1
HANDLEIDING BZO
BZO Versie 7 Maart 2011 © Cheops Group 2010, 2011, 2012
2 INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk1
Praktijk
pag. 3
Hoofdstuk2
Theorie
pag. 4
Hoofdstuk 3
Psychometrische eigenschappen
pag. 7
Hoofdstuk4
BZO en Persoonlijkheid
pag. 13
Hoofdstuk 5
BZO en loopbaanbegeleiding
pag. 20
Hoofdstuk 6
Individuele loopbaanbegeleiding
pag. 26
Hoofdstuk 7
Groepsgewijze loopbaanbegeleiding
pag. 28
Hoofdstuk 8
Nabespreking
pag. 29
Hoofdstuk 9
Beroepenlijst en Opleidingenlijst
pag. 31
Hoofdstuk 10
Beroepenzoeker Ordening per letter
pag. 35
Hoofdstuk 11
Beroepenzoeker Ordening per code
pag. 59
Hoofdstuk 12
Opleidingzoeker Ordening per code
pag. 85
Hoofdstuk 13
Literatuur
pag. 137
10
Interessen
Competenties
R
I
C
R
S
O
S
O
-
.40 .18
.21 .19
.17
.55 .16 .11
.08
.14 .23 .47 .28 .21
-.04 .09 .01
.80 .38 .21
.19
.21 .25
I
.35
-
.22
.33 .24
.19
.25 .54 .19
.27
.29 .33 .14 .63 .14
.10
.22 .04
.37 .81 .26
.32
.22 .19
-
.38 .31
-.04 .13 .14 .61
.30
.25 .11 .09 .31 .52
.22
.20 -.03 .21 .35 .82
.35
.25 .02
S
.17 .29 .40
S
O
I
A
C
R
I
Totaal
R
A .15 .30
A
Zelfbeeld A
S
O
C
R
I
A
C
-
.23
.18
.18 .09 .18
.50
.28 .18 .11 .34 .14
.45
.18 .07
.24 .34 .29
.79
.27 .19
O .16 .26 .19
.21
-
.24
.19 .11 .23
.25
61 .34 .08 .37 .19
.11
.61 .14
.17 .32 .33
.33
.83 .33
C
.23 .25
-
.23 .07 .04
-.02 .14
43 .02 .03 -.14 -.03 .07 .45
.21 .16 -.07 .08
.20 .78
S
S
O
C
S
O
R
S
O
.26
.32 .39 .54 .25 .15
.14
.12 .08
.84 .31 .19
.25
.25 .32
.20 .17 .02
C
R
I
R .59 .35 .07
R
I
A
.26 .14
O
.22
-
.14 .15
A
I
.28 -
I
A
C
I
A
C
.24 .58 .19
.23 .16
.12
.19
.22 .20 .05 .45 .08
.10
.12 .05
.17 .77 .11
.22
.09 .12
A .12 .22 .64
.20 .09
-.03 .08 .26 -
.31
.26 .11 .15 .28 .62
.16
.27 .04
.20 .26 .81
.23
.29 .07
S
.15 .24 .31
.51 .22
.02
.27 .21 .37
-
.41 .27 .19 .35 .30
.59
.26 -.02 .21 .34 .38
.76
.29 .12
O .19 .25 .21
.23 .55
.18
.22 .32 .29
.43
-
.23
.65 .16
.29 .37 .36
.34
.79 .28
.25 .31 .15
.23 .31
.49
.30 .34 .10
.26
.44 -
.19 .39 .09
.22
.27 .44
.38 .41 .15
.24
.38 .75
R
S
C
R
S
O
R
S
O
R
S
O
C
I
A
O
R .56 .08 -.02 .19 -.05 .06 I
I
.14
R
A
.42 .21 .41 .29
C
I
A
.55 .15 .07
.22
.08 .01 -
.23 .61 .34
.27 .11
.16
.23 .51 .35
.29
.36 .35 .06 -
A .15 .32 .51
.14 .08
-.06 .12 .19 .53
.26
S
.09 .08 .22
.40 .11
.03
.19 .05 .21
.51
O .02 .00 .01
.06 .58
.09
.07 .08 .14
.18 .23 .03
.17 .10
.42
R
S
C
R
C
I
A
O
I
.17 .05
.79 .11 .21
.17
.20 .14
.41 .19
.29 .82 .38
.31
.40 .26
.23 .02 .21 .38 -
.11
.31 -.04 .23 .19 .77
.12
.32 -.08
.31 .18 .23 .31 .29
-
.07 .14
.04 .14 .16
.73
.08 .12
.20
.60 .19 .22 .18 .30
.29
-
.19 .22 .31
.13
.81 .20
.12 .06 -.02 .17
.23 .39 .16 .20 .14
.15
.09 -
.02 .05 -.02 -.03 .14 .77
S
O
S
O
R
I
.41 .26
A
C
R
