Beroepsprofiel van de ABB-arts Lid van de Artsenvakgroep Biofysische geneeskunde en Bio-informatie Therapie binnen de AVIG Daar deze notitie is geschreven voor onze vakgroep ABB, voor de Artsenvereniging voor Integrale Geneeskunde (AVIG), voor een breed lezerspubliek en ook voor de website van de ABB, worden bepaalde begrippen en omschrijvingen(*) aan het eind van dit document nader toegelicht De kleine cijfers tussen haakje () zijn “voetnoten” en worden aan het eind van dit artikel opgenomen.
1. Algemene inleiding Voor de ABB-arts is het beroepsprofiel de omschrijving van zijn deskundigheden en van zijn intenties in de gezondheidszorg (paradigma*). Het schept duidelijkheid rondom de taken en verantwoordelijkheden van de beroepsuitoefening en beschermt de patiënt (1) tegen onzorgvuldig en ondeskundig handelen van de beroepsbeoefenaar. Maar ook helpt het patiënten bewuster een keuze te maken voor onderzoek en behandeling bij een ABB-arts. Een beroepsprofiel draagt uiteindelijk ook bij aan professionalisering van het beroep. In dit beroepsprofiel wordt onder meer ingegaan op de taken die in de beroepsuitoefening voorkomen, wordt omschreven welke deskundigheden en beroepsactiviteiten in de beroepspraktijk van de ABB-arts voorkomen. Dat wil zeggen dat duidelijk wordt gemaakt wat hij doet en waarvoor hij verantwoordelijk is (2). Maar natuurlijk ook aan welke opleidingseisen en gedragseisen hij moet voldoen (3). Van groot belang daarbij zijn, binnen de organisatie, de keus voor intervisie* (eventueel supervisie*, zie ook voetnoot vijf) en een continue externe nascholing op diverse gebieden van de geneeskunde en de geneeskunst. Van even groot belang is dat het in de biofysische geneeskunde niet primair gaat om de methode die door de arts wordt gebruikt. Het gaat veel meer om de dieper gelegen oorzaken van de verstoringen van het dynamische evenwicht bij deze patiënt en of die behandeld worden. Op uitdrukkelijk verzoek van het bestuur van de ABB en de Algemene Ledenvergadering kwam een eerste vorm van het beroepsprofiel medio 2008 tot stand. Aanpassingen werden nodig vanuit de richtlijnen van het Centraal Begeleidings Orgaan (CBO) ≈ Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg en vanuit recente ontwikkelingen in de huisartsgeneeskunde. Binnen het bestuur van de ABB hebben we, destijds, de taken wat verdeeld en ook de leden van de ABB hebben een bijdrage geleverd aan het definitieve document. Het bestuur zag het document ook als een richtlijn voor handelen van elke ABB-arts. Momenteel geldt dit ook voor de coördinerende instantie van de vakgroep. Het beroepsprofiel, zoals het er nu uitziet, maakt duidelijk dat de ABB-arts in zijn denken en handelen ook uitgaat van het huisartsgeneeskundig denken en doen (met de bekende richtlijnen). Hij heeft echter ontdekt dat met een uitbreiding van dat denken en doen met het biofysische gedachtegoed meer en breder gewerkt kan worden. Dit wordt ook gestaafd door onderzoek. Ook in de reguliere nascholingen (bijvoorbeeld in de Post Academische Opleidingen Huisartsgeneeskunde = PAO-H) wordt steeds meer de nadruk gelegd op het breder kijken.
Je kunt naar de ABB-arts bij elke (chronische) stoornis in je gezondheid en je welbevinden. Hij is er in principe voor alle soorten gezondheidsklachten. Er is geen verwijzing nodig. De ABB-arts legt echter geen huisbezoek af en hij concentreert zich vooral op de meer chronische problematiek. Daarin verschilt hij van de bijvoorbeeld de huisarts. Hij is geen medisch specialist (internist, gynaecoloog, enzovoort) maar is wel een innovatief* specialist in het integraal* onderzoeken en behandelen (op het niveau van de psyche, het biochemische, de manier waarop het lichaam met informatie omgaat, de stofwisseling* en het lichamelijke). Daarom duurt een eerste consult meestal ook beduidend langer dan je gewend bent bij bijvoorbeeld de huisarts. De ABB-arts praat ook over “waarom het allemaal is zoals het is en gaat zoals het gaat”. Hij neemt in het therapeutische beleid ook de tijd voor bijvoorbeeld het coachen van mensen met gezondheidsvraagstukken en is er op uit om een vertrouwensrelatie op te bouwen met zijn patiënten. Door de gerichtheid op het integrale en dus ook op het psychische en het sociale heeft de ABB-arts ook het “psychologische” in zijn pakket en besteedt aandacht aan bijvoorbeeld sociale problemen (werk, relatie, derde leefmilieu). Uiteraard houdt hij rekening met de richtlijnen voor het geneeskundig handelen. De ABB-arts wordt toenemend geautomatiseerd en bouwt aan zijn medische databank. Zo kan er ook wetenschappelijk onderzoek worden gedaan. De meeste ABB-artsen werken in een solopraktijk en zijn vrije ondernemer. Binnen de ABB wordt natuurlijk toenemend aangestuurd op een overzichtelijk basistakenpakket van de diverse artsen. Naast deze basis bekwamen de artsen zich facultatief* in bepaalde vormen van complementaire geneeskunde (eigen specialismen). De ABB-arts werkt niet altijd fulltime en dat betekent dat er telkens goede afspraken gemaakt moeten worden met betrekking tot bijvoorbeeld waarneming. In de loop van de diverse opleidingen van de Stichting Opleiding Biofysische Geneeskunde (SOB) wordt duidelijker dat de ABB-arts taken heeft die niet alleen te maken hebben met het hulpverleningsproces voor de individuele patiënt, maar ook taken heeft die te maken hebben met bepaalde categorieën van patiënten (acuut en chronisch). Verder heeft hij ondersteunende taken (bijvoorbeeld in de vakgroep en in de vereniging) en taken op het gebied van zijn persoonlijk functioneren (binnen de praktijk en ook binnen de vereniging). Van groot belang is dat de ABB-arts in zijn hulpverlening in staat blijft zijn grenzen te onderkennen en buiten die grenzen met andere hulpverleners samen te werken. 2. Basale eindtermen van de ABB-arts Omdat de ABB-arts vanuit zijn regulier geneeskundige achtergrond zijn werk doet en ook regelmatig zijn reguliere nascholingen doet, wordt kort ingegaan op een aantal voor de ABBarts geldige basale eindtermen vanuit de reguliere geneeskunde. In de rest van dit document wordt, om praktische redenen en ter voorkoming van herhalingen, daarop dan ook niet verder ingegaan. * De ABB-arts is in staat om zijn maatschappelijke positie en zijn eigen opvattingen en paradigma te formuleren en hij heeft weet van de geschiedenis van de Natuurgeneeskunde* (of natuurlijke geneeskunde), de Biofysische geneeskunde en de Bio-informatietherapie*. * Hij heeft zicht op de plaats en de beperkingen van de Evidence Based Medicine (EBM) in relatie met de (on)mogelijkheden van de complementaire geneeskunde. * Hij kan meegaan met de ontwikkelingen in de gezondheidszorg en kiest bewust voor meer of minder specialisatie. * Hij kan goed omgaan met het verzamelen van voor zijn werk relevante literatuur. * Hij kan goed omgaan met de richtlijnen uit de reguliere geneeskunde (standaarden NHG) en weet ze in zijn praktijk op hun relevantie voor zijn werk in te schatten. Hij kiest, op grond van zorgvuldig onderzoek en in intensief overleg met de patiënt (Informed Consent), zijn eigen vrijheidsgraden in de behandelingen en de manier waarop hij innovatief wil zijn bij deze patiënt waarom het gaat (iedereen is immers anders en uniek).
