voor meer bewustzijn en verantwoordelijkheid in economische oplossingen en de financiele branche (Njezna en Vlado Illich, Servie) - Systemische ordeningen voor het lokaal succes van multinationals, het achten van de locale cultuur. Tao Wang, Peking En nog 20 andere onderwerpen….. De workshops zullen langer zijn dan gebruikelijk (3uur) om na een intense inleiding, presentatie en demonstratie met de workshopdeelnemers in een sfeer van co-creatie het onderwerp nog een stap verder te brengen. Kritische zelfreflectie We doen iets helemaal verkeerd met dit werk, maar wat? Wat maakt dat het volle potentieel van opstellingen en systemisch werk, nog lang niet bereikt wordt? Hebben we een taal gecreëerd, een identiteit aangenomen, uitgangspunten gehanteerd die het volle vermogen begrenzen? Na vijftien jaar organisatieopstellingen en een jaar of vijf opstellingen rond maatschappelijke vragen wordt het hoog tijd ons deze vraag te stellen. Dit gedeelte van het congres wordt begeleid door professor Hans Vermaak en anderen, die opstellingen wel kennen maar er niet ‘aan verslaafd’ zijn. Aanmelding en veel meer informatie op de international pages van de site van het Bert Hellinger Instituut. € 475, (€ 425 voor leden van Infosyon, de internationale vereniging van organisatieopstellers). - 52 -
Maximaal 200 deelnemers. Sponsor een bed Mensen die in Amsterdam wonen, een bed over hebben en het leuk vinden een buitenlander gedurende het congres te logeren te hebben, nodigen we uit om dat te laten weten aan het secretariaat van het Hellingerinstituut. Op die manier wordt het mogelijk voor mensen die hoge reiskosten hebben of weinig geld hebben om voor dit congres naar Amsterdam te komen. IOCTI – VI in Uruguay
De International Organization Constellation Training Intensive (IOCTI) begon in 2004 in Bergen, Noord Holland. Daar verzamelden zich 100 deelnemers uit 31 landen voor een intensieve trainingsweek organisatieopstellingen. Elke twee jaar vindt deze IOCTI plaats. Twee maal in Nederland, daarna twee maal in Mexico, in 2012 in Spaans Baskenland en van 2-9 november 2014 in Uruguay. Dit bijzondere land Uruguay, waar men in staat is geweest om voorbij dader-slachtofferschap te groeien na vele jaren militaire dictatuur, is nu een oord waar je voelt dat er een bijzondere vorm van vrede is. Die is ingebed in een sterk sociale samenleving. Laura Pastorini, Cecilia Rado en Andrea Caribe zijn de organisatoren van de volgende IOCTI. Voor wie wil leren en geïnteresseerd is in het ontmoeten van vele opstellers in een LatijnsAmerikaanse sfeer. Connecting Fields Internationaal congres systeemopstellingen Kopenhagen. In samenwerking met ISCA, de overkoepelende internationale organisatie van systeem-opstellingen 2-5 mei 2013, www.connecting-fields.com
Kalender 2013 Alle opleidingen en workshops vinden plaats in de Zeven Linden te Groningen, het opleidingsinstituut van het Bert Hellinger Instituut Nederland, tenzij anders vermeld. Prijzen zijn inclusief koffie/thee en lunches. Basisopleidingen Opleiding Familieopstellingen (16 dagen) Opleiders: Bibi Schreuder, Angelique Matthijssen en Christine Blumenstein-Essen Groep 23 7 mei 2013 t/m 10 januari 2014 € 3500,Opleiding Systeemdynamiek in Organisaties (15 dagen) Opleiders: Jan Jacob Stam, Angelique Matthijssen en Bibi Schreuder Groep 24 23 mei 2013 t/m 20 december 2013
€ 3550,-