I
A
.21
C
.29 .07
.22
.81 .33 .15
.27
.08 .18 .81 .25 .21
.19
.05 .22
-
.37 .83 .38
.31 .15
.20
.29 .82 .35
.28
.32 .40 .17 .82 .34
.15
.09 .24
.40 -
A .11 .37 .86
.30 .07
-.05 .13 .26 .83
.39
.31 .09 .07
45 .75
.26
.18 .01
S
.28 .31 .38
.81 .14
.23
.33 .23 .32
.79
.34 .26 .29 .36 .28
.69
.14 .21
O .02 .14 .09
.16 .83
.32
.14 .19 .13
.33
.74 .33 .02 .26 .23
.25
.30 .34 .03
.29 .32
.81
.31 .19 -.04 .20
.31 .72 .13 .33 .05
.18
C
C
.11
.35
R .85 .31 .08 I
A
.22
I
.17 .25
C
A
S
O
C
.22
.26 .26
.32
.28 .26
.21 .35 -
.34
.29 .03
.29 .30 .36
-
.34 .14
.81 .18
.05 .21 .22
.28
.16 .74
.33 .29 ..02 .23
.28
Correlaties voor vrouwen (N=300) boven de diagonaal, voor mannen (N=300) onder de diagonaal
-
.35
.39 -
11 Volgens Hollands model verhouden de afstanden tussen de zes typen zich omgekeerd tot de sterkte van de correlaties tussen de verschillende typeringen. In de bovenstaande tabel zijn de correlaties tussen de subschalen van dezelfde hoofdschaal voor ieder onderdeel hoger dan de correlaties tussen de subschalen van de andere hoofdschalen. Hoewel verre van perfect komen de gemiddelde correlaties voor de drie niveau’s van afstand redelijk overeen met de voorspellingen van het model.
De aanname dat de meetkundige afstand in het hexagoon rechtevenredig is met de psychologische afstand van de zes typen wordt vaak niet ondersteund door de onderzoeksuitkomsten. Voor de dagelijkse praktijk van de loopbaanadviseur of HRMer levert dit geen directe bezwaren op. Maar omdat de resultaten niet eensluidend en definitief zijn, is het wel van belang dat het onderzoek op het gebied van de Hollandtypologie wordt voortgezet. In grote lijnen voldoen de correlaties tussen alle RIASOC-schalen aan het gewenste patroon: consistente schalen R I I A A S S O O C C R
v .41 .28 .34 .34 .35 .26
m .40 .35 .36 .28 .39 .33
15 Persoonlijkheidstype
Werkomgeving/beroepen
I Intellectueel-Onderzoekende Type
Intellectuele werkomgeving
Persoonskenmerken Analytisch, sceptisch, voorzichtig, kritisch, nieuwsgierig, bescheiden, introvert, methodisch, rationeel.
Intrinsieke motivatie/beloning Analyseren van informatie, problemen doorgronden en oplossen, kennisverwerving, publiceren.
Waarden Kennisverwerving (kennis en logica), doelen behalen, onafhankelijkheid.
Waarden en werkstijl In de werkomgeving gaat het om onderzoekende werkzaamheden teneinde (wiskundige) problemen op te lossen of kennis te vergaren. De omgeving stimuleert en beloont analytische, wetenschappelijke, technische en verbale vaardigheden. De intellectuele omgeving biedt ruimte aan theoretische, creatieve en ideële waarden, en aan volhardend, kritisch en soms zelfs sceptisch gedrag.