* Hij is in staat management- en organisatieprincipes doelmatig in zijn praktijk toe te passen, weet functioneringsgesprekken te voeren (als er personeel in dienst is) en kan de kwaliteit en effectiviteit van zijn praktijkvoering inschatten en in een (jaar)verslag verwoorden. Dit kan tot uitdrukking komen in bijvoorbeeld een bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek (4). * Hij is in staat goed met het tijdsprobleem in zijn praktijk om te gaan en kan prioriteiten stellen. * Hij kan, aan de hand van een eigen sterkte- en zwakteanalyse, vaststellen welke taken in de praktijk geschikt zijn om zelf uit te voeren en welke hij beter kan delegeren (of er ondersteuning voor vragen). * Hij heeft zicht op zijn eigen functioneren in de praktijk met betrekking tot het aantal patiënten (hij moet ook nee kunnen zeggen), de bevoorrading, het omgaan met hygiënische maatregelen (denk bijvoorbeeld aan bloedonderzoek en prikaccidenten), herhaalreceptuur (voorkomen van misbruik) en de continuïteit van de zorg. * Hij is capabel om een samenhangend geheel van geplande activiteiten te ontwikkelen gericht op continue bewaking en verbetering van de kwaliteit van de zorg die hij geeft (nascholing, toetsing, omgaan met fouten en klachten). * Hij heeft weet van: de noodzakelijk te nemen stappen bij het aanstellen van personeel, het verzekeren van risico’s, eisen voor registratie* en accreditering*, regels rond de ziektewet en de verplichtingen rond de arbeidsomstandigheden* (ook voor de bouw en de inrichting van de eigen praktijk), verplichtingen inzake klachtenregelingen voor patiënten, tarieven, doel en mogelijkheden van visitatie – supervisie en intervisie (5), richtlijnen voor een goede beschikbaarheid en bereikbaarheid, het omgaan met aanwijzingen voor kindermishandeling (procedure sputavamo), de vaardigheden voor het houden van functioneringsgesprekken en het uitzetten van scholingstrajecten voor personeel, de noodzaak om adequaat te communiceren met collega’s en verwijzende instanties, het belang van Public Relations (wederzijds begrip tussen de ABB-arts, zijn werk en collega’s, patiënten, overheden en IGZ*, omgang met de pers), zaken die met tuchtrecht* en overige wetgeving te maken hebben (bijvoorbeeld de mogelijkheid tot klagen van een patiënt, de wet BIG*, de wetten met betrekking tot infectieziekten, de WGBO* met betrekking tot beroepsgeheim en verschoningsrecht), geneeskundige verklaringen, Informed consent*, bewaartermijn van dossiers, rechten van minderjarige patiënten. 3. Definitie van het beroep De artsen* van de Artsenvakgroep voor Biofysische geneeskunde en Bio-informatie therapie (ABB) zijn allen BIG geregistreerd. Zij gaan in hun denken en handelen zowel uit van algemeen geaccepteerde wetenschappelijke principes als van principes uit wat kan worden beschouwd als de randgebieden van de medische wetenschap. Zo hebben zij hebben kennis en vaardigheden verworven uit onder meer vakgebieden als: fysica, biofysica*, celbiologie, fysiologie en celfysiologie, kwantummechanica* en cybernetica*. Zij hebben zich gespecialiseerd in de energetische en vooral in de informatieve geneeskunde. Benaderingen die beide deel uitmaken van wat tegenwoordig “biofysische geneeskunde” wordt genoemd. Biofysische geneeskunde gaat uit van het paradigma* dat materiële verschijnselen een uitvloeisel zijn van informatie en energie en dat de mens de beschikking heeft over een complex cybernetisch elektromagnetisch* regulatiesysteem (gekoppeld aan het elektromagnetische veld om hem heen). De artsen van de ABB passen in hun werk diagnostische en therapeutische methoden toe die fundamenteel zijn gebaseerd op biofysische principes*. De artsen van de ABB beoefenen hun vak op verschillende wijzen uit: op consultatieve basis in een zelfstandige praktijk en/of geïntegreerd in hun eigen huisarts- of specialistenpraktijk. Al met al vertegenwoordigt de biofysische geneeskunde een geneeskunst waarbinnen multicausaal wordt gedacht, belastingen van het organische systeem worden opgespoord en opgeheven, regulatiesystemen (ook met betrekking tot de psyche) worden ontlast, die energetisch is gericht en individueel is afgestemd. Zeg maar: altijd maatwerk voor deze
persoon op deze plaats en in zijn context. Centrale begrippen daarbij zijn: elimineren van “ongerechtigheden” in het organisme, transformeren van evenwichtsstoornissen op diverse gebieden, harmoniseren van allerlei ontsporingen (bijvoorbeeld hormonen, zenuwboodschappenstoffen) en optimaliseren van alles wat niet goed loopt. De doelstelling bij dit alles is om te kunnen zeggen: “Ik heb een dynamisch evenwicht bereikt en dit is mijn leven en daarbij horen de ongemakken, de gezondheidsstoornissen en uiteindelijk ook het sterven (6)”. 4. Geschiedenis van de vereniging Na een internationaal georganiseerde trainingsweek in de biofysische geneeskunde vormt zich in 1993 een Nederlandse artsenwerkgroep die op 14 februari 1996 statutair opging in de Artsenvereniging voor Biofysische geneeskunde en Bioresonantie therapie. Om tot internationale samenwerking te komen werd de verenigingsnaam in 1998 gewijzigd in “Artsenvereniging voor Biofysische geneeskunde en Bio-informatie therapie”. Op 20 september 1999 werd de samenwerking met de Duitse zusterorganisatie een feit en trad de ABB toe tot de koepelorganisatie van de “Ärztegesellschaft für Biophysikalische Informationstherapie (7)”. Artsen uit diverse landen zijn bij deze internationale vereniging aangesloten. Het secretariaat van deze Ärztegesellschaft is gevestigd in Friedberg, Duitsland. De internationale vereniging wordt ondersteund door wetenschappers uit diverse richtingen, die de “Wissenschaftliche Beirat” vormen. Sinds 2002 is er een samenwerking ontstaan met andere verenigingen voor bundeling van wetenschappelijk onderzoek en effectiviteitsonderzoek. Leden van de ABB werden geabonneerd op het maandblad “Co'Med, das Fachmagazin für Komplementärmedizin”. De nog jonge Nederlandse organisatie heeft tot op vandaag vele (na)scholingsactiviteiten en aantal grote congressen georganiseerd (met internationale sprekers). Te memoreren zijn: -- Symposium over nieuwe ontwikkelingen in de biofysische geneeskunde ( juni 1998), -- Scholingsweek BIT in Renesse (2000), -- Diverse driedaagse trainingen in Slenaken (2001/2003), -- Trainingen in de Regulatiepsychologie = Lüscher Diagnostiek (2002), -- Diverse, jaarlijks georganiseerde, Rathega cursussen (werken met een Integraal diagnostisch en therapeutisch alternatief systeem), -- Symposia in samenwerking met de ABNG-2000 (november 1999, februari 2004), -- Wetenschappelijke dag ten behoeve van de reguliere sector (december 2000), -- Verschillende inleidingen en een workshop voor medische universitaire faculteiten (diverse jaren), -- Begin 2002 is, onder auspiciën van de Stichting Opleidingen Biofysische Geneeskunde (SOB) een vaste – ruim een jaar durende - opleiding, voor artsen die belangstelling hebben voor het toepassen van biofysische principes in hun praktijk, gestart *, -- Elk jaar worden diverse ledenavonden voor de ABB georganiseerd (met daarin praktijkgerichte opleidings- en nascholingsmodules, ook gericht op intervisie), -- Congres “Samen - Genezen” in het Beatrixtheater te Utrecht (2007)*, -- Congres “Samen Genezen, een gezonde zaak…”, Beatrixtheater te Utrecht (2009), -- Congres “Samen Genezen – Duurzaam beter…”, Congrescentrum Den Bosch (2011), -- Studium Generale Universiteit Wageningen 2011 (waar vanuit de Universiteit duidelijk werd dat elektromagnetische informatie een niet meer te ontkennen gezondmakende invloed heeft op cellen). -- Per 1-1-2012 is door bundeling van de krachten van diverse artsenverenigingen de Artsenvereniging voor Integrale geneeskunde (AVIG) ontstaan. De Artsenvakgroep Biofysische Geneeskunde en Bio-informatietherapie (ABB) maakt daar deel van uit. Tot nu toe heeft de ABB zeker invloed gehad op het vermogen van patiënten om bewuster om te gaan met hun gezondheid (= bewust worden van het eigen gedrag werkt gezondheid bevorderend) en daarmee ook op de ontwikkeling van de gezondheidszorg in Nederland.
5. Doelstellingen en mensbeeld* (visie) Het bevorderen van een inzichtelijke, overzichtelijke en kwalitatief hoogwaardige geneeskunde die zich richt op alle aspecten van het leven, rekening houdend met natuurlijke processen in het menselijke organisme. Er worden niet zozeer ziektes behandeld, maar ontregelingen in het zelfregulerende vermogen opgespoord en naar vermogen bijgestuurd. Het herstel van verstoorde levensprocessen staat dus centraal. Het stimuleren en weer opbouwen van het zelfregulerende, zelfgenezende en compenserende vermogen hebben daarbij prioriteit. In andere woorden gezegd: geneeskundige hulp bij het herstel van het dynamische evenwicht in het organisme (de “wip” moet het optimaal blijven doen). Van groot belang is de aandacht die (zo nodig) gegeven kan worden aan het helpen van de patiënt bij de ontwikkeling van het vaak verdwenen (oer)vertrouwen* en de gebrekkige eigen autonomie*. De ABB maakt zich sterk om een brugfunctie te vormen tussen de meer stoffelijke, symptoomgeoriënteerde (reguliere, nosologisch* gerichte) geneeskunde en de meer op de totale mens gerichte (levensconforme geneeskunst). Daarom ligt de nadruk op intercollegiale samenwerking en communicatie. De (na)scholingen en bijscholingen kunnen gezien worden als relevante support bij het realiseren van de doelstelling van de ABB. Ze zijn enerzijds regulier gericht (bijvoorbeeld Boerhave cursussen en PAO-H) en daarnaast bestaan ze uit een grote diversiteit aan ontwikkelingen in de fysiologie, de natuurkunde, de evolutiebiologie, de biofysica, de kwantumfysica en de cybernetica (in relatie met het menselijke organisme). De laatste tijd wordt de kennis vanuit de evolutiebiologie (hoe werken nu cellen precies?) en de invloeden van die kennis op diagnostiek en behandeling van chronische ziekten steeds belangrijker (Celsymbiosetherapie®). De doelstelling van de artsen heeft nadrukkelijk ook te maken met het mensbeeld van die artsen, dat is hoe zij kijken naar leven en gezondheid. 6. Toelating tot de artsenvereniging In 1996 werden alle leden die deel uitmaakten van de hiervoor genoemde artsenwerkgroep automatisch lid van de artsenvereniging ABB. Nadien werden er toenemend bijzondere eisen aan het lidmaatschap gesteld. Hierbij kun je denken aan het volgen van de opleidingen vanuit de Stichting Onderwijs Biofysische Geneeskunde (SOB), de seminars vanuit de Duitse zustervereniging, het volgen van een minimaal aantal dagen reguliere en complementaire (na)scholingen per jaar, het voldoende (minimaal 400 uur per jaar) praktisch in een artsenpraktijk werkzaam zijn met biofysisch, natuurgeneeskundig en regulier geneeskundig werk (inclusief de technieken welke in de diverse praktijken van de artsen van de ABB worden toegepast). Ook het continu volgen van de wetenschappelijke ontwikkelingen (nationaal en internationaal literatuuronderzoek, met inbreng daarover op de ledenvergaderingen) is relevant. 7. Plaats in de gezondheidszorg De artsen van de ABB beoefenen hun vak uit in wat genoemd wordt: eerste lijns gezondheidszorg (net als de huisartsen) en dus op het gebied van de individuele gezondheidszorg *. Zij doen dat deels in solopraktijken, deels in groepspraktijken, al dan niet in samenwerking met andere disciplines. Patiënten kunnen zich zowel op eigen initiatief als via verwijzing door de (eigen) huisarts, betrokken specialisten en andere zorgverleners aanmelden voor diagnostiek en behandeling. Uiteraard ontwikkelen de artsen soms anderen diagnostische capaciteiten waar zowel patiënten als organisaties wel bij kunnen varen.
