BEROEPSKEUZE ZELFONDERZOEK BZO
PERSOONLIJKE RAPPORTAGE VAN Naam
Gegevens deelnemer Algemeen Naam
Naam
Leeftijd
15
Geslacht
man
Afnamedatum
12 april 2012
Leerlingen/studenten Opleiding
VMBO
Klas/jaar
4
Naam van school/instelling
School
Vestigingsplaats
Plaats
Werkenden Functie (Voltooide) opleiding
Disclaimer Bij de interpretatie van dit rapport dient rekening gehouden te worden met de eigenschappen van het specifieke instrument. Dit rapport is niet geschikt voor gebruik bij personeelsselectievraagstukken. Testmedia.nl is niet aansprakelijk voor consequenties van oneigenlijk gebruik van deze rapportage, deze aansprakelijkheid ligt geheel bij de organisatie die het betreffende instrument inzet. Dit rapport is automatisch gegenereerd. Interessen, belangstellingen en competenties kunnen stevig in iemands persoonlijkheid verankerd liggen. Maar ze kunnen ook onder invloed van de omstandigheden en als gevolg van opleiding en ervaringen veranderen. Zeker wanneer mensen een periode met forse veranderingen doormaken, kunnen belangstellingen sterk variëren. Voor de uitkomsten van dit onderzoek is daarom een geldigheidsduur van maximaal 12 maanden vastgesteld.
INLEIDING De intuïtieve theorie van J.L. Holland, die later wetenschappelijk werd uitgewerkt, gaat uit van de basisassumpties dat beroepskeuze een expressie van de persoonlijkheid is, dat stereotypen over beroepen een sociologische en psychologische betekenis hebben en dat mensen met hetzelfde beroep hebben een sterk gelijkend persoonlijkheidsprofiel en een parallelle persoonlijkheidsontwikkeling hebben meegemaakt. Deze mensen zullen gelijkaardig reageren in diverse situaties, problemen op eenzelfde wijze benaderen en aanpakken en specifieke interpersoonlijke omgevingen creëren. Tevredenheid met het beroep, stabiliteit in de beroepsuitoefening en prestatie zijn functie van de overeenstemming tussen persoonlijkheidsprofiel en de karakteristieken van de omgeving waarin men werkt. De kern van Holland’s theorie wordt gevormd door vier werkassumpties die gaan over: • De karakterisering van personen in zes theoretische menstypen beschreven naar gelijkenis • De beschrijving van omgevingen • Hoe personen en omgevingen elkaar aantrekken en bepalen • De interactie tussen personen en omgevingen en het resultaat ervan. Mensen kunnen ingedeeld worden in een van de zes basale persoonlijkheidstypen: het Realistische, Intellectuele, Artistieke, Sociale, Ondernemende of Conventionele Type. Het Type is een ideaaltype waartegen mensen afgezet kunnen worden. BZO bepaalt aan de hand van de zes schalen de overeenstemming van een persoon met elk van deze Typen. Op basis van de drie persoonlijkheidstypen waarmee iemand de meeste verwantschap vertoont, wordt een persoonlijkheidsprofiel verkregen en uitedrukt in een persoonlijke code. De persoonsscores zijn een indicatie van de mate waarop deze persoon lijkt op elk van de persoonlijkheidstypen. De persoonlijke code is een algemeen uitgangspunt om een verzameling beroepen te vinden. Beroepstypen (werkomgevingen) kunnen op dezelfde RIASOC-wijze als mensen worden ingedeeld en gecodeerd. De drielettercode van een beroep wordt bepaald door het soort werkomgeving waarmee de meeste gelijkenis is. Een werkomgeving (fysieke omgeving, sfeer en bedrijfscultuur) wordt mede bepaald door de persoonlijkheidstypen die er werken. Een sociale werkomgeving zal voornamelijk worden bevolkt door sociale persoonlijkheidstypen. Mensen zoeken de omgeving die toelaat hun interesse een expressie te geven, aan de andere kant maken ze zelf ook hun omgeving. Mensen werken bij voorkeur in een werkomgeving waar zij hun capaciteiten en persoonlijkheidseigenschappen kunnen ontplooien en waarin hun waarden, normen en interesses naar voren komen. Sociale mensen bijvoorbeeld zoeken daarom sociale werkomgevingen. Anderzijds zoekt een bedrijf een geschikte persoon voor een bepaalde functie. In de personeelsselectie ligt de nadruk steeds meer op deze match tussen de bedrijfscultuur en de normen en waarden van de sollicitant. Kennis van RIASOC van het individu en de omgeving kan leiden tot predicties voor de matching. De interactie tussen het persoonlijkheidstype en de eigenschappen van de werkomgeving bepaalt het gedrag. Het effect van een combinatie van een bepaald persoonlijkheidstype en beroepstype kan in zeker mate voorspeld worden aan de hand van de typologie. Conventionele menstypen kunnen bijvoorbeeld in een ondernemende werkomgeving tegen een mindere zorgvuldigheid in de adminstratie aanlopen. Dit type zal in deze omgeving de specifieke vaktechnische capaciteiten niet kunnen ontwikkelen en op het gebied van acquisitie of het netwerken minder gewaardeerd worden. Alle schalen zijn gerangschikt volgt het hexagonale model. De verschillende typen verhouden zich op een vaste manier met elkaar. Deze rangschikking houdt in dat schalen die naast elkaar liggen gemiddeld genomen nauwer aan elkaar verwant zijn dan verder van elkaar liggende schalen. Het hexagonale model is een zeer bruikbare manier om persoonlijke beroepsdata te organiseren.
I PERSOONLIJKE CODE
Het RIASOC-profiel geeft de persoonlijke rangordening van de persoon weer, zonder vergelijking met andere mensen. Dit profiel is gebaseerd op de ruwe scores en is meer intuïtief van aard dan het normatieve profiel. De scores worden hier binnen één persoon vergeleken, hetgeen ook intrapsychische vergelijking of ipsatieve scoring wordt genoemd. Men moet er wel op bedacht zijn dat deze intrapsychische vergelijking soms tot ongewenste interpretaties kan leiden. Zo scoren meisjes gemiddeld lager op de technische dimensie en hoger op de sociale dimensie dan jongens. Daaardoor bestaat er bij meisjes de kans dat bij gebruik van ipsatieve scores ze op basis van de ipsatieve scores concluderen dat ze sociaal en niet technisch zijn en bijgevolg geen roldoorbrekende keuzes (durven) maken. In de onderstaande tabel en de grafiek op de volgende bladzijde wordt de persoonlijke rangordening weergegeven in vergelijking met een normgroep van 600 mensen waarvan 300 mensen met een middelbaar niveau (MBO) en 300 mensen met een hoger niveau (HBO en hoger). De gemiddelde leeftijd van deze steekproef bedroeg 28 jaar (range 15-57) en het aantal vrouwen en mannen was ongeveer gelijk. Bij deze groep was het primaire testdoel begeleiding en advisering. In de opleidingsgroep middelbaar zijn MBO en HAVO samengevat, de hoger opleidingsgroep omvat VWO, HBO en WO. Als normschaal is gekozen voor de stanine.
In vergelijking met de normgroep: Schaal
Stanine
Kwalificatie
R
7
hoog
I
7
hoog
A
6
hooggemiddeld
S
4
laaggemiddeld
O
5
gemiddeld
C
6
hooggemiddeld
Kenmerken van hoge scores (stanine 7-8-9)
Kenmerken van lage scores (stanine 1-2-3)
R
Graag praktisch en/of technisch bezig. Voorkeur voor dieren, de natuur en buiten werken. Stoer en ongecompliceerd.
Geen interesse in techniek. Afkeer van vuil of zwaar werk en lichamelijke inspanning. Geen affiniteit met flora en fauna.
Intellectueel en leergierig. Houdt ervan om te onderzoeken en te begrijpen. Affiniteit met theorie, wil het naadje van de kous weten.
Een hekel aan studeren. Niet graag intellectueel of theoretisch bezig. Leren liever door te doen in de praktijk. Moeite met concentreren.
A
Creatief, origineel, artistiek. Non-conformistisch, intuïtief. Hekel aan voorspelbaarheid, regels en routines. Affiniteit met alle kunstvormen en de makers daarvan.
Niet artistiek, fantasievol of creatief. Snappen weinig van de wensen, behoeften en motieven van creatieven. Zien het nut van abstracte kunst niet.
S
Anderen willen helpen en begrijpen en zelf ook geholpen en begrepen willen worden. Opvoeden, lesgeven, verzorgen. Betrokken en sfeergevoelig. Liever intensief dan oppervlakkig contact
Meer taakgericht dan mensgericht. Liever aanpakken dan praten. Goed bestand tegen solistisch werk, niet sfeergevoelig. Niet zo sensitief, vaak wel nuchter.
O
Initiatiefrijk en krachtig. Wil invloed uitoefenen, overtuigen, leidinggeven of verkopen. Interesse voor politiek, management en/of handel. Veel zelfvertrouwen en weinig geduld.
Meegaand en bescheiden. De leiding aan een ander overlaten. Niet erop uit om anderen te beïnvloeden of situaties naar de hand te zetten; niet veel geldingsdrang.
Structuur en duidelijkheid. Affiniteit voor regels, data en cijfers. Zaken afmaken, systematisch en ordelijk. Affiniteit met administratieve, juridische en/of controlewerkzaamheden.
Afkeer van administratie, niet goed in het planmatig en gestructureerd aanpakken van zaken. Eerder flexibel dan ordelijk. Planningen niet vasthouden. Dingen zijn vaak 'vrijwel' of 'bijna' geregeld.
I
C
De persoonlijke RIASOC-code is een algemeen uitgangspunt om een verzameling beroepen te vinden en die vervolgens te verkennen. Deze BZO-code is niet exact, maar een resultaat bij benadering op basis van een theoretisch-empirisch proces. De eerste letter van de code is het betrouwbaarst en het meest beschrijvend. Uit onderzoek is gebleken dat de overgrote meerderheid van werknemers in een bepaald beroep een BZO-code heeft waarbij de eerste codeletter een van de drie lettters van de beroepscode is. Voor studenten en opleiding is dit zelfs 90 %. De verdeling van BZO-codes in de Nederlandse onderzoeksgroep is zeer onevenredig verdeeld. AC en RA komen nauwelijks voor. OS en SA komen het vaakst voor. Ook zijn er verschillen tussen mannen en vrouwen. Bij mannen komt OS het meest voor en het minst RA, AC en CA. Bij vrouwen komt SA en SC het meest voor en RI, RO en OR het minst. Vaak zijn zeldzaam voorkomende codes niet consistent in vergelijking met frequent voorkomende codes. Ook de verdeling van beroepscodes zijn zeer onevenredig. Bij zelden voorkomende persoonlijke codes gaat het vaak om zeldzame beroepscodes, terwijl veel voorkomende persoonlijke codes vaak veel voorkomende beroepscodes zijn. Personen met een zeldzame persoonlijke code zullen moeite hebben om een congruent beroep te vinden. En goede aanpak kan dan zijn om bij bijvoorbeeld een persoonlijke code RCI ook de andere beroepsmogelijkheden RIC en CRI te verkennen of alle R beroepen of C beroepen te bekijken.
FREQUENTIETABEL 2-L CODES Mannen
Vrouwen
< 1%
AC….
AC….
1%
3%
AI ….
AI….
1%
5%
AO….
AO….
5%
2%
AR….
AR….
< 1%
4%
AS….
AS….
10%
< 1%
CA….
CA….
2%
1%
CI….
CI….
1%
4%
CO….
CO….
1%
2%
CR….
CR….
1%
1%
CS….
CS….
5%
2%
IA….
IA….
2%
1%
IC….
IC….
< 1%
5%
IO….
IO….
< 1%
1%
IR….
IR….
< 1%
2%
IS….
IS….
2%
3%
OA….
OA….
2%
7%
OC….
OC….
4%
3%
OI….
OI….
1%
3%
OR….
OR….
< 1%
14%
OS….
OS….
7%
< 1%
RA….
RA….
< 1%
1%
RC….
RC….
< 1%
3%
RI….
RI….
< 1%
4%
RO….
RO….
< 1%
5%
RS….
RS….
2%
4%
SA….
SA….
16%
3%
SC….
SC….
12%
2%
SI….
SI….
9%
6%
SO….
SO….
10%
5%
SR….
SR….
2%
II PERSOONLIJKHEID Het BZO-type van een persoon geeft informatie over de persoonlijkheid: Wat doe ik graag?, Wat kan ik?, Wat wil ik?, Wie ben ik?. Volgens de theorie van Holland is beroepssucces en arbeidstevredenheid afhankelijk van mate waarin een persoon bij zijn werk past. Zijn stelling is dat beroepskeuze de persoonlijkheid uitdrukt. Mensen zoeken werkomgevingen die aansluiten bij hun vaardigheden en waarden. Door de zes modeltypen: realistisch, intellectueel, artistiek, sociaal, ondernemend en conventioneel kunnen karakteristieke patronen van interesses, vaardigheden en gedrag van een persoon kunnen in beeld worden gebracht. Op basis van vele onderzoeken onder schoolgaanden en werkenden kan aan elke Type een bepaalde verzameling van capaciteiten, persoonlijkheidseigenschappen en waarden toegeschreven worden. Deze verzamelingen van aanleg, vaardigheden en persoonlijkheidskenmerken verklaren waarom mensen met een bepaalde BZO-code zich aangetrokken voelen tot bepaalde beroepen.