Opleiding Systemische Pedagogiek (9 dagen) Opleiders: Bibi Schreuder en Jane James Groep 7 5 oktober 2013 t/m 16 maart 2014
€ 1475,-
Opleiding Systemisch Coachen (8 dagen) Opleiders: Jan Jacob Stam, Bibi Schreuder en Angelique Matthijssen Groep 6 24 juni 2013 t/m 5 november 2013
€ 1475,-
Opleiding Systemisch Interveniëren (6 dagen) Opleiders: Siebke Kaat en Anton de Kroon Groep 3 15 april t/m 18 juni 2013 Groep 5 6 februari t/m 25 april 2014 Opleiding Systemisch Interveniëren Internationaal (6 dagen) Opleider: Siebke Kaat en Anton de Kroon Groep 4 18 september t/m 13 december 2013
€ 1450.-
€ 1450,-
Opleiding ’Vitale teams‘ (5 dagen) Opleider: Siebke Kaat, Anton de Kroon Groep 1 18 april t/m 9 oktober 2013 (locatie nog te bepalen in midden Nederland) € 2450.-
Aanvullende opleidingen Familieopstellingen voor organisatieopstellers (5 dagen) Opleiders: Bibi Schreuder en Angelique Matthijssen Groep 6 9 oktober t/m 12 november 2013
€ 1050,-
Organisatieopstellingen voor familieopstellers (4 dagen) Opleiders: Angelique Matthijssen en Jan Jacob Stam Groep 8 4 december 2013 t/m januari 2014
€ 1050,-
Systemisch Coachen voor opgeleide opstellers (3 dagen) Opleider: Bibi Schreuder Groep 5 3 t/m 5 juni 2013
€ 550,-
- 53 -
Kalender 2013 Verdiepingsopleidingen Familieopstellingen professional (9 dagen) Opleiders: Guni Baxa en Bibi Schreuder Groep 1 27 mei 2013 t/m 8 november 2013
€ 2100,-
Masteropleiding organisatieopstellingen (9 dagen) Opleider: Jan Jacob Stam Groep 1 12 juni 2013 t/m 8 november 2013
€ 2100,-
Opstellingen met ziekte en symptomen (9 dagen) Opleiders: Stephan Hausner en Bibi Schreuder Groep 3 19 november 2013 t/m 26 juni 2014
€ 1900,-
Train the Trainer ‘The seed and the fruit’, Internationale opleiding train the trainer organisatieopstellingen opleider: Jan Jacob Stam. Costa Rica blok1: 29 maart-3 april, blok 2: 24-29 oktober 2013. Voertaal Engels met vertaling naar Spaans en Portugees. € 1550,- , € 85.- per dag (vol pension.)
Workshops Workshops familieopstellingen zonder thema € 255.ma 14 en di 15 januari 2013 ma 25 en di 26 februari 2013 di 12 en wo 13 maart 2013 do 4 en vr 5 april 2013 (pinkster)ma 20 en di 21 mei 2013 za 15 en zo 16 juni 2013 woe 3 en do 4 juli 2013 di 27 en woe 28 augustus 2013 ma 14 en di 15 oktober 2013 za 9 en zo 10 november 2013 ma 9 en di 10 december 2013
Angelique Matthijssen Angelique Matthijssen Bibi Schreuder Angelique Matthijssen Elmer Hendrix Elmer Hendrix Angelique Matthijssen Angelique Matthijssen Bibi Schreuder Elmer Hendrix Angelique Matthijssen
Workshops familieopstellingen met thema Ouderschap en zorgen om kinderen vr 1 februari 2013 Bibi Schreuder Ziekte en Gezondheid ma 11 en di 12 februari 2013 Bibi Schreuder Relaties in leven en werk wo 11 en do 12 september 2013 Bibi Schreuder en Jan Jacob Stam partners betalen samen Worstelen met ouders di 10 december 2013 Jan Jacob Stam
€ 165.€ 255.€ 255.€ 385.€ 165.-
Workshops opstellingen rond pedagogische vragen voor ouders, kindercoaches en mensen uit het onderwijs Pesten ‘Moeilijk’ gedrag Moeite met concentreren (adhd, pddnos)
wo 20 maart in 2013 vr 7 juni 2013 vr 29 november 2013
- 54 -
Bibi Schreuder Bibi Schreuder Bibi Schreuder
€ 140.-
Kalender 2013 Workshops organisatieopstellingen ‘Horten en Stoten’ Ondernemingsraden
ma 28 januari 2013 di 29 januari 2013
Familiebedrijven Koren en Kaf Theorie U Startende organisaties Geld Ondernemingsraden
do 7 maart 2013 vr 8 maart 2013 ma 9 en di 10 september 2013 ma 25 november 2013 ma16 december 2013 vrij 22 november 2013