8. Doelgroep Vooral patiënten met chronische, maar ook die met acute (niet levensbedreigende) gezondheidsproblemen, kunnen, met behulp van het door de ABB-arts uitgevoerde onderzoek op basis van hun regulier geneeskundige kennis en kunde, aangevuld met onderzoek conform de biofysische inzichten, worden onderzocht en behandeld. Een groot deel van de patiënten, zeg maar een 80%, kan met deze benadering, meestal binnen afzienbare termijn, naar tevredenheid geholpen worden. Een recent pilotonderzoek* heeft dit nog eens uitgewezen. De biofysische benadering intervenieert overigens niet of nauwelijks met regulier geaccepteerde behandelmethoden van huisarts en specialist (ondersteunt die meestal). Bij onderzoek (rekening houdend met contra-indicaties*) en behandelingen binnen de biofysische geneeskunde treden tot nu toe geen of, in ieder geval, geen schadelijke bijwerkingen* op. Dit is gunstig voor de patiënt en interessant voor zorgverzekeraars (want biofysische geneeskunde werkt, alleen al door haar primaire en secundaire preventieve kracht en verder bij chronische aandoeningen, voor zover hier zicht op is, kostenbesparend). Recente informatie uit de sector van de zorgverzekeringen laat overigens zien dat in Nederland ongeveer 15% van de verzekerden complementaire hulp zoekt en vindt. Momenteel zijn er bij de ABB een 200.000 patiënten in behandeling. 9. Kennis en vaardigheden De artsen van de ABB zijn (op grond van hun universitaire opleiding en diverse reguliere en niet reguliere opleidingen en nascholingsactiviteiten) in staat tot medische besluitvorming en beschikken over een adequate, zowel diagnostische als therapeutische, systematiek met betrekking tot reguliere en niet reguliere geneeskundige methodieken. Zij beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om (op basis van hun diagnostische bevindingen) behandelingen uit te voeren en, zo nodig, voor een adequate doorverwijzing te zorgen. Zij zijn in staat om, vanuit een breed perspectief, tot een advies te komen met betrekking tot de meest geschikte biofysische en/of andere benaderingen. Zij beschikken over een adequaat inzicht in zowel de indicaties als de contra-indicaties van de door hen toegepaste behandelingen. Ook beschikt de ABB-arts over het inzicht waar de grenzen van de eigen behandelingsmogelijkheden liggen. Wanneer er binnen de reguliere geneeskunde of binnen andere methodieken een beter alternatief bestaat zal de arts van de ABB zorgen voor een onderbouwde verwijzing naar (een) andere hulpverlener(s). 10. Verlenen van zorg De artsen van de ABB richten zich, met als basis hun permanente reguliere en niet reguliere opleidingen en nascholingen, op optimalisering van de benadering van de patiënt. Zij doen dat vooral ook op basis van klinische ervaringen en houden daarbij rekening met de wensen, verwachtingen en ervaringen van deze concrete patiënt (maatwerk voor elke patiënt). Omdat er ook niet EBM ondersteunde behandelingen worden uitgevoerd heeft het “Informed consent”* hier een relevante waarde. Naast de richtlijnen vanuit de Evidence Based Medicin hanteren zij ook ervaringsgegevens vanuit de Patient Base Evidence (PBA) welke wereldwijd wordt opgedaan. De voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (afgekort: KNAW) maakte recent duidelijk dat er nog maar enkele procenten van het Universum zijn onderzocht. * Indicatiestelling Een arts van de ABB is in staat te differentiëren tussen indicaties voor reguliere behandelingsmethoden en/of andere niet reguliere behandelingsmethoden. De keuze van behandeling wordt in overleg met de patiënt gemaakt (Informed consent). De uitgangspunten die door de artsen van de ABB worden gehanteerd zijn: -- Respect voor de mening van ieder individu conform de artseneed of de belofte*, -- Respect voor elkaar in de gezondheidszorg en daarbuiten, -- Respect voor het leven in al zijn uitingsvormen.
Ethische* normen daarbij zijn: tolerantie, verantwoordelijkheid, oprechtheid, openheid, welwillendheid, rechtvaardigheid. * Diagnostiek De gangbare geneeskundige diagnostiek van de ABB-arts is basis en onderdeel van het biofysisch diagnostisch concept. In dit concept spelen altijd de vier niveaus van en in het menselijk organisme een rol (lichamelijk - anatomisch, chemisch – fysiologisch, energetisch – elektromagnetisch en met betrekking tot informatieverwerking en uitwisseling, psychisch – te maken hebbend met de psychodiagnostiek op het gebied van de zelfgevoelens). En er wordt altijd gekeken naar de onderlinge samenhang of juist de incongruentie van deze niveaus. Voor laboratoriumonderzoek, bloedchemie, röntgenonderzoek en dergelijke wordt over het algemeen verwezen naar de in Nederland regulier werkende instanties. Er kan ook gebruik gemaakt worden van speciale laboratoria in het buitenland (niet alle gewenste bepalingen kunnen in Nederlandse laboratoria worden uitgevoerd). * Consulten en behandelingen Tijdens de consulten wordt gewerkt met een bepaald protocol (stappenplan) en ook worden de bevindingen en het beleid met de patiënt besproken. Er wordt in een uitgebreid gesprek (inclusief demonstraties) helderheid verschaft over biofysische principes. Schriftelijk informatiemateriaal wordt verstrekt (inclusief een boekwerk over biofysische geneeskunde). Op diverse websites, waarnaar wordt verwezen, kan elke patiënt veel voor hem relevante informatie lezen. Zoals al is vermeld wordt niet voorbijgegaan aan geïndiceerde reguliere behandelingen. Er wordt een duidelijk beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de patiënt. Zonder verandering van het gezondheidsgedrag van de patiënt is immers werkelijke genezing van vooral chronische problematiek meestal niet goed en vaak helemaal niet te bereiken. Op die manier wordt ook bijgedragen aan het herstel van het vaak verloren (oer)vertrouwen en de individuele autonomie. Bij de inbreng van de arts van de ABB gaat het om: -- Het geven van adviezen die door de patiënt zelf zijn uit te voeren (met betrekking tot bijvoorbeeld gezondheidsgedrag en het levensritme). Hier gaat het om het opvoeren van de gezondheidspotentiaal met behulp van maatregelen die bijvoorbeeld gericht zijn op: drinken, eten, slapen, bewegen, sociale omstandigheden (werk, privé en derde leefmilieu), ritme, huidverzorging. Reiniging speelt daarbij een relevante rol. -- Het nemen van aanvullende (therapeutische) maatregelen die door de arts, of onder zijn verantwoordelijkheid, worden uitgevoerd, waaronder bijvoorbeeld het voorschrijven van (reguliere) medicatie, (voedings)supplementen, secundaire plantenstoffen, hormonen, enzovoort. -- Het geven van elektromagnetische informatie (met behulp van een scala aan apparatuur waarmee een beïnvloeding van het elektromagnetische veld van de patiënt kan worden bereikt, enzovoort). -- Nimmer wordt valse hoop op genezing of verbetering van klachten gegeven. Wel wordt ingegaan op wat de effecten kunnen zijn op de verbetering van het zelfregulerende vermogen. -- Altijd is er de tijd voor het geven van troost en voor begeleiding bij existentiële vragen die worden opgeroepen door ziekte, klachten en/of omgevingsproblematiek. -- Gezondheidscoaching is een relevante activiteit al het gaat om verandering van het gedrag van de patiënt. * Behandelingsconcept Het behandelingsconcept bestaat concreet uit een aantal onderdelen: -- Psychodiagnostiek, emotionele transformatie en gezondheidscoaching. En in die coaching het proces van het oppakken van verantwoordelijkheid voor de eigen gezondheid van de patiënt ondersteunen, -- Advisering met betrekking tot voeding: wat kan wel verdagen worden en wat niet, hoe kan de harmonisering van voeding met betrekking tot de hoeveelheden koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines, mineralen, enzovoort, gestalte krijgen,
-- Harmoniseren van “oneffenheden” (denk aan de “wip” waarover hiervoor werd verteld) in het lichamelijk en emotioneel functioneren, -- Verbetering van de celfuncties van het organisme (stofwisseling van de cel) en daarmee ook de optimalisering van de energetische mogelijkheden van de cellen. Daarbij gaat het om de productie van Adenosine Trifosfaat (ATP*), -- Elimineren van emotionele, sociale en fysieke belastingen (gifstoffen of toxines, zware metalen zoals kwik, enzovoort), -- Optimaliseren van het functioneren van de darm (bij de meeste patiënten een relevant aandachtspunt), -- Harmoniseren van de stofwisseling: kan het lichaam voldoende energie gebruiken voor activiteiten in het leven en kan ook voldoende worden gezorgd voor een goed herstel en normale groei en vorming van cellen, -- Zorgen voor een goed evenwicht in de aanwezigheid van zure en basische stoffen in het organisme, -- Hulp bij degeneratieve ziekten (als bijvoorbeeld kanker) in de zin van niet toxische tumortherapie (NTTT), als aanvulling op of (afhankelijk van de wil van de patiënt) in plaats van de regulier geneeskundige behandelingen (straling, operatie en chemotherapie), * Eerste hulp Een arts van de ABB is, in voorkomende gevallen, in staat adequate eerste hulp te verlenen (9). Hij kan daarbij gebruik maken van de regulier geneeskundige methodieken (als injecties met bepaalde medicatie en Cardio Pulmonale Resuscitatie = CPR*). * Verslaglegging -- De arts van de ABB legt de gegevens van de eerste intake en de daarop volgende consulten duidelijk vast, zowel voor de continuïteit van zorg, voor toetsing, als ook voor verdieping van het eigen inzicht. Verslagen of samenvattingen van bevindingen en behandelingen gaan in principe ook naar de huisarts van betrokkene. Daarvoor is schriftelijke toestemming van de patiënt nodig (hij krijgt de gelegenheid correcties aan te brengen). -- De registratie voldoet aan de eisen die hiervoor in de reguliere geneeskunde gebruikelijk zijn (door de specifieke manier van diagnosticeren wordt, in de verslaglegging, niet of minder gebruik gemaakt van coderingen van de eerstelijns zorg, de ICPC-codes*). -- Naast schriftelijke verslaglegging op patiëntenkaarten kan gegevensopslag ook gestalte krijgen door middel van moderne methodieken (computer – databestanden). -- Verslaglegging is ook bedoeld, als de patiënt hiervoor kiest, om berichtgeving aan andere behandelende collega’s in de gezondheidszorg (huisarts, specialist en anderen) te kunnen verzorgen. Dit laatste gaat overigens altijd met medeweten en instemming van de patiënt. * Praktijkbeëindiging Praktijkbeëindiging wordt bijtijds aan collegae en patiënten aangekondigd zodat de continuïteit van de patiëntenzorg zo goed mogelijk kan worden gewaarborgd. 