Beroeps gebied
Techniek
Onderzoek, wiskunde menswetenchappen theoretisch technisch, therapeutisch, psychologie, vormgeving, architectuur, productontwerp wetenschap, wiskundig, onderzoekend
Beroepen
praktisch technisch, landbouw, industrie
Aanleg, kwaliteiten, capaciteiten
practischtechnisch
Zelfbeeld Waarden
ratio ambitie vrijheid zelfdicipline inschikkelijkheid nieuwe werktuigen of apparaten ontwikkelen
ratio ambitie kennis logica
practisch, rechtljnig, ongecompliceerd, nuchter
intellectueel, analytisch, open, brede interesses
Doelen
Kenmerken
wetenschapper worden, waardevolle producten ontwikkelen
Kunst toegepaste Onderwijs kunst en en zorg vormgeving acteur, hulpverlening, tekenaar, maatschappemusicus, lijk werk, schilder, onderwijs, beeldhouwer zorg
kunstzinnig, creatief
Bestuurlijk, leidinggevend manager, bestuurder, commerciële functies
Administratief, financieel administrateur, ambtelijke beroepen, beheer automatisering
sociaal en bestuurlijk, administratief, onderwijskundig, leidingevend, registratief, interpersoonlijk commercieel, financieel, bedrijfskundig, bedrijfskundig interpersoonlijk verbeelding, hulpvaardighulpvaardigstructuur en estheticiteit heid heid orde, gelijkheid, tolerantie durf, traditie durf gelijkheid, ambitie zelfrespect vrijheid uitvoerend anderen helpen anderen expertise kunstenaar, en verzorgen, aansturen, hebben schilderen, leraar worden, leider zijn, op financieel boeken therapeut expertise en commercieel schrijven, worden hebben gebied, muziek op financieel produktief zijn schrijven en commercieel gebied, populair zijn creatief, begrijpend, sociaal conventioneel, fantasievol, sympathiek, dominant, conformistisch, verbeelding, overtuigend, beïnvloedend, gesloten, intuïtief, naar buiten energiek, practisch gevoelig, gericht avontuurlijk, denkend, nonnaar buiten methodisch, conformistisch gericht weinig verbeeldingskracht
Werkstijl en Werkomgeving Object materie mensen/materie materie Gericht op tastbaar, exacte vakken, kunst en concreet werk practische esthetiek, creativiteit bestuderen en beïnvloeden van het gedrag van mensen Tijdbeleving hier en nu hier en nu toekomst Persoonlijkheidpraktisch, nadenkend, origineel, (werkstijl) realistisch, analyserend, intuïtief, gestructureerd informatief expressief Werkomgeving praktisch, wetenschap, kunstig, (doelen en realistisch, wiskundig onsystematisch waarden) gestructureerd
mensen zorg voor anderen
mensen mensen risico's nemen en structuur en leidinggeven orde
hier en nu relationeel, interactief, communicatief sociaal, samenwerkend
toekomst intuïtief, expressief, overheersend populair, verantwoordelijk
hier en nu adviserend, procedureel, wettelijk traditioneel, systematisch
III BIJDRAGE PER CATEGORIE AAN PERSOONLIJKE CODE Aan de hand van thema's als persoonlijkheid en zelfbeeld (behoeften, waarden, persoonskenmerken), eigen kwaliteiten/capaciteiten (competenties), beroepenaffiniteit en eigen interesses is het individuele BZO-profiel gegenereerd. Dit profiel geeft informatie over het type persoon dat je bent. Benadrukt wordt dat het ene profiel niet beter is dan een ander. Onderzoek heeft uitgewezen dat iemands beroepenvoorkeur ook over lange tijd een redelijk stabiele factor is, waardoor eigen uitspraken over de beroepstoekomst realistisch en valide genoemd kunnen worden als het patroon van interessen eenmaal is uitgekristalliseerd. De beroepenvoorkeur kan voortkomen uit meerdere domeinen van motivatie: 1. Interesse Interesse ontwikkelt zich altijd binnen een bepaalde sociale context. Voor iets wat men niet kent, kan men geen interesse ontwikkelen De motiverende kracht ligt hier besloten in de positieve sensatie, gebaseerd op het ervaren van de activiteit zelf. Er is een zeker, doch geen absoluut, verband tussen het positief ervaren van een bepaalde activiteit en het feit dat men capabel functioneert in deze activiteit. Kortom, er is een relatie tussen capaciteiten en interessen. Verder geldt een zeker verband tussen de interesse voor een bepaalde activiteit en interesse voor een samenhangend geheel van activiteiten, waarvan de bepaalde activiteit onderdeel is. De interesse voor de beroepsactiviteit is een afgeleide van het psycho-sociale klimaat in een bepaald beroep. Niet de beroepssector is beslissend, maar het omgevingstype dat correspondeert met de eigen typologische kenmerken. Uitgangspunt is dat de mens een voorkeur heeft voor een omgeving waarin hij hetzelfde type mens tegenkomt als hij is of zou willen zijn. Deze voorkeur voor een bepaald omgevingstype is ingebed in een meer omvattend complex van eigenschappen en waarden, capaciteiten of competenties en houdingen. Zo zal iemand die geïnteresseerd is in vormgeving en estethische zaken ook over bepaalde, vanuit de motivatie ontwikkelde, capaciteiten en kwaliteiten beschikken op dit gebied. Uiteraard is de beroepssfeer waarop men gericht is in de praktijk altijd een mix van diverse ongevingstypen. 2. Grondattitude De grondattitude kan omschreven worden als een uitdrukking van de eigen aard van de psyche zelf. De grondhoudingen van de mens van waaruit deze de werkelijkheid tegemoet treedt, zijn bijvoorbeeld het onderzoekende, beherende, verzorgende, denkende, vernieuwende en organiserende type. 3. Need (drive) Met need wordt bedoeld de motivatie die voortkomt uit een tekort en het gedrag stuurt in de richting van (beroeps-)activiteiten, die deze deficiënties aanvullen. Deze psycho-analytische benadering gaat uit van een sublimatiemechanisme. De bewuste motivatie voor een beroep wordt als een afgeleide van de oorspronkelijk onbewuste motivatie, verbonden met elementaire lust-en onlustgevoelens, gezien. Het gaat hierbij om het op een voor de maatschappij aanvaardbare manier van vormgeven en realiseren van lustbehoeften. Het realiteitsprincipe dwingt iemand tot uitstel van lustbevrediging, maar door de keuze van een beroep dat aansluit op het lustmotief, komt het individu tot een aanvaardbaar en werkbaar compromis.
IV PROFIELVORM
Profielvorm Een vrij gelijkmatige, vlakke profielvorm, met weinig uitgesproken pieken en dalen, duidt op een niet uitgesproken interesse en vaardigheden voor een bepaald beroepengebied. Gelijkmatige profielen zijn vaak een teken van weinig kennis over verschillende werksoorten of een gebrek aan besluitvaardigheid. • Een vlak profiel kan het gevolg zijn van een overhaaste invulling van de test, zonder zich af te vragen wat men goed kan en waarvoor men zich echt interesseert. Vooral bij jongeren, die een nog niet goed ontwikkeld zelfbeeld hebben, kan dit het geval zijn. Een vrij lage lijn in de grafiek kan er op wijzen dat men geen goed beeld van zichzelf heeft. • Een vlak profiel waarbij de persoon een aantal onsamenhangende loopbaanideeën heeft, duidt erop dat de persoon nog geen helder beeld heeft. Daarentegen kan een vlak profiel in combinatie met een aantal wel samenhangende loopbaanideeën erop wijzen dat men een goed beeld heeft van de eigen identiteit en een breed scala van kwaliteiten en interesses heeft. • Hoge vlakke profielen kunnen betekenen dat de persoon energiek is en een breed scala van kwaliteiten en interesses heeft. • Lage vlakke profielen kunnen niet alleen kenmerkend zijn voor iemand met een onduidelijk gevoel van identiteit, maar ook voor personen die zich nauwelijks betrokken voelen bij de maatschappij of een niet zo positief zelfbeeld hebben. Bij duidelijke pieken en dalen (> 6 punten) is er sprake van een meer uitgesproken profiel. Bij één duidelijke piek is er een eenduidige zwaartepunt in de interessess en capaciteiten. Meerdere pieken wijzen op een voorkeur voor een aantal types. Grillige profielen horen meestal bij mensen die goed weten wat ze wel en niet willen. Bij profielen met een grote differentiatie is het echter ook mogelijk dat de eigen voorkeuren te zwart-wit zijn neergezet. Het komt voor dat mensen op grond van gebrekkige informatie of eenzijdige voorlichting een bepaalde werksoort resoluut afwijzen. Zo is 'administratie' in sommige kringen een vies woord, omdat het synoniem is met saai en uitzichtloos werk. Bij het beoordelen van een BZO profiel wordt als regel aangenomen dat scoreverschillen van minder dan 7 binnen de standaardafwijking vallen en als ongeveer gelijk worden beschouwd. Dit betekent dat als iemand bijvoorbeeld als code SOI heeft met de schaalscores S=26, O=20 en I=22 deze drie hoogste scores als min of meer gelijk beschouwd dienen te worden en men zich niet alleen beperken moet tot de SOI-beroepen maar ook de varianten van deze code moet doornemen.
Schaal
Score
Realistisch
25
Intellectueel
24
Artistiek
20
Sociaal
19
Ondernemend
22
Conventioneel
19
V CONGRUENTIE WILLEN EN KUNNEN
INTERESSE- EN COMPETENTIEPROFIEL COMPETENTIEPROFFIEL
INTERESSEPROFIEL
BZO lettercode
Ruwe totaalscore
Percentage van totaal
BZO lettercode
Ruwe totaalscore
Percentage van totaal
R
10
77
R
8
67
I
9
69
I
8
67
A
7
54
A
6
50
S
11
85
S
4
33
O
6
46
O
10
83
C
8
62
C
3
25
In de grafiek zijn de resultaten opgenomen, gebaseerd op de percentage-scores op de zes Holland-typen, van de onderdelen Interesses en Competenties. Het Interesseprofiel, de interesses van iemand voor de diverse soorten bezigheden, zoals die voorkomen in de wereld der beroepen is een belangrijk gegeven voor loopbaankeuzes, want interesses zeggen iets over de persoonlijke motivatie. Als iemand in zijn beroep bezig kan zijn met dingen of onderwerpen die hem echt interesseren, dan is de kans groot dat hij dat werk ook goed doet en steeds beter gaat doen. Door niet alleen te kijken naar wat iemand leuk vindt, maar ook naar wat iemand kan en weet, wordt het beeld verfijnd. Iemands affiniteit met een bezigheid heeft meer gewicht wanneer deze gepaard gaat met specifieke kennis en vaardigheden dan wanneer iemand iets heel interessant zegt te vinden maar er eigenlijk maar weinig van weet. Het Competentieprofiel geeft weer wat de kandidaat over zichzelf rapporteert. Het is zijn/haar individuele inschatting van de eigen competenties.
CONGRUENTIE In de theoretische uitgangspunten van John Holland speelt het begrip congruentie een belangrijke rol. Congruentie is de mate van overeenkomst tussen wat de respondent wil en wat hij kan. Om de verhoudingen tussen het interesse- en competentieprofiel goed te kunnen bepalen, wordt de RIASOC-uitslag van beide profielen vertaald naar percentages, waarbij de hoogste letter-score in elk profiel op 100 % wordt gesteld. Het percentage voor de overige letters wordt berekend ten opzichte van dit maximum. De sterke nadruk ligt op de eerste drie letters in de RIASOC-code: rio Ondanks de verschillende scores kan de relatieve verhouding van de scores op RIASOC in het Interesse- en het Competentieprofiel gelijk zijn. Scores die in de Interesse- en Competentiegrafiek ver uit elkaar lagen kunnen in de Congruentie-grafiek dichterbij elkaar komen te liggen. Wanneer de relatieve posities van de letters van het interesse- en het competentieprofiel dicht bij elkaar liggen, is er sprake van een hoge congruentie tussen de interesses en competenties van de respondent. Liggen de relatieve posities verder uit elkaar dan is er sprake van een minder hoge congruentie en is de afstand tusen de interesses en competenties dus groter.
(1) Lage congruentie: hoge interessescore en lage competentiescore Een lage congruentie is er bijvoorbeeld wanneer iemand hoog scoort op interesse voor kunstzinnige beroepen en in het competentiedeel laag scoort; bijvoorbeeld aangeeft weinig fantasievol te zijn, niet te kunnen tekenen of geen muziekinstrument te kunnen bespelen. Laagcongruente kandidaten hebben een tegenstrijdigheid in hun interesse- en competentieprofiel. Er is misschien sprake van een ontwikkelbehoefte. Wanneer respondent aangeeft iets graag te willen, maar er niet zo competent in is, betekent dat nader onderzoek: Waar gaat het om? Wat ontbreekt er nog? Wat moet de respondent nog leren, afleren, doen, veranderen om de eigen wensen te vervullen? Is het realistisch of ligt de lat onbereikbaar hoog? Is er voldoende tijd en geld beschikbaar? De ontwikkelbehoefte is realistisch als de ontbrekende competenties verbeterd kunnen worden én als er voldoende tijd is om de verbetering te realiseren en de investeringen 'terug te verdienen'. Het komt overigens ook regelmatig voor dat mensen met dit patroon geen echte ontwikkelbehoefte hebben, omdat het om een hobby draait. Dit zien we vaak bij de werksoort Artistiek. Veel amateurkunstenaars zijn zeer enthousiast over hun hobby (muziek maken, dansen, beeldhouwen, schilderen etc.) en zullen hoog scoren interesse voor Artistiek. Velen realiseren zich tegelijkertijd dat hun artistieke bezigheden vooral intrinsiek bevredigend zijn en geen realistische perspectieven op een betaalde baan bieden. Zij leven zich uit zonder anderen al te veel lastig te vallen met hun kunstuitingen. (2) Interessecore en competentiescore liggen op het zelfde niveau Het willen is in overeenstemming te achten met het kunnen. De respondent heeft blijkbaar een congruent beeld van zichzelf op dit punt, omdat zijn belangstellingen en vaardigheden met elkaar in balans zijn. (3) Interessescore is lager dan competentiescore In dit geval zijn mensen uitgekeken of afgeknapt op een bepaalde werksoort, maar beheersen ze deze wel. Een veel voorkomend fenomeen is de sociaal geïnteresseerde werkneemster die als administratieve kracht haar loopbaan is gestart en nu op zoek is naar 'iets met mensen'. In deze gevallen zal de interessescore op Conventioneel lager zijn, terwijl de competentiescore op Conventioneel onverminderd hoog is. Wanneer de interesse lager uitkomt dan de competentie, is dit meestal duidelijk verklaarbaar.
VI INDEXEN CONSISTENTIE De zes typen (RIASOC) staan niet in willekeurige volgorde. Zij staan in een circulair verband. Zo staat bijvoorbeeld de intellectuele interesse dicht bij de artistieke interesse maar veel verder af van de zakelijk-organisatorische interesse. En daarmee zijn ook de intellectuele en artistieke werkomgevingen meer gelijkend op elkaar dan de intellectuele en ondernemendorganisatorische werkomgevingen. Het artistieke type bijvoorbeeld staat veel verder af van het conventionele type dan van het intellectuele type. Concreet staat dicht bij conventioneel, maar ver van sociaal. Deze inhoudelijke (dis)similariteiten zijn in het hexagon weergegeven. voorkeurscode: r i o
Het profiel is consistent. Het begrip consistentie is direct gekoppeld aan deze hexagonale voorstelling. Consistentie zegt iets over de stabiliteit en voorspelbaarheid van uw profiel. Consistentie verwijst naar de ordening van de zes types in het Persoons- en Omgevingsprofiel. consistent Als de twee eerste types waarmee de grootste similariteit is vastgesteld in het hexagon naast elkaar liggen, spreken we van consistentie (bijvoorbeeld administratief en concreet). Aangrenzende typen zjn onderling het meest consistent en hebben vergelijkbare belangen, eigenschappen of waarden. minder consistent Als deze types alternerend geordend zijn (bjvoorbeeld administratief en intellectueel) is het profiel minder consistent. inconsistent En als de types tegenover elkaar liggen in het hexagon is sprake van maximale inconsistentie. Een uitslag met als hoogste scores Artistiek en Conventioneel is zeer inconsistent, de psychologische afstand tussen beide typen is groot. Deze persoon verenigt een aantal tegenstrijdige eigenschappen in zich: voorkeur voor ongestructureerde activiteiten versus gestructureerde activiteiten, verbeelding versus weinig verbeelding en onconventionele waarden versus conventionele waarden en normen. Personen met een inconsistent profiel verenigen psychologische eigenschappen in zich die minder goed combineerbaar zijn. De consequentie is dat het waarschijnlijk moeilijker zal zijn om mensen te vinden die dit soort karakteristieken combineren in één individu. Bij een beroep dat inconsistente typen vraagt, kan sprake zijn van een knelpuntberoep. In de praktijk zijn de basale functionele typen in elk mens vertegenwoordigd, het ene sterk, het andere minder of gemiddeld, en weer andere nauwelijks tot niet. Het meten hiervan levert dan ook een uniek persoonlijk profiel op. De basale typen staan niet helemaal los van elkaar,
sommige typen zijn meer verwant dan andere. De relaties tussen de 6 typen vormen een hexagonaal model, waarbij de psychologische afstanden tussen de typen evenredig aan de afstanden in het model zijn. Analoog aan het gegenereerde persoonlijk profiel uit iemands interesses, activiteiten, vaardigheden en eigenschappen, kunnen werkomgevingen in kaart worden gebracht. Hier leidt inventarisatie van benodigde vaardigheden, eigenschappen, attitudes, waarden, gedragsstijlen en activiteiten tot een functieprofiel. Aldus kan de congruentie tussen beide worden vastgesteld. De voorspelling is dat de kans op succes in een arbeids- of studieomgeving groter is naarmate de congruentie tussen persoonsprofiel en functieprofiel toeneemt. Omgekeerd wordt van studie- en werkomgevingen verwacht dat ze met name personen zullen vasthouden die er het beste in passen. DIFFERENTIATIE Lettercodes verschillen in de mate waarin ze duidelijk zijn gedifferentieerd. Differentiatie is een maat voor het kenmerkend zijn van het profiel. Het maximale verschil is 36 en het minimale verschil 0. Hoe groter de differentiatie, hoe meer uitgesproken het profiel is. Een uitgesproken persoon of beroep zal veel overeenkomsten hebben met het ene type en heel weinig de andere types. Anderzijds zal een persoonheidsprofiel of beroepsprofiel weinig uitgesproken zijn als er ongeveer gelijkenis is met alle typen. Gedifferentieerde of uitgesproken profielen zullen in het algemeen een grotere voorspellende waarde hebben dan ongedifferentieerde. Goed gedifferentieerde profielen met voldoende afstand tussen de typen geven aan dat de persoon– oriëntatie gekenmerkt wordt door een duidelijk af te lijnen interessepatroon. Goed gedifferentieerde profielen hebben een grotere afstand tussen hun eerste letter (type) en de tweede letter, het zegt ons dat de persoon of omgeving een duidelijk afgelijnd interessepatroon heeft. Het verschil tussen de hoogste en laagste score bedraagt 6. De differentiatiescore is te kwalificeren als zeer laag.
