Kernpraktikum Niederländisch BA KJ/2-F/ MA of E WWU Münster
SCHOOLSTAGE -1-
Beobachtungaufgabe bzw. KP-Bericht im Fach Niederländisch Alle Teile der Praxisphasen werden reflektiert. Die Dokumentation dieser Reflexion wird anschließend in das Portfolio integriert (Bereich C). Für das KP gilt: 1. Achten Sie darauf, nicht in die Schülerrolle zu verfallen. Setzen Sie sich nicht ganz nach hinten, sonders probieren sie andere ‚Sitzplätze’ aus. 2. Überlegen Sie sich zu Beginn einer Stunde, was sie vorrangig beobachten wollen: Schülerverhalten, Lehrerverhalten, Arbeitsweisen… (s.u.) 3. Bereiten Sie sich vor, machen Sie Notizen, suchen Sie vor oder nach dem Unterricht das Gespräch mit der Lehrkraft. Machen Sie frühzeitig Vorschläge, wann und wie sie selbst aktiv werden können.
Beobachtungsaufgabe: Für die Teile des KP, die nicht mit einem Praktikumsbericht belegt werden, folgen hier Tipps zur Beobachtung und zur Reflexion. Die schriftliche Reflexion (3-4 Seiten) wird nach der betreffenden KP-Phase abgegeben. Beschreiben Sie die Unterrichtssituation (Punkt 0) und reflektieren Sie eine oder mehrere Stunden in niederländischer Sprache: Stellen Sie dabei einen der drei Aspekte 1-3 in den Mittelpunkt. Hier einige Anregungen:
0. De onderwijsleersituatie Geef in het kort informatie over de school, de klas, het taalniveau, het lesuur, het thema, de gebruikte leermiddelen en materialen (verwijs naar het boek en pagina of maak een kopie). 1. Lesstructuur - Kun je verschillende fasen van de les herkennen? Waaraan zie je dat? (wisseling van werk- en organisatievormen, materiaal, expliciete aankondiging etc.?) - Hoe formuleert de leerkracht instructies, ? Maak een lijst met uitdrukkingen. - Maak een lesschema. - Welk doel wil de leerkracht per fase bereiken? - Waaraan kun je zien dat de leerlingen dat echt bereiken? - Is er een didactische samenhang tussen de fasen, bijvoorbeeld: introductie, opwarmen, oefenen, herhalen, verwerken, toepassen, presenteren, evalueren? fase 1 2
leeractiviteit De leraar begroet… de leerlingen schrijven…
werkvorm en media groepswerk, werkblad Voorbeeld eenvoudig lesschema
Kernpraktikum Niederländisch BA KJ/2-F/ MA of E WWU Münster
SCHOOLSTAGE -2-
2. Werkwijze - Staat in de les een bepaalde sociale werkvorm centraal? Voorbeelden kunnen zijn: groepswerk, individueel werk, werken in tweetallen, klassikaal werk. Noem voor- en nadelen. - Staat in de les een bepaalde didactische werkvorm centraal? Voorbeelden kunnen zijn: dialoog schrijven en opvoeren, een discussie voeren, een schriftelijke opdracht uitvoeren, elkaar interviewen, …Noem voor- en nadelen. - Passen werkvorm, het doel, dat de leerkracht ermee wil bereiken en het materiaal goed bij elkaar? Hoe zit het met leerinhoud (kennis) en groepsgrootte? 3. Leerkracht en leerlingen - Is het een homogene of heterogene leergroep? In welk opzicht? - Hoe is het groepsklimaat, welke bijdrage levert de leerkracht hieraan? - Gebruikt de leerkracht ook voor organisatorische aangelegenheden het Nederlands? Zo ja: maak een lijst met uitdrukkingen. - Is er sprake van een sterke of zwakke sturing door de leerkracht? Hoe gebeurt dat? - Overweegt een werkvorm (bijvoorbeeld het onderwijsgesprek, groepswerk, individueel of klassikaal werk? - Hoe zorgt de leerkracht voor orde, hoe motiveert, activeert hij/zij? Maak een lijst met uitdrukkingen! - Wordt er rekening gehouden met de verschillende leerstijlen, interesses, voorkennis van de leerlingen?
Praktikumsbericht: stageverslag Ein größerer Teil des KP wird mit einem Praktikumsbericht in niederländischer Sprache von 12-15 belegt (zzgl. Material), in dem ausgehend von der praktischen Erfahrung eine fachdidaktische Fragestellung kritisch reflektiert wird. Er wird nach der betreffenden KP-Phase abgegeben. De volgende stukken worden verwacht: 1. Persoonlijke verwachtingen en motivatie Jouw persoonlijke motivatie om leraar Nederlands te worden, de verwachtingen die je had aan het onderwijs Nederlands of de stage zelf. Hierover formuleer je een of twee alinea’s vóórdat de stage begint, bijvoorbeeld wanneer je de school voor het eerst gezien hebt. Gebruik alle materialen die je erover hebt verzameld (folder/website van de school, het leerboek Nederlands dat er gebruikt wordt) 2. Verslag Je schrijft een kort (!) verslag over de algemene gegevens van de school: schoolprofiel, positie die het Nederlands heeft, organisatorische gegevens van jouw stage (aantal geobserveerde / gegeven lesuren, cursussen, taken, etc.).
