EKONOMIKA Magazine van de Ekonomika Alumni Driemaandelijks • 66ste jaargang • oktober - november - december 2010
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1
berichten
Interview Prof. Raymond De Bondt P. 4
Herman Van Rompuy “Meer dan ooit Europa” p. 7
Cynthia Van Hulle “Economie en rechten slaan handen in mekaar” p. 15
Koen Van Gerven “bpost klaar voor liberalisering postmarkt?” p. 22
EDitoriaal
De iconen van de Faculteit Onze Leuvense Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (FEB) heeft een zeer goede reputatie, niet alleen in ons land, maar ook ver daarbuiten. Dat komt natuurlijk omdat de kwaliteit van het onderzoek en van het onderwijs in onze Faculteit altijd op de eerste plaats zijn gekomen, en dit nog steeds.
[ Fa Quix ]
Maar kwaliteit komt natuurlijk niet van zelf. Daar hebben we topacademici voor nodig, die bovendien hard werken om toponderzoeksresultaten af te leveren. Kwaliteit trekt kwaliteit aan, want talent trekt talent aan. Eén van die iconen van talent van onze Faculteit FEB is professor emeritus Raymond De Bondt. En hij is niet de enige.
van de uitreiking van de «Gouden Krijtjes». In deze Ekonomika Berichten brengen we een zeldzaam en uitgebreid interview met de academicus en mens Raymond De Bondt. Doorheen heel zijn loopbaan liep hij liever niet in de schijnwerpers, zeker niet in de vluchtige media, maar hij wenste zijn reputatie alleen te vestigen met zijn expertise en met economische kwaliteit. Dat heeft hij met brio gedaan. Proficiat, Raymond, voor uw schitterende loopbaan, die trouwens nog lang niet ten einde is. Fa Quix Hoofdredacteur
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
Raymond De Bondt heeft zich in zijn lange academische loopbaan consequent ingezet voor topacademisch onderzoek. Zijn publicaties in de belangrijkste internationale vaktijdschriften en zijn gastcolleges bewijzen dat hij het hoogste academische niveau heeft bereikt. Dat hij ook over zeer goede pedagogische kwaliteiten beschikt wordt onder meer bewezen door zijn uitverkiezing door de Ekonomika studenten als «beste lesgever» naar aanleiding
2
EKONOMIKA
berichten
Driemaandelijks magazine van de Ekonomika Alumni Vereniging van Alumni van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven p.a. Regina Wolfs Naamsestraat 69 - 3000 Leuven Tel.: 016/32.66.90 -Fax. 016/32.66.89 e-mail:
[email protected] Hoofdredacteur: Fa Quix (
[email protected] of
[email protected])
Kernredactie: Egwin Avau, Peter Cuypers, Ludovic Deprez, Ruben Hamilius, Nancy Huyghebaert, Jürgen Vanhaverbeke en Edouard Verbeke. Fotografen: Jan Maryssael en Fa Quix Verantwoordelijke Uitgever: Freddy Nurski Pastoor Tillemansstraat 3 - 3051 Oud-Heverlee Productie: Decom NV ‘t Hofveld 6C4, 1702 Groot-Bijgaarden Tel. 02/325.64.64 - Fax. 02/325.64.65
Woord van de voorzitter rubriek
Faculteit en Ekonomika: samen sterk! Leuven: elk van ons heeft er een stuk van zijn hart verloren, in vele gevallen ook gevonden. We komen graag een dagje terug naar de stad van onze Alma Mater, en daarom organiseert Ekonomika Alumni jaarlijks een Alumnidag. Dit jaar hadden wij het genoegen om alumnus Herman Van Rompuy, tevens president van de Europese Raad, als gastspreker te mogen ontvangen. Meer details over de zeer geslaagde Alumnidag op 9 oktober jl. kan u lezen in dit [ Voorzitter Freddy Nurski ] nummer van de Ekonomika Berichten. Wij beseffen ook dat tijd kostbaar is, en dat we niet telkens de rit naar Leuven willen doen. Daarom organiseren de Regionale Kernen in elke provincie zeer vele en uiteenlopende activiteiten, culturele en familiale, maar zeker ook ontmoetingen met Captains of Industry, politici en academici... Het uitgebreide programma vind je op onze website www.ekonomika-alumni.be. Ook hier vindt u de verslaggeving van in de Berichten, en u vindt ook een fotoverslag in de fotogalerijen op de website.
Vorming, met in de eerste plaats dank aan decaan professor Luc Sels. In de komende maanden gaan we met de Vakgroepen een aantal nieuwe initiatieven nemen die ervoor zullen zorgen dat we de vruchten kunnen mee plukken van het huidige academische werk aan onze Faculteit Economische en Bedrijfswetenschappen. Ook hierover gaan we in de toekomst meer berichten, met een kersvers redactieteam aan de faculteit! Tenslotte ondersteunen we vele nieuwe initiatieven: PhD Academy, Sagio, en niet te vergeten onze generatiewerking. Wat dit laatste betreft zijn er niet alleen de jongeren (‘5YG’) zijnde de laatste 5 promotiejaren, en de senioren (minstens 40 jaar geleden aan hun economiestudies begonnen), er zijn ook de jaarbijeenkomsten, bv. van uw promotiejaar. Wil u nog eens samenkomen met uw jaar of praesidium, aarzel dan niet om ons te contacteren . Secretariaat en bestuur staan klaar om u te helpen. Ekonomika, dat is immers eenheid door diversiteit!
Onze samenwerking met de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen FEB wordt ook alsmaar intensiever, zeker op het vlak van Permanente
Freddy Nurski Voorzitter
7 12 18
Europa en de euro bestaan bij de gratie van… Ekonomika Alumni, zoals alumnus Herman Van Rompuy bewees op de Alumnidag in Leuven op 9 oktober 2010.
Landbouw een primaire sector? Dat zou Boerenbondvoorzitter Piet Vanthemsche zeker als een belediging beschouwen, want landbouw en innovatie gaan vandaag hand in hand. Internet Marketing, een verwaarloosd kind in de harde reclamewereld? Niet als het van Valerie De Volder afhangt die onze KMO’s zacht aanmoedigt het internet in de marketingstrategie te integreren.
25 30
“Genieën die de wereld veranderden” is het nieuwe boek van Martin Hinoul, een ingenieur die zowaar kaas heeft gegeten van… economie. We moeten hem zo snel mogelijk benoemen tot ere-lid van Ekonomika Alumni, onze Michael Douglas, die de economische praktijk alle eer aandoet in Wall Street 2.
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
inhoud
3
faculteit
Prof. Raymond De Bondt: “te
harde concurrentie in de bedrijfswereld kan innovatie remmen” Vanaf dit academiejaar is er weer een icoon van onze Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen met emeritaat gegaan. Tijd dus voor een overzichtsgesprek van de uitzonderlijk succesrijke academische loopbaan van professor Raymond De Bondt.
faculteit
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
Wat was destijds uw motivatie om uw loopbaan in het wetenschappelijk economisch onderzoek uit te bouwen? Ik had al zeer vroeg een grote belangstelling voor het lezen van boeken en vanaf mijn vijftiende ongeveer ontdekte ik dat ik eigenlijk ook zeer graag studeer. Dit zijn natuurlijk geen voldoende voorwaarden maar misschien zijn ze toch wel
4
nodig om verder te gaan in wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Later, vooral tijdens mijn doctorale studies in de Verenigde Staten, ondervond ik al vlug dat een academisch beroep uniek is o.a. omdat het een zeer grote vrijheid geeft om grotendeels zelf te bepalen wat men verder gaat bekijken en bestuderen terwijl men ook zelf kan beslissen hoe men dit gaat aanpakken. Mijn eerste presentaties voor toen nog kleine groepen verliepen vond ik vrij goed, en het was altijd een prettige uitdaging om de synthese te maken en over te brengen van vrij ingewikkelde of uitgesponnen wetenschappelijke bijdragen. Terug in Leuven in 1974 waar ik voordien een zeer degelijke opleiding had genoten tot handelsingenieur, kreeg ik de kans om mee te werken aan het verder uitbouwen van een wetenschappelijk onderzoek aan onze faculteit. Ik had me ingewerkt in een voor Leuven nieuw vakgebied van de industriële organisatie. En de uitdagingen en de mogelijkheden lagen dus wagenwijd open en dit trok me evenzeer sterk aan. In welke domeinen heeft u uw economisch onderzoek uitgevoerd? Waarom de keuze voor deze? Het grootste deel van mijn onderzoek was dus in het gebied van de industriële organisatie, zeg maar de analyse van markt- en ondernemingsorganisaties. Ik was naar de States getrokken om me te verdiepen in transporteconomie. Maar eens aangekomen in Northwestern kwam ik in een nieuw departement van de management school, waar men o.a. bedrijfseconomische problemen ging aanpakken met beschikbare optimalisatietechnieken. Pas later, toen ik al weg was, is daar dan ook speltheorie bijgekomen. Mijn mentoren daar leverden baanbrekend werk om de aspecten van analyse van concurrentie in de absolute topwetenschappelijke tijdschriften te brengen. Vandaag is dit vanzelfsprekend geworden, maar toen was het nog maar het begin. In ieder geval besloot ik gewoon de kar van die beste professoren te volgen waar ik het meest kon van leren. Welke ‘grote economen’ waren voor u inspiratiebronnen, en waarom? Heeft u met sommigen onder hen ooit samengewerkt?
faculteit Er zijn natuurlijk de bijdragen van mensen zoals George Stigler, Kenneth Arrow, John Hicks en Paul Samuelson die lang de verplichte basislectuur waren voor een micro-economisch opleiding. Het onderzoek van mijn mentoren tijdens mijn doctorale onderzoekswerk, zoals Morton Kamien, wijlen Nancy Schwartz en David Baron was natuurlijk zeer belangrijk niet alleen naar inhoud maar ook wat het aanleren van de stiel betreft . Zij leerden me bijvoorbeeld al zeer vroeg dat bij publicaties in de beste tijdschriften men concurreert met de hele wereld en dus is enkele tandjes bijzetten geen luxe. Ze zijn bij het grote publiek niet gekend, maar in het vakgebied van industriële organisatie is hun reputatie en invloed zeer groot. David Baron is ondertussen al een aantal jaren in Stanford waar hij de richting politiek en zakenwezen heeft uitgebouwd en hij is ook doctor honoris causa van onze faculteit. Hij heeft o.a. mijn interesse in prijsregulering gestimuleerd en ik heb met hem daar ook enkele mooie internationale publicaties geplaatst. Het is ook hij die mijn ogen deed opengaan voor de revolutie die de analyse van asymmetrische informatie zou teweegbrengen in industriële organisatie. Tijdens mijn talrijke latere bezoeken als visiting professor aan Northwestern heb ik dan ook vlug het belang van de nieuwe tendensen gezien en geleerd. Op de gang van het vijfde verdiep in de Kellogg school waar voor mij zoveel begonnen was las ik daar onder meer in midden tachtiger jaren een zeer heldere working paper van Roger Myerson over speltheorie. Hij deelde daar de speltheorielakens uit en kreeg in 2007 niet minder dan de Nobelprijs economie. Over welk delen van werk bent u tevreden over?
Wat vindt u van de kritiek dat het huidig wetenschappelijk economisch onderzoek te academisch is en te ver afstaat van de bedrijfsrealiteit? Er is ook kritiek op het ‘verwiskundigen’ van de economie. Wat vindt u daarvan?