12. Voorlichting en Public Relations (PR) De arts van de ABB geeft voorlichting over de mogelijkheden en beperkingen van zijn diagnostiek en therapie. Hij kan ook een bijdrage leveren aan publieksvoorlichting (door middel van lezingen, workshops, via internet). Ook artsen(groepen) en natuurgeneeskundige therapeuten kunnen kennis nemen van waarom het gaat. Naast de opleidingen die de SOB verzorgt krijgt de HBO-opleiding* van therapeuten(uiteraard met accreditatie) toenemend aandacht en er is ook toenemende belangstelling van universiteiten voer het gedachtengoed van de biofysische geneeskunde. 13. Samenwerking De arts van de ABB streeft continu, in overleg met de patiënt, naar openheid en communicatie met collegae en andere hulpverleners. Rapportage
Op indicatie en indien de patiënt hiermee instemt door middel van het Informed Consent, worden de huisarts en de verwijzer van de patiënt op de hoogte gebracht van bevindingen, gegeven behandelingen en bereikte resultaten. Consultatie De arts van de ABB streeft voor andere hulpverleners naar een duidelijk herkenbare plaats in het netwerk van zorg rondom de patiënt. Verwijzingen -- De arts van de ABB heeft kennis van de verwijsmogelijkheden rondom zijn eigen vakgebied en andere vakgebieden, -- Hij doet de verwijzing van een patiënt naar een andere arts en/of hulpverlener vergezeld gaan van de relevante inlichtingen en een duidelijke omschrijving van het doel van de verwijzing. Bereikbaarheid en waarneming De arts van de ABB treft, in verband met de continuïteit van zorg, maatregelen wanneer hij niet bereikbaar is. Dit kan, zoals al aangegeven, door middel van duidelijke instructies aan de patiënt en/of waarneming door een collega. 14. Gegevensbeheer De ABB arts handelt in overeenstemming met de wettelijke eisen ten aanzien van de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP). -- Onbevoegden hebben geen toegang tot patiëntgegevens. -- De arts van de ABB die zijn praktijk beëindigt c.q. overdraagt, informeert zijn patiënten tijdig. Daarbij wordt aandacht geschonken aan: -- Wat er met de dossiers van patiënten gebeurt (inclusief bewaartermijn) -- Welke artsen de patiënten, als plaatsvervangers, kunnen consulteren. -- In principe geeft de arts van de ABB de patiënten relevante informatie over zijn praktijk en zijn behandelmogelijkheden. Zo nodig verwijst hij de patiënten naar de website van de ABB en naar andere websites. Deze worden continu verder ontwikkeld. -- Hij beheert zijn praktijk volgens goed Nederlands ondernemerschap. -- Hij voert een overzichtelijke financiële administratie (welke goed controleerbaar) is met aanduiding van de behandeldata. 15. Praktijkvoering De inrichting van de praktijkruimte is wat betreft privacy en hygiëne zoals onder Nederlandse (huis)artsen gebruikelijk. -- De arts van de ABB brengt de patiënt zo nodig op de hoogte van de aanwezigheid van een vertrouwenspersoon -- Hij verwijst, voor zover van toepassing, naar de Algemene Voorwaarden die in zijn praktijk van toepassing zijn -- Hij is, voor zover nodig, op de hoogte van de eisen van de RI&E (Risico Inventarisatie en Evaluatie) die door de ARBO zijn opgesteld -- Hij is in staat maatregelen te nemen bij prikaccidenten aan de hand van een protocol dat in zijn werkgebied gehanteerd wordt (inclusief contacten met het lokale ziekenhuis) -- Hij neemt de nodige (hygiënische) maatregelen bij patiëntencontacten, de verwerking van bloed, urine en faeces. -- Hij is in staat bij incidenten tijdens vaccinaties de nodige maatregelen te nemen. Er is sprake van een goede continuïteit in de zorgverlening door persoonlijke bereikbaarheidsafspraken en adequate waarneemregelingen. 16. Onderwijs en begeleiding van derden De arts van de ABB zet zich, naar vermogen, in voor de opleiding van belangstellende medische studenten, collegae en therapeuten. In een aantal gevallen kunnen ook stageplaatsen worden overeengekomen (zie ook punt 12).
17. Wetenschappelijk onderzoek -- De arts van de ABB streeft naar verheldering van de onderliggende mechanismen en naar wetenschappelijke onderbouwing van de effectiviteit van het concept waarmee hij werkt (de gebruikte persoonlijke inbreng en de diagnostische en therapeutische biofysische methodieken), -- Hij registreert zo veel als mogelijk de resultaten van de behandelingen. Hij doet dit op een dusdanige manier dat deze gegevens tevens een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van nieuwe methodieken en dus aan de ontwikkeling van het eigen beroep en de biofysische geneeskunde, -- Voor de wetenschappelijke onderbouwing wordt o.a. gebruik gemaakt van de onderzoeksresultaten van gerenommeerde onderzoekers uit onder meer de reguliere geneeskunde, de fysica, de kwantummechanica, de celbiologie, de Celsymbiosetherapie®, de fysiologie, de natuurgeneeskunde en de cybernetica, -- Wetenschappelijke publicaties worden in eigen beheer verwerkt en bijgehouden door het secretariaat van de Stichting Opleiding Biofysische Geneeskunde (SOB). Een en ander ten behoeve van de beroepsgroep. 18. Evalueren van het beroepsmatig handelen Intercollegiale toetsing De arts van de ABB bespreekt, in een georganiseerd verband, het eigen beroepsmatige handelen met collegae en vertegenwoordigers van andere disciplines. Visitatie Door middel van de zogenaamde visitatie* (waarvoor instrumenten zijn ontwikkeld) neemt de kwaliteit van zijn zorgverlening toe. Intervisie Intervisie* is nog in ontwikkeling. Het gaat daarbij om de ontwikkeling van een optimale beroepsuitoefening. 19. Ontwikkelen van individuele kennis en kunde Op zowel biofysisch, regulier en aanvullend gebied: -- Houdt de arts van de ABB zich op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. Hij doet dit door middel van het volgen van de literatuur en door na- en bijscholing (regulier bijvoorbeeld bij Boerhave / PAO-H en complementair, zowel nationaal als internationaal) -- Is hij in staat gegevens uit de vakliteratuur en scholing te vertalen in consequenties voor het eigen beroepsmatig handelen. 20. Ontwikkeling van het eigen beroep -- De arts van de ABB verplicht zich nieuwe inzichten en nieuw ontdekte feiten ter kennis te geven van de beroepsgroep. Er werden door de coördinators van de ABB stappen gezet op weg naar een forum*. -- Hij is in staat een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kennis en kunde door middel van protocolleren en evalueren van bevindingen in de dagelijkse praktijk. -- Hij verplicht zich ontwikkelingen in de reguliere geneeskunde, welke consequenties hebben voor het beroepsmatig handelen in zijn eigen werk, te integreren en ter kennis te brengen aan de beroepsgroep -- Nieuwe, experimentele methoden, voor therapie en diagnostiek, worden volgens vastgesteld protocol aan de SOB gemeld, geëvalueerd en indien mogelijk en gewenst binnen de beroepsgroep aan het zogenaamde basispakket toegevoegd. 21. Trends en Ontwikkeling
De ABB-arts heeft kennis van de relevante wetgeving. Hij heeft tevens oog voor de ontwikkelingen op het gebied van patiëntenwensen en patiëntenrechten en verder voor de ontwikkelingen en opvattingen met betrekking tot zorgverzekeringen. In 2008 werd, samen met andere CAM-verenigingen (CAM = Complementary Alternative Medicin) een begin gemaakt met het onder één koepel brengen van hun specifieke activiteiten. Dit is inmiddels voor een aantal groepen gerealiseerd binnen de AVIG. Hier ligt ook voor het secretariaat een zeer relevante functie (zeker met het oog op PR). Het ligt in de lijn der verwachtingen dat, binnen afzienbare tijd, een Wetenschappelijke Adviesraad wordt ingesteld en verder dat de eerste stappen worden gezet om te komen tot een leerstoel aan één der Universiteiten. 22. Gedragscode en medische professionaliteit De arts van de ABB handelt naar de gedragscode van zijn vakgroep* en conformeert zich aan de gedragscode van de KNMG*. Uiteraard is daarbij de optimalisering van de medische professionaliteit een belangrijke target. Kernbegrippen daarbij zijn: vertrouwen, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Een en ander conform het KNMGmanifest en de richtlijnen van de KNMG in verband met de opstelling met betrekking tot Complementaire Alternatieve Geneeskunde (CAM). Daartoe zijn, onder meer, in 2007 organisatie en werkwijze (Functies, Taken, Bevoegdheden en Verantwoordelijkheden = FTBV) ook met de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) doorgesproken. 23. Klachtrecht en tuchtregeling De ABB conformeert zich aan de overkoepelende klachtenregeling van de Stichting Klachtrecht AAG* (SKA). Zo ook aan het interne tuchtreglement van de ABB. Uiteraard is elke ABB-arts ook onderhevig aan de uitspraken van het Medisch Tuchtcollege. 24. Beroepsaansprakelijkheidsverzekering De arts van de ABB draagt zorg voor een deugdelijke wettelijke aansprakelijkheidsregeling en een beroepsaansprakelijkheidsverzekering. 25. Informatie Voor nadere informatie: 1. Coördinatoren van de vakgroep ABB: -- Liat Liem (Blerick). E-mail:
