Belichtingsregelingen: Introductie In een aantal afleveringen worden de meest toegepaste belichtingregelingen bij digitale camera’s behandeld. De afleveringen sluiten aan op de presentaties ‘Basiskennis Fotografie’ en ‘De Camera Knopjes’ van Jan Stevens. Uit de twee presentaties worden een aantal onderwerpen genomen waar dieper op ingegaan wordt. Wat behandeld wordt zijn de technische vaardigheden, niet de creatieve. Je moet nu eenmaal een minimale technische bagage bezitten om je creatieve prestaties te verbeteren. Je eerste autolessen gingen immers ook over technische vaardigheden (schakelen, gas geven, remmen, etc.). Die kennis is nu eenmaal nodig om te kunnen (mogen) rijden. Pas na ervaring opgedaan te hebben rij je zonder erbij na te denken weg en anticipeer je automatisch op bijzondere verkeerssituaties. Met fotograferen is het niet anders.
De meeste digitale camera’s (compact en reflex) beschikken over een aantal belichtingsregelingen. De meest gebruikte is de volautomatische belichtingsregeling. Maak je hier gebruik van dan hoef je je alleen te concentreren op de creatieve kant van de foto. Makkelijker kan niet zou je denken. Niet helemaal waar. De volautomatische belichtingsregeling is afgesteld op een gemiddeld genomen foto. Wat overeenkomt met circa 80% van de gemaakte foto’s (aangeduid met 18% grijs). Dus 80% van de foto’s wordt juist belicht en de overige 20% niet. Dit kunnen nou net die foto’s zijn waarin je je als fotograaf kunt onderscheiden. Wijkt een scène af van de gemiddelde waarden dan zal de gemeten belichtingswaarde ook afwijken. De belichting van foto’s gemaakt van scènes met overwegend donkere of lichte onderwerpen worden steevast verkeerd bepaald door de belichtingsmeter. Overwegend donkere onderwerpen worden in het algemeen overbelicht en zwart komt over als donkergrijs. Scènes tegen een zwarte wand, zwarte kleding in een licht gekleurde omgeving, avond foto’s, etc.. Overwegend lichte onderwerpen worden onderbelicht en wit wordt lichtgrijs. Dit zijn over het algemeen scènes als: bloemen tegen een witte muur, witte kleding tegen een donkere achtergrond, foto’s gemaakt in de sneeuw, etc.. Bij tegenlicht opnames wordt meestal de achtergrond correct belicht en het onderwerp komt donker (als silhouet) op de foto. Ook komt het voor, als het onderwerp een flink deel uitmaakt van de scène, dat het onderwerp juist belicht wordt maar de achtergrond overbelicht. Ook voor de (half)automatische stand geldt dat 80% van de foto’s juist belicht wordt als je er verder niets aan doet. Je zult belichtingscorrectie aan moeten brengen om dit effect te niet te doen. Hiervoor is de functie belichtingscompensatie (waarover later meer). Wil je onder bijzondere lichtomstandigheden ook goede foto’s maken dan zul je ook andere belichtingsregelingen moeten leren beheersen. Kennis en ervaring helpen je de meest optimale belichtingsregelingen te kiezen.
Vooral bij JPEG-foto’s is het belangrijk om zo correct mogelijk te belichten. De speelruimte om later correcties aan te brengen is beperkt. Fotografeer je in RAW dan heb je meer speelruimte, maar niet onbeperkt. Kennis van andere belichtingsregeling dan de volautomatisch regeling, belichting en belichtingscompensatie is nodig om dit probleem aan te kunnen pakken. Het motto moet zijn: belicht foto’s correct. Dit voorkomt teleurstelling bij thuiskomst en het bespaart tijd bij het nabewerken. Het is haast niet mogelijk om aan de hand van de afbeelding op je scherm te beoordelen of de belichting correct is. De afbeelding is te klein en de weergave niet nauwkeurig genoeg. Daarom bieden de meeste digitale camera’s een histogram aan. Dit instrument analyseert de belichting van de foto en geeft in een grafiek de lichtverdeling weer. Aan de hand van het histogram kun je bepalen of de opname enige correctie behoeft. Bepaal, na het lezen van de afleveringen, welke van de regelingen voor jou het beste uitpakt. Je bent dan beter in staat bewuste keuzes te maken en te weten wat de mogelijkheden en wat de beperkingen zijn. Zorg dat je de technische vaardigheden eigen maakt, door te oefenen, om zo tot betere resultaten te komen. De afleveringen behandelen niet alle functies van een specifieke toestel. Meetmethoden, witbalans, scherpstelling, etc. worden niet behandeld. Wil je toch je kennis verdiepen dan zijn daar handige naslagweken voor. Boeken als “Het xxx boek” (vul bij xxx jouw camera merk en type in) behandelen jouw camera uitgebreid. Zie deze boeken als een aanvulling op je handleiding, niet als vervanging. Ze bespreken één specifiek toestel of meerdere gelijkwaardige types van hetzelfde merk. Zo kom je meer te weten over de ingebouwde sensoren, autofocussysteem en flitsers etc.. Het wijst je niet alleen de weg maar geeft ook controle over de camera en de benodigde fotografische achtergrondkennis om goede foto's te maken.
Onderstaande foto’s tonen wat er mis kan gaan bij een volautomatische belichtingsregeling.
Belichting volgens automaat (f/4.0, t:1/45, iso 100)
Belichtingscorrectie –2 (f4.0, t:1/45, ISO 100) (1)
Door de zwarte achtergrond en het witte onderwerp wijkt situatie af van een gemiddeld onderwerp, de achtergrond is niet zwart maar donker grijs, de tulp is overbelicht. Door een correctie toe te passen wordt de achtergrond zwart en krijgt de tulp een juiste belichting.
(1)
Met -1 wordt aangegeven dat de belichting is gehalveerd. In een volgende afleveringen wordt op de belichtingscorrectie ingegaan.
Belichting volgens automaat (f2.8, t:1/90, ISO 100)
Belichtingscorrectie +3 stop (f/2.8, t:1/90, ISO 100)
Doordat de foto lichter is dan de gemiddelde foto en de belichtingsmeter van de camera afgesteld is op een gemiddelde waarde (ook wel 18% grijs genoemd) zal de belichtingsmeter een te lage belichting aangeven, waardoor de foto donkerder wordt. Door een correctie toe te passen van +3 (in dit geval) wordt de foto lichter.
Het is natuurlijk niet zo dat een technisch ‘verkeerd’ belichte foto ook fout is. Het kan juist dat resultaat opleveren wat je beoogt. Bijvoorbeeld een silhouet bij een tegenlicht opname kan het voor jou gewenste effect bewerkstelligen. Je maakt dan bewust gebruik van de mogelijkheden die de camera biedt.
Christopher Columbus gedenknaald, Plaza de Colón Madrid. f/9.0, t:1/160, ISO 100, datum: mei, 19:40 uur
Door de onderbelichting komt de rommelige voorgrond minder in beeld en het licht van de laagstaande zon beter tot z’n recht. Als de foto op de voorgrond belicht was (iets overbelicht) komen de geparkeerde auto’s op de voorgrond storend over en is het tijdstip van de dag moeilijk in te schatten. Opdrachten Raadpleeg voor deze opdrachten je handleiding, de presentatie ‘De Camera Knopjes’, het Internet of clubleden. • • •
Neem de presentatie “De Camera Knopjes” nog eens door. Waar zitten de programmastanden van jouw camera (knop en/of menu)? Welke programmastanden heeft jouw camera?
Uitvoeren van deze opdrachten helpen je bij het volgen van de volgende stukje.