ANTWOORDTENDENTIE Ook de hoogte van de scores is een maat voor de uitgesprokenheid van het profiel. De totaalscore is 129. Deze totaalscore is te kwalificeren als hoog.
VII PERSOONLIJKE CODE EN BEROEPENCODE Het belangrijkst zijn de hoogste scores in het persoonlijkheidsprofiel. Wordt het profiel gedomineerd door één type of zijn het er meer ? In het algemeen domineren twee of drie typen het profiel en is dus de combinatie van deze typen belangrijk is voor een goed begrip van de interesses. Veelal heeft een respondent totaal geen affiniteit heeft met bepaalde typen. Soms is er zelfs een actieve afkeer van bepaalde werksoorten. Dit levert zinvolle informatie op omdat de laagste scores in het profiel vaak dingen uitsluiten. Bij iemand die zeer laag op Realistisch scoort, is het niet zinvol om aan beroepen te denken waarbij je vuile handen krijgt. Door de combinatie te maken van de hoogste en laagste scores krijgt het interessepatroon van de respondent meer diepte. En natuurlijk zijn er ook mensen die geen lage scores hebben. Maar ook dat is zinvolle informatie. De differentiatie in RIASOC-interesseprofielen kan per persoon nogal verschillen. Sommige mensen maken weinig onderscheid tussen de antwoordmogelijkheden, anderen vinden de verschillen tussen leuk en niet leuk juist heel groot. Gelijkmatige profielen zijn vaak een teken van weinig kennis over verschillende werksoorten of een gebrek aan besluitvaardigheid. Grillige profielen horen meestal bij mensen die goed weten wat ze wel en niet willen. Maar bij profielen met een grote differentiatie zal toch gecontroleerd moeten worden of de respondent eigen voorkeuren niet te zwart-wit heeft neergezet. Het komt voor dat mensen op grond van gebrekkige informatie of eenzijdige voorlichting een bepaalde werksoort resoluut afwijzen. Zo is 'administratief' in sommige kringen een beladen woord, omdat het synoniem zou zijn met saai en uitzichtloos werk. U heeft op 129 vragen met ja geantwoord (60 %); onderverdeeld in thema's: affiniteit beroep-werkomgeving/activiteiten
54 % ja-antwoorden
competenties/kwaliteiten/vaardigheden
64 % ja-antwoorden
eigenschappen/waarden/zelfbeeld
61 % ja-antwoorden
Een zogenaamd hoge antwoordtendentie (> 77 %) kan verschillende verklaringen hebben. Het kan een teken zijn van veel zelfvertrouwen, van zelfoverschatting, van een gebrek aan kritisch denken of van een gebrek aan kennis van de verschillende werksoorten of het betekent dat iemand daadwerkelijk alles heel erg leuk vindt. Bij iemand die over de hele linie kiest voor de meest positieve antwoordmogelijkheden is het belangrijk om grondig na te gaan over wat hij of zij leuk vindt. Bij goed en aanhoudend doorvragen naar concrete voorbeelden, komt meestal het verschil tussen zo maar iets leuk vinden en de echte passies naar voren. Een lage antwoordtendentie (< 23 %) kan een teken zijn van een gering zelfvertrouwen of een gebrek aan kennis over de eigen mogelijkheden. En soms komt het voor dat mensen heel erg kritisch zijn bij het invullen van de vragenlijst, waardoor de antwoordtendentie laag is.
UITKOMSTENPATROON (r i o) - TOELICHTING In dit uitkomstenpatroon spelen de menstypen r i o een relatief belangrijke rol. Daarom volgt hier een nadere omschrijving van mensen die zowel een hoge r, i als o in hun profiel hebben. Dit is een algemene omschrijving die geldt voor mensen waarbij deze drie-letter-code richting geeft aan het profiel, ongeacht de volgorde van de eerste drie letters. Dus deze tekst geldt voor alle combinaties met deze drie letters. Het is dus niet zo dat alle hieronder genoemde aspecten ook volledig van toepassing zijn. Dit is onder meer afhankelijk van de vraag of binnen deze combinatie nog een duidelijke rangorde te maken is en hoe uitgesproken de verschillen tussen de andere drie scores binnen het RIASOC-profiel zijn. R Realistisch-technisch R staat voor interesse in natuur en techniek, doelgericht en concreet bezig zijn. Het realistischtechnische menstype is graag bezig met concrete werkzaamheden als het met de handen werken, lichaamskracht gebruiken en iets concreets creëren, liefst op korte termijn. Problemen worden op een pragmatische wijze opgelost, waarbij vooral het eindresultaat telt. Deze realistisch ingestelde types maken zaken niet onnodig ingewikkeld. Voorbeeldberoepen waarin dit menstype werkt, zijn op een lager opleidingsniveau coupeuse, bulldozerchauffeur, vrachtwagenchauffeur, baggerwerker, heiwerker, havenwerker, metselaar of loonwerker in de landbouw. Op een middelbaar niveau procesoperator, liftmonteur, geluidtechnicus, confectietechnicus, meet- en regeltechnicus, chemisch laborant, automonteur. En op een hoog opleidingniveau is dat bijvoorbeeld levensmiddelentechnoloog, werktuigbouwkundige, bouwkundig opzichter, chemisch technoloog of bodemkundig onderzoeker. I Intellectueel-onderzoekend I staat voor onderzoek, nieuwsgierigheid en intellectuele werkzaamheden. Kenmerkend voor dit type is een onderzoekende en leergierige houding. Ze studeren graag en staan open voor nieuwe kennis, moderne ontwikkelingen en afwijkende inzichten. En ze houden van abstracte en en theoretische vraagstukken. Ze bekijken vraagstukken van verschillende kanten en komen het liefst goed beslagen ten ijs. Dit type wordt door anderen soms als te genuanceerd en besluiteloos gezien. Ook worden ze soms belerend en onpraktisch ervaren. Voorbeeldberoepen waarin het I-type werkt, zijn op een middelbaar opleidingsniveau analist, laboratoriumtechnicus, medisch laboratoriumassistent. Op hoger niveau valt te denken aan archivaris, conservator, planoloog, biochemicus, plantkundige en aan wetenschappelijk medewerkers en onderzoekers. Er zijn eigenlijk geen banen op een lager niveau waar een I-type zich thuisvoelt. Bij een hoge I score en een laag opleidingsniveau is verder leren dan ook aangewezen. RI/IR-types zijn mensen die in hun technische beroep het naadje van de kous willen weten. Zij zijn de troubleshooters die graag inhoudelijk uitgedaagd worden. Storingzoeken is een typische RI- liefhebberij. Voorbeeldberoepen waarin het RI/IR type zich thuis voelt, zijn op hoger niveau ingenieursberoepen. Op middelbaar niveau zijn ze in allerhande constructeursbanen te vinden, zoals constructeur meet- en regeltechniek. Andere beroepen die bij deze combinatie passen zijn: landmeetkundige, technisch tekenaar, elektricien, koeltechnisch monteur (middelbaar niveau) en betonconstructeur, bouwkundig ingenieur, ingenieur plantveredeling, levensmiddelentechnoloog en dierenarts (op een hoger niveau). Vanwege de intellectuele component die door het intellectuele-onderzoekende type ingebracht wordt, zijn er niet veel banen op laag niveau die echt goed aansluiten op dit combinatietype. Bij een hoge I score en een laag opleidingsniveau is verder leren dan ook aangewezen. Bij het profiel van R, I en O (in willekeurige volgorde) zien we mensen met een interesse voor techniek en onderzoek gekoppeld aan een ondernemende, actieve instelling. Zij willen graag een zelfstandige of leidende rol spelen. En ondanks de voorkeur voor het werken met tastbare, concrete en meetbare zaken willen zij met een gevarieerd takenpakket geconfronteerd worden. Zij hebben behoefte aan een baan met problemen die geanalyseerd en opgelost kunnen worden. Voorbeeldberoepen waarin we deze nieuwsgierige en ondernemende persoonlijkheden in een technische omgeving aantreffen, zijn akkerbouwer, electricien (middelbaar niveau) en verkeersvlieger of levensmiddelentechnoloog (hoger niveau). RIO/IRO-beroepen: RIO: automonteur, bedrijfswerktuigkundige, betonconstructeur, boordwerktuigkundige, confectietechnicus, electricien, electronicatechnicus, houtvester, landbouwer, levensmiddelentechnoloog, meet- en regeltechnicus, scheepswerktuigbouwkundige, schoentechnicus, televisiemonteur, verwarmingsmonteur, vliegtuigmonteur, werktuigbouwkundige IRO: agrarisch consulent, chemisch technoloog, ergonoom, fysisch technicus, geofysicus, geoloog, ingenieursberoepen, landbouwkundig ingenieur, mijningenieur, mineraloog, verkeerstechnicus, verkeersvlieger ROI: boormeester, bosopzichter, bouwkundig opzichter, constructiebankwerker, duiker, inseminator, isolatietechnicus, jachtopziener, kweker, landbouwsmid, loodgieter IOR: bedrijfskundige, milieuhygienist ORI: bedrijfsleider, bedrijfsleider agrarische sector, cultuurtechnicus, loods, rechercheur, rentmeester, stuurman, technisch vertegenwoordiger OIR: gezagvoerder, reder
Uw voorkeurslijst: (r i o) Automonteur 1 Autotechnicus 0 Bedrijfswerktuigkundige 1 Betonconstructeur 2 Boer (biologische landbouw) 1 Boordwerktuigkundige 2 Confectietechnicus 1 Dieselmotortechnicus auto's/schepen 1 Electriciën 1 Electronicatechnicus 0 Elektrotechnicus 0 Houttechnoloog 2 Houtvester 2 Ingenieur civiele techniek 2 Irrigatiedeskundige 2 Koeltechnicus 1 Landbouwer 1 Landbouwtechnicus 1
Levensmiddelentechnoloog 2 Lijnpiloot 2 Machinebouwingenieur 2 Maritiem officier 2 Meet- en regeltechnicus 1 Militair piloot 2 Radio- en televisiemonteur 1 Sanitair en verwarmingsinstallateur 1 Scheepselektromonteur 1 Scheepswerktuigbouwkundige 0 Schoentechnicus 1 Technicus metaalbouw 1 Technicus verpakkingen 1 Textieltechnicus 1 Verwarmingsmonteur 1 Vliegtuigmonteur 1 Werktuigbouwkundige 2
UW PERSOONLIJKE CODE (RIOACS) EN BEROEPEN Het zelfonderzoek laat je werkomgevingen/beroepen zoeken die goed aansluiten bij je persoonlijkheidstype. Doorgaans geldt dat mensen die werk doen die bij hun persoonlijkheid (werkstijl) passen de meeste voldoening, waardering en succes ervaren. De drie-letter-code moet gezien worden als een korte typering van de gemiddelde beroepsbeoefenaar in een bepaald beroep. Bijvoorbeeld: aan het beroep van vertegenwoordiger is de code OSC toegekend, deze code typeert de gemiddelde vertegenwoordiger, in de eerste plaats ondernemend, in de tweede plaats sociaal en in de derde plaats conventioneel. Het zal duidelijk zijn dat niet iedere vertegenwoordiger precies deze OCS-code zal hebben. Ook zal duidelijk zijn dat in ieder beroep verschillende types werken, doch hoe groter de overeenkomst van het gekozen beroep met de drie-letter-code hoe groter de kans dat het beroep aansluit bij jouw persoonlijkheid, interessen, vaardigheden en waarden. Wanneer alle drie de letters van je persoonlijke code in een beroep voorkomt, is er een hele grote overeenkomst en dus een heel grote kans dat het beroep bij jou zal passen. Bij het zoeken is het van belang dat je elke mogelijke volgorde van je persoonlijke code onderzoekt. In het geval van de code OSC kun je verwante varianten opzoeken: OCS, SOC, SCO. Hoewel je waarschijnlijk maar een paar beroepen aansprekend vindt, geeft deze werkwijze je een ruimere blik, omdat je dan ook buiten je eigen referentiekader kijkt en aldus wellicht nieuwe ideeën kunt opdoen. De database bevat meer dan 2.500 beroepen voor de opleidingsniveau;s MBO of lager (gecodeerd met 1) en HBO of hoger (gecodeerd met 2). Veel beroepen kunnen op meerdere opleidingsniveau's uitgeoefend worden (gecodeerd met 0). Voorts wordt verwezen naar Hoofdstuk X van deze rapportage waar op basis van uw persoonlijkheidstype HBO en WO opleidingen zijn geselecteerd met voorbeeldberoepen.
VERDERE VERKENNING OP BASIS VAN LETTERVARIANTEN BINNEN DE PERSOONLIJKE CODE
Op basis van de totaalscore genereert BZO beroepen die goed passen bij de drie-letter-code (hoge comptabiliteit), beroepen die het overwegen waard zijn (gemiddelde comptabiliteit) en beroepen die niet passen bij het profiel (geen comptabiliteit).