Jan Jacob Stam Angelique Matthijssen en Christiaan Groen Jan Jacob Stam Jan Jacob Stam Jan Jacob Stam en Eva Beerends Jan Jacob Stam Jan Jacob Stam Angelique Matthijssen en Christiaan Groen
€ 185.€ 150,€ 185,€ 185,€ 375.€ 185.€ 185.€ 150.-
Verdiepingsworkshops Voor mensen die Vervolgopleiding gevolgd hebben Exploreren en onderzoeken Sheila Lanting do 18 en vr 19 april en do 17 en vr 18 oktober 2013
per workshop € 195.of voor beide workshops bij gelijktijdige inschrijving € 350.-
Workshops/seminars met buitenlandse gastdocenten Jakob Schneider masterclass: Worstelen met je familieachtergrond
za 16 en zo 17 maart 2013
€ 345,-
Matthias en Insa Sparrer seminar: Structural Organizational Constellations In: Felix Meritis, Amsterdam
di 23, wo 24 en do 25 april 2013
€ 575,-
Anngwyn St. Just Trauma: Time, Space and Fractals
workshop do 30 en vr 31 mei 2013
€ 345,-
Carola Castillo
workshop vr 13, za 14 en zo 15 september 2013
€ 445,-
Evenementen Internationaal congres: Flying the Kites Jan Jacob Stam en andere (In: de Rode Hoed, Amsterdam)
vr 26, za 27 en zo 28 april 2013
- 55 -
non Infosyon Infosyo member € 475,Infosy member € 425,Infosyon
Het Noorderlicht Uitgeverij Het Noorderlicht is in 2002 opgericht door Jan Jacob Stam en Bibi Schreuder. De uitgeverij beoogt een bijdrage te leveren aan het toegankelijk maken van systemisch werk voor het Nederlands taalgebied. Daartoe verzorgt ze Nederlandstalige uitgaven van boeken van Bert Hellinger en anderen. De uitgeverij beoogt, binnen de haar gegeven mogelijkheden, een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren. Dat betekent dat de vertalingen die ze uitbrengt, zo goed mogelijk de bedoelingen van de auteurs weergeven. Die boeken worden vertaald en uitgegeven, waarvan de opinie in het veld is dat ze een hoge kwaliteit hebben. De uitgeverij is nauw verbonden met het Bert Hellinger Instituut Nederland.
Leven, zoals het is
Gedachten aan God
Bert Hellinger, Gunthard Weber, Marianne Franke-Gricksch, Albrecht Mahr en Jakob Schneider € 15,978 90-80687-41-7.
Bert Hellinger 978-90-77290-10-1. € 22,-
De wijsheid is voortdurend onderweg
Zelfs als het me mijn leven kost
Bert Hellinger 978-90-80687-45-5. € 32,90
Stephan Hausner 978-90-77290-11-8. € 22,-
Jij hoort bij ons!
Daders en slachtoffers voorbij
Marianne Franke-Gricksch 978-90-80687-49-3. € 18,-
Bert Hellinger 978 9077 290 149 € 21,-
Het Verbindende Veld
De bewegingen van de Geest
Jan Jacob Stam. Organisatieopstellingen in de praktijk. 978-90-77290-02-6. € 12,50 Engelstalige versie: Fields of Connection 978-90-77290-08-8. € 19,-
Bert Hellinger 978 9077 290 200 € 28,-
De kunst van het Helpen
Systemisch bekeken
Bert Hellinger 978-90-77290-05-7. € 20,-
Met behulp van deze kaarten kunt u onderzoeken in hoeverre het organisatiesysteem in balans is. € 5,-
Kind en familielot
Succes in leven en werken
Ingrid Dykstra 978-90-77290-06-4. € 17,50
Bert Hellinger 978 90 77290 163 € 20,-
Als ik mijn ogen sluit, kan ik je zien
Vleugels voor Verandering
Ursula Franke 978-90-77290-07-1. € 18,-
Jan Jacob Stam 978 90 77290 156 € 25,--
De Helende kracht van de werkelijkheid Wilfried Nelles 978-90-77200-90-05. € 18,-
Deze boeken zijn on-line te bestellen Middelberterweg 13A - 9723 ET Groningen – Nederland telefoon: 00 31 (0)50 5020680 - fax: 00 31 (0)50 5425400 - 56
[email protected] - www.hetnoorderlicht.com
www.hetnoorderlicht.com