VOORSTEL AAN DE RAAD
Onderwerp Volgnr.
beroep tegen reactieve aanwijzing bestemmingsplan Buitengebied Woudrichem 2011-054
Portefeuillehouder
wethouder R. Bergsma
Ambtenaar
Linde Baars
Afdeling
Ruimte
Datum voorstel
13 september 2011
Opiniërende raad
--
Agendapunt -
Besluitvormende raad
27 september 2011
Agendapunt 9
Samenvatting Op 26 juli 2011 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant besloten om voor een gedeelte van het bestemmingsplan “Buitengebied Woudrichem” een reactieve aanwijzing te geven. De reactieve aanwijzing houdt in dat het bestemmingsplan “Buitengebied Woudrichem” op vier onderdelen niet in stand blijft. De aanwijzingen betreffen: de locatie Giessensesteeg nabij 9, de bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), ontwikkelingsmogelijkheden in de Groenblauwe mantel en de locatie Burgemeester van der Lelystraat 103a. U heeft de bevoegdheid om beroep in te stellen tegen de reactieve aanwijzing. Omdat de beroepstermijn op 22 september 2011 sluit (dus vóór de raadsvergadering van 27 september 2011), hebben wij pro forma beroep ingesteld, in afwachting van uw besluit. Beslispunten 1. Besluiten in te stemmen met het door het college, namens de raad, ingestelde beroep tegen de reactieve aanwijzing met betrekking tot de locatie Burgemeester van der Lelystraat 103a (aanwijzing nr. 4). 2. Besluiten in te stemmen met het door het college, namens de raad, ingestelde beroep tegen de reactieve aanwijzing met betrekking tot de locatie Giessensesteeg nabij 9 (aanwijzing nr. 1 en 5). 3. Geen beroep in te stellen tegen het aanwijzingsbesluit inzake: Ontwikkelingsmogelijkheden in Groenblauwe mantel (aanwijzing nr. 2); Onvoldoende bescherming EHS (aanwijzing nr. 3) en daarom het pro-forma ingediend beroepsschrift voor wat betreft aanwijzing 2 en 3 door het college te doen intrekken. Bijlagen 1. Reactieve aanwijzing provincie Noord-Brabant
bijgevoegd
Advies opiniërende vergadering Het raadspresidium adviseert om vanwege de tijdsdruk het voorstel direct in de besluitvormende raadsvergadering van 27 september 2011 te behandelen als bespreekstuk. Reactie college -
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 1/7
VOORSTEL AAN DE RAAD
1. Inleiding Op 21 juni 2011 heeft u het bestemmingsplan "Buitengebied Woudrichem" (hierna genoemd bestemmingsplan Buitengebied) vastgesteld. Gedeputeerde Staten (GS) van Noord-Brabant hebben op 26 juli 2011, overeenkomstig artikel 4.2 lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro), besloten om voor een gedeelte van het bestemmingsplan Buitengebied een reactieve aanwijzing te geven. Dit houdt in dat de delen, waarop de reactieve aanwijzing van toepassing is, geen deel meer blijven uitmaken van het bestemmingsplan Buitengebied (art 3.8 lid 6 Wro). U heeft de bevoegdheid om tegen deze reactieve aanwijzing beroep in te stellen bij de Raad van State. Omdat de beroepstermijn op 22 september 2011 sluit (dus vóór de raadsvergadering van 27 september 2011), hebben wij pro forma beroep ingesteld, in afwachting van het besluit van uw raad. 2. Beleidskader, doel en effect Het beleidskader betreft hier het bestemmingsplan Buitengebied en voor de provincie Noord-Brabant is de Verordening Ruimte (VR) van toepassing. Beide beleidskaders hebben tot doel een goede ruimtelijke ordening te behouden en te bevorderen. 