De biofysische behandeling van allergieën (zoals bijv. neurodermitis (eczeem), hooikoorts en andere allergische reacties
Informatie voor cliënten en hun ouders/familie
Elixir, praktijk voor bio-energetische geneeskunde Drs. M.J.M. Janson, bioresonantietherapeute Grote Zilverreiger 22 9648 DK Wildervank Adelaartlaan 56 5665 CP Geldrop E:
[email protected] I: www.elixironline.nl T: 06 218 33 514
Wat is een allergie? Het begrip allergie is afkomstig uit het Grieks en is een afwijkende reactie van het lichaam op een lichaamsvreemde of lichaamseigen - vaak onschadelijke - stof, nadat iemand daarmee in contact is gekomen. Bekend zijn vooral astma, hooikoorts, netelroos (urticaria) en de anafylactische shock. Bij ongeveer 15% van de bevolking is er sprake van een erfelijke aanleg voor overgevoeligheidsreacties (bijv. allergisch astma, hooikoorts, eczeem). Dit heet atopie. Allergische reactie Voor het teweegbrengen van een allergische reactie is contact noodzakelijk met het zogenaamde allergeen (bijv. berkenpollen). Het lichaam vormt vervolgens antilichamen, die bij een hernieuwd contact met het allergeen tot de vorming van mestcellen leidt. Bij contact met een specifiek antigeen produceren deze cellen o.a. histamine, dat de bloedvaten verwijdt en de bekende symptomen zoals een loopneus, jeukende ogen, vernauwde bronchiën, een rode en geïrriteerde huid en gezwollen slijmvliezen veroorzaakt. Reguliere behandeling De reguliere behandeling bestaat uit het voorschrijven van bepaalde medicamenten die erop zijn gericht de symptomen te onderdrukken, die optreden bij een allergische reactie. Deze medicamenten kunnen in drie categorieën worden onderverdeeld: - Blokkering van histamine-afgifte (Lomudal) - Ontstekingsremming – huid en slijmvliezen - (Cortison) - Blokkering histaminereceptoren m.b.v. antihistaminica Het blokkeren werkt zolang de medicamenten worden toegepast. Genezing in de zin van het permanent wegblijven van de symptomen zonder medicijnen, is met bovengenoemde behandeling niet mogelijk.
Kwantumfysica De biofysische geneeskunde past belangrijke ontwikkelingen toe uit de kwantumfysica: In 1704 ontdekte Newton (1642 – 1727) dat licht uit kleine deeltjes bestaat. Honderd jaar later toonde Fresnel (1788 – 1827) aan dat licht uit een golf bestaat. In 1921 kreeg Einstein de Nobelprijs, omdat hij mathematisch kon bevestigen dat licht zowel uit materie als uit golven bestaat. Hij postuleerde het bestaan van het lichtkwantum, dat hij foton noemde en legde zo de basis voor de kwantumfysica. De Broglie ontving in 1929 de Nobelprijs voor zijn ontdekking dat ook materie, dus alles wat we kunnen zien en vastpakken, uit diezelfde componenten bestaat, namelijk uit vaste delen, nucleonen genoemd en uit onzichtbare golven, ofwel fotonen. Carlo Rubbia ontving in 1984 de Nobelprijs omdat hij kon aantonen dat de verhouding van energie tot materie ca. 1 miljard tot 1 is. M.a.w. er is een miljard maal meer energie dan de daartoe behorende materie. Energie staat boven materie en vormt en stuurt deze.
1
Afbeelding 1: materie is verdichte energie Elektromagnetische informatieoverdracht Prof. Smith heeft aangetoond dat het organisme op bepaalde informatiefrequenties met een resonantie reageert. Zoals bijv. het geval is met de radio, waarmee u alleen die zender ontvangt die u wenst, terwijl er vele zenders gelijktijdig golven uitzenden.
Zender » Elektromagnetische informatie
Medium » Oscillerend veld
Ontvanger » Lichaamscellen, DNA
Elektrische gitaar
Lucht
Slagwerk
Radiozender
Ether
Skyradio 107.5 FM
Bioresonantie Bij bioresonantie maken we gebruik van de energie van substanties (bijv. organen, toxinen en ziekteverwekkers zoals virussen). De elektromagnetische golven van een lever zijn anders dan van een nier en daardoor is elk orgaan herkenbaar aan het frequentiepatroon. Toxines en andere ziekteverwekkers zijn gemakkelijk op te sporen omdat ze allemaal een uniek golfpatroon bezitten. De golven kunnen we tijdens de therapie inverteren (bijv. bij ziekteverwekkers of toxinen waar we vanaf willen), afzwakken of versterken. Een zieke lever heeft een ander golfpatroon dan een gezonde lever en in dat geval kunnen we met bioresonantie de disharmonische trillingen splitsen van de harmonische trillingen. Vervolgens laten we het apparaat de disharmonische trillingen verzwakt teruggeven en de harmonische trillingen versterkt. Het lichaam reageert op de elektromagnetische informatie met resonantie, dus door mee te trillen. Dit meetrillen brengt verschillende reacties teweeg; ze kunnen van chemische aard zijn of wederom elektromagnetisch.