Met uw rijke buitenlandse ervaring, wat is uw mening over het onderzoeksklimaat in België/ Vlaanderen? Zullen wij er in de toekomst blijven in slagen om toptalent hier te houden en naar hier aan te trekken? Wat zou er nog moeten veranderen?
faculteit
Soms heb ik de indruk dat alles nu meer gericht is op aantallen. De beschikbare middelen voor onderzoek zijn vandaag veel groter dan dertig jaar geleden, er zijn veel meer onderzoekers, op sommige plaatsen misschien nog te weinig, maar op andere zeker meer dan voldoende. De cultuur lijkt me minder gericht op het drastisch in vraag stellen, meer op het onderzoeken van het onmiddellijk gevraagde. Ik ben niet zeker of dit de meest creatieve talenten kan aanspreken. En ik vraag me soms ook af of dit wel in het beste belang is van de belastingbetaler. Onze rector heeft bij de opening van dit academiejaar helder uiteengezet welke problemen het alleen nastreven van excellentie zou geven voor onze universiteit en ons land. Maar dit wil niet zeggen dat men niet best zoveel mogelijk zou moeten proberen om hier en daar echte wetenschappelijke sterren aan te trekken. Deze oefenen immers een disproportioneel effect uit op het wetenschappelijk gebeuren en de academische omgeving. De universiteit probeert dit zeker te doen, maar met de globalisering van de wetenschap wordt dit niet eenvoudiger, de concurrentie voor schaars talent is immers bikkelhard. U was lange tijd hoofdredacteur van het Tijdschrift voor Economie en Management. Hoe belangrijk was/is dit Tijdschrift voor het economisch onderzoek en voor onze Faculteit?
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Mijn handboeken in bedrijfseconomie en industriële organisatie bevatten natuurlijk heel wat eigen inzichten vanuit mijn onderzoek en interesses. Het deel van mijn onderzoekswerk dat denk ik wat beter geslaagd is gaat over analyses van de gevolgen van nieuwe concurrentie, prijsreguleringsmechanismen, aspecten van industrieel beleid en vooral de analyse van de impact van kruisbestuivingen op innovatieve activiteiten. Bij dit laatste kwam bijvoorbeeld herhaaldelijk zeer duidelijk naar voren dat vaak een beetje maar niet teveel concurrentie het meest de innovatieve inspanningen zal stimuleren, maar toch is soms een tijdelijk monopolie beter. Te harde concurrentie in de bedrijfswereld kan de innovatie remmen.
Daar kan natuurlijk zeer veel over gezegd worden. De trend naar meer diepgaande wiskunde is denk ik niet om te buigen en op zich is dit geen nadeel. Men moet denken aan de voordelen van specialisatie, sommige onderzoekers gaan de problemen te lijf met complexe ontoegankelijke methoden, maar andere kunnen hierop voortbouwen en de verbanden met de praktijk uitbouwen en uitleggen met metaforen in plaats van formules. Een goed voorbeeld is de speltheorie die een tak is van toegepaste wiskunde en dus vrij ontoegankelijk voor niet-wiskundigen. Maat toch kan men veel leren en begrijpen door de basisinzichten te hanteren met bijna geen wiskunde, maar met enkele eenvoudige metaforen, zoals het dilemma van de gevangenen (‘Prisoners dilemma’). Noteer ook dat de digitalisering vandaag meer en meer gemakkelijk maakt wat gisteren zeer moeilijk was, gewoon omdat er bijvoorbeeld betere software beschikbaar wordt. Dit speelt bijvoorbeeld sterk bij het aanleren en gebruiken van wiskundige statistische en econometrische methoden.
5
faculteit rubriek Inderdaad ik was gedurende bijna tien jaar hoofdredacteur. Sinds een aantal jaren al volgt de stijging van het aantal wetenschappelijke tijdschriften de toename in het aantal onderzoekers. Vandaag is publiceren wel meer routine geworden, maar dit is zo voor alle onderzoekers in de wereld. Niet alle onderzoek heeft echter een globale relevantie. Sociologische of politieke elementen spelen ook een rol bij beslissingen tot opname of verwerpen van een bijdrage. Een eigen tijdschrift kan zich bijgevolg differentiëren door meer lokale problemen en gegevens een kans te geven en door soms goede zaken te plaatsen, die net niet in de meer globale toptijdschriften aan bod kunnen komen.
medewerking. Zo heb ik meegewerkt aan vijf wetenschappelijke economische congressen, waarvan drie hier in Leuven, met Ekonomika als organisator. Ik was drie keer auteur, één keer wetenschappelijk coördinator, één keer voorzitter van de Vereniging voor Economie en één keer voorzitter van het congres. Het congres in 1981 over “Overheidsinterventies. Effectiviteit en Efficiëntie” waar ik wetenschappelijk coördinator was en oud-voorzitter van Ekonomika Alumni Karel Tavernier voorzitter, was zeker één van de betere afleveringen, o.a. omdat een diepgaande analyse en beleid zeer dicht bij elkaar kwamen en omdat een open forum van discussie een betuttelende betweterij probeerde te neutraliseren.
Wat vindt u van Ekonomika, zowel studenten als alumni, en hun betekenis voor de faculteit FEB?
Tot slot: wat zijn uw plannen voor de toekomst?
faculteit
Het is open deur instampen door te stellen dat Ekonomika een zeer belangrijke rol speelt voor de faculteit, studenten en alumni. Stel u de chaos voor al ze er niet zou zijn. Ekonomika geeft studenten iets dat professoren en ouders niet kunnen geven en dat niet alleen hun tijd hier in Leuven opwaardeert, maar ook hun later beroepsleven. Nu zitten netwerken overal in de lift, maar bij jullie is dit natuurlijk al lang een vruchtbare en werkbare traditie.
Ik blijf nog een tijdje voortgaan als emeritus met opdracht, geef nog regelmatig colleges in China, ga regelmatig naar wetenschappelijke conferenties en behartig ook het management van het Innovatie- en Incubatiecentrum van de universiteit op de campus Arenberg. Veel plezier beleef ik nog elke dag aan leren, lezen en schrijven. En nu kan ik ongestoord de waaier van interesses wat ruimer maken, en lezen bijvoorbeeld over Ayn Rand’s filosofie van kapitalisme of over de voordelen van het ouder worden, volgens Cicero in 44 v. Chr.
Ik heb het altijd moeilijk gevonden om nee te zeggen aan studenten en alumni bij een vraag tot
Fa Quix
Biografie Professor Raymond De Bondt Raymond de Bondt, Oostende, 24 oktober 1944, woont nu in Heverlee ■ Gehuwd met Marie-Paule Heremans, twee dochters Ilse en Karen en drie kleinkinderen ■ Handelsingenieur (magna cum laude) – K.U.Leuven, promotie 1968 ■ Ph.D. in Managerial Economics – Northwestern University, Evansten, USA (1971-1974) ■ Gewoon hoogleraar (professor), Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, K.U.Leuven 1980-2010. Visiting professor Vlerick Leuven Gent Management School (20002007) ■ Professor-emeritus sinds oktober 2010-11-17 vakgebieden/ onderwijsopdrachten: Managerial Economics (micro-economie), Theory of Industrial Organization (Economics of Strategy) ■ Diverse onderzoeks- en onderwijsopdrachten in het binnen- en buitenland ■ Enkele opmerkelijke zaken: “Beste professor” Award vanwege Ekonomika studenten (“Het Gouden Krijtje”) in o.a. 1985 – 1994 – 2006 – 2008. ■ Voorzitter van de (koepel)vereniging V.V.E. (Vereniging voor Economie): 1987-1989 dat de Vlaams Wetenschappelijke Economische Congressen organiseert,
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
■
6
waarvan Raymond De Bondt voorzitter was in 1998 (23ste VWEC). ■ Decaan van de (huidige) Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen (augustus 1994 – juli 1997). ■ Hoofdredacteur Tijdschrift voor Economie en Management 1983-1992 ■ Enkele belangrijke publicaties (meer dan 100 belangrijke): –D e Bondt R., 2006, Theorie van de industriële organisatie, Leuven, Alta, 349p. –D e Bondt R., 2006, Elementen van Bedrijfseconomie, Leuven, Alta, 465p. – De Bondt R., 2000, Met vrije handen, Tielt, Lannoo, 216p. –D e Bondt R. and J. Vandekerckhove, 2010, Reflections on the Relation between Competition and Innovation, Journal of Industry, Competition and Trade, forthcoming. –D e Bondt R., Slaets P. and B. Cassiman, 1992, The Degree of Spillovers and the Number of Rivals for Maximum Effective R&D, International Journal of Industrial Organization 10, 35-54. –D e Bondt R., Sleuwaegen L. and R. Veugelers, 1988, Innovative Strategic Groups in Multinational Industries, European Economic Review 32, 905-925. Nominated for the Hicks-Tinbergen medal of papers published in the European Economic Review 1966-1990.
alumnidag
Herman Van Rompuy: “Meer dan ooit Europa” Tegen de late namiddag van 9 oktober 2010 trok een voltallig praesidium, geflankeerd door verslaggever dezes, richting Aula Max Weber voor een veelbelovende Ekonomika Alumni-dag met onder andere Europees Voorzitter Herman van Rompuy als gastspreker. Na een zeer korte welkomstreceptie trokken de 370 ingeschreven alumni de trappen op om met enig gevoel van nostalgie nog eens plaats te nemen op de ‘schoolbanken’.
[ Freddy Nurski ]
alumnidag Freddy Nurski gaf de microfoon door aan onze decaan professor Luc Sels die een erg optimistische boodschap bracht: het gaat goed met de faculteit! Dit kon geconcludeerd worden uit allerlei cijfers die duidelijke tekenen van groei aanduidden. Hier werd wel meteen de kanttekening bij gemaakt dat we allemaal erg voorzichtig moeten zijn met zulke uitspraken, hoogmoed komt namelijk nog steeds voor de val.
[ Peter Lamens (rechtstaand) verzorgt zijn PR bij de jongeren van 5YG ]
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
De spits werd afgebeten door Freddy Nurski, voorzitter van Ekonomika Alumni, die de aanwezigen nogmaals herinnerde aan de leuze van Ekonomika: Utile, Dulci! Het nuttige aan het aangename koppelen. Een perfecte samenvatting van hoe de dag er zou uitzien. Het programma bestond namelijk eerst uit een Utilegedeelte met speeches, en aansluitend een Dulci-gedeelte met receptie en mosselsouper.
[ Herman Van Rompuy ]
7
alumnidag
[ Hendrik Bogaert, jubilerende praeses ]
[ Huidig Ekonomika-praeses Ruben Hamilius ]
Na deze geslaagde speech lag de zware last op de schouders (of ja, niet-gekwetste schouder) van onze praeses, Ruben Hamilius, die fier meldde dat Ekonomika Studenten zowat 2.500 leden telt. Ook Ruben herinnerde de menigte nogmaals aan de leuze van ons aller moeder Ekonomika, met enige nadruk op de Utile-zijde, die meer en meer aan belang aan het winnen is.
Hij toonde foto’s van de vernieuwde Ekobar, die voor het eerst in de geschiedenis in orde is met het federale agentschap voor de voedselveiligheid (!), en het nieuwe terras. Ook pleitte Ruben voor een veel internationaler imago voor de K.U.Leuven, omdat, ondanks ons hoogstaand onderwijs en onderzoek, de naam van onze Alma Mater toch niet erg ver draagt.
alumnidag | EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
[ Het solidaire praesidiumteam ]
8
alumnidag
[ Oud-praeses Dennis De Roover en Decaan professor Luc Sels ]
Facebook-fans
alumnidag
Luidkeels werd er gelachen toen het aantal facebook-fans van de grootste studentenverenigingen in Leuven onder de loep werden genomen, en bleek dat LOKO de kaap van de 30 net had bereikt, versus de 1900 fans van Ekonomika… Dat onze praeses het er goed
vanaf gebracht heeft mag blijken uit de complimenten van Herman Van Rompuy achteraf: “Wauw jongeman, je deed dat met zoveel bravoure”. Op de Alumnidag was er speciale aandacht voor het 60ste werkingsjaar, met als toenmalige praeses Hendrik Bogaert. Deze was meteen ook de volgende in de rij om het publiek toe te
[ Jong en onschuldig (dan toch nog) ]
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten | 9
alumnidag spreken. Parlementslid Hendrik entertainde het publiek met enkele anecdotes uit zijn studentenloopbaan. Gaande van een kot dat uitpuilde van de Crusli-dozen tot een gigantische Tönissteiner fles die op nogal ongelukkige wijze gebarsten was, met alle gevolgen van dien. Dat Hendrik Bogaert een sympathiek man is lijdt niet de minste twijfel, gezien de vele cadeautjes die hij bij had voor een aantal aanwezigen. Vervolgens verzorgde Hendrik de introductie voor Herman Van Rompuy, en aldus waren we reeds aanbeland bij de laatste spreker van de dag. Herman Van Rompuy loodste het publiek in
vogelvlucht door de belangrijkste elementen uit de geschiedenis van Europa. Het vooraf aangekondigde onderwerp dat de eerste permanente voorzitter van de Europese Raad zou aansnijden was ‘Meer dan ooit Europa’. Het zal dan ook niet verbazen dat er steeds een ondertoon was die het belang van een sterk Europa suggereerde. Zo bijvoorbeeld legde hij een bijzonder nauw verband tussen de toekomst van de euro en de toekomst van Europa, om de simpele reden dat de monetaire eenheid aan de basis lag bij de oprichting van Europa. De Griekenland-crisis van het voorjaar kon uiteraard niet onbesproken blijven. We kregen de garantie dat de euro alle perikelen overleeft, en dat we nu met de neuzen vooruit en allen in dezelfde richting kunnen gaan kijken naar mogelijke hervormingen. Een veel betere ‘economic governance’ is van cruciaal belang, aldus Van Rompuy. Doorheen de hele dag hadden we veel optimisme gehoord bij al onze sprekers, en ook Haiku-Herman klonk hoopvol voor de toekomst. Met deze positieve noot kon zo stilaan de receptie worden ingeluid. Het spreekt voor zich dat het bier daar rijkelijk vloeide, en ook de cakejes van Lamense makelij werden gesmaakt. Nadat er nog duchtig was nagekaart over al het optimisme van de sprekers werd iedereen uitgenodigd in Salons Georges aan het Hogeschoolplein voor echte Belgische kost a volonté… mosselen of videekes.