3. Argumenten en kanttekeningen Hieronder worden de onderdelen waar de reactieve aanwijzing betrekking op heeft per onderdeel nader toegelicht. Eerst de reactieve aanwijzing, daarna een samenvatting van de toelichting vanuit de provincie en vervolgens onze reactie. Per punt wordt afgesloten met een advies om al dan niet beroep in te stellen tegen het betreffende onderdeel van de reactieve aanwijzing 1/5 Locatie Giessensesteeg nabij nummer 9 : Situatie Op Giessensesteeg 9 te Giessen is een hoveniersbedrijf gevestigd. De eigenaar beschikt over twee locaties. De eerste is Giessensesteeg 9, waar de bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning gevestigd zijn. De tweede is een onbebouwd perceel een paar honderd meter verderop gelegen (tegenover nummer 12, hierna genoemd 'nabij 9'). Hier is een kwekerij van bomen en heesters met compostering gevestigd. De hovenier wenst zijn woning en bedrijfsactiviteiten te concentreren op de locatie 'nabij 9', met als doel minder verkeersbewegingen, minder verrommeling en minder overlast voor de buren. Met het oog hierop moeten de bedrijfsgebouwen worden verplaatst van 9 naar 'nabij 9'. Op nr. 9 blijft een burgerwoning achter en op de locatie 'nabij 9' wordt een bedrijfswoning gerealiseerd. Bestemmingsplantechnisch is deze ontwikkeling in het bestemmingsplan Buitengebied mogelijk gemaakt. Reactieve aanwijzing • De bestemming “Bedrijf - agrarisch verwant en technisch bedrijf” aan de Giessensesteeg nabij nummer 9, inclusief bouwvlak en functieaanduiding “specifieke vorm van bedrijf -12” treedt niet in werking • en in artikel 7 de detaillering onder 7.1.2 voor sb-12 (hoveniersbedrijf annex kwekerij). Toelichting van GS De in het vastgestelde plan toegekende bestemming betreft een nieuwvestiging van een hoveniersbedrijf en nieuw ruimtebeslag in het buitengebied. Nieuwvestiging van een agrarisch verwant of agrarisch technisch bedrijf is enkel mogelijk door middel van een VAB-vestiging. Er is strijd met artikelen 2.1 lid 2 en 11.7 van de VR. Beantwoording gemeenteraad in de zienswijzennota De provincie had voor de nieuwe locatie al een zienswijze ingediend, waarop door de raad conform onderstaande tekst is gereageerd:
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 2/7
VOORSTEL AAN DE RAAD "De bepalingen in 11.6 VR hebben uitsluitend betrekking op het feit dat een bestemmingsplan kan voorzien in een VAB-vestiging van een niet-agrarisch bedrijf of uitbreiding van een niet-agrarisch bedrijf en onder welke voorwaarden dit mogelijk is. Hierin zijn geen bepalingen opgenomen ten aanzien van nieuwvestiging. Ook is niet geregeld dat nieuwvestiging van een niet-agrarisch bedrijf niet is toegestaan. In 11.7 komt evenmin een dergelijke bepaling voor. De systematiek van de verordening is zodanig, dat hierin de regels zijn opgenomen ten aanzien van onderwerpen die de provincie wil opnemen. De onderwerpen die hierin niet zijn opgenomen, zijn daarom ter afweging van de gemeente, zoals in dit geval nieuwvestiging van een niet-agrarisch bedrijf. In de toelichting op de 11.6 VR is te lezen dat een nietagrarische ruimtelijke ontwikkeling mogelijk is in de groenblauwe mantel en in agrarisch gebied, mits er sprake is van een VAB-vestiging. Het systeem van ‘verordening’ biedt geen ruimte voor interpretatie van de regels, maar is rechtstreeks werkend. De toelichting kan nadere uitleg geven, maar geen regels toevoegen, aangezien de toelichting geen rechtstreeks bindende werking heeft. In 2.1 VR is de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit opgenomen. In de ruimtelijke onderbouwing is onderbouwd dat hieraan wordt voldaan. Daarmee is naar het oordeel van de gemeente, sprake van een goede ruimtelijke ordening. Op dit punt is geen sprake van strijd met 11.6 en 11.7 VR aangezien de VR op dit punt geen, in de verordening opgenomen, regels bevat. De ruimtelijke onderbouwing toont aan dat aan de vereiste zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit uit 2.1 VR wordt voldaan." Reactie college Zorg voor ruimtelijke kwaliteit primaat bij gemeente Het primaat van de zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit ligt bij de gemeente. De gemeente heeft als belangrijke taak te zorgen voor een goede ruimtelijke ordening. Dit doet zij door alle belangen die bij een ruimtelijke ontwikkeling spelen integraal af te wegen. Deze verantwoordelijkheid speelt zich met name af bij het beoordelen waar in de gemeente bepaalde ontwikkelingen ruimtelijk gezien het beste kunnen plaatsvinden. De provincie sluit nieuwvestiging uit in haar Verordening Ruimte (art. 2.1 lid 2 VR). Hierdoor blokkeert zij bij voorbaat ook ontwikkelingen die de ruimtelijke kwaliteit van het gebied versterken. Door deze regel wordt de gemeente belemmert in haar zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. In dit specifieke geval van Giessensesteeg 9, levert de beoogde situatie een ruimtelijke kwaliteitsverbetering op. Bedrijfsactiviteiten worden geconcentreerd, de verrommeling neemt af en het aantal verkeersbewegingen neemt af. Bovendien wordt de hinder voor omwonenden beperkt. De provincie heeft niet gekeken naar de ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit van de gehele ontwikkeling, maar heeft slechts geconcludeerd dat het toevoegen van een bouwblok in het buitengebied per definitie niet passend is in de VR en dus niet is toegestaan. Dat de provincie alleen naar de locatie en niet naar de ontwikkeling heeft gekeken, is ook terug te zien in de manier waarop de provincie de aanwijzing heeft gegeven. Doordat de provincie alleen op de nieuwe locatie 'nabij 9' een aanwijzing heeft gegeven, is het bedrijf als het ware wegbestemd. Het oude bouwblok op nr. 9 is namelijk verdwenen door het nieuwe bestemmingsplan buitengebied en het nieuwe bouwblok op 'nabij 9' is verdwenen als gevolg van de reactieve aanwijzing. Wat rest voor de eigenaar is een burgerwoning op nr. 9. De provincie had er beter aan gedaan de gehele ontwikkeling in ogenschouw te nemen. De consequentie is nu dat de ondernemer, om zijn bedrijfsbestemming te behouden, zowel beroep tegen de reactieve aanwijzing moet indienen als tegen het bestemmingsplan buitengebied (om de bestaande situatie te herstellen, mocht de reactieve aanwijzing in stand blijven). De provincie is zowel ambtelijk als bestuurlijk hierop aangesproken, maar ziet desalniettemin geen noodzaak dit euvel te herstellen. Verplaatsing in plaats van nieuwvestiging Ons inziens betreft het geen nieuwvestiging in het buitengebied. De hovenier oefent zijn bedrijf reeds uit aan de Giessensesteeg 'nabij 9'. In het bestemmingsplan Buitengebied 1997 is het bedrijf al als Bedrijf bestemd met de nadere aanduiding sb-31 (hoveniersbedrijf). Op de plaats waar zijn bedrijf geconcentreerd wordt in het bestemmingsplan Buitengebied Woudrichem, vindt al teelt van gewassen plaats ten behoeve van het hoveniersbedrijf. Er is daarom sprake
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 3/7
VOORSTEL AAN DE RAAD van verplaatsing van het bedrijf. Het bestaande bouwblok wordt opgeheven en de opstallen en de verharding op de huidige locatie (met uitzondering van de woning) worden gesloopt. Geen realistische alternatieven De ondernemer heeft naar alternatieve locaties gezocht voor zijn onderneming. Een bedrijventerrein in niet geschikt voor een hoveniersbedrijf en overige locaties in het buitengebied die geschikt zijn voor een hoveniersbedrijf zijn binnen de gemeente niet gevonden. Het beleid van de gemeente is erop gericht om lokale ondernemers zoveel mogelijk binnen de gemeente actief te houden. Dit is goed voor de vitaliteit van de gemeente. Wel / geen beroep instellen? Het advies is wel beroep in te stellen. 