2
Afbeelding 2: informatieoverdracht tussen cellen Ultrazwakke straling Bij bioresonantie maken we gebruik van ultrazwakke straling in het microgolvenbereik (H. Fröhlich). Ultrazwak betekent zo zwak als kaarslicht op 10 km afstand. Het microgolvenbereik omvat een frequentie van 10¹¹ tot 10¹² Hertz en komt overeen met 100 tot 1000 miljard trillingen per minuut. Deze straling wordt bijv. geproduceerd door het DNA, de drager van de erfsubstantie in de celkern en kan de besturingsprocessen binnen fracties van seconden vanaf één punt in het lichaam in het hele organisme in gang zetten. Via regelsystemen worden op die manier complexe processen zoals bijv. het constant houden van de lichaamstemperatuur of van de zuurgraad gereguleerd. In ons lichaam bevinden zich veel regelsystemen die hetzelfde proces regelen. Pas als al deze systemen zijn uitgevallen, worden we ziek, ofwel raken “reactiegeblokkeerd”. In de bioresonantietherapie vormen patiënt en apparatuur eveneens een regelsysteem!
Afbeelding 3: cybernetisch controlecircuit
3
Holistische benadering Nu heeft u een indruk gekregen van het denkmodel waarop de biofysische geneeskunde is gebaseerd. Dit denkmodel heeft eveneens invloed op de manier waarop wij – therapeuten onszelf zien in relatie tot onze omgeving. De holistische benadering in de biofyische geneeskunde houdt in dat de behandeling niet op afzonderlijke organen is gericht en die in relatie tot ziekte brengt, maar dat de therapie gericht is op de totale mens, evenals zijn omgeving. De mens vormt daarin een onderdeel van het totale universum waarmee we continu in contact staan; m.a.w. er vindt een uitwisseling plaats. Deze denkwijze biedt nieuwe verklaringen voor chronische ziekten, maar verlangt daarvoor tegelijkertijd een hoge mate van eigen verantwoordelijkheid voor onze gezondheid.
De biofysische behandeling van allergieën De biofysische behandelingen van allergieën is gestoeld op het volgende denkmodel: a. Genetische dispositie, constitutie bepaalt de grootte van het toxinenvat; m.a.w. hoeveel toxinen kunnen er in het vat voordat we klachten krijgen? b. Omgevingsinvloeden bepalen de inhoud van het toxinenvat (bijv. stress, koemelk, candida, geopathie) c. Allergie-engram (aard van de elektromagnetische informatie)
afbeelding 4: toxinenvat
De term allergie-engram is afkomstig van dr. Schumacher. Het is de elektromagnetische informatie die in ons lichaam is opgeslagen en substantiespecifiek is. Dat betekent dat de informatie van berken er anders uitziet dan van tarwe of aardbeien en bij hernieuwd contact met het allergeen de hierboven beschreven antigeen-antilichaamreacties teweegbrengt. Naast de aard van de elektromagnetische informatie speelt ook de opnamecapaciteit in het lichaam een rol, te vergelijken met de grootte van de harde schijf in een computer. Dit kunnen we weergeven in de vorm van een vat. Is er geen opslagruimte meer op onze computer, dan moeten we er capaciteit bij kopen of enkele programma’s verwijderen, zodat er weer ruimte ontstaat. Dat is precies wat we met de therapie willen bewerkstelligen.
4
Het behandelingsdoel is er op gericht om zonder reactie het allergeen weer te kunnen verdragen. Hiervoor zijn twee of drie stappen noodzakelijk: a. Legen van het toxinenvat (verwijderen van de ziekmakende belastingen, waardoor cliënt weer deblokkeert en met passende reacties gaat reageren) b. Darmsanering (het weer gezond maken van de darm, zodat het immuunsysteem weer optimaal gaat functioneren.) c. Afbouwen van het engram Maskering/demaskering Bij het optreden van allergische reacties zoals allergisch astma, hooikoorts en eczeem is er vrijwel altijd sprake van een koemelk- of tarweallergie. In de meeste gevallen is het zo dat alleen stap a en b (legen van het toxinenvat en darmsanering) voldoende is om ook de allergie(ën) te laten verdwijnen. Blijkt dat niet het geval (vaak bij oudere cliënten) dan is ook stap c (afbouwen van en allergie-engram) noodzakelijk. Dat een allergie gemaskeerd kan zijn lijkt in eerste instantie moeilijk te begrijpen, aangezien we dagelijks tarwe en koemelk in grote hoeveelheden tot ons nemen zonder dat we een directe samenhang met de huidconditie of andere allergische reacties waarnemen. Dr. Rinkel, een Amerikaanse allergoloog, heeft de gemaskeerde allergie zelf ervaren en beschreven. Volgens hem wordt een levensmiddelallergie gemaskeerd als men het allergeen dagelijks meermalen tot zich neemt. Klaarblijkelijk laat het organisme dan geen reactie meer zien. De samenhang tussen allergeen en allergie is dan niet meer zichtbaar. Pas na drie of vier dagen strenge onthouding van het allergeen wordt deze