Beoordelingsgesprekken binnen de Onderwijsgroep Galilei
Inleiding In de voorliggende notitie wordt het algemeen kader geschetst ten behoeve van de beoordelingsgesprekken van alle personeelsleden op alle niveaus. Tevens wordt een daarop gebaseerde beoordelingsformulier als handreiking gepresenteerd en toegelicht. De systematiek die in deze notitie als kader wordt besproken, is gericht op een evenwichtige beoordeling van belangrijke aspecten van het functioneren. Diverse aspecten van het functioneren komen zo integraal aan de orde. De nadere inhoudelijke invulling van de beoordeling, binnen deze systematiek, wordt grotendeels aan de scholen gelaten. Hiermee is het beleidskader met betrekking tot de gesprekkencyclus, aangekondigd in ons strategisch beleidsplan Scholen in beweging, compleet. In 2014 dient de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken volledig operationeel te zijn. De notitie sluit aan bij de notitie Basiscompetenties, gesprekkencyclus en de ontwikkeling van (potentiële) leidinggevenden.
Uitgangspunten In de CAO-VO 2008-2010 is artikel 16.7 Gesprekkencyclus functioneren en beoordelen opgenomen met de volgend tekst: Door of namens de werkgever worden periodiek met elke werknemer gesprekken gevoerd over het (toekomstig) functioneren van de werknemer. Dat gebeurt door middel van een professionele gesprekkencyclus, bestaande uit loopbaangesprekken, functioneringsgesprekken, beoordelingsgesprekken of andersoortige gesprekken die hetzelfde beogen. Aan een beoordeling van de medewerker kunnen rechtspositionele gevolgen worden verbonden. De werkgever stelt in overleg met de P(G)MR een regeling vast waarin het doel, de onderwerpen, de procedure en de frequentie van de gesprekken zijn vastgelegd. In het Aktieplan Leerkracht is opgenomen dat in 2014 de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken volledig operationeel dient te zijn. Binnen Onderwijsgroep Galilei vindt op alle niveaus een tweejaarlijkse integrale beoordeling plaats op basis van resultaatafspraken die a. zo persoonlijk mogelijk beïnvloedbaar zijn; b. uitdagend maar realistisch geformuleerd zijn en bij het halen ervan een 3 (goed) oordeel opleveren; c. S(pecifiek)M(eetbaar)A(fgesproken)R(ealistisch)T(ijdgebonden) zijn; d. diverse aspecten van het functioneren betreffen: a. de persoonlijke ontwikkeling; b. de persoonlijke bijdragen aan het jaarplan van de school; c. de onderwijsresultaten; d. de uitvoering van de basiswerkzaamheden binnen de functie. e. met een bepaalde weging invloed hebben op het eindoordeel. Ter afronding van het eindoordeel worden de mate van kennis en het naleven van basisdocumenten met betrekking tot de functie betrokken.