HOGE COMPTABILITEIT Geselecteerde code: roi BEROEPEN: Bergingsduiker 1 Boormeester 1 Bosopzichter 1 Bouwkundig projectleider 2 Constructiebankwerker 1 Driller 2 Duiker 1 Ecologisch landbouwexpert 2 Groentekweker 1 Isolatietechnicus 1 Jachtopziener 1 Kapitein zeevaart 2 Kweker 1 Landbouwmachinemechanicus 2 Landbouwsmid 1 Loodgieter 1 Metaalbouw voorman 1 Offsetdrukker 1 Smid 1 Vee-inseminator 1 Voorman metaalbouw 1 Geselecteerde code: iro BEROEPEN: Agrarisch consulent 2 Bedrijfskundig ingenieur 2 Bos- en landschapsadviseur 2 Chemicus 2 Chemisch analist 0 Chemisch technoloog 0 Drilling engineer 2 Elektro ingenieur 2 Ergonoom 2 Fysisch technicus 2 Geofysicus 2 Geograaf 2 Geoloog 2 Ingenieur (algemeen) 2 Landbouwkundig ingenieur 2 Mijningenieur 2
Milieuwetenschapper 2 Mineraloog 2 Onderzoeksingenieur 2 Ontwerper bouwkunde 2 Ontwerper scheepsbouw 2 Ontwerper telematica 2 Ontwerper voertuigbouw 2 Ontwerper-constructeur pijpleidingsystemen 2 Ontwerper-constructeur voertuig-/scheepsbouw 2 Piloot 2 Procesingenieur 2 Productie-ingenieur 2 Softwareontwikkelaar 2 Telecommunicatie-ingenieur 2 Verkeersingenieur 2 Verkeerstechnicus 2 Geselecteerde code: ior
BEROEPEN: Bedrijfskundige 2 Bestuurskundige 2 Hydrograaf 2 Milieuhygiënist 2 Onderzoeker 2
GEMIDDELDE COMPTABILITEIT Geselecteerde code: ori BEROEP: Bedrijfsleider 1 Bedrijfsleider/ondernemer (landbouw) 1 Bedrijfsleider/ondernemer garagebedrijf 1
Bedrijfsleider/ondernemer schadeherstelbedrijf 1 Beheerder bos- en natuurterreinen 1 Beleidsmedewerker agrarische zaken 2 Cultuurtechnicus 2 Directeur pretpark 2 Loods binnenvaart 1 Orthopedisch technoloog 2 Productieleider animatie 2 Productieleider film/radio/tv/theater 2 Rechercheur 0 Rentmeester 2 Stuurman binnenvaart 1 Stuurman grote vaart 1 Vertegenwoordiger technische producten 1 Geselecteerde code: oir BEROEP: Bestuurskundige 2 Gezagvoerder 2 Kennistechnoloog 2 Reder 2 Geselecteerde code: ria BEROEP: Beeldtechnicus 1 Belichtingstechnicus 1 Geluidstechnicus 1 Programma-technicus 1 Restaurateur 1 Tandprotheticus 1 Technisch modelbouwer 1 Tuin- en landschapsarchitect 2 TV technicus 0
GEEN COMPABILITEIT Geselecteerde code: sca BEROEP: Onderwijsassistent 1 Ouderbegeleider GGZ 2 Toeristisch informatrice 1 Geselecteerde code: sac BEROEP: Bibliothecaris muziekbibliotheek 2 Docent culturele en kunstzinnige vorming 2 Docent speciaal onderwijs 2 Docent volwassenenonderwijs voor doven 2 Docent vreemde talen 2 Groepsleerkracht basisschool 2 Jeugdbibliothecaris 2 Museummedewerker 1 Sociaal-cultureel werker 1 Geselecteerde code: csa BEROEP: Bibliothecaris 2 Bibliotheekmedewerker 1
VIII PERSOONLIJKHEIDSTYPE EN WERKOMGEVING/BEROEPEN voorkeurscode: r i o Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
R Realistisch-Technische Type
Realistische werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Bescheiden, materialistisch, nuchter, practisch, terughoudend.
Volgen van procedures en regels en het behalen van zichtbare resultaten.
Waarden
Waarden en werkstijl
Hecht waarde aan eerlijkheid en gezond verstand. Wil financieel beloond worden voor (lichamelijke) inspanning en concrete resultaten.
Concreet, productief, praktisch. De realistische werkomgeving stimuleert en beloont mechanischtechnische en motorische vaardigheden en biedt ruimte aan praktische, productieve en materialistische waarden, en aan sterk, avontuurlijk en soms zelfs risicovol gedrag. Aangepast gedrag en het degelijk uitvoeren van taken worden in deze werkomgeving op prijs gesteld.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Heeft een goed technisch inzicht, praktisch handvaardig en Interesse in werk dat praktisch is en nuttig. Ze vinden het gebruikt graag zijn lichaamskracht. prettig om hun handen te gebruiken of met machines om te gaan. Ze willen graag fysiek bezig zijn en zich inspannen. Werken met machines, gereedschap, dingen, planten en dieren. Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Houdt van activiteiten waarin het heel direct en manipulatief kan omgaan met dingen: gereedschap, machines, materialen, planten of dieren.
Bouwsector, techniek, buitenwerk, land- en tuinbouw.
Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Houdt in het algemeen niet van sociale bezigheden. Is doorgaans minder sterk in sociale vaardigheden.
Werken met machines, gereedschap, dingen, planten en dieren. Hebben doorgaans niet veel behoefte om hun gevoelens te uiten of met anderen te communiceren. Doeners.
Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
I Intellectueel-Onderzoekende Type
Intellectuele werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Analytisch, sceptisch, voorzichtig, kritisch, nieuwsgierig, bescheiden, introvert, methodisch, rationeel.
Analyseren van informatie, problemen doorgronden en oplossen, kennisverwerving, publiceren.
Waarden
Waarden en werkstijl
Kennisverwerving, doelen behalen, onafhankelijkheid.
In de werkomgeving gaat het om onderzoekende werkzaamheden teneinde problemen op te lossen of kennis te vergaren. De omgeving stimuleert en beloont analytische, wetenschappelijke, technische en verbale vaardigheden. De intellectuele omgeving biedt ruimte aan theoretische, creatieve en ideële waarden, en aan volhardend, kritisch en soms zelfs sceptisch gedrag.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Analytische en technische of mathematische vaardigheden. Analytische en technische of mathematische vaardigheden. Mondelinge en/of schriftelijke vaardigheden. Goed gedocumenteerde bijdragen aan kennis of aan de oplossing van praktische problemen worden op prijs gesteld. Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Interesse voor wetenschappelijke activiteiten. Ze willen weten hoe de wereld in elkaar zit en zoeken naar een creatieve manier om tot een antwoord op hun vragen te komen. Is er op uit de hem omringende, natuurkundige, biologische en culturele verschijnselen via observatie en onderzoek te doorgronden en te beheersen. Niet erg geïnteresseerd in samenwerking.
Wetenschap en ondezoek en sommige technische beroepen.
Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Doorgaans een afkeer van activiteiten die een overredend, Onderzoek, publicatie, problemen oplossen. sociaal of routinematig optreden vereisen.
Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
A Artistieke-Creatieve Type
Artistieke werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Individualistisch, creatief, sceptisch, kritisch, onaangepast, Creatieve verbeeldingskracht. fantasierijk, onconventioneel. Waarden
Waarden en werkstijl
Creativiteit, estheticiteit, originaliteit, zelfexpressie.
Originele ideeën en esthetische waarden. Waarden, die door de artistieke omgeving worden gestimuleerd en beloond, zijn onder meer esthetiek, verbeelding en oorspronkelijkheid. Er is ruimte voor origineel, onconventioneel en soms zelfs rebellerend gedrag. Ze willen niet graag aan regels worden gebonden.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Artistieke vaardigheden: toneelspelen, schrijven, tekenen, schilderen, beeldhouwen, musiceren, dansen, ontwerpen en vormgeven.
Creatieve vaardigheden op het gebied van literatuur, muziek, beeldende kunst , vormgeving. Emotionele expresssie.
Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Voorkeur voor vrije, ongestructureerde activiteiten, waarin Beroepen in de beeldende kunst, muziek, literatuur, hij/zij zich op kunstzinnige wijze kan uiten. (grafisch) ontwerp. Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Is vaak minder sterk in organisatorische, systematische werkzaamheden (routine en regels) en bezit vaak weinig administratieve vaardigheden.
Mensen in artistieke beroepen willen graag mooie dingen maken. Ze willen hun verbeelding en creatieve talenten graag tot uitdrukking brengen. Doel is het leveren van artistieke producten (kunstwerken) of producties (opvoeringen).
Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
S Sociaal-Contactuele Type
Sociale werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Samenwerkingsgericht, zorgzaam, sociaal, begrijpend, empathisch.
Menselijke waarden, empathie, sociale opsteling, mildheid. De sociale omgeving biedt ruimte aan humanitaire waarden en aan begripvol, geduldig en tactvol gedrag. Waar het om gaat is het verzorgen, genezen en troosten, of het onderwijzen, voorlichten en vermaken van anderen.
Waarden
Waarden en werkstijl
Maatschappelijke bijdrage, interactie, openheid en begrip, hulpvaardigheid.
Zorg voor anderen, sociale opstelling, empathie, menselijke waarden. Mensen in sociale beroepen hebben er plezier in om andere mensen te helpen zich te ontplooien of een menselijk leven te leiden. Ze zijn geïnteresseerd in anderen en willen graag met anderen samenwerken.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Goede sociale en contactuele vaardigheden zoals: tact, geduld, aandacht. Kan goed luisteren, staat open voor eigen gedachten en gevoelens. Vaardig in onderwijzen, behandelen of adviseren van anderen.
Interpersoonlijke, communicatieve en contactuele vaardigheden. Vaardigheden op het gebied van verzorgen, onderwijzen, behandelen en adviseren.
Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Houdt van werkzaamheden waarin met andere mensen kan Beroepen in de lichamelijke en geestelijke hulpverlening en worden omgaan, teneinde deze te informeren, sommige dienstverlenende beroepen (zorg, welzijn, onderwijzen, ontwikkelen, genezen, verzorgen of onderwijs en opleiding). amuseren. Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Houdt doorgaans niet van praktische en technische activiteiten en mist ook vaak vaardigheden daarin.
Met mensen werken in een helpende of dienstverlenende zin: verzorgen, onderwijzen, behandelen, adviseren.
Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
O Ondernemend-Bestuurlijke Type
Ondernemende werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Ambitieus, dominant, energiek, extravert, ondernemend, zelfverzekerd, contactueel vaardig.
De ondernemende omgeving biedt ruimte aan commerciële en politieke waarden, en aan doelstellingen zoals succes, macht, populariteit en bekendheid.
Waarden
Waarden en werkstijl
Hecht waarde aan financieel succes en sociaal succes, competitie, uitdaging, invloed en macht.
Machtsoriëntatie, verantwoordelijkheid. Mensen in ondernemende beroepen houden ervan om anderen te beïnvloeden, bijvoorbeeld om iets te kopen of om samen te werken in het bereiken van een organisatorisch, politiek of economisch doel. Deze mensen praten graag en nemen graag de leiding op zich. Ze zijn avontuurlijk en nemen graag risico's.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Goede leidinggevende of commerciële kwaliteiten en weet anderen van iets te overtuigen.
In de ondernemende werkomgeving wordt ook met mensen gewerkt, maar nu in commerciële, politieke, of leidinggevende zin. De omgeving verlangt ook nu interpersoonlijke vaardigheden, maar deze dienen van overtuigende en gezaghebbende aard te zijn.
Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Ondernemende of bestuurlijke beroepen waarin anderen overtuigd of aangestuurd moeten worden.
Managementsberoepen, leidinggevende beroepen, bestuurlijke beroepen en beroepen in handel, marketing.
Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Houdt niet van intellectuele, analytische of ingewikkelde activiteiten en bezit vaak ook weinig vaardigheden in die richting.
Verkopen, leidinggeven en anderen overtuigen om bepaalde doelen te realiseren.
Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
C Conventioneel-Administratieve Type
Conventionele werkomgeving
Persoonskenmerken
Intrinsieke Motivatie/beloning
Zorgvuldig, betrouwbaar, gedisciplineerd, gezagsgetrouw, praktisch.
Administratief-organisatorische vaardigheden, conformisme.
Waarden
Waarden en werkstijl
Hecht waarde aan ordelijkheid, stabiliteit, duidelijke verwachtingen, zorgvuldigheid en betrouwbaarheid.
De conventionele omgeving biedt ruimte aan waarden zoals zekerheid, duidelijkheid en stabiliteit, en aan conformistisch, betrouwbaar en ordelijk gedrag.
Kwaliteiten
Vereiste kwaliteiten
Administratief-organisatorische en cijfermatige vaardigheden.
In de conventionele werkomgeving draait het om handhaven en toepassen van regels en voorschriften. De omgeving stimuleert en beloont administratieve vaardigheden en vereist het vermogen om volgens strikte normen en standaarden te werken.
Interesses/activiteiten
Beroepenclusters
Voorkeur voor duidelijke, geordende (beheersmatige) werkzaamheden, die een precieze en systematische aanpak vergen.
Administratieve en ambtelijke beroepen. In de conventionele omgeving vinden we beroepen op administratief gebied (banksector, financieel, logistiek, secretarieel, administratie, beheer) en op het terrein van de ordehandhaving en wetstoepassing.
Inconsistentie
Specifieke activiteiten
Afkeer van onduidelijke en ongestructureerde activiteiten en mist ook vaak creatieve/artistieke aanleg.
Mensen in conventionele beroepen houden van werkzaamheden waarbij heel zorgvuldig dingen moeten worden bijgehouden of berekend. Het gaat om administratieve werkzaamheden, waarbij gewerkt wordt met getallen, gegevens en informatie volgens vaststaande procedures en regels.
IX MENS- EN OMGEVINGSTYPEN Beroepskeuze is een uitdrukking van de persoonlijkheid. Beoefenaars van een bepaald beroep hebben overeenkomstige persoonlijkheden en zullen daarom een karakteristieke interpersoonlijke omgeving vormen. Interesse in een bepaalde soort functie/werkomgeving kan worden opgevat als een persoonseigenschap, die kan worden samengevat aan de hand van de zes persoonstypen. Van zowel personen als van beroepen cq. studies kan een profiel worden opgesteld dat het onderlinge relatieve belang van de zes persoonstypen weergeeft. De passing of congruentie van de persoon (menstype) en beroep/studie (werktype) heeft een positieve invloed op de tevredenheid met en de prestaties in een beroep of studie. Personen die bij het persoonsprofiel passen en die bijbehorende keuzen maken, hebben een grotere kans in dit beroep succesvol en tevreden te zijn. Personen en corresponderende (werk)omgevingen kunnen ingedeeld worden in zes interessetypen met corresponderende beroepsgroepen/omgevingen. Deze typologie is afgeleid van het RIASOC Model van J.L. Holland. voorkeurscode: r i o 1. R Realistisch-technisch [hoog] Hoogscoorders zijn graag praktisch bezig: met de handen werken, iets tastbaars creëren. Zij houden van werken in en met de natuur en houden van techniek. Deze personen hebben een concrete, praktische instelling en hebben een voorkeur voor activiteiten die een bijzondere mate aan kracht, (motorische) coördinatie en 'handigheid' vereisen en tot concrete, zichtbare resultaten leidt, liefst op korte termijn. Het practische type vindt het leuk om met gereedschappen, apparaten, materialen en machines te werken of planten en dieren te verzorgen. Dit type heeft een goed technisch inzicht, is meer een doener dan een denker en werkt liever alleen dan samen met anderen. Verder is hij bescheiden en stabiel en heeft hij veel uithoudingsvermogen. Problemen worden doelgericht en op basis van practische overwegingen opgelost: ze richten zich vooral op het eindresultaat en maken zaken niet onnodig ingewikkeld. Ze zijn minder geinteresseerd in cultuur en esthetiek. Ze houden ervan om meer met dingen te werken dan met mensen of ideeën. Beroepen/werkomgevingen in de techniek (bijvoorbeeld machine en techniek, zoals electro of mechanica), de agrarische sector en enkele sectoren in de dienstverlening. Ter illustratie: metselaar, loonwerker in de landbouw, procesoperator, bodemkundig onderzoeker. In de praktische werkomgeving wordt gewerkt met machines, gereedschap, dingen, planten en dieren. De omgeving stimuleert en beloont mechanisch-technische en motorische vaardigheden. De praktische omgeving biedt ruimte aan praktische, productieve en materialistische waarden en aan robuust, avontuurlijk en soms zelfs fysiek risicovol gedrag. Tevens worden aangepast gedrag en het degelijk uitvoeren van taken op prijs gesteld.