Kwaliteiten Analytische en technische of mathematische, wiskundige vaardigheden. Interesses/activiteiten Interesse voor wetenschappelijke activiteiten. Ze willen weten hoe de wereld in elkaar zit en zoeken naar een creatieve manier om tot een antwoord op hun vragen te komen. Is er op uit de hem omringende, natuurkundige, biologische en culturele verschijnselen via observatie en onderzoek te doorgronden en te beheersen. Niet erg geïnteresseerd in samenwerking. Levensdoel: uitvinden van waardevol product, theoretische bijdrage leveren aan wetenschap. Inconsistentie Vermijdt verkoopactiviteiten of het overtuigen van mensen. Doorgaans een afkeer van activiteiten die een overredend, sociaal of routinematig optreden vereisen. Vaak minder sterk in sociale vaardigheden, overtuigen en leidinggeven.
Vereiste kwaliteiten Analytische en technische of mathematische, wiskundige vaardigheden. Mondelinge en/of schriftelijke vaardigheden. Goed gedocumenteerde bijdragen aan kennis of aan de oplossing van praktische problemen worden op prijs gesteld. Beroepenclusters Menswetenschappen ( therapeutisch, psychologie, bestuderen en beïnvloeden van het gedrag van mensen ), onderzoek, wiskunde/exacte vakken, theoretisch technisch, praktische esthetiek (vormgeving, architectuur, productontwerp). Specifieke activiteiten Onderzoek, publicatie, (wiskundige) problemen oplossen. Voorbeeldberoepen - Apothekersassistent, laboratoriummedewerker, drilling engineer, systeembeheerder, chemisch analist. - Psycholoog, tolk/vertaler, architect, archeoloog, radioloog, medisch laborant.
23 Consistentie en differentiatie van persoonsprofielen Wat zeggen normatieve gegevens over de consistentie, de differentiatie en de hoogte van de persoonscode? Is de persoonlijke code veelvuldig voorkomend of juist zelden voorkomend? Tussen de afstand tussen twee typen in het hexagonale model (mate van consistentie) en de stabiliteit van de loopbaankeuze bestaat een duidelijke positieve correlatie. Twee gelijke typen zijn maximaal consistent, aangrenzende typen zijn daarna het meest consistent, alternerende typen minder consistent en opponerende typen het minst consistent. Ook de consistentie van een beroepscode houdt verband met een stabiel arbeidsverleden (bijvoorbeeld elektromonteur RIC, een consistente code). Differentiatie is gerelateerd aan de stabiliteit van iemands beroepsaspiraties. Evenzo zijn gelijke schaalscores (een vlak profiel) gerelateerd aan instabiliteit. Personen met een goed gedifferentieerd profiel zijn meer voorspelbaar in die zin dat hun studie- en beroepskeuze stabieler zouden moeten zijn en dat er een grotere kans is dat ze de (gemiddeld) kenmerken van die typen vertonen, met name voor de hoogste en laagste score. Consistentie en differentiatie geven een indruk van de mate waarin een persoonsprofiel duidelijk is gedefinieerd. Van een persoon met een duidelijk gedefinieerd profiel kan verwacht worden dat ze hu aspiraties doorzetten en minder loopbaanondersteuning nodig hebben. Het persoonsprofiel zoals dat door de zes schalen is gevormd kan nader geanalyseerd worden door vragen te stellen die de interne (in)consistentie al dan niet nader bevestigen of ontkrachten: - dominante interesse Wat is de primaire beroepsinteresse? Is er wel een dominante beroepsinteresse? Zo ja, dan kan deze dominante interesse als uitgangspunt dienen met de andere letters/interesses als verdere uitwerking?. - consistentie van persoonsprofiel Is het profiel consistent? Bijvoorbeeld als R de hoogste score heeft, is de opponerende S in het hexagon dan de laagste letter? Of als S de hoogste score is,zijn de scores voor de aangrenzende A en O dan ook relatief hoog en de scores voor de alternerende I en C dan betrekkelijk laag of liggen ze in het midden van het profiel ? Iemand met een inconsistent profiel zal wellicht meer moeite hebben in het integreren van de interesses of andere interesses te vinden die meer passend zijn en dientengevolge meer loopbaanondersteuning behoeven.