Resultaatgebieden en resultaatafspraken Binnen de volgende resultaatgebieden worden jaarlijks resultaatafspraken gemaakt. Het betreft hierbij de volgende resultaatgebieden. 1. Persoonlijke ontwikkeling. Hierbij wordt uitgegaan van een ontwikkelingsplan met doelen die in een startgesprek en een voortgangsgesprek worden vastgelegd. In het persoonlijk ontwikkelingsplan vindt wederzijds afstemming plaats tussen de wensen van de werknemer met betrekking tot zijn professionele ontwikkeling, de noodzaak te voldoen aan de eisen van de Wet BIO en de ontwikkelingsdoelen van de organisatie. De afspraken richten zich op hetgeen de leidinggevende uiteindelijk zal kunnen waarnemen. 2. Persoonlijk jaarplan. Jaarlijks worden er in een planning- en evaluatiegesprek resultaatafspraken gemaakt en geëvalueerd met betrekking tot de persoonlijke bijdragen aan de (ontwikkeling) van de school. 3. (Onderwijs)resultaten. Voor een docent gaat het om de resultaten in de klassen waaraan hij lesgeeft en voor een leidinggevende om de resultaten in zijn team, afdeling, sector of school. Een docent wordt hierbij vergeleken met de mededocenten in dezelfde klassen. Bij een leidinggevende worden de resultaten gerelateerd aan landelijke gemiddelden en aan de doelen die op bestuursniveau zijn opgenomen in het strategisch beleidsplan. Bij het OOP worden hierbij resultaten buiten het onderwijsproces opgenomen. 4. Huis op orde. Hierbij gaat het om basiswerkzaamheden binnen de functie. Voor docenten gaat het hierbij in ieder geval om pedagogisch-didactische werkzaamheden in de klas en voor leidinggevenden om het compleet uitvoeren van de gesprekkencyclus met de betreffende medewerkers. Bij het onderwijsondersteunend personeel gaat het om de specifieke werkzaamheden van de functie. Daarnaast geldt voor leidinggevende en docenten dat zij jaarlijks tot een analyse komen van de (examen)resultaten van hun klassen. Voor de eindverantwoordelijke schoolleiders en de bestuursmanager betreft het hier tevens de ontwikkeling en bijstelling van schoolplan en strategisch beleidsplan.
Integraal beoordelen met een wegingsfactor In het beoordelingsgesprek geeft de leidinggevende aan in welke mate de resultaatafspraken gerealiseerd zijn en geeft hij per resultaatgebied een oordeel op een schaal van 1-5. De onderstaande oordelen en betekenissen zijn hier uitgangspunt. oordeel
Betekenis
1 2 3 4
voldoet niet aan de meeste aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan de meeste, maar niet aan alle aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft enkele daarvan voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft de meeste aspecten van de resultaatafspraak
5
Scholen verkeren in verschillende ontwikkelingsfasen. Afhankelijk van de ontwikkelingsfase kan meer of minder gewicht gegeven worden aan resultaten in bepaalde resultaatgebieden. Dat kan tot
uiting komen in de wegingsfactor. In de bijgevoegde handreiking beoordelingsformulier is de volgende verdeling over de verschillende resultaatgebieden opgenomen.
1. 2. 3. 4.
Resultaatgebied
weging
Persoonlijke ontwikkeling Persoonlijk jaarplan Onderwijsresultaten Huis op orde
30% 20% 20% 30%
Het product van oordeel en wegingsfactor is het gewogen oordeel. De som van alle gewogen oordelen leidt tot het resultaatoordeel. Zoals in de toelichting bij het bijgevoegde beoordelingsformulier is aangegeven, wordt het eindoordeel in hele cijfers uitgedrukt. Voor de afronding naar boven of naar beneden van het resultaatoordeel zijn marges aangegeven. De aanvullende afspraken zijn bepalend voor de afronding. Die afspraken betreffen allereerst het kennis en inzicht hebben in en het naleven van basisdocumenten van de school en de regelgeving met betrekking tot het eigen vakgebied. Daarnaast betreft het op tijd nakomen van afspraken binnen het werk. De betekenis van de cijfers waarin het eindoordeel wordt uitgedrukt is als volgt. eindoordeel
kwalificatie
Omschrijving
1 2 3 4 5
onvoldoende voldoende goed zeer goed uitmuntend
Het functioneren voldoet in het geheel niet aan de gestelde eisen Het functioneren voldoet merendeels aan de gestelde eisen Het functioneren voldoet aan de gestelde eisen Het functioneren overtreft op enkele punten de gestelde eisen Het functioneren overtreft bijna alle gestelde eisen
Centrale afspraken op bestuursniveau voor alle scholen 1. In 2014 dient de gesprekkencyclus inclusief beoordelingsgesprekken volledig operationeel te zijn. Elke school beschrijft in een invoeringsnotitie het implementatieproces en de invulling van de beleidsruimte die binnen de centrale afspraken aan de scholen wordt gelaten. De scholing van leidinggevenden wordt, zo nodig, daarbij betrokken. Alle scholen hebben op een nader te bepalen tijdstip deze invoeringsnotitie gereed. 2. De integrale beoordeling vindt plaats op basis van afspraken op de volgende resultaatgebieden: a. de persoonlijke ontwikkeling; b. de persoonlijke bijdragen aan het jaarplan van de school; c. de (onderwijs)resultaten; d. de uitvoering van de basiswerkzaamheden binnen de functie. Elke school bepaalt zelf de nadere inhoudelijke invulling van deze onderdelen.