2 Onvoldoende bescherming EHS Reactieve aanwijzing: • Voor de gebieden met de legenda-eenheid “Aanwijzing 2, t.a.v. onvoldoende bescherming EHS” treden de volgende onderdelen van de regels van het bestemmingsplan niet in werking: a. artikel 5.1.2. i; b. 5.2.6 onder a sub 3 en 4; c. 5.3.6; d. 5.6.1. de zinsnede “zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van het bevoegd gezag (omgevingsvergunning voor werken en werkzaamheden) de in het schema onder 5.6.4 opgenomen”, enkel ten aanzien van het onderdeel 'aanbrengen (tijdelijke) teeltondersteunende voorzieningen' in het schema in 5.6.4. Deze gebieden zijn elektronisch vastgelegd in de reactieve aanwijzing (op www.ruimtelijkeplannen.nl). Toelichting van GS: Een deel van de bestemming “Agrarisch met waarden” valt samen met de ecologische hoofdstructuur (EHS) zoals deze is opgenomen in de VR. Door de in de aanwijzing genoemde bepalingen wordt direct of via een omgevingsvergunning het realiseren van teeltondersteunende voorzieningen mogelijk gemaakt, en dus ook binnen de EHS. Het toestaan van teeltondersteunende voorzieningen in deze gebieden, zoals gebieden met de aanduiding natuurparel, moeras en griend is strijdig met het bepaalde in artikel 4.2 van de VR. Deze voorzieningen zijn niet gericht op de beoogde doelstellingen voor de ecologische hoofdstructuur en kunnen leiden tot een aantasting van de EHS. Reactie college: De aanwijzing heeft enkel betrekking op de gebieden die onderdeel uitmaken van de EHS in de VR. Voor de overige gebieden blijft het mogelijk omgevingsvergunningen te verlenen voor teeltondersteunende voorzieningen. Wij onderschrijven de overwegingen van GS dat de aanwezigheid van teeltondersteunende voorzieningen (zoals afdekfolies, stellages met hagelnetten en containervelden) beperkend kunnen werken op de natuurwaarden die de EHS probeert te beschermen. Binnen de EHS is de ecologische waarde leidend boven de agrarische productiviteit. Wel / geen beroep instellen? Wij adviseren om tegen dit onderdeel geen beroep in te stellen. 3 Ontwikkelingsmogelijkheden in Groenblauwe mantel Reactieve aanwijzing: Voor de gebieden aangeduid met de legenda-eenheid “Aanwijzing 3, t.a.v. ontwikkelingsmogelijkheden in de Groenblauwe mantel” treedt de zinsnede “en gemengde bedrijven, niet zijnde de intensieve veehouderijtak” in artikel
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 4/7
VOORSTEL AAN DE RAAD 5.7.3 onder e, tweede gedachtenstreepje, niet in werking. Deze gebieden zijn elektronisch vastgelegd in deze reactieve aanwijzing. Toelichting van GS: Artikel 5, "Agrarisch met waarden" heeft betrekking op de gebieden die in de verordening zijn aangeduid als Groenblauwe mantel. Bij de vaststelling van het plan is in artikel 5.7.3 onder 3 de mogelijkheid opgenomen om voor grondgebonden en gemengde bedrijven het bouwblok te vergroten tot 2 ha. De wijzigingsbevoegdheid kan niet ten behoeve een uitbreiding van de intensieve veehouderijtak van het gemengde bedrijf gebruikt worden. Een vergroting van het bouwblok tot 2 ha voor een grondgebonden bedrijf past in de regels van de verordening. Echter, door bij gemengde bedrijven ook een vergroting tot 2 ha toe te staan, kan indirect de intensieve veehouderijtak toch verder groeien dan op grond van de verordening is toegestaan. Het plan voorkomt niet dat alsnog uitbreiding van de intensieve veehouderij plaatsvindt tot een omvang die strijdig is met de Verordening ruimte wanneer het verruimde bouwblok een feit is. Daarom is het nodig dat het deel van de regels in artikel 5.7.3 onder e dat de uitbreiding van gemengde bedrijven tot 2 ha mogelijk maakt niet in werking treedt. Reactie college Deze regeling zou een sluiproute kunnen zijn voor niet grondgebonden bedrijven om groter te groeien dan 1,5 ha, wat in strijd is met de VR en niet de bedoeling is van het bestemmingsplan. De reactieve aanwijzing is een