Voor het behandelen van geschillen tussen clubs en de controlediensten, is ons kantoor actief. Onze organisatie tracht een oplossing te bemiddelen tussen beide partijen. Benaderingen van de B.T.W.-problematiek In de fitness/sport-branche is het BTW-systeem niet enkel zo dubieus dat elke interpretatie van de voorschriften door de administratie kan aangewend worden om u supplementen, boetes en intresten te laten betalen, het is voor de uitbaters op den duur ook niet meer duidelijk aan welk tarief zij hun diensten verkopen. Eigenlijk is de tarifiëring zeer eenvoudig de volgende : inkom- en lidgelden : 6 % gebruik douches en kleedkamers : 6 % ter beschikkingstellen van terreinen (racketsporten) : 6 % zwembaden : 6 % niet begeleid fitnessen met of zonder gebruik toestellen : 6 % fitness onder begeleiding : 21 % sauna, zonnebank, speciale baden : 21 % groepsfitness-lessen (aerobics, step, spinning, BBB,...) : 21 % shopverkoop : 21 % cafetaria : 21 % (eventueel ook met een stuk aan 6 % indien ook meeneem kan bewezen worden (bv. drankautomaten)) De meeste sport/fitness-centra werken met een systeem van abonnementen die recht geven op de volledige service, behalve uiteraard verbruik in shop en cafetaria die betaald wordt naargelang gekocht en verbruikt wordt. Wat shop en cafetaria betreft, deze inkomsten zijn eenvoudig uit te splitsen in de dagontvangsten zodat over de BTW-maatstaf hier meestal weinig discussie gevoerd wordt (tenzij de brutowinstmarge niet klopt). Bij het afsluiten van abonnementen zonder verdere specificatie krijgt de klant dus als tegenprestatie voor zijn betaling alles aangeboden : vermits er geen specificatie is, geldt het principe dat alles aan 21 % dient verrekend te worden (artikel 64 § 3) omdat er geen enkel bewijs kan aangevoerd worden van welke prestaties de klant geniet. Aangezien in werkelijkheid de klant ook onder andere geniet van de prestaties waarvoor slechts 6 % BTW dient verrekend te worden, is het uiteraard zonde om een dergelijke taxatie te riskeren. De enige methode om op een realistische manier BTW te betalen bestaat er dan ook in om met elke individuele klant een contract af te sluiten waarin duidelijk gestipuleerd wordt hoe het betaalde abonnement uitgesplitst wordt in de diverse activiteiten die het centrum te bieden heeft met per aktiviteit de prijs : Bijv. maandelijkse abonnementsprijs van 75 euro kan als volgt uitgesplitst worden : maandelijks lidgeld : 12,5 euro (6%) gebruik zwembad : 7,5 euro
(6%) gebruik terreinen racketsport : 25 euro
(6%) gebruik douches, kleedkamers, ... : 5 euro (6%) sauna, zonnebank, begeleid fitnessen, aerobic : 25 euro
(21%)
Dergelijke specificatie in het abonnement levert volgende uitsplitsing naar
BTW toe : Maatstaf : 6 % : 47,17 euro + 2,83 euro BTW Maatstaf : 21 % : 20,66 euro + 4,34 euro BTW Van het abonnement in dit voorbeeld blijft dus 67,83 euro omzet over en dient 7,17 euro BTW aan de staat doorgestort te worden. Gebeurt er geen specificatie onder de vorm van contracten met de klanten, dan heeft men geen verhaal indien de BTW-controleur alles aan 21 % rekent zodat we een maatstaf hebben van 62 euro + 13 euro BTW, wat resulteert in een lagere omzet en meer te betalen BTW. De uitsplitsing van de contracten dient wel logisch te blijven en uiteraard aangepast aan wat het centrum te bieden heeft. Hier geldt het principe van "true and fair view" (eerlijk en getrouwe weergave van de realiteit). Heeft het centrum weinig te bieden in zijn infrastructuur waarvoor het tarief 6 % geldt, dan baat het bijvoorbeeld niet om het grootste gedeelte van de abonnementsprijs op niet-begeleid fitnessen te zetten, want hier draait de grote discussie om en is er meest ruimte voor interpretaties door de controleur : is er veel personeel dan zal automatisch de vraag komen wat die dan in feite doen als er toch zeer weinig begeleid fitnessen gebeurt het is uw woord tegen het zijne indien hij niet wil aannemen dat de klanten inderdaad het grootst gedeelte van de tijd niet begeleid worden bovendien zijn er controleurs die ervan uitgaan, en logisch gezien terecht, dat het ter beschikking stellen van de toestellen in feite neerkomt op een roerende verhuur wat steeds aan tarief 21 % onderworpen is Voorzichtigheid is bijgevolg de boodschap want op controle is het gelag altijd duurder : boetes, intresten vanaf het begin van het gecontroleerde ) belastingstijdperk en uiteraard de 'ontdoken" BTW. Eindeloze discussies met de administratie worden bovendien meestal door uw boekhouder of accountant gevoerd die ook niet gratis werkt.
)
)
)