Een gemiddelde score hoort bij mensen die zichzelf niet uitgesproken technisch of praktisch vinden maar tegelijkertijd best geïnteresseerd zijn. Zij zijn niet bang voor techniek en apparatuur. Zij vinden het prettig om af en toe eens letterlijk de handen vuil te maken, zo lang dit geen dagelijks werk wordt. Voor het werken met dieren en planten geldt hetzelfde; best leuk, maar het werk moet ook nog wat anders te bieden hebben. Laagscoorders hebben niets met techniek en willen er ook niet meer van weten dan strikt noodzakelijk is. Zij voelen geen behoefte om zich te verdiepen in de werking van apparaten. Fabrieken zijn voor hen vieze en gevaarlijke plaatsen. Doe-het-zelf is niet aan hen besteed; in feite kunnen zij zich niet voorstellen dat er mensen zijn die voor hun plezier verbouwen. Het gebrek aan interesse voor praktisch werk geldt ook ten aanzien van flora en fauna.
2. I Intellectueel-Onderzoekend [hoog] Hoogscoorders zijn gericht op weten en begrijpen en zijn in tegenstelling tot realistische types meer denkers dan doeners. Dit type houdt van lezen en schrijven en is meer theoretisch dan praktisch ingesteld.Hebben een onderzoekende en leergierige houding en willen graag het naadje van de kous weten en kunnen zich daarvoor veel moeite getroosten. Deze intellectuele types komen het liefst goed beslagen ten ijs. Zij studeren graag, weten veel en bekijken vraagstukken van verschillende kanten. Deze personen hebben een voorkeur voor activiteiten waarbij natuurkundige en culturele fenomenen door systematische observatie en onderzoek begrepen kunnen worden. Kunnen op anderen soms overkomen als te genuanceerd en daardoor niet besluitvaardig. Ook kunnen ze belerend en onpraktisch overkomen. Ze altijd bezig de wereld te onderzoeken en te begrijpen, staan open voor de laatste ontwikkelingen, afwijkende inzichten en houden van abstracte, fundamentele en theoretische vraagstukken. Ze houden ervan om met data te werken. Ze zijn goed in wetenschappelijke en wiskundige activiteiten en werken liever alleen. Dit type beschrijft zichzelf als analytisch, systematisch, kritisch en rationeel en nieuwsgierig. Problemen worden op basis van zorgvuldige analyse en het inwinnen van informatie aangepakt. Beroepen/werkomgevingen in de techniek en beroepen waar een hogere opleiding voor vereist is (bijvoorbeeld socioloog, didacticus, cultureel antropoloog, archivaris, apotheker, biochemicus, natuurkundige en overige wetenschappelijke medewerkers/obderzoekers).Op midelbaar niveau bijvoorbeeld laboratoriummedewerker. Op lager niveau voelt een intellectuel-onderzoekend type zich niet thuis. Bij een laag opleidingsniveau en een relatief hoge score op Intellectueelondrzoekend, is verderde scholing en studie derhalve aangewezen. In de analytische werkomgeving gaat het om onderzoekende werkzaamheden teneinde problemen op te lossen of kennis te vergaren. De omgeving stimuleert en beloont analytische, wetenschappelijke, technische en verbale vaardigheden. De intellectuele omgeving biedt ruimte aan theoretische, creatieve en ideële waarden en aan volhardend, kritisch en soms zelfs sceptisch gedrag. Goed gedocumenteerde bijdragen aan kennis of aan de oplossing van praktische problemen worden op prijs gesteld.
Een gemiddelde score zien we bij mensen die wel een 'onderzoeks'-component in hun werk willen, maar voor wie het onderzoeken geen doel op zich is. De uitkomsten moeten concreet kunnen worden toegepast. Bijvoorbeeld een loopbaanadviseur die wel een test gebruikt om de belangstellingen van de klant te onderzoeken, maar zelf niet geïnteresseerd is in onderzoek naar de onderliggende psychologische theorieën. Laagscoorders hebben een hekel aan studeren en aan intellectueel snobisme. Ze vinden de mensen die veel intellectueel gedrag vertonen vaak onpraktisch, zweverig en/of belerend. Laagscoorders kunnen zich niet lang concentreren en leren het best door dingen in de praktijk te doen of af te kijken.
3. A Artistiek-Creatief [gemiddeld] Hoogscoorders zijn artistieke mensen, zowel in hun gedrag als in hun uiterlijk. Ze bekijken de wereld met een creatieve blik, die vaak afwijkt van het 'normale'. Zij zijn beslist geen liefhebbers van het herhalen van vaste routines en rituelen. Gevoelsmatig te werk gaan past bij hen. Zij maken gebruik van hun intuïtie bij het hanteren van de vraagstukken waarvoor zij zich gesteld zien. Omdat zij niet binnen de vastgestelde kaders denken zijn hun oplossingen vaak onconventioneel en creatief. Deze personen willen eigen gevoelens/ideeën uitdrukken door woorden, vormen, klanken e.d. Ze hebben een grotere behoefte aan individuele expressie en hebben een voorkeur voor open en ongestructureerde activiteiten van kunstzinnige aard of die leiden tot creatieve producten (bijvoorbeeld kunstenaars, schrijvers, toneelspelers, musici). Artistieke types houden niet zo van geordende en systematische werkzaamheden. Het artistieke type doet graag vrije en creatieve dingen die niet aan vaste regels zijn gebonden. Ze hebben veel fantasie, zijn impulsief, soms een beetje onpraktisch, maar wel origineel. Deze personen vinden van zichzelf dat ze open, liberaal, intuïtief en onafhankeljk zijn. Problemen worden bij voorkeur intuïtief en op originele wijze opgelost. Ze houden ervan om met dingen en ideeën te werken. Beroepen/werkomgevingen in de beeldende kunst, literatuur en muziek. Ter illustratie kunnen op een lager opleidingsniveau de volgende beroepen waarin het artistiek-creatieve menstype zich thuis voelt, genoemd worden: kapper, bloembinder en etaleur. Op middelbaar niveau beroepen als juwelier of DTP-medewerker in de grafische sector en op de hogere niveaus onder meer architect en beeldend kunstenaar. In de kunstzinnige werkomgeving worden creatieve bezigheden op het gebied van vormgeving, literatuur, muziek of beeldende kunst verricht. Uiteraard wordt vaardigheid op een of meer van deze terreinen verlangd. Waarden, die door de kunstzinnige omgeving worden gestimuleerd en beloond, zijn onder meer esthetiek, verbeelding en oorspronkelijkheid. Er is ruimte voor origineel, onconventioneel en soms zelfs rebellerend gedrag. Doel is het leveren van artistieke producten (kunstwerken) of producties (opvoeringen).
Mensen met een gemiddelde score zijn creatief zonder daarbij innovatief te zijn. Zij zijn kunstminnend, maar niet zo kunstzinnig als hoogscoorders. Zij zullen in hun gedrag, hun loopbaankeuzes en hun uiterlijk niet direct willen opvallen of afwijken. Maar tegelijkertijd hebben ze wel affiniteit met kunst en creativiteit. De mensen die hoog scoren op de factor Kunstzinnig zijn een inspiratiebron voor hen. En voor wat betreft zaken als praktisch nut en haalbaarheid staan de gemiddelde scoorders meer met beide voeten op de grond dan de ‘echte artiesten’. Laagscoorders zijn nuchter en concreet, niet artistiek, fantasievol of creatief. Zij zijn vaak goed in logisch redeneren maar kunnen en willen in intellectueel opzicht niet buiten de gebaande paden treden. Vaak zijn ze creatiever dan ze denken, maar vermijden ze consequent de situaties waarin creativiteit getoond of geoefend kan worden. Niet-kunstzinnige mensen hebben soms een grote bewondering voor artistieke types. En vaak geven ze aan dat ze niets snappen van de wensen, behoeften en motieven van hun kunstzinnige medemens.
4. S Sociaal-Contactueel [laag] Hoogscoorders gaan uiteraard graag met anderen om. Het sociale type werkt graag met anderen samen, kan zijn gedachten en gevoelens goed onder woorden brengen en luistert aandachtig naar anderen. Sociale types zijn begripvol, vriendelijk, behulpzaam en idealistisch. In hun optreden zijn ze tactisch, zorgzaam en sterk op anderen gericht en willen andersom ook geholpen en begrepen worden. Deze personen zijn geïnteresseerd in contacten met andere mensen. Het opleiden, helpen, adviseren en begeleiden van de medemens geeft hen een goed gevoel. Zij hebben liever intensief dan oppervlakkig contact. Sociale mensen hechten sterk aan de sfeer op het werk: deze is bepalend voor hun arbeidssatisfactie. Wanneer zij met problemen geconfronteerd worden, zullen zij deze met anderen willen bespreken. Anderen kunnen dit type overigens als ‘claimend’ of opdringerig ervaren. Deze personen streven naar activiteiten of situaties waarin ze zich met andere mensen kunnen bezighouden: onderwijs, opvoeding, opleiding, verpleging, verzorging, arbeidsbemiddeling (bijvoorbeeld leerkracht, dekaan, groepsleider, huisarts, verpleegkundige, pedagoog, oefentherapeut.). Problemen worden door sociaal-georienteerde mensen binnen een sociale kontext geplaatst en met behulp van hun sociale competenties opgelost. Ze houden ervan om met mensen te werken en verschillen daarin met realistische en intellectuele types. Beroepen/werkomgevingen in de lichamelijke zorgverlening en geestelijke gezondheidszorg. Ter illustratie enkele beroepen waarin het sociale menstype zich thuis voelt. Op een lager niveau zijn dat bij voorbeeld huishoudelijke hulp in de thuiszorg voor ouderen of medewerkster kinderdagverblijf. Op een middelbaar niveau valt te denken aan sociaal werker en activiteitenbegeleidster en op de hogere niveaus zijn voorbeeldberoepen pastor, docent en therapeut. In de sociale omgeving wordt met mensen gewerkt, in een helpende of dienstverlenende zin. De omgeving verlangt interpersoonlijke, communicatieve en contactuele vaardigheden. De sociale omgeving biedt ruimte aan humanitaire waarden en aan begripvol, geduldig en tactvol gedrag. Waar het om gaat is het verzorgen, genezen en troosten of het onderwijzen, voorlichten en vermaken van anderen.
Een gemiddelde score op sociaal hoort bij mensen die wel contact met anderen willen, maar met mate. Dus: of niet te vaak of niet te diepgaand. Of: wel met de eigen vaste contacten, maar niet met allerlei ‘vreemden’. Een gemiddelde score op deze factor maakt mensen socialer dan de laagscoorders, zonder het ‘claimerige‘ van de hoogscoorders. Of: zakelijker dan de hoogscoorders, zonder het ongeïnteresseerde van de laagscoorders. Laagscoorders zijn taakgericht. Uitspraken zoals 'iets met mensen' zullen zij al snel te soft vinden. Ze hoeven geen actieve hekel aan anderen te hebben, maar ze hebben wel een voorkeur voor werk waarin er weinig vergaderingen en besprekingen zijn. Praten leidt maar af en is zonde van de tijd. Werk waarin de aandacht primair gericht kan worden op the job-at-hand, zonder dat daar overleg voor nodig is, heeft hun voorkeur.
5. O Ondernemend-Bestuurlijk [gemiddeld] Hoogscoorders leggen geldingsdrang aan de dag. Dit kan zich op verschillende manieren openbaren: in de handel, politiek, verkoop, bestuursfuncties in de vrije tijd, via het zelfstandig ondernemerschap of het vervullen van een leidinggevende rol. Kenmerkend voor dit type is dat ondernemende mensen graag allerlei verschillende activiteiten combineren. Zij hebben een bovengemiddelde behoefte aan afwisseling. Vaak betekent dit ook zij op alle zes RIASOC- typen behoorlijke scores behalen. Kunnen soms overkomen bij anderen als overheersend, ongedurig en te risicogeneigd. Het ondernemende type pakt problemen aan met veel zelfvertrouwen en weinig geduld. Het ondernemende type houdt van leidinggeven en organiseren en weet met zijn overtuigingskracht mensen enthousiast te krijgen voor zijn plannen. Dit organisatietalent gaat uitdagingen niet uit de weg en houdt van aanpakken. Ondernemende mensen zoeken activiteiten en situaties waar ze anderen door woorden of met andere middelen kunnen overtuigen, motiveren of leiden. Deze personen zijn regelaars, organisatoren, overtuigers (bijvoorbeeld advocaten, ondernemers of managers). Ze zien zichzelf als ambitieus en dominerend, zelfbewust, gezellig, optimistisch en geliefd en vinden dat ze leiderschapskwaliteiten en communicatieve/retorische kwaliteiten bezitten. Problemen worden bekeken vanuit het oogpunt van persoonlijke invloed bekeken en zonodig door corrigerend optreden opgelost. Ze houden ervan om met mensen en data te werken Beroepen/werkomgevingen: leidinggevende en commerciële beroepen en beroepen in het (openbaar) bestuur. Ter illustratie enkele beroepen waarin het ondernemende-bestuurlijke menstype zich thuis voelt zijn op een lager opleidingsniveau beroepen als marktkoopman en huis- aan -huis verkoper. Op middelbaar niveau kleine zelfstandigen, vertegenwoordigers, winkelverkopers, teamleiders en afdelingschefs. Op een hoger niveau ondernemers, accountmanagers, politici en managers. In de ondernemende werkomgeving wordt ook met mensen gewerkt, maar nu in commerciële, politieke of leidinggevende zin. De omgeving verlangt ook nu interpersoonlijke vaardigheden, maar deze dienen van overtuigende en gezaghebbende aard te zijn. De ondernemende omgeving biedt ruimte aan commerciële en politieke waarden en aan doelstellingen zoals succes, macht, populariteit en bekendheid. In de ondernemende werkomgeving gaat het erom iets van anderen gedaan te krijgen of iets aan anderen te verkopen, producten of ideeën.
Mensen met een gemiddelde score kunnen er enerzijds goed mee leven wanneer een ander het voortouw neemt. Maar anderzijds zullen zij de eersten zijn die tot actie overgaat als niemand anders het doet. Een milde vorm van de ondernemende stijl hoort bij adviseren en coördineren in plaats van managen, after sales in plaats van 'koude acquisitie' en een sturende rol willen vervullen binnen een groter geheel in plaats van persé een eigen bedrijf willen runnen. Laagscoorders zijn meegaand en bescheiden. Hun zelfvertrouwen is niet zo groot als het gaat om het beïnvloeden van mensen en situaties. Let op: dit zegt dus niets over hun zelfvertrouwen op andere gebieden: iemand met een hoge score op Sociaal kan bij voorbeeld wel goed luisteren en helpen. Een lage score betekent voorts: een afwachtende houding aannemen en het prima vinden wanneer een ander het voortouw neemt.