alumnidag
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
[ Hendrik Bogaert leidt de salamander ]
10
[ Ekonomika Alumnidag: ‘t is feest! ]
alumnidag [ De ere-tafel met prof. Raymond De Bondt en echtgenote die net plaatsnemen ]
Mosselen à volonté Dat alumni hun studententijd toch nog enigszins met zich meedragen lijdt geen twijfel. Vlak na het avondeten nam Hendrik Bogaert de microfoon ter hand ter ere van het 60ste werkingsjaar en werd een korte cantus inzette. Meteen zong het ganse publiek uit volle borst mee, en het was een kwestie van minuten vooraleer er op stoelen en tafels werd gedanst. Enkele liederen, en vele surgitemomenten later klonken de woorden: cantus ex, Romeo’s in! Er is niet veel voorkennis van het Latijn nodig om te snappen dat hiermee de cantus werd afgesloten en de microfoon werd doorgegeven aan de Romeo’s, die met een mengeling van meezingers en minder bekende maar sfeervolle liedjes de ambiance verzekerden.
Wat gezegd over het verdere verloop van de avond? Dat het leuk was! Verder laten we dit over aan uw verbeelding… Op het einde van de avond konden de organisatoren, zijnde het bestuur van Ekonomika Alumni, terugblikken op een meer dan geslaagde dag. Een dag in het teken van het 60ste werkingsjaar onder Hendrik Bogaert, en in hoge aanwezigheid van de voorzitter van de Europese Raad. Een dag volgens het onvolprezen Ekonomika principe van Utile, Dulci!
alumnidag Egwin Avau praesescomité 81ste
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
[ links: huidig Ekonomikasecretaresse Regina Wolfs, en rechts de engelbewaarder van Ekonomika Alumni Jan Maryssael ]
11
brussel
Piet Vanthemsche:
Landbouw en innovatie gaan hand in hand “Wij innoveren binnen de bestaande kennis, de zogenaamde incrementele innovatie, maar ook via radicaal nieuwe business. Moest de landbouw niet innoveren, dan zouden wij geconfronteerd worden met onoplosbare problemen op het vlak van de voedselvoorziening- en veiligheid, maar ook van water, energie, honger, … en deze problemen stellen nu al grote uitdagingen. Toch wil ik u ook waarschuwen: innovatie kost veel geld, heel veel geld, en er is ook veel tegenstand, bijvoorbeeld tegen genetisch gemodificeerde gewassen. Maar hoe dan ook: innovatie is de sleutel voor de toekomst van de landbouw”, aldus Piet Vanthemsche, voorzitter van de Belgische Boerenbond, tijdens een lunchcauserie van Ekonomika Brussel bij GDF Suez op 28 september 2010. Piet Vanthemsche schetste vooreerst de zes grote uitdagingen waarvoor de land- en tuinbouw staat, niet alleen in België, maar ook wereldwijd. Vooreerst de bevolkingsexplosie. In 1950 waren we met zo’n 2,5 miljard bewoners op deze planeet. In 2000 was dit al 6 miljard, en in 2050 klimmen we op naar 9,5 miljard, waarvan 1,4 in China en zelfs 1,8 in India. Deze bevolkingsexplosie zal een verdubbeling van de landbouwproductie noodzaken. Er is dus nood aan een “groene revolutie” met significante productiviteitsstijgingen om de voedselvoorziening in de wereld te kunnen blijven handhaven.
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
brussel
12
[ vlnr: Baudouin Velge, Piet Vanthemsche en Michel De Bièvre (voorzitter van de kern Brussel) ]
Daaraan gekoppeld ziet Piet Vanthemsche een tweede uitdaging en dat is de stijgende welvaart, vooral in de zogenaamde “emerging markets”. Vooruitgang brengt ook een verandering van eetgewoontes met zich mee. Mensen gaan meer zuivelproducten consumeren en schakelen dus over van plantaardige naar dierlijke eiwitten. Maar dat betekent ook dat de veevoedselproductie minstens moet verdubbelen. “De rest van de wereld zal meer
vlees eten, en wij misschien een beetje minder”, knipoogt Piet Vanthemsche. Derde uitdaging is het klimaat. We mogen niet vergeten dat de bodem, net als hout, een CO2-opslagplaats is. We kunnen de CO2 in de wereld verminderen door het op te slaan in de bodem. Dit betekent dat we meer oppervlakkige grondbewerkingen zullen moeten toepassen. In elk geval is het zo dat de impact van de landbouw op het leefmilieu nog altijd zeer groot is, zowel bij ons als wereldwijd en daar moeten we ons van bewust zijn. Anderzijds zullen klimaatwijzigingen ook een grote invloed hebben op de landbouw zelf. Voor België zal de impact eerder beperkt blijven, maar we zien nu al op wereldschaal dat er grote gevolgen zijn, bv. door de voortschrijdende woestijnvorming in Afrika en Azië. Ten vierde is er de schaarste van de productiemiddelen. Voor de landbouw zijn de belangrijkste productiemiddelen: grond, water en energie. Piet Vanthemsche beklemtoont nogmaals dat er maar een beperkte gedeelte van de aarde geschikt is voor landbouwactiviteit: amper een kwart van de landoppervlakte. Er is wel nog een groot potentieel in Afrika… maar ook daar zien we dat China Afrika volop aan het koloniseren is voor landbouwareaal. Water is de tweede productiefactor. “Water wordt de kritische grondstof van de toekomst. We zullen technologieën moeten ontwikkelen om met minder water de grond te bewerken en teelten voort te brengen. De strijd om water staat centraal”, aldus Piet Vanthemsche. Hij wijst er op dat de introductie van genetisch gemodificeerde gewassen ook hier een oplossing kan bieden omdat dit leidt tot minder water voor een grotere opbrengst. Helaas is de EU hier om principiële redenen tegen. Piet Vanthemsche toont weinig begrip voor deze
brussel houding, te meer daar de rest van de wereld wel gewonnen is voor deze innovatie. Derde productiefactor is energie. De fossiele brandstoffen geraken stilaan opgebruikt en “biomassa” is in opmars. Uiteraard komt biomassa vooral uit de landbouw en is eigenlijk geen nieuwe productiefactor. We moeten hier wel opletten voor de mogelijke concurrentie die ontstaat tussen de energiesector en de voedingssector voor dezelfde landbouwproducten. Een vijfde uitdaging ziet Piet Vanthemsche in de ongelijkheid in de wereld. Heel wat boeren in het zuiden zijn arme boeren terwijl zij tegelijkertijd de hefboom zijn voor de ontwikkeling van het zuiden. Er zijn nog veel inspanningen nodig tot “capacity building” in die landen zodat zij met een verbeterde landbouwactiviteit regionale ontwikkeling kunnen op gang brengen.
Europees landbouwbeleid Tenslotte is er ook natuurlijk de uitdaging van de globalisering die ook voor de landbouw een prioriteit is: enerzijds opent dit perspectieven op nieuwe afzetmarkten, maar anderzijds leidt dit ook tot nieuwe concurrentie. “We moeten daar een evenwicht in vinden en mogen vooral niet vergeten dat zelfvoorziening in voedsel een basisdoelstelling van het gemeenschappelijk landbouwbeleid is. We mogen deze fundamentele doelstelling niet in gevaar brengen door een beleid van ondoordachte liberalisering.”
Innovatie als prioriteit Innovatie in de landbouw gaat in vele richtingen: van productie zonder bestrijdingsmiddelen, met minder energie en water, het zoeken naar nieuwe variëteiten en veredeling, nieuwe verpakkingen en transport, … ook nieuwe producten zoals bio-energie, biopolymeren, … het is een indrukwekkende lijst.
“Het belangrijkste is dat we onze boeren leren “out of the box” denken. We hebben op de Boerenbond een innovatiesteunpunt. Met niet minder dan 16 consulenten staan wij onze boeren bij. Wij hebben ook een Agri Investment Fund voor investeringen in innovatieve technologieën in onze landbouwsector”, zegt Vanthemsche fier.
brussel
En wat denkt de voorzitter van de Belgische Boerenbond over de nieuwe trend naar biovoeding? “Op zich is dat positief. Het is een prikkel voor de verduurzaming van de klassieke landbouw. Maar we mogen tegelijkertijd niet vergeten dat biolandbouw een niche-activiteit is én zal blijven. Vandaag circa 1 à 2 % van de landbouwproductie bij zowat een 250 bioboeren waarvan trouwens driekwart lid is bij de BB! Maar moeten we nu allemaal bioboeren worden? Mocht dat gebeuren, dan heerst er hier binnen de kortste keren hongersnood. Ze zijn immers niet zo rendabel als de klassieke landbouw, maar wel heel bewust bezig met het biologisch verantwoord telen, gezondheid en alle facetten van “mens en milieu” in hun bedrijf. Maar ik kan u als consument geruststellen: het landbouwproduct dat klassiek geteeld is, is even gezond als een bioproduct. Vanuit het standpunt van de voedselveiligheid zou zo’n verschil in gezondheidskwaliteit trouwens niet te accepteren zijn.”.
Fa Quix
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
En Europa? Gaat er niet te veel geld naar het Europees landbouwbeleid? Piet Vanthemsche is daar radicaal in: “Integendeel, nog te weinig. Het landbouwbeleid is het enige beleidsdomein waarin er echt een gemeenschappelijk Europees beleid wordt gevoerd. 42 % van de EU-begroting gaat naar het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat komt neer op zo’n 50 miljard euro voor de 27 EU-lidstaten. U loopt daar niet ver mee als u wilt zorgen voor 100 % zelfvoorziening op het vlak van voeding, dat bovendien ook nog veilig en gezond moet zijn”, aldus een strijdvaardige Boerenbondvoorzitter.
[ Veel volk in het auditorium van GDF Suez in Brussel ]
13
FACULTEIT
Postgraduaat Operations Management Al wie dagelijks werkzaam is in het domein van operations management voelt nu en dan de behoefte om zijn/haar kennis op dit vlak uit te breiden. De druk op de operations manager in een bedrijf is immers immens groot: alles moest eigenlijk gisteren reeds geleverd zijn en perfecte kwaliteit moet aangeboden worden aan minimale kost. Hoe moet men hiermee omgaan? Het Postgraduaat Operations Management, ingericht door de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de K.U.Leuven, probeert hierop een antwoord te bieden. Specialisten in het domein kaderen de uitdagingen op verschillende vlakken binnen het operations management en behandelen recente inzichten op elk van deze vlakken. De uiteenzettingen zijn onmiddellijk relevant voor de praktijk en bieden tevens een grondige behandeling van de geselecteerde thema’s. Bovendien wordt de theorie geïllustreerd aan de hand van een aantal praktische case studies.
faculteit
De opleiding richt zich tot universitair afgestudeerden en anderen met equivalente diploma’s zoals Industrieel Ingenieurs. De deelnemers zijn tewerkgesteld en hebben ervaring in het brede domein van productie en logistiek. Die ervaring hoeft niet ruim te zijn, maar van die aard dat van de deelnemers kan worden verwacht dat zij zullen doorgroeien tot een managementfunctie in het domein. De opleiding bestaat uit vier onderdelen:
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
1. Strategische uitdagingen in het operations management; 2. Operationele ontwikkelingen in het operations management; 3. Het verband tussen operations management en aanverwante domeinen; 4. Scriptie Postgraduaat Operations Management.
