Belgische Marokkanen Een dubbele identiteit in ontwikkeling
Belgische Marokkanen Een dubbele identiteit in ontwikkeling
Abdallah Saaf Bouchra Sidi Hida Ahmed Aghbal Centre d’Etudes et de Recherches en Sciences Sociales, Universiteit van Rabat (Marokko)
ColoFon
Belgische Marokkanen. Een dubbele identiteit in ontwikkeling Cette publication est également disponible en français sous le titre: Belgo-Marocains des deux rives. Une identité multiple en évolution Een uitgave van de Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21 te 1000 Brussel AUTEURS
Abdallah Saaf, Centre d’Etudes et de Recherches en Sciences Sociales, Universiteit van Rabat (Marokko) Bouchra Sidi Hida, Centre d’Etudes et de Recherches en Sciences Sociales, Universiteit van Rabat (Marokko) Ahmed Aghbal, Centre d’Etudes et de Recherches en Sciences Sociales, Universiteit van Rabat (Marokko)
VERTALING COÖRDINATIE VOOR DE KONING BOUDEWIJNSTICHTING
Lieve De Meyer Françoise Pissart, directeur Benoît Fontaine, adviseur Anne-Françoise Genel, projectverantwoordelijke Karoline Impens, assistente
GRAFISCH CONCEPT VORMGEVING PRINT ON DEMAND
PuPiL Tilt Factory Manufast-ABP vzw, een bedrijf voor aangepaste arbeid Deze uitgave kan gratis worden gedownload van onze website www.kbs-frb.be Een afdruk van deze electronische uitgave kan (gratis) besteld worden : on line via www.kbs-frb.be, per e-mail naar
[email protected] of telefonisch bij het contactcentrum van de Koning Boudewijnstichting, tel +32-70-233 728, fax +32-70-233 727
Wettelijk depot: ISBN-13: EAN: BESTELNUMMER:
D/2893/2009/34 978-90-5130-668-2 9789051306682 1934 juni 2009 Met de steun van de Nationale Loterij
Belgische Marokk anen
4
Voorwoord
Wie zijn de Belgische Marokkanen, de mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen? De Koning Boudewijnstichting publiceerde een jaar geleden een rapport met de titel ‘Belgische Turken: Brug of kloof tussen Turkije en de Europese Unie’. Dat rapport stelde de resultaten voor van een onderzoek dat was toevertrouwd aan de Universiteit van Istanboel en dat een algemeen beeld schetst van de Turken in België. Het belang van een onderzoek van deze aard bestond er vooral in dat onderzoekers uit het land van herkomst een originele kijk konden hebben op de allochtonen van Turkse herkomst die in België wonen. Vorig jaar vroeg de Koning Boudewijnstichting de Universiteit van Rabat om een gelijkaardig onderzoek uit te voeren in verband met de personen van Marokkaanse herkomst die in België wonen. Die vormen namelijk een van de grootste migrantengemeenschappen in ons land. We willen niet verhullen dat zo een onderzoek ook interessant kan zijn met het oog op de vragen die voortkomen uit de moslimidentiteit van die gemeenschap en de ‘moeilijke relaties’ die sommige leden ervan soms blijken te hebben. Om deze groepen beter te leren kennen, heeft de Universiteit van Rabat een enquête gehouden bij vierhonderd personen van Marokkaanse herkomst die in België wonen. Daarnaast organiseerde de universiteit ook focusgroepen en kwalitatieve interviews. Dit onderzoek heeft heel wat resultaten opgeleverd. Het behandelt heel veel verschillende onderwerpen, zoals de banden van de Belgische Marokkanen met Marokko of met België, met de inwoners en de instellingen van die landen, thema’s als identiteit en integratie, de evolutie van de gezinsstructuur, … En in tegenstelling met het vaak stereotiepe beeld vormen de migranten van Marokkaanse herkomst en hun afstammelingen een heterogene groep, ongeacht het beschouwde criterium (politiek, sociaaleconomisch, religieus, cultureel), in die mate zelfs dat het verstandiger zou zijn om al meteen te spreken van de Marokkaanse gemeenschappen in België. Wij hopen dat dit onderzoek kan bijdragen tot een verbeterde kennis van het onderwerp. Het zal zeker ook discussie uitlokken en de verantwoordelijken voor het migratie- en integratiebeleid inspireren, net zoals de organisaties op het terrein en de leden van de Marokkaanse gemeenschap.
Belgische Marokk anen
5
De Stichting bedankt de auteurs van dit rapport, professor Abdallah Saaf, Bouchra Sidi Hida en Ahmed Aghbal van het ‘Centre d’Etudes et de Recherches en Sciences Sociales’ van de Universiteit van Rabat. De Stichting kon ook rekenen op de medewerking van een begeleidingscommissie en op de hulp van Belgische onderzoekers, met name Hassan Bousetta, Houssein Ouazraf, Sami Zemni en Hatim Sghir, die waardevolle ondersteuning hebben geboden aan het team van de Universiteit van Rabat. Wij willen hen daarvoor hartelijk bedanken.
Koning Boudewijnstichting
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
6
Begeleidings comiTé van de Koning Boudewijn stichting Islam en moslims in België
Koning Boudewijnstichting
•
Jamila Ben Azzouz, HR business partner, Randstad Belgium nv
•
Hassan Bousetta, onderzoeker FNRS, ‘Centre d’Etude de l’Ethnicité et des Migrations’, Université de Liège
•
Naïma Charkaoui, coördinatrice van het Forum van EthnischCulturele Minderheden
•
Jozef De Witte, directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding
•
Farid El Asri, doctorandus in de antropologie en de sociologie, ‘Centre interdisciplinaire d’études de l’Islam dans le monde contemporain’, Université Catholique de Louvain
•
Karin Heremans, directrice van het Koninklijk Atheneum Antwerpen
•
Imane Karich, consultant
•
Ural Manço, onderzoeker, Facultés Universitaires Saint-Louis
•
Michel Staszewski, leraar secundair onderwijs, wetenschappelijk medewerker, Faculté des Sciences psychologiques et de l’Education, Université Libre de Bruxelles
•
Dan Van Raemdonck, erevoorzitter van de Liga voor de Mensenrechten, professor taalkunde, Faculté de Philosophie et Lettres, Université Libre de Bruxelles
•
Sami Zemni, voorzitter van het Centrum voor Islam in Europa, Vakgroep Studie van de Derde Wereld, Universiteit Gent
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
7
Dankwoord
Graag willen wij de Koning Boudewijnstichting bedanken voor haar steun en samenwerking met het ‘Centre d’Études et de Recherches en Sciences Sociales’ (CERSS) van de faculteit voor juridische, economische en sociale wetenschappen van de Universiteit Mohamed V, Rabat-Agdal. Onze dank gaat ook uit naar de heer Thierry Eggerickx, directeur van de ‘Groupe d’étude de démographie appliquée’ (Gédap) van de ‘Université Catholique de Louvain’ en zijn assistente mevrouw Amal Behri, de heer Claude Sajotte, administratief verantwoordelijke van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie van de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie in Brussel, evenals de heer Ahmed Ouaghad, regionaal directeur van het ‘Haut commissariat au plan’ in Marrakech voor hun waardevolle hulp bij het verstrekken van statistische gegevens. Hassan Bousetta van de ‘Université de Liège’, Ural Manço en Houssein Ouazraf van de ‘Facultés Universitaires Saint-Louis’ in Brussel en ook Sami Zemni en Hatim Sghir van de Universiteit Gent waren zo vriendelijk om ondersteuning te bieden met informatie, pertinente opmerkingen of door het organiseren van focusgroepen. Onze erkentelijkheid gaat ook uit naar de heer Ambassadeur van Marokko in België, die bereid was een beetje tijd uit te trekken om de immigratie in België met ons te bespreken. Wij danken ook het onderzoeksbureau Research Solution dat het kwantitatieve onderzoek in de drie Belgische gewesten heeft uitgevoerd. Wij bedanken onze vrienden in België, met name Latifa Ait Bâala, Aziz Saret en Hassan El Bouharrouti, die ons verblijf in België leerrijk en aangenaam hebben gemaakt. Verder willen wij iedereen bedanken die op de een of andere manier heeft bijgedragen aan dit onderzoek, vooral de Belgische Marokkanen die bereid waren om informatie te verstrekken en te getuigen over de verschillende onderwerpen van ons onderzoek. Ook mevrouw Khadija Bentaleb, coördinatrice van het CERSS, zijn wij dank verschuldigd voor haar hulp bij allerlei administratieve en logistieke kwesties. Ten slotte mogen wij niet vergeten om alle leden van het begeleidingscomité van de Koning Boudewijnstichting te bedanken voor hun opmerkingen en hun medewerking tijdens het hele onderzoek. Mevrouw Nathalie Cobbaut verdient onze dank voor het nalezen van het verslag en haar opmerkingen die de inhoud ervan hebben verduidelijkt. Abdallah Saaf, Bouchra Sidi Hida en Ahmed Aghbal
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
9
Inhoudstafel
Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Begeleidingscommissie van de Koning Boudewijnstichting Islam en moslims in België . . . . . . . . . . . . 7 Dankwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Inhoudstafel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Samenvatting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Synthèse . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 Executive Summary . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Hoofdstuk I: Doelstellingen en methode . . . . . . . . . . . . . . . . 25 1. Context van het onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 2. Doelstellingen van het onderzoek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 3. Methode . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens . . . . . . . . . . 31 1. Plaats en herkomst van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 2. Redenen voor de immigratie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 3. Burgerlijke staat van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38 4. De Belgische Marokkanen en materiële goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 5. De talenkennis van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 1. Activiteits- en tewerkstellingsgraad . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49 2. Het levenspeil van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 3. Subjectieve sociale status . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 1. Perceptie van maatschappelijke problemen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 2. Vertrouwen in de instellingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 82 3. Mate van engagement in het politieke leven en in het verenigingsleven - Deelname aan het verenigingsleven . . . . . . . . . . . . . . 87 3. Lidmaatschap van politieke partijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
11
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 95 1. Gevoelens van de Belgische Marokkanen ten opzichte van de EU . . . . . . . 95 2. De samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de Europese Unie . . . . . . . 98 3. De Belgische Marokkanen en het versterkt statuut . . . . . . . . . . . . . . . 102
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen . . . . . . . . . . . . . . . 105 1. Identiteit en nationaliteit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105 2. Gehechtheid aan geloofsovertuigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 3. Democratische waarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 112 4. Sociaal-culturele waarden en algemeen welzijn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 115 5. Relaties en morele waarden binnen de familie gezin . . . . . . . . . . . . . . . 119 6. Interpersoonlijke relaties en verband met de cultuur . . . . . . . . . . . . . . 125 7. Relatie met de media . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 130
Conclusies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137 Bibliografie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
12
Samenvatting
In het kader van haar programma met betrekking tot de thema’s integratie en migratie wilde de Koning Boudewijnstichting een bijdrage leveren aan een betere kennis van de Marokkaanse gemeenschap in België, die een van de grootste migrantengemeenschappen in ons land is. Om een andere kijk te krijgen op de situatie van deze gemeenschap, vroeg de Stichting de Universiteit van Rabat om een rapport op te stellen dat een actueel portret schetst van de Belgische Marokkanen. Het onderzoek had betrekking op hun sociaaldemografisch profiel, hun gedrag en houding tegenover België, Marokko en de Europese Unie en biedt ook een beeld van de integratiedynamiek binnen de Marokkaanse gemeenschap en de belangrijkste problemen die er nog altijd zijn. Een van de vaststellingen van dit onderzoek is ongetwijfeld dat de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap heel veel verschillende gezichten en kenmerken heeft. De verzamelde sociaaldemografische gegevens bewijzen inderdaad dat zowel de burgerlijke staat, het aantal kinderen en de gezinsgrootte lijken te evolueren naar een grotere diversiteit en dat nieuwe gezinspatronen ontstaan (vrijgezellen, samenwonende partners, eenoudergezinnen, …). Ook de redenen voor de immigratie, die aanvankelijk gericht was op werk en gezinshereniging, lijken te evolueren. Daarbij duiken nieuwe strategieën op, vooral op basis van het huwelijk, die te verklaren zijn door het beperkende migratiebeleid van de Europese landen (waaronder ook België). Tegelijk blijken uit de sociaaldemografische gegevens ook een gehechtheid en sterke banden met het land van herkomst: 86,4% van de Belgische Marokkanen heeft namelijk een partner van Marokkaanse herkomst en slechts 8,5% is getrouwd met een Belg(ische). Ongeveer 30% van de ondervraagde Belgische Marokkanen is eigenaar van hun woning in België, maar 60% van hen heeft geïnvesteerd in de aankoop van onroerend goed in Marokko. Deze en andere elementen in het rapport wijzen op een gemengde identiteit die zich met de jaren en de generaties lijkt te vormen binnen de Marokkaanse gemeenschap en waaruit een dubbele gehechtheid blijkt aan het land van herkomst, Marokko, en aan het gastland, België. Het rapport bevat talrijke getuigenissen hiervan. Het onderzoek toont ook aan dat de Belgische Marokkanen zich in een kwetsbare sociaaleconomische en professionele situatie bevinden – iets wat ook al was gebleken uit andere onderzoeken. Het rapport wijst op grote regionale verschillen op het vlak van de armoedecijfers, waarbij de Belgische Marokkanen in Wallonië het slechts af blijken te zijn in de diaspora. Vrouwen zijn nog altijd achtergesteld op de arbeidsmarkt, net als jongeren. In dit verband wordt gewezen op de factor van
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
13
Samenvatting
‘discriminatie op het werk’, maar dat is zeker niet de enige oorzaak. Ook het gebrek aan opleiding en een zekere patriarchale druk op vrouwen kunnen deze situatie mee verklaren. Een ander belangrijk punt uit het rapport: het ingewikkelde samenspel tussen de gevoelens voor het ‘Moederland’, zoals we Marokko verscheidene keren tijdens het onderzoek hoorden noemen, en België. Op een enigszins geïdealiseerde manier zijn de ondervraagde Belgische Marokkanen veeleer optimistisch over Marokko en pessimistischer over de toekomst van België, ook al voelen zij zich hier gelukkig (subjectief gevoel). Maar wanneer zij vragen voorgelegd krijgen over precieze problemen, wijzen zij op typische moeilijkheden voor elk van de twee landen: in verband met Marokko vermelden zij corruptie, armoede en werkloosheid, evenals problemen op het vlak van democratie en mensenrechten. De Belgische samenleving wordt dan weer met de vinger gewezen voor haar onverdraagzaamheid tegenover de islam, het racisme dat er heerst en het feit dat de Belgische Marokkanen als buitenlanders worden behandeld en verder ook nog de werkloosheid, met een uitzonderlijke gevoeligheid voor racisme bij de Belgische Marokkanen in Vlaanderen. Het vertrouwen in de instellingen varieert ook van land tot land. Voor Marokko voeren de religieuze instellingen, de monarchie en de regering de lijst aan; voor België zijn dat de moskeeën, de instellingen voor gezondheidszorg en sociale zekerheid, de Belgische regering en ook de vakbonden. Net zoals in Marokko genieten de politie, de media en het parlement (zowel het Belgische als het Europese) in België een vertrouwen dat lager ligt dan het gemiddelde. Een interessant punt in verband met deze vergelijkende beoordeling van Marokko en België: de belangstelling voor de politiek die vrijwel onbestaande is als het om Marokko gaat (vooral omwille van de slechte werking van de politieke partijen), is veel sterker met betrekking tot België, vooral dan bij de Belgische Marokkanen in Wallonië. De deelname aan het politieke leven die wijst op een actief burgerschap, wordt gekenmerkt door een vrij sterke aanhang (bijna 40%) voor de socialistische partijen. Daarnaast moeten we ook wel vaststellen dat bijna 40% van de ondervraagde personen verklaart geen enkele affiniteit te hebben met de Belgische politieke partijen en zich niet verwant te voelen met enige partij. Daaruit blijkt eens te meer hoeveel verschillende houdingen we aantreffen binnen de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap. In verband met het beeld van de Europese Unie en de samenwerkingsrelaties tussen de EU en Marokko kunnen we stellen dat de ondervraagde Belgische Marokkanen zich voorzichtig en terughoudend opstellen, aangezien velen deze vragen niet beantwoorden, wat erop wijst dat het beleid en de doelstellingen van de EU niet voldoende zichtbaar zijn. Alleen de vraag of zij de EU beschouwen als economische mogendheid (57%), als gemeenschappelijk cultuurproject (9,2%), als democratie (10,2%) of als politieke en militaire macht (11,2%), leidde tot duidelijker standpunten. Een ander opvallend punt: de vrij negatieve houding van de Belgische Marokkanen tegenover de uitbreiding van de EU met de landen van Oost-Europa. Op dat vlak leidt de vrees voor negatieve gevolgen op economisch vlak tot afwijzende reacties tegenover deze nieuwe migranten. Ten slotte wijst het hoofdstuk over de identiteit, de sociaal-culturele waarden en de relaties van de Belgische Marokkanen nog maar eens op het concept van de gemengde identiteit in ontwikkeling binnen de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap in België, met een gemeenschappelijk kenmerk: de religieuze identiteit, ook al zijn er heel wat nuances in de mate van godsdienstigheid en intensiteit van religieuze gebruiken. Het rapport meldt de opkomst van een seculiere, individuele en tolerante Europese islam, die de islam en het christendom op gelijke voet beschouwt. Maar tegelijk wijst het ook op een versterkte geloofsovertuiging bij 45% van de Belgische Marokkanen, een hogere mate van godsdienstigheid in
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
14
Samenvatting
Brussel dan in de andere twee gewesten en op het bestaan van druk binnen de gemeenschap vanwege degenen die de religieuze voorschriften naleven tegenover degenen die daar meer afstand van nemen. Seksuele vrijheid en homoseksualiteit worden vrij algemeen gestigmatiseerd, trouwen met een nietmoslim wordt ook veeleer afgekeurd en een niet-gemengd huwelijk geniet de voorkeur boven een gemengde verbintenis. Met betrekking tot intermenselijke relaties en cultuur wijst het onderzoek op een geslaagde maatschappelijke integratie. 80% van de Belgische Marokkanen blijkt relaties te hebben met autochtone Belgen en er blijkt ook een openheid tegenover de Belgische cultuur te bestaan, ook al bezoeken ze ook Marokkaanse culturele locaties. Maar toch blijkt ook een zeker terugplooien op het kerngezin en een zekere armoede op het vlak van familie- en vriendenbezoek. Dit onderzoek levert dus een veelzijdig beeld op van de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap, dat best niet wordt beperkt tot een stereotiep beeld, maar dat we beter kunnen benaderen in al zijn rijkdom en diversiteit en dat een betere integratie mogelijk zou moeten maken met respect voor die zo kenmerkende gemengde identiteit.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
15
Synthèse
Dans le cadre de son programme relatif à l’intégration et à la migration, la Fondation Roi Baudouin a souhaité apporter sa contribution à une meilleure connaissance de la communauté marocaine de Belgique. Il s’agit en effet de l’une des plus importantes communautés de migrants établies dans notre pays. Afin de bénéficier d’un regard croisé concernant les réalités de cette communauté, la Fondation a demandé à l’Université de Rabat de réaliser un rapport qui brosse un portrait actualisé des Belgo-Marocains. Cette étude a porté sur leur profil sociodémographique, leurs comportements et attitudes envers la Belgique, le Maroc et l’Union européenne, mais rend également compte de la dynamique d’intégration à l’œuvre au sein de cette communauté et les difficultés qui restent prégnantes à ce jour. Un des constats qui émerge de cette étude est sans doute la multiplicité des visages et des caractéristiques que revêt la communauté belgomarocaine. Les données sociodémographiques récoltées montrent effectivement que tant l’état civil, le nombre d’enfants que la taille des ménages ont tendance à évoluer vers une plus grande diversité, faisant place à des nouveaux modèles de familles (célibat, cohabitation, ménages monoparentaux,…). Les motifs d’immigration, initialement orientées vers le travail et le regroupement familial, ont également tendance à évoluer, avec l’adoption de nouvelles stratégies, notamment d’ordre matrimonial, qui s’expliquent par les restrictions des politiques migratoires mises en œuvre dans les pays européens (dont la Belgique). Dans le même temps, un attachement et des liens puissants au pays d’origine transparaissent au travers des données sociodémo graphiques : en effet, 86,4% des Belgo-Marocains ont des conjoints d’origine marocaine contre seulement 8,5% qui sont mariés à des Belges. Si environ 30% des Belgo-Marocains interrogés sont propriétaires de leur logement en Belgique, 60% d’entre eux ont investi dans l’achat d’un bien immobilier au Maroc. Il s’agit d’éléments parmi bien d’autres présents dans le rapport qui attestent d’une identité mixte qui tend à se forger au fil des années et des générations au sein de la communauté marocaine et qui rend compte d’un attachement tant au pays d’origine, le Maroc, qu’à la patrie d’accueil, la Belgique. Les témoignages présents dans le rapport sont nombreux en ce sens. L’étude atteste également d’une situation socioéconomique et professionnelle précaire dans le chef des Belgo-Marocains, ce que d’autres recherches avaient déjà mis en lumière. Des disparités régionales importantes ont été repérées quant au taux de pauvreté, répertoriant les Belgo-Marocains de Wallonie comme étant les plus mal lotis parmi la diaspora. Les femmes restent marginalisées sur le marché
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
17
Synthèse
de l’emploi, tout comme les jeunes. À cet égard, le facteur ‘discrimination à l’emploi’ est mis en avant, mais il n’est sans doute pas le seul en cause, le manque de formation et une certaine pression patriarcale à l’égard des femmes pouvant également expliquer cette situation. Autre intérêt de ce rapport : l’articulation complexe des sentiments à l’égard de la Mère Patrie, comme on nomme le Maroc à plusieurs reprises dans l’étude, et de la Belgique. D’une manière un peu idéalisée, les Belgo-Marocains interrogés de façon générale sont plutôt optimistes en ce qui concerne le Maroc et davantage pessimistes quant à l’avenir de la Belgique, alors même qu’ils s’y sentent assez heureux (sentiment subjectif). Mais lorsqu’on les interroge sur des problèmes précis, ils pointent les difficultés propres à chacun de ces pays: si la corruption, la pauvreté et le chômage ou encore les problèmes de démocratie et de droits de l’homme sont cités concernant le Maroc, la société belge est pour sa part pointée du doigt pour son intolérance à l’égard de la religion musulmane, le racisme qui y règne et le fait d’être traité comme un étranger ou encore le chômage, avec une sensibilité exacerbée à l’égard du racisme chez les Belgo-Marocains installés en Flandre. Le degré de confiance dans les institutions varie également selon le pays, avec les établissements religieux, la monarchie et le Gouvernement en tête pour le Maroc ; les mosquées, les établissements de soins de santé et de sécurité sociale, le Gouvernement belge ou encore les syndicats en ce qui concerne la Belgique. Tout comme pour le Maroc, la police, les médias et le Parlement (que ce soit le Parlement belge ou européen) enregistrent, en Belgique, des taux de confiance bien en deçà de la moyenne. Point intéressant à relever concernant cette appréciation croisée du Maroc et de la Belgique : l’intérêt pour la politique, quasi-inexistant à l’égard du Maroc (notamment en raison du dysfonctionnement des partis politiques), est bien plus aiguisé pour ce qui est de la Belgique, particulièrement chez les Belgo-Marocains de Wallonie. La participation à la vie politique qui atteste d’une citoyenneté active se caractérise par une adhésion assez forte (près de 40%) aux formations socialistes. Cela étant, il faut également repérer près de 40% de personnes interrogées qui déclarent n’avoir aucune affinité avec les partis politiques belges et n’être proches d’aucun parti. Ce qui montre une fois encore la diversité des attitudes au sein de la communauté belgo-marocaine. À propos de la représentation de l’Union européenne et des relations de coopération entre cette dernière et le Maroc, on peut dire que les Belgo-Marocains interrogés adoptent une attitude prudente et réservée, l’absence de réponses aux questions étant assez importante et significative d’un manque de visibilité de la politique et des objectifs de l’UE. Seule la question relative à l’image de l’UE comme puissance économique (57%), projet de culture commune (9,2%) et de démocratie (10,2%) ou encore comme puissance politique et militaire (11,2%) a donné des prises de positions plus affirmées. Autre point à signaler: l’attitude assez négative des Belgo-Marocains à l’égard de l’élargissement de l’UE vers les pays de l’Est, la crainte d’en pâtir sur le plan économique étant présente et générant des réactions de rejet vis-à-vis de ces nouveaux migrants. Enfin, le chapitre consacré à l’identité, aux valeurs socioculturelles et aux comportements relationnels des Belgo-Marocains met une fois encore l’accent sur la notion d’identité mixte et en devenir au sein de la communauté belgo-marocaine de Belgique, avec un identifiant commun : celui de l’identité religieuse, même si de nombreuses nuances doivent être apportées au degré de religiosité et à l’intensité des pratiques religieuses. Le rapport fait état de l’émergence d’un islam européen sécularisé et individualisé, tolérant et mettant l’islam et le christianisme sur un pied d’égalité. Mais, dans le même temps, il signale un renforcement des croyances religieuses chez près de 45% des Belgo-Marocains, un degré de
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
18
Synthèse
religiosité plus élevé à Bruxelles que dans les deux autres Régions ou encore l’existence de pressions intra-communautaires de ceux qui obéissent aux préceptes religieux sur ceux qui s’en détachent davantage. La liberté sexuelle et l’homosexualité sont assez largement stigmatisées, le fait de se marier avec un non musulman, plutôt réprouvé et le mariage non mixte, privilégié par rapport aux unions mixtes. Quant aux relations interpersonnelles et au rapport à la culture, l’étude fait état d’une intégration sociale réussie, de l’existence de relations suivies dans le chef de 80% des Belgo-Marocains avec des Belges de souche et d’une ouverture à la culture belge, tout en fréquentant des lieux culturels marocains. Elle relève a contrario un certain repli social sur la famille nucléaire et une certaine pauvreté des visites dans la famille ou chez des amis. Cette étude donne donc une image multiple de la communauté belgo-marocaine qu’il convient de ne pas figer dans une image stéréotypée, mais bien d’appréhender dans toute sa richesse et sa diversité, et qui devrait permettre une meilleure intégration dans le respect de cette identité mixte qui la caractérise.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
19
Executive Summary Within the framework of its programme relating to integration and migration, the King Baudouin Foundation wanted to make a contribution to generating better knowledge of the Moroccan community in Belgium, one of the largest migrant communities in the country. In order to provide a new look at the realities of this community, the Foundation asked the University of Rabat to draw up a report that would provide an updated portrait of the Belgo-Moroccans. This study covers their sociodemographic profile, their attitudes and behaviour with regard to Belgium, Morocco and the European Union, but it also provides an account of the dynamics of integration at work within this community and the difficulties that still have resonance today. One of the findings to emerge from this study is without doubt the multiplicity of faces and characteristics of the Belgo-Moroccan community. The socio-demographic data collected show that whether it is a question of civil status, the number of children per household or household size, all are undergoing change and moving towards greater diversity, giving rise to new family models, including bachelorhood, cohabitation and multi-parent families. The reasons for immigration, which were initially related to work and family reunification, are also changing, with new strategies being adopted, especially in relation to marriage, which are explained by the migration policy restrictions implemented in European countries (including Belgium). At the same time, an attachment and strong links to the country of origin are evident in the socio-demographic data: 86.4% of BelgoMoroccans have spouses of Moroccan origin, compared with only 8.5% who are married to Belgians. Whilst 30% of the Belgo-Moroccans interviewed own their own homes in Belgium, 60% of them have invested in the purchase of property in Morocco. These are just a few of the elements in the report that attest to a mixed identity that shows a tendency to develop over time and the generations within the Moroccan community and which demonstrate an attachment both to the country of origin, Morocco, as well as to the adoptive home country. There are many comments in the report that support these findings. The study also bears witness to the precarious socio-economic and professional situation of Belgo-Moroccans, as highlighted in previous research. Large regional differences were found in the rates of poverty, showing the Belgo-Moroccans in Wallonia as the worst off among the diaspora. Women remain marginalized in the labour market, as do the young. In this regard, the factor of ‘discrimination in employment’ is underlined, but this is certainly not the only factor: lack of training and a certain patriarchal pressure on women are also possible explanations for the situation.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
21
Executive summary
Another interesting aspect of the report is the complex articulation of feelings with regard to the ‘Mother Country’, as Morocco was often referred to in the research, and Belgium. In a somewhat idealized way, the Belgo-Moroccans interviewed were generally rather optimistic about Morocco but more pessimistic about the future of Belgium, even though, subjectively, they also felt rather happy here. However, when they were asked about precise problems, they pointed out particular difficulties relating to each country: corruption, poverty, unemployment and the problems of democracy and human rights were mentioned in relation to Morocco, whilst they pointed the finger at Belgian society for its intolerance of Islam, racism and the fact of being treated like a foreigner, unemployment, and the exacerbated racism towards Belgo-Moroccans living in Flanders. People’s confidence in the institutions also varies according to the country, with religious establishments, the monarchy and the government top of the list for Morocco, whilst the mosques, healthcare and social security institutions, the Belgian government and trade unions were the most mentioned for Belgium. Just as for Morocco, the police, the media and the parliament (whether it be the Belgian or the European parliament) scored levels of confidence well below the average for Belgium. An interesting element to point out in this comparative evaluation of Morocco and Belgium is that interest in politics, which is practically inexistent regarding Morocco (notably because of the dysfunction of political parties there), is much stronger in Belgium, particularly among the Belgo-Moroccans of Wallonia. Participation in political life, which testifies to active citizenship, is characterized by rather strong membership (close to 40%) of socialist groups. Nevertheless, it should also be said that almost 40% of respondents said that they had no affinity with any Belgian political party and did not feel close to any of the parties either. Once more, we can see the diversity of attitudes present among the Belgo-Moroccan community. As far as representation to the European Union and cooperation relationships between the EU and Morocco are concerned, it can be said that the Belgo-Moroccans we interviewed adopt a somewhat prudent and reserved attitude, with a high level of non-response to questions about these aspects, signifying a lack of visibility of EU policy and objectives. Only the questions relating to the image of the EU as an economic power (57%), its project of common culture (9.2%) and democracy (10.2%), or as a political and military power (11.2%) led to more assertive positions being taken. A further point that should be highlighted is the rather negative attitude of the Belgo-Moroccans regarding EU enlargement to include Eastern European countries. Reaction to this subject showed a fear of suffering economically and generated reactions of rejection vis-à-vis these new migrants. Lastly, the chapter devoted to Belgo-Moroccans’ identity, socio-cultural values and relationship behaviour once more underlines the notion of the current and developing mixed identity within the Belgo-Moroccan community in Belgium, with a common identifying factor, that of religious identity, even allowing for the many nuances regarding the degree of religiosity and the intensity of religious practices. The study reports on the emergence of a more secularized and individualized European Islam, which is tolerant and places Islam and Christianity on an equal footing. Yet, at the same time, it signals a strengthening of religious beliefs for 45% of the Belgo-Moroccans (a degree of religiosity that is higher in Brussels than in Belgium’s other two regions), as well as the existence of intra-community pressure of those who obey religious precepts on those who have detached themselves from them. Sexual freedom and homosexuality are widely stigmatized, marriage to a non-Muslim is rather condemned and nonmixed marriage is favoured over mixed unions. As far as interpersonal relationships and culture are concerned, the report shows that for 80% of the Belgo-Moroccans there is successful social integration, the existence of sustained relationships with people of Belgian extraction and openness to Belgian
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
22
Executive summary
culture whilst still visiting Moroccan cultural premises. However, the report also shows that there is a certain social fallback on the nuclear family and a lack of visits in the family or to friends. This study thus shows a multifaceted image of the Belgo-Moroccan community that should not be frozen into a stereotyped image, but rather be appreciated for its great richness and diversity, and which should allow better integration whilst respecting the mixed identity that characterizes the community.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
23
Hoofdstuk I: Doelstellingen en methode 1. Context van het onderzoek Dit onderzoek is uitgevoerd in de context van de grote veranderingen die zich de laatste tijd hebben voorgedaan in de Marokkaans-Europese betrekkingen. Hoewel de overgang naar het tijdperk van de Europese Unie voor het Middellandse Zeegebied misschien maar één aspect is van een bredere evolutie, is de toekenning van het ‘versterkt statuut’ aan Marokko in oktober 2008 (waardoor Marokko een bevoorrechte partner van de EU is) een gevolg van de houding van de Marokkaanse overheid tegenover migratiethema’s. In vergelijking met andere landen in het zuidelijke Middellandse Zeegebied lijkt Marokko inderdaad een van de landen die de meeste aandacht en openheid hebben betoond tegenover het standpunt van Europa op het vlak van immigratie. Marokko heeft allerlei toegevingen gedaan om een goede leerling van de klas te zijn en zo het vertrouwen van de EU te winnen. Zo stemde het land in met de bewaking van zijn noordelijke grens, met het sluiten van terugname-akkoorden (dat wil zeggen verbintenissen tot samenwerking tussen de EU en derde landen over de terugkeer naar het land van herkomst van personen die op onregelmatige wijze in het land verblijven) en was het bereid om een heel belangrijke rol te spelen samen met Spanje bij het organiseren van de Europees-Afrikaanse conferentie over migratie en ontwikkeling van 10 en 11 juli 2006 in Rabat. Vanuit Europees oogpunt wordt immigratie vandaag gezien als een hoofdzakelijk negatief fenomeen. De Europeanen die het standpunt verdedigen dat de ontwikkeling van hun land vooral toe te schrijven is aan de bijdrage van de immigranten, hebben moeten inbinden tegenover een dominante stroming die vandaag pleit voor een strikter en repressiever beleid dat streeft naar een selectieve immigratie. Sommige landen van de EU hebben immers hun standpunt verstrengd, met de bedoeling om zo een eind te maken aan de legalisering van immigranten zonder papieren. Het controlemechanisme dat is ingevoerd, bestaat uit twee luiken. Het eerste luik streeft naar het opstellen van terugname-akkoorden (om immigranten opnieuw op te nemen in hun land van herkomst en akkoorden met de transitlanden), de oprichting van ‘detentiecentra’ en wil ook een algemene verstrenging van de repressieve maatregelen tegen clandestiene migranten. Dit eerste luik voorziet ook de oprichting van een Europees agentschap voor grenscontrole en het opzetten van patrouilles, iets waar Marokko aan de Marokkaans-Spaanse grens al aan meewerkt.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
25
Hoofdstuk I : Doelstellingen en methode
Het tweede luik heeft dan weer betrekking op repressieve maatregelen, in combinatie met economische maatregelen om de migratiedruk af te remmen. In deze evolutie spelen de eigen politieke bekommernissen van de gastlanden ongetwijfeld een rol. Een van de argumenten is dat xenofobie en racisme politiek voordelig zouden zijn voor extreem rechts, dat stelt dat de immigratiegolven de nationale identiteit van de betrokken Europese landen zou bedreigen. Dit verklaart dan ook de uitbreiding van de maatregelen tot inburgering die bepaalde Europese landen, waaronder ook België, de voorbije twee jaar hebben genomen, zoals taaltests, tests over waarden (bijvoorbeeld de relatie tot vrouwen), de plaats, de rol en het belang van symbolen van het gastland, de verbondenheid met het gastland en de aard van de banden met het land van herkomst. In de Verenigde Staten vormen deze tests al een courante praktijk, maar in Europa zijn dit nieuwe initiatieven, die wel leiden tot conclusies die bepalen of de betrokken personen al dan niet in staat zijn om zich te integreren. In die context is de dimensie van de openbare veiligheid steeds belangrijker geworden, al is dit misschien meer het geval in het discours dan in de praktijk, en zijn de grenzen van de maatregelen in verband met het toelaten en uitwijzen aanzienlijk verruimd. Vandaag zijn bepaalde mensen zelfs voorstander van het uitwijzen van kinderen of grootouders, iets wat een tijd geleden nog maar moeilijk denkbaar was – denk in dit verband aan het debat tussen Sarkozy en Royal, tijdens de laatste presidentsverkiezingen in Frankrijk. Er zijn ook nog andere factoren die deze ommekeer op het vlak van veiligheid mogelijk hebben gemaakt, zoals terroristische acties, de wijdverbreide overtuiging dat de islam de jihad preekt of het gevoel dat in de Europese landen leeft dat de eigen identiteit in gevaar zou zijn. In de landen van herkomst zijn de inspanningen van de bevoegde ministeries nog altijd vooral toegespitst op een versoepeling van de grensformaliteiten en de overdracht van lonen, de vereenvoudiging van bureaucratische beslommeringen, de wijziging van reglementaire en wettelijke bepalingen, het instellen van allerlei culturele voorzieningen (zoals de opening van Marokkaanse Huizen, …) of ook op de begeleiding van tijdelijke immigratie (bijvoorbeeld tussen Marokko en Spanje in het oogstseizoen). Het idee waarop al die initiatieven zijn gebaseerd is nog altijd hetzelfde als de voorbije decennia, waarbij de immigranten duidelijk worden gezien als ‘Marokkanen in het buitenland’. In het specifieke geval van Marokko wordt de discussie over immigratie overheerst door het streven om de relaties tussen de immigranten en de landen van herkomst te organiseren. Daartoe is een overlegstructuur (de Adviesraad voor Immigratie) opgezet die ruimte wil bieden voor overleg, discussie en voorstellen. De grote zwakte van dit lovenswaardige project is niet alleen de moeilijkheid om legitieme contactpersonen en partners te vinden, maar ook om de aard van de relaties tussen de nieuwe generaties emigranten en hun land van herkomst te bepalen. Verder speelt ook de vraag van de representativiteit van de gemeenschappen, die niet meer zo homogeen lijken als ze vroeger wel bleken. Ten slotte wordt de relatie van de immigranten met de landen van herkomst momenteel nog complexer doordat sommige landen hebben gekozen voor een geïnstitutionaliseerde religieuze omkadering van hun gemeenschappen. Dat geldt ook voor Marokko, dat heeft beslist om imams naar de gastlanden te sturen om er een gematigde islam te promoten. De algemene context wordt verder ook gekenmerkt door een nieuwe politieke en culturele sfeer in Marokko zelf. Het land kent een overgang naar een politiek leven met meer open publiek debat, de Marokkaanse overheid maakt duidelijk democratische keuzes en een cultuur van mensenrechten lijkt
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
26
Hoofdstuk I : Doelstellingen en methode
toch wat meer verworven te zijn… Die veranderingen hebben onvermijdelijk ook een aanzienlijke invloed op de gemeenschappen binnen en buiten het land, en dus ook op de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap, die zich heel zeker bewust is van die veranderingen in Marokko.
2. Doelstellingen van het onderzoek De immigratie verplicht de Europese landen, en dus ook België, om nader kennis te maken met de specifieke kenmerken van de buitenlandse gemeenschappen om zo te kunnen werken aan een betere integratie van de leden van die gemeenschappen. Daartoe moeten deze landen ook aandacht hebben voor de veranderingen binnen die gemeenschappen – in dit geval dus binnen de Marokkaanse gemeenschap die het voorwerp uitmaakt van dit onderzoek – en voor de veranderingen van buitenaf die hen beïnvloeden. Alleen op die manier kunnen de gastlanden de nieuwe realiteit leren kennen waarin de buitenlandse gemeenschappen leven. Dit onderzoek wil nagaan hoe de integratie verloopt in politiek, maatschappelijk, cultureel en economisch opzicht van de mensen uit Marokko die in België wonen1, en een actueel beeld schetsen van het sociaal-demografisch profiel van de Belgische Marokkanen en van hun houding en standpunten tegenover België, Marokko en de Europese Unie. Het onderzoek heeft de volgende specifieke doelstellingen: 1. elementen bepalen die typisch zijn voor de identiteit van de Marokkanen in België en enkele van hun gedragingen en hun waarden omschrijven; 2. hun mening kennen over vragen in verband met democratie, mensenrechten, politieke participatie, burgerschap en de politieke instellingen in België en in Marokko; 3. nagaan welke rol en strategieën de Belgische Marokkanen kunnen hanteren om bij te dragen aan de ontwikkeling van België en van Marokko. Het onderzoek heeft ook de ambitie om bij te dragen aan de wetenschappelijke kennis op het vlak van migratie, aan de hand van een kijk en een analyse uit een zuiders land, met name Marokko.
3. Methode De methodologische aanpak van het huidige onderzoek bestaat uit een combinatie van een kwantitatieve en een kwalitatieve benadering, aangevuld op basis van reeds bestaande studies over migratie en Belgische Marokkanen. Kwantitatieve benadering Het kwantitatieve onderzoek maakt gebruik van de methode van quotasteekproeven. Daardoor was het mogelijk om een precies aantal eenheden (of quota’s) te kiezen voor diverse betrokken subgroepen, op 1 Ongeacht hun nationaliteit, en die wij verder in dit rapport Belgische Marokkanen zullen noemen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
27
Hoofdstuk I : Doelstellingen en methode
basis van het principe van de verhoudingen tussen die groepen. Voor de samenstelling van de steekproef baseerde het onderzoek zich vooral op de statistieken van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) en het werk van Gédap (UCL)2 dat is uitgevoerd in het kader van het Initiatief Charles Ullens (Belgisch Interuniversitair Consortium over Immigratie en Integratie) in partnerschap met de Koning Boudewijnstichting. Wij hielden de enquête bij 401 personen, verdeeld over en vertegenwoordigd volgens de gewesten (Wallonië, Vlaanderen, Brussel) en ook volgens leeftijd, geslacht en sociaal-professionele situatie. Omdat het moeilijk was om te beschikken over betrouwbare en concrete statistieken, vooral in verband met de sociaal-professionele situatie, hebben we ons daarvoor moeten baseren op recente studies en op de medewerking van het onderzoeksbureau voor het samenstellen van de tabel voor de sociaalprofessionele categorieën (actief – niet actief). Tabel 1: Spreiding van de steekproef per regio België
Ondervraagde personen
%
189
47,1
35
8,7
4
1,2
Charleroi/Henegouwen
27
6,7
Antwerpen
86
21,4
Gent/Oost-Vlaanderen
21
5,2
West-Vlaanderen
6
1,5
Limburg
7
1,7
18
4,5
8
2,0
401
100
Brussel Luik Namen
Vlaams-Brabant Waals-Brabant Totaal
Tabel 2: Spreiding van de steekproef volgens geslacht en leeftijd Geslacht/leeftijd
15 -24
25 – 34
35- 44
45 - 54
55 en meer
Totaal
Vrouw
50 100.0
76 100.0
41 100.0
24 100.0
7 100.0
198 (49,4%)
Man
42 100.0
86 100.0
50 100.0
18 100.0
7 100.0
203 (50,6%)
2 Migrations internationales et populations d’origine étrangère. Approches statistiques et démographiques. Rapport Gédap – SPED – UCL, door T. Eggerickx , A. Bahri, N. met de medewerking van N. Dal, F. Peltier en J.-P. Sanderson, 2006.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
28
Hoofdstuk I : Doelstellingen en methode
Tabel 3: Spreiding van de steekproef volgens professionele situatie Vrouwen
Mannen
Totaal
21,2%
42,1%
31,8%
Tijdelijk werk
4,5%
5,4%
5,0%
Vrij beroep
1,5%
7,9%
4,8%
19,2%
22,8%
21,0%
Werkloos zonder uitkering
4,5%
5,9%
5,3%
Gepensioneerd
0,0%
2,0%
1,0%
Student
20,2%
13,9%
17,0%
Huisvrouw
28,9%
-
14,1%
100
100
100
Vast werk
Werkloos met uitkering
Totaal
Het onderzoeksbureau Research Solution hield in februari 2008 georganiseerde gesprekken. De vragenlijst werd overgenomen van het onderzoek over Belgische Turken, dat het ‘Centre of Migration Research’ en de Bilgi-universiteit van Istanboel uitvoerden op verzoek van de Koning Boudewijnstichting3. De lijst werd aangepast aan de Belgische Marokkanen. De vragen werden zo geformuleerd dat ze zouden leiden tot uitvoerige en duidelijke antwoorden, maar het was niet mogelijk om te vermijden dat er soms geen antwoord werd gegeven. De vragenlijst werd vertaald in het Arabisch en het Nederlands. Het gesprek duurde 35 à 42 minuten en omvatte 122 vragen, verdeeld over vijf thema’s: 1. demografische vragen 2. vragen in verband met Marokko 3. vragen in verband met België 4. vragen in verband met de Europese Unie 5. vragen in verband met de identiteit en de waarden van de Belgische Marokkanen Vragen in verband met de gewoonten van de Belgische Marokkanen op het vlak van liefdadigheid (filantropische vragen) zijn gespreid over het eerste en het derde deel van de vragenlijst. Voor het veldonderzoek van start ging, waren er in januari 2008 enkele briefingvergaderingen in Brussel, Charleroi en Antwerpen over het juiste gebruik van de vragenlijst en het goede verloop van de enquête. De resultaten van het veldonderzoek zijn verwerkt met behulp van de SPSS-software.
3 Belgische Turken. Een brug of kloof tussen Turkije en de Europese Unie, door Ayhan Kaya en Ferhat Kentel, december 2007
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
29
Hoofdstuk I : Doelstellingen en methode
Kwalitatieve benadering Ter aanvulling en verdieping van de resultaten van het kwantitatieve onderzoek zijn in november 2008 zes focusgroepen georganiseerd in Luik (2), Brussel (2), Antwerpen (1) en Gent (1). Daarnaast waren er ook nog een vijftigtal individuele gesprekken. De deelnemers aan de groepsgesprekken in Luik, Antwerpen en een van de focusgroepen in Brussel waren voor het grootste deel universitairen, intellectuelen, mannelijke politici, zakenmannen en -vrouwen en vertegenwoordigers van verenigingen van de eerste en de tweede generatie en ook werklozen. De tweede focusgroep in Brussel was specifiek gericht op vrouwen, actieve moeders, van de eerste en de tweede generatie. De groep in Gent bestond uit jonge mannen, studenten en arbeiders van de derde generatie met een leeftijd tussen 17 en 23 jaar.
Elke discussiegroep duurde ongeveer twee uur. Tijdens de eerste veertig minuten van elke focusgroep werden het onderwerp en de eerste resultaten van het onderzoek voorgesteld om de gelijklopende en uiteenlopende standpunten van de deelnemers over de onderzochte problematiek te kennen. De twee gespreksgroepen in Luik werden mee begeleid door Hassan Bousetta van het ‘Centre d’études de l’ethnicité et des migrations’ (CEDEM) van de Universiteit van Luik en door Bouchra Sidi Hida van het ‘Centre d’études et de recherches en sciences sociales’ (CERSS) van de Universiteit Mohamed V in Rabat. De gesprekken in deze groepen verliepen in het Frans. De twee gespreksgroepen in Brussel werkten onder leiding van Bouchra Sidi Hida in het gezelschap van Houssein Ouazraf, onderzoeker van het ‘Centre d’études sociologiques’ (CES) van de Universitaire Faculteit Saint Louis. De gesprekstaal in de eerste groep was Frans, in de tweede groep was dat Marokkaans en Frans. De groep in Antwerpen werd begeleid in het Frans en het Nederlands door Bouchra Sidi Hida en ook door Sami Zemni en Hatim Sghir, respectievelijk professor en doctorandus aan de Universiteit Gent (Centrum voor Islam in Europa). De gespreksgroep in Gent verliep onder leiding van Sami Zemni en Hatim Sghir en in het Nederlands. De getuigenissen in dit rapport zijn citaten van de deelnemers tijdens de gespreksgroepen. Naast de officiële individuele interviews konden we de informatie ook nog aanvullen op basis van informele gesprekken en vergaderingen met leden van verenigingen in Brussel.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
30
Hoofdstuk II: Sociaaldemografische gegevens
Dit deel van het rapport onderzoekt de demografische structuur van de Belgische Marokkanen op het vlak van hun sociale en economische positie, hun burgerlijke staat en hun onderwijssituatie in België.
1. Plaats en herkomst van de Belgische Marokkanen Volgens het onderzoek van GéDAP-SPED-UCL in 2006 in het kader van het initiatief C. Ullens – Koning Boudewijnstichting (2005 - 2006) zijn er 249 583 Belgische Marokkanen (aantal op 1 januari 2006). Op 1 januari 2001 waren er 210 924 Belgische Marokkanen.4 Sinds de ondertekening van het akkoord tussen Marokko en België over de tewerkstelling van 1964 kende het aantal Marokkanen (die enkel de Marokkaanse nationaliteit hebben) op het Belgische grondgebied een voortdurende stijging, tot er een daling intrad na 2001. In 1961 telde deze bevolkingsgroep 461 mensen. In 2001 waren er volgens de officiële statistieken 106 822, daarna begon hun aantal te dalen: 81 279 in 2005, 81 000 in 2006. Dit dalende cijfer wijst op het grote aantal naturalisaties, dat veel hoger ligt sinds de opeenvolgende wijzigingen van de Belgische nationaliteitswetgeving in 1984, 1991, 1995 en in 2000. Op die manier vormt de evolutie van het aantal Belgische Marokkanen een afspiegeling van de evolutie van het overheidsbeleid in het gastland.
Nationaliteit Van de mensen die hebben deelgenomen aan het onderzoek, had 78,1% (89,1% in Vlaanderen, 63,5% in Wallonië en 75,7% in Brussel) momenteel de Belgische nationaliteit. Wanneer we een onderscheid maken naar geslacht, heeft 81,8% van de ondervraagde vrouwen de Belgische nationaliteit tegenover 74,4% van de mannen. Verder heeft 4,5% de naturalisatieprocedure ingezet, 11% is van plan dat te doen en 5,7% heeft niet de bedoeling om naturalisatie aan te vragen.
4 Deze cijfers omvatten de mensen die momenteel de Marokkaanse nationaliteit hebben en zij die genaturaliseerd en van Marokkaanse herkomst zijn. De illegale immigranten komen niet in deze statistieken voor.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
31
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Figuur 1. Aandeel van personen met de Belgische nationaliteit 80%
60%
40%
78,1 %
20%
4,5%
0%
10,7 %
5,7%
1,0%
er rd nd oo Zo tw an et ni e b nti he te Ik in de de b he tie Ik ten in e ur ed oc t Pr op lo
Ja
Naturalisatie De getrouwde vrouwen zijn vaker genaturaliseerd (56%) dan de getrouwde mannen (44%). Dat verschil is nog sterker bij de vrouwen die in Marokko zijn geboren in vergelijking met de mannen. De wens tot naturalisatie wordt meestal in verband gebracht met scholing. Dat verband is nog duidelijker bij de vrouwen, vooral wanneer ze getrouwd zijn. De niet-genaturaliseerde getrouwde vrouwen hebben minder onderwijs genoten dan de genaturaliseerde getrouwde vrouwen. Tabel 1: Verband tussen geboorteplaats en onderwijsniveau Getrouwde vrouwen
Getrouwde mannen
Genaturaliseerd
Nietgenaturaliseerd
Totaal
Genaturaliseerd
Nietgenaturaliseerd
Totaal
3
0
3
1
1
2
Secundair
26
8
34
18
4
22
Hoger
19
1
20
19
3
22
Totaal
48
9
57
38
8
46
Lager
De wens tot naturalisatie varieert afhankelijk van de geboorteplaats en de scholing. Maar de stijging van het onderwijsniveau vormt een belangrijke integrerende factor wanneer de betrokken persoon niet in België is geboren. Dit valt op bij de niet-geschoolde getrouwde vrouwen, die opgesloten zitten in hun eigen wereld. Onderwijs vormt dan ook een middel tot emancipatie en het verkrijgen van de nationaliteit vormt voor de vrouwen een mogelijkheid om rechten te verwerven en meer vrijheid te hebben.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
32
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Geboorteplaats Meer dan de helft van de ondervraagde Belgische Marokkanen is in België geboren (53%) en 46% is in Marokko geboren. Meer dan 77% van deze laatste groep is ouder dan dertig jaar. Bij de groep die in België is geboren, is 70% jonger dan dertig jaar. Figuur 2. Geboorteplaats 60%
50%
40%
30% 52,6% 20%
46,4%
10% 0,7% 0% Marokko
België
Frankrijk
0,2% Land buiten Europa
Figuur 3. Herkomst van de mensen die in Marokko geboren zijn
60%
50%
40%
30%
20%
44% 32%
10%
19% 5%
0% Stad
Kleinere stad
Dorp
Geen antwoord
44% van de mensen die in Marokko geboren zijn, komt uit een stad en 19% komt uit een dorp. 32% gaf geen antwoord op deze vraag, omdat deze mensen niet weten in welke streek ze geboren zijn aangezien ze op heel jonge leeftijd naar België zijn gekomen of omdat ze niet kunnen bepalen of hun
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
33
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
streek van herkomst tot het platteland of tot de stad behoort. Zo getuigt deze Belgische Marokkaan van de eerste generatie uit Luik:
« … Ik ben naar België gekomen toen ik heel jong was… Ik ken niets van Marokko, ik weet niets van de politiek in Marokko… ».
Provincie waar de mensen die in Marokko geboren zijn, vandaan komen De Belgische Marokkanen die in Marokko geboren zijn, komen voor 44% uit de regio Oriental, die vooral een landelijke streek is en bestaat uit de provincies Oujda, Nador Angad, Berkane, Taourirt, Jrada en Figuig. De regio van Tanger-Tétouan komt op de tweede plaats met 19%. Daarna komen de regio van Grand Casablanca met 9% en de regio van Souss-Massa met 8%. De overige regio’s, zoals het zuiden en Gharb, zijn minder sterk vertegenwoordigd, met respectievelijk 7,6% en 3,5%. Figuur 4. Herkomst per regio in Marokko
50%
40%
44 %
30%
20% 19 % 10% 9%
8% 5%
6%
5%
4%
0%
a ar m sa s-E im lm e ue G an m a ul gh Bo di sar Fe u -O ia ft si ou an ha C -T ch ke ra t ar al M fil Ta sa ne rd ek M ra he -G a rb im ha ce G ou lh -E za Ta é al -S at ab R sa as M a snc us la So ab as C nd an ra ou G ét -T er ng Ta
l ta en ri O
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
34
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
De leeftijd bij vertrek naar België 33% van de ondervraagde personen in de steekproef verklaart Marokko te hebben verlaten toen ze tussen 15 en 20 jaar oud waren en 37% heeft het land verlaten op een leeftijd tussen 21 en 25 jaar. Het aandeel van personen die hun land hebben verlaten vóór de leeftijd van 15 jaar, bedraagt 22,7%. 6,8% is trouwens pas geïmmigreerd toen ze al dertig jaar of ouder waren. Figuur 5: Hoe oud was u toen u Marokko hebt verlaten? 40%
30%
20% 33,0 %
37,5 %
10% 6,8 %
0 -5 31
0 -3 21
ar ja
4,5 %
0 -2 15
5 1-
7,4 %
4 -1 11
0%
10 6-
10,8 %
Figuur 6 en 7: Hoe lang woont u al
buiten Marokko? (N=176)
in België? (N=258)
50%
40%
40% 30% 30%
20%
20%
44,3 %
32,3 % 23,3 %
10%
5,7 %
7,4 %
0%
14,0 %
16,3 %
24,1 % 5,8 %
9 -4 40
9 -3 30
9 -2 25
4 -2 20
9 -1 15
14 1-
9 -4 40
9 -3 30
9 -2 25
ar ja
10,2 %
4 -2 20
14 1-
8,5 %
9 -1 15
0%
8,0 %
10%
2. Redenen voor de immigratie In de ondervraagde steekproef verklaart 67,8% van de personen dat een van de leden van hun familie al naar België was geïmmigreerd op het moment van hun aankomst en 32,2% verklaart de eerste te zijn die naar België is gekomen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
35
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Figuur 8: Zijn er andere leden van uw familie vóór u naar België geïmmigreerd?
60%
Neen
Ja
40% 67,8%
20%
32,2%
0% Neen
Ja
De redenen voor de immigratie naar België hielden aanvankelijk vooral verband met werkgelegenheid en gezinshereniging, maar zijn na verloop van tijd enigszins geëvolueerd. Van de 46% personen die in Marokko zijn geboren, is 16% naar België gekomen om te werken en 10% om te studeren. De Belgische Marokkanen die om gezinsredenen naar hier zijn gekomen, vertegenwoordigen 23,5%: 13% is gekomen om te trouwen (20,7% van de vrouwen en 5,4% van de mannen) en 10,5% om bij hun ouders te komen wonen. Slechts 0,7% is naar hier gekomen op zoek naar verandering.
Redenen voor de immigratie en geboorteplaats Het valt op dat de redenen voor de immigratie variëren volgens de hierboven in figuur 4 vermelde verschillende regio’s in Marokko. Immigratie om te trouwen komt bijna twee keer vaker voor bij de mensen die geboren zijn in de noordelijke regio’s (de streek waar de immigranten vroeger vooral vandaan kwamen) dan bij personen uit de andere regio’s, zoals Casablanca en Rabat, die zich pas recentelijk op België zijn gaan richten. Wanneer de redenen voor de immigratie verband houden met werk, worden de verhoudingen omgekeerd: 28% bij de mensen uit de regio’s waar de migranten vroeger vandaan kwamen en 43% bij de mensen uit de streken van recentere immigratie. In de overige regio’s blijft het cijfer voor zowel de immigratie om te trouwen (13%) als om te werken (6,7%) lager dan het gemiddelde. Tabel 2: Redenen voor de immigratie volgens de administratieve regio’s in Marokko Administratieve regio’s
Werk
Huwelijk
Studie
Gezinshereniging
Overige
Totaal
Oriental, TangerTétouan, HousseimaTaza
28,3
39,1
17,4
10,9
4,3
100
Grand-Casablanca, Rabat-Salé-ZemmourZaere
43
21,5
14
21,5
00
100
Overige regio’s
6,7
13,3
40
33,3
6,7
100
27,6
27,6
23,2
20,5
1,1
100
Totaal
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
36
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
De immigratie omwille van gezinshereniging kent een wisselend aandeel afhankelijk van de regio’s. Dat aandeel is laag (rond de 11%) in de regio’s in het noorden, maar in de regio’s van Grand Casablanca en Rabat ligt het op 21,5%. In de overige regio’s ligt dat cijfer op 33%.
Een evolutie in de tijd Wanneer we de ruimtelijke en tijdelijke dimensies van de immigratie combineren, blijkt er toch een zekere regel waar te nemen. De meeste Belgische Marokkanen (68%) hebben familieleden in België; slechts 32% verklaart de eerste te zijn die immigreert. Uit de tienjaarlijkse evolutie van de migratienetwerken van de jaren 1960 tot vandaag blijkt er een verandering op te treden in de gewoonten in het gebruik van de verschillende netwerken, afhankelijk van het aantal in België doorgebrachte jaren. Tabel 3: Tienjaarlijkse evolutie van de migratienetwerken in % Jaren 1960
Jaren 1970
Jaren 1980
Jaren 1990
Sinds 2000
Grootouders
42
29,3
22
30,8
7,6
Echtgenote/echtgenoot
25
56
56
57,7
67,4
8
2,5
8
00
10
25
12,2
14
11,5
15
100
100
100
100
100
Moeder/vader Overige verwanten Totaal
Nauwe of minder nauwe verwantschapsbanden boden vroeger een mogelijkheid om de migratie te vergemakkelijken. Maar de oliecrisis van 1973 leidde tot een grote economische crisis en als onmiddellijk gevolg daarvan namen de traditionele Europese immigratielanden, waaronder ook België, beperkende maatregelen om de immigratie af te remmen. België ging in 1974 over tot de officiële stopzetting van de immigratie, maar toch heeft dit de aangroei van de buitenlandse gemeenschap, en met name de Marokkaanse, niet gestopt omwille van het effect van geboorten en gezinshereniging. De aanwezigheid van een van de echtgenoten in het buitenland heeft de migratie van de partner vergemakkelijkt (60%). Het beperkende migratiebeleid van de gastlanden heeft de migratie dus gericht op nieuwe strategieën, die verband houden met het huwelijk. In de jaren 1960 lag het aandeel van de mensen die immigreerden via het huwelijk niet hoger dan 25%; in de jaren 1990 is dat aandeel gestegen tot 56% en momenteel ligt het op 67,5%. De verwantschapsbanden verliezen dus aan belang als reden voor migratie ten opzichte van de huwelijksstrategieën. Die verwantschapsbanden vormden de grondslag voor de komst van 75% van de Marokkanen naar België. Dat cijfer is vandaag gedaald tot bijna 33%. De verandering in de mate waarin de verwantschapsbanden bijdragen aan de migratiedynamiek, wijst op een opmars van de nieuwe huwelijksstrategieën, wat ook kan betekenen dat de echtelijke band ‘geïnstrumentaliseerd’ wordt.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
37
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
3. Burgerlijke staat van de Belgische Marokkanen Als we kijken naar de burgerlijke staat van de Belgische Marokkanen, stellen we vast dat 53,1% getrouwd, 38,7% vrijgezel en 5,2% weduwe of weduwnaar is en dat 2,5% samenwoont. Figuur 9: Burgerlijke staat van de Belgische Marokkanen 60% 50% 40% 30% 20%
53,1 %
10%
38,7 % 2,5% 0,5%
5,2%
0%
n ee G rd oo tw r aa an
n
w
u
ed
w
e/
w
u
ed
W
el ez jg d ri en V on w en am S d w u ro et G
Getrouwd, vrijgezel of samenwonend Van de groep Belgische Marokkanen die in Marokko geboren zijn, is 71,5% getrouwd en 18,8% vrijgezel. Omgekeerd verklaart in de groep die in Europa is geboren, 56,1% vrijgezel te zijn tegenover 36,9% die getrouwd is en 4,2% die samenwoont. Figuur 10: Burgerlijke staat van de Belgische Figuur 11: Burgerlijke staat van de Marokkanen die in Marokko Belgische Marokkanen die geboren zijn in Europa geboren zijn 80%
60% 50%
60% 40% 40%
30%
71,5%
20% 20%
0%
8,6%
0,5%
0,5%
2,3%
4,2%
0%
ar na
uw
d
rd oo tw an
ed
w e/
uw
n ee G
ed W
en
on
w
el
ez
en
jg
i Vr
m Sa
ar
na
uw
ed
w
rd oo tw an
d uw ro et G
n ee G
e/
uw ed
W
d en
on
w
el
ez
en
m
ijg
Vr
Sa
d uw ro et G
Koning Boudewijnstichting
36,9 %
10%
18,8%
0,5%
56,1 %
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
38
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Herkomst van de echtgenoot/echtgenote De grote meerderheid van de Belgische Marokkanen heeft een echtgenoot/echtgenote van Marokkaanse herkomst (86,5%) en slechts 8,5% is getrouwd met een Belg(ische). Figuur 12: Herkomst van de echtgenoot 100%
80%
60%
40%
86,5 %
20% 4,0 %
0,9 %
3,6 %
2,7 %
2,2 %
0%
n/ aa
pe se
el
ss
ru B
r/ se
am
la
se pe ro Eu tie N n/ aa pe ro se Eu pe tro ie N Eu
ro
V
aa
g/
el
in
ss
m
ru
Eu
B
la
V
) se l( aa W e) (s an ka ok ar M
Aantal kinderen en gezinsgrootte 55,61% van de ondervraagde Belgische Marokkanen heeft geen kinderen en 44,39% verklaart wel kinderen te hebben. Van die laatste groep heeft 44,6% gemiddeld 1 à 2 kinderen, 30,5% heeft gemiddeld 3 à 4 kinderen en 7,3% heeft gemiddeld 7 kinderen en meer. Figuur 13: Hebt u kinderen?
Figuur 14: Hoeveel kinderen hebt u?
60%
50%
50%
40%
40% 30%
30%
55,61%
20%
44,6%
44,39%
20%
30,5% 10%
17,5%
10% 0%
7,3% 0%
Neen
Ja
1-2
3-4 5-6 Aantal kinderen
7+
29,36% van de gezinnen uit de steekproef bestaat uit 1 à 2 personen, 27,42% van de gezinnen telt 3 à 4 personen, 27,15% telt 5 à 6 personen en 16,05% van de gezinnen bestaat uit 7 personen en meer. Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
39
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Figuur 15: Uit hoeveel personen bestaat uw gezin?
30%
20% 29,36 %
27,42 %
10%
27,15 % 16,07 %
0%
1-2
3-4
5-6
7+
Algemeen gesproken lijkt het traditionele gezinsmodel (getrouwd paar met kinderen) af te nemen en plaats te maken voor nieuwe gezinsmodellen (alleenwonend, samenwonend, …). Naast de evolutie en verandering van het traditionele model is er ook sprake van een vermindering van de gezinsgrootte. Die verandering in de omvang en de structuur van de gezinnen bij de Marokkaanse bevolkingsgroep gaat gepaard met een toename van het aantal eenoudergezinnen en van het aantal mensen dat alleen woont.5
Echtelijke staat en migratiedynamiek Afhankelijk van de aard van de band (ouderlijk/echtelijk) die een rol speelt bij de migratie, zijn er aanzienlijke verschillen vast te stellen op het vlak van echtscheiding tussen de onderscheiden groepen. Tabel 4: Verband tussen migratienetwerk en huwelijkssituatie in % Getrouwd
Samenwonend
Vrijgezel
Weduwe-weduwnaar/ gescheiden
1. Groep die steunt op echtelijke band
52.8
2.5
40.4
4.3
2. Groep die steunt op ouderlijke band
51.4
3.7
35.8
9.2
De gegevens van tabel 4 moeten we als volgt analyseren: bij de eerste groep verklaart 49,4% van de mannelijke en 31% van de vrouwelijke vrijgezellen dat ze zijn geïmmigreerd om zich bij hun echtgenoot/ echtgenote te voegen. In deze categorie verbergt het aandeel van de vrijgezellen trouwens dat van de gescheiden personen. We hebben inderdaad kunnen vaststellen dat een deel van de mannen die verklaren dat ze vrijgezel zijn, eigenlijk naar België zijn gekomen nadat ze getrouwd waren geweest en enkele jaren later waren gescheiden.
5 Eggericks T., Bahri A., Perrin N., Migrations internationales et populations « d’origine étrangère », Approches statistiques et démographiques, op. cit.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
40
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
4. De Belgische Marokkanen en materiële goederen Eigenaars van een woning in België 28,9% van de Belgische Marokkanen is eigenaar van hun woning in België, 52,4% is huurder en 15% woont in de woning van de familie. De oppervlakte van de woningen varieert. 26,77% van de Belgische Marokkanen woont in een woning van 75 tot 99 m2, 13,39% woont in een woning met een oppervlakte groter dan 150 m2. Figuur 16: Bent u eigenaar van uw woning?
Figuur 17: Oppervlakte van de woning
60% 30%
50% 40% 20%
30% 52,4 %
20% 10%
10%
28,9 % 15,0 %
0%
15,49 %
9,45 %
2,0%
1,7%
26,77 %
25,98 %
13,39 %
8,92 %
-
r ee m
5 12
n da 0 15
2
50
m
2
m
0 15
2
m
2
4 12 010
m
n da
2
m
2
m
e
ili
m
fa
um
de
tr
n
en
9 -9 75
gc
va
rd oo tw an
an
g
in
4 -7 50
pv
on
r de in M
n ee G
O
W
r de ur Hu
ar
na
ge
Ei
0%
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
41
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Oppervlakte van de woning De correlatieanalyse toont dat de oppervlakte van de woning toeneemt met het maandinkomen. Dat wil zeggen dat de keuze van de oppervlakte van de woning verband houdt met de sociaaleconomische situatie van de mensen; hoe hoger het inkomen, hoe meer de betrokken persoon de neiging heeft om een grotere woning te kiezen en omgekeerd, hoe lager het inkomen, hoe kleiner de oppervlakte van de woning. Tabel 5: Wat is het maandelijks inkomen van het gezin? N
%
65
20.1
1001-1500 euro
120
37.0
1501-2000 euro
89
27.5
2001-3000 euro
41
12.6
9
2.8
324
100.0
Minder dan 1000 euro
3001 euro en meer Totaal
Correlatiematrix tussen diverse sociaaleconomische variabelen (leeftijd, maandinkomen en oppervlakte woning) 1 1. leeftijd
2
3
4
5
6
7
1.000
2. maandinkomen
.012
1.000
3 oppervlakte woning
.041
.290**
1.000
P < 0.05 ; ** P < 0.001
Eigenaars van een pand in Marokko In tegenstelling met de situatie in België is 60,6% eigenaar van een woning in Marokko. 39,4% verklaart geen enkel eigendom te hebben. De investering in een eigendom in het land van herkomst kan verband houden met verscheidene factoren. De eerste factor lijkt in verband te staan met het beleid van Marokko dat buitenlandse investeringen aanmoedigt door de invoering van fiscale, economische en administratieve hervormingen, met de bedoeling de belastingen te verminderen en de administratieve investeringsprocedures te verlichten (eenheidsloket voor investeringen). De tweede factor is de mogelijkheid tot het bezitten van een tweede eigendom voor vakantie in een zonnig klimaat tegen duidelijk lagere kosten in vergelijking met de woningen in België of in Europa. Marokko vormt trouwens voor de Europeanen, en onder andere ook de Belgen, een van de belangrijkste vakantiebestemmingen (Marrakech, Ouarzazate, Agadir, Essaouira, …) en is ook een van de belangrijkste landen voor het verwerven van onroerend goed of om te investeren in KMO-projecten. De derde factor kan verband houden met de gehechtheid van de Belgische Marokkanen aan twee landen, Marokko en België. Het getuigenis van deze Belgische Marokkaan is veelzeggend:
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
42
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
“Toen we klein waren, stelde men ons in Marokko altijd dezelfde vraag: wat heb je het liefst: Marokko of België? In België: heb je het liefst België of Marokko? Ze verplichten ons om een hiërarchische keuze te maken. Ik houd niet van dergelijke vragen. Ik houd van allebei!... Een deel van mij is Marokkaans… en een deel Belgisch, een deel Vlaams en een deel Waals… .”
Figuur 18: Hebt u eigendom in Marokko?
60%
40% 60,6% 20%
0%
39,4%
Neen
Ja
Eigenaars van een auto Meer dan de helft van de Belgische Marokkanen verklaart een auto te bezitten (56%), 45% heeft geen auto. De aankoop van een auto vormt voor de eigenaar een teken van vrijheid en zelfstandigheid, maar ook een middel tot mobiliteit op het Belgische grondgebied. Een auto is tegelijk een symbool van rijkdom, een waarde die de meeste Belgische Marokkanen proberen duidelijk te maken aan hun medeburgers in Marokko. Figuur 19: Hebt u een auto? 60% 50% 40% 30%
55,36%
44,64%
Ja
Neen
20% 10% 0%
Regelmaat van het bezoek aan Marokko 47,7% van de Belgische Marokkanen keert één keer per jaar naar Marokko terug, terwijl 15% meer dan één keer per jaar naar Marokko reist. 25,7% bezoekt het land alle twee of drie jaar en 8% bezoekt het zelden. Toch bezoekt slechts 3,7% van de Belgische Marokkanen Marokko bijna nooit meer uit gebrek
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
43
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
aan tijd, om economische redenen, omdat de familiebanden verbroken zijn of omdat ze moeten werken tijdens de vakantieperiode, zoals het geval is bij studenten. Figuur 20: Hoe vaak gaat u naar Marokko? 50%
40%
30% 47,4 %
20%
10%
25,7 %
15,0 %
3,7 %
8,0 %
0%
0,2 %
a g
n e e G
Ik k a
e d
rd o o tw n a
a
v
m o 2
r
a
à
r
e
e
k
ja
n
r
é
e
é
p
t ie n
r
e
r
n a
e
d
e
k
r e e k
d
n
r
e
in
é
e
M
n é E
E
M
3 r a ja
Een bezoek brengen aan de ouders (69,3%) is toch de belangrijkste reden waarom de Belgische Marokkanen terugkeren naar hun land van herkomst en bij dezelfde gelegenheid brengen zij er ook hun vakantie door (69,3%). De geografische afstand is vervaagd door de mogelijkheden van het luchtverkeer en de communicatiemiddelen, waardoor het gemakkelijker is om sociale relaties te onderhouden en solidair te blijven met de familie in het land van herkomst. Die band werd bijvoorbeeld duidelijk naar aanleiding van de aardbeving in de streek van Al Housseima, toen de meeste Belgische Marokkanen in actie kwamen om de mensen van die regio bij te staan. Die band blijkt ook op politiek vlak doordat de Belgische Marokkanen in actie komen voor nationale aangelegenheden en op economisch vlak door de overdracht van geld uit solidariteit, om de familie te helpen, maar ook om te investeren in het land van herkomst. Het aandeel van de inkomsten afkomstig van Marokkanen die in het buitenland wonen in de totale inkomsten van Marokko bedroeg in 2007 4,2% (Office des changes, 2008).
5. De talenkennis van de Belgische Marokkanen Kennis van de belangrijkste talen die in Marokko worden gesproken Uit de vergelijking van de verschillende figuren in verband met de talenkennis blijkt dat de Belgische Marokkanen uit de drie gewesten verklaren dat zij Marokkaans Arabisch kennen. De Belgische Marokkanen in Vlaanderen lijken een vrij beperkte kennis te hebben van het klassieke Arabisch (33,3% spreekt niet goed klassiek Arabisch en 43,5% kan het niet goed lezen en schrijven). Dit staat in tegenstelling tot de Belgische Marokkanen in Wallonië (43,2% spreekt heel goed klassiek Arabisch en 33,8% leest en schrijft het) en in Brussel. In dit laatste gewest spreekt en schrijft bijna de helft van de Belgische Marokkanen heel goed klassiek Arabisch.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
44
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
43,5% van de Belgische Marokkanen in Vlaanderen verklaart heel goed Amazigh (Berbers) te kennen en 51,6% lijkt het niet goed te lezen en te schrijven. 40,5% van de Belgische Marokkanen in Wallonië lijkt heel goed Amazigh te spreken, maar slechts 8,1% verklaart het heel goed te kunnen lezen en schrijven en 55,4% geeft geen antwoord. In Brussel spreekt 35,4% van de Belgische Marokkanen heel goed Amazigh en 14,3% verklaart het heel goed te kunnen lezen en schrijven. 44,4% geeft geen antwoord. Het uitblijven van antwoorden over het kunnen lezen en schrijven van Amazigh kunnen we verklaren doordat de transcriptie van het Amazigh in het tifinagh (het geschreven alfabet van het Amazigh) nog maar beperkt is tot een kleine minderheid. Die transcriptie van het Amazigh in het tifinagh is van start gegaan met de oprichting van het Koninklijk Instituut voor de Amazigh-cultuur (IRCAM) in 2001 en kende een vervolg met het proefproject van het ministerie van Nationale Opvoeding om in meer dan 300 scholen verdeeld over het nationale grondgebied tifinagh aan te leren en het Amazigh op te nemen in het Marokkaanse onderwijssysteem. We moeten hier ook nog vermelden dat het Tarifit, het Tamazight en het Tachelhit, de drie belangrijkste dialecten uit respectievelijk de noordelijke regio (Rif), de centrale regio (Midden-Atlas) en de zuidelijke regio (Souss) vooral mondeling werden aangeleerd en doorgegeven, zoals trouwens ook geldt voor het Marokkaans. Figuur 21: Kennis van de Arabische taal bij de Belgische Marokkanen in de drie gewesten Vlaanderen Spreken/begrijpen 40%
Wallonië
Lezen/schrijven 50% 40% 30% 20% 10% 0%
30% 20% 10% 0%
Spreken/begrijpen
Lezen/schrijven
50%
40,0%
40%
30,0%
30%
Brussel
20,0%
20% 10%
10,0%
0%
0,0%
Spreken/begrijpen
Lezen/schrijven
30,0%
30,0%
20,0%
20,0%
10,0%
10,0%
0,0%
0,0%
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie ord
ord
ord
rd
rd oo tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
rd oo tw an en d Ge l goe e He ed Go g ti d Ma goe t Nie
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
oo tw an en d Ge goe el Heed Go ig d t e Ma t go Nie
Figuur 22: Kennis van het Marokkaans Arabisch bij de Belgische Marokkanen in de drie gewesten
20,0%
0,0%
0,0%
20,0% 10,0% 0,0%
30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
ord
o tw an en d Ge l goe e He ed Go ig t d Ma goe t Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
Koning Boudewijnstichting
0,0%
64,9%
40,0%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
30,0%
Lezen/schrijven
14,81% 26,98% 19,58%
10,0%
Spreken/begrijpen
22,22% 16,4%
10,0%
11,6% 10,1% 26,8% 47,1% 4,3%
30,0%
Lezen/schrijven 40,0%
60,0%
6,8%
20,0%
25,36% 19,57% 18,84% 23,19% 13,04%
40,0%
Spreken/begrijpen
Brussel
16,2% 14,9% 20,3% 35,1% 13,5%
30,0%
50,0%
20,0%
Lezen/schrijven
6,8% 8,1% 13,5%
Spreken/begrijpen
Wallonië
10,6% 12,7% 21,7% 46,0% 9,0%
Vlaanderen
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
45
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Figuur 23: Kennis van het Amazigh bij de Belgische Marokkanen in de drie gewesten
50,0%
30,0%
40,0%
20,0%
30,0%
10,0% 0,0%
20,0% 10,0% 0,0%
14,3%
40,0%
44,4%
Lezen/schrijven
29,6%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Spreken/begrijpen
7,4%
Lezen/schrijven
4,2%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Brussel
12,2% 4,2% 11,1% 35,4% 37,0%
Spreken/begrijpen
12,2% 1,4% 6,8% 40,5% 39,2%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
21,0% 7,2% 8,7% 43,5% 19,6%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Lezen/schrijven
51,4% 7,2% 3,6% 8,7% 29,0%
Spreken/begrijpen
Wallonië
27,0% 5,4% 4,1% 8,1% 55,4%
Vlaanderen
rd oo tw an en d Ge oe g el He ed Gotig d Ma goe t Nie
ord
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
rd oo tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
o tw an en ed Ge l go e Heed Go tig d e Ma t go Nie
Kennis van het Frans en het Nederlands bij de Belgische Marokkanen De Belgische Marokkanen lijken perfect Frans te kennen. In Vlaanderen is er respectievelijk 55,8% en 55,1% dat heel goed Frans spreekt en schrijft. In Brussel vinden we ongeveer dezelfde verhoudingen, met respectievelijk 52,9% en 48,7% dat heel goed Frans spreekt en schrijft. Bij de Belgische Marokkanen in Wallonië ligt het percentage duidelijk hoger met 75,7% dat heel goed Frans spreekt en 77% dat het perfect leest en schrijft, terwijl de kennis van het Nederlands achterwege lijkt te blijven: slechts 5,4% verklaart heel goed Nederlands te spreken en 8,1% kan het heel goed lezen en schrijven. In Brussel ligt dat percentage duidelijk hoger en spreekt 30,96% heel goed Nederlands en kan 31,7% het heel goed lezen en schrijven. In Vlaanderen verklaart slechts 21,1% van de Belgische Marokkanen heel goed Nederlands te spreken en te schrijven. Meer dan 24% geeft geen antwoord. Figuur 24: Kennis van het Frans bij de Belgische Marokkanen in de drie gewesten Brussel
40,0%
20,0%
30,0%
10,0% 0,0%
20,0% 10,0% 0,0%
44,4%
50,0%
30,0%
14,3%
40,0%
29,6%
Lezen/schrijven
7,4%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Spreken/begrijpen
4,2%
Lezen/schrijven
12,2% 4,2% 11,1% 35,4% 37,0%
50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
ord
o tw an en d Ge oe g el He ed Gotig d Ma goe t Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
Koning Boudewijnstichting
Spreken/begrijpen
12,2% 1,4% 6,8% 40,5% 39,2%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
7,2% 9,4% 23,9% 55,8% 3,6%
60,0% 50,0% 40,0% 30,0% 20,0% 10,0% 0,0%
Lezen/schrijven
51,4% 7,2% 3,6% 8,7% 29,0%
Spreken/begrijpen
Wallonië
27,0% 5,4% 4,1% 8,1% 55,4%
Vlaanderen
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
46
Hoofdstuk II: Sociaal-demografische gegevens
Figuur 25: Kennis van het Nederlands bij de Belgische Marokkanen in de drie gewesten
0,0%
Lezen/schrijven
Spreken/begrijpen
Lezen/schrijven
40,0%
40,0%
40,0%
40,0%
30,0%
30,0%
30,0%
30,0%
20,0%
20,0%
20,0%
10,0%
10,0%
0,0%
20,0% 10,0% 0,0%
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie ord
ord
rd oo tw an en d Ge goe el He d e Go ig t d Ma t goe Nie
0,0%
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
ord
o tw an en ed Ge go el He ed Go tig d e Ma t go Nie
ord
ord
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
o tw an en ed Ge go el Heed Go tig d e Ma t go Nie
0,0%
10,0%
15,34% 14,81% 16,4% 30,69% 22,75%
10,0%
Spreken/begrijpen
Brussel
31,1% 17,6% 9,5% 8,1% 33,8%
20,0%
26,09% 18,84% 9,42% 21,01% 24,64%
30,0% 24,64% 14,49% 15,94% 21,01% 23,91%
25,0% 20,0% 15,0% 10,0% 5,0% 0,0%
Lezen/schrijven
29,7% 23,0% 9,5% 5,4% 32,4%
Spreken/begrijpen
Wallonië
19,0% 10,6% 14,3% 31,7% 24,3%
Vlaanderen
Kennis van andere talen bij de Belgische Marokkanen De Belgische Marokkanen blijken ook nog andere talen te leren: 29,68% verklaart Engels te kennen en 5,74% kent Spaans. Een groot deel van de Belgische Marokkanen (61,35%) geeft evenwel geen antwoord, wat we kunnen interpreteren als een gebrek aan talenkennis of het feit dat ze deze talen niet meer gebruiken en niet in staat zijn om hun kennis ervan te testen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
47
Hoofdstuk III: Sociaaleconomische situatie van de Belgische Marokkanen
1. Activiteits- en tewerkstellingsgraad Sociaal-professionele situatie Een van de opvallende kenmerken van de bevolking van Marokkaanse herkomst die in België woont, is het feit dat de meerderheid van de mensen in de actieve leeftijd een ongunstige of onzekere plaats heeft op de arbeidsmarkt. Volgens ons onderzoek heeft slechts 31,7% van de ondervraagde personen een vast arbeidscontract, 5% heeft tijdelijk werk. Het aandeel werklozen met een uitkering bedraagt 20,9% en 5,2% heeft geen uitkering. De groep van werklozen met of zonder uitkering vertegenwoordigt 32% van de actieve bevolking in de steekproef (zonder de studenten, gepensioneerden en thuiswerkende vrouwen). Uit het onderzoek blijkt ook dat een groep van 14,2% vrouwen buiten de arbeidsmarkt blijft. Figuur 1: Sociaal-professionele situatie
40% 30%
1, 0%
4, 7%
5, 0%
5, 2%
0, 2%
0%
14, 2%
17, 0%
20, 9%
10%
31, 7%
20%
P o
e
ti
p
li
e
e k e
li n g n
n
e
e ti li
s
n
jk
je
co
is
g
e
g
e
jd
n
/m
n
st
ri
a
e
ri
k
v
n
e
e
it
n
k
w
u
e
it
e
u
u
e
n
n
t
r
e
e
te
rd
ch
e
lu
n
v
o
m
e
ro
t
e
e
e
v
d
e
t
m
n
d
e
rs
zo
n
m
rs
en
e
ig
m
si
e
n
e
n
rk
ze
e
nd
n
ta
n
lo
rk
rk
fs
e
el
G
Z
W
e
w
te
e
n
m
ze
e
n
n
lo
e
is
d
rk
rk
u
tu
e
e
h
W
T
S
W
W
tr
ct
n
a
co
tr
a ct
Deze kwetsbare situatie op de arbeidsmarkt wordt bevestigd door de meeste personen die we interviewden tijdens de focusgroepen en de persoonlijke gesprekken, die elk op basis van hun ervaringen en op hun manier die kwetsbaarheid proberen te verklaren. Een oorzaak die regelmatig wordt vermeld, is de discriminatie op het werk. Deze jonge Belgisch-Marokkaanse journalist van de tweede generatie zegt daarover het volgende tijdens de focusgroep in Brussel:
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
49
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
“De Belgen van Marokkaanse oorsprong of allochtonen kennen tegenwoordig algemene en terugkerende problemen. Er is discriminatie bij de aanwerving, je krijgt niet de functie die je wenst en wanneer je een baan krijgt, word je gepest omwille van je herkomst en een verondersteld geloof. De clichés stapelen zich op. Binnen een instelling krijg je altijd een stempel opgedrukt… Er bestaat een soort schizofrenie… De oude demonen duiken op gezette tijden altijd weer op, afhankelijk van de politieke discussie, de internationale actualiteit...” Een jonge vrouw in Brussel bevestigt die vaststelling:
“Discriminatie bij het werk is een van de eerste zaken… die de Marokkanen hier meemaken, bij toegang tot bepaalde functies waar zij recht op hebben. Het is alsof zij schuldig zijn door hun uiterlijk of hun herkomst...”
Bovenop de economische factoren komen dus de factoren die verband houden met de herkomst en die worden nog versterkt door internationale gebeurtenissen die soms kunnen leiden tot gedragingen die nadelig zijn en een belemmering vormen bij de aanwerving. Een jonge Belgische Marokkaan die bij een Vlaams bedrijf werkt, vertelt tijdens de focusgroep in Gent over een onaangename ervaring:
“Ik had veertien dagen vakantie en de laatste dag voor ik vertrok had ik iets afgedrukt in het Arabisch. Ik weet niet eens meer wat het was… maar het was in het Arabisch, een heel onschuldige tekst. Ik had die geprint en aan de printer laten liggen en toen ik veertien dagen later uit vakantie terugkwam, was dat een groot drama. Ze hadden de tekst naar het kantoor gestuurd en hem laten vertalen door een externe persoon... Ze hadden ook mijn internetgebruik nagetrokken. Daarna zijn ze zich komen excuseren: ‘We hebben een beetje te zwaar gereageerd.’ Dat was wel grappig...”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
50
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Sociaal-professionele situatie volgens de gewesten Tabel 1 geeft een overzicht van de sociaal-professionele situatie van de ondervraagde personen in de drie gewesten.
Tabel 1: Sociaal-professionele situatie volgens gewest Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Totaal
29,9
25,7
35,4
31,8
Werknemers met een tijdelijk contract
5,8
10,8
2,1
5,0
Zelfstandigen
0,7
5,4
7,4
4,8
19,7
24,3
20,6
21,0
Werklozen zonder uitkering
2,9
6,8
6,3
5,3
Gepensioneerden
1,5
1,4
0,5
1,0
Studenten
21,9
9,5
16,4
17,0
Thuiswerkende vrouwen/meisjes
17,6
16,1
11,3
14,1
Totaal
100
100
100
100
Werknemers met een vast contract
Werklozen met een uitkering
We moeten in de eerste plaats vaststellen dat het Brussels Gewest zich onderscheidt van de andere gewesten door een hoger aandeel van werknemers met een vast arbeidscontract (35,4%). Wallonië wordt daarentegen gekenmerkt door een lager aantal vaste arbeidskrachten (25,7%) en door een vrij hoog cijfer van tijdelijke werknemers (10,8%) en werklozen (24,3% met een uitkering en 6,8% zonder uitkering). In het Brussels Gewest is 27% Belgische Marokkanen werkloos. In Vlaanderen is de werkloosheid onder de Belgische Marokkanen het laagst (22,6%). Het aandeel thuiswerkende vrouwen is er evenwel hoger dan in de andere gewesten. In Vlaanderen is 23% van de actieve bevolking – zonder rekening te houden met de categorie van studenten en gepensioneerden – een thuiswerkende vrouw. In het Brussels Gewest is dat 13,4% en in Wallonië 18,2%.
Soort van uitgevoerd werk Meer dan de helft van de ondervraagde mensen die werk hebben, zijn bedienden bij de overheid of in de privésector (28,2%), gevolgd door arbeiders die handenarbeid verrichten (18,2%). Het aandeel zelfstandigen (6%) blijft laag in verhouding tot het grote aantal mensen van Marokkaanse herkomst, die toch een van de belangrijkste niet-Europese buitenlandse gemeenschappen in België vormen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
51
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 2: Spreiding van de steekproef volgens het momenteel uitgevoerde werk 50,0%
40,0%
30,0%
20,0%
46,9% 28,9%
10,0%
18,2% 2,5%
3,5%
0,0%
i/ lu ts s ch ar ba ela Am nd ha en ig nd ta lfs Ze
s er id be Ar
rd oo tw an
n de en di Be
n ee G
Figuur 3 geeft de spreiding weer van de mensen die niet hebben geantwoord (46,9% van de ondervraagde personen) op de vraag welk werk ze momenteel uitvoeren volgens sociaal-professioneel statuut. Bijna alle personen die niet hebben geantwoord op deze vraag, namelijk bijna 92%, zijn studenten, thuiswerkende vrouwen en werklozen. Figuur 3: Spreiding van de mensen die niet hebben geantwoord volgens sociaal-professioneel statuut
40%
1,6%
2,7%
3,7%
0,5%
0%
11,2%
20,9%
10%
25,1%
20%
34,2%
30%
en rd ee on si en en ep G ig t nd me ct ta s tra lfs er n t Ze emt co et ac r kn as m t s on er v er c W en e em lijk e g kn ijd in r er t W en en tke e oz ui g kl r rin er e d W n ke zo en uit s oz kl en de je er t e en is W e k e m ern/m sw e ui uw Th o vr ten en ud St
Tabel 2 geeft een overzicht van de significante verschillen tussen de verschillende categorieën voor wat betreft het aandeel per soort uitgevoerde activiteit, verdeeld op basis van de criteria geslacht, geboorteplaats en naturalisatie.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
52
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Tabel 2: Huidig werk volgens geslacht, geboorteplaats en nationaliteit (%) Niet-genaturaliseerd en geboren in Marokko
Genaturaliseerd en geboren in Marokko
Genaturaliseerd en geboren in België
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Mannen
3,6
4,3
0,0
1,8
4,6
5,3
-
-
0,0
10,5
0,9
3,2
Bedienden
7,1
17,4
23,1
22,8
40,4
34,0
Arbeiders
17,9
28,3
7,7
38,6
2,8
24,5
Geen antwoord
71,4
50,0
69,2
26,3
51,3
33,0
Totaal
100
100
100
100
100
100
Vrije beroepen Ambachtlui/Handelaars
We stellen allereerst vast dat de mensen die genaturaliseerd en in Marokko geboren zijn, minder vertegenwoordigd zijn bij de vrije beroepen. Het vrij hoge aandeel van de niet-genaturaliseerden die een vrij beroep uitoefenen, kan wijzen op de komst van een nieuwe groep beter gevormde en betere bemiddelde immigranten op de arbeidsmarkt. De oude, veel minder geschoolde groep (de genaturaliseerden die in Marokko geboren zijn) is daarentegen oververtegenwoordigd in de sectoren van de kleinhandel, het ambachtelijk werk en de handenarbeid. De categorie van mensen die in België zijn geboren, telt meer bedienden in de overheids- en de privésector.
Verschillen tussen mannen en vrouwen Bij de analyse van de situatie van de mensen in de actieve leeftijd blijken er grote verschillen te bestaan tussen mannen en vrouwen op het vlak van werkgelegenheid, zoals blijkt uit tabel 3. Tabel 3: Spreiding van de steekproef volgens sociaal-professioneel statuut en geslacht (%)
Vrouwen
Mannen
Totaal
21,2
42,1
31,8
Werknemers met een tijdelijk contract
4,5
5,4
5,0
Zelfstandigen
1,5
7,9
4,8
19,2
22,8
21,0
4,5
5,9
5,3
0
2,0
1,0
Studenten
20,2
13,9
17,0
Thuiswerkende vrouwen/meisjes
28,8
-
14,3
Totaal
100
100
100
Werknemers met een vast contract
Werklozen met een uitkering Werklozen zonder uitkering Gepensioneerden
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
53
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Bij de actieve bevolking (zonder de gepensioneerden, studenten en thuiswerkende vrouwen) zijn er veel minder vrouwen dan mannen die een activiteit uitoefenen, van welke aard ook (38,3% tegenover 55,4%). Bij de actieve bevolking is het percentage werklozen ook hoger bij de vrouwen dan bij de mannen (33,3% tegenover 28,7%). Als we rekening houden met de vrouwen die niet actief zijn om gezins- of andere redenen, stellen we vast dat de deelname van vrouwen aan de arbeidswereld gering is; zo is meer dan 61,7% van de vrouwen om de een of andere reden niet op de arbeidsmarkt vertegenwoordigd. Genderdiscriminatie kan een van de redenen zijn waarom immigrantenvrouwen geen toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Dit vertelde een vrouw die bij Volksgezondheid werkt tijdens de focusgroep in Brussel:
“Wanneer je geïntegreerd bent en ze je kwaliteiten toekennen, word je zoals iedereen… Maar ondanks die integratie blijf je een immigrant en verder zijn er ook nog bijkomende gendergebonden moeilijkheden. Zodra je beslist om een gezin te stichten, heb je ook discriminatie van zwangere vrouwen… Je mag niet meer werken…”
Arbeidsmarkt en geboorteplaats Als we de arbeidsmarkt bekijken, blijken er bij vergelijking van de situatie van de mensen die in Marokko geboren zijn en die van de mensen die in België geboren zijn, duidelijke verschillen te bestaan in tewerkstellingsgraad, vooral bij de vrouwen. Tabel 4: Tewerkstelling en werkloosheid volgens geslacht en geboorteplaats (%) Vrouwen
Mannen
Geboren in Marokko
Geboren in België
Geboren in Marokko
Geboren in België
Vast of tijdelijk werk
22,1%
46,3%
62,2%
70,0%
Werkloos
20,8%
38,7%
37,8%
30,0%
Thuiswerkende vrouw
57,1%
15,0%
-
-
100
100
100
100
Totaal
Op het eerste gezicht zien we dat het aandeel van de vrouwen die in Marokko geboren zijn en vast of tijdelijk werk hebben (22,1%) meer dan twee keer zo laag is als dat van de vrouwen die in België geboren zijn (46,3%). Bij de vrouwen die in Marokko geboren zijn, bedraagt het aandeel van de thuiswerkende vrouwen 57,1%, het percentage van de thuiswerkende vrouwen die in België geboren zijn, is daarentegen maar 15%. Dit verschil is niet toe te schrijven aan het opleidingsniveau, aangezien we in dit verband geen statistisch significant verschil hebben vastgesteld tussen deze twee groepen. Volgens de verzamelde gegevens lijkt de belangrijkste reden voor het verschil tussen de twee groepen vooral verband te houden met de leeftijd. De helft van de thuiswerkende vrouwen die in Marokko geboren zijn, is immers ouder dan veertig jaar, met een gemiddelde leeftijd van 44 jaar, terwijl 96% van de thuiswerkende vrouwen die in België geboren zijn, jonger is dan veertig jaar, met een gemiddelde leeftijd van 32 jaar.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
54
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Opvallend is ook dat de tewerkstellingsgraad bij de mannen meestal hoger ligt dan bij de vrouwen, ongeacht de geboorteplaats van de betrokken personen. Bovendien kent het aandeel van de werkenden in de categorie van de mannen die in België geboren zijn een tewerkstellingsgraad die overeenstemt met die van de Belgische mannen (68,7% in 2007)6.
Tewerkstellingsgraad en naturalisatie Door gebruik te maken van een ander criterium van rangschikking, zoals de naturalisatie, krijgen we meer genuanceerde resultaten voor de categorie van de mensen die in Marokko geboren zijn. Tabel 5: Tewerkstelling en werkloosheid volgens geslacht, geboorteplaats en nationaliteit (%) Niet-genaturaliseerd en geboren in Marokko
Genaturaliseerd en geboren in Marokko
Genaturaliseerd en geboren in België
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Mannen
Werknemers met een vast of tijdelijk contract
28
52.68
19.6
67.3
45.3
70
Werklozen
24
47.23
19.6
32.7
40
30
Thuiswerkende vrouwen
48
-
60.8
-
14.7
-
100
100
100
100
100
100
Totaal
De gegevens van tabel 5 wijzen inderdaad op een hogere tewerkstellingsgraad bij de genaturaliseerde mannen die in Marokko geboren zijn ten opzichte van de niet-genaturaliseerde in Marokko geboren mannen. Bij de categorie ‘thuiswerkende vrouwen’ is het aandeel van de genaturaliseerde vrouwen die in Marokko geboren zijn daarentegen hoger dan dat van de niet-genaturaliseerde en in Marokko geboren thuiswerkende vrouwen (61% tegenover 48%). Die verschillen zouden ook hier weer te verklaren kunnen zijn door het effect van de leeftijd, aangezien de gemiddelde leeftijd van de genaturaliseerde thuiswerkende vrouwen 45 jaar bedraagt en die van de niet-genaturaliseerde thuiswerkende vrouwen slechts veertig jaar. Maar deze ene verklaring lijkt niet te volstaan om het fenomeen te begrijpen: de thuiswerkende vrouwen die de Belgische nationaliteit hebben verworven, zijn inderdaad ouder dan de niet-genaturaliseerde vrouwen, maar zij zijn ook meer geschoold, al telt deze groep ook een klein aandeel van vrouwen die geen enkel formeel onderwijs hebben genoten (7,7%). Het onderwijsniveau van de niet-genaturaliseerde thuiswerkende vrouwen ligt amper hoger dan het stadium van secundair onderwijs.
6 Onderzoek naar de arbeidskrachten. Persbericht van Eurostat op internet, gepubliceerd door de persdienst van Eurostat: http://ec.europa.eu/eurostat.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
55
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 4: Onderwijsniveau van de genaturaliseerde thuiswerkende vrouwen
40%
30%
20%
38,5% 30,8%
10%
15,4% 7,7%
7,7%
0%
ie nt ce Li
he sc ni ng ch idi Te ple o
e og
e ar lb de l id o M ho sc ol ho sc
H
n
ee G
De aanwezigheid van vrouwen op de arbeidsmarkt Figuur 4 geeft een idee van het opleidingsniveau van de genaturaliseerde vrouwen, dat vrij hoog ligt. Het terugplooien van deze vrouwen op hun huishouden zou dan ook toe te schrijven kunnen zijn aan de uiting van een patriarchale autoriteit tegenover de vrouwen, die haar oorsprong vindt in de gezinsstructuur. In de interpersoonlijke relaties zouden de patriarchale banden (vader, echtgenoot, broer, …) druk uitoefenen op de vrouwen en hun de toegang tot de arbeidsmarkt verhinderen. De getuigenis van deze genaturaliseerde vrouw tijdens de focusgroep in Brussel is in dit verband veelzeggend:
“Toen ik hier in het begin aankwam (in Brussel), leek het huis echt donker, omdat het niet was zoals ik het me had voorgesteld, het was verschrikkelijk… Ik kwam uit Tanger. Mijn man was helemaal anders dan toen ik hem leerde kennen. Ik zat opgesloten in huis. De problemen begonnen al meteen toen ik aankwam… Dat kwam door mijn man. Ik heb negen jaar bij hem gewoond en het was de hel. Ik woonde op de tweede verdieping en ik mocht niet naar buiten. Het heeft enkele maanden geduurd voor ik het huis uit mocht. Ik mocht niet werken, ik ben naar hier gekomen om mijn studie af te maken en te werken, in Marokko was ik verpleegster. Ik zat opgesloten, werkelijk opgesloten. Daarna had ik er genoeg van en heb ik mijn man verlaten… Ik heb mij toegelegd op de kinderen, ik heb drie kinderen, ik volgde hun schoolwerk… Tot op vandaag heb ik nog altijd niet gewerkt, ik was bang, maar ik ben nu wel lid van enkele verenigingen.”
Een andere vrouw uit de discussiegroep in Brussel bevestigt deze druk op vrouwen:
“Vroeger mochten we niet buitenkomen, zoals zij zegt. Ik was ziek, ik heb een zenuwinzinking gehad… Ik had problemen met mijn vader, niet met mijn echtgenoot...”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
56
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Maar het terugplooien van de vrouwen op hun huishouden zou ook verband kunnen houden met andere factoren, zoals discriminatie. Dat merken we wanneer we de antwoorden onderzoeken van de personen die zijn ondervraagd over de grootste moeilijkheden die zij in België kennen. De geïnterviewde personen kregen een lijst met twaalf ‘problemen’ voorgelegd met de vraag om twee problemen te kiezen die zij als bijzonder belangrijk beschouwen. Bij de thuiswerkende vrouwen in de categorie van de genaturaliseerde buitenlanders was het grootste probleem voor 19,23% van hen ‘het gebrek aan respect tegenover onze godsdienst’. 17,21% klaagde over het ‘racisme’ als belangrijkste probleem, 13,46% drukte het gevoel uit dat ze ‘als buitenlanders worden behandeld’ en 9,62% vernoemde de ‘werkloosheid’. Als tweede belangrijkste probleem vermeldde 25% het ‘racisme’, 11,5% ‘het gebrek aan respect voor de identiteit’ en 9,6% antwoordde ‘de godsdienst’. Bij de thuiswerkende nietgenaturaliseerde vrouwen vermeldde 32% in de eerste plaats het probleem van de ‘werkloosheid, 18% klaagde over ‘het gebrek aan respect voor de godsdienst’, 14,3% heeft het gevoel ‘als buitenlander te worden behandeld’… Het tweede belangrijkste probleem dat de vrouwen uit deze groep vermeldden, was voor 28% het ‘racisme’ en voor 14,3% het gevoel ‘als buitenlander te worden behandeld’.
De onzekere situatie van de Belgische Marokkanen op de Belgische arbeidsmarkt De versoepeling van de Belgische nationaliteitswet was allicht bedoeld om de integratie van de immigranten te bevorderen, maar de reikwijdte ervan blijft beperkt en heeft in elk geval in de praktijk niet geleid tot een aanzienlijke verbetering van de positie van de genaturaliseerde personen op de arbeidsmarkt. De versoepeling biedt misschien kansen voor de toekomstige generaties, zoals nu al blijkt uit de gunstiger situatie van de tweede generatie op de arbeidsmarkt. Op dit moment raken de personen die onlangs zijn genaturaliseerd, geleidelijk aan gemarginaliseerd op de arbeidsmarkt of werken zij meer in de sectoren met onzekere arbeidsplaatsen en lage lonen. Deze Belgische Marokkaan en vakbondsman licht tijdens de focusgroep in Antwerpen de situatie van de Marokkanen in zijn streek toe:
“ … De werkloosheid is hier veel hoger… De Marokkanen zijn hier echt de werkende klasse, zij zijn werkelijk het proletariaat... Ik werk voor de vakbond, dus ik zie de meeste mensen die bij ons komen omdat ze werkloos zijn. Het zijn Marokkanen en Turken, ... dus dat is dramatisch! Een van mijn collega’s houdt zich enkel met die gevallen bezig… Ik heb het echt over het oprukkende proletariaat! Er bestaat een maatschappelijke subklasse die steeds groter wordt…”
Ook deze arbeider bevestigt de kwetsbare situatie op de arbeidsmarkt:
“Ik ben metselaar en ik woon al dertig jaar in België. Toen ik uit Marokko vertrok, had ik het niveau van het derde jaar universiteit… Bac+3. In België heb ik een beroepsopleiding gevolgd bij Forem (de Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding)…”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
57
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Door de moeilijkheden om toegang te krijgen tot de arbeidsmarkt, maar ook door de onzekerheid van de arbeidsplaatsen die ze verwerven, verliezen de jongeren de moed. Een jonge Belgische Marokkaan van de derde generatie uit Gent, verklaart:
“Het zal moeilijk worden om werk te vinden. Als jongeren zullen wij meer problemen hebben om werk te vinden, tenzij je natuurlijk arbeider wordt… of dat je in het zwart werkt…”
Sommige Belgische Marokkanen (net zoals sommige Belgen trouwens) maken gebruik van tactieken en strategieën om te overleven zoals zwartwerk of maken misbruik van bepaalde beleidsmaatregelen, zoals de werkloosheidsuitkering:
“… Ik woon in de buurt van Luik. De meeste Marokkanen zijn werkloos…. Zodra de mensen stempelgeld krijgen, stoppen ze met werken. Een geschoolde metselaar tweede klasse verdient bijvoorbeeld 1500 euro en een werkloze krijgt als gezinshoofd 1200 euro. Sommigen zeggen dat ze in plaats van te gaan werken en zich moe te maken voor 1500 euro liever 1200 euro krijgen en werkloos blijven. Ik ken ouders die hun dagen op café doorbrengen…” Andere werklozen ontvangen geen enkele steun van de overheid (werkloosheidsuitkering) omdat zij geen bijdrage leveren aan het solidariteitssysteem.
De problemen van de jonge Belgische Marokkanen bij het zoeken naar werk Jonge immigranten van de derde en de vierde generatie stellen zich vragen over hun toekomst en vragen zich af of ze ooit fatsoenlijk werk zullen vinden. Deze jonge Belgische Marokkaan van de derde generatie getuigt daarover als volgt:
“Ik denk wel dat we hier thuis zijn, maar er zijn inderdaad wel obstakels. Bijvoorbeeld als je wilt solliciteren of werk zoeken…, dat zal zeker problemen opleveren.” Zij ervaren de afwijzing van een ‘institutioneel racisme’7 dat volgens hen op verschillende manieren tot uiting komt. Voor deze jonge Belgische Marokkanen kan dit racisme direct of indirect zijn. Het kan ook het gevolg zijn van stereotypes. De meeste van de geïnterviewde personen verklaren het slachtoffer te zijn geweest van racisme op school. De getuigenissen stemmen overeen met de verklaring van deze jonge doctorandus van de tweede generatie in Vlaanderen:
“Ik denk dat iedereen die problemen heeft gekend, in het onderwijs, bij de aanwerving (zucht!)… Als je iets wilt huren, spelen vaak stereotypes mee… Ik geef je een voorbeeld dat ik heb meegemaakt: ik had meer dan 80% in de zesde klas van de lagere school. Ze zeiden mij (op school): goed, je zou toch best een technische opleiding kiezen, omwille van je Marokkaanse afkomst, op lange termijn zul je problemen krijgen met het Nederlands. Dus teken nu maar. In die tijd wisten ouders van de eerste 7 Castells M., Le pouvoir de l’identité, L’ère de l’information, 2de deel, vertaald uit het Engels in het Frans door Paul Chamla, Parijs, Fayard, 1999, p. 72.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
58
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
generatie helemaal van niets… ze kenden het onderwijs of het (Belgische) schoolsysteem helemaal niet. In mijn geval was er gelukkig een leraar die heeft geweigerd, maar de meesten kiezen inderdaad voor een beroepsopleiding...” Deze situatie is ook het gevolg van een gebrek aan opvolging en begeleiding vanwege de ouders, van wie de meerderheid niet kon lezen of schrijven en niets afwist van het Belgische onderwijssysteem.
“In mijn klas zat een meisje dat Hafida heette. De leerkrachten wilden haar de naaiafdeling laten volgen. Zij wilde niet, want ze was een ijverige leerlinge. Haar vader was analfabeet en hij was van plan om de papieren te tekenen waardoor zij van klas zou moeten veranderen, want hij wilde zijn dochter niet geloven. Volgens hem had de school gelijk dat ze haar in de afdeling naaien plaatsten. Ik vertelde dit aan mijn vader en hij is naar school gekomen. Hij heeft het rapport van Hafida bekeken en heeft aan haar vader gezegd dat hij niet mocht tekenen omdat haar punten te goed waren. Daardoor heeft haar vader de papieren niet getekend en mijn vriendin is nu licentiate in de biochemie met grote onderscheiding. Ik vraag me dus af of ik misschien ook beroepsonderwijs zou hebben gevolgd als mijn vader niet ontwikkeld was geweest.”
De moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt is ongetwijfeld ook het gevolg van een slecht gevoerd migratiebeleid. Deze Belgisch Marokkaanse uit Brussel die op school iets gelijkaardigs meemaakte, probeert het fenomeen te begrijpen:
“… Ik denk dat de Belgische overheid in die tijd niet dacht dat die immigranten kinderen zouden krijgen en zij heeft de zaken heel slecht geregeld. Zij beschouwde de kinderen van immigranten alleen maar als mogelijke arbeidskrachten. Dus er was geen enkele sociale begeleiding voorzien voor die kinderen. Zo werden zij op school naar de beroepsafdelingen gestuurd. Maar veel van die leerlingen deden niet graag wat ze moesten doen en spijbelden. Geleidelijk aan zijn zij in de criminaliteit terechtgekomen of aan de drugs geraakt, want het leven op straat is bijzonder hard.” Er zijn dus verschillende met elkaar verbonden oorzaken die het fenomeen van de kwetsbare situatie op de arbeidsmarkt verklaren.
2. Het levenspeil van de Belgische Marokkanen Inkomen en armoedededrempel Het maandelijkse inkomen in figuur 5 (het gaat om het netto-inkomen) geeft bij benadering een idee van het levenspeil van de ondervraagde personen. Tabel 6 geeft een overzicht van de inkomensgroepen volgens gezinsgrootte. Deze tabel houdt geen rekening met de mensen die niet hebben geantwoord op de vraag over het inkomen en die voor het grootste deel niet werken (19%).
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
59
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 5: Maandelijks inkomen van het gezin
30%
20% 29, 9% 10%
22, 2%
19, 2%
16, 2% 10, 2% 2, 2%
0%
G ee n a n tw o o
ro eu r e 01 e 20 n m e 0 00 -3 01 2 0 uro e 0 00 -2 01 1 5 ro eu 0 50 -1 01 1 0 ro 00 eu 10 an rd de in M uro e
rd
Geboren in België
Geboren in Marokko
Tabel 6: Inkomenscategorieën volgens gezinsgrootte Gezinsgrootte
Minder dan 1000 euro
1001-1500 euro
1501-2000 euro
2001-3000 euro
3001 euro en meer
Totaal
1
13
12
2
0
0
27
2
5
14
4
2
0
25
3
1
5
4
2
0
12
4
4
13
8
3
0
28
5
5
6
7
0
2
20
6
2
7
4
2
0
15
7 en meer
0
6
7
6
0
19
Totaal
30
63
36
15
2
146
1
4
4
3
0
0
11
2
4
8
6
3
0
21
3
2
6
4
5
1
18
4
1
6
9
7
1
24
5
5
9
11
2
0
27
6
5
4
9
1
1
20
7 en meer
2
6
8
6
3
25
Totaal
23
43
50
24
6
146
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
60
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Rekening houdend met de wettelijke armoededrempel berekend op 60% van het mediane nationale inkomen8, dat in 2006 860 euro per maand bedroeg, en door de equivalentieschaal van de OESO toe te passen op de gegevens van tabel 6, kunnen we bij benadering het levenspeil en het armoederisico van de onderzochte doelgroep inschatten. Uit de gegevens van deze tabel blijkt dat een belangrijk deel van de gezinnen inderdaad behoort tot de bevolkingsgroep met een armoederisico. Dat wil zeggen dat zij beschikken over een inkomen van 860 euro per maand of minder. 53% van de ondervraagde Belgische Marokkanen zou in België inderdaad onder de armoededrempel leven. Die cijfers zijn bevestigd door sommige statistische onderzoeken die in België over dit onderwerp zijn uitgevoerd. We moeten trouwens ook vaststellen dat het risico van een bestaan in armoede lichtjes groter is voor de mensen die in België geboren zijn (54,4%) dan voor zij die in Marokko geboren zijn (51,4%).
Regionale spreiding van de armoede Op regionaal vlak blijken er aanzienlijke verschillen in het maandelijkse inkomen van de Belgische Marokkanen. Wanneer we de vergelijking tussen de gewesten beperken tot de laagste (minder dan 1000 euro) en de hoogste inkomensgroepen (meer dan 2000 euro), stellen we vast dat de Belgische Marokkanen die in Vlaanderen wonen een loon hebben dat meestal hoger ligt dan in de andere gewesten. Wallonië onderscheidt zich van Vlaanderen door een lager gezinsinkomen en het Brussels Gewest zit daar tussenin. Tabel 7: Maandelijks inkomen volgens de gewesten Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Totaal
8,6
32,8
24,0
20,1
1001-1500 euro
40,5
32,7
36
37
1501-2000 euro
35,3
27,6
21,3
27,5
2001-3000 euro
14,7
6,9
13,3
12,6
3001 euro en meer
0,9
0
5,3
2,8
Totaal
100
100
100
100
Minder dan 1000 euro
Uit een benaderende beoordeling van de armoede in de verschillende gewesten blijkt dat Wallonië het gewest is dat het grootste aantal Belgische Marokkanen telt die onder de armoedegrens leven. In tegenstelling tot Wallonië is het armoedecijfer in Vlaanderen het laagst. Het Brussels Gewest neemt een tussenpositie in tussen Vlaanderen en Wallonië.
8 Overeenkomst tussen de lidstaten van de EU. Volgens dit criterium stemde de armoedegrens in 2006 overeen met een jaarlijks inkomen van ongeveer 10 400 euro. Dit cijfer vertegenwoordigt het ‘equivalente’ inkomen voor de hele bevolking. Het kan worden omgezet in een ‘niet-equivalent’ inkomen voor verschillende soorten gezinnen, volgens de gewijzigde equivalentieschaal van de OESO. Die schaal kent 1 verbruikseenheid toe aan de eerste volwassene in het gezin, 0,5 eenheid aan de andere personen van 14 jaar en ouder en 0,3 eenheden aan de kinderen onder de 14 jaar. Indien de basisdrempel gelijk is aan 860 euro per maand voor een alleenstaande, is de vermenigvuldigingscoëfficient voor een gezin van twee volwassenen en twee kinderen gelijk aan 1+ 0,5 + 0,3 + 0,3 = 2,1. Door de basisdrempel te vermenigvuldigen met 2,1, krijg je 1806 euro. Omdat wij geen gegevens hebben over de leeftijd van de kinderen, beschouwen wij de leden van het gezin, behalve de ouders, als afhankelijk en kennen wij hun een score van 0,3 toe. De verkregen resultaten hebben dus uiteraard maar een indicatieve waarde.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
61
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 6: Regionale spreiding van de armoede
0,30
Armoedecijfer
0,20 0,10 0,00 -0,10 -0,20 -0,30
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Armeodecijfer volgens geslacht, geboorteplaats en nationaliteit Er zijn belangrijke verschillen vast te stellen tussen de verschillende groepen: tussen vrouwen en mannen en ook tussen de verschillende groepen volgens geboorteplaats en nationaliteit. Algemeen genomen lopen de vrouwen een groter risico om in armoede te leven (60%) dan de mannen (45%). Maar het risico van een leven in armoede is duidelijk lager voor de niet-genaturaliseerde personen dan voor de genaturaliseerde mensen; het verschil tussen de twee groepen bedraagt dertig procent. Zo blijkt dus dat de naturalisatie mensen van buitenlandse herkomst niet kan beschermen tegen het risico om in armoede te vervallen. Tabel 8: Armoedecijfer volgens geslacht, geboorteplaats en nationaliteit Vrouwen
Mannen
Totaal
Niet-genaturaliseerd (geboren in Marokko)
42,9%
34,9%
37,5%
Genaturaliseerd (geboren in Marokko)
72,3%
61,4%
67,0%
Genaturaliseerd (geboren in België)
63,7%
57,7%
61,1%
Uiteraard bestaat er geen enkele rechtstreekse relatie tussen het verwerven van de Belgische nationaliteit en de verbetering van het levenspeil van de immigranten. Maar het klopt ook dat het behouden van de nationale Marokkaanse identiteit geen enkele garantie biedt tegen het armoederisico. De naturalisatie is in de eerste plaats een juridische procedure. We mogen dus niet verwachten dat zij onmiddellijk of zelfs op middellange termijn de sociale en economische problemen van de immigranten zal oplossen. De integratie van allochtonen lijkt het product te zijn van een complex leer- en aanpassingsproces op lange termijn. Ook de politieke wil van het gastland speelt daarbij een rol.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
62
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Inkomen en gezinsgrootte De vastgestelde loonverschillen brengen niet noodzakelijk een gelijkaardig verschil in welzijn met zich mee, omdat andere variabelen de invloed ervan kunnen beperken. Bij een vergelijking volgens gezinsgrootte blijken er bijvoorbeeld aanzienlijke verschillen te bestaan tussen de drie gewesten, zoals de volgende figuur ook duidelijk aangeeft: Figuur 7: Regionale verschillen in gezinsgrootte 397 252
Aantal personen per gezin
12 10 8 6 4 2 0 Vlaanderen
Wallonïe
Brussel
We stellen vast dat er aanzienlijke verschillen bestaan in de mediane gezinsgrootte van gewest tot gewest. De mediane gezinsgrootte in Vlaanderen is het grootst. Vlaanderen verschilt van Wallonië, waar de mediane gezinsgrootte het kleinst is. Brussel zit tussen Wallonië en Vlaanderen in, met als mediane waarde 4. Uit de vergelijking van het gemiddelde aantal personen per gezin blijken significante regionale verschillen.
Levenspeil en huisvesting Onze steekproef telt 52,4% gezinnen die huren en 28,9% gezinnen die eigenaar zijn van hun woning. Er is ook een niet verwaarloosbare groep van gezinnen die gratis wonen, dat wil zeggen dat zij in een woning leven die hun ouders ter beschikking stellen (15%). Dit bewijst dat er nog altijd solidariteit binnen de familie bestaat.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
63
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 8: Statuut van bewoning 60% 50% 40% 30%
52,4%
20% 10%
28,9% 15,0%
2,0%
1,7%
0%
n ee G rd oo tw an
de
m ru
n va
nt
ce
m do
g an
en
pv O
g Ei
r aa
en
er rd uu H
g Ei
e
ili
m fa
In Vlaanderen vinden we ook het hoogste aandeel gezinnen van Belgische Marokkanen die eigenaar zijn van hun woning (43%). Wallonië haalt daarentegen het laagste cijfer: je vindt er dus meer huurders dan in de andere gewesten. De cijfers voor het Brusselse Gewest liggen dan weer iets lager dan het algemene gemiddelde. Tabel 9: Regionale spreiding volgens statuut van bewoning Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Totaal
Eigenaars
42,9
28,8
33,3
35,6
Huurders
57,1
71,2
66,7
64,4
Totaal
100
100
100
100
Volgens onze steekproef vinden we in Wallonië het grootste aandeel Belgische Marokkanen die onroerend goed bezitten in Marokko, namelijk 71% van de ondervraagde personen. In Brussel ligt dit cijfer gevoelig lager dan het algemene gemiddelde en in Vlaanderen ligt het ruim onder dit gemiddelde. Tabel 10: Regionale spreiding van de Belgische Marokkanen die onroerend goed bezitten in Marokko Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Totaal
Bezitten onroerend goed in Marokko
31,4
71,2
37,0
41,4
Bezitten geen onroerend goed in Marokko
68,6
28,8
63,0
58,6
Totaal
100
100
100
100
We stellen ook een verschil vast in statuut van bewoning volgens leeftijd. De woningeigenaars zijn iets ouder dan de huurders. De eersten hebben een gemiddelde leeftijd van 36 jaar en de gemiddelde leeftijd van de huurders ligt op 33 jaar. Het verschil tussen de twee groepen is statistisch significant (p < 0.02).
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
64
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Bij de mensen uit de categorie van de woningeigenaars, is 55,2% ouder dan 35 jaar. De meeste huurders zijn daarentegen jonger dan 35 jaar (64%). De meerderheid van de mensen die in een woning van hun ouders wonen, is tussen 15 en 24 (56,7%) en tussen 25 en 34 jaar oud (35%). In deze groep vind je maar 8,3% mensen die ouder zijn dan 35 jaar. Tabel 11: Spreiding van het statuut van bewoning volgens leeftijd van de getrouwde personen (%) 15-24 jaar
25-34 jaar
35-44 jaar
45 en meer
Totaal
Eigenaars
36,2
25.2
43
50
35.6
Huurders
63.8
74.8
57
50
64.4
Totaal
100
100
100
100
100
We moeten ook vaststellen dat er verschillen zijn in het statuut van bewoning bij de getrouwde mensen volgens onderwijsniveau. De mensen met een heel hoog opleidingsniveau of die een beroepsopleiding hebben gevolgd, wonen het best (respectievelijk 57% en 53%). De oppervlakte van de woning is in de meeste gevallen kleiner dan 100 m2 (65%). Het aandeel van mensen met een woning van meer dan 125 m2 ligt amper hoger dan 20% van alle ondervraagde personen. In vergelijking met deze laatste categorie is het aantal mensen dat leeft in een woning van minder dan 75 m2 twee keer zo hoog. Figuur 9: Oppervlakte van de woning
30%
12,4%
7,3%
15,0%
11,1%
10%
25,5%
28,7%
20%
0%
r ee M
5 12
0 15
2
50
m
2
m
0 15
n da
-
2
2
m
m
n da
4 12 010
9 -9 75
4 -7 50
r de in M
2
m
2
m
Om de situatie van eigenaars en huurders te kunnen vergelijken, moeten we ook rekening houden met het aantal mensen dat in de woning leeft.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
65
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 10: Statuut van bewoning volgens oppervlakte en gezinsgrootte
Gemiddelde: aantal kinderen
6
Eigenaars
5
4
3
2
Huurders
r ee M
2
5 12
2
m
n da
m
n da
4 12 010
9 -9 75
r de in M 75
m
2
2
m
Statuut van bewoning en armoedecijfer Over het geheel genomen zijn de eigenaars kwetsbaarder voor het armoederisico dan de huurders. Bij de eersten ligt het armoedecijfer op 64,8% en bij de tweeden op 40%. Bij de huurders moeten we er ook op wijzen dat het armoedecijfer stijgt naarmate de oppervlakte van de woning toeneemt. Dat geldt niet voor de eigenaars: in dit geval evolueert het armoedecijfer omgekeerd aan de oppervlakte van de woning. Tabel 12: Armoedecijfer volgens oppervlakte en statuut van bewoning Armoedecijfer
Minder dan 75 m
2
75-99 m2 100-124 m2 Meer dan 125 m Totaal
2
Totaal
Eigenaars
Huurders
81,3
32,5%
100
76,5
46,2%
100
66,7
43,8%
100
51,4
66,7%
100
64,8%
40,0%
100
Toch moeten we erop wijzen dat 60,6% van de mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen, eigenaar is van onroerend goed in hun land van herkomst. Zij verklaarden een huis (51%), een stuk grond (19%) of een residentie (2,8%) in eigendom te hebben. Opvallender is nog dat het bezit van een onroerend goed in Marokko varieert afhankelijk van de geboorteplaats en de naturalisatie: van 46,6% bij de niet-genaturaliseerde mensen die in Marokko geboren zijn, over 57,8% bij de genaturaliseerde mensen die in Marokko geboren zijn tot 62% bij de mensen die in België geboren zijn. We willen er ook op wijzen dat 66% van de personen die onroerend goed bezitten in Marokko, huurder zijn in België. Het overige percentage is eigenaar.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
66
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
We kunnen deze vergelijking verder verfijnen door een binaire opsplitsing te maken van de twee categorieën van eigenaars en huurders op basis van het criterium van eigendom van onroerend goed in Marokko. Tabel 13 toont de resultaten van de analyse van de relatie tussen het statuut van bewoning in België, het bezit van onroerend goed in Marokko en het armoedecijfer. Tabel 13: Armoedecijfer volgens eigendom van onroerend goed Totaal Eigenaars in België die onroerend goed in Marokko bezitten Eigenaars in België die geen onroerend goed bezitten in Marokko
65.3 65
Huurders in België die onroerend goed bezitten in Marokko
40.22
Huurders in België die geen onroerend goed bezitten in Marokko
41.67
Het is wel moeilijk om de verschillen in levenspeil tussen de eigenaars en de huurders van een woning te beoordelen. We kunnen er wel van uitgaan dat de immigranten die al lang in België wonen na zoveel jaren hard werken hun spaargeld hebben geïnvesteerd in hun land van herkomst of om zich een woning te verschaffen in het gastland. Op die manier hebben zij ook enorme bedragen vastgelegd in onroerend goed.
3. Subjectieve sociale status Om de werkelijkheid die de ondervraagde personen beleven nog beter te kunnen benaderen, is het raadzaam om gebruik te maken van de ‘subjectieve methode’. Die biedt de mogelijkheid om de reacties van de individuen tegenover de objectieve sociaaleconomische realiteit te begrijpen, om hun percepties, verwachtingen en zorgen in verband met de toekomst te analyseren en om het verschil te meten tussen wat er is en wat er moet zijn, tussen wat iemand heeft en moet hebben. Om dit subjectieve gevoel te beoordelen, is dus in de vragenlijst een schaal van 1 tot 12 opgenomen waarop de mensen konden aangeven hoe zij hun positie in de samenleving ervaren.