6. C Conventioneel-Administratief [laag] Hoogscoorders zijn systematisch en ordelijk. Zij gaan graag om met gegevens, data en cijfers en krijgen er in het algemeen een rustgevend en prettig gevoel van als zaken kloppen en goed geregeld zijn. Wanneer zij met problemen geconfronteerd worden, zetten zij alle feiten op een rij en kijken ze hoe de regels en procedures zijn. Zij maken af waaraan zij beginnen. Conventionele types houden van duidelijkheid en overzichtelijkheid en vinden chaos en rommel vervelend. Vaak zijn ze goed in administratieve vaardigheden en in het vervullen van opdrachten. Hij heeft een precieze en systematische aanpak. Door hun routines en vasthoudendheid komen zij op niet-conventionele types soms te rechtlijnig en te weinig slagvaardig over. Conventionele personen streven naar activiteiten waarbij het omgaan met dingen en informatie volgens voorgeschreven regels en procedures plaatsvindt (financiën, ordenen, controleren: bijvoorbeeld boekhouders, documentalisten, kwaliteitscontroleurs) Bij problemen zoeken ze vaak steun bij hun leidinggevende en werken mogelijke oplossingen nauwkeurig uit. Conventionele mensen komen in de problemen bij complexe problemen. Ze zien zichzelf als aangepast en ordelijk en willen graag precies weten wat van ze verwacht wordt. Ze houden ervan om met data te werken. Beroepen/werkomgevingen: administratieve beroepen, controlerende functies, financiële beroepen, en ambtenaarsberoepen. Ter illustratie zijn beroepen waarin het conventionele menstype zich thuis voelt doorgaans beroepen met een flinke juridische of administratieve component. Op een lager opleidingsniveau valt te denken aan postsorteerder, datatypist of archiefmedewerker. Op middelbaar niveau vele administratieve, secretariële en boekhoudkundige beroepen. Op een hoger niveau zijn typische beroepen bij voorbeeld deurwaarder en notaris. In de conventionele werkomgeving draait het om handhaven en toepassen van regels en voorschriften. De omgeving stimuleert en beloont administratieve vaardigheden en vereist het vermogen om volgens strikte normen en standaarden te werken. De conventionele omgeving biedt ruimte aan waarden zoals zekerheid, duidelijkheid en stabiliteit en aan conformistisch, betrouwbaar en ordelijk gedrag. In de conventionele omgeving vinden we beroepen op administratief gebied en op het terrein van de ordehandhaving en wetstoepassing
Een gemiddelde score betekent dat mensen behoorlijk ordelijk zijn, maar zichzelf niet als 'liefhebbers' omschrijven als het om puur administratieve zaken gaat. Het zijn dus geen zeer fanatieke administratieve types en een puur administratieve job zou voor hen te weinig inspirerend of boeiend zijn. Maar in de wijze waarop zij zich in hun werk en vrijetijdsbesteding opstellen blijven ze toch wel gestructureerd, systematisch en ordelijk. Laagscoorders zijn veel meer flexibel dan ordelijk. Zij zijn niet goed in het planmatig en gestructureerd aanpakken van zaken. Als ze plannen, houden ze zich niet aan hun eigen planning. En zoals rokers herhaaldelijk pogingen doen om te stoppen, doen laagscoorders vaak pogingen om hun zaken op orde te brengen. Dit gaan meestal gepaard met de aanschaf van nieuwe mappen, ordners en dergelijke. Laagscoorders hebben vaak dingen 'ongeveer' of 'vrijwel' geregeld, en omdat zij voortdurend geconfronteerd worden met hun slordigheid, kunnen ze vaak heel goed improviseren.
X OPLEIDINGEN OP BASIS VAN PERSOONLIJKE CODE (RIOACS)
De indeling in persoonlijkheidstypes kan ook gebruikt worden om opleidingen te zoeken die goed aansluiten bij je persoonlijkheidstype. Bij de studiekeuze is het van belang dat een studie gekozen wordt die aansluit bij: - de capaciteiten en vaardigheden (Wat kan ik?) - de interesse in activiteiten en beroepen (Wat doe ik graag? Wat wil ik?) - het zelfbeeld (persoonlijkheidseigenschappen, karakter en waarden) (Wat vind ik belangrijk?)
Studie/werk omgeving
Realistische omgeving
Intellectuele omgeving
Artistieke omgeving
Eisen
Fysieke en practische vaardigheden
Analytische, technische en wetenschappelijke vaardigheden
Creativiteit, emotionele expressie
Beloning
Concrete resultaten, mechanisch technische en motorische vaardigheden
Analyse, probleemoplossing, Verbeeldingskracht kennisverwerving en publiceren
Gedrag
Robuust, avontuurlijk en risicovol
Volhardend, kritisch en soms sceptisch
Origineel, onconventioneel en rebellerig
Waarden/stijl
Concreet, productief
Studeren en onderzoeken
Esthetische waarden en originaliteit
Activiteiten
Werken machines, planten, dieren. Onderzoek doen, Gebruik van machines, publicaties, gereedschappen en materialen probleemoplossing en kennis toepassen
Artistieke producten en producties zoals opvoeringen, creatief werk in muziek, literair werk,, beeldende kunst en vormgeving
Richting
Techniek, landbouw, milieu, energie
Onderzoek, wetenschap
Muziek, theater, ontwerpen, beeldende kunst, schrijven
Voorbeeld opleiding
Civiele techniek, dier- en veehouderij
Archeologie, biomedische wetenschappen, literatuurwetenschappen, natuurkunde
Theaterschool, Toneelschool, Film en Televisie, Kunsten
Persoon
Realistisch persoonstype
Manipulatief, omgaan met dingen, Observatie en onderzoek, technisch inzicht, handvaardig, wetenschappelijke en lichaams-kracht mathematische vaardigheden
Vrije ongestructureerde activiteiten, artistieke vaardigheden
Houdt niet van sociale bezigheden
Geen administratieve waardigheden
Intellectueel persoonstype
Niet geschikt voor sociaal werk, overredend en routinematig werk
Artistiek persoonstype
Studie/werk omgeving
Sociale omgeving
Ondernemende omgeving
Conventionele omgeving
Eisen
Interpersoonlijke communicatieve en contactuele vaardigheden, verzorgende, adviserende en onderwijzende kwaliteiten
Overtuigende en leidende kwaliteiten
Systematisch, gestructureerd werken, handhaven van regels en voorschriften
Beloning
Menselijke waarden, empathie, sociale opstelling
Succes, dominantie, zelfvertrouwen, populariteit, financieel/materieel gewin
Conformisme, betrouwbaarheid, administratieve vaardigheden
Gedrag
Begripvol, geduldig, tactvol
Overtuigend en beïnvloedend Conformistisch en ordelijk
Waarden/stijl
Zorg voor anderen
Macht, verantwoordelijkheid
Orde en routine, conventionaliteit
Activiteiten
Werken met mensen in de helpende zin. Diensten verlenen, adviseren, onderwijzen
Werken met mensen in commerciële, politieke of leidinggevende zin. Verkoop, leiding geven, anderen overtuigen om een bepaald doel te realiseren
Werken met gegevens, data en computers, volgens bepaalde richtlijnen
Richting
Sociale wetenschappen, gedrag en maatschappij, opvoeding en onderwijs, gezondheid
Economie, business, recht, management, bestuur
Economie, recht, informatica
Voorbeeld opleiding
Psychologie, geneeskunde, PABO, godsdienstwetenchap, leraar maatschappijleer
Commerciële economie, communicatie, bouwmanagement, bedrijfskunde
Accountancy, econometrie, logistiek, informatica, recht
Persoon
Sociaal persoonstype
Ondernemend persoonstype
Omgaan met andere mensen, tactvol, geduldig, aandachtig
Organisatorische, politieke en Duidelijk en geordend, precieze economische doelen, geeft aanpak, administratief goed leiding, kan overtuigen
Houdt niet van technische zaken
Houdt niet van wetenschap
Conventioneel persoonstype
Geen artistieke aanleg
Deze zijn extreme beschrijvingen en meeste mensen hebben verscheidene eigenschappen die in diverse groepen te vinden zijn. De typen zijn niet los van elkaar staand, ze hebben een verwantschap en sommige zijn tegengesteld met elkaar. Deze verwantschap doet zich zowel voor op het vlak van de eigenschappen van de persoon als van de omgeving. Bij studiekeuze is het van belang dat je de inhoud van de studie en de toekomstmogelijkheden van de studie nader onderzoekt. Een studie moet niet alleen maar interessant zijn, maar ook haalbaar zijn. Het is van belang dat een studie gekozen wordt die je ook kunt. Het is essentieel dat men goed weet welke vakken er gegeven worden in het eerste jaar (raadpleeg de digitale studiegidsen van de opleidingen hiervoor) en of er vakken tussen zitten die je heel leuk of heel moeilijk vindt. Door de inhoud nader te bekijken weet je beter de drempels en struikelblokken in het eerste jaar. Indien je bijvoorbeeld slecht bent in wiskunde en statistiek is een belangrijk vak in een opleiding, dan kun je beter een studie kiezen met veel minder statistiek die eenzelfde toekomstbeeld creëert. Bijvoorbeeld geen psychologie, maar pedagogische wetenschappen. Bij een studie als Tandheelkunde is het toekomstige beroep voor de hand liggend. Bij studies als Communicatie is het minder duidelijk. Echter elke studie is slechts een start van je loopbaan en geeft richting aan jouw talenten en wensen. Het uiteindelijke beroep hangt af van nadere specialisatie of master. Op de volgende bladzijden is het overzicht van opleidingen gegeven. In het algemeen geldt dat als je iets leuk vindt om te doen je er vaak ook goed in bent en daardoor makkelijker succesvol zult zijn. Op basis van de totaalscore genereert BZO opleidingen die het best passen bij de drie-letter-code (hoge comptabiliteit), opleidingen die het overwegen waard zijn (gemiddelde comptabiliteit) en opleidingen die niet passen bij het profiel (geen comptabiliteit). Bij elke opleiding is een voorbeeldberoep opgenomen. Enkele opmerkingen over het overzicht. Voor sommige codes zijn minder passende opleidingen dan voor andere. De informatica-achtige opleidingen zie je vooral bij de Realistische (interesse in apparaten), Intellectuele (analytishe aanleg) en Conventionele (programmeren) persoonlijkheidstypes. HBO Lerarenopleidingen op het gebied van taal zijn onder één naam gebracht, evenals WO Taal en Cultuur opleidingen. Sommige opleidingen komen bij meerdere codes voor, bijvoorbeeld omdat je pas in de loop van de studie nader voor een bepaalde beroepsrichting specialiseert. Onder Kunst en Vormgeving en Beeldende Kunsten valen vele andere richtingen. Voor kunstopleidingen geldt in het algemeen een selectieprocedure. De HBO AD (Associate Degree) is een tweejarige HBO-opleiding en veelal iets praktijkgerichter dan de HBO Bachelor.
OPLEIDINGENOVERZICHT
HOGE COMPTABILITEIT Geselecteerde code: r i o OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Assistent operator - Assistent operator productietechniek (1) MBO Autotechniek - Autotechnicus (2) MBO Autotechniek - Eerste Autotechnicus (3) MBO Autotechniek - Technisch Specialist Personenauto's (4) MBO Bedrijfsautotechniek - Bedrijfsautotechnicus (2) MBO Bedrijfsautotechniek - Eerste Bedrijfsautotechnicus (3) MBO Bedrijfsautotechniek - Technisch Specialist Bedrijfsauto's (4) MBO Betonreparateur - Allround betonreparateur (3) MBO Betonreparateur - Betonreparateur (2) MBO Betonstaalverwerker - Allround betonstaalverwerker bouwplaats (3) MBO Carrosseriebouwer - Carrosseriebouwer niveau (2) MBO Carrosseriebouwer - Carrosseriebouwer niveau (3) MBO Dakdekker - Allround dakdekker bitumen en kunststof (3) MBO Eerste Verbrandingsmotortechnicus - Eerste Verbrandingsmotortechnicus (3) MBO Elektrotechnische industriële producten en systemen - Eerste monteur (3) MBO Elektrotechnische industriële producten en systemen - Monteur (2) MBO Elektrotechnische industriële producten en systemen - Technicus (4) MBO Infratechniek - Eerste monteur gas/water/warmte (3) MBO Infratechniek - Monteur gas/water/warmte (2) MBO Infratechniek - Technicus gas/warmte (4) MBO Installeren - Eerste monteur werktuigkundige installaties (3) MBO Installeren - Leidinggevend monteur werktuigkundige installaties (4) MBO Installeren - Monteur werktuigkundige installaties (2) MBO Koopvaardij officier alle schepen - Scheepswerktuigkundige alle schepen (4) MBO Koopvaardij officier kleine schepen - Scheepswerktuigkundige kleine schepen (3) MBO Koopvaardij officier kleine schepen - Stuurman-werktuigkundige kleine schepen (3) MBO Machinebouw mechatronica - Allround machinebouwer (4) MBO Machinebouw mechatronica - Machinebouwer (3) MBO Machinebouw mechatronica - Mechatronicus (4) MBO Machinebouw mechatronica - Monteur mechatronica (2) MBO Machinebouw mechatronica - Monteur tester mechatronica (3) MBO Maritiem waterbouwer - Scheepswerktuigkundige waterbouw (4) MBO Middenkader engineering - Technicus (4) MBO Scheeps- en jachtbouwkundige - Scheeps- en jachtbouwkundige (4) MBO Service apparatuur en installaties - Onderhoudsmonteur industrie (2) MBO Service apparatuur en installaties - Onderhoudsmonteur installatietechniek (2) MBO Service apparatuur en installaties - Servicemonteur elektrotechniek (3) MBO Service apparatuur en installaties - Servicemonteur installatietechniek (3) MBO Service apparatuur en installaties - Servicemonteur werktuigbouw (3) MBO Service apparatuur en installaties - Servicetechnicus elektrotechniek (4) MBO Service apparatuur en installaties - Servicetechnicus installatietechniek (4) MBO Service apparatuur en installaties - Servicetechnicus werktuigbouw (4) MBO Technisch Specialist Verbrandingsmotoren - Technisch Specialist Verbrandingsmotoren (4) MBO Verbrandingsmotortechniek - Revisietechnicus verbrandingsmotoren (2) MBO Verbrandingsmotortechniek - Verbrandingsmotortechnicus (2) MBO Visserij Officier - Stuurman-scheepswerktuigkundige vissersschepen SW5 (3) MBO Visserij Officier - Werktuigkundige alle vissersschepen W4 (4) MBO Vliegtuigonderhoud - Eerste monteur (3) MBO Vliegtuigonderhoud - Technicus avionica (4) MBO Vliegtuigtechniek - Eerste monteur (3) HBO AD Duurzame Watertechnologie - Technisch medewerker waterzuiveringsinstallatie HBO Aquatische Ecotechnologie - Irrigatiedeskundige HBO Aviation (Engineering) - Boordwerktuigkundige HBO Aviation (Flight) - Verkeersvlieger HBO Biotechnologie - Technoloog levensmiddelenfabrikant HBO Bouwkunde - Staal, beton of houtconstructeur HBO Civiele Techniek - Betontechnoloog HBO Elektrotechniek - Electronic engineer HBO Elektrotechniek - Elektrotechnicus/mechatronicus HBO Elektrotechniek - Energietechnicus HBO Land- en watermanagement - Irrigatiedeskundige HBO Landscape and Environment Management (Ruimte, Milieu en Water) - Bodemsaneerder HBO Landscape and Environment Management (Ruimte, Milieu en Water) - Waterzuiveringtechnoloog HBO Luchtvaarttechnologie - Werktuigbouwkundige HBO Maritiem Officier - Maritiem Officier HBO Maritiem Officier - Scheepswerktuigkundige HBO Nederlandse Academie voor Verkeersvliegers (NAV) - Verkeersvlieger