26 6. INDIVIDUELE LOOPBAANBEGELEIDING De BZO is een goed uitgangspunt, doch bevat slechts een deel van de informatie die nodig is voor een volledig beeld. Op basis van de ideeën van Holland kunnen loopbaanproblemen in vijf clusters ondergebracht worden. 1. Tekort aan belangrijke informatie over persoon of werk. Onvoldoende informatie over beroepsvoorkeur; mogelijk signaal BZO: laag vlak profiel. Men dient dan meer informatie te verzamelen. 2. Tekort aan kwaliteiten. Bijvoorbeeld: de persoon functioneert niet goed in huidige functie; mogelijk signaal in BZO: discrepantie tussen aspiraties en (onvoldoende) competenties of beroepsopleiding, samen met andere signalen zoals informatie uit loopbaangesprekken. Het tekort aan opleiding kan middels opleiding en training weggewerkt worden; indien dit niet mogelijk is, zullen de aspiraties bijgesteld moeten worden. 3. Persoonlijkheid: bijv. weinig zelfvertrouwen, faalangst, lage coping met problemen op het werk, onduidelijk gevoel van identiteit. Mogelijk signaal in BZO: incongruentie persoonlijke code en loopbaanideeën, weinig samenhang in loopbaanideeën, inconsistent persoonlijk profiel, weinig interesses, laag vlak profiel. Intensievere loopbaanbegeleiding is alsdan nodig. 4. Sociale factoren. Sociale factoren die de beroepsplannen of het huidig functioneren kunnen hinderen, zijn bijvoorbeeld mensen in de naaste omgeving (familie, werkgever, vrienden) die de beroepsplannen van de persoon niet waarderen. Mogelijke signalen: lage opleiding, laag inkomen, indrukken uit gesprekken. De persoon zal moeten leren met sociale of economische barrières om te gaan. 5. Lichamelijke factoren. Sommige beroepen stellen eisen aan bijvoorbeeld uiterlijk, zicht, gehoor of motoriek. Informatie hierover kan men verzamelen uit observaties en gesprekken of uit de medische geschiedenis. De persoon zal moeten leren omgaan met beperkingen. Op zaken die wel veranderbaar zijn, kan feedback gegeven worden. Op basis van de gegevens van de BZO en overige informatie (observaties, gesprekken, arbeidsverleden, leeftijd, geslacht, SES) een inschatting moeten maken van de behoefte aan loopbaanbegeleiding. Weinig begeleiding Personen die op de Iachlan index M tussen 22 en 28 scoren (hoge congruentie) of tussen 3 en 6 op de Zener-Schnuelle index en samenhangende loopbaanideeën hebben en een matig of hoog consistent en goed gedifferentieerd persoonsprofiel hebben, hebben maar weinig begeleiding nodig. Hier kan meestal volstaan worden met het geven van informatie over banen, het opstellen van een CV, het voeren van sollicitatiegesprekken of opleidingsmogelijkheden. Veel begeleiding Personen die op dezelfde criteria onvoldoende scoren: Iachan M lager dan 22, Zener-Schnuelle lager dan 3, onsamenhangende loopbaanideeën, een niet consistent en niet gedifferentieerd persoonsprofiel, hebben meer loopbaanbegeleiding nodig, wellicht in de vorm van individuele of groepssessies.