beperking voor gemengde bedrijven die naar 2 ha willen doorgroeien. Voor grondgebonden bedrijven blijft de mogelijkheid tot vergroting tot 2 ha bestaan. Op zich is de reactieve aanwijzing in lijn met de uitgangspunten van het vastgestelde bestemmingsplan. Op een later tijdstip kan onderzocht worden of het wenselijk is alsnog een herziening voor gemengde bedrijven door te voeren. Door het niet in werking laten treden van de zinsnede "en gemengde bedrijven, niet zijnde de intensieve veehouderijtak" behoeft ten aanzien van dit punt geen herziening op het bestemmingsplan te worden gemaakt. Wel / geen beroep instellen? Geen beroep instellen. 4 Locatie Burgemeester van der Lelystraat 103a Reactieve aanwijzing: Aanwijzing 4, t.a.v. nieuwvestiging niet-agrarisch bedrijf • De bestemming "Bedrijf "aan de Burgemeester van der Lelystraat 103a, inclusief functieaanduiding “specifieke vorm van bedrijf - 53”, treedt niet in werking. • De nadere detaillering zoals opgenomen in de tabel in artikel 6 onder 6.1 voor sb-53 (opslag caravans in kassen) treedt niet in werking. Toelichting van GS: In het geldende bestemmingsplan Buitengebied gold voor het desbetreffende perceel een agrarische bestemming met de nadere aanduiding 'glastuinbouw'. In het op 21 juni jl. vastgestelde bestemmingsplan is voor dit perceel de bestemming "Bedrijf" met de functieaanduiding “specifieke vorm van bedrijf - 53” opgenomen, waarvoor de regels zijn opgenomen in artikel 6 met een nadere detaillering onder 6.1 sb-53, opslag caravans in kassen. Het bouwvlak heeft een omvang van 12.296 m2, waarbij 9.675 m2 aan kassen wordt gebruikt voor opslag. In artikel 11.6 van de VR zijn regels opgenomen voor het toestaan van niet-agrarische ruimtelijke ontwikkelingen op een VAB-vestiging. Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden, waaronder een maximale grootte van het nieuwe bestemmingsvlak van 5.000m² en sloop van overtollige bebouwing. GS constateren dat de gelegde bestemming niet voldoet aan de voorwaarde dat de omvang van het bestemmingsvlak voor de nieuwe functie niet meer mag zijn dan 5.000 m², hetgeen ook impliceert dat sloop van bebouwing
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 5/7
VOORSTEL AAN DE RAAD noodzakelijk is. Dit heeft echter niet, of in ieder geval niet in voldoende mate, plaatsgevonden nu er bijna 10.000m² aan kassen aanwezig is die voor opslag gebruikt zou mogen worden. De gelegde bestemming op het perceel Burgemeester van der Lelystraat 103a is daarom in strijd met artikel 11.6 van de verordening. Reactie college: Door de aanwijzing van de provincie wordt een bedrijf, dat reeds vanaf midden jaren negentig aan de Burgemeester van de Lelystraat gevestigd is, wegbestemd. De provincie gaat uit van nieuwvestiging van een niet agrarisch bedrijf op de betreffende locatie. De reden hiervoor is dat de ter plaatse geldende bestemming in het bestemmingsplan Buitengebied 1997 Agrarisch met als nadere aanduiding glastuinbouw was. Echter, de locatie wordt sinds 1996 bedrijfsmatig gebruikt als caravanstalling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van toentertijd al bestaande kassen. Het destijds geldende bestemmingsplan, Buitengebied 1979, Herziening 1988, stond winterstalling van caravans en boten rechtstreeks toe (art 45 lid 1). Ten tijde van vestiging is geïnformeerd naar de mogelijkheden op deze locatie. Op 22 december 1995 heeft de gemeente een brief verzonden richting de huidige eigenaren met de volgende tekst: “… voor de stalling van caravans e.d. gedurende langere periode in de kassen is een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk. In principe bestaat de bereidheid in het kader van de herbestemming van voormalige agrarische bedrijfsgebouwen, daaraan