14
In de twee eerste opleidingsonderdelen komt de nadruk vooral te liggen op het overbrengen van kennis over de recente ontwikkelingen op het vlak van productie en logistiek. Hierbij wordt de kritische zin van de studenten aangescherpt door de interactieve vorm van lesgeven. In het derde onderdeel worden opnieuw recente ontwikkelingen uit de doeken gedaan, maar komt het multidisciplinaire karakter van operations management stevig aan bod. Het vierde onderdeel beoogt het samenbrengen van alle doelstellingen in een scriptie waarbij de studenten de relevantie van de aangeleerde materie voor het eigen bedrijf moeten nagaan. De lesgevers zijn professoren uit de onderzoeksgroep Productie en Logistiek van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. De lessen worden gegeven op zes vrijdagen. Voor dit academiejaar is inschrijven niet meer mogelijk. Voor wie het programma in 2011 wenst te volgen, vermoedelijk in november en december kan zich informeren op de website van het Postgraduaat Operations Management http://www.econ.kuleuven.be/ond/postgraduaten/opmanagement.
Inlichtingen:
[email protected] of
[email protected]
Studiedag voor leraren economie op dinsdag 18 januari 2011 De achtste editie van de studiedag voor leraren economie wil een theoretische en empirische verdieping bieden voor enkele onderdelen van de vakoverschrijdende eindtermenten (VOET) uit context 6: ‘de socio-economische samenleving’.
onderwijs Deze studiedag begint om 9.15 uur met ontvangst in onze Leuvense faculteit en koffie. Om 9.45 uur heet professor Luc Sels, decaan van de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, u officieel welkom.
Daarna kadert prof. Konings als eerste spreker hoe welvaart gecreëerd wordt (Context 6 - ET1)
en bespreekt de invloed van loonkosten en productiviteit op de interne en externe concurrentiekracht van onze economie. Na de koffiepauze vult prof. Veugelers het verhaal verder aan met recente bedrijfseconomische inzichten uit de industriële economie (Context 6 – ET 5).
faculteit Rond 12.30 uur nodigen we iedereen uit voor een smakelijke broodjeslunch.
gende processen van dit conflict bloot, dewelke van economische aard blijken te zijn.
In de namiddag bespreekt dr. Verpoorten de Afrikaanse burgeroorlogen, in een poging om kenmerken, oorzaken en gevolgen van armoede te verduidelijken (Context 6 – ET 8). Zij voerde jarenlang veldonderzoek uit in Benin en Rwanda en legt in haar lezing de onderlig-
Het einde van de studiedag is voorzien rond 15 uur. Meer informatie en de mogelijkheid om in te schrijven kunt u terugvinden op de website: http://www.econ.kuleuven.be/ond/leraren/studiedag
Master economie, recht en bedrijfskunde: FEB en rechten slaan de handen in elkaar De master in de economie, het recht en de bedrijfskunde (ERB) is een van de nieuwste opleidingen die door de KULeuven wordt aangeboden. Met dit tweejarig programma willen de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en de faculteit Rechtsgeleerdheid samen tegemoet komen aan de behoeften van een steeds complexere maatschappij. Dankzij het interdisciplinaire perspectief beheersen ERB-afgestudeerden fundamentele inzichten in zowel het juridisch als het (bedrijfs)economisch kader dat van toepassing is op ondernemingen en instellingen. Wij spraken met prof. Cynthia Van Hulle, prof. Koen Geens en enkele ERB-afgestudeerden over hun ervaring met de opleiding.
faculteit
meer en meer functies is het op zijn minst handig om vertrouwd te zijn met zowel economische als juridische aspecten. Vaak hebben economisten te weinig juridische kennis en juristen te weinig economische kennis, waardoor ze in hun functie al te veel op hun vakgebied gefocust blijven. Ook master ERB Robbie ervaart de vaardigheid om situaties en problemen vanuit meerdere standpunten te kunnen bekijken als de grote troef van afgestudeerden. “Je beeld wordt veel ruimer”, zo stelt hij.
Waarom ERB? Volgens prof. Geens is ERB de opleiding voor rechtenstudenten die erop gericht zijn in de bedrijfswereld te gaan werken en voor economiestudenten die hun studies willen verrijken met kennis van het recht, die onontbeerlijk is in het hedendaagse bedrijfsleven. De meerwaarde van deze opleiding ligt in het feit dat studenten met een economische achtergrond de kans krijgen om bijkomende kennis te verwerven over juridische domeinen, terwijl rechtenstudenten zich verder kunnen verdiepen in economie. Prof. Van Hulle wijst erop dat in bedrijfscontext beide domeinen vaak zeer dicht bij elkaar liggen. In
[ Professor Cynthia Van Hulle ]
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
De master ERB berust in de handen van twee coryfeeën van de faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en de faculteit Rechtsgeleerdheid. Prof. Cynthia Van Hulle is als gewoon hoogleraar verbonden aan de FEB en prof. Koen Geens aan de rechtenfaculteit. Samen zijn zij verantwoordelijk voor het ERBprogramma. Karolien Laridon en Robbie Claes studeerden beiden in 2009 af als master ERB. Hiermee behoren ze tot de eerste lichting van de opleiding. Robbie startte het ERBprogramma nadat hij zijn bachelor in de rechten behaalde, terwijl Karolien doorstroomde vanuit de bachelor in de toegepaste economische wetenschappen.
15
FACULTEIT Half jurist, half economist? Een programma dat twee vakgebieden combineert, roept al vlug vooroordelen op. Zijn studenten na deze opleiding niet slechts gedeeltelijk bekend met beide disciplines? Niets is minder waar, zo blijkt. De master is erop gericht zowel economie als het recht diepgaand te bestuderen. Zo bestaat de masterproef uit een interdisciplinaire scriptie en een interdisciplinair seminarie. Ook is er geen sprake van ‘een vakje recht voor economisten’ of ‘economie voor juristen’. Prof. Van Hulle wijst erop dat bij het opstellen van het ERBprogramma werd uitgegaan van bestaande vakken uit de economie- en rechtenopleidingen. Er werden niet zomaar vakken bijgemaakt voor deze nieuwe richting, om verwatering van de disciplines te voorkomen. “Voor studenten maakt dit het soms zwaarder”, zo stelt prof. Geens, “maar wanneer ze de vakken dan onder de knie hebben, zijn ze ook beter opgeleid.”
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
faculteit
16
Master ERB Karolien wijst hierbij ook op de duur van de opleiding. Het ERB-programma is een tweejarige opleiding, hetgeen ruimte creëert om studenten zowel in juridische als in economische vakken te scholen. Zo kunnen studenten, nadat ze in hun bachelorjaren een stevige basis van een discipline hebben verworven, hun kennis uitbreiden en verbreden dankzij de master ERB. Door de structuur van de opleiding zijn economiestudenten die kiezen voor het ERB-programma dus nog steeds volwaardig economist, maar met extra kennis van het recht. Studenten uit de rechten vergaren dan weer kennis over belangrijke economische zaken. Afhankelijk van de functie die men wil uitoefenen, kunnen rechtenstudenten na de master ERB in één bijkomend studiejaar ook toegang tot de togaberoepen verwerven.
Beroepsuitwegen Op donderdag 24 februari 2011 organiseren de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en de Faculteit Rechtsgeleerdheid een infoavond omtrent de master in de economie, het recht en de bedrijfskunde. Op deze avond nemen zowel professoren, werkgevers als alumni het woord over hun ervaring met de richting ERB en over de kansen die dit unieke diploma biedt op de arbeidsmarkt. De avond wordt afgesloten met een receptie. Graag nodigen we iedereen met interesse in dit boeiende profiel en in de waaier aan competenties die de richting ERB aan onze studenten biedt uit op deze infoavond.
Voor meer info over de master ERB kan u terecht op: http://www.kuleuven.be/studieaanbod/masters/opleidingen/ecorecht.htm
De opleiding biedt vele uitwegen op de arbeidsmarkt. Zoals eerder aangehaald brengt de combinatie van economische en juridische kennis in vele functies een belangrijke meerwaarde. Zodoende kan een ERB-diploma vele deuren openen. Afgestudeerden kwamen reeds terecht bij organisaties variërend van de Big Four tot onze overheid (Federale Overheidsdienst Financiën). Voorbeelden zijn functies in de audit, in fiscale consulting en als bedrijfsjurist, omdat daar het samengaan van de juridische en (bedrijfs)economische kennis een zeer groot voordeel biedt. Karolien en Robbie, ondertussen ruim een jaar afgestudeerd, zijn tewerkgesteld als respectievelijk accountant en kredietanalist. Prof. Geens noemt de master ERB een “opleiding van de toekomst”, waarin we het aandurven om de traditionele paden te verlaten en zo beter tegemoet komen aan de echte noden van onze maatschappij.
Onbekend, niet onbemind Beide afgestudeerden uitten wel hun spijt over het feit dat deze jonge richting nog maar weinig bekendheid geniet. Karolien vertelt hoe ze tijdens het solliciteren ondervond dat potentiële werkgevers vaak nooit eerder van het ERBprogramma hadden gehoord. “De eerste tien minuten van een jobinterview besteed je aan uitleg over je richting”, zo deelt ook Robbie zijn ervaring. Beide afgestudeerden hebben echter niet lang moeten solliciteren. “Eens je je uitleg gedaan hebt, is men enthousiast: een diploma met zowel recht als economie, op universitair niveau.” Prof. Van Hulle en prof. Geens zijn zich bewust van de vraag naar een grotere bekendheid van de opleiding. Vanuit de faculteiten wordt hier dan ook ijverig aan gewerkt. Beide verantwoordelijken zijn er echter van overtuigd dat, als de richting meer tijd heeft gekregen om bekendheid te vergaren, masters ERB nog vlugger hun weg zullen vinden op de arbeidsmarkt en bedrijven ook hun weg zullen vinden naar ERB-afgestudeerden – “immers, goede waar verkoopt zichzelf”. Zowel de afgestudeerden als de bedrijven die hen aanwerven getuigen van een grote tevredenheid over het programma. We kunnen bijgevolg besluiten dat de master ERB stevig op weg is naar een succesvolle toekomst, waarin afgestudeerden en de bedrijfswereld optimaal kunnen genieten van de meerwaarde die deze interdisciplinaire scholing met zich meebrengt. Heidi Gabel Joost Koentjes
faculteit
DE VISITATIE: What’s in a name? Als u wel vaker contact heeft met de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, is er een reële kans dat u het woord ‘visitatie’ al eens opgevangen hebt. De Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen wordt immers binnenkort ‘gevisiteerd’ en treft nu de nodige voorbereidingen. Maar wat houdt een ‘visitatie’ nu precies in? De Vlaamse universiteiten hebben in 1991 een systeem van interne en externe kwaliteitszorg opgezet, in ruil voor een grotere zelfstandigheid. De overheid legde zo de verantwoordelijkheid en het eigenaarschap van het kwaliteitszorgsysteem volledig bij de instellingen. Dit systeem wordt in goede banen geleid door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR). De VLIR is het autonome overlegorgaan van de Vlaamse universiteiten. Deze raad coördineert de visitaties. Een visitatie kan men vergelijken met een soort ‘inspectieronde’ waarbij een universitaire opleiding helemaal wordt doorgelicht bij alle universiteiten die deze opleiding inrichten. Iedere opleiding mag zich dus na een verloop van tijd aan deze doorlichting verwachten. De visitatie voor de opleidingen in het domein van de Toegepaste Economische Wetenschappen is gepland voor het najaar van 2011. Met nog een jaar te gaan, is de faculteit zich volop aan het voorbereiden.