Kernpraktikum Niederländisch BA KJ/2-F/ MA of E WWU Münster
SCHOOLSTAGE -3-
3. Didactische overwegingen Dit is het hoofdgedeelte en wordt na de stagetijd geschreven. Uitgaande van wat je hebt meegemaakt tijdens de stage, schrijf je een stuk over een didactische kwestie in het onderwijs Nederlands. Deze kwestie vormt je zwaartepunt dat je zelf (in overleg met de docente) kunt kiezen. Voorbeelden kunnen zijn: Het gebruik van de doeltaal en de moedertaal in de klascommunicatie: Wat zijn voor- en nadelen? - Hoe ziet een contrastieve aanpak Duits-Nederlands (Engels?) in de grammaticales eruit? - Aandacht voor leerstratgieeën nuttig of overboding? - Creatieve schrijfopdrachten in het literatuuronderwijs: Wat is de meerwaarde? - Verschillende leraren – verschillende lessen: een vergelijking van twee dezelfde lessen in dezelfde jaargang - Aanvullende activiteiten bij het lesboek Taal Vitaal (of ander) - Hoe kun je intercultureel leren aan de grens bevorderen? Doorvoeren van een bezoek aan de buurgemeente - Hoe omgaan met authentieke teksten in de les? - Welke methodes ban woordenschatuitbreiding zijn er? - Probleemgebieden in de uitspraak (of. Grammatica…) en welke oefenvormen zich ervoor lenen - Zelfstandig leren: Goede voorbeelden en valkuilen - … Deze lijst in niet af, maar dient ter inspiratie. Je wordt verzocht zelf een thema te formuleren. -
De basis voor deze discussie vormen minstens één van de geobserveerde lessen of kleinere eenheden, waarvan je tenminste een deel zelf hebt gegeven. Deze koppeling aan een concrete onderwijssituatie brengt met zich mee, dat het verloop van een of twee lessen beschreven moeten worden. Je moet dan verwijzen naar schema's die je verzameld hebt onder 4. De didactische analyse van een les (of een gedeelte ervan) spits je toe op je thematisch zwaartepunt Je legt verbanden met het leerplan dat voor de betreffende schoolvorm en het Bundesland van toepassing is en maakt gebruik van de didactische literatuur voor het vreemdetalenonderwijs over het gekozen zwaartepunt. 4. Schema's en materialen Hier verzamel je in losse vorm schema's die het verloop van lessen weergeven. Dat kunnen geobserveerde lessen en / of eigen lesactiviteiten zijn. De schema's vul je tijdens de lesobservering in. Het gebruikte, volledige lesmateriaal voeg je in kopie eraan toe. Zorg voor een bijzonder heldere documentatie van de lessen die in 3 ter sprake zijn gekomen.
Kernpraktikum Niederländisch BA KJ/2-F/ MA of E WWU Münster
SCHOOLSTAGE -4-
fase
leerlingen- Lerarenactiviteit activiteit
werkvorm
media
1. begroeting
-
begroet de leerlingen
klassikaal
-
2.taak-formulering (of: problematisering/ ontwikkeling van een vraagstelling…) 3. verwerking
stellen vragen over de tekst
controlleert tekstbegrip
klassikaal
Krantenartikel, tekstboek, OHP sheet cd
4. verwerking, (of: verdieping, uitwerking… ) 5. evaluatie (of: presentatie…)
formuleren stellingen verzamelen stellingen op het bord schrijven een ingezonden stuk voor de krant ruilen de teksten. Spelen de redactie en kiezen de beste tekst
6 afsluiting
vraagt naar mening
eigen
verbetert spelfouten,… helpt…
grote vellen papier in twee-tallen, groepen van vier
in
individueel
bord
schrift woordenboek nota's van vorige les
groepswerk, klassikaal
geeft huiswerk... Voorbeeld lesschema
Uit de schema's zal ook blijken in welke mate je analytisch vermogen in de loop van de tijd toeneemt. Het volstaat om ongeveer vier lessen schematisch weer te geven, waaronder vooral die die in je didactische overwegingen aan bod komen Andere materialen betreffen: - voorbeelden van de leerlingenteksten (in kopie) - het opschrift op het bord Gebruik de paginanummers ook in de inhoudsopgave en geef aan welk materiaal bij welk lesverloop hoort. 5. Slotopmerking De documentatie wordt afgerond met een slotopmerking die aansluit bij de verwachtingen die je geformuleerd had in (1). Wat is volgens jou veranderd tijdens de stage? Wat had je niet verwacht? Wat heb je geleerd? Dit wordt meteen opgeschreven na de stage, dan zit het nog vers in het geheugen. 6. Literatuur In het college Nederlands op school wordt een basisliteratuurlijst ter beschikking gesteld. Verder wordt verwezen naar actuele nummers van tijdschriften voor vreemde talen. Je wordt geacht naar minstens 2 artikelen, een handboek, het Europees Referentiekader en het betreffende leerplan te verwijzen. Let op: Je wordt niet beoordeeld op je vaardigheden in het lesgeven! Wat wèl telt is je vermogen om
Kernpraktikum Niederländisch BA KJ/2-F/ MA of E WWU Münster
SCHOOLSTAGE -5-
- een thematisch zwaartepunt te leggen dat relevant is voor het onderwijs Nederlands, - kritisch te reflecteren op beslissingen die in de les gemaakt worden, - je overwegingen te koppelen aan zowel de praktijk als de (theoretische) literatuur. Een goede beheersing (C1) van het Nederlands spreekt vanzelf.