35 10. BEROEPENZOEKER Ordening per letter 10.1. Artistieke beroepen Aardewerkdecorateur Acteur Antiekhandelaar Art director reclame Artistiek leider muziekgezelschap Artistiek leider theatergezelschap Balletdanser Balletleraar Beeldhouwer Binnenhuisadviseur Binnenhuisarchitect Binnenhuisdecorateur Bloemenbinder Cabaratier Cameraman Cartoonist Choreograaf Cineast Circusartiest Componist Concertmeester Copywriter Cosmeticaspecialist Costumière toneel/film/tv Creative director reclame Danser Danser jazztheater/musical Danser klassiek Danser modern Decorateur Decorbouwer Decorontwerper Decorschilder Dessinontwerper Dichter Dirigent Docent ballet Docent dans Docent documentaire informatievoorziening Docent drama Docent edelmetaalbewerken Docent expressievakken Docent fotografie
Docent grafisch vormgeven Docent handvaardigheid Docent muziek Docent tekenen Docent textiele werkvormen Docent textieltechniek Docent theater Documentairemaker Draaiboekschrijver Dramaturg Editor film/video Etaleur Figurant Filmacteur Filoloog Fotograaf Fotojournalist Fotolaborant Fotomodel Fotoverslaggever Galeriehouder Germanist Goudsmid Graficus Grafisch kunstenaar Grafisch vormgever Illustrator Industrieel ontwerper Instrumentalist Journalist Journalist (omroep) Keramist Kleinkunstenaar Kleur en stijladviseur Kostuumontwerper theater/film/tv Kunstcriticus Kunsthandelaar Kunsthistoricus Kunstrestaurateur Kunstschilder Kunstwever Landschapsarchitect Layout vakman Leraar dramatische expressie
84 soi soi soi soi
Personeelswerker Psychiatrisch sociaal werker Remedial teacher Voorlichter
sor sor
Activiteitenbegeleider Arbeidsbemiddelaar arbeidsbureau Badmeester Beheerder buurthuis Docent facilitymanagement Fitnessinstructeur Gastheer/gastvrouw horeca Groepsleider Groepsleider jeugdinrichting Groepswerker penitentiaire inrichting Gymnastiekleraar Jeugdherbergleider Landbouwadviseur Landbouwconsulent Leraar blindenschrift Masseur Medewerker humanitaire hulp Medewerker ontwikkelingssamenwerking Medewerker sport en recreatie Onderwijzer bijzonder onderwijs Parachute instructeur Sociaal consulent gehandicapten Sport- en bewegingsleider Sportinstructeur/personal trainer Sportleider Trainer (sport) Verkeersambtenaar Verkoopmedewerker meubels Werkleider sociale werkvoorziening Wijkverpleegkundige
sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sra sra sra sra sra sra sra
Aulamedewerker uitvaartcentrum Docent basiseducatie Docent houtbewerkingstechnieken Docent industriele vormgeving Docent lichamelijke opvoeding Euritmietherapeut Kinderverzorgende
sra sra sra sra sra sra sra sra
Klassenassistent Leidster kinderdagverblijf Psychomotorisch therapeut Sportmasseur Verpleegkundige gehandicaptenzorg Verzorgende Woonbegeleider Zweminstructeur
85 12. OPLEIDINGENZOEKER Ordening per code code
niveau Opleiding
Voorbeeldberoep
aci aci aci aci aci
HBO HBO HBO HBO HBO
Grafiek kunstenaar Scenarioschrijver/scenarist Scenarioschrijver/scenarist Grafisch technicus
aci
HBO
Beeldende Kunst Communicatie Film & Televisie Grafimediatechnologie Kunst en Vormgeving Grafisch Ontwerpen & Illustratie Musictechnology
aci aci
HBO HBO
Theater Writing for Performance (schrijfopleiding) Theater Writing for Performance (schrijfopleiding)
aci
HBO
Theater Writing for Performance (schrijfopleiding)
aci
HBO
Kunst en Techniek
aci
HBO
Media Music
aci
WO
Algemene Taalwetenschap
Grafisch en illustratief vormgever Sounddesigner //soundmixer/ klankontwerper Scriptschrijver Literaire tekstschrijver (proza, poëzie, libretto, essays en jeugdliteratuur) Dramaschrijver van teksten voor theater, film, televisie, radio en nieuwe media Vormgever bij multimediabedrijf, reclamebureau Sound designer (adr, foley, sfx, sample cd / libraries) Scenarioschrijver/scenarist
aco aco aco aco aco aco aco aco aco aco aco aco
HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO
HBO Fotografie Kunst en Vormgeving Kunst en Vormgeving Film & Televisie Journalistiek Media, Informatie en Communicatie Ondernemer en bedrijf Tuinbouw en Akkerbouw Communicatie Toneel & Kleinkunst Communication and Multimedia Design Vormgeving (Art and Crossmedia Design)
Fotografisch medewerker Fotografisch medewerker Meubelontwerper Editor film en televisie Editor film en televisie Editor film en televisie Ondernemer bloemenwinkel Ondernemer bloemenwinkel (Nieuwe) mediamanager Regieassistent Regieassistent animatie Fotograaf
acr acr acr acr acr
HBO HBO HBO HBO WO
Kunst en Techniek Communicatie Communicatie Communication and Multimedia Design Communicatie- en Informatiewetenschappen
Journalist nieuwe media Letterontwerper Webredacteur Redacteur (nieuwe media) Tekstschrijver/webredacteur
acs
HBO
Restaurator
acs acs acs acs
HBO HBO HBO HBO
Tolk en vertalen Grafimediatechnologie Toneel & Kleinkunst Toneel & Kleinkunst
Restaurator ( museum, archief of bibliotheek) Ondertitelaar Grafisch technicus Theaterbelichter Theatertechnicus
aic aic aic aic aic aic aic aic aic aic aic aic
HBO HBO HBO HBO WO WO WO WO WO WO WO WO
Hogere Europese Beroepen Opleiding Lerarenopleidingen Talen Talen en Culturen Tolk en vertalen Literatuurwetenschap Russische Studies Islam en Arabisch Hebreeuwse en Joodse Studies Taalkunde en Interculturele Communicatie Communicatie en Informatiewetenschappen Talen en Culturen Taal en Communicatie
Vertaler Vertaler Vertaler Vertaler Literatuuronderzoeker Vertaler Vertaler Literair vertaler/bijbelvertaler Vertaler Vertaler (tekst, vertaalbureau) Vertaler Vertaler
135 code
niveau Opleiding
Voorbeeldberoep
sor sor sor sor sor sor sor sor
HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO
Career Development Sociaal Pedagogische Hulpverlening Sociaal Pedagogische Hulpverlening Diermanagement Sport, Management en Ondernemen Sport en Bewegen Verpleegkunde Leraar lichamelijke opvoeding
sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor sor
HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO WO WO WO
Leraar lichamelijke opvoeding Leraar basisonderwijs (PABO) Verkeerskunde/Mobiliteit AD Verkeerskundig Medewerker Tuinbouw en Akkerbouw Plattelandsvernieuwing Social work AD Intercedent Bedrijfskunde en Agribusiness Gespecialiseerde leraar Social work Sport en Bewegen Sport en Bewegingseducatie Sport en Bewegingseducatie Internationale ontwikkelingsstudies Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie Talen en Culturen van oa: Afrika, India, ZuidoostAzië, Latijns- Amerika
Arbeidsbemiddelaar arbeidsbureau Activiteitenbegeleider Groepsleider Hondengedragstherapeut Sportmanager Begeleider sport- en bewegingsactiviteiten Verpleegkundige Bewegingsdeskundige in de gezondheidszorg/fitnesscentrum Docent lichamelijke opvoeding Leraar basisonderwijs Verkeersambtenaar Verkeerskundig Medewerker Landbouwvoorlichter Landbouwconsulent Activiteitenbegeleider Intercedent Landbouwconsulent Leraar speciaal onderwijs Groepsleider Sportinstructeur/trainer/coach Sportinstructeur/trainer/coach Fitnesstrainer Ontwikkelingsdeskundige/-adviseur Medewerker ontwikkelingssamenwerking
sra
HBO
Docent dans/euritmie
sra sra sra sra sra sra sra sra sra
HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO HBO
Docent dans/euritmie Leraar lichamelijke opvoeding Pedagogiek Verpleegkunde Sociaal Pedagogische Hulpverlening Ergotherapie Psychomotorische Therapie en Bewegingsagogie Bewegingstechnologie Human Technology
sra
HBO
Leraar bouwtechniek
src src
HBO HBO
AD Onderwijsondersteuner Techniek Biometrie
src src src src
HBO HBO HBO HBO
Audiologie Leraar Gezondheidszorg en Welzijn Leraar Scheikunde Sport- en Bewegingseducatie
src src src src src src
HBO HBO HBO HBO HBO WO
Leraar Techniek Diermanagement Verpleegkunde Sport en Bewegen Sportbiometrie Geneeskunde
Medewerker humanitaire hulp Docent dans en culturele vorming in het onderwijs Docent euritmie vrije school Docent lichamelijke opvoeding Leidinggevende kinderopvang Verpleegkundige Woonbegeleider Ergotherapeut Psychomotorisch therapeut Bewegingstechnoloog Ontwerper/ontwikkelaar bij een ontwerpbureau Docent houtbewerkingstechnieken
Onderwijsondersteuner Techniek Medisch technoloog/ontwikkelaar medische apparatuur Audicien Leraar Gezondheidszorg en Welzijn Leraar Scheikunde Sport- en bewegingsagoog in de jeugd- of gezondheidszorg Leraar Techniek Hondengedragstherapeut Verpleegkundige Sport- en bewegingsconsulent Sportbiometrist Artsenbezoeker
137 Hoofdstuk 12 Literatuur
Abe, C., & Holland, J. L. (1965b).A description of college freshmen: II. Students with different vocational choices(ACT Research Report No. 4). Iowa City: The American College Testing Program. American College Testing Program. (1972). Handbook for the ACT Career Planning Program. Iowa City: Author. Baird, L. L. (1969). The undecided student—How different is he? Personnel and Guidance Journal, 47, 429–434. Bardsley, C.A. (1984). Hooking management on career development: a workshop. Training and development Journal, 38, 76-79. Blau, P. M., Gustad, J. W., Jessor, R., Parnes, H. S., & Wilcock, R. S. (1956). Occupational choice: A conceptual framework. Industrial and Labor Relations Review, 9, 531–543. Borgen, F. H., & Harmon, L. W. (1996). Linking interest assessment and personality theory. In M. L.Savickas & W. B. Walsh (Eds.), Handbook of career counseling theory and practice (pp. 251–266). Palo Alto, CA: Davies-Black Publishing. Borgen, F. H., & Seling, M. J. (1978). Expressed and inventoried interests revisited: Perspicacity in the person. Journal of Counseling Psychology, 25, 536-543. Brown, D., & Brooks, L. (Eds.). (1996). Career choice and development (3rd ed.). San Francisco: Jossey-Bass. Brown, S. D., & Lent, R. W. (1992). Handbook of counseling psychology (2nd ed.). New York: Wiley. Camp, C. C., & Chartrand, J. M. (1992). A comparison and evaluation of interest congruence indices. Journal of Vocational Behavior, 41, 162–182. Campbell, D. P., & Holland, J. L. (1972). Applying Holland’s theory to Strong’s data. Journal of Vocational Behavior, 2, 353–376. Campbell, D. P. (1974). Manual for the Strong–Campbell Interest Inventory. Stanford, CA: Stanford Univ. Press. Campbell, D. P. (1971). Handbook for the Strong Vocational Interest Blank. Stanford, CA: Stanford University Press. Campbell, D. P. (1977). Manual for the Strong-Campbell Interest Inventory T325 (Merged form). Stanford, CA: Stanford University Press. Cole, N. S. (1973). On measuring the vocational interests of women. Journal of Counseling Psychology, 20, 105–112. Cole, N. S., & Hansen, G. (1971). An analysis of the structure of vocational interests (ACT Research Report No. 40). Iowa City: The American College Testing Program. Crabtree, P. D., & Hales, L. W. (1974). Holland’s hexagonal model applied to rural youth. Vocational Guidance Quarterly, 22, 218-223. Crites, J. O. (1974). Career counseling: A review of major approaches. Counseling Psychologist, 4(3), 3–23. Crites, J. O. (1976). Career counseling: A comprehensive approach. Counseling Psychologist, 6(3), 2–12. Crites, J. (1969). Vocational psychology. New York: McGraw-Hill. Diamond, E. E. (Ed.). (1975). Issues of sex bias and sex fairness in career interest measurement. Washington, DC: National Institute of Education. Edwards, K. L., & Whitney, D. R. (1972). A structural analysis of Holland’s personality types using factor and configural analysis. Journal of Counseling Psychology, 19, 136-145. Gottfredson, G. D. (1976). A note on sexist wording in interest measurement. Measurement and Evaluation in Guidance, 8, 221–223. Gottfredson, G. D. (1977). Career stability and redirection in adulthood. Journal of Applied Psychology, 62, 436–445. Gottfredson, G. D., & Holland, J. L. (1991). Position Classification Inventory: