BELGIUM - (COVER) - PAGE 1

STEWARD 30WG BE 250G BKL K-38039 19/01/15 13:44 Page1 K-38039/31501 - BELGIUM - (COVER) - PAGE 1

STOCKAGE: Conserver à l’abri du gel dans l’emballage d’origine bien fermé. Bien ventiler le lieu de stockage. Eviter l’humidité. Ne pas exposer à la lumière directe du soleil et protéger le produit contre des variations extrêmes de température.

OUVRIR ICI

MENTIONS DE DANGER : • Nocif en cas d’ingestion. • Risque avéré d’effets graves au sang, le système nerveux et le coeur à la suite d’expositions répétées ou d’une exposition prolongée par ingestion. • Très toxique pour les organismes aquatiques, entraîne des effets néfastes à long terme. CONSEILS DE PRUDENCE : • Tenir hors de portée des enfants. • Ne pas respirer les poussières / fumées / gaz / brouillards / vapeurs / aérosols. • Ne pas manger, boire ou fumer en manipulant ce produit. • Les vêtements de travail contaminés ne devraient pas sortir du lieu de travail. • Éviter le rejet dans l’environnement. • Porter dans gants de protection / des vêtements de protection. • Rincer la bouche. • Laver les vêtements contaminés avant réutilisation. • Recueillir le produit répandu. • EN CAS D’INGESTION : Appeler un CENTRE ANTIPOISON / un médecin en cas de malaise. • Éliminer le contenu / récipient dans une usine d’incinération agréée. GEVARENAANDUIDINGEN: • Schadelijk bij inslikken. • Veroorzaakt schade aan bloed, zenuwstelsel en hart bij langdurige of herhaaldelijke blootstelling bij opname door de mond. • Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. VOORZORGSMAATREGELEN: • Buiten bereik van kinderen houden. • Stof / rook / gas / nevel / damp / spuitnevel niet inademen. • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. • Verontreinigde werkkleding mag de werkruimte niet verlaten. • Voorkom lozing in het milieu. • Beschermende handschoenen / beschermende kleding dragen. • De mond spoelen. • Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. • Gelekte / gemorste stof opruimen. • NA INSLIKKEN: bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM / arts raadplegen. • Inhoud / verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval.

Steward®

OPSLAG: Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen.

INSECTICIDE

GROUPE / GROEP

22A

Respectez les instructions d'utilisation pour éviter les risques pour la santé humaine et l’environnement.

INSECTICIDE

- Avant l’utilisation, lire attentivement le mode d’emploi. - Pour les dispositions à prendre en cas d’empoisonnement ou d’autre incident: voir emballage.

Insecticide pour le contrôle des insectes en culture de colza, fruits, divers légumes-feuilles, légumes-fruits, choux, maïs doux et herbes. Insecticide voor de bestrijding van insecten in koolzaad, fruit, diverse bladgroenten, vruchtgroenten, koolsoorten, suikermais en kruiden.

Dans les situations urgentes vous pouvez toujours prendre contact avec le centre DUCHEM HELP: tel. 00.352/ 3666.6543 ou avec le Centre Anti-Poisons, tel. 070/245.245.

Granulé à disperser dans l’eau (WG) contenant 30% de indoxacarbe

Danger Gevaar Gefahr

GEFAHRENHINWEISE: • Gesundheitsschädlich bei Verschlucken. • Schädigt Blut, Nervensystem und Herz bei längerer oder wiederholter Exposition beim Verschlucken. • Sehr giftig für Wasserorganismen mit langfristiger Wirkung. VORSICHTSMAßNAHMEN: • Darf nicht in die Hände von Kindern gelangen. • Staub / Rauch / Gas / Nebel / Dampf / Aerosol nicht einatmen. • Beim Gebrauch nicht essen, trinken oder rauchen. • Kontaminierte Arbeitskleidung nicht außerhalb des Arbeitsplatzes tragen. • Freisetzung in die Umwelt vermeiden. • Schutzhandschuhe / Schutzkleidung tragen. • Mund ausspülen. • Kontaminierte Kleidung vor erneutem Tragen waschen. • Verschüttete Mengen aufnehmen. • BEI VERSCHLUCKEN: Bei Unwohlsein GIFTINFORMATIONSZENTRUM / Arzt anrufen. • Inhalt / Behälter in einer zugelassenen Verbrennungsanlage zuführen.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen

Water dispergeerbaar granulaat (WG) op basis van 30% indoxacarb. Numéro d’agréation / Erkenningsnummer: 9328P/B Du Pont de Nemours (Belgium) B.V.B.A. Antoon Spinoystraat 6 - 2800 Mechelen - Tel.: 0032 475/415.415 Fabriqué en France/Gefabriceerd in Frankrijk ® Marque déposée de DuPont / Gedeponeerd handelsmerk van DuPont

Net :

250 g

K-38039/31501 - BELGIUM

Â

- Voor het gebruik de gebruiksaanwijzing lezen. - Voor richtlijnen in geval van vergiftiging of van andere ongevallen: zie verpakking. In noodgevallen kunt u contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum: tel. 00.31.78/630.1899 of met het Antigifcentrum:tel. 070/245.245.

Numéro de lot: / Lotnummer: Date de production: / Productiedatum:

CYAN MAGENTA JAUNE BLACK

STEWARD 30WG BE 250G BKL K-38039 19/01/15 13:44 Page2 K-38039/31501 - BELGIUM - (BASE) - PAGE 2

MENTIONS DE DANGER : • Nocif en cas d’ingestion. • Risque avéré d’effets graves au sang, le système nerveux et le coeur à la suite d’expositions répétées ou d’une exposition prolongée par ingestion. • Très toxique pour les organismes aquatiques, entraîne des effets néfastes à long terme. CONSEILS DE PRUDENCE : • Tenir hors de portée des enfants. • Ne pas respirer les poussières / fumées / gaz / brouillards / vapeurs / aérosols. • Ne pas manger, boire ou fumer en manipulant ce produit. • Les vêtements de travail contaminés ne devraient pas sortir du lieu de travail. • Éviter le rejet dans l’environnement. • Porter dans gants de protection / des vêtements de protection. • Rincer la bouche. • Laver les vêtements contaminés avant réutilisation. • Recueillir le produit répandu. • EN CAS D’INGESTION : Appeler un CENTRE ANTIPOISON / un médecin en cas de malaise. • Éliminer le contenu / récipient dans une usine d’incinération agréée. GEVARENAANDUIDINGEN: • Schadelijk bij inslikken. • Veroorzaakt schade aan bloed, zenuwstelsel en hart bij langdurige of herhaaldelijke blootstelling bij opname door de mond. • Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. VOORZORGSMAATREGELEN: • Buiten bereik van kinderen houden. • Stof / rook / gas / nevel / damp / spuitnevel niet inademen. • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. • Verontreinigde werkkleding mag de werkruimte niet verlaten. • Voorkom lozing in het milieu. • Beschermende handschoenen / beschermende kleding dragen. • De mond spoelen. • Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. • Gelekte / gemorste stof opruimen. • NA INSLIKKEN: bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM / arts raadplegen. • Inhoud / verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval.

STOCKAGE: Conserver à l’abri du gel dans l’emballage d’origine bien fermé. Bien ventiler le lieu de stockage. Eviter l’humidité. Ne pas exposer à la lumière directe du soleil et protéger le produit contre des variations extrêmes de température.

Steward®

OPSLAG: Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen.

INSECTICIDE

GROUPE / GROEP

22A

INSECTICIDE

Insecticide pour le contrôle des insectes en culture de colza, fruits, divers légumes-feuilles, légumes-fruits, choux, maïs doux et herbes. Insecticide voor de bestrijding van insecten in koolzaad, fruit, diverse bladgroenten, vruchtgroenten, koolsoorten, suikermais en kruiden. Granulé à disperser dans l’eau (WG) contenant 30% de indoxacarbe

Danger Gevaar Gefahr

GEFAHRENHINWEISE: • Gesundheitsschädlich bei Verschlucken. • Schädigt Blut, Nervensystem und Herz bei längerer oder wiederholter Exposition beim Verschlucken. • Sehr giftig für Wasserorganismen mit langfristiger Wirkung. VORSICHTSMAßNAHMEN: • Darf nicht in die Hände von Kindern gelangen. • Staub / Rauch / Gas / Nebel / Dampf / Aerosol nicht einatmen. • Beim Gebrauch nicht essen, trinken oder rauchen. • Kontaminierte Arbeitskleidung nicht außerhalb des Arbeitsplatzes tragen. • Freisetzung in die Umwelt vermeiden. • Schutzhandschuhe / Schutzkleidung tragen. • Mund ausspülen. • Kontaminierte Kleidung vor erneutem Tragen waschen. • Verschüttete Mengen aufnehmen. • BEI VERSCHLUCKEN: Bei Unwohlsein GIFTINFORMATIONSZENTRUM / Arzt anrufen. • Inhalt / Behälter in einer zugelassenen Verbrennungsanlage zuführen.

Water dispergeerbaar granulaat (WG) op basis van 30% indoxacarb. Numéro d’agréation / Erkenningsnummer: 9328P/B Du Pont de Nemours (Belgium) B.V.B.A. Antoon Spinoystraat 6 - 2800 Mechelen - Tel.: 0032 475/415.415 Fabriqué en France/Gefabriceerd in Frankrijk

Respectez les instructions d'utilisation pour éviter les risques pour la santé humaine et l’environnement. - Avant l’utilisation, lire attentivement le mode d’emploi. - Pour les dispositions à prendre en cas d’empoisonnement ou d’autre incident: voir emballage. Dans les situations urgentes vous pouvez toujours prendre contact avec le centre DUCHEM HELP: tel. 00.352/ 3666.6543 ou avec le Centre Anti-Poisons, tel. 070/245.245.

Volg de gebruiksaanwijzing om gevaar voor de menselijke gezondheid en het milieu te voorkomen - Voor het gebruik de gebruiksaanwijzing lezen. - Voor richtlijnen in geval van vergiftiging of van andere ongevallen: zie verpakking. In noodgevallen kunt u contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum: tel. 00.31.78/630.1899 of met het Antigifcentrum:tel. 070/245.245.

® Marque déposée de DuPont / Gedeponeerd handelsmerk van DuPont

Net :

250 g

K-38039/31501 - BELGIUM

CYAN MAGENTA JAUNE BLACK

STEWARD 30WG BE 250G BKL K-38039 19/01/15 13:44 Page3 K-38039/31501 - BELGIUM - PAGE 3

MENTIONS DE DANGER • Nocif en cas d’ingestion. • Risque avéré d’effets graves au sang, le système nerveux et le coeur à la suite d’expositions répétées ou d’une exposition prolongée par ingestion. • Très toxique pour les organismes aquatiques, entraîne des effets néfastes à long terme.

Steward®

INSECTICIDE

GROUPE / GROEP

22A

INSECTICIDE

Insecticide pour le contrôle des insectes en culture de colza, fruits, divers légumes-feuilles, légumes-fruits, choux, maïs doux et herbes. Granulé à disperser dans l’eau (WG) contenant 30% de indoxacarbe. Numéro d’agréation : 9328P/B

® Marque déposée de DuPont

CONSEILS DE PRUDENCE • Tenir hors de portée des enfants. • Ne pas respirer les poussières / fumées /gaz / brouillards / vapeurs / aérosols. • Ne pas manger, boire ou fumer en manipulant ce produit. • Les vêtements de travail contaminés ne devraient pas sortir du lieu de travail. • Éviter le rejet dans l’environnement. • Porter dans gants de protection / des vêtements de protection. Danger • Rincer la bouche. • Laver les vêtements contaminés avant réutilisation. • Recueillir le produit répandu. • EN CAS D’INGESTION: Appeler un CENTRE ANTIPOISON / un médecin en cas de malaise. • Éliminer le contenu / récipient dans une usine d'incinération agréée. AUTRES MENTIONS • Contient de l’INDOXACARBE. Peut produire une réaction allergique. • Fiche de données de sécurité disponible sur demande. • Ne pas polluer l’eau avec le produit ou son emballage. • Laver tous les équipements de protection après utilisation. • Pour protéger les organismes aquatiques, respecter une zone non-traitée par rapport aux points d’eau (voir mesures anti-dérive).

BLACK


CARACTERISTIQUES Matières actives: 30% indoxacarbe Familles chimiques: indoxacarbe appartient aux l’oxadiazines. Nature de la préparation: granulé dispersable dans l’eau (WG) Etiquette: Pictogramme : GHS07, GHS08, GHS09. Mot de signal : Danger H302, H372, H410 Symptômes principaux lors d’une intoxication: Chez l’homme, il n’existe pas de données disponibles sur les symptômes lorsqu’il est exposé à l’indoxacarbe. Respiration : pas de symptômes observés dans les essais sur les animaux. Ingestion : chez les animaux quelques symptômes ont été observés : diminution de l’activité, ataxie, convulsions. La peaux et des yeux : une irritation modérée est possible.

En cas de contact avec les YEUX: rincer immédiatement les yeux pendant 10 minutes avec beaucoup d’eau courante. Rincer tout en évitant de toucher l’oeil non atteint. En cas de lentilles de contact: enlever les lentilles et ensuite rincer. Consulter un médecin et lui montrer l’étiquette ou l’emballage.

CONSEIL POUR LE MEDECIN • Préhospitalisation: traitement symptômatique • Le traitement suivant est symptômatique. Etant donné que jusqu’à présent nous avons uniquement des données issues d’expérimentations sur animaux et qu’aucun ou très peu de cas ont été rapportés chez l’homme, une observation à l’hôpital est conseillée. Contacter le Centre Antipoisons pour plus d’informations.

Pour informations complémentaires, contacter le Centre Antipoisons: 070/245 245 PREMIERS SOINS LORS D’ACCIDENTS Après inhalation: Eloigner la victime de l’endroit contaminé et la mettre à l’air frais. Si des symptômes apparaissent, consultez un médecin.

Vous pouvez aussi prendre contact avec le centre DUCHEM HELP au Luxembourg, numéro 00.352/3666.6543. Transmettez-nous vos symptômes; vous aidez de cette manière d’autres utilisateurs.

Après ingestion: Rincer la bouche. Appeler le 112, une admission à l’hôpital est conseillée. Montrer l’étiquette ou l’emballage. Après contact avec la peau: Rincer abondamment la peau avec de l’eau et du savon ou prendre une douche pendant 15 minutes. Eliminer entretemps les vêtements et chaussures souillées. Si des symptômes apparaissent, consultez un médecin.

STOCKAGE Conserver à l’abri du gel dans l’emballage d’origine bien fermé. Bien ventiler le lieu de stockage. Eviter l’humidité. Ne pas exposer à la lumiere directe du soleil et protéger le produit contre des variations extrêmes de température.

BLACK


DESTRUCTION EMBALLAGE VIDE Vider complètement l’emballage et rincé à l’eau suivant un système manuel (trois agitations successives) ou par un système de nettoyage à l’eau sous pression placé sur le pulvérisateur. Les eaux de ce nettoyage devront être versées dans la cuve de pulvérisation et utilisées suivant les prescriptions d’emploi. L’emballage ainsi rincé ne peut être utilisé à d’autres fins mais doit être traité conformément aux dispositions légales régionales (PhytofarRecover).

UTILISATION AUTORISEE Prescription d’emploi Est uniquement autorisé pour l’emploi en tant que insecticide dans la culture de: a. colza (plein air); b. pommiers; c. poiriers; d. cerisiers et griottiers; e. pruniers; f. abricotiers; g. pêchers; h. fraisiers (plein air; sous protection); i. groseilliers (blancs, rouges, cassis) (plein air); j. myrtilles (européennes) (plein air); k. airelles rouges/airelles canneberges (plein air); l. vigne (pour production de vin) (plein air); m. ronces (mûres) (plein air); n. framboisiers (plein air); o. laitues (sous protection); p. jeunes pousses Asteraceae (recoltées jusqu'au stade 8 vraies feuilles) (sous protection);

q. a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l. m. n. o. p. q. r. s. t. u. v. w. x. y. z. aa. bb. cc.

jeunes pousses Brassicaceae (recoltées jusqu'au stade 8 vraies feuilles) (sous protection); jeunes pousses Amaranthaceae (recoltées jusqu'au stade 8 vraies feuilles) (sous protection); endives, radicchio rosso, pain de sucre (sous protection); épinard (sous protection); mâche (sous protection); roquette (sous protection) ; cornichon (sous protection); courgette/pattison (sous protection); concombre (sous protection); potiron (sous protection); melon (sous protection); aubergine et pépinos (sous protection); tomate (sous protection); poivron/piment (sous protection); choux pommés (plein air); choux de Bruxelles (plein air); chou-fleur (blanc et vert) (plein air); chou brocoli (plein air); maïs doux (plein air); cerfeuil (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); ciboulette (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); céleri à couper (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); coriandre (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); aneth (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); livèche (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); cerfeuil musqué (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); persil (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); sauge officinale (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); romarin (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); thym (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection);

BLACK


dd. ee. ff. gg. hh. ii. jj. kk.

origan/marjolaine (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); mélisse (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); basilic (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); menthe (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); laurier (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); estragon (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); angélique (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection); carvi (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection).

thym, origan/marjolaine, mélisse, basilic, menthe, laurier, estragon, angélique en carvi est sur base « d’une reconnaissance par tiers ». Cette reconnaissance par tiers a été sollicitée par le « Kenniscentrum voor DuurzameTuinbouw' (KDT) » ou « Centre des connaissances pour une horticulture durable ». Il y a pour cette reconnaissance aucune recherche effectuée sur l’activité phytotoxique. Il est conseillé pour cette raison d'effectuer un test de pulvérisation, avant que le moyen ne soit utilisé. L'utilisation de ce moyen dans ce(s) champ(s) d'application , est sous le risque et la responsabilité de l'utilisateur. GÉNÉRALITÉS

Délai ultime d’utilisation avant la récolte Légumes-fruits, choux pommés, chou-fleur et chou brocoli: 1 jour. Fraisiers (sous protection): 3 jours. Pommiers, poiriers, myrtilles (européennes)(plein air), airelles rouges/airelles canneberges (plein air), ronces (mûres), framboisiers et maïs doux: 7 jours. Abricotiers et pêchers: 10 jours. Groseilliers, vigne, laitues, jeunes pousses Asteraceae, jeunes pousses Brassicaceae, jeunes pousses Amaranthaceae , endives, radicchio rosso, pain de sucre, épinard, mâche, roquette, choux de Bruxelles et herbes: 14 jours. Colza: 56 jours. Mesures anti-dérive En pommiers, poiriers, cerisiers et griottiers, pruniers, abricotiers, pêchers et vigne: respecter une zone tampon de 20 mètres avec technique classique. Autre cultures: ne pas appliquer.

MODE D’EMPLOI L'utilisation dans la culture des fraises, jeunes pousses, épinard, roquette, cerfeuil, ciboulette, céleri à couper, coriandre, aneth, livèche, cerfeuil musqué, persil, sauge officinale, romarin,

Mode d’action STEWARD® est un insecticide qui doit être utilisé pour la lutte de larves nuisibles de différents papillons (Lepidoptera). Le produit à une action larvaire et ovicide. L’action larvaire se fait soit ingestion ou par contact. Tous les stades larvaires sont détruits. L’action ovicide est meilleure lorsqu’on pulvérise le produit sur les oeufs que lorsque les oeufs sont déposés sur la feuille préalablement pulvérisée. Les papillons adultes ne sont pas détruits. Aussitôt que le produit a été ingéré, il apparaît très rapidement des symptômes de paralysie, de sorte que les larves arrêtent assez rapidement de manger et de bouger. Dans certains cas, la larve tombe directement de la feuille. Par l’action très rapide du produit, les dégats sont réduits au minimum. Après 1-2 jours, les larves sont mortes. Lutte intégrée Dangereux pour les abeilles. Ne pas utiliser au moment où les abeilles sont actives. Il est de bonnes pratiques agronomiques d’utiliser le moyen uniquement si ces insectes sont inactifs, comme tôt le matin ou tard le soir. S’il est tenu compte de ces bonnes pratiques, le moyen peut être appliqué au cours de la floraison. Dangereux pour les bourdons. Retirer ou couvrir les ruches pendant l’application et jusqu’à 3 jours après traitement sous protection. En plein air ne pas appliquer le produit en case de placement de ruches. Dangereux pour les arthropodes non-cibles dans les cultures intégrées. Eviter toute exposition inutile. Le produit n’a pas d’effet inacceptable sur Typhlodromus sp., le syrphe (E.balteatus) et la

BLACK


punaise prédatrice (Orius). Etant donné que STEWARD® n’a aucun effet inacceptable sur beaucoup les insectes utiles et les acariens (comme les acariens utiles, les anthocorides, les coccinelles, les syrphes), il peut être utilisé en lutte intégrée. Circonstances avant et après le traitement STEWARD® montre une très bonne action aussi bien à des températures basses qu’à des températures élevées. Une fois que le produit est seché sur la plante, il n’est plus lessivable par la pluie. En général, une période sèche d’environ 2 heures est nécessaire afin que le produit ne soit plus lessivable. Les plantes non endurcies sont plus sensibles aux pesticides durant une période plus sombre. En particulier dans les cultures sous abri, lorsqu’il est appliqué lors d’une journée sombre avec le temps, une décoloration jaune peut se produire. Dans de tels cas, il est conseillé de reporter la pulvérisation INSECTES Spectre d’action Les larves des insectes suivants sont parfaitement combattues: Tordeuses:

Chenilles du chou

Tordeuse verte des bourgeons

Teigne

Grande tordeuse

Piéride

Tordeuse des buissons

Mamestra

Tordeuse du chou

Autres:

Tordeuse pandemis

Carpocapse

Tordeuse rouge des bourgeons

Chématobie

Tordeuse de la pelure

Noctuelles

Stade STEWARD® est actif contre les larves quel que soit leur stade de développement, mais pas contre les insectes adultes. Cependant, il a une action ovicide sur carpocapse. La période optimale d’application est dépendante de l’insecte à combattre. En général, les jeunes chenilles sont plus sensibles que les plus âgées. APPLICATIONS En général STEWARD® doit être pulvérisé de façon homogène. Il faut bien régler le pulvérisateur afin d’éviter toutes dérives ainsi que tout surdosage. Quantité d’eau Pour une bonne répartition du produit, il est préférable d’utiliser assez d’eau afin que la toute la culture soit bien couverte. COLZA (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les méligèthe du colza (Meligethes aeneus, M. viridescens). Nombre d’applications et intervalle d’application Le stade d'application est développement des boutons floraux (BBCH 51-59). Il est permis de traiter au total maximum 1 application dès l'apparition des insectes ou selon les avertissements. Dose La dose par traitement est de 85 g/ha.

La mineuse de la tomate

BLACK


FRUITS Pommiers et poiriers Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre: - tordeuse verte (tordeuse de la pelure, Adoxophyes orana) - tordeuses (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) - chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris, …) - carpocapse (Cydia pomonella) - chématobies (Geometridae, Operopthera brumata) La pulvérisation doit avoir lieu au moment de l’éclosion des oeufs. Ce moment dépend du développement du parasite. Les pièges à phéromones sont des moyens très efficaces pour la détermination du moment de la première pulvérisation et des pulvérisations suivantes. TORDEUSES L’application contre la génération hivernante des tordeuses doit avoir lieu dès que les larves sont actives, lorsqu’elles commencent à éclore. Cela coïncidera souvent avec la floraison de la culture. L’activité des tordeuses diffèrent d’une espèce à l’autre. Une seconde pulvérisation sera parfois nécessaire. Lorsque les tordeuses, les chématobies et les noctuelles sont actives en même temps, alors ces différents insectes seront détruits en une seule pulvérisation. Il se pourrait que dans certains cas la pulvérisation contre les tordeuses coincident avec la première pulvérisation contre le carpocapse (voyez le chapitre Carpocapse). CARPOCAPSE (Cydia pomonella) La pulvérisation doit s’effectuer directement après le dépôt des oeufs de manière à profiter au maximum de l’action ovicide du produit. Pour cela la meilleure application se fera quelques jours après les premiers vols, en général environ 5 à 7 jours après la prise de carpocapse dans le piège à phéromone. STEWARD® peut aussi être utilisé contre les générations suivantes du carpocapse.

CHÉMATOBIE / NOCTUELLES (Operopthera brumata / Orthosia spp.) L’application pour le contrôle de chématobie ou noctuelles devra avoir lieu à partir de l’éclosion des premières larves. Cela coïncidera souvent avec la floraison de la culture. Ainsi cette application détruira aussi les différentes espèces de tordeuses présentes au moment de la pulvérisation. Nombre d’applications et intervalle d’application Stade d'application est le fin du gonflement des bourgeons foliaires - les fruits ont atteint 50% de leur taille finale (BBCH 03-75). Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par 12 mois, et au maximum 1 fois pendant la floraison (BBCH59 70). Aussi longtemps que les vols durent (c.à.d. aussi longtemps que l’on attrape des adultes dans le piège à phéromone) et que les larves éclosent il est conseillé de faire une nouvelle application. Pendant l’entièreté du vol de l’insecte à combattre, il faut que la végétation soit recouverte de produit. L’intervalle entre les applications est de 10-14 jours, en alternance avec un produit ayant un autre mode d’action. Choisir l’intervalle le plus court dans le cas d’un développement rapide de l’insecte et d’une infestation très sévère. Dose La dose par traitement est de 170 g/ha d’haie. Ceci correspond à 250 g/ha.

Cerisiers, griottiers et pruniers Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chématobies (Geometridae) devra avoir lieu à partir de l’éclosion des premières larves. Cela coïncidera souvent avec la fin de la floraison de la culture (BBCH69).

BLACK


Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 1 fois par 12 mois.

Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture et au total maximu 6 fois par 12 mois.

Dose La dose par traitement est de 170 g/ha d’haie.

Dose La dose par traitement est de 170 g/ha.

Abricotiers et pêchers

Fraisier (sous protection)

Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre: - tordeuses (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) - chématobies (Geometridae)

Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …)

L’application contre la génération hivernante des tordeuses doit avoir lieu dès que les larves sont actives, lorsqu’elles commencent à éclore. L’activité des tordeuses diffèrent d’une espèce à l’autre. L’application pour le contrôle de chématobie devra avoir lieu à partir de l’éclosion des premières larves. Lorsque les tordeuses et les chématobies sont actives en même temps, alors ces différents insectes seront détruits en une seule pulvérisation. Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 1 fois par 12 mois. Dose La dose par traitement est de 170 g/ha d’haie. Fraisier (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) avant floraison et après la récolte.

Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture à l'intervalle de 7-10 jours. Dose La dose par traitement est de 125 g/ha. Groseilliers (blancs, rouges, cassis), myrtilles (européennes), airelles rouges/airelles canneberges (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 1 fois par 12 mois. Dose La dose par traitement est de 125 g/ha d’haie.

BLACK


Vignes (pour production de vin) (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé avant la floraison (BBCH 59) ou après la floraison (BBCH70-85) pour combattre: - tordeuses de la grappe (Lobesia botrana, Eupocelia ambiguella) - chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris, …) - chéimatobies brumeuse, phalène défeuillante (Geometridae) - cicadelles La pulvérisation doit avoir lieu au moment de l’éclosion des oeufs. Ce moment dépend du développement du parasite. Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au maximum 2 fois par 12 mois. L’interval entre les traitements sera de 1014 jours. Dose La dose est de 125 g/ha d’haie.

Dose La dose par traitement est de 125 g/ha d’haie.

LÉGUMES FEUILLUS Laitues, endives, radiccio rosso et pain de sucre (sous protection) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture dans endives, radicchio rosso, pain de sucre et laitues. L’intervalle entre les applications sous protection est de 10 jours, en alternance avec un produit ayant un autre mode d’action. Dose La dose par traitement est de 85 g/ha. Épinard, roquette et jeunes pousses (recoltées jusqu'au stade 8 vraies feuilles) (sous protection)

Ronces (mûres) et framboisiers (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les tordeuses (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 1 fois par 12 mois.

Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture et au total maximum 6 fois par 12 mois. L’intervalle entre les applications sous protection est de 10 jours, en alternance avec un produit ayant un autre mode d’action.

BLACK


Dose La dose par traitement est de 85 g/ha.

Il est conseillé de retraiter si l’infection continue. L’interval entre les traitements sera de 8 14 jours. L’intervalle sera plus court en cas de développement rapide ou de forte infestation.

Mâche (sous protection)

Doses La dose par traitement est de 50 g/ha d’haie. Cela correspond à environ 125 g/ha.

Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 3 fois par culture. L’intervalle entre les applications sous protection est de 7-14 jours, en alternance avec un produit ayant un autre mode d’action. Dose La dose par traitement est de 85 g/ha.

LÉGUMES-FRUITS (sous protection) Aubergine, pépinos, tomate et poivron/piment Cornichon, courgette/pattison, concombre, potiron et melon. Usage STEWARD® peut être utilisé pour lutter contre les chenilles de e.a. Chrysodeixis chalcites, Spodoptera exigua, Mamestra brassicae, Lacanobia oleracea, gamma-uil et autres Plusia et tordeuses. En tomate, aubergine, pépinos et poivron/piment, STEWARD® peut être utilisé aussi pour lutter contre Tuta absoluta. Le moment de la première pulvérisation dépend du développement de l’attaque. Il est conseillé de débuter la lutte dès que les premires symptômes sont visibles. Nombre d’applications et intervalle Il est permi de faire six applications maximum par culture, indépendamment de l’insecte traité.

Cette dose de 125 gram/ha est basée sur une hauteur moyenne de la culture de 2 m. Pour des cultures plus petites, on utilisera au minimum 85 g/ha. Pour des cultures plus hautes, on utilisera en moyenne 125 g/ha. La dose peut ainsi être augmentée jusqu’à un maximum de 250 g/ha. Guidez-vous sur le tableau ci-dessous: Hauteur de la culture (m) 1,00 1,50 2,00 2,50 3,00 3,50 4,00

Dose (g/ha) 85 95 125 155 185 215 250

CHOUX (plein air) Choux pommés, choux de Bruxelles, chou-fleur (blanc et vert) et chou brocoli Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles du chou tels que les chenilles de la teigne (Plutella xylostella), de la piéride (Pieris spp.), de la noctuelle (Mamestra brassicae), de la pyrale (Evergestis forficalis), et de la tordeuse du chou (Clepsis spectrana).

BLACK


Ce moment dépend du développement du parasite. Les pièges à phéromones sont des moyens très efficaces pour la détermination du début des premiers vols de la teigne du chou. Environ 7 à 10 jours après les premières captures d’adultes, il faut s’attendre à avoir les premières chenilles et la lutte peut commencer.

HERBES (consommation des feuilles et/ou tiges) (sous protection) Cerfeuil, ciboulette, céleri à couper, coriandre, aneth, livèche, cerfeuil musqué, persil, sauge officinale, romarin, thym, origan/marjolaine, mélisse, basilic, menthe, laurier, estragon, angélique et carvi

Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 3 fois pendant la période végétative indépendamment de l’insecte à combattre. Maximum 6 applications par 12 mois. Aussi longtemps que les vols durent (c.à.d. aussi longtemps que l’on attrape des adultes dans le piège à phéromone) et que les larves éclosent il est conseillé de faire une nouvelle application. Pendant l’entièreté du vol de l’insecte à combattre, il faut que la végétation soit recouverte de produit. L’intervalle entre les applications est de 8-14 jours, en alternance avec un produit ayant un autre mode d’action. Choisir l’intervalle le plus court dans le cas d’un développement rapide de l’insecte et d’une infestation très sévère.

Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …)

Dose La dose par traitement est de 85 g/ha. MAÏS DOUX (plein air) Usages STEWARD® peut être utilisé pour combattre les chenilles défoliatrices (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture. Dose La dose par traitement est de 125 g/ha.

Nombre d’applications et intervalle d’application Il est permis de traiter au total maximum 2 fois par culture et au total maximum 6 fois par 12 mois. Dose La dose par traitement est de 85 g/ha. La dose agréée est la plus petite dose qui garantit la meilleure efficacité dans la plupart des situations. Elle peut être réduite, sous la responsabilité de l’utilisateur, par exemple dans les cultures gérées selon les principes de la lutte intégréel. La diminution de la dose appliquée n’autorise pas l’augmentation dunombre maximal d’applications, ni la réduction du délai avant récolte. PRÉPARATION DE LA BOUILLIE DE PULVÉRISATION • Commencer avec un pulvérisateur propre ; • Remplir la cuve à moitié avec de l’eau. Ajouter la quantité nécessaire de produit et mettre le système d’agitation en marche (lors d’un mélange avec d’autres pesticides utiliser le STEWARD® en premier) ; • Continuer à remplir la cuve avec de l’eau ; • Pendant la pulvérisation, laisser le système d’agitation en marche ; • Les emballages doivent être vidés correctement, rincés à l’eau, et l’eau de rinçage doit retourner dans la cuve de pulvérisation.

BLACK


ATTENTION : Ne jamais verser les surplus dans les égouts! Fermer hermétiquement l’emballage conformément aux dispositions légales régionales. Ne préparez pas plus de bouillie de pulvérisation que nécessaire.

MELANGES Etant donné qu’il est impossible de tester toutes les combinaisons possibles, DuPont n’est pas tenu responsable pour les mélanges avec des produits qui ne sont pas cités pour un mélange éventuel avec STEWARD®. Demandez conseil à votre revendeur. Lire également l’étiquette du partenaire dans le mélange.

PRECAUTIONS VIS-À-VIS DES DERIVES Toute dérive de bouillie de pulvérisation, vers une étendue d’eau (mares ou étangs). Veillez pour cela à pulvériser par temps calme. Respecter les mesures anti-dérive.

SURPLUS DE TRAITEMENT Le surplus de pulvérisation sera dilué dans plus ou moins dix fois son volume d’eau et sera pulvérisé sur la parcelle juste traitée, selon les prescriptions d’emploi. Pour éviter ces surplus de pulvérisation la quantité nécessaire de produit à pulvériser sera calculée avec précision en fonction de la surface de la parcelle et du débit par hectare de la machine.

NETTOYAGE DU MATERIEL DE PULVERISATION Il est très important et c’est une bonne pratique agricole de bien nettoyer l’appareil de pulvérisation directement après le traitement.

1. Remplir la cuve à moitié d’eau ; 2. Mettre le système d’agitation en marche et laisser agir pendant une dizaine de minutes ; 3. Ensuite pulvériser le mélange sur la parcelle venant d’être traitée ; 4. Nettoyer les filtres et jets soigneusement ; 5. Finalement rincer complètement la machine (cuve, rampe, conduites et jets) avec de l’eau claire. ATTENTION : • Eviter la pollution de toute eau de surface (étangs, fossés, etc.) et surtout celle qui est destinée àl’irrigation des cultures. RESISTANCE Lorsque des insecticides ayant le même mode d’action sont utilisés consécutivement pendant plusieurs années pour contrôler les mêmes espèces d’insectes dans les mêmes champs, alors des biotypes résistants, naturellement présents dans la population, peuvent survivre et devenir résistants dans cette parcelle. Un insecte est caractérisé comme étant résistant ou moins sensible lorsqu’il n’est pas détruit à la dose recommandée et au moment optimal de pulvérisation. Certains insectes (comme le carpocapse par exemple) ont acquis une certaine résistance contre certains produits commerciaux. Certains insectes (comme le carpocapse) ont acquis une résistance à certains produits commerciaux. Pour éviter que le phénomène ci-dessus se produise très rapidement, il est très important que l’utilisateur : • dans la culture de l’année : mélange ou alterne STEWARD® avec des produits ou des mélanges de produits de famille différente, à mode d’action différent. • suive le développement de la population d’insectes, et utilise le STEWARD® si le seuil de nuisibilité atteint. Il faudra peut être plus d’une application afin de réprimer la population. • lise attentivement les instructions sur l’étiquette à propos du dosage, de l’intervalle de traitement et de la période optimale de pulvérisation.

BLACK


Le mode d’action unique du STEWARD® amènera à utiliser ce produit dans les cas ou apparaissent des problèmes de résistances. STEWARD® contient l’indoxacarb qui appartient à la famille des oxadiazines. L’action est obtenue par le blocage des canaux sodiums dans les cellules nerveuses qui sont très importants dans la transmission des influx nerveux. En plus, STEWARD® n’a aucun effet inacceptable sur de nombreux insectes et acariens. Ceux ci peuvent donc aussi contribuer à la lutte contre les insectes ravageurs. La présence possible d’une résistance ne peut pas être prévue. Consultez votre conseiller pour les recommandations au sujet de la gestion de la résistance.

IMPORTANT Le vendeur garantit que ce produit est conforme à la description chimique indiquée sur cette étiquette et qu’il est destiné aux applications reprises sur l’étiquette et seulement lorsqu’il est utilisé en accord avec les recommandations d’emploi dans des conditions normales d’utilisation. Cette garantie ne s’étend pas à l’usage de ce produit pour des applications non recommandées ou contraires aux indications d’emploi, ou dans des conditions anormales d’utilisation ou sous des conditions qui ne peuvent pas raisonnablement être prévues par le vendeur; l’acheteur assume tous les risques de tels usages. Le vendeur ne fournit aucune autre garantie, ni expresse, ni impliquée.

Du Pont de Nemours (Belgium) B.V.B.A. Antoon Spinoystraat 6 - 2800 Mechelen - Tel.: 0032 475/415.415

Fabriqué en France

®

Marque déposée de DuPont

‰

BLACK


GEVARENAANDUIDINGEN • Schadelijk bij inslikken. • Veroorzaakt schade aan bloed, zenuwstelsel en hart bij langdurige of herhaaldelijke blootstelling bij opname door de mond. • Zeer giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

Steward®

INSECTICIDE

GROUPE / GROEP

22A

INSECTICIDE

Insecticide voor de bestrijding van insecten in koolzaad, fruit, diverse bladgroenten, vruchtgroenten, koolsoorten, suikermais en kruiden. Water dispergeerbaar granulaat (WG) op basis van 30% indoxacarb. Erkenningsnummer: 9328P/B

® Gedeponeerd handelsmerk van DuPont

VOORZORGSMAATREGELEN • Buiten bereik van kinderen houden. • Stof / rook/ gas /nevel / damp / spuitnevel niet inademen. • Niet eten, drinken of roken tijdens het gebruik van dit product. • Verontreinigde werkkleding mag de werkruimte niet verlaten. • Voorkom lozing in het milieu. • Beschermende handschoenen / beschermende kleding dragen. • De mond spoelen. Gevaar • Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken. • Gelekte / gemorste stof opruimen. • NA INSLIKKEN: bij onwel voelen een ANTIGIFCENTRUM/ arts raadplegen. • Inhoud / verpakking afvoeren naar inzamelpunt voor gevaarlijk of bijzonder afval. ANDERE VERMELDINGEN • Bevat INDOXACARB. Kan een allergische reactie veroorzaken. • Veiligheidsinformatieblad op verzoek verkrijgbaar. • Zorg ervoor dat u met het product of zijn verpakking geen water verontreinigt. • Was alle beschermende kleding na gebruik. • Om in het water levende organismen te beschermen mag u in een welbepaalde bufferzone rond oppervlaktewater niet sproeien (zie driftreducerende maatregelen).

BLACK


EIGENSCHAPPEN Werkzame stof(fen): 30% indoxacarb Chemische familie(s): indoxacarb behoort tot de oxadiazinen Aard van het preparaat: water dispergeerbaar granulaat (WG) Pictogram: GHS07, GHS08, GHS09. Signaalwoord: Gevaar H302, H372, H410 Belangrijkste symptomen bij intoxicatie: Bij de mens zijn er geen gegevens beschikbaar over de symptomen bij blootstelling aan indoxacarb. Inademen: geen specifieke symptomen waargenomen bij dierexperimenten. Inslikken: bij dieren werden volgende symptomen waargenomen : verminderde activiteit, ataxie, convulsies. Huid en ogen: lichte irritatie is mogelijk. EERSTE HULP BIJ ONGEVALLEN Na inademen: Het slachtoffer uit de besmette omgeving verwijderen en in de frisse lucht brengen. Zo er symptomen zijn, raadpleeg een arts. Na inslikken: Spoel de mond. Bel de dienst 112, een opname in het ziekenhuis is aangewezen. Toon het etiket of de verpakking. Na huidcontact: Spoel de huid overvloedig met water en zeep of neem een douche gedurende 15 minuten. Verwijder ondertussen verontreinigde kledij en schoenen. Zo er symptomen zijn, raadpleeg een arts.

Na oogcontact: Spoel overvloedig met zacht stromend water gedurende 10 minuten. Spoel WEG van het niet-aangetaste oog. Bij contactlenzen: zo makkelijk te verwijderen, verwijder eerst de lenzen, spoel daarna. Raadpleeg een arts en toon het etiket of de verpakking.

AANWIJZINGEN VOOR DE GENEESHEER Prehospitaal: symptomatische behandeling. De verdere behandeling blijft symptomatisch. Daar er tot op heden enkel gegevens uit dierenexperimenten voorhanden zijn en geen of zeer weinig gevallen gerapporteerd zijn bij de mens, wordt een observatie in het ziekenhuis aangeraden. Contacteer het Antigifcentrum voor meer informatie.

Voor bijkomende inlichtingen, contacteer Het Antigifcentrum 070/245 245 U kunt ook contact opnemen met het DUCHEM HELP centrum in Dordrecht, telefoonnummer 00.31.78/630.1899 Meld ons uw ziekteverschijnselen; u helpt hiermee andere gebruikers.

OPSLAG Vorstvrij, in originele goed gesloten verpakking bewaren. Opslagruimte goed ventileren. Niet nat laten worden. Plaats het middel niet in direct zonlicht en bescherm het tegen grote temperatuurschommelingen.

BLACK


VERNIETIGEN VAN DE LEGE VERPAKKING De verpakking volledig ledigen en met water spoelen door middel van een manueel systeem (drie opeenvolgende malen schudden) of door middel van een reinigingssysteem met water onder druk dat op het sproeitoestel geplaatst is. Het bekomen spoelwater moet in de sproeitank gegoten worden en verspoten volgens de gebruiksaanwijzing. De aldus gespoelde verpakking mag niet voor andere doeleinden gebruikt worden, maar moet volgens de wettelijke regionale voorschriften afgevoerd worden (PhytofarRecover).

TOEGESTAAN GEBRUIK Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het gebruik als insecticide in de teelt van: a. koolzaad (open lucht); b. appelbomen; c. perenbomen; d. kersen- en kriekenbomen; e. pruimenbomen; f. abrikoos; g. perzikbomen; h. aardbeien (open lucht; onder bescherming); i. aalbessen (witte, rode, zwarte) (open lucht); j. blauwe bosbessen (open lucht); k. rode bosbessen/veenbessen (open lucht); l. druivelaars (voor wijnproductie) (open lucht); m. braamstruiken (open lucht); n. frambozenstruiken (open lucht); o. slasoorten (onder bescherming); p. babyleaf Asteraceae (geoogst tot het stadium 8 bladeren) (onder bescherming);

q. r. s. t. u. v. w. x. y. z. aa. bb. cc. dd. ee. ff. gg. hh. ii. jj. kk. ll. mm. nn. oo. pp. qq. rr. ss. tt. uu.

babyleaf Brassicaceae (geoogst tot het stadium 8 bladeren) (onder bescherming); babyleaf Amaranthaceae (geoogst tot het stadium 8 bladeren) (onder bescherming); andijvie, radicchio rosso en suikerbrood (onder bescherming); spinazie (onder bescherming); veldsla (onder bescherming); rucola (onder bescherming; augurk (onder bescherming); courgette/pattison (onder bescherming); komkommer (onder bescherming); pompoen (onder bescherming); meloen (onder bescherming); aubergine/eierplant en pepino (onder bescherming); tomaten (onder bescherming); paprika/Spaanse peper (onder bescherming); sluitkool (kabuiskool) (open lucht); spruitkool (open lucht); bloemkool (witte en groene) (open lucht); broccoli (open lucht); suikermaïs (open lucht); kervel (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); bieslook (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); snijselder (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); koriander (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); dille (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); lavas, maggiplant (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); roomse kervel (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); peterselie (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); salie (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); rozemarijn (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); tijm (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); marjolein/oregano (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming);

BLACK


vv. ww. xx. yy. zz. aaa. bbb.

citroenmelisse (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); basilicum (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); munt (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); laurier (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); dragon (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); engelwortel (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming); karwij (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming).

Uiterste gebruikstijdstippen voor de oogst Vruchtgroenten, sluitkool (kabuiskool), bloemkool en broccol: 1 dag. Aardbeien (onder bescherming): 3 dagen. Appelbomen, perenbomen, blauwe bosbessen (open lucht), rode bosbessen/veenbessen (open lucht), braamstruiken, frambozenstruiken en suikermaïs: 7 dagen. Abrikoos en perzikbomen: 10 dagen. Aalbessen, druivelaars, slasoorten, babyleaf Asteraceae, babyleaf Brassicaceae, babyleaf Amaranthaceae, andijvie, radicchio rosso, suikerbrood, spinazie, veldsla, rucola, spruitkool en kruiden: 14 dagen. Koolzaad: 56 dagen. Driftreducerende maatregelen In appelbomen, perenbomen, kersen- en kriekenbomen, pruimenbomen, abrikoos, perzikbomen en druivelaars: respecteer een bufferzone van 20 meter met klassieke techniek. Overige gewassen: niet van toepassing.

GEBRUIKSAANWIJZING Het gebruik in de teelt van aardbeien, babyleaf, spinazie, rucola, kervel, bieslook, snijselder, koriander, dille, lavas, maggiplant, roomse kervel, peterselie, salie, rozemarijn, tijm, marjolein/oregano, citroenmelisse, basilicum, munt, laurier, dragon, engelwortel en karwij is op

basis van een “derdenuitbreiding”. Deze “derdenuitbreiding” is aangevraagd door het Kenniscentrum voor Duurzame Tuinbouw' (KDT). Er is voor deze uitbreiding geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebied(en), komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker.

ALGEMEEN Werking STEWARD® is een insecticide dat gebruikt dient te worden voor de bestrijding van schadelijke rupsen van diverse motten en vlinders (Lepidoptera). Het heeft zowel een larvicide als ovicide werking. De larvale werking wordt verkregen via zowel opname door vraat als opname door contact. Alle larvale stadia worden bestreden. De eidodende werking is beter bij een bespuiting op de eieren dan wanneer eieren afgezet worden op bespoten blad. Volwassen motten en vlinders worden niet bestreden. Zodra het middel is opgenomen ontstaan er binnen enkele uren verlammingsverschijnselen, die ervoor zorgen dat de rups vrijwel direct stopt met bewegen en vreten. In sommige gevallen zal de rups direct van het blad afvallen. Door de snelle werking wordt schade tot een minimum beperkt. Na 1-2 dagen zijn de rupsen gedood. Geïntegreerde plaagbestrijding Gevaarlijk voor bijen. Gebruik dit product niet op het ogenblik dat de bijen actief naar voedsel zoeken. Het is goede landbouwkundige praktijk om het middel alleen te gebruiken indien deze insecten niet actief zijn, zoals in de vroege morgen of late avond. Indien hiermee rekening wordt gehouden, kan het middel tijdens de bloei worden toegepast. Gevaarlijk voor hommels. Verwijder of bedek hommelkasten tijdens het gebruik van het product en gedurende 3 dagen na de behandeling in serres. In open lucht het product niet gebruiken indien hommelkasten zijn uitgezet. Gevaarlijk voor niet-doelwit arthropoden in geïntegreerde teelten. Vermijd onnodige blootstelling. Het product heeft geen onaanvaardbare effecten op Typhlodromus sp., E.balteatus, Orius sp.

BLACK


Als gevolg van het feit dat STEWARD® geen onaanvaardbare effecten heeft op vele nuttige insecten en mijten (zoals bijvoorbeeld roofmijten, roofwantsen, lieveheersbeestjes, zweefvliegen) is het middel bijzonder geschikt voor het gebruik in de geïntegreerde plaagbestrijding. Omstandigheden tijdens en na de toepassing. STEWARD® vertoont zowel bij lage als hoge temperaturen een goede werking. Indien het middel is opgedroogd op de plant, is het niet meer gevoelig voor afspoeling door neerslag. Het wordt aanbevolen om het behandelde perceel niet eerder te betreden totdat het middel is opgedroogd. Vaak is na de toepassing een droge periode van 2 uren noodzakelijk, zodat het middel goed opgedroogd is. Niet-afgeharde planten zijn in een donkere periode extra gevoelig voor bestrijdingsmiddelen. Met name in gewassen onder bescherming kan, bij toepassing op een dag met somber weer, geelverkleuring optreden. In zulke gevallen wordt aangeraden de bespuiting uit te stellen.

Stadium STEWARD® is actief tegen rupsen in alle larvale stadia, maar niet tegen volwassen insecten. Het middel heeft voor fruitmot tevens een eidodende werking. Het optimale toepassingsmoment is afhankelijk van de te bestrijden plaag. In het algemeen zijn jongere rupsen gevoeliger dan oudere.

TOEPASSINGEN Algemeen STEWARD® moet homogeen worden verdeeld. Het vereist een goed afgestelde spuitmachine om niet behandelde gedeelten en overdosering te vermijden. Waterhoeveelheid Voor een goede verdeling van het middel dient het middel in voldoende water te worden opgelost, zodanig dat het hele gewas goed wordt bedekt.

PLAGEN Werkingspectrum De larven van o.a. de volgende soorten worden bestreden:

KOOLZAAD (open lucht) Bladrollers:

Koolrupsen:

Groene knopbladroller

Koolmot

Grote appelbladroller

Koolwitje

Heggebladroller

Kooluil

Koolbladroller

Overigen:

Leverkleurige bladroller

Fruitmot

Rode knopbladroller

Kleine wintervlinder

Vruchtbladroller

Voorjaarsuil Tomatenmineermot

Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de koolzaadglanskever (Meligethes aeneus, M. viridescens). Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het toepassingsstadium is ontwikkeling van de bloemknoppen (BBCH 50-59). Het is toegestaan in totaal 1 toepassing vanaf het verschijnen van de insecten of volgens de waarschuwingen uit te voeren. Dosis De dosis per behandeling is 85 g/ha.

BLACK


FRUITTEELT Appel- en perenbomen Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de: - vruchtschilvreter (vruchtbladroller, Adoxophyes orana) - bladrollers (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) - bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris, …) - fruitmotje (Cydia pomonella) - wintervlinders (Geometridae, Operopthera brumata) De bespuiting dient uitgevoerd te worden bij het uitkomen van de eitjes. Dit tijdstip hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Feromoonvallen zijn zinvolle hulpmiddelen in het bepalen van het moment van de eerste bespuiting en de vervolgbespuitingen. BLADROLLERS voorjaar De toepassing tegen de overwinterende generatie van bladrollers dient plaats te vinden zodra de rupsen actief worden, danwel de eerste larven uitkomen. Dit zal vaak samenvallen met de bloei van het gewas. Het tijdstip dat de rupsen van de diverse soorten bladrollers actief zijn verschilt per soort. Een volgende behandeling kan nodig zijn. In het geval dat zowel bladrollers als wintervlinders of voorjaarsuilen voorkomen, dan worden beide soorten gelijktijdig bestreden. Het kan in enkele gevallen ook voorkomen dat een behandeling tegen bladrollersoorten samenvalt met de eerste behandeling voor de bestrijding van fruitmot (zie ook onder “fruitmot”). Zomer (juni-augustus) STEWARD® kan ook worden toegepast tegen rupsen van de 1e en/of 2e zomergeneratie.

FRUITMOT (Cydia pomonella) De toepassing dient plaats te vinden juist na de ei-afzet, zodat niet alleen van de larvale werking, maar tevens van de eidodende werking van het middel gebruik gemaakt wordt. De meest effectieve toepassing is daarom enkele dagen na de start van de vlucht. Dit betekent dat de eerste toepassing plaatsvindt op 5-7 dagen na de eerste vangst van een volwassen fruitmot in de feromoonval in het perceel. STEWARD® kan ook worden toegepast tegen de volgende generaties van de fruitmot.

KLEINE WINTERVLINDER / VOORJAARSUIL (Operopthera brumata / Orthosia spp.) De bestrijding van kleine wintervlinder of voorjaarsuil dient plaats te vinden zodra de eerste larven uitkomen. Dit zal vaak samenvallen met de bloei van het gewas. Deze toepassing kan samenvallen met een toepassing tegen bladrollers. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Toepassingsstadium is vanaf het einde van het zwellen van de bladknoppen - de vruchten 50% van hun eindgrootte bereikt hebben (BBCH03-75). Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen uit te voeren per 12 maanden, waarvan maximaal één tijdens de bloei (BBCH5970). Zolang er rupsen blijven uitkomen, danwel zolang de vlucht voortduurt (d.w.z. zolang er motten in de feromoonvallen worden gevangen) wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Tijdens de gehele vlucht van de te bestrijden insecten moet het gewas bedekt zijn met het middel. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 10-14 dagen, in afwisseling met een product met een andere werkingswijze. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Dosis De dosis per behandeling is 170 g/ha haag. Dit komt overeen met 250 g/ha.

BLACK


Kersen-, krieken- en pruimenbomen Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de wintervlinders (Geometridae) en dient plaats te vinden zodra de eerste larven uitkomen. Dit zal vaak samenvallen met einde van de bloei (BBCH69). Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 1 toepassing per 12 maanden uit te voeren. Dosis De dosis per behandeling is 170 g/ha haag.

Dosis De dosis per behandeling is 170 g/ha haag.

Aardbeien (open lucht) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…) voor bloei en na oogst. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt en in totaal maximaal 6 toepassingen per 12 maanden uit te voeren.

Abrikoos en perzikbomen Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de: - bladrollers (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) - wintervlinders (Geometridae)

Dosis De dosis per behandeling is 170 g/ha.

Aardbeien (onder bescherming)

De toepassing tegen de overwinterende generatie van bladrollers dient plaats te vinden zodra de rupsen actief worden, danwel de eerste larven uitkomen. Het tijdstip dat de rupsen van de diverse soorten bladrollers actief zijn verschilt per soort.

Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…)

De bestrijding van wintervlinders dient plaats te vinden zodra de eerste larven uitkomen. In het geval dat zowel bladrollers als wintervlinders voorkomen, dan worden beide soorten gelijktijdig bestreden.

Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt uit te voeren met een interval van 7 - 10 dagen,

Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 1 toepassing per 12 maanden uit te voeren.


BLACK


Aalbessen (witte, rode, zwarte), blauwe bossen, rode bosbessen/veenbessen (open lucht) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris …) Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 1 toepassing per 12 maanden uit te voeren. Dosis De dosis per behandeling is 125 g/ha haag.

Druivelaars (voor wijnproductie) (open lucht) Gebruik STEWARD® kan voor bloei (BBCH 59) of na bloei (BBCH70-85) ingezet worden ter bestrijding van de: - trosrupsen (Lobesia botrana, Eupocelia ambiguella) - bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris,, …) - wintervlinders (Geometridae) - cicaden De bespuiting dient uitgevoerd te worden bij het uitkomen van de eitjes. Dit tijdstip hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen uit te voeren per 12 maanden. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 10-14 dagen

Dosis De dosis per behandeling is 125 g/ha haag.

Braamstruiken- en frambozenstruiken (open lucht) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van de bladrollers (Cacoecia, Spilonata, Argyroploce, Pandemis, Notocelia) Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 1 toepassing per 12 maanden uit te voeren. Dosis De dosis per behandeling is 125 g/ha haag.

BLADGROENTEN Slasoorten, andijvie, radicchio rosso en suikerbrood (onder bescherming) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…) Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt uit te voeren in andijvie, radicchio rosso en suikerbrood en slasoorten. Het interval tussen de toepassingen onder bescherming bedraagt 10 dagen, in afwisseling met een product met een andere werkingswijze.

BLACK



Babyleaf (geoogst tot het stadium 8 bladeren), rucola en spinazie (onder bescherming) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…) Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt en in totaal maximaal 6 toepassingen per 12 maanden uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen onder bescherming bedraagt 10 dagen, in afwisseling met een product met een andere werkingswijze. Dosis De dosis per behandeling is 85 g/ha.

Veldsla (onder bescherming) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…) Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 3 toepassingen per teelt uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen onder bescherming bedraagt 7-14 dagen, in afwisseling met een product met een andere werkingswijze.

Dosis De dosis per behandeling is 85 g/ha. VRUCHTGROENTEN (onder bescherming) Aubergine/eierplant, pepino, tomaten en paprika/Spaanse peper Augurk, courgette/pattison, komkommer, pompoen en meloen Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van rupsen van o.a. de Turkse mot (Chrysodeixis chalcites), floridamot (Spodoptera exigua), kooluil (Mamestra brassicae), groente-uil (Lacanobia oleracea), gamma-uil en andere Plusia-soorten en bladrollers. In tomaat, aubergine/eierplant, pepino en paprika/Spaanse peper kan STEWARD® ook ingezet worden ter bestrijding van Tuta absoluta. Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Het wordt aanbevolen de bestrijding te starten zodra de eerste rupsen(schade) worden waargenomen. Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 6 toepassingen uit te voeren per teelt, ongeacht de te bestrijden plaag. Zolang de plaag voortduurt wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 8 -14 dagen. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Dosis De dosis per behandeling is 50 g/ha haag. Dit komt overeen met 125 g/ha. Deze dosering van 125 gram/ha is gebaseerd op een gemiddelde gewashoogte van 2 m. Voor laagblijvende gewassen dient een minimum dosering van 85 g/ha. aangehouden te worden. Voor

BLACK


hoogopgaande gewassen dient tenminste 125 gram middel per hectare te worden gebruikt. De dosering kan naar boven worden aangepast tot een maximum van 250 g/ha. De onderstaande tabel kan daarbij als leidraad dienen. Gewashoogte (m)

Dosering (g/ha)

1,00

85

1,50

95

2,00

125

2,50

155

3,00

185

3,50

215

4,00

250

Zolang er rupsen blijven uitkomen, danwel zolang de vlucht voortduurt (d.w.z. zolang er motten in de feromoonvallen worden gevangen) wordt aanbevolen om een volgende behandeling uit te voeren. Tijdens de gehele vlucht van de te bestrijden insecten moet het gewas beschermd zijn. Het interval tussen de toepassingen bedraagt 8-14 dagen, in afwisseling met een product met een andere werkingswijze. Het kortste interval hanteren in geval van een snelle ontwikkeling van de plaag en bij een hoge infectiedruk. Dosis De dosis per behandeling is 85 g/ha. SUIKERMAÏS (open lucht) Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…)

KOOLGEWASSEN (open lucht) Sluitkool (kabuiskool), spruitkool, bloemkool (witte en groene) en broccoli

Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt.

Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van koolrupsen, zoals rupsen van de koolmot (Plutella maculipennis, Plutella xylostella), koolwitje (Pieris spp.), kooluil (Mamestra brassicae), late koolmot (Evergetis forficalis) en de koolbladroller (Clepsis spectrana). Het tijdstip van de eerste bespuiting hangt af van de ontwikkeling van de plaag. Feromoonvallen zijn zinvolle hulpmiddelen om het begin van de vlucht van de koolmot te bepalen. Ongeveer 7-10 dagen na de eerste vangst van een volwassen mot kunnen de eerste rupsen verwacht worden en dient de bestrijding te starten.


Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 3 toepassingen uit te voeren gedurende de teelt, ongeacht de te bestrijden plaag. Per 12 maanden zijn maximaal zes toepassingen toegestaan.

Gebruik STEWARD® kan ingezet worden ter bestrijding van bladvretende rupsen (Mamestra, Spodoptera, Autographa, Ortosia, Thaumetopoeidae, Pieris…)

KRUIDEN (consumptie bladeren en/of stengels) (onder bescherming) Kervel, bieslook, snijselder, koriander, dille, lavas, maggiplant, roomse kervel, peterselie, salie, rozemarijn, tijm, marjolein/oregano, citroenmelisse, basilicum, munt, laurier, dragon, engelwortel en karwij

BLACK


Aantal toepassingen en toepassingsinterval Het is toegestaan in totaal maximaal 2 toepassingen per teelt en in totaal maximaal 6 toepassingen per 12 maanden uit te voeren. Dosis De dosis per behandeling is 85 g/ha. De erkende dosis is de laagste dosis waarbij de beste werkzaamheid wordt gewaarborgd in de meeste gevallen. Deze dosis kan worden verlaagd onder verantwoordelijkheid van de gebruiker, bijvoorbeeld in teelten waarin de principes van de geïntegreerde bestrijding worden toegepast. Bij verlaging van de dosis is het niet toegelaten het maximale aantal toepassingen te verhogen, noch de wachttermijn voor de oogst te verkorten.

GEREEDMAKEN VAN DE SPUITVLOEISTOF • Begin met een schone spuitmachine; • Vul de tank voor de helft met water. Voeg de benodigde hoeveelheid middel toe en stel het roersysteem in werking (Wanneer gemengd wordt met andere pesticiden, voeg eerst de STEWARD® toe); • Vul de tank verder met water; • Houd tijdens het spuiten het roersysteem in werking; • Verpakkingen dienen zorgvuldig te worden geleegd, schoongemaakt met water, en het spoelwater te worden toegevoegd aan de tank.

LET OP: Overschotten nooit in de riolering gieten! De verpakking hermetisch sluiten om het product in de beste condities te bewaren. Maak niet meer spuitvloeistof aan dan noodzakelijk.

MENGINGEN Omdat het niet mogelijk is om alle mogelijke tankmix combinaties te testen, aanvaardt DuPont geen aansprakelijkheid voor tankmengingen welke niet bij naam genoemd worden als zijnde te mengen met STEWARD®. Raadpleeg hiervoor uw adviseur. Raadpleeg te allen tijde het etiket van de mengpartner. DRIFTMANAGEMENT Het overwaaien van spuitnevel (drift) naar oppervlaktewater (meren en sloten) moet worden voorkomen. Spuit daarom bij rustig weer met weinig wind. Neem de vereiste driftreducerende maatregelen in acht. BEHANDELINGSOVERSCHOTTEN De behandelingsoverschotten ca. 10 maal verdunnen en verspuiten op het reeds behandelde perceel volgens de gebruiksvoorschriften. Om spuitoverschotten na de behandeling te vermijden, moet de benodigde hoeveelheid spuitvloeistof nauwkeurig worden berekend aan de hand van de te behandelen oppervlakte en van het debiet per hektare. SCHOONMAKEN VAN DE SPUITAPPARATUUR Het is van groot belang en tevens goed agrarisch gebruik om de apparatuur direct na de behandeling zorgvuldig schoon te maken. 1. Vul de tank halfvol met water; 2. Het roersysteem in werking stellen en een aantal minuten laten werken; 3. Vervolgens dit mengsel verspuiten over het zojuist bespoten perceel; 4. De spuitdoppen en filters grondig reinigen; 5. Tenslotte de gehele machine (spuittank, spuitboom, leidingen en doppen) met schoon water doorspoelen.

BLACK


LET OP: • Vermijd verontreiniging van oppervlaktewater (meren, grachten, enz.) en zeker deze die voor irrigatie van culturen in aanmerking komen. RESISTENTIE Wanneer insecticiden met dezelfde werkingswijze herhaaldelijk toegepast worden, gedurende verschillende jaren, om dezelfde soorten insecten te bestrijden, in hetzelfde veld, kunnen bepaalde resistente biotypes, die van nature aanwezig zijn in een populatie, overleven en dominant worden in deze percelen. Een insect wordt als resistent of minder gevoelig aangemerkt als deze niet afdoende wordt bestreden bij de aanbevolen dosering en toepassingsmoment, onder normale weersomstandigheden. Sommige insecten (zoals bijvoorbeeld fruitmot) hebben reeds een resistentie ontwikkeld tegen commercieel verkrijgbare producten.

De mogelijke aanwezigheid van resistentie kan niet worden voorspeld. Raadpleeg uw adviseur voor aanbevelingen op het gebied van resistentiemanagement. BELANGRIJK Verkoper garandeert, dat de samenstelling van dit product overeenkomt met de chemische beschrijving, zoals vermeld op dit etiket. Verkoper kan alleen garanderen, dat het product redelijk geschikt is voor de doeleinden op het etiket vermeld, waar het onder normale omstandigheden wordt gebruikt in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing. De garantie vervalt bij gebruik van dit product in afwijking van de aanwijzingen, bij gebruik onder abnormale omstandigheden of bij gebruik onder omstandigheden, die redelijkerwijze niet door verkoper konden worden voorzien; in zulke gevallen draagt de koper het volledig risico. Enige andere garantie of aansprakelijkheid wordt door verkoper niet verstrekt noch aanvaard en mag ook niet uit het bovenstaande worden afgeleid.

Om te vermijden dat bovengenoemd fenomeen (versneld) optreedt, is het belangrijk dat de teler: • in hetzelfde gewas, in hetzelfde teeltjaar de toepassing van STEWARD® afwisselt of mengt met producten (of mengingen van producten) van een verschillende chemische groep, met een andere werkingswijze dan indoxacarb. • de ontwikkeling van de insect populaties volgt en STEWARD® toepast indien de economische schadedrempels worden behaald. Meer dan één toepassing kan noodzakelijk zijn om de populatie voldoende te onderdrukken. • de gebruiksaanwijzing, zoals deze op het etiket staat vermeld, met betrekking tot de dosering, het spuitinterval en het optimale toepassingsmoment opvolgt. Als gevolg van het unieke werkingsmechanisme van STEWARD® is het middel een belangrijke sleutel in de beheersing van de betreffende plaag in moeilijke situaties. STEWARD® bevat indoxacarb hetgeen behoort tot de chemische familie van de oxadiazinen. De werking wordt verkregen door de blokkering van de natriumkanalen in de zenuwcellen, die noodzakelijk zijn voor de overdracht van”prikkels” door natriumionen. Bovendien heeft STEWARD® geen onaanvaardbare effecten op vele nuttige insecten en mijten. Deze kunnen helpen bij de bestrijding van plaaginsecten.

Du Pont de Nemours (Belgium) B.V.B.A. Antoon Spinoystraat 6 - 2800 Mechelen - Tel.: 0032 475/415.415 Gefabriceerd in Frankrijk ®

Gedeponeerd handelsmerk van DuPont

BLACK


BLACK

STEWARD 30WG BE 250G BKL K-38039 19/01/15 13:44 Page28 K-38039/31501 - BELGIUM (GLUE PAGE) - PAGE 28

BELGIUM - (COVER) - PAGE 1

Recommend Documents