De subjectieve dimensie van de sociaaleconomische status van de Belgische Marokkanen De spreiding van de status over deze schaal heeft de vorm van een curve van Gauss en de gemiddelde waarde van de opgetekende scores ligt op 7,33, met een standaardafwijking van 2,10.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
67
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 11: Spreiding van de individuen op de schaal van de subjectieve sociale status 25%
20%
10
11
1,5%
15,2%
21,3%
11,8%
10,8%
4,1%
2,8%
2 3 4 5 6 7 8 9 Schaal van de subjectieve sociale status
2,3%
1
10,8%
0%
0,3%
5%
1,5%
10%
17,5%
15%
12
Bij vergelijking van de gemiddelden van de scores van de groepen onderscheiden volgens de criteria die we tot nu toe hebben gehanteerd, stellen we grote verschillen vast tussen bepaalde categorieën. Vooral de mensen die samenwonen en de thuiswerkende vrouwen geven de laagste scores op (respectievelijk 6 en 6,96), terwijl de gepensioneerden en de mensen die een verblijf in Marokko bezitten, de hoogste scores halen (respectievelijk 8,25 en 8,64). Maar er is geen statistisch significant verschil tussen de mensen die onroerend goed in Marokko bezitten (een huis, een verblijf, een stuk grond) en zij die er geen bezitten (p < 0.13). We stellen trouwens ook nog een paar onsamenhangendheden vast. Zo is het bijvoorbeeld verwonderlijk dat de mensen met vast werk een gemiddelde score van 7,1 opgeven – dat is lager dan de score van de werklozen (7,6). Het verschil tussen de twee groepen is min of meer significant (p < 0.07). We moeten ook vaststellen dat veel groepen blijkbaar dezelfde houding aannemen tegenover hun levensomstandigheden, ook al zijn die nochtans sterk verschillend. Zij geven de indruk dat zij niet klagen over hun sociale situatie. Er is inderdaad geen enkel statistisch significant verschil te merken tussen de groepen volgens statuut van bewoning en oppervlakte van de woning, het inkomen en de gezinsgrootte. Nochtans bestaat er een onderlinge interactie tussen enkele variabelen die invloed hebben op het beeld dat de mensen hebben van hun sociale status. Zo verschilt de perceptie van de vrouwen afhankelijk van hun onderwijsniveau. Hoe meer ze geschoold zijn, hoe tevredener ze zijn over hun sociale status (r = 0.20, p < 0.5). Dat geldt niet voor de mannen, bij wie de score op de schaal van de sociale status meestal hoger ligt dan het gemiddelde en stabiel blijft ongeacht hun onderwijsniveau. Bij de mensen met een lager inkomen dan het nationale mediane inkomen zien we trouwens een verwonderlijk verband opduiken tussen de percepties van de sociale status en het opleidingsniveau. In dit geval neemt het belang dat wordt toegekend aan de sociale status toe met de scholing (r = 0.27, p < 0.02). Maar we moeten er wel op wijzen dat dit verband vooral te maken heeft met de vrouwen, voor wie de correlatiecoëfficiënt op 0.30 ligt, terwijl dit verband bij de mannen niet relevant is.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
68
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 12: Subjectieve sociale status Figuur 13: Subjectieve sociale status volgens geslacht en onderwijs volgens inkomen en onderwijs
8,5
7,5
Subjectieve sociale status
Subjectieve sociale status
8
Mannen
7
6,5
Hoger inkomen
8
7,5
7
6,5 6
Vrouwen 6
Lager inkomen
js er wi og r H nde o
r ai nd ijs cu rw Se nde o
s r ij ge rw La nde o
js er wi og r H nde o
r ai nd ijs cu rw Se nde o
s r ij ge rw La nde o
Subjectieve sociale status volgens gewest De subjectieve beoordeling van de algemene levensomstandigheden verschilt sterk van gewest tot gewest. Wallonië onderscheidt zich door een hoge mate van ontevredenheid bij de ondervraagde Belgische Marokkanen. Het Brussels Gewest haalt daarentegen de hoogste tevredenheid, terwijl de Belgische Marokkanen die in Vlaanderen wonen, matig tevreden zijn over hun algemene levensomstandigheden.
Subjectieve sociale status
Figuur 14: Subjectieve sociale status volgens gewest 0,10
0,00
-0,10
-0,20
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Als we de drie gewesten vergelijken, valt op dat de subjectieve beoordeling van de individuele personen over hun levensomstandigheden varieert van gewest tot gewest, afhankelijk of het gaat om een man of een vrouw. In Vlaanderen lijken de vrouwen meer tevreden dan de mannen. Omgekeerd zijn de mannen in het Brussels Gewest veel meer tevreden dan de vrouwen. In Wallonië zijn zowel de vrouwen als de mannen ontevreden over hun levensomstandigheden, met een iets grotere ontevredenheid bij de mannen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
69
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 15: Subjectieve sociale status volgens geslacht
Subjectieve sociale status
0,20 Vrouwen Mannen 0,10
0,00
-0,10
-0,20
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Ongeacht het beschouwde criterium lijken de Belgische Marokkanen in Wallonië dus geconfronteerd te zijn met een moeilijke sociaaleconomische situatie. Zij geven blijk van een grote frustratie, omdat zij veel meer achtergesteld worden op de arbeidsmarkt. In vergelijking daarmee leeft de groep in het Brusselse Gewest in gemiddeld goede sociaaleconomische omstandigheden. Bijna alle indicatoren van sociaaleconomisch welzijn schommelen rond het algemeen gemiddelde. In Vlaanderen wijzen bijna alle indicatoren op een vrij goede sociaaleconomische situatie. Deze verschillen zijn ongetwijfeld te verklaren door de regionale economische verschillen in België.
Gevoel over de algemene situatie in het gastland De meeste ondervraagde personen blijken nogal wat voorbehoud te maken over de situatie in het land waar ze wonen. Bij de vraag of de algemene situatie in België is verbeterd of verslechterd in vergelijking met vroeger, heeft 40% van de ondervraagde personen het gevoel dat de situatie slechter is geworden. Een derde meent dat zij niet is veranderd en slechts 26% heeft het gevoel dat zij verbetert. Deze jonge leerkracht uit Luik legt uit:
“Politiek gezien ben ik pessimistisch als ik merk dat ze ervan spreken om het land te splitsen, maar zoals Mustapha zegt, België is nog altijd een surrealistisch land…”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
70
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Figuur 16: Gevoelens over de algemene situatie in België
40%
30%
1,2%
3,0%
21,7%
34,4%
35,4%
10%
4,2%
20%
0%
rd oo tw an n ee G r te be el Ve
r te Be
ijk el G er ht ec Sl er ht ec sl el Ve
Gevoelens over de situatie in België
In het kader van dit onderzoek ontstaat op die manier een negatief verband tussen de scores op de schaal van de subjectieve sociale status en de scores op de schaal van het gevoel over de situatie in België, vooral bij de mannen (r = - 0.19, p < 0.01) en zelfs bij hen die een inkomen hebben dat hoger ligt dan het mediane nationale inkomen (r = - 0.24, p < 0.05).
Gemiddelde: schaal van de sociale status
Figuur 17: Relatie tussen het gevoel over de situatie in België en de subjectieve sociale status bij de mannen
V
4,00 3,75 3,50 3,25 3,00 2,75
Veel slechter
Slechter
Gelijk
Beter
Perceptie van de situatie in België
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
71
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
verbeterd
Figuur 18: Gevoel over de situatie in België volgens het onderwijsniveau van de vrouwen
0,20
0,00
-0,20
erslechterd
-0,40
-0,60
-0,80 Lager onderwijs
Secundair onderwijs
Hoger onderwijs
Vrouwen beoordelen de huidige situatie in België in vergelijking met vroeger gunstiger dan de mannen. Het verschil tussen de gemiddelde scores van beide groepen in verband met dit onderwerp is statistisch significant. De reacties van de vrouwen worden positiever naarmate hun onderwijsniveau stijgt, wat niet het geval is bij de mannen.
Gevoel over de algemene situatie in het land van herkomst Wanneer we dezelfde vraag stellen over de situatie in het land van herkomst, krijgen we andere resultaten. In dat geval verschuiven de standpunten verder naar rechts op de schaal, dat wil zeggen dat ongeveer 70% meent dat de algemene situatie in Marokko verbeterd is in vergelijking met vroeger. Slechts 8% meent dat zij is verslechterd. Figuur 19: Gevoelens over de algemene situatie in Marokko
60% 50% 40%
52,6%
30%
0%
2,0%
15,2%
21,9%
3,7%
10%
4,5%
20%
G
r
oo
tw an
te
er
t be
n ee
el Ve
ijk
el
r te Be
G er
h ec sl
ht ec
Sl
el Ve
rd
Gevoelens over de situatie in Marokko
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
72
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Nog altijd volgens de jonge leerkracht uit Luik:
“Het is dankzij de economische aspecten en de bewustwording van de overheid en de Marokkaanse pers… dat er een verbetering is. De politieke kopstukken zijn er nog altijd, maar er heerst een nieuw klimaat in Marokko, je ziet steeds meer Fransen die naar Marokko immigreren en zich daar vestigen om er te investeren.”
In een onderzoek van de CERSS (Rabat) tijdens het jaar 2007 over de houding van de Marokkanen tegenover verschillende aspecten van de hervorming, bleek dat de mensen meestal geneigd zijn om hun sociale status te overschatten, terwijl ze zich minder tevreden tonen over de economische situatie in hun land. Het vastgestelde verschil is waarschijnlijk de afspiegeling van een gemeenschappelijk kenmerk, een soort schema dat ze toepassen op hun onmiddellijke maatschappelijke en economische omgeving.
Percepties van de toekomst van het land van herkomst en het gastland Met betrekking tot België is de aangegeven houding voor het merendeel aarzelend: 23% is ronduit pessimistisch en minder dan een derde geeft aan optimistisch te zijn. In verband met de toekomt van Marokko verschuiven de standpunten verder naar rechts op de schaal. Je ziet duidelijk dat de meerderheid van de ondervraagde personen optimistisch is (56%) en slechts 9% stelde zich ronduit pessimistische op. Figuur 20: Houding tegenover de toekomst Figuur 21: Houding tegenover de toekomst van België van Marokko
30,0%
48%
20% 3%
0,0%
25%
10,0%
3%
1%
5,5%
10,0%
3,5%
20,0%
20,0%
2,0%
30,0%
14,0%
40,0%
40,9%
40,0%
34,2%
50,0%
50,0%
0,0%
rd oo tw an n ee ch G tis is im pt lo ee H ch tis is im pt O ch h tis c is tis im is ss tim p Pe n o e ch tis is im ss ch Pe tis is m si es lp ee H
rd oo tw an n ee ch G tis is im pt lo ee H ch tis is im pt O ch h tis c is tis im is ss ptim Pe n o e ch tis is im ss ch Pe tis is m si es lp ee H
Er bestaat nochtans een verband tussen de twee schalen: het blijkt namelijk dat degenen die optimistisch zijn over de toekomst van België in zekere mate ook optimistisch zijn over de toekomst van Marokko. De waarde van de correlatiecoëfficiënt bedraagt 0.17.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
73
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
Met betrekking tot de toekomst van Marokko blijkt het optimisme af te nemen met de leeftijd (r = - 21, p < 0.01) en toe te nemen met het onderwijsniveau (r = 0.24, p < 0.05), vooral dan bij de mannen. Algemeen genomen zijn de tijdelijke werknemers het meest optimistisch over de toekomst, ongeacht het land waarover zij zich uitspreken. Voor Marokko volgen dan achtereenvolgens de gepensioneerden en de thuiswerkende vrouwen en voor België volgen dan de studenten en de thuiswerkende vrouwen. De tijdelijke werknemers vormen de tegenpool van de zelfstandigen in figuur 22 en van de gepensioneerden in figuur 23.
optimisme
Figuur 22: Houding ten opzichte van de toekomst van Marokko volgens professionele situatie 0,30
0,20
0,10
pessimisme
0,00
-0,10
-0,20
ep ro be ij Vr
n te en ud St
en oz kl er et W m ct s ra er nt o em c kn st er va W en e n e nd we ke u er vro sw s/ ui je en Th is e rd m ee on si en ep et G m s er k em lij kn de er tij ct W en tra e on c
optimisme
Figuur 23: Houding ten opzichte van de toekomst van België volgens professionele situatie 0,60
0,40
0,20
pessimisme
0,00
-0,20
-0,40
en rd ee on si en ep et G m ct s ra er nt o em c kn st er va W en e
ep ro be ij Vr
en oz kl er W e n nd we ke u er vro sw s/ ui je Th eis m
n te en ud St et m s er k em lij kn de er tij ct W en tra e on c
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
74
Hoofdstuk III: Sociaal-economische situatie van de Belgische Marokkanen
In alle situaties zijn de werknemers met een vast contract, de werkzoekenden en de zelfstandigen het minst optimistisch. Bij deze categorieën vind je een vrij groot aantal pessimisten. Het gemiddelde aandeel bedraagt 15% bij de werklozen, 18,5% bij de zelfstandigen en 19,5% bij de werknemers met een vast contract. Paradoxaal genoeg zijn de meest behoeftigen het meest optimistisch over de toekomst. De ‘beter gegoeden’ blijken sceptischer te zijn. Mensen die in werkelijkheid in zekerheid leven, worden overvallen door een gevoel van onzekerheid. Het zijn dus niet de materiële factoren die het pessimisme verklaren. Wanneer de economische veranderingen sneller verlopen, brengt dit tegelijk gevoelens van angst en hoop met zich mee: mensen zijn bang om te verliezen wat ze bezitten en andere mensen hopen iets te winnen als ze niets te verliezen hebben.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
75
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
In het vorige deel hebben we gezien dat de ondervraagde personen nogal pessimistisch zijn over de situatie in hun gastland en veeleer optimistisch over de situatie in hun land van herkomst. In dit hoofdstuk willen we proberen de perceptie van de maatschappelijke en politieke realiteit duidelijker te bepalen en na te gaan in welke mate mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen zich engageren in de politiek en in het verenigingsleven.
1. Perceptie van maatschappelijke problemen Maatschappelijke problemen in Marokko De vaakst ervaren problemen in verband met Marokko zijn problemen van politieke en economische aard. De ondervraagde personen vermelden het vaakst de volgende problemen, in afnemend volgorde van belang: corruptie, economische problemen (inflatie, armoede, werkloosheid) en ook problemen op het vlak van democratie en mensenrechten. Tijdens de focusgroep in Gent waren de meeste Belgische Marokkanen het eens met deze jongeman uit Antwerpen:
“… Alle regeringen in Noord-Afrika en enkele regeringen van het Midden-Oosten zijn schijndemocratieën, zij hebben niets te maken met de echte democratie die we hier kennen.” De minst vaak vermelde problemen, die dus onderaan in de rangschikking staan, zijn van religieuze of culturele aard, zoals het fundamentalisme, de scheiding van kerk en staat, het verval van de morele waarden, de Amazigh-kwestie en het geweldprobleem.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
77
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Tabel 1: De belangrijkste problemen in Marokko Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Corruptie, steekpenningen, nepotisme
24,7%
31,8%
28,5%
Inflatie, levensduurte, armoede
18,3%
19,2%
18,8%
Democratie, mensenrechten
14,0%
16,8%
15,5%
Werkloosheid
19,4%
10,7%
14,8%
Gezondheid en sociale zekerheid
4,8%
8,4%
6,8%
Gebrekkig onderwijs
4,8%
2,8%
3,8%
Separatisme (Sahara)
3,2%
1,9%
2,5%
Verkeersproblemen
2,7%
2,3%
2,4%
Administratieve problemen
1,6%
1,9%
1,8%
De Amazigh-kwestie
1,6%
0,9%
1,3%
0%
1,9%
1%
Verval van de morele waarden
1,1%
0%
0,5%
Scheiding van kerk en staat
0,5%
0,5%
0,5%
Fundamentalisme
0,5%
0%
0,3%
Geen antwoord
2,8%
0,9%
1,7%
Totaal
100
100
100
Geweld
Er blijken enkele verschillen te bestaan tussen de mensen die in Marokko geboren zijn en zij die in België geboren zijn: de mensen die in België zijn geboren, zijn gevoeliger voor het probleem van de werkloosheid dan degenen die in Marokko geboren zijn, maar die laatsten blijken dan weer gevoeliger voor het probleem van de corruptie. Een Belgische Marokkaan vertelt in dit verband het volgende
“Bij de administratie in Marokko wil iedereen iets winnen. De oorzaak van dat alles is de corruptie. Op het consulaat heerst complete, absolute chaos. De mensen worden lastig gevallen. De mentaliteit moet veranderen, maar dat zal heel moeilijk zijn.”
Er bestaan trouwens ook verschillen tussen mannen en vrouwen: de vrouwen blijken meer bezorgd over de problemen van armoede (21%) en werkloosheid (17%) dan de mannen (respectievelijk 16% et 13%). Het grootste verschil tussen de twee geslachten betreft de problemen in verband met de democratie en de mensenrechten. Volgens de gegevens van de enquête zouden vrouwen minder bezorgd zijn om dit probleem (10%) dan de mannen (21%).
Maatschappelijke problemen in België In verband met de Belgische samenleving vermelden de ondervraagde Belgische Marokkanen het vaakst problemen die verband houden met de etnische en religieuze identiteit en het probleem van de
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
78
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
werkloosheid. De minst vermelde problemen zijn problemen in verband met een gevoel van uitbuiting, van leven in eenzaamheid en armoede, en het gebruik van verdovende middelen. Tabel 2: De belangrijkste problemen in België Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Behandeld worden als een buitenlander
21,5%
24,8%
23,3%
Racisme
13,4%
16,4%
15,0%
Werkloosheid
17,7%
12,1%
14,8%
Gebrek aan respect voor onze godsdienst
13,4%
15,4%
14,5%
Ongepaste morele waarden
7,5%
13,1%
10,5%
Gebrek aan respect voor onze Marokkaanse identiteit
3,2%
4,2%
3,8%
Het niet kunnen spreken en begrijpen van de officiële talen van België (Frans, Nederlands, …)
4,3%
2,3%
3,3%
De onmogelijkheid om onze taal, onze cultuur te behouden
2,7%
3,3%
3,0%
Armoede, gebrek aan financiële middelen
2,2%
2,3%
2,3%
Eenzaamheid, communicatieproblemen
3,8%
1,4%
2,5%
Ruim verspreid gebruik van verdovende middelen
2,7%
,5%
1,5%
Uitbuiting, misbruik van onze arbeidskracht
2,7%
,5%
1,5%
Geen antwoord
4,8%
3,7%
4,3%
Totaal
100
100
100
Het enige vermeldenswaardige verschil tussen de mannen en de vrouwen betreft het oordeel van beide groepen over het waardenstelsel in de Belgische samenleving: ongeveer 13% van de vrouwen vindt dit stelsel ongeschikt, tegenover