Beleid beoordelingsgesprekken
1 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Regeling beoordelingsgesprekken Deze regeling is vastgesteld door het bestuur van St. PCBO Baarn - Soest
Voor akkoord: april 2012 De voorzitter van de Stichting PCBO,
…………………………. Voor akkoord: Instemming P-GMR
…………………………
De secretaris ,
…………………….
Advies O-GMR
……………………..
2 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Blijkens artikel 9 van de CAO PO 2009 zal een uitvoeringsregeling tot stand worden gebracht. Tevens is het bepaalde in artikel 6.1, derde en vierde lid en artikel 6.19 van de CAO – PO 2009 van kracht. Het betreft hier het toekennen of onthouden van een extra periodiek als ook het beloningsbeleid. Beoordeling is gericht op het zorgvuldig vastleggen van het oordeel van de formele beoordelaar (leidinggevende) over de wijze waarop de benoemde zijn/haar functie heeft vervuld. De beoordeling is derhalve retrospectief, waarmede een periode wordt afgesloten. Het is een eenzijdige waardering die uitmondt in een eenzijdige beslissing van het bevoegd gezag waaraan eventueel rechtspositionele consequenties verbonden kunnen worden. Beoordeling dient onder andere te geschieden bij de overgang van een tijdelijk naar een vast dienstverband, bij de toekenning van gratificaties en toelagen en bij bevordering naar een andere of hogere functie. De regeling geldt voor al het personeel onder het bevoegd gezag.
3 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Artikel 1 Begripsbepalingen Deze regeling verstaat onder bevoegd gezag
het bestuur van de Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Baarn-Soest personeelslid een persoon in dienst van een onder het bevoegd gezag ressorterende onderwijsinstelling; formele beoordelaar de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris, die de beoordeling opmaakt en vervolgens het beoordelingsgesprek voert met het personeelslid; functie het geheel van werkzaamheden waarmee het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak feitelijk was belast; functievervulling de wijze waarop het personeelslid zijn/haar functie heeft vervuld inclusief zijn/haar gedragingen in verband met de uitoefening van de functie. beoordelingstijdvak een tijdvak van ten hoogste drie jaar aan het einde waarvan de formele beoordelaar zich over de functievervulling van het personeelslid gedurende dat tijdvak een samenvattend oordeel vormt; beoordelingsformulier het in de instelling geldende standaardformulier, waarop de te beoordelen aspecten van het functioneren zijn vermeld; beoordelingsgesprek gesprek tussen het personeelslid en de formele beoordelaar aan de hand van een in concept ingevuld beoordelingsformulier; beoordeling het na het beoordelingsgesprek formeel vastgelegde samenvattende oordeel over het functioneren van de benoemde eventueel gepaard gaande met rechtspositionele en/of arbeidsrechtelijke consequenties. beroepsmogelijkheid bezwaar
Artikel 2 Doelstelling Het doel van de beoordeling is enerzijds het geven van inzicht in de functievervulling van het personeelslid gedurende het beoordelingstijdvak en anderzijds het kunnen treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele gevolgen voor het personeelslid kunnen zijn verbonden.
4 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Artikel 3 Kenmerken De kenmerken van de beoordeling zijn: a gericht op het verleden; b eenzijdige waardering; c gericht op het (kunnen) treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen, waaraan rechtspositionele consequenties kunnen zijn verbonden. Artikel 4 Frequentie 1 2
3
4
5
Personeelsleden met een benoeming in vaste dienst worden ten minste eenmaal per drie jaar beoordeeld. Personeelsleden met een benoeming in tijdelijke dienst worden ten minste eenmaal per jaar beoordeeld, tenzij het een kort-tijdelijke benoeming betreft. Ook personeelsleden in een vervangingssituatie langer dan een jaar worden eenmaal per jaar beoordeeld. Personeelsleden met een benoeming in tijdelijke dienst bij eerste indiensttreding worden ten minste drie maanden voor het aflopen van het tijdelijke dienstverband beoordeeld. Indien de beoordeling van een personeelslid - niet zijnde een personeelslid met een tijdelijke benoeming bij eerste indiensttreding - negatief is, maar het bevoegd gezag hieraan (nog) geen rechtspositionele gevolgen wenst te verbinden, dient binnen een jaar opnieuw een beoordeling plaats te vinden. Personeel dat het dienstverband met bevoegd gezag beëindigt, heeft recht op een beoordeling.