[email protected] -- Wilfried van Walt van Praag. E-mail:
[email protected] 2. Secretariaat vakgroep ABB (als onderdeel van de AVIG): Telefoon: 033-4328030, Amersfoort. E-mail:
[email protected] 3. Voorbeelden van websites: www.abb-artsen.nl www.avig.nl www.therapeutisches-haus.de www.stichtingklachtrechtaag.nl www.bit-org.de www.luscher-color.com www.comedverlag.com www.alexanderinstituut.nl www.gezondheid-begint-bij-jezelf.nl Begrippen / omschrijvingen uit “Beroepsprofiel van de ABB-arts” * SKA, AAG Stichting Klachtrecht AAG is een onafhankelijke stichting die het doel heeft een onafhankelijke klachtrechtinstantie in stand te houden voor (tand)artsenverenigingen op het gebied van nietconventionele geneeskunde. De SKA stelt beleid op ten aanzien van klachtrecht voor complementair
werkende (tand)artsen in Nederland en bewaakt de kwaliteit, transparantie en onafhankelijkheid van het klachtrecht. De SKA werkt ook nauw samen met de NPCF (Nederlandse Patienten Consumenten Federatie) en zorgt voor feedback naar de aangesloten artsenberoepsgroep. * Accreditatie. De formele erkenning van een opleiding op grond van een beslissing van een onafhankelijk orgaan waarin vastgesteld wordt dat de opleiding voldoet aan vooraf vastgestelde minimale kwaliteits- en niveauvereisten. Als artsen van de ABB hun opleidingen en nascholingen geaccrediteerd krijgen dan tellen deze mee voor hun registratie. * ARBO. Arbo is een verkorting van het woord arbeidsomstandigheden. De zogenaamde Arbowet verplicht bedrijven in de bouw, maar ook daarvoor in aanmerking komende artsenpraktijken en andere bedrijfstakken, maatregelen te nemen om veiligheidsrisico's voor werknemers en patiënten te beperken. De belangrijkste verplichting is: het opstellen van een Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). * Artsen van de ABB. Artsen, universitair opgeleid, inclusief tandartsen. * Artseneed of belofte. Uit de artseneed: “Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvatting”. “Ik zal geen schade aan de patiënt berokkenen”. Voor de ABB-arts betekent dit dat hij het zelfbeschikkingsrecht van de patiënt respecteert (dit is dus het recht om over het eigen lot –en daarmee ook de manier waarop hij/zij wil worden behandeld- te beschikken). Ook zal hij zeer terughoudend zijn met behandelingen waarbij risico’s kunnen optreden of bijwerkingen van medicatie. * ATP = Adenosinetrifosfaat. ATP is drager van chemische energie en ook van informatie (gebruiksaanwijzing van wat de cel moet doen). Het is opgebouwd uit het nucleobase adenine, het monosacharide ribose en drie fosfaatgroepen. Om in energie te kunnen rekenen spreekt men meestal alleen over ATP als energie- en informatiedrager. Voor de meeste in de cellen spelende processen zijn energie en informatie nodig. ATP is zo'n energiedrager. Je kunt dit vergelijken met benzine voor de auto (= energie), maar er moet ook nog een bestuurder zijn om de auto goed te laten rijden. * BIG. De wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) regelt onder meer de wettelijke eisen voor opleidingen in de gezondheidszorg, de bevoegdheden van beroepsbeoefenaars en een herziening van het medisch tuchtrecht. * Bijwerkingen en contra-indicaties. -- Bij het psychologische onderzoek is de confrontatie met de eigen psychische eigenschappen (het eigen karakter) soms niet gemakkelijk. -- Bij het gebruik van elektronische apparatuur (maximale uitgangsspanning 3,4 V, uitgangsstroom maximaal 82 µA en signaalfrequentie 13 Hz) kunnen soms kriebelen (licht pijnlijk) op de huid, een algemeen warmtegevoel en enige innerlijke onrust optreden. Een enkele keer treedt lichte pijn op als teken van activering van ontstekingsgebieden (stoorhaarden in het gebit bijvoorbeeld). -- Magneetsondes mogen niet in de buurt van bijvoorbeeld een pacemaker (elektronisch apparaat dat de hartactie regelt) gebruikt worden. -- Zuigelektroden kunnen petechiën (kleine onderhuidse bloedinkjes) veroorzaken. Algemene leefregels kunnen leiden tot kortdurende genezings- en uitscheidingsreacties met bloeddrukveranderingen, griepachtige verschijnselen en stemmingsveranderingen (chronische problemen worden soms acuut). * Biofysica (medisch). Biofysica is een interdisciplinaire wetenschap die theorieën en methoden uit de natuurkunde en de kwantummechanica toepast op biologische systemen. De onderwerpen waar de biofysica zich mee bezig houdt bestrijken het complete spectrum van de biologie, van enkele (onderdelen van) moleculen
tot complete organismen en ecosystemen. Biofysisch onderzoek heeft overlap met de biochemie, fysiologie, nanotechnologie, systeembiologie en biomedische technologie. * Biofysische geneeskundige principes. Biofysische geneeskunde is, als het om de techniek gaat, de confrontatie van het organisme met informatie dragende elektromagnetische velden van het organisme zelf en/of van externe bronnen. Je kunt ook zeggen dat hier het principe van de feedback speelt (de vergelijking met de diagnostiek met behulp van de MRI in het ziekenhuis kan hier verhelderend zijn). De mens is daarbij een complexe bundeling van dynamische systemen die onderling op elkaar zijn afgestemd (cybernetica). Besturing en aansturing vinden plaats door middel van informatie-uitwisseling, dit is een informatief energetisch proces. Informatieoverdracht geschiedt met behulp van elektromagnetische signalen. Een elektromagnetisch signaal wordt gemoduleerd met informatie (vergelijk FM van de radio). Energetische processen zijn onderhevig aan wetmatigheden (conform biofysica en kwantummechanica). Daarbij speelt het bewustzijn een belangrijke rol. De methodiek van diagnosticeren en behandelen geschiedt op basis van conventionele principes + biofysische principes. Bij (chronische) ziekten is herstel van de verstoorde besturing (van de psyche, van de stofwisseling en van het somatische) eerste vereiste. Dat betekent ook een herstellen van de resonantiemogelijkheid (het kunnen reageren op signalen van het organisme en/of signalen van externe bronnen). Centraal principe: het organisme moet geholpen worden (enerzijds door het elimineren van storende signalen en anderzijds door het juist aanbieden van therapeutische signalen en door een verandering van bewustzijn) zijn/haar vastgelopen pathologie opnieuw onder de eigen aandacht te brengen. Concreet wil dit alles zeggen dat zowel de diagnostiek als de therapie primair zijn gericht op het organische en emotionele biofysische regulatieniveau. Daarnaast spelen psychische aspecten een bijzonder belangrijke rol (zo wordt in veel praktijken van ABB-artsen gestandaardiseerd psychologisch onderzoek volgens de methode van Lüscher* toegepast), wordt veel aandacht besteed aan de stofwisseling (met zijn anabole en katabole problematiek*) en speelt ook het gestandaardiseerde somatische* onderzoek (het door lichamelijk onderzoek vaststellen van afwijkingen in organen, weefsels) een belangrijke rol. Dit alles met in achtneming van de uniciteit en integriteit van ieder individu. * Coachen. Coachen is het begeleiden van anderen om hen tot een hogere competentie te brengen. Verwant begrip is counseling. Vooral in het bedrijfsleven en later in de gezondheidszorg is men gaan inzien dat werknemers (respectievelijk patiënten) beter kunnen renderen en gezonder worden wanneer ze op de juiste manier worden begeleid. Het is een manier om latente talenten en ideeën van de te coachen persoon aan te boren en te ontwikkelen, niet door instructies of dwingende adviezen maar door hem in tweegesprekken te prikkelen tot initiatief waardoor de competentie verhoogd wordt. Principieel gaat het om in het contact dat er is waar te nemen, vragen te stellen en feedback te geven. * Congressen van de ABB. Het is bedoeling dat de door de ABB tweejaarlijks georganiseerde congressen een breed publiek blijven trekken van zowel reguliere artsen, complementair werkende artsen, overheidsinstellingen en particulieren (inclusief patiënten). * Contra-indicatie. Een contra-indicatie of, vooral in België, een tegenaanwijzing is een reden of omstandigheid om een bepaalde behandeling of geneesmiddel niet toe te passen. Bijvoorbeeld: Iemand heeft een longontsteking waarvoor een bepaald antibioticum geïndiceerd is. De patiënt is echter allergisch voor dat middel. Dat is een vrijwel absolute contra-indicatie, en er zal naar een ander antibioticum moeten worden gezocht. Contra-indicaties kunnen 'relatief' of 'absoluut' zijn. In het eerste geval kan er nog een afweging plaatsvinden, in het tweede geval mag het echt niet. * CPR Cardiopulmonaire Resuscitatie, reanimatie. Reanimeren is het kunstmatig overnemen van de ademhaling en de bloedsomloop, indien er sprake is van een circulatiestilstand. Indien zowel de ademhaling, als de circulatie weer op gang gebracht moeten worden, spreekt men ook wel over Cardiopulmonaire Resuscitatie (CPR). * Cybernetica.