mee te werken door de raad voor te stellen een wijziging van het bestemmingsplan voor te bereiden…” In het bestemmingsplan 1997 is de bestemming ondanks voorgaande niet gewijzigd. De stallingsactiviteiten zijn daarmee onder het overgangsrecht komen te vallen. In het op 21 juni 2011 door de gemeenteraad vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied Woudrichem is gekozen te bestemmen conform de feitelijke situatie. Dit komt de rechtszekerheid van de eigenaar en de omgeving ten goede. Door de reactieve aanwijzing wordt het bestaansrecht van de ondernemer onderuit gehaald. Hierbij moet worden betoogd dat de ondernemer is gevestigd in de kernrandzone van de kern Woudrichem in een VAB (in casu een voormalig glastuinbouwbedrijf). Dit maakt de locatie voor de activiteit planologisch acceptabel. Wel / geen beroep instellen? Wel beroep instellen. 4. Financiën Om het beroep in behandeling te kunnen nemen, moeten griffierechten worden betaald. Voor zaken die in Kamer 1 (Ruimtelijke Ordening) worden behandeld, geldt een tarief van € 302. 5. Aanpak Op grond van de Wro kan iedere belanghebbende, dus ook uw raad, tegen het aanwijzingsbesluit beroep instellen bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Omdat de eerstvolgende raadsvergadering (27 september 2011) ná de sluitingsdatum van het beroep (22 september 2011) plaatsvindt, heeft het college pro forma beroep ingesteld. Als u besluit geen beroep in te stellen, dan zal het college het pro forma beroep intrekken. Als u besluit beroep in te stellen, wordt een brief gestuurd aan de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Daarna volgt in de meeste gevallen een rechtszitting, waarbij partijen hun standpunten mondeling kunnen toelichten en de bestuursrechter vragen kan stellen. De Raad van State streeft ernaar binnen 6 weken na de zitting uitspraak te doen. De wettelijke termijn waarbinnen een uitspraak gedaan moet worden is 1 jaar. 6. Communicatie Er hebben gesprekken plaatsgevonden op ambtelijk en bestuurlijk niveau met de eigenaren van Giessensesteeg 9 te Giessen en Burg. vd Lelystraat 103a te Woudrichem. Op 29 augustus 2011 heeft er een ambtelijk overleg plaats gehad op het provinciehuis over de reactieve aanwijzing.
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 6/7
VOORSTEL AAN DE RAAD 7. Regionale en lokale aspecten Niet van toepassing. 8. Besluit Wij stellen u voor, het bijgevoegde raadsbesluit vast te stellen. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woudrichem, de secretaris, de burgemeester, A.G. Dolislager dr. F.A. Petter
raadsvoorstel nr. 2011-054 pagina 7/7
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Woudrichem, gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 september 2011, aangaande beroep tegen reactieve aanwijzing bestemmingsplan Buitengebied Woudrichem
besluit:
1.
2.
3.
Besluiten in te stemmen met het door het college, namens de raad, ingestelde beroep tegen de reactieve aanwijzing met betrekking tot de locatie Burgemeester van der Lelystraat 103a (aanwijzing nr. 4). Besluiten in te stemmen met het door het college, namens de raad, ingestelde beroep tegen de reactieve aanwijzing met betrekking tot de locatie Giessensesteeg nabij 9 (aanwijzing nr. 1 en 5). Geen beroep in te stellen tegen het aanwijzingsbesluit inzake: Ontwikkelingsmogelijkheden in Groenblauwe mantel (aanwijzing nr. 2); Onvoldoende bescherming EHS (aanwijzing nr. 3) en daarom het pro-forma ingediend beroepsschrift voor wat betreft aanwijzing 2 en 3 door het college te doen intrekken.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem van 27 september 2011.
de voorzitter, dr. F.A. Petter
raadsbesluit nr. 2011-054 pagina 1/1
de griffier, M. Groenenberg - Bouman