Artikel 5 Relatie functioneringsgesprek en een beoordeling 1
2
Een beoordeling van een personeelslid wordt niet opgemaakt dan nadat in het beoordelingstijdvak een functioneringsgesprek heeft plaats gevonden, tenzij dat wegens zwaarwegende omstandigheden niet mogelijk was. Een beoordeling van een personeelslid in tijdelijke dienst wordt niet opgemaakt dan nadat in het beoordelingstijdvak twee functioneringsgesprekken hebben plaatsgevonden, tenzij dat wegens zwaarwegende omstandigheden niet mogelijk was.
Artikel 6 Procedure 1
De beoordeling wordt opgemaakt door de formele beoordelaar door middel van de invulling van het beoordelingsformulier, waarop de te beoordelen
5 instroo m
doorstr oom
uitstro om
2
3
4
5
6 7
8 9
bekwaamheidseisen zijn vermeld. Het beoordelingsformulier is als bijlage bij de regeling opgenomen. De formele beoordelaar bepaalt ten minste twee weken voorafgaand aan het beoordelingsgesprek in onderling overleg met het personeelslid datum en tijdstip van het te voeren beoordelingsgesprek. Het beoordelingsgesprek wordt gevoerd aan de hand van het in concept ingevulde beoordelingsformulier, dat minimaal 2 dagen voor het gesprek door de beoordelaar wordt aangereikt. Het personeelslid wordt in de gelegenheid gesteld zijn mening over zijn beoordeling kenbaar te maken. Deze mening wordt toegevoegd aan het concept beoordelingsformulier. Indien de door het personeelslid kenbaar gemaakte mening, als bedoeld in het vierde lid, voor de beoordelaar aanleiding is tot aanpassing van de beoordeling, wijzigt laatstgenoemde de beoordeling dienovereenkomstig. Het formulier wordt gedateerd en door het personeelslid voor gezien ondertekend en door de formele beoordelaar ondertekend. Het beoordelingsformulier wordt uiterlijk binnen twee weken na dagtekening, als bedoeld in het zesde lid, ter formele vaststelling door een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris – zijnde de algemeen directeur- getekend, tenzij bezwaar wordt aangetekend als bedoeld in artikel 7. Het personeelslid ontvangt een kopie van het ondertekende formulier. Het ondertekende beoordelingsformulier wordt bewaard in het bekwaamheidsdossier
6 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Artikel 7 Bezwaar 1
2 3
4
5
6
7 8
9
Het personeelslid kan uiterlijk binnen twee weken na dagtekening als bedoeld in artikel 6, zevende lid, gemotiveerd schriftelijk bezwaar aantekenen bij de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris. Voor een directeur is dit het bestuur en voor het personeel is dit de algemeen directeur. Het personeelslid kan zich laten bijstaan door een raadsman. Indien de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris de bezwaren geheel of gedeeltelijk deelt -nadat de functionaris zich in een gesprek met beide betrokkenen heeft laten informeren- wijzigt hij/zij de beoordeling dienovereenkomstig. Wanneer bovengenoemde functionaris aan de bezwaren geheel tegemoet komt, stelt hij/zij de gewijzigde beoordeling vast. De door het bevoegd gezag aangewezen formele beoordelaar deelt aan het personeelslid mee welke wijzigingen in de beoordeling zijn aangebracht dan wel dat en om welke reden de beoordeling niet is gewijzigd. Indien het personeelslid zijn bezwaren waaraan niet of slechts gedeeltelijk tegemoet is gekomen intrekt, stelt de door het bevoegd gezag aangewezen formele beoordelaar de al dan niet gewijzigde beoordeling alsnog vast. Indien het personeelslid zijn bezwaren geheel of gedeeltelijk handhaaft, dan legt de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris deze aangelegenheid zo spoedig mogelijk aan het bevoegd gezag voor. Hij/zij doet daartoe het bezwaarschrift met alle op de beoordeling betrekking hebbende stukken toekomen aan het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag beslist binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift met alle op de beoordeling en op het bezwaarschrift betrekking hebbende stukken. De door het bevoegd gezag genomen beslissing, als bedoeld in het zevende lid, wordt zo spoedig mogelijk - doch uiterlijk binnen twee weken - en met redenen omkleed in afschrift toegezonden aan het personeelslid en de formele beoordelaar. De door of namens het bevoegd gezag genomen beslissing(en) en alle daarop betrekking hebbende stukken worden bewaard in het door het bevoegd gezag aangelegde bekwaamheidsdossier.