De term cybernetica is een begrip uit de jaren 50 van de twintigste eeuw, dat werd geïntroduceerd door de wiskundige Norbert Wiener. De term cybernetica is afgeleid van het Griekse woord kybernetes (stuurman) en cybernetica is dan ook in essentie een wetenschap die zich bezighoudt met besturing van systemen: controle van en communicatie binnen biologische en mechanische systemen (feedback of terugkoppeling genaamd). Eerstelijnszorg. Eerstelijnszorg is zorg waar je zonder verwijzing en op eigen initiatief naartoe kunt stappen. Bijvoorbeeld de huisarts, tandarts, fysiotherapeut of verloskundige. Maar ook de ABB-arts, een maatschappelijk werker of een psycholoog valt hieronder. Het kabinet wil dat de eerstelijnszorg beter bereikbaar wordt. Ook moeten meer gezondheidsproblemen in de eerste lijn worden opgelost, dus zonder onnodige verwijzingen naar het ziekenhuis of specialist. * Elektromagnetisme. Elektromagnetisme is de natuurkunde van het elektromagnetische veld. Een vectorveld dat heel de ruimte beslaat en bestaat uit twee componenten: het elektrische veld en het magnetische veld. De twee componenten bewegen zich te allen tijde loodrecht op elkaar door de ruimte met de lichtsnelheid. De term elektrodynamica wordt soms gebruikt om de combinatie van elektromagnetisme en mechanica aan te duiden. De artsen van de ABB gaan er van uit dat het genoemde veld informatie bevat die essentieel is voor het menselijk functioneren (bijvoorbeeld in de genen en in de ademhalingsketen waar energie wordt geproduceerd). Er zijn voldoende aanwijzingen dat een organisme niet alleen door zijn genen wordt aangestuurd. Andere (epigenetische) factoren spelen een toenemende, vaak centrale, rol. * Ethiek. Ethiek gaat over plichten, of over wat je behoort te doen, en bestaat uit principes en regels die je nodig hebt om goed en kwaad van elkaar te kunnen onderscheiden. Je kunt in de beroepsethiek een onderscheid maken tussen een formele beroepsethiek uitgedrukt in een beroepscode en ook min of meer formele uitspraken waarin de waarden en doelen van het beroep zijn vastgelegd. Deze beroepscode beschrijft bijvoorbeeld wat er van de professionele zorgverlening mag worden verwacht en helpt de verzorgende en verplegende bij het nemen van ethisch verantwoorde beslissingen. Anderzijds is er ook een informele beroepsethiek, deze bestaat uit ongeschreven regels voor het beroepsmatig handelen. Ze zijn algemeen aanvaard en komen bijvoorbeeld tot uiting in het handelen van de zorgverlener. * Facultatief. Willekeurig, vrijwillig, naar eigen inzicht of believen. Dit wil niet zeggen dat wat de ABB-arts facultatief doet automatisch leidt tot acceptatie in het basispakket. Daarvoor is nadere evaluatie nodig. * Forum. Een plaats waar we als leden van de vakgroep ABB samenkomen om berichten te posten of te lezen, bestanden te kopiëren vanuit de bestandsbibliotheken (libraries) en om regelrecht te praten met andere leden. Je kunt deel nemen aan de discussies in een Forum (via berichten of in een gesprek) of gewoon alleen maar meekijken. * Gedragscode KNMG. Gedragscode Koninklijke Maatschappij tot bevordering van de Geneeskunst (KNMG) op te vragen bij de KNMG, Lohmanlaan 103, Utrecht. Zie ook: www.knmg.nl. * Gedragsregels van de ABB-arts. De ABB-arts conformeert zich aan de gedragsregels van de KNMG. Na te lezen in de Statuten en het Huishoudelijke Reglement van de AVIG. * ICPC. International Classification of Primary care; internationaal geaccepteerde standaard voor het coderen en classificeren van (registratie)gegevens in de (eerstelijns) zorg. * IGZ.
Inspectie voor de gezondheidszorg. Houdt toezicht op de naleving van wetten en regelgeving in de gezondheidszorg om de kwaliteit van de zorg te bewaken en verspreiding van ziekten tegen te gaan. Ontstaan door samenvoeging van de inspecties voor de volksgezondheid, geestelijke volksgezondheid en geneesmiddelen. Vooral complementaire artsen worden kritisch gevolgd (moeten vaak aan meer eisen voldoen). Het voordeel is dat ze daardoor ook nauwkeuriger hun werk doen. * HBO. Hoger Beroeps Onderwijs in Nederland kennen wij als een onderwijsvorm binnen het hogere onderwijs. HBO opleidingen zijn te volgen aan een Hogeschool of aan een Akademie. Je kunt het HBO onderwijs pas gaan volgen wanneer jij een MBO (niveau 4), HAVO of VWO diploma hebt gehaald. Soms gelden aanvullende toelatingseisen. Mensen die ouder zijn dan 21 jaar, kunnen ook via een toelatingstest worden toegelaten op sommige HBO opleidingen. Met een HBO diploma kan je hogere functies bekleden binnen de overheid of in het bedrijfsleven. De ABB gaat mede vorm geven aan een 4-jarige opleiding Biofysische Geneeskunde. Die loopt via de New Health Academy. * Intervisie. Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij medewerkers een beroep doen op collega’s om mee te denken over persoon- en functiegebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werksituatie. Dit meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen, maar door het stellen van vragen om zo met behulp van eigen analytisch en probleemoplossend vermogen zicht te krijgen op het ingebrachte probleem en hoe hierin te handelen. * Informatie. Geformaliseerde (op informatiedragers gezette) gegevens die voor gegevensverwerkende machines zoals (medische) computers als invoer kunnen dienen. Dit is de betekenis van de term informatie in de huidige informatietechnologie. Men bedoelt met informatie gegevens in de vorm van alfanumerieke velden die op formele wijze zijn opgeslagen in databases. Met de ontwikkeling van multimedia en virtual reality kan de computer ook niet-geformaliseerde en ongestructureerde gegevens, en daarmee allerlei immateriële producten, opslaan. In de biofysische geneeskunde wordt een ruimer informatiebegrip gehanteerd. Informatie is daarbij ook niet materieel. Ook intuïtieve informatie speelt een relevante rol. Maar informatie heeft toch een “drager” nodig. De postbode draagt een brief met informatie naar je toe, maar hij is niet de informatie. In de brief staat wel waar het om gaat. Maar ook de non-verbale informatie die je van een ander krijgt is van belang. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat materie ontstaat op basis van informatie. * Informed consent. In het Informed Consent verklaren arts en patiënt (met hun handtekening) dat zij elkaar hebben begrepen en voldoende zijn voorgelicht met betrekking tot therapeutische en diagnostische handelingen, worden bewuste keuzes gemaakt met betrekking tot die behandelingen en worden afspraken gemaakt ter zake de communicatie met andere artsen. Dit is vooral ook belangrijk als het gaat om kinderen waarvoor de ouders dan vooral verantwoordelijk zijn. * Innovatief. Innovatief zijn betekent dat je grenzen wilt verleggen om zo tot nieuwe inzichten en behandelmethoden te komen. * Integraal. Volledig, aan niets ontbrekend. * Intervisie. Intervisie is een vorm van deskundigheidsbevordering waarbij medewerkers een beroep doen op collega's om mee te denken over persoon- en functiegebonden vraagstukken en knelpunten uit de eigen werksituatie. Dit meedenken gebeurt niet door het aandragen van oplossingen maar door het stellen van vragen om zo met behulp van eigen analytisch en probleemoplossend vermogen zicht te krijgen op het ingebrachte probleem en hoe hierin te handelen. Het is een methodiek waarbij de eigen deskundigheid binnen de organisatie wordt benut en verder wordt ontwikkeld met als doel het bevorderen van de kwaliteit van het werk. Een intervisie beslaat een langere periode, met een klein aantal vaste deelnemers. Vooraf worden afspraken gemaakt over de spelregels, de doelstellingen en de