3. Op elk onderdeel vindt als volgt een beoordeling plaats op een heel cijfer met de volgende betekenis: a. b. c. d. e.
1 – voldoet niet aan de meeste aspecten van de resultaatafspraak 2 – voldoet aan de meeste, maar niet aan alle aspecten van de resultaatafspraak 3 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak 4 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft enkele daarvan 5 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft de meeste aspecten van de resultaatafspraak
4. De school bepaalt zelf de wegingsfactor per resultaatgebied tot een totaal van 100%. De wegingsfactor is minimaal 10%. 5. Het product van oordeel en wegingsfactor is het gewogen oordeel. De som van alle gewogen oordelen leidt tot het resultaatoordeel. 6. Het eindoordeel wordt in een heel cijfer uitgedrukt door het resultaatoordeel af te ronden met behulp van de Aanvullende Afspraken. Een resultaatoordeel van 0,4, 0,5 of 0,6 kan naar beide zijden worden afgerond. Onder de aanvullende afspraken wordt in ieder geval het volgende begrepen: Voldoende kennis van en inzicht in - de gedragscode van de school; - het leerlingenstatuut van de school; - het strategisch beleidsplan van de school; - regelgeving met betrekking tot het eigen vakgebied; en het naleven en handelen in de geest daarvan.
7. Het eindoordeel wordt uitgedrukt in een heel cijfer met de volgende betekenis: a. b. c. d. e.
1- onvoldoende 2 – voldoende 3 - goed 4 - zeer goed 5 - uitmuntend -
het functioneren voldoet in het geheel niet aan de gestelde eisen het functioneren voldoet merendeels aan de gestelde eisen het functioneren voldoet aan de gestelde eisen het functioneren overtreft op enkele punten de gestelde eisen het functioneren overtreft bijna alle gestelde eisen
Bijlage: Handreiking beoordelingsformulier
Positief advies directeurenberaad: 30 juni 2010 Voorgenomen besluit bestuursmanager: 1 juli 2010 Instemming personeelsgeleding GMR: 11 oktober 2010 Positief advies ouder-/leerlingengeleding GMR: 11 oktober 2010 Definitief besluit bestuur bestuursmanager: 12 oktober 2010
Bijlage
Onderwijsgroep Galilei – Persoonlijk Prestatie Plan schooljaren: Algemeen Naam medewerker - werkplek
Functie
Functieniveau
Salarisschaal
Naam leidinggevende
Pijlers voor de resultaatafspraken: - Strategische bestuursplan: Scholen in beweging - Schoolplan Normering per resultaatafspraak: 1 – voldoet niet aan de meeste aspecten van de resultaatafspraak 2 – voldoet aan de meeste, maar niet aan alle aspecten van de resultaatafspraak 3 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak 4 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft enkele daarvan 5 – voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft de meeste aspecten van de resultaatafspraak
Resultaatafspraken
Weging in %
Afspraak 1: Persoonlijke ontwikkeling Smart afspraken voor de schooljaren …………. op basis van het actuele Persoonlijk Ontwikkelings Plan.
Maximaal 3 competenties
30%
Afspraak 2: Persoonlijke jaarplan
20%
Smart afspraken voor het schooljaar …………..met betrekking tot de persoonlijke bijdragen aan de (ontwikkeling) van de school/de onderwijsgroep
Afspraak 3: (Onderwijs)resultaten klas/afdeling/school/onderwijsgroep Het gaat hierbij o.a. om resultaten die bijv. gemiddeld, onder het gemiddelde of boven het gemiddelde zijn.