7 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Artikel 8 De beoordelingsaspecten 1
Bij de beoordeling van een personeelslid worden tenminste de volgende bekwaamheidseisen betrokken:
• • •
1. Inter-persoonlijke competentie Contact maken en nabijheid Communicatie met leerlingen Leidinggeven aan groepen leerlingen
• • •
2. Pedagogisch component Ondersteunen van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen Stimuleren van zelfstandigheid en initiatief van leerlingen Bevorderen van een sociaal klimaat in de groep
• • •
3. Vakinhoudelijk en didactisch component Leeractiviteiten afstemmen op de leerbehoefte Begeleiding bij de uitvoering van leeractiviteiten Vaststellen van leerprestaties en geven van feedback
• • •
4. Organisatorisch component Plannen en organiseren van onderwijsactiviteiten Sturen van taakgericht leren en werken Structureren van de leersituatie
• • •
5. Competent in samenwerken met collega’s Samenwerken en overleggen Collegiale consultatie en intervisie Ontwikkeling en verbetering van de school
• • •
6. Competent in het samenwerken met de omgeving Samenwerken met ouders, begeleiders of hulpverlenende instanties Samenwerken met het vervolgonderwijs, stage- en leerbedrijven Participeren in de maatschappelijke omgeving van de school
• •
7. Competent in reflectie en ontwikkeling reflectie Competentieontwikkeling Plannen, uitvoeren, evalueren, bijstellen en borgen van professionaliteit
8 instroo m
doorstr oom
uitstro om
• • • • •
8. Competent in inspiratie en normatief handelen Inspirerend voor de omgeving Persoonlijk meesterschap Geëngageerd professional Normatief denken en handelen Identiteitsgericht
2
Bij de beoordeling van een directielid worden de volgende bekwaamheidseisen betrokken :
• • • •
9. Leidinggeven aan het onderwijsproces Visieontwikkeling op onderwijs, personeel en organisatie Inrichten van de onderwijsorganisatie Leidinggeven aan veranderingsprocessen Ontwikkelen van competenties van medewerkers
• • • •
10. Leidinggeven aan de schoolorganisatie 1 Beleidsontwikkeling en -uitvoering Resultaatgericht leidinggeven Positioneren school in de maatschappelijke omgeving Bestuurlijke verhoudingen
• • • •
11. Leidinggeven aan de schoolorganisatie 2 Coördineren Delegeren Besluitvaardigheid Omgaan met belangen
• • • •
12. Beïnvloeden schoolcultuur en omgangscompetenties Beïnvloeden van de beroepshouding Beïnvloeden van de groepsprocessen Effectieve gespreksvoering Omgangscompetenties
•
13. Zelfmanagement en professionalisering Probleemoplossend vermogen van het eigen werk 9 instroo m
doorstr oom
uitstro om
• Omgaan met werkdruk • Positioneren als leidinggevende binnen de schoolorganisatie • Professionalisering 14. Competent in inspiratie en normatief handelen • Zie competentie 8
Artikel 9 De formele beoordelaar 1 2 3
Indien het de beoordeling van de directeur betreft, geschiedt de beoordeling door de algemeen directeur. Indien het de beoordeling van de algemeen directeur betreft, geschiedt de beoordeling door het bevoegd gezag. De overige personeelsleden worden beoordeeld door de directeur van de instelling
10 instroo m
doorstr oom
uitstro om
Artikel 10 Bescherming persoonsgegevens Met inachtneming van het gestelde in de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) zal het bevoegd gezag gegevens met betrekking tot de persoon van de benoemde met zorg behandelen.
Artikel 11 Niet voorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.
Artikel 12 Slotbepaling 1 2
Een exemplaar van deze regeling en de daarbij behorende bijlage is voor alle personeelsleden beschikbaar. De directie van de instelling draagt er zorg voor dat een exemplaar van deze regeling en van de daarbij behorende bijlage op een voor de personeelsleden toegankelijke plaats in de instelling ter inzage liggen.
11 instroo m
doorstr oom
uitstro om