werkwijze van intervisie. Het proces vraagt van de deelnemers de nodige basisvaardigheden. Intervisie kan zowel zelfstandig als onder begeleiding plaats vinden. Centraal staat de ontwikkeling van een persoonlijke professionele beroepshouding. * Kwantummechanica. De kwantummechanica wijst op de conceptuele incompleetheid van het materialistische realisme en draagt bij aan de nieuwe fysica. Daardoor ontstaat een steeds groter belang voor alle vormen van biologische wetenschappen. En dus voor de biofysische geneeskunde. Zij kan de diverse modellen van reguliere geneeskunde en complementaire alternatieve geneeskunde (CAM) tot één geheel samenvoegen. * Mensbeeld. Een mensbeeld noemen wij een geordend 'geheel van veronderstellingen' dat betrekking heeft op de wijze waarop iemand de mens, zichzelf inclusief, ziet, ervaart, beleeft en zijn wezenlijkheid typeert. Binnen zo'n mensbeeld zullen meer en minder relevante vooronderstellingen bestaan. De mate van invloed op het handelen is van belang voor de relevantie. Mensbeelden zijn dikwijls onbenoemd aanwezig. Filosofen beschouwen het dikwijls als hun taak mensbeelden te expliciteren (Bijvoorbeeld het dualistische mensbeeld van Descartes). Mensbeelden worden ook dikwijls gekoppeld aan bepaalde historische perioden. Zo kan er gesproken worden over het mensbeeld van de Verlichting. Zoals beschreven hebben de artsen van de ABB een bepaald mensbeeld over gezondheid en leven. Een gezond en dus levend organisme houdt in dat dit organisme zijn lichaamsfuncties en zijn relaties met de omgeving optimaal en dynamisch kan regelen (zelforganisatie) en zich daarbij continu kan ontwikkelen op basis van de verwerking van informatie waarmee hij in contact komt. Het gaat daarbij dus vooral om de capaciteit zich continu aan wisselende omstandigheden aan te kunnen passen en zich te ontwikkelen, om geestelijk flexibel te blijven en harmonisch in zijn zelfgevoelens (8) te blijven. Deze zelfgevoelens kun je omschrijven als: innerlijke tevredenheid, zelfachting, zelfvertrouwen en innerlijke vrijheid. Alleen als deze vier zelfgevoelens goed ontwikkeld zijn en je steeds opnieuw kunt zeggen dat je “zin in je leven hebt en in je ontwikkeling” blijf je gezond. De ABB-arts kan je hierbij helpen. Hij helpt je bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van je psychisch functioneren en geeft je aanwijzingen hoe je eigen gedrag (om gezonder te worden) telkens op de goede manier kunt verbeteren. * Natuurgeneeskunde of natuurlijke geneeskunde. Vorm van geneeswijze die het gebruik van speciale door de farmaceutische industrie geproduceerde geneesmiddelen minder aanhangt, grotendeels verwerpt, maar in een gepaste levenswijze (waarin drinken van water, eten van gezond voedsel, slapen, bewegen, een positief sociaal leven leiden, ritme in de dagindeling, huidverzorging en voldoende aandacht voor het eigen organisme) en gebruik van onbewerkte natuurproducten, zoals kruiden, bronwater enzovoort, het middel tot herstel zoekt. * Nosologie. Nosologisch denken is denken in ziektebeelden, klachten en/of afwijkingen. De artsen van de ABB willen, in principe en in eerste instantie, nu juist geen ziektebeelden, klachten en/of afwijkingen diagnosticeren en behandelen (daarvoor verwijzen zij patiënten naar de reguliere collegae) maar ze richten zich vooral op de diverse regulatiesystemen van de patiënt. Ze richten zich op herstel van het dynamische evenwicht in het organisme. * Oervertrouwen. Oervertrouwen heeft te maken met het in evenwicht zijn van innerlijke tevredenheid, zelfachting, zelfvertrouwen en innerlijke vrijheid. * Opleiding van de Stichting Opleiding Biofysische Geneeskunde (SOB). Inhoudelijk gaat het bij de opleiding van de SOB om het volgende. Kennisoverdracht in zes - zeven weekendblokken met, als basis, geschreven materiaal in de vorm van een syllabus. Het in gemeenschappelijke discussie brengen van de onderwerpen en het (groepsgewijs) beantwoorden van vragen. Het bespreken van de achtergronden van enkele diagnostische technieken en meettechnieken, zoals die worden gebruikt binnen de biofysische geneeskunde. Het kennis laten maken met diverse biofysische meet- en therapieapparaten (er wordt overigens niet beoogd dat men na de cursus voldoende is geïnformeerd over deze apparatuur; zonder verdere verdieping is toepassing in de eigen
praktijk niet voldoende mogelijk). Stimulering van verdere verdieping in de gekozen methodieken en training met de gekozen apparatuur. Er wordt een stappenplan aangereikt, dat gebruikt kan worden bij de benadering van de patiënten in de eigen praktijk, om de theoretische informatie in principe praktisch toe te kunnen gaan passen. Methodieken worden aangereikt om tot een biofysische diagnose te kunnen komen en een adequate therapie gestalte te geven. * Over autonomie van de patiënt. Veel patiënten hebben een belangrijk stuk van hun autonomie verloren. Ze zijn “gemangeld” door relatieproblematiek privé, werk en derde leefmilieu. Vaak ook voelen ze zich “verloren” en “verdwaald” in de grote ziekenhuizen. Je hoort zo vaak: “Ze zijn heel druk met mij bezig in het ziekenhuis, maar wie kijkt er nu echt naar mij om?”. Autonomie heeft te maken met het onverstoorbaar en in liefde je leven wagen. * Paradigma. Met paradigma wordt enerzijds het gevestigde, maatgevende voorbeeld op een bepaald terrein van (normale) wetenschap bedoeld dat wetenschappers zich eigen maken door socialisatie in de wetenschappelijke gemeenschap. Anderzijds wordt paradigma wel gebruikt in de betekenis van wereldbeeld, een kader van vooronderstellingen van waaruit de werkelijkheid wordt bezien. Voorbeeld: in de reguliere geneeskunde wordt gesteld dat alleen wat reproduceerbaar is echt telt. Maar ook dat alleen maar waar(devol) is wat evidence based is (de zogenaamde Evidence Based Medicin, EBM). * Pilot-onderzoek Onderzoek waarbij een in theorie bedachte oplossing, zoals een nieuw programma of interventie, voor het eerst op kleine schaal wordt uitgetest. Belangrijke vragen zijn: werkt de interventie zoals verwacht? Wat zijn precies de effecten en neveneffecten? Bij dit type onderzoek wordt de werkzaamheid van een interventie getest onder min of meer gecontroleerde omstandigheden met duidelijke indicaties voor patiënten, gemotiveerde zorgverleners en aandacht voor knelpunten. Het onderzoek werd in het Alexander Instituut te Venlo uitgevoerd door het onderzoeksbureau Soffos. * Professor Dr. M. Lüscher. Professor Lüscher is hoogleraar psychologie te Bazel en “uitvinder” van de regulatiepsychologie. Deze vorm van psychologie houdt zich in de eerste plaats bezig met de zelfgevoelens van de patiënt (innerlijke tevredenheid, zelfachting, zelfvertrouwen en innerlijke vrijheid). Bij de diagnostiek wordt gebruik gemaakt van zijn testmethodiek. Op basis van de resultaten kunnen op een aantal gebieden conclusies worden getrokken en kunnen ook eerste gedragsadviezen aan de patiënt worden gegeven. Verder zijn er op basis van het testonderzoek relaties met een groot aantal somatische gebieden van het menselijke organisme aannemelijk. * Registratie. Het vastleggen van identificerende kenmerken van leden van de artsenvakgroep ABB. Een systematische verzameling van informatie over die personen, hun opleidingen, nascholingen en bekwaamheden, tot een niveau dat centraal wordt vastgesteld door Bestuur en Algemene Ledenvergadering. Pas na registratie mag een lid zich geregistreerd noemen en zal hij ook in aanmerking komen voor, gedeeltelijke, vergoeding door zorgverzekeraars van zijn werk. * Somatisch. Somatisch betekent letterlijk lichamelijk. Het is het tegenovergestelde van psychisch. Somatische klachten zijn dus lichamelijke klachten. * Stofwisseling anabool en katabool. Onder stofwisseling wordt hier niet bedoeld het proces van ontlasting maken en kwijtraken. Het gaat hier om het geheel aan celprocessen, dat betrokken is bij de vorming (= synthese) en afbraak (= metabolisme) van natuurlijke (o.a. aminozuren, vetzuren, koolhydraten) en lichaamsvreemde stoffen (o.a. medicijnen en vergiften). Hierbij spelen een aantal hormonen (o.a. gastrine, insuline), alle vitaminen en een aantal mineralen (= metalen en anionen) een grote rol. Anabole stofwisselingsprocessen zijn opbouwend en bevorderen de groei en de celdeling. Katabole stofwisselingsprocessen zijn afbrekend, energie producerend en remmen de groei.