HBO Technisch Commerciële Textielkunde/Textielmanagement - Technisch commercieel medewerker HBO Voedingsmiddelentechnologie - Levensmiddelentechnoloog HBO Watermanagement - Irrigatiedeskundige HBO Werktuigbouwkunde - Ontwikkelaar en ontwerper van technische installaties HBO Werktuigbouwkunde - Werktuigbouwkundige WO Aarde en Economie - Cultuurtechnicus WO Aardwetenschappen - Irrigatiedeskundige WO Levensmiddelentechnologie - Levensmiddelentechnoloog WO Maritieme Techniek - Scheepselektrotechnicus
Geselecteerde code: roi OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Assistent medewerker voedsel en leefomgeving - Assistent plantenteelt (1) MBO Assistent metaal-, elektro- en installatietechniek - Assistent installatie (1) MBO Biologisch-dynamisch bedrijf - Manager biologisch-dynamisch bedrijf (4) MBO Biologisch-dynamisch bedrijf - Vakbekwaam medewerker biologisch-dynamisch bedrijf (3) MBO Gasturbines - Eerste monteur (3) MBO Gasturbines - Monteur (2) MBO Installeren - Aircomonteur (2) MBO Installeren - Eerste monteur dak (3) MBO Installeren - Eerste monteur koudetechniek (3) MBO Installeren - Isolatiemonteur (2) MBO Installeren - Monteur koudetechniek (2) MBO Medewerker Operationele Techniek - Medewerker Operationele Techniek (2) MBO Mobiele werktuigen - Allround monteur mobiele werktuigen (3) MBO Mobiele werktuigen - Monteur mobiele werktuigen (2) MBO Mobiele werktuigen - Technicus landbouwmechanisatie (4) MBO Natuur en groene ruimte 3 - Vakbekwaam medewerker bos en natuurbeheer (3) MBO Natuur en groene ruimte 3 - Vakbekwaam medewerker land, water en milieu (3) MBO Onderhoud- en verbouwbedrijf - Bouwkundig onderhoudsmedewerker (3) MBO Operationele techniek - Allround Operationeel Technicus (4) MBO Operationele techniek - Operationeel Technicus (3) MBO Service apparatuur en installaties - Inspectiemonteur koudetechniek (3) MBO Service apparatuur en installaties - Servicetechnicus koudetechniek (4) MBO Teelt 2/3 - Vakbekwaam medewerker teelt (3) MBO Teelt 4 - Manager teelt (4) MBO Teelt 4 - Specialist teelt en techniek (4) MBO Teelt 4 - Teamleider teelt en arbeid (4) HBO AOT Techniek - Drilling engineer/toolpusher HBO Bedrijfskunde - Manager importbedrijf HBO Bouwkunde - Bouwkundig projectleider 2 HBO Grafimediatechnologie - Grafisch technicus HBO Maritiem Officier - Manager cargadoorsbedrijf HBO Technische Bedrijfskunde - Bedrijfsleider sorteercentrum post HBO Tuinbouw en Akkerbouw - Plantenteeltkundige HBO Tuinbouw en Akkerbouw - Specialist gewasbescherming HBO Werktuigbouwkunde - Uitvoerder duikbergingsbedrijf WO Agrotechnologie - Kwaliteitsmanager agrarische producten WO Agrotechnologie - Product engineer kassen/landbouwwerktuigen WO Bedrijfskunde - Importeur WO Plantenwetenschappen - Productiespecialist zaadteelt WO Plantenwetenschappen - Selecteur groentezaden WO Technische Bestuurskunde - Beleidsmedewerker agrarische zaken WO Technologiemanagement - Kwaliteitsmanager Geselecteerde code: iro OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Analist - Chemisch-fysisch analist (4) MBO Middenkaderfunctionaris bouw en infra - Middenkaderfunctionaris Infra (4) MBO Milieu en ruimte - Milieufunctionaris (4) MBO Milieu en ruimte - Toezichthouder milieu en ruimte (4) MBO Voedingsmanagement - Manager voeding (4) MBO Voedingsmanagement - Manager voeding (4) HBO AD Installatietechniek - Constructeur installatietechniek HBO AD Technische Bedrijfskunde - Productieplanner HBO Algemene Operationele Techniek (AOT) - Drilling engineer HBO Automotive/Autotechniek - Constructeur voertuigbouw HBO Aviation (Flight) - Verkeersvlieger HBO Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek - Chemisch analist HBO Bouwkunde - Constructeur HBO Chemie - Chemisch analist
HBO Civiele Techniek - Constructeur HBO Civiele Techniek - Verkeerstechnicus HBO Engineering, Design and Innovation - Constructeur HBO Life Sciences (Process Engineering) - Chemisch technoloog HBO Netwerk Infrastructuur Design - Netwerkbeheerder HBO Technische Bedrijfskunde - Productieleider procesindustrie HBO Verkeerskunde - Verkeerskundig ontwerper HBO Verkeerskunde - Mobiliteitsdeskundige HBO Werktuigbouwkunde - Werktuigbouwkundige WO Aardwetenschappen - Exploratiegeoloog olie WO Aardwetenschappen - Geo informatiekundige WO Aardwetenschappen - Geofysicus WO Aardwetenschappen - Geoloog WO Aardwetenschappen - Mijnbouwkundige WO Advanced Technology - Technisch bedrijfskundige WO Advanced Technology - Technisch innovator WO Agrotechnologie - Productmanager WO Agrotechnologie - Agrarisch consulent WO Automotive Technology - Constructeur/ontwerper autoindustrie WO Bewegingswetenschappen - Ergonoom WO Biomedische Technologie - Chemicus in de gezondheidszorg WO Biotechnologie - Scheikundig technoloog WO Bos- en Natuurbeheer - Beheerder van bossen en natuurgebieden WO Bouwkunde - Bouwkundig ontwerper WO Computer Science - Architect technische infrastructuur ict WO Elektro en Informatietechniek - Besturingstechnicus WO Elektro en informatietechniek (Elektrotechniek) - Energiedeskundige WO Elektro en informatietechniek (Elektrotechniek) - Telematicatechnicus WO Elektrotechniek - Energietechnoloog WO Elektrotechniek - Telematicatechnicus WO Food Technology - Hoofd productiechnologie WO Informatica - Telecommunicatiemanager WO Informatiekunde (Alfa informatica) - Softwareontwikkelaar WO Internationaal Land- en Waterbeheer - Deskundige ontwikkelingssamenwerking WO Levensmiddelentechnologie - Hoofd analist (laboratorium) WO Maritieme Techniek - Maritiem ingenieur baggerindustrie WO Maritieme Techniek - Scheepsbouwkundig constructeur WO Maritieme Techniek - Scheepsbouwkundige WO Plantenwetenschappen - Tropisch landbouwkundige WO Scheikunde - Scheikundig technoloog WO Scheikundige technologie - Scheikundig technoloog WO Scheikundige Technologie & Bioprocestechnologie - Scheikundig technoloog WO Science, Business and Innovation - Product analist WO Technische Aardwetenschappen - Mijnbouwkundige WO Technische Bedrijfskunde - Organisatieadviseur (technisch) WO Technische Innovatiewetenschappen - Energiedeskundige WO Telematica - Telematicatechnicus WO Telematics - Ontwerper telematicasystemen Geselecteerde code: ior OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Infratechniek - Eerste monteur data/elektra (3) MBO Infratechniek - Monteur data/elektra (2) MBO Infratechniek - Technicus data/elektra (4) HBO Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek - Milieuhygienist WO Aardwetenschappen - Hydroloog ingenieursbureau WO Aardwetenschappen - Hydrograaf WO Bedrijfs en Consumentenwetenschappen - Consumentenspecialist WO Bedrijfs en Consumentenwetenschappen - Kwaliteitsmedewerker zuivelindustrie WO Bedrijfswetenschappen - Bedrijfskundige WO Bedrijfswiskunde en Informatica - Dataminingspecialist of risicomanager WO Bestuurs- en Organisatiewetenschap - Bestuurskundige WO Bestuurskunde - Bestuurskundige WO Bestuurskunde (Economie, Bestuur en Management) - Beleidsmedewerker Nederlandse Mededingingsautoriteit WO Biologie - Milieuhygiënist WO Bodem, water en atmosfeer - Hydrograaf WO Bodem, water en atmosfeer - Milieuhygiënist WO Business Studies - Business Analyst WO Civiele Techniek - Hydrograaf WO Economie en Bedrijfseconomie - Bedrijfsorganisatiedeskundige WO Economie en Beleid - Beleidsmedewerker economische zaken WO Gezondheid en Leven - DNA researcher WO International Business - Business development manager WO International Business Administration - Marketingmanager
WO WO WO WO
Natuurwetenschappen en Innovatiemanagement - Onderzoeker Recht en Bestuur - Beleidsmedewerker bestuurlijk-juridische zaken Recht en Bestuur - Manager algemene bestuursdienst Technische Bedrijfskunde - Technisch bedrijfskundige
GEMIDDELDE COMPTABILITEIT Geselecteerde code: ori OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Bedrijfsmanager Mobiliteitsbranche - Bedrijfsmanager Mobiliteitsbranche (4) MBO Binnenvaart - Kapitein binnenvaart (4) MBO Groen, grond, infra - Manager gemechaniseerd loonbedrijf (4) MBO Groene detailhandel - Manager groene detailhandel (4) MBO Koopvaardij officier alle schepen - Stuurman alle schepen (4) MBO Koopvaardij officier kleine schepen - Stuurman kleine schepen (3) MBO Leidinggevende versindustrie - Productieleider versindustrie (4) MBO Logistiek vakman - Manager vershandel, logistiek en transport (4) MBO Maritiem waterbouwer - Stuurman waterbouw (4) MBO Middenkader engineering - Commercieel technicus (4) MBO Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud - Projectleider (4) MBO Natuur en groene ruimte 2 - Medewerker buitenruimte (2) MBO Natuur en groene ruimte 2 - Medewerker recreatiebedrijf (2) MBO Natuur en groene ruimte 3 - Vakbekwaam medewerker recreatiebedrijf (3) MBO Natuur en groene ruimte 4 - Manager natuur en recreatie (4) MBO Paardensport - Manager paardensportbedrijf (4) MBO Stuurman werktuigkundige zeevisvaart sw6 - Stuurman werktuigkundige zeevisvaart sw6 (4) MBO Teelt 4 - Manager teelt en gewasbescherming (4) MBO Verkoopmanager Mobiliteitsbranche - Verkoopmanager Mobiliteitsbranche (4) MBO Visserij Officier - Stuurman alle vissersschepen S4 (4) MBO Visserij Officier - Stuurman-scheepswerktuigkundige vissersschepen SW5 (3) MBO Werkplaatsmanagement Mobiliteitsbranche - Werkplaatsmanager Carrosseriebouw (4) MBO Werkplaatsmanagement Mobiliteitsbranche - Werkplaatsmanager Motorvoertuigentechniek (4) MBO Werkplaatsmanagement Mobiliteitsbranche - Werkplaatsmanager Schadeherstel (4) MBO Werkvoorbereider houtbranche - Commercieel technisch medewerker houthandel (4) HBO Autotechnniek - Bedrijfsleider/ondernemer garagebedrijf HBO Bedrijfskunde en Agribusiness - Accountmanager agrarische producten HBO Bos- en Natuurbeheer - Rentmeester HBO Bos- en Natuurbeheer - Cultuurtechnicus HBO Commerciële Economie voor Toekomstige Ondernemers - Ondernemer HBO Land- en Watermanagement - Projectleider cultuurtechniek HBO Landscape and Environment Management (Ruimte, Milieu en Water) - Terreinbeheerder HBO Maritiem Officier - Loods HBO Maritiem Officier - Stuurman HBO Media and Entertainment Management - Televisie/film productieleider HBO Tuin- en Landschapsinrichting - Cultuurtechnicus WO Bedrijfskunde - Algemeen manager WO Bos- en Natuurbeheer - Beheerder van bossen en natuurgebieden WO Bos- en Natuurbeheer - Rentmeester (Staatsbosbeheer, bosbedrijven of particuliere boseigenaren) WO Farmaceutische Wetenschappen - Manager productieafdeling geneesmiddelen, cosmetische, agrarische of levensmiddelenindustrie WO Farmaceutische Wetenschappen - Manager/adviseur farmaceutische industrie WO Technische Bedrijfskunde - Accountmanager technische producten WO Technische Bestuurskunde - Beleidsmedewerker agrarische zaken WO Technische Materiaalwetenschappen - Technisch vertegenwoordiger WO Technologiemanagement - Plantmanager WO Theaterwetenschap - Televisie/film productieleider Geselecteerde code: oir OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Havenlogistiek - Manager havenlogistiek (4) MBO Havenoperaties - Manager Havenoperaties (4) MBO Koopvaardij officier alle schepen - Maritiem officier alle schepen (4) MBO Logistiek supervisor - Logistiek supervisor (4) MBO Logistiek vakman - Specialist logistiek en kwaliteit (4) MBO Middenkaderfunctionaris bouw en infra - Middenkaderfunctionaris Verkeer en Stedenbouw (4) MBO Particuliere beveiliging - Coördinator beveiliging (3) HBO Aviation (Flight) - Verkeersvlieger HBO Bedrijfskunde en Agribusiness - Exportmanager HBO Logistiek en Economie - Manager rederij HBO Maritiem Officier - Stuurman HBO Maritiem Officier - Directeur rederij HBO Nederlandse Academie voor Verkeersvliegers (NAV) - Verkeersvlieger
HBO Technische Bedrijfskunde - Manager transportbedrijf HBO Technische Bedrijfskunde - Manager rederij WO Bedrijfsinformatietechnologie - Kennistechnoloog WO Bestuurs- en Organisatiewetenschap - Bestuurskundige WO Bestuurskunde - Bestuurskundige WO Computer Science - Kennistechnoloog WO Economie en Beleid - Bestuurskundige WO Kennistechnologie - Kennistechnoloog WO Knowledge Engineering/Computer Science (EN) - Kennistechnoloog WO Kunstmatige Intelligentie - Kennistechnoloog WO Recht en Bestuur - Bestuurskundige WO Rechtsgeleerdheid - Bestuurskundige WO Technische Bedrijfskunde - Manager organisatieadviesbureau (technisch)