20%
Oordeel
Gewogen oordeel (W*O)
Afspraak 4: Huis op orde
30%
Het gaat hierbij o.a. om: - het pedagogisch-didactisch werken in de klas - het uitvoeren van de gesprekkencyclus - een actuele analyse van de onderwijsresultaten enz.
100%
Resultaatoordeel
Aanvullende afspraken Algemeen Voldoende kennis van en inzicht in - de gedragscode van de school; - het leerlingenstatuut van de school; - het strategisch beleidsplan van de school; - regelgeving met betrekking tot het eigen vakgebied; en het naleven en handelen in de geest daarvan.
Afspraken nakomen Het gaat hierbij om op tijd - nakomen van schoolafspraken - nakomen van vakgroepafspraken - nakomen van bestuursafspraken
Eindoordeel De aanvullende afspraken zorgen voor afronding van het resultaatoordeel naar boven of naar beneden Motivering eindoordeel
0 0 0 0 0 0
onvoldoende voldoende goed zeer goed uitmuntend niet beoordeeld, omdat
Beoordeling: overig 1. Ondersteuning Hieronder aangeven of de leidinggevende de medewerker voldoende heeft ondersteund bij het behalen van de resultaatafspraken. Het betreft hier de mening (met toelichting) van de medewerker. 2. Opmerkingen medewerker over de werksituatie, de beoordeling en de balans tussen werk en privé Hierbij betrekken: de taakinhoud, communicatie en werkomstandigheden 3. Opmerkingen en ondertekening Wat ter sprake is gekomen, is op correcte wijze weergegeven
Datum: Handtekening leidinggevende:
Handtekening medewerker:
Toelichting Persoonlijk Prestatie Plan 2009/2010 Resultaatafspraken Ten aanzien van de planningsgesprekken en de resultaatafspraken: ◦ geef aan het begin van het jaar in het planningsgesprek een weging van elke resultaatafspraak, in totaal 100% en binnen de kaders zoals binnen school of bestuur afgesproken; ◦ zorg ervoor dat de resultaatafspraken Specifiek, Meetbaar, Afgesproken, Realistisch en Tijdgebonden zijn; ◦ een resultaatafspraak dient uitdagend maar realistisch geformuleerd te zijn, waarbij het halen daarvan een 3 (goed) oordeel oplevert; ◦ formuleer resultaatafspraken zo persoonlijk beïnvloedbaar mogelijk; ◦ de afspraken over de persoonlijke ontwikkeling vallen binnen de afgesproken competentieprofielen; ◦ de aanvullende afspraken over kennis en/of gedrag kunnen aangevuld worden. Beoordeling In het beoordelingsgesprek geeft de leidinggevende aan in welke mate de resultaatafspraken gerealiseerd zijn en geeft hij een oordeel op een schaal van 1-5. De onderstaande oordelen en betekenissen zijn hier uitgangspunt. Oordeel
Betekenis
1 2 3 4 5
voldoet niet aan de meeste aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan de meeste, maar niet aan alle aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft enkele daarvan voldoet aan alle aspecten van de resultaatafspraak en overtreft de meeste aspecten van de resultaatafspraak
De mate waarin aan elke resultaatafspraak is voldaan wordt op deze schaal beoordeeld en het oordeel wordt ingevuld onder oordeel. Dat oordeel wordt vermenigvuldigd met de weging en dat leidt tot het gewogen oordeel. Alle gewogen oordelen worden bij elkaar opgeteld om het resultaatoordeel vast te stellen. Het eindoordeel komt aan het einde van het jaar tot stand door het resultaatoordeel af te ronden met behulp van de Aanvullende Afspraken. Een resultaatoordeel van 0,4 of 0,5 of 0,6 kan naar beide zijden worden afgerond. Een negatief oordeel op het onderdeel Algemeen zorgt altijd voor een afronding naar beneden. Bij de motivering van het eindoordeel geeft de leidinggevende aan wat de overwegingen zijn om te komen tot het eindoordeel.