* Supervisie. Beroepsgerichte systematische individuele begeleiding waarbij wordt geleerd van de concrete problemen die de betrokkene in zijn werksituatie ontmoet. * Tuchtrecht. Tuchtrecht is in Nederland en België dat deel van het publieke recht dat aan de overheid of bepaalde commissies de bevoegdheid geeft personen, die tot een bepaalde beroepsgroep behoren (bijvoorbeeld advocaten, notarissen, medici) een bepaald nadeel toe te brengen. Achtergrond hiervan zou moeten zijn: bevordering van een behoorlijke vervulling van taken. Voor aansprakelijkheid volgens het tuchtrecht is geen opzet vereist. Ook zonder opzet kun je strafbaar zijn. * Verschoningsrecht. Het recht dat een getuige op grond van zijn familierelatie met de verdachte of op grond van zijn beroep heeft om vragen van de rechter onbeantwoord te laten. Een getuige mag zich ook verschonen van het geven van een antwoord als hij zichzelf daardoor zou belasten. Artsen kunnen zich in de meeste gevallen ook beroepen op hun medische geheim. * Visitatie Een visitatie is een officiële inspectie. Het woord komt van visitare (Latijn voor bezoeken). De term slaat oorspronkelijk op het onderzoek naar de gang van zaken in een bisdom of klooster. Daarnaast wordt de term gebruikt voor fouillering aan den lijve. Visitatiecommissies en -rapporten. Een visitatiecommissie is een tijdelijke commissie van experts die in het kader van de kwaliteitsbewaking visitaties uitvoeren van een deel van bijvoorbeeld een universiteit of een ziekenhuis of een praktijk van een ABB-arts om de kwaliteit van werken en opleiding te beoordelen. Visitatiecommissies bestaan idealiter uit onafhankelijke externe experts die deskundig zijn op het terrein waarop de te beoordelen organisaties actief zijn, en een onafhankelijk oordeel kunnen vellen. Bij de ABB gaat het om collegae die elkaar helpen om de kwaliteit van werken te bevorderen. De bevindingen worden in een visitatierapport weergegeven. Dit rapport bevat een oordeel over de kwaliteit van de beoordeelde collega en of de organisatie en aanbevelingen ter verbetering. Het is de bedoeling dat de arts en zijn organisatie die beoordeeld zijn de aanbevelingen uit het rapport benutten ter verbetering van de kwaliteit van de organisatie. * WGBO. Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst regelt zowel de rechten van de (minderjarige) patiënt in de verhouding patiënt <> behandelaar als het recht op informatie, de toestemmingsvereiste voor behandeling (Informed consent) en het recht op privacy. Voetnoten 1
Overal waar patiënt staat kan ook cliënt, klant of een benaming die u prefereert worden gelezen. Overal waar hij/hem staat kan ook zij/haar worden gelezen. 2 Daarmee wordt voldaan aan een conformering wat in de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg staat vermeld (hoewel die wet minder gericht is op de niet-reguliere gezondheidszorg). 3 Daarom draagt de inhoud van het beroepsprofiel ook bij aan bijvoorbeeld het opstellen van eindtermen van de opleiding (zoals die welke door de Stichting Onderwijs Biofysische Geneeskunde = SOB, worden verzorgd), het ontwikkelen van gedragsregels (naast die van de KNMG), richtlijnen, tuchtrecht, klachtenregeling en registratievereisten. Uiteindelijk kan het verkrijgen van een keurmerk relevant zijn. 4 De ABB-arts is in staat wetenschappelijk te denken, vakliteratuur kritisch te beoordelen, een literatuurstudie te verrichten en gegevens uit wetenschappelijk onderzoek in zijn praktijk en bij de eigen deskundigheidsbevordering toe te passen. 5 Centraal punt bij visitatie, intervisie en supervisie is het kunnen reflecteren op het eigen handelen: hoe handelde ik, wat waren mijn bevindingen en wat mijn beweegredenen tot actie. Doel: blijvend in een leerproces blijven.
6
Lauterbach M. Einführung in das systemische Gesundheitscoaching. Erste Auflage 2008. Carl-Auer Verlag, Heidelberg, ISBN: 9783896706591. 7 Ärztegesellschaft für Biophysikalische Informationstherapie. Zie www.bit-org.de. 8 Met psychologisch testonderzoek kan hier significant zicht op worden gekregen. 9 Gedacht moet bijvoorbeeld worden aan resuscitatie (reanimatie, opwekken van hart bij hartstilstand en beademen) en aan het behandelen van shocktoestanden na vaccinaties of andere ingrepen. Uiteraard met de daarbij horende medicatie. Literatuurlijst Stichting Opleiding Biofysische Geneeskunde (SOB) # Bischof, M. Biophotonen (Das licht in useren Zellen). Frankfurt am Main. Zweitausendeins. ISBN: 3861500957. # Cameo, A.A. Skurille Quantenwelt. Berlin. Springer Verlag. ISBN: 3540297200. # Eker, T.H. Het miljonairsbrein ontrafeld. Belfra Publishers BV. ISBN: 9789079872206, geloofsovertuigingen die je onbewust aansturen. # Feynman Richard P. Sechs physikalische Fingerübungen. Piper. München. 2003. ISBN: 3492339021. # Gerber, R. Vibrational medicine: new choices for healing ourselves. Santa Fe, Bear & Company; vertaald tot Handboek energetische geneeskunde. Bloemendaal. J.H. Gottmer / H.J.W. Becht. ISBN: 9023009282. # Eyskens E. et. all.(hoofdredactie). Codex Medicus. Vademecum voor geneeskunde en gezondheidszorg. Elsevier. ISBN: 9062284515. # Heine, Hartmut. Lehrbuch der biologischen Medizin (Grundregulation und extrazelluläre Matrix – Grundlagen und Systematik). 3e druk, 2006 Stuttgart. Hippokrates Verlag GmbH. ISBN: 3830453353. # Jong T.O.H. (onder redactie van). Fysische diagnostiek. Uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek. BSL. 2010. ISBN: 9789031352265. # Köhler, B. Internist Freiburg. Biophysikalische Informations-therapie (Einführung in die Quantenmedizin). Niebüll. Verlag Videel OHG. ISBN: 3899064940 # Köhler, B. Internist Freiburg. Grundlagen des Lebens (Stoffwechsel & Ernährung, Leitfaden für eine lebenskonforme Medizin). Niebüll. Verlag Videel OHG. ISBN: 3899061764. # # Köhler, B. Internist Freiburg. Das praktische Arbeitsbuch der Biophysikalischen InformationsTherapie (BIT). Ein Handbuch für die Arzt- und Naturheilpraxis. Co’Med Verlags GmbH. 1997. ISBN: 3980573915. # Kremer H. Die stille Revolution der Krebs- und AIDS-Medizin. 2006. Ehlers Verlag. ISBN: 3934196632. Zie ook www.fct-mbh.de (Duitse tekst Celsymbiose). # Lipton B.H. Intelligente Zellen. Wie Erfahrungen unsere Gene steuern. KOHA-Verlag. 2011. ISBN: 9783936862, inleiding epigenetica. # Ludwig, W. Informative Medizin (Krankheits-Ursachen/Behandlung ohne Chemie). Essen. VGM Verlag für Ganzheitsmedizin. ISBN: 3886990508. # Lauterbach Matthias. Einführung in das systemische Gesundheitscoaching. Uitgeverij: Carl Auer, Heidelberg. ISBN: 9783896706591. # Lüscher M. Das Harmonie-Gesetz in uns. Econ Taschenbuchverlag GmbH, Düsseldorf. ISBN: 3612260901. # Martin, M. Labormedizin in der Naturheilkunde. München, Deutschland: Urban & Fisher Verlag. ISBN: 3437563009. # Offringa M., Assendelft W.J.J., Scholten R.J.P.M. Inleiding in de Evidence Based Medicine. Klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten, 2000. ISBN: 9031330663. # Pollan, M. Een pleidooi voor echt eten. De Arbeiderspers. 2008. ISBN: 9789029566339. # Popp, F-A. Biophotonen – Neue Horizonte in der Medizin. Von den Grundlagen zur Biophotonik. Haug Verlag. Stuttgart. ISBN: 3830472676. # Rassow J. Hayser K, e.a. Biochemie. Duale Reihe. Thieme 2008. ISBN: 9783131253521. # Sheldrake, R. Een nieuwe levenswetenschap. Mirananda. Den Haag. 1983. ISBN: 9021519399. # Schmidt-Thews Lang. Physiologie des Menschen. Uitgeverij Springer. ISBN: 3540667334. # Sonnenschmidt R. Wege ganzheitlicher Heilkunst. Anamnese, Diagnose und Heilung. Sonntag Verlag, Stuttgart. 2005. ISBN: 3830491182. # Schole J. und Lutz W. Regulationskrankheiten. Versuch einer Fachübergreifende Analyse. Ferdinand Enke Verlag, Stuttgart. ISBN: 3432971419.
# Westerman N. Bio-Energie. De potentie van de niet-reguliere geneeskunde. Uitgeverij Rathega. ISBN: 9081088114. # Westerman N. Biofysische Geneeskunde – Methodiekbeschrijving ABB. Uitgeverij Rathega. ISBN: 9081088122. # Leitfaden Naturheilkunde. Standaardwerk Europese Natuurgeneeskunde. Volker Schmiedel. Methoden, Konzepte und praktische Anwendung. Elsevier, Urban & Fischer. München. 5. Auflage. 2008.ISBN: 9783437551338. # Fysische diagnostiek. Uitvoering en betekenis van het lichamelijk onderzoek. Onder redactie van de Jongh, Buis, Daelmans, et all. Bohn Stafleu van Loghem. Houten. 2010. ISBN: 9789031352267. # Lommel, P. van. Eindeloos bewustzijn, visie op de bijna-dood ervaring. Congres. Ten Have. 2007. ISBN: 9789025957780. # Physiologie des Menschen. R.F. Schmidt, G. Thews, F. Lang. Springer 28e druk. ISBN: 3540667334.
W.A. van Walt van Praag, arts natuurgeneeskunde, Biofysische geneeskunde & Celsymbiosetherapie Stand april 2012