Drie fasen
Onder de noemer ‘betrokkenen van de opleiding’ valt een zeer divers publiek. Deze term heeft niet enkel betrekking op het acade-
Tijdens de tweede fase vindt de eigenlijke visitatie plaats en worden de deelnemende opleidingen bezocht door de visitatiecommissie. In de derde fase velt de commissie haar oordeel en publiceert zij een openbaar rapport. Dit rapport geeft haar oordeel over de kwaliteit van het onderwijs in de betrokken opleidingen weer. Er worden ook aanbevelingen geformuleerd om tot een kwaliteitsverbetering te komen. Een positieve visitatie leidt tot een accreditatie.
Mening van de alumni Dat deze visitatie procedure geen ver-vanmijn-bed-show is, wordt al meteen duidelijk tijdens de eerste fase, waarin ook de mening van alumni en het ‘afnemend veld’ gevraagd wordt. Recent ontvingen alle afgestudeerden van de laatste vijf jaren de vraag een enquête in te vullen. Deze enquête peilt naar hun mening over de verwachtingen en de tevredenheid over de samenstelling van de programma’s, de organisatie, internationalisering, extra-curriculaire activiteiten, etc. Wij willen alle bevraagden alvast danken voor hun medewerking en hun feedback.
[ Het Hogenheuvelcollege aan de Naamsestraat ]
faculteit
De medewerking van de alumni aan het zelfevaluatierapport is belangrijk. Dit hele proces van zelfreflectie en sterkte/zwakte analyse stimuleert immers de interne kwaliteitszorg. Een opleiding die zichzelf in vraag stelt en luistert naar wat de betrokkenen te zeggen hebben, kan correcties aanbrengen waar nodig en nieuwe impulsen verwerken. Een betere opleiding leidt tot een betere vorming van de student en een profiel dat perfect is aangepast aan de noden van de hedendaagse arbeidsmarkt. Het adagium ‘zelfkennis is de bron van alle wijsheid’ heerst nog altijd op de faculteit.
Loes Diricks
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Het visitatiestelsel bestaat uit drie fasen. Tijdens de eerste fase wordt de samenstelling van de vistatiecommissie bepaald en worden de betrokkenen van de opleidingen gevraagd om aan kritische zelfanalyse te doen. De bevindingen van deze betrokkenen worden neergeschreven in een zelfevaluatierapport (ZER). Het ZER moet een duidelijk en volledig beeld geven van de opleiding zoals ze wordt ingericht binnen de eigen faculteit en dient ook de visie van de faculteit op de opleiding toe te lichten. Het rapport behandelt dus alle aspecten van een opleiding, gaande van de doelstellingen en het programma van de opleiding, tot de inzet van het personeel, de voorzieningen, de interne kwaliteitszorg en de resultaten. Het samenstellen van dit zelfevaluatierapport kan snel een jaar of langer in beslag nemen. Dit procedé van zelfbevraging en samenstelling van het rapport is momenteel lopende.
misch, administratief en technisch personeel van de faculteit, maar ook op de studenten, de afgestudeerden en de vertegenwoordigers van het beroepenveld. Ook alumni worden dus betrokken in het proces, waarover hieronder meer.
17
marketing
Internet Marketing: het monster van Loch Ness voor onze KMO’s? Er woedt onder marketeers een debat over de zin en onzin van internet marketing. En ook al is het Internet een onmisbaar deel van ons dagdagelijkse leven geworden, toch blijft de controverse. We vroegen het aan Valerie De Volder, marketing manager van the AIM, het bedrijf dat het initiatief nam om de cursussen daarover te organiseren.
marketing
Valerie De Volder (the AIM): Met meer dan 70% van de populatie aangesloten (in 2000 was dit nog maar 19% - bron Eurostat) is het anno 2010 essentieel voor alle bedrijven om gevonden te worden op het wereldwijde web. Waar bijna 40% van de gezinnen in 2009 zelfs online shopte, gaan ook de bedrijven steeds vaker via internet op zoek naar zakenpartners. Het internet is een essentieel instrument om het klantenbestand drastisch te vergroten, zowel B2C als B2B.
Waarom noemt u internet marketing het monster van Loch Ness voor onze KMO’s? Het lijkt wel alsof de hele wereld op internet zit, behalve de Vlaamse KMO. Onze Vlaamse KMO’s laten zich letterlijk de kaas van hun boterham eten door de Nederlandse collega’s. Die investeren vandaag 4 maal zoveel in internet marketing. Het resultaat hiervan is dat wanneer je bijvoorbeeld ‘kunststof koffer’ intikt op Google je eerst een 7-tal Nederlandse bedrijven te zien krijgt vooraleer de eerste Belgische aanbieder tevoorschijn komt. Je moet bij wijze van spreken je best doen om met een Blegisch bedrijf te kunnen samenwerken.
18
De Vlaamse KMO is wel reeds bezig met een website en het design maar daar blijft het vaak bij terwijl dit kan worden geoptimaliseerd voor Google. Het is dus belangrijk voor de bedrijven om de meerwaarde en het resultaat te ondervinden achter al hun online inspanningen!
Vanwaar de digitale kloof met Nederland? Waarom staan onze KMO’S nog steeds zo weigerachtig tegenover internet marketing? © Geert De Rycke
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
marketing
[ Valerie De Volder ]
marketing De Vlaming is misschien van nature meer afwachtend ten aanzien van nieuwe ontwikkelingen daar waar de Nederlander er meer open voor staat. Maar ongetwijfeld speelt ook hier het ‘onbekend is onbemind’ principe. Men ziet nog te weinig succesvolle cases in zijn/haar omgeving. Bovendien hebben bedrijfsleiders tal van vragen bij internetmarketing: ■ Internetmarketing wat is dat? ■ Hoe moet ik er aan beginnen? ■ Ik heb daar geen tijd voor en ken er niets van. ■ Het schrikt me af, ik verkies de traditionele media want dat is bekend terrein. ■ Waarom heb ik dat nodig? ■ Bij wie moet ik te raden gaan?
al meer is ingeburgerd. Op deze manier kunnen we de Belgische concurrentiepositie verstevigen. Maar we hebben nog een ander doel. De helft van de opbrengst van de cursussen schenken wij namelijk aan het goede doel. Heel toepasselijk hebben we hiervoor BOKS VZW -een organisatie die zich inzet voor mensen met een stofwisselingsziekte – uitgekozen. Jan Schepens, die ambassadeur is van BOKS VZW en ooit letterlijk in de ring stapte om al boksend de problematiek bekend te maken juicht toe dat wij op een veel vredelievender manier BOKS VZW in het daglicht brengen. Meer info over the AIM en de internet marketing buscampagne kan gevonden worden op www.the-aim.be en www.misdebusniet.be
Daarnaast doen een aantal hardnekkige mythes de ronde: “mijn business heeft geen nood aan online marketing”; “internet marketing is duur”; enz.
En is dit terecht? Absoluut niet. Internet marketing biedt tal van voordelen. Om er maar een paar op te noemen: de flexibiliteit van inzetten, het prijskaartje (goedkoper als traditionele reclame zoals printadvertenties of beurzen), het snel bereiken van een breder publiek (plus zeer geografisch segmenteerbaar), de meetbaarheid…
Wat kan er gedaan worden?
Daarom hebben wij het initiatief genomen om in de maand november van dit jaar in diverse industrieparken over het hele Vlaamse gewest, introductiecursussen te organiseren. We gaan op stap met een bus en de bedrijven kunnen deze cursussen op zo goed als loopafstand van hun kantoor mee volgen. Tijdens deze workshops worden concrete tips gegeven worden over internet marketing en wordt toegelicht dat een de strategie om eraan te beginnen absoluut noodzakelijk is. De reacties zijn positief en wij hopen ons steentje bij te dragen in het bekend maken van de mogelijkheden.
Doel bereikt dus? Enerzijds beogen we met deze campagne België te helpen opBOKSen tegen de competitie uit het buitenland waar internet marketing
EKONOMIKA ALUMNIDAG 2011 Noteer nu al in uw agenda Ekonomika Alumnidag op zaterdag 15 oktober in Leuven!
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Wij zijn er van overtuigd dat de mentaliteit van onze Vlaamse KMO’s slechts kan veranderen als je ze informeert; als je ze sensibiliseert. De kennis over internet marketing moet letterlijk tot bij de Vlaamse KMO gebracht worden.
marketing
19
5YG
Bierproeverij: jonge economisten tonen hun talent! Op donderdag 18 november vond er een nieuwe activiteit van Ekonomika Alumni 5YG plaats. Met Leuven als wereldhoofdstad van het bier werd besloten om deze keer de Belgische biercultuur wat beter te leren kennen. Café de Metafoor, een fijn café gelegen in de Parijsstraat, heeft een uitgebreide bierkaart met heel wat bekende en minder bekende bieren en is eveneens één van de favoriete cafés van stadskok Jeroen Meus. Het leek dan ook de ideale plaats voor een bierdegustatie. De proeverij zelf werd geleid door de voorzitter van de Leuvense biertherapeuten. Deze vzw, die reeds 10 jaar bestaat, telt meer dan 100 bierliefhebbers en, zo vertellen ze zelf, verdedigen de Belgische Biercultuur met hart en ziel. Samen met een 25-tal andere zusterverenigingen, verspreid over gans België, vormen ze de confederatie ‘Zythos’.
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
5YG
20
[ Eerst de kleur… ]
Voor er werd overgegaan tot de degustatie, werd er stilgestaan bij de basiselementen van het bier (water, gerst, hop en gist) en het brouwproces, maar ook bij de vraag ‘hoe proef ik bier’. Bij het proeven van bier wordt eerst naar het kleur gekeken, zowel van het bier zelf als van de schuim, vervolgens wordt er geroken om dan uiteindelijk over te gaan tot het degusteren van het bier. In tegenstelling tot een wijndegustatie wordt bij een bierdegustatie het bier wel degelijk ingeslikt, wat bij velen onder de deelnemers een ware opluchting veroorzaakte.
[ … dan de geur! ]
Na de theorie was er de mogelijkheid om heel wat verschillende bieren te proeven. Er werd gestart met een aantal bieren met een duidelijke smaak als zuur, bitter (bv ‘XX Bitter’)... om vervolgens dan te gaan naar bieren met een ‘meer neutrale’ smaak (bv ‘La Chouffe’). Tenslotte werden nog enkele zware bieren gedegusteerd (bv ‘Hof ten Dormael’). Onze selecte groep van nieuwbakken bierkenners kozen het streekbier ‘Alpaïde’ als beste bier van de avond. Santé! Brecht Wille
STUDENTEN
Ekonomika haalt brons op 24urenloop De 24urenloop staat elk jaar weer garant voor een bonte mengeling van sport, muziek, eten, drinken en sfeer. Een waaier aan kringen, verenigingen en tijdelijke bondgenootschappen geven het beste van zichzelf om de meeste rondjes te lopen, het mooiste standje te bouwen of het lekkerste eten te maken. En Ekonomika-studenten tekent telkens weer present. Het hele gebeuren kwam dit jaar maar traag op gang, het weer zal hier zeker de hoofdoorzaak van geweest zijn. Het was een koude dinsdagavond toen het startschot werd gegeven waarbij er maar weinig toeschouwers aanwezig waren. Op de koop toe begon het een tijdje later ook nog, al dan niet hard, te regenen. Een start in mineur. Maar een tijdje later was er toch weer die gezellige drukte die al jaren het kenmerk is van de 24urenloop. Ekonomika koos dit jaar voor het thema ziekenhuis en bouwde een 2 verdiepingen tellend hospitaal, verpleegster inclusief. Met een waaier aan prijzen en beloningen stonden de lopers te drummen om de stok over te mogen nemen. Gezellig even uitrusten in de lounge of genieten van het uitzicht op het balkon, het kon bij Ekonomika. Aan de eetstandjes stond Ekonomika paraat met lekkere hotdogs en smoskes aan superdemocratische prijzen. Maar natuurlijk waren er ook meer exotische en speciale standjes. Een maag is immers nooit gevuld op de 24urenloop en er werd dan ook op los gegeten.