GEEN COMPABILITEIT Geselecteerde code: sca OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Frontofficemedewerker - Informatiemedewerker (3) HBO AD Lerarenopleiding - Lerarenondersteuner HBO Lerarenopleiding - Leraar HBO Functiegericht Toerisme en Recreatie - Manager dagrecreatie HBO Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs - Reisadviseur HBO Lerarenopleiding - Leraar HBO Pedagogiek - Ouderbegeleider GGZ HBO Psychologie - Psychologisch medewerker HBO Social work - Sociotherapeutisch medewerker WO Psychologie - (Patiënt)begeleider Geselecteerde code: sac OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Schoonheidsspecialist - Allround schoonheidsspecialist (4) MBO Schoonheidsspecialist - Schoonheidsspecialist (3) HBO AD Informatiedienstverlening en -management - Bibliotheekmedewerker HBO Informatiedienstverlening en -Management - Muziekbibliothecaris HBO Kunsteducatie - Docent culturele en kunstzinnige vorming HBO Leraar Basisonderwijs (PABO) - Leraar Basisonderwijs HBO Leraar Speciaal Onderwijs - Docent speciaal onderwijs HBO Lerarenopleiding Beeldende vorming - Docent culturele en kunstzinnige vorming HBO Lerarenopleidingen Talen - Taalleraar HBO Special Educational Needs: Auditief Gehandicapten - Docent speciaal onderwijs (auditieve en visuele handicap) HBO Special Educational Needs: Communicatief Gehandicapten - Docent speciaal onderwijs (auditieve en visuele handicap) HBO Docent Beeldende Kunst en Vormgeving - Docent culturele en kunstzinnige vorming WO Algemene Cultuurwetenschappen - Amerikanoloog (docent, adviseur) WO Archeologie - Museummedewerker WO Archeologie en Prehistorie - Museummedewerker WO Communicatie- en Informatiewetenschappen - Muziekbibliothecaris WO Egyptische taal en cultuur - Museummedewerker WO Engelse Taal en Cultuur - Amerikanoloog (docent, adviseur) WO Geschiedenis - Museummedewerker WO Kunsten, Cultuur en Media - Museummedewerker WO Latijnse Taal en Cultuur - Museummedewerker WO Nederlandkunde/Dutch Studies - Docent onderwijsinstellingen WO Oudheidkunde - Museummedewerker WO Taal en Cultuurstudies - Amerikanoloog (docent, adviseur) WO Taal en Cultuurstudies - Museummedewerker WO Talen en Culturen - Museummedewerker Geselecteerde code: csa OPLEIDINGEN EN (VOORBEELD)BEROEP: MBO Frontofficemedewerker - Hoofd informatie (4) MBO Leisure & hospitality - Leisure & hospitality assistant (2) MBO Leisure & hospitality - Leisure & hospitality host (3) MBO Medewerker informatiedienstverlening - Bibliotheekmedewerker (4) MBO Medewerker informatiedienstverlening - Informatiebeheerder (4) HBO Information Management - Bibliotheekmedewerker WO Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen - Medewerker bibliotheek WO Culturele Informatiewetenschap - Bibliotheekmedewerker WO Geschiedenis - Medewerker bibliotheken
WO WO WO WO
Taal en Cultuurstudies - Medewerker bibliotheken Talen en Culturen - Medewerker bibliotheek Wijsbegeerte - Medewerker bibliotheek Wijsbegeerte van een Bepaalde Wetenschapsgebied - Medewerker bibliotheek
XI PERSOONLIJKE ASPIRATIECODE
Je persoonlijke aspiratiecode/beroepencode is berekend op basis van de door jou gekozen beroepen bij het onderdeel Loopbaanideeën. Je hebt bij deze invuloefening de volgende beroepen gekozen: Beroepen: RCA Aardewerkmaker OSI Algemeen directeur CAR Archiefmedewerker historisch documentatiecentrum De drie letters in de BZO-codes zijn naargelang hun plaats in de code gewogen met 3, 2 en 1. Dit geeft als resultaat de volgende gewogen aspiratie-/beroepencode: cra. De persoonlijke aspiratiecode/beroepencode brengt aspiraties naar voren die men heeft of in het verleden heeft gehad. Ook deze 'toekomstberoepen' geven belangrijke informatie. Als de eerste letter van de aspiratiecode/beroepencode gelijk is aan de persoonlijke code, kan in het algemeen aangenomen worden dat de persoon deze aspiratie zal blijven houden. Onderzoeken met de BZO wijzen uit dat als de gerapporteerde aspiratiecode niet overeenstemt met de persoonlijke code de aspiratiecode cq. beroepencode een grotere voorspellende waarde heeft dan de persoonlijke code, hoewel deze voorspellende waarde geringer is dan bij congruentie tussen aspiratiecode/beroepencode en de persoonlijke code. Voor congruentie tussen beide codes bedraagt de successcore 60 % en voor incongruentie kunnen positieve scores van 35 % genoteerd worden (BZO 1994). Ervan uitgaande dat mensen werkomgevingen kiezen die bij hun persoonlijkheid passen, ligt een relatieve hoge congruentie (of similariteit) tussen het persoonlijkheidstype, zoals gemeten door de BZO en de toekomstige beroepskeuze van deze persoon voor de hand. Een gewenst beroep is blijkens onderzoeken met de BZO verbonden met de persoonlijkheid (beroepsinteresse), zo gaat bijvoorbeeld een baanaspiratie als onderzoeker gepaard met een wetenschappelijke belangstelling en maatschappelijke interesse met bijvoorbeeld een rol als arts. Deze gewenste functies stroken alsdan met hun persoonlijkheid (waarden en eigenschappen). De aspiraties die leerlingen, studenten en werkende volwassenen achteraf verklaren te hebben gehad, vertonen een hoge match met hun BZOtype of persoonlijke code. Verder vertoont het arbeidsverleden van volwassenen dezelfde continuiteit of meer functieveranderingen binnen een bepaalde beroepscategorie dan tussen de zes hoofdcategorieën. Al met al lijkt het erop dat personen van wie de aspiratiecode in hoge mate congruent is met de persoonlijke code meer voorspelbaar zijn in die zin dat ze meer geneigd zullen zijn om hun aspiraties te verwezenlijken in vergeljking met personen met incongruente codes. Schooldekanen/loopbaanbegeleiders doen wellicht er goed aan om leerlingen al vroeg in het oriëntatieproces naar hun "realistische" (in tegenstelling tot fantasie) beroepsinteressen te vragen. Jezelf in de toekomst projecteren kan leiden tot een geëngageerde, niet-bedreigende en redelijk voorspelbare index van de algemene oriëntatie van de leerling/student op de wereld van de beroepen. Een bespreking van de beweegredenen achter de toekomstige beroepskeuze (bijvoorbeeld hoe lang denken ze er al over na, hoe serieus of zeker is men van de keuze, wat zijn de meest aantrekkelijke aspecten van het beroep, kan de schoooldekaan voorzien van waardevolle informatie over de interesse van de leerling/student, de impliciete waarden en de volwassenheid van de keuze. In plaats van congruentie na te streven kan men bij verschillende codes ook de regel van verscheidenheid binnen het beroep in ogenschouw nemen. De persoonlijke code benadrukt de gemiddelde kenmerken van mensen in verschillende beroepen en studiegebieden, terwijl elke beroep door uiteenlopende typen of subtypen bevolkt wordt. Zoals reeds vermeld blijkt uit onderzoek dat voor de overgrote meerderheid van werknemers en studenten de eerste codeletter van de persoonlijke code een van de drie letters is van de aspiratiecode/beroepscode. Indien dit niet het geval is dan doet men er goed aan om na te gaan wat hun plaats precies is, hoe zij hun atypische interesses en vaardigheden denken te gebruiken en hoe ze een tevreden bestaan kunnen leiden. Ook moet bedacht worden dat de typen en subtypen bijzonder ongelijk verdeeld zijn. Veel voorkomende codes zijn bijvoorbeeldd OS en SA en zelden voorkomende codes zijn bijv. RA en CA. Codes die niet vaak voorkomen zijn wat hexogonale typologie betreft meestal niet of slechts matig consistent. Daarentegen zijn frequent voorkomende codes meestal wel consistent. Bij de gekozen aspiratieberoepen dient men allereerst op de eerste letter te letten. Indien deze in de overgrote meerderheid dezelfde letter is, bijvoorbeeld de S, dan mag aangenomen worden dat de persoon hoogstwaarschijnlijk sociale aspiraties heeft. Naarmate de gekozen beroepen meer tot verschillende beroepscategorieën behoren, zal de voorspellende waarde lager zijn. Onder de aanname dat consistente beroepsaspiraties op een helder zelfbeeld duiden en dat uiteenlopende aspiraties op een bepaalde onduidelijkheid over de potentiële mogelijkheden voor een bevredigend bestaan wijzen, is het van belang om de gekozen beroepsaspiraties op hun samenhang te bekijken. In sommige gevallen, bijvoorbeeld als mensen geen beslissingen kunnen nemen of tegenstrijdige alternatieven aangeven, kan het nuttig zijn om te analyseren hoe deze aspiraties tot stand zijn gekomen. Bij het evalueren van de mate van conguentie tussen twee codes kan gebruik gemaakt worden van een aantal methoden: • de hexagonale index, hierbij wordt alleen de eerste letter van beide codes met elkaar vergeleken. - beide letters zijn gelijk (maximaal congruent: score 4), - de letters liggen in het hexagoon naast elkaar (score 3), - de letters liggen niet naast elkaar, maar ook niet tegenover elkaar (score 2), - de letters liggen in het hexagoon tegenover elkaar (laagste score van 1).
• de Zener-Schnuelle-index kan gebruikt worden om de overeenkomst tussen twee drie-letter codes te bepalen. - beide codes zijn exact gelijk: score van 6 (bijvoorbeeld SIA en SIA). - de eerste letters zijn exact gelijk: score van 5 (bijv. SIA en SIO). - de drie letters van beide codes zijn hetzelfde, doch in een andere volgorde: score van 4 (bijv. SIA en IAS, SAI en ISA, SAI en IAS). - alleen de eerste letter van beide codes is gelijk: score van 3 (bijv. RIA en ROS, ASC en AIR). - De eerste twee letters van de ene code komen voor in de andere code: score van 2 (bijv. RIC versus IOR). - de eerste letter van de eerste code komt voor in de andere code: score van 1 (bijvoorbeeld SOA en AIR). - de eerste letters van beide codes komen niet voor de andere code: score van 0 (bijvoorbeeld IRO en SOA). • de Iachan congruentie index kan eveneens gebruikt worden om de mate van overeenkomst tussen twee drielettercodes te bepalen. Bij de Iachan methode wordt door het toekennen van gewichten aan de verschillende overeenkomsten tussen de codes aan bepaalde combinaties het relatieve niveau van elk paar codes bepaald. - voor de eerste letter van de eerste code geldt bij overeenstemming met respectievelijk de eerste, tweede, derde of geen letter van de andere code een gewicht van respectievelijk 22, 10, 4 en 0. - voor de tweede letter geldt bij overeenstemming met respectievelijk de eerste, tweede, derde of geen letter een gewicht van respectievelijk 10, 5, 2 en 0. - voor de derde letter geldt bij overeenstemming met respectievelijk de eerste, tweede, derde of geen letter een gewicht van respectievelijk 4, 2, 1 en 0. De minimumscore is 0 en de maximumscore is 28 (22 + 5 + 1). Door de specifieke weging zijn de scores 3, 7, 15, 17, 18, 19 en 25 niet mogelijk. Volgens Iachan (1984) is de interpretatie van de congruentiescore als volgt: scores van 26 -28 geven een hoge match aan scores van 20-25 geven een bovengemiddelde match aan scores van 14-19 geven een geringe match aan scores van 0-13: geven een slechte match aan De procedure zal aan de hand van twee voorbeelden beschreven worden. Voorbeeld 1 De vergelijking van bijvoorbeeld de persoonscode ROI en de aspiratiecode of beroepencode RIO geeft een congruentiesscore van 26: De eerste letter R van de code ROI is gelijk aan de eerste letter van de andere code RIO: 22 De tweede letter O van de code ROI is gelijk aan de derde letter van de andere code RIO: 2 De derde letter I van de code ROI is gelijk aan de tweede letter van de andere code RIO: 2 Voorbeeld 2 De vergelijking van bijvoorbeeld de persoonscode ROI en de aspiratiecode of beroepencode SRO geeft een congruentiesscore van 12: De eerste letter R van de code ROI is gelijk aan de tweede letter van de andere code SRO: 10 De tweede letter O van de code ROI is gelijk aan de derde letter van de andere code SRO: 2 De derde letter I van de code ROI komt niet voor in de andere code SRO: 0 Een vergelijking van jouw persoonlijke code (het resultaat uit de BZO vragenlijst (r i o) en jouw aspiratie/beroepencode (c r a) geeft een Iachan-congruentiescore van: 10.
Tot slot wordt hieronder een lijst van beroepen en opleidingen gegeven op basis van de aspiratie-/beroepencode. Op basis van jouw congruentie-score moet hierbij bedacht worden dat de match met de persoonlijke code als slecht te kwalificeren is.
Geselecteerde code: c r a Beroepen: Advertentiezetter 1 Cartograaf 2 Cartografisch tekenaar 1 Controleur textielindustrie 1 Productiebegeleider uitgeverij 2 Reprograaf 1 Tekenaar bouwkunde 1
Tekenaar/constructeur Tekenaar/constructeur Tekenaar/constructeur Tekenaar-constructeur Tekenaar-constructeur Tekenaar-constructeur Typograaf 2
installatietechniek 0 scheepsbouw 0 vliegtuigbouw 0 machines/gereedschappen 0 pijpleidingssystemen 0 voertuig-/scheepsbouw 0
Geselecteerde code: c r a Opleidingen: MBO Assistent schilderen / industriële lakverwerking - Assistent lakspuiter (1) MBO Assistent schilderen / industriële lakverwerking - Assistent metaalconserveerder (1) MBO Autoschadeherstellertechniek - Autoschadehersteller niveau (2) MBO Autoschadeherstellertechniek - Autoschadehersteller niveau (3) MBO Autoschadeherstellertechniek - Autoschadetechnicus niveau (3) MBO Medewerker industriële lakverwerking - Jachtschilder (2) MBO Medewerker industriële lakverwerking - Lakspuiter (2) MBO Medewerker industriële lakverwerking - Metaalconserveerder (2) MBO Medewerker industriële lakverwerking - Vakkracht jachtschilder (3) MBO Medewerker industriële lakverwerking - Vakkracht lakspuiter (3) HBO AD Installatietechniek - Constructeur installatietechniek HBO AD Installatietechniek - Tekenaar-werkvoorbereider installatietechniek HBO Automotive/Autotechniek - Constructeur voertuigbouw HBO Bos- en Natuurbeheer - Cartograaf HBO Bouwkunde - Constructeur HBO Bouwkunde - Tekenaar of tekenaar-constructeur HBO Civiele Techniek - Constructeur HBO Civiele Techniek - Tekenaar of tekenaar-constructeur ontwerp- of adviesbureau civiele techniek HBO Engineering, Design and Innovation - Constructeur HBO Geodesie/Geo-informatica - Cartograaf HBO Grafimediatechnologie - Reproductiefotograaf HBO HBO Fotografie - Fotograaf HBO Installatietechniek - Constructeur installatietechniek HBO Kunst en Vormgeving (Grafisch Ontwerpen & Illustratie) - Typograaf HBO Werktuigbouwkunde - Ontwikkelaar en ontwerper van technische installaties HBO Werktuigbouwkunde - Werktuigbouwkundige HBO Werktuigbouwkunde - Werktuigbouwkundige HBO Werktuigbouwkunde - Werktuigbouwkundige WO Automotive Technology - Constructeur/ontwerper autoindustrie WO Maritieme Techniek - Scheepsbouwkundig constructeur
XII SAMENVATTING
Frequentie persoonlijke code1 r i o
3% (ma) / <1% (vr)
Frequentie aspiratie-/beroepscode1 c r a
2% (ma) / 1% (vr)
Samenhang loopbaanideeën
zie toelichting in hoofdstuk XI
Congruentie persoon/persoonscode - werkomgevingen/aspiratiecode Hexagonale index (1-4)
3
aangrenzend
Iachan agreement index M (0-28)
10
slecht
Consistentie persoonscode
consistent
Differentiatie persoonsprofiel (maximum - minimum)
zeer laag
Differentiatie persoonsprofiel Iachan differentiation index D2
1.5
matig
Antwoordtendentie
hoog
Frequentie van voorkomen in Nederlandse normgroep: > 1% zeer laag 1% laag 2% tamelijk laag 3%-4%-5% gemiddeld 6%-7% bovengemiddeld > 7% hoog
2D = (X^sub 1^-(X^sub 2^ + X^sub 4^)/2)/2
1