maskering opgeheven en wordt het organisme weer erg gevoelig op de kleinste hoeveelheid van het betreffende allergeen: de allergie is dan gedemaskeerd. Om het allergie-engram te kunnen afbouwen is het nodig dat we ons onthouden van het allergeen, d.w.z. dat het betreffende voedingsmiddel volledig wordt weggelaten uit de voeding. Na 1-2 weken kan met de Bicomtherapie het allergie-engram worden afgebouwd. Echter de kleinste vergissing m.b.t. de onthouding kan binnen enkele uren leiden tot een hernieuwd opvlammen van het eczeem of het acuut optreden van andere allergische reacties. Allergieën en het toxinenvat Bij cliënten met verschillende allergische klachten zien we vrijwel altijd een combinatie van factoren die de oorzaak vormen van de allergie: bij nader onderzoek blijkt er sprake te zijn van een centrale allergie (koemelk en/of tarwe) en diverse andere (rest-)allergieën. Tevens is er vrijwel altijd sprake van een schimmelbelasting (o.a. Candida albicans). Daarnaast laten sommige allergieën meestal een specifieke pathogene belasting zien, zoals er bij hooikoorts bijv. vaak sprake is van Ascariden en de Clonorchis Chinensis. Een belangrijke rol spelen de pathogene schimmels en in het bijzonder de Candida Albicans, die o.a. in de darm voorkomt. De sporen van de Candida Albicans raken meestal via de mond in de darm (verontreinigde (fles)speen) en veroorzaken bij een zuigeling de typische luieruitslag. Op latere leeftijd kan dezelfde schimmel in de vagina of bij zwaardere mensen onder de borst of in buikplooien als rode, scherp begrensde, jeukende en vochtige huidverandering optreden. Darmschimmels spelen een belangrijke rol in het toxinenvat, daar deze het immuunsysteem belasten en het verhinderen om zich met belangrijke opgaven van het organisme bezig te houden. Tijdens de bioresonantietherapie is een consequente reductie van lege koolhydraten van belang, aangezien de schimmels zich voeden met koolhydraten. Dat betekent dat de cliënt tijdens de fase waarin de allergie(ën) behandeld word(t)en suiker, suikerbevattende producten, witmeel, witte rijst en alcohol dient te laten staan.
5
Een dieet met veel groente en fruit, zonder alcohol, witmeel(producten) en suiker(houdende producten) is bij de behandeling van allergieën héél belangrijk. Tijdens de bioresonantietherapie worden de pathogene schimmels verwijderd tijdens de darmsanering. Koemelkneurodermitis De koemelkallergie vertoont een ander klinisch beeld vertoont dan de tarwe-allergie (dr. Schumacher). Bij de koemelkallergie, die vaak al in de eerste levensmaanden begint (koemelk is het eerste vreemde eiwit dat wij binnenkrijgen), zien we vaak dat er huidveranderingen optreden in het gezicht (wangen, voorhoofd en kin), waarbij sprake is van vochtige plekken. Vervolgens verspreiden ze zich over het hele lichaam als vochtige, rondvormige haarden en dan met name aan de extremiteiten, te weten de knieholten en aan de binnenkant van de ellebogen. Tarweneurodermitis De tarweneurodermitis treedt vaak later op en dan is er eerder sprake van droge huidveranderingen, die zich rondom de mond en de ogen vormen, evenals aan de handen, de onderkant van de voeten en aan de strekzijde van de extremiteiten. Vaak is reeds bij een eerste onderzoek te zien of het om een tarwe- of koemelkneurodermitis gaat. Bij wat oudere kinderen is er niet zelden sprake van een combinatie van een tarwe- en een koemelkneurodermitis. Aandachtspunten tijdens het dieet Als het moment is aangebroken en de cliënt (en familie!) er klaar voor is, wordt met de dieetfase van onthouding van het allergeen (demaskering van de allergie) aangevangen. Na 7 – 10 dagen bevindt de cliënt zich in de demaskeringsfase en is héél gevoelig voor de kleinste hoeveelheid van het voedingsmiddel dat vermeden wordt. Een druppel melk, tarwe uit bijv. een bouillonblokje kan een heftige huid- of andere allergische reactie oproepen. Let bij het dieet op: • • •
Crèmes of badproducten die bijv. tarwekiemolie of melk kunnen bevatten. Bouillon, kant-en-klare producten, mayonnaise, mosterd enz. Smaakversterkers, vitaminepreparaten, homeopathische producten of medicamenten die koemelk of tarwe kunnen bevatten.
Code-onthouding Soms is iemand zo allergisch, dat deze reeds in het elektromagnetische veld (omgeving van het allergeen) een allergische reactie ontwikkelt. Dat kan bijv. gebeuren als de persoon in kwestie door de supermarkt loopt, of in een bakkerij komt enz. In dergelijke gevallen dient het allergeen helemaal uit de omgeving van de cliënt verwijderd te zijn. Het is de moeilijkste dieetvorm, maar de enige mogelijkheid om de cliënt te helpen en gelukkig tijdelijk!
6