Blackout
werden we zowaar getrakteerd op een waterig zonnetje, de sfeer rond de piste verbeterde op slag. Met hoogtes en laagtes meldden zich lopers aan en speelden we haasje over met LBK voor de derde plaats. Tussen 16 en 17 uur hadden we uitzicht op een kloof in het voordeel van Ekonomika. De hamvraag natuurlijk, houden we dit vol. Tot 18 uur hadden we 3 rondjes voorsprong maar vanaf dan begon LBK aan een opmars. Hun tijden werden scherper, onze voorsprong krapper. De spanning steeg en de toeschouwers werden wild. Om 19.58 uur wist niemand zeker wat het zou worden. “Erik!, Erik!, Erik!, Erik!,…” klonk het luid om onze beste loper aan te moedigen. De tent werd wild, de laatste loper moest het wáár maken. 20 uur alles lag stil. Iedereen verzamelde rond het podium. 4de plaats … LBK, en Ekonomika ontplofte, de 3de plaats was voor ons, op eigen kracht. Bedankt aan alle lopers voor jullie inspanning, bedankt aan alle supporters voor jullie steun, bedankt aan alle helpers voor jullie inzet. Bedankt aan iedereen die er was. Rondjes lopen kan je elke dag en kan je helemaal alleen. De 24urenloop is voor en door studenten gemaakt. Een stukje Leuvense folklore dat elk jaar weer alle kringen samen brengt. Om te koesteren.
[ Economistjes verkleed als verpleegsters… of was het net omgekeerd? ]
studenten Ruben Hamilius, praeses Egwin Avau
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
En daar stond iedereen dan, geen licht, geluid of tussenstand. Struikelende mensen verward in onzichtbare kabels en genekt door er uit stekende planken. Een stroompanne maakte van de 24urenloop een hindernissenparcours. Door de regen en de bijtende koude verlieten ook veel lopers en supporters vroegtijdig de 24 uren, alle kringen kampten met dit probleem. De kleuren van Ekonomika werden op sommige momenten met slechts 3 man verdedigd. De nacht bracht ook geen beterschap voor de interploegspanningen. Schaamte ook binnen Ekonomika nadat een schacht op eigen houtje de stand van LBK (Landbouwkring) was gaan verprutsen door trage rondjes voor hen te lopen. Rivaliteit blijft een onderdeel van sportevenementen maar dit is geen vrijgeleide om systematisch andere ploegen uit te schakelen. Waar is toch die Olympische gedachte gebleven? Het Praesidium neemt uiteraard afstand van deze gebeurtenis. Woensdag stopte het eindelijk met regenen en
21
event
Koen Van Gerven:
Bpost is klaar voor de volledige liberalisering van de postmarkt Op 21 oktober jl. was Ekonomika Alumni te gast bij bpost te Mechelen. Voor die gelegenheid werd trouwens een aparte Ekonomika-postzegel uitgegeven. Dit evenement bestond uit twee luiken: een bedrijfsbezoek waar de leden te weten kwamen hoe een postzegel tot stand komt, en een toespraak door Patrick Maselis, ondernemer en zakenman die vertelde over zijn passie: “Filatelie, perceptie en realiteit”. Patrick Maselis is bovendien sinds 2009 voorzitter van de meest exclusieve filatelieclub ter wereld: die van Monaco. In de volgende berichten volgt er een gesprek met Patrick Maselis, die tevens CEO is van Poco Loco.
De ontvangst bij bpost werd georganiseerd door Koen Van Gerven, Director Residential, SOHO’s & Small Enterprises en lid van het Directiecomité van bpost. Wij hadden daarna een gesprek met Koen Van Gerven over de nakende totale liberalisering van de postmarkt op 1 januari 2011 en de gevolgen ervan voor bpost.
event | EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
Wat verandert er op 1 januari 2011 inzake liberalisering van de postmarkt, en waar zitten we nu in dit Europees liberaliseringproces?
22
Koen Van Gerven: Op 1 januari verdwijnt het laatste stukje monopolie op de postmarkt in België, namelijk de brieven onder de 50 gr. Alle andere post zoals verdeling van reclamefolders, pakketten, kranten, geadresseerde post > 50 gr was al in stappen vrijgemaakt sinds 1997. Uiteraard is deze laatste stap niet onbelangrijk als je bedenkt dat hiermee de hele massa van geadresseerde post van elektriciteitsbedrijven, banken en telecombedrijven in de concurrentiële sfeer komt. Ondanks de toenemende digitalisering gaat dit over nagenoeg 10 miljoen poststukken per dag.
Wat zal die liberalisering inzake concurrenten opleveren? Niet iedereen kan zomaar aan postverdeling gaan doen. Het parlement heeft zojuist de voorwaarden vastgelegd waaraan concurrenten moeten voldoen. Zij moeten (binnen 5 jaar) heel België bestrijken en minstens 2x per week postbedeling doen. Bovendien kan de bedeling niet gebeuren met (schijn)zelfstandigen. Bpost houdt de verplichting voor een periode van 8 jaar om de universele dienstverlening te verzekeren. Dit wil zeggen dat we 5 keer per week aan alle 4,5 miljoen huizen in België post moeten bedelen. Op 1 januari zullen er niet noodzakelijk concurrenten staan te drummen, maar de ervaring in Zweden, Duitsland en Nederland leert ons dat concurrenten vaste voet aan de grond krijgen en marktaandelen van de nationale operatoren wegnemen. Als je weet dat 65% van het postvolume bij minder dan 1000 grote klanten ligt, is het duidelijk wie zij moeten benaderen. Wat verandert er concreet voor de klanten van bpost?
[ Postzegelontwerper Guillaume Broux legt de druktechnieken uit ]
Wij hebben de afgelopen jaren zowat elke steen van de oude Post omgedraaid om het bedrijf klaar te maken voor een open markt. Alles wijst erop dat we hierin geslaagd zijn. De oude staatsadministratie is een echt bedrijf geworden dat op elk terrein zijn mannetje staat. Op kwaliteitsvlak wordt meer dan 95% van de verzonden post, de volgende dag afgeleverd. De klantentevredenheid is aanzienlijk verbeterd evenals de tevredenheid van de medewerkers. We zijn ook een “normaal” bedrijf geworden, met 49,9% van de aandelen in privé handen (CVC capital partners) en winstgevend, met een operationele marge van nagenoeg 11% in 2009. De kers op de taart was de recente naamverandering. Na de inhoud is ook de verpakking gemoderniseerd: De Post/ La Poste is bpost geworden.
event Concurrenten zullen zich op de grote verzenders richten. Die zullen dus alternatieven krijgen. Ons voordeel is dat we ons eindelijk zullen kunnen onderscheiden door onze sterkten als kwaliteit en vertrouwen. Nu worden die als zelfsprekend gezien. In een vrije markt worden dat differentiërende elementen die waarde krijgen. Dat leert ons de buitenlandse ervaring. Voor de residentiële klant verandert er weinig. Concurrenten gaan geen netwerk van postkantoren openen of eigen brievenbussen zetten. We zullen wel meerdere postbodes in het straatbeeld zien verschijnen, op elk uur van de dag. Wat zijn de interne gevolgen voor het bedrijf bpost? We kunnen een belangrijke periode succesvol afsluiten: de voorbereiding voor een vrije markt. Maar hiermee stopt het veranderingstraject niet. Wij zullen blijven verderwerken om de klantentevredenheid, de efficiëntie en de kwaliteit te verbeteren. Wij zullen alles doen om ons marktaandeel te verdedigen. Maar er zijn ook nieuwe uitdagingen die om de hoek loeren. De digitalisering laat zich voelen, en wordt zeker nog de gevaarlijkste concurrent. Postvolumes die digitaal worden, kunnen we niet terugpakken. Ze verdampen als het ware. In landen waar de digitalisering al verder staat, zoals Scandinavië of Nederland, zien we de postvolumes tot 10% dalen op jaarbasis. Wij moeten ons voorbereiden op deze evolutie bij ons. Dit betekent dat we zowel ons businessmodel, als onze kostenstructuur moeten in vraag stellen en bijsturen. Bovendien moeten wij nog harder werken om nieuwe bronnen van inkomsten te vinden. Dus voldoende uitdagingen om bpost alert te houden .
Van een vrij precaire financiële situatie in 2003 is
[ Koen Van Gerven en Fa Quix ]
event
Wat zijn de activiteiten waar bpost zich in de toekomst (verder) op zal focussen?
Naast de brievenpost, die we zullen blijven verdedigen, zien wij groeimogelijkheden in de pakkettenmarkt. Internet en e-commerce is een belangrijke groeimotor. Nespresso, amazon en anderen, moeten hun goederen tot bij de klant brengen. FMCG-bedrijven hebben pilootmarkten lopen waar e-commerce een alternatief businessmodel vormt voor de retaildistributie.
Daarnaast zien we mogelijkheden voor de verdere uitbouw van de financiële dienstverlening. De Bank van de Post heeft haar waarde bewezen in de financiële crisis van 2008-2009. Maar ook nieuwe producten als the Money remittance business met Western Union is een groeipool. Tot slot zien wij mogelijkheden in geïntegreerde maatoplossingen. Zo verzekeren wij vandaag het hele proces van bestelling, drukken, handling en bezorging van voorschriften voor artsen. Wij doen heel de verwerking, drukken, verzenden en incasseren van de verkeersboetes. Sinds enkele weken verzorgen wij de behandeling en bezorging van de nieuwe nummerplaten. Zo er zitten al een aantal nieuwe projecten in de pipeline. U ziet, bpost is klaar voor morgen. Fa Quix
[ Patrick Maselis temidden van vrouwelijk schoon met rechts Lydia Descamps ]
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Hoe zit het met de financiële toestand van bpost, wat is de globale rendabiliteit? Zal de liberalisering daar gevolgen op hebben?
bpost vandaag geëvolueerd naar een financieel sterk bedrijf met een goede rendabiliteit. In 2003 hadden we nog een negatieve EBIT van 79 mio euro. In 2009 hadden we een positieve EBIT van 240 mio euro.Wij zijn ondertussen een bedrijf met aanzienlijke kasreserves. Met onze operationele marge zitten we in het topsegment van de postbedrijven. Ik kan elke economist aanraden om de jaarverslagen van de laatste jaren eens te bekijken. Je vindt ze op de bpost website. Tenslotte wij we allemaal voor 50% aandeelhouder.
23
5YG
Het Prins Albertfonds:
een buitenkans naar het buitenland! Het Prins Albertfonds helpt getalenteerde Belgische professionals om ervaring op te doen in het leiden van internationale projecten. Het Fonds biedt financiële steun (een beurs ter waarde van 22.000 euro) voor een project van 12 maanden in het buitenland, dat uitgevoerd wordt door een onderneming die gevestigd is in België of haar hoofdzetel in België heeft. Het Fonds steunde sinds zijn ontstaan in 1984 meer dan 320 jonge Belgische professionals met een beurs. Dankzij de stages hebben ze ervaring kunnen opdoen en werden ruim 140 Belgische bedrijven geholpen om hun producten en diensten in het buitenland te promoten.
5YG
Vandaag beschikt het Prins Albertfonds over een alumninetwerk dat al de laureaten van het Fonds verenigt. Ze zijn allemaal actief in de bedrijfswereld en groeiden over de jaren heen uit tot top en hoger midden kader in Belgische en buitenlandse bedrijven. Velen onder hen zijn trouwens professioneel actief in het buitenland. Zoals elk jaar is ook nu het Prins Albertfonds op zoek naar geïnteresseerde kandidaten voor een beurs. Deze kunnen zich inschrijven tot
17 januari 2011. Op zaterdag 9 oktober 2010 organiseren de Alumni een informatiesessie voor geïnteresseerde kandidaten. Alle informatie is beschikbaar via www.kbs-frb.be De kandidaten beschikken over een master’s diploma en hebben een eerste werkervaring opgedaan. Gemiddeld zijn ze 27 jaar oud.
Righard Bruyns Vera Billen
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
het nieuwe getrouwheidsprogramma van NMBS Europe
24
Wat is Greenpoints? Greenpoints is het nieuwe getrouwheidsprogramma van NMBS Europe voor ondernemingen die voorrang geven aan “groen” vervoer, namelijk aan treinreizen. Met dit programma kunnen punten worden gespaard bij de aankoop* van een internationaal treinbiljet (via NMBS Europe of een door de NMBS erkend reisagentschap). Elke euro is goed voor een punt dat twee jaar geldig is vanaf de reisdatum.
Hoe verkrijgt u de punten? Het volstaat om bij elke treinreservering het aan het bedrijf toegekende uniek nummer van het Greenpoints programma te vermelden.
Hoe verkrijgt u dit unieke nummer? De verantwoordelijke voor de reizen van uw bedrijf kan aansluiten op het Greenpoints programma op www.corporaterail.be. Er is slechts 1 persoon per bedrijf die zich kan inschrijven voor dit programma. *uitgezonderd aankopen aan de tarieven TCP/B2B/ECP/iCP
Meer info op www.corporaterail.be
Wij zorgen NU voor zijn toekomst ... met de trein vermindert u de CO2-uitstoot
boekonomika
Martin Hinoul:
van doctor in de fysica tot super-netwerker Onze kennis is onze toekomst. En de kenniseconomie is de economie van de toekomst. Met die slogans worden we haast dagelijks om de oren geslagen. Maar waar staan we in die zogenaamde ‘kenniseconomie’? Kan Vlaanderen daar in meespelen? We vroegen het aan een eminent expert, Martin Hinoul, in een uitgebreid gesprek. U houdt zich met technologiebeleid bezig, maar u bent geen economist van opleiding, maar fysicus. Vanwaar de keuze?
[ Martin Hinoul ]
Londen) en in Stuttgart, Parijs, Oslo, Santander enz. Het was plezant om in Europa rond te vliegen van de ene vestiging naar de andere en van dichtbij toponderzoek te kunnen volgen. Reizen sprak me ook erg aan. Einde zeventiger jaren zou ITT dan ook nog een laboratorium opzetten in Shelton Connecticut in de Verenigde Staten. Ik zou daar dikwijls verblijven. Fantastisch om te kunnen meewerken aan de ontwikkeling van de nieuwe revolutionaire “digitale switch”. Ook zou ik enkele jaren meewerken aan de joint venture met de Chinese telecom industrie (de PTIC) in Beijing en Shanghai. We zouden na enkele jaren hard werken in juli 1983de 6e Chinese joint venture ondertekenen. En daar waren we fier op.
boekonomika
Hoe zet je vanuit die technische specialisatie de stap naar het bedrijfsleven?
Wacht, we zijn nog maar in de jaren zeventig. De keuze was toen: ofwel aan de universiteit blijven en een academische carrière uitbouwen ofwel naar de industrie gaan. Ik koos voor het laatste omdat dit zeker “nieuwe uitdagingen” zou meebrengen. Ik kende de industrie in ons land niet behalve enkele bedrijven zoals Bell Telephone Manufacturing Company in Antwerpen waar ik dan ook zou solliciteren. Een bedrijf in de telecomwereld en behorende tot de grote Amerikaanse multinational ITT. Ik kreeg daar een job aangeboden zonder goed te weten wat die job echt inhield. ITT had grote laboratoria in Europa zoals de bekende STL laboratoria in Harlow (ten Noorden van
U heeft ook een tijdje in Silicon Valley gewerkt? Welke lessen heeft u daaruit getrokken? Ik was zowel als doctoraatsstudent als in de 11 jaren bij Bell Telephone heel vaak in die magische “Silicon Valley” geweest. Ik kende vrij goed de beroemde Stanford universiteit maar ook had tal van bedrijven bezocht gaande van Hewlett Packard over Varian tot Raychem enz. In 1984 wordt ik dan aangesteld tot technologisch attaché voor de Belgische overheid in
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Martin Hinoul: Op Chrysostomos ging mijn college (College van het Heilig Kruis in Maaseik) traditiegetrouw ieder jaar met de laatstejaarstudenten naar Leuven om daar de verschillende faculteiten te bezoeken. Ons eerste bezoek was aan het instituut voor fysica, toen nog in de Naamsestraat. We kregen daar uitleg van professor August Van Itterbeek en die professor maakte een geweldige indruk op mij en meteen was dan ook mijn beslissing genomen; ik zou fysica gaan studeren. Na mijn licentie zou ik dan waarschijnlijk aan het college in Maaseik les gaan geven. Ik werd echter aangespoord om een doctoraat te maken wat ik ook heb gedaan. Ik zou hier ook nog een postdoc aan toevoegen. Ik vond experimentele fysica geweldig en zeker de vaste stof fysica. Ik zou werken in het domein van – hou u vast – ferromagnetische elektron spin resonanties en mijn postdoc was in het domein van Josephson tunnel diodes. Experimenteren met nieuwe materialen, hoge magneetvelden, spectrometers, extreem lage temperaturen, supergeleiding en noem maar op…
25
Boekonomika lang in deze Valley vertoeft zal men vaststellen dat hier een totaal andere “cultuur” aanwezig is. Een cultuur gekenmerkt door: ‘alles is mogelijk’ (‘all things are possible’ attitude), risk taking, meritocracy, shared values, failure is a badge of merit, networking, repeaters, stock options, co-competition en ga zo maar verder. Om tot een succesvolle kenniseconomie te komen moeten ‘economen’ en ‘techneuten’ de handen in elkaar slaan. Lukt dat hier een beetje?
[ Egwin Avau, Martin Hinoul en Ruben Hamilius ]
Los Angeles en zou tot in 1990 op bijna wekelijkse basis in de “Valley” verblijven. Een magische Valley die zich uitstrekt ten zuiden van San Francisco van San Mateo tot Santa Clara over een kleine 100 mijl en dit tussen twee belangrijke snelwegen de Freeways 101 en de 280. Een gebied met een kleine 3 miljoen mensen, met duizenden bedrijven, met de beste Venture capital bedrijven op de Sand Hill Road, én met de unieke universiteiten Stanford en Berkeley. Silicon Valley is niet alleen een gebied die men geografisch kan in kaart brengen maar eerder “een state of mind” een gevoel dat vrij moeilijk te beschrijven is. Als men voldoende
Op het eerste zicht is hier zeker nog heel wat verbetering mogelijk. Dat kan alleen maar door zich meer te ontmoeten in de betere netwerken. Ik denk hier aan het Leuvense netwerk “Leuven Inc” waar ieder jaar tal van interessante ontmoetingsavonden worden georganiseerd. De “Leuven Inc Café’s” zijn de plaats waar ingenieurs en economisten zich kunnen ontmoeten en dit meestal bij Leuvense jonge en nieuwe bedrijven. Ook recent de oprichting van “TiE Brussels” een netwerk van entrepreneurs voor entrepreneurs. Binnenkort zal dit netwerk meer zichtbaar worden en hopen we jonge economisten en ingenieurs aan boord te krijgen. Het TiE netwerk geeft onwaarschijnlijk interessante internationale mogelijkheden.
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
boekonomika
26
Ruben Hamilius Egwin Avau
Boek: Genieën die de wereld veranderden 110 jaren Nobel “Mijn nieuw boek ‘Genieën die de wereld veranderden- 110 jaren Nobel’ probeert een beeld op te hangen van de meer dan 800 Nobelprijzen die tot nu toe werden uitgereikt”, zegt Martin Hinoul. [ Mario Vargas Llosa ] Het boek toont de vooruitgang in de laatste 110 jaren in het domein van de wetenschappen met fysica, chemie en geneeskunde. Een onwaarschijnlijke en grensverleggende periode in de geschiedenis van de mensheid met het ontrafelen van de geheimen van het atoom, het ontrafelen van de molecule van het leven en de creatie van de elektronische computer. De periode van de “quantum revolutie”, de “DNA-revolutie” en de “computerrevolutie”. Een tijdvak zonder weerga.
Ook worden de Nobelprijzen economie (prijs sinds 1969) beschreven en toon ik de overgang van een locale economie naar een meer globale economie (‘The world is flat’). Maar Nobelprijswinnaars die de bal ook af en toe missloegen. Verder worden de Nobelprijzen Literatuur beschreven en ook hier ziet men dat andere continenten naast Europa en de Verenigde Staten steeds belangrijker worden. Denk aan Nobelprijzen Literatuur voor Zuid-Amerika (zie recent nog de Peruviaan Mario Vargas Llosa) en Afrika maar ook China en India. Verder is er een hoofdstuk over de Nobelprijzen voor de Vrede waarin ondanks het feit dat de 20 e eeuw een afschuwelijke eeuw was voor de Vrede er toch heel wat mensen fenomenale bijdragen hebben geleverd tot de wereldvrede maar ook vele instituten zoals ‘Het Rode Kruis’.
publireportage
Dear EKONOMIKA Alumni members, EKONOMIKA Alumni is pleased to announce our partnership with RealAcad Venture Management Program, a toplevel venture management program, is once again to provide an opportunity to our members to get intense learning and gain an international network of top professionals across the world in a period of 1 week. The RealAcad Venture Management Program is a not-for-profit initiative to groom talents all over the world. Programs are organized at different locations around the globe. During the course of the program, participants will bring to life a new entrepreneurial venture in addition to learning the knowhows of the business world. How does the program work? It focuses on learning by doing and realizing the impossible. With guidance from experienced consultants, venture capitalists and entrepreneurs, participants will have the chance to not just propose great ideas but build a start-up business with real customers, all from scratch. What’s more, this company will continue to exist after the program and students get the opportunity to stay involved in running it if they want. In a nutshell, the program will allow you to:
Who will you learn from? The program leaders and advisors that will coach and work with you come from top MBA programs and have experience in the world’s best companies such as top-management consultants like Boston Consulting Group, venture capitalist firms, fortune 500 companies and several entrepreneurial ventures. You will also learn through interaction with fellow participants. Every student accepted into this program has gone
What are the benefits? Participants will have the opportunity to learn how to set up a real company, how to work in an international team of top talent and how to optimize their career through career planning and resume training. Beyond this, they will have the opportunity to build life-long connections with the faculty and fellow students. Above the superior educational experience, EKONOMIKA Alumni members that get admitted to this program will be guaranteed a minimum USD500 Sponsorship. As a EKONOMIKA Alumni partner, RealAcad has also agreed to hold one spot open at each program exclusively for EKONOMIKA Alumni members. Keep in mind, there are only max 15 positions available per camp.
up to the full course fee. Be sure to express your interest on the application if you would like to be considered for these scholarships. RealAcad also has a number of needbased financing schemes to lighten the financial burden for students. You may contact RealAcad for more information on these opportunities. How do you apply? There is no single formula for being a successful applicant. Candidates are evaluated on the basis of their achievements, potential, and the fit between what they aspire to achieve and what the program has to offer. To apply for the program, please email both the completed application form and resume to
[email protected] and to
[email protected] and don’t forget to mention EKONOMIKA alumni as the reffering organisation.
What are the details for the program? Programs scheduled for 2011 are 25 Jul – 30 Jul in Harvard (‘Develop Leadership’), 8 Aug – 13 Aug in Singapore (‘International Business’) and 22 Aug – 27 Aug at Stanford (‘Venture Management’). Please check http://www.realacad.org/schedule. php for any updates. The cost of the oneweek program is €1,800, which will cover full-time faculty support, course materials, a small start-up capital for the business and overhead costs for RealAcad. The tuition does not cover travel, accommodations or meals.
publi reportage Is additional funding available? RealAcad is driven by a strong mission to find the best students in the world and make the best so much better. They offer generous scholarships and sponsorships to the accepted participants. These scholarships can in some cases even amount
Additional information can be found on the RealAcad website www.realacad.org Should you have any question regarding RealAcad program, feel free to email
[email protected] or
[email protected] or call +1 650 515 3407.
Good Luck!
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
- Get hands-on entrepreneurial experience - Network with current and future global leaders of the highest caliber - Develop your leadership and people management skills - Obtain exclusive access to RealAcad resources and alumni network - Receive career and personal development counseling - And continuously challenge the limits!
through a detailed admissions process, to guarantee only the best get accepted (only 8-15 people per program). The international network you will build will be exceptional.
27
ANTWERPEN
Ondernemen in crisistijd Het was misschien wel voor de laatste keer… neen, niet de activiteiten van onze vereniging, maar het betreden van de kelder van het Internationaal Perscentrum Vlaanderen. Want deze tempel wordt door diverse organisaties met subsidies in leven gehouden, en nu er een strenge bezuinigingsronde voor de deur staat, liggen de messen al geslepen om in deze subsidies te hakken en te snijden. Wellicht vaarwel IPV. Het sympathieke keldertje aan de Grote Markt is nochtans een uitgelezen plek om een gezellige gespreksavond te organiseren, en dat deed Ekonomika Antwerpen op 14 oktober jl. rond het thema “Ondernemen in crisistijd”.
Teveel cijfers? Jan de Haes, voorzitter van Horeca Vlaanderen en een Leuvense Alumnus, benadrukte zijn democratisch verkozen statuut als hoofd van een beroepsvereniging met 55.000 ondernemers, 1.000.000 werknemers en nog een hele rits losse, witte en zwarte medewerkers.
aal, professioneel én rendabel? In de veronderstelling dat je al iets te zeggen hebt in je eigen café, en niet met een zware slavenketting vast hangt aan een of andere (grote) brouwerij.
antwerpen
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
Spreekt men in het buitenland “hoog” over onze horeca, in België zelf is het heel wat minder. Vele cafés kampen met te weinig omzet, niet omdat we zelf niet voldoende bier kunnen verzetten, maar vooral omdat er te veel etablissementen zijn en de versnippering dus groot is. Te weinig investeringscapaciteit noopt tot inventieve oplossingen in het personeelsbeleid en aankooppolitiek. En hoe maak je een café tegelijk authentiek, rookvrij, jovi-
28
Enkele oplossingen volgens Jan zijn: de BTW in de horeca verlagen om te kunnen investeren, financiële administratie en belastingsysteem moderniseren, schaalvergroting én de klant iets aanbieden waarvoor hij/zij iets dieper in de geldbeugel wil tasten. En dan bedoelen we niet comazuipen met aansluitend een bloedtransfusie op de spoed en uitrusten op de intensieve. Jan vindt het vooral een goede zaak dat deze ambachters nu door een economist worden vertegenwoordigd. En dan nog ene van Leuven. Deze sector kan niet meer stuk.
[ Co-voorzitter Antwerpen Hans D’Olieslager overhandigt het cadeau aan gastspreker Karel Van Eetvelt ]
antwerpen
Vergeet het brugpensioen Ook niet van zijn stuk te brengen is Karel Van Eetvelt, gedelegeerd bestuurder van Unizo sinds 2000. Ondernemers bijeen brengen is zijn missie. Omdat hij regelmatig voor de camera in enkele korte bewoordingen mag uitleggen hoe de Belgische economie ervoor staat, vroegen wij hem om dit nog eens voor ons over te doen, maar dan wat uitgebreider, en gemoedelijker. We hadden beloofd hemgeen moeilijke vragen te stellen. En aldus geschiedde: nu we het dieptepunt van de crisis voorbij zijn zien we een licht economisch herstel. Maar we blijven stuiten op enkele fundamentele problemen zoals de komende vergrijzing en het gebrek aan investeringen. Bij gebrek aan regering is er geen regeringscrisis, maar de centen zijn wel op en onze concurrentiepositie gaat nog steeds achteruit in vergelijking met de buurlanden. Als den Elio of den Bart dan toch zouden beslissen om te gaan regeren, zullen de sanering van de overheidsfinanciën, economische groei, jobcreatie, beveiligen van de financiële sector en grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden onontbeerlijk zijn. Dat we hiervoor eerst België moeten splitsen en nieuwe belastingen moeten uitvinden (vermogenswinstbelasting) is volgens Karel niet aan de orde.
antwerpen [ Karel Van Eetvelt (UNIZO): “We blijven stuiten op fundamentele problemen zoals de vergrijzing en het gebrek aan investeringen” ]
antwerpen
Wat ik me nog wel herinner was het lekker bolleke op het einde van de avond aan de toog, en de prettige sfeer achteraf. En al kregen beide sprekers bij wijze van dank een mooi boek over lofts in Antwerpen, ze zagen toch met meer enthousiasme uit naar de leuke fles wijn, dat het boek vergezelde (beroepsmisvorming?). En zo is iedereen tevreden naar huis teruggekeerd.
Eric Dorpmans
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
Voor de ondernemingen moet de energiekost naar beneden (dus allemaal zo’n reuze ventilator in de tuin, zonnepanelen op het dak en warmterecuperatiebuizen in de septische put). Oude mensen (zoals ik) moeten aan het werk gehouden worden tot hun 65 jaar zonder brugpensioen, we moeten verder internationaliseren én dan nog eens creatief zijn op de koop toe. Maar dat zal dan de jeugd moeten doen, want ik herinner me nog wel dat ik vorige week plots een goed idee had, maar ik ben vergeten wat het was (Alzheimer?) en zo komen we natuurlijk ook niet veel verder.
29
filmonomika
Wall Street 2: Money never sleeps “Is greed good?”, zo stelt Gordon Gekko (Michael Douglas) zijn gloednieuwe boek voor nadat hij uit de gevangenis werd ontslagen waartoe hij werd veroordeeld na schuldig bevonden te zijn aan “insider trading” tijdens de gouden beursjaren ‘90. Het vraagteken is het grote verschil met Wall Street 1 toen Gordon Gekko nog affirmatief de slogan: “Greed is good” lanceerde…!
| EKONOMIKA berichten | oktober - november - december 2010
Het lijkt er aanvankelijk op dat Gekko zijn leven gaat beteren, nu hij een jarenlange penitentie achter tralies heeft doorgemaakt – “een moordenaar komt wegens goed gedrag na vijf jaar vrij, maar ik die geen mens heeft aangeraakt, moest zeven jaar brommen” dixit een gefrustreerde Gekko. Maar schijn bedriegt. Want zelfs wanneer hij achter tralies heeft ingezien dat geld, en méér geld, niet het hoogste goed in het leven is, verandert een mens toch niet fundamenteel. Van zijn uiteengespatte familie – zijn aan drugs verslaafde zoon pleegde zelfmoord, zijn echtgenote werd gek – blijft alleen zijn idealistische dochter Winnie over. Die wil hij terugwinnen, en dit is een hele klus want zij heeft alle contact met haar “gewetenloze en gevaarlijke” vader verbroken. Gekko geeft niet op want zijn dochter en haar vriend Jacob, ook een yuppie beursmakelaar die Gekko overigens erg bewondert, zijn zijn oogappels. Maar het wraakzuchtige beursdier in hem is ook tijdens de gedwongen hechtenis niet getemt geraakt. Wanneer Gekko op een listige manier weer zo’n slordige 100 miljoen US dollar in zijn bezit krijgt – hoe? dat vertel ik niet – komen zijn inzicht en instinct in beurszaken weer naar boven. Hij koopt “super depressed shares” en in no time vergroot hij zijn kapitaal tot 1,1 miljard US dollar. Gekko is back in business!
30
aanmoedigde door belachelijk lage rentevoeten en een misdadige deregulering van de financiële markten”, zo vat Gekko het samen. Hoe dit oplossen? vraagt hij aan de tot nok gevulde aula. Er volgt een stilte, die hij zelf doorbreekt: “Buy my book!” antwoordt hij zelf, met enige ironie natuurlijk. Gekko is best wel irritant, want betweterig, zelfverzekerd, arrogant en ook … onbetrouwbaar. Regisseur Oliver Stone slaagt er meesterlijk in om dat onbehaaglijke gevoel over zijn hoofdpersonage nooit helemaal weg te nemen zodat u zich toch niet gemakkelijk met hem identificeert. In Wall Street 1 had Stone hem als een verwerpelijk individu proberen afschilderen, maar tot zijn eigen afgrijzen moest hij lijdzaam toezien hoe Gekko wereldwijd een icoon werd. Hoe het in Wall Street 2 uiteindelijk met de familie Gekko afloopt, mag ik natuurlijk niet verklappen, maar vermits dit een Hollywoodproductie is, kan u het toch al raden niet? Uiteindelijk geeft Stone geen antwoorden voor de toekomst. Hoe zouden we in de toekomst een financiële crisis zoals deze kunnen vermijden? Hij laat uitschijnen dat meer regulering en toezicht op de financiële markten een absolute evidentie is. Maar dat zal niet volstaan. “Want overheden vechten steeds de vorige oorlog uit”, zo laat hij Gekko ergens insinueren.
filmonomika Tussendoor spelen er zich heel veel intriges af: de afgunst en ruïneuze concurrentie tussen grote beurshuizen, hebzuchtige bankiers, roekeloze speculanten, … maken van Wall Street “not a nice place to live”. De teloorgang van Lehman Brothers wordt geëvoceerd, in het licht van wraakzuchtige concurrenten die valse geruchten verspreiden en ‘rucksichtlos’ short gaan. Maar ook de afkerige overheden worden op de korrel genomen. “Too big to fail” is toch geen absoluut statement gebleken, want Lehman Brothers ging failliet en achteraf bleek dat 15 september 2008 vele en véle malen erger was dan 11 september 7 jaren eerder.
Wall Street 2 is een onderhoudende film, soms flitsend, niet altijd gemakkelijk om volgen. Voor economisten en mensen met een financiële background valt het nog mee om de prent te volgen. Maar ik vrees dat het grote publiek de financiële rode draad van het verhaal regelmatig verliest. En daardoor wordt voor hen het cliché bevestigd van de “ondoordringbare en doortrapte wereld van de financiële markten”. Veel ruimte voor nuance geeft Stone de kijker helaas niet. Fa Quix
Gekko, die een veel gevraagd spreker is, geeft toe dat de huidige financiële crisis het gevolg is van hebzucht en een gebrek aan ethiek. “Niemand die de verpakte kredietproducten nog begreep. En een FED die de hebzucht
SENIOREN
SENIORENDAG 2011 OP 13 MEI De Seniorendag 2011 zal plaats hebben op vrijdag 13 mei, ’s middags, naar goede gewoonte in de Faculty Club te Leuven. Zullen hierop worden uitgenodigd: alle alumni senioren (afgestudeerden) die minstens 40 jaar geleden hun studies aan de Faculteit zijn begonnen.
Tijdens deze feestelijke bijeenkomst worden o.m. de “gouden jubilarissen” gehuldigd, namelijk al diegenen die 50 jaar geleden hun studies aan de Faculteit hebben aangevat en enkele jaren later zijn gepromoveerd. Dit is de promotie 1965, presesjaar van Jo Deneef.
Voor al wie dit aanbelangt, jubilarissen en alle alumni senioren, noteer reeds in jullie agenda’s: 13 mei 2011 – Ekonomika Alumni – Seniorendag in de Faculty Club Leuven
FACULTEIT
Viering van de Fellows Op 28 oktober jl. vond de jaarlijkse bijeenkomst plaats van de Fellows van het Hogenheuvelcollege in de Universiteitshallen van Leuven. Gastsprekers waren Pieter Timmermans, directeur-generaal van het VBO, die het had over «Een sterke economie, motor voor een duurzame welvaart», en professor Joep Konings en professor Filip Abraham, over «Loonkosten, Productiviteit en Werkgelegenheid in een concurrentiële internationale omgeving». Tevens werden nieuwe Fellows en Ere-Fellows aangesteld.
[ Prof. Joep Konings, prof. Reinhilde Veugelers, prof. Filip Abraham, ook vice-rector, prof. Patrick Van Cayseele, vice-decaan Onderzoek van de FEB, en Marc Rosiers, oud-assistent FEB en lid van de directie van de Belgische Boerenbond. ]
oktober - november - december 2010 | EKONOMIKA berichten |
[ Decaan prof. Luc Sels, Loes Diricks, verantwoordelijk voor de organisatie van de Fellows-viering, prof. Monique Snoeck, vicedecaan Onderwijs van de FEB, en prof. Guido Dedene, coördinator van het Fellows-initiatief ]
31
Het beste advies dat we je kunnen geven, is om een goed plan te maken. Optima Financial Planners
Als je echt iets wil bereiken, heb je geen advies nodig, maar een plan. Dat geldt voor onze klanten, die hun financiële toekomst optimaal willen veiligstellen. Maar dat geldt ook voor onze medewerkers, die hun carrièrestappen heel doelbewust kiezen. Ben je een financiële professional met veel expertise en gezonde ambitie? Maak dan je carrièreplannen waar bij Optima, dé referentie op het vlak van financiële planning.
Senior Financial Planner m/v Financial Planning Consultant m/v Junior Auditor m/v Deeltijds werken is ook een carrièreplan.
Optima is steeds op zoek naar gemotiveerde part-time contact center agents.
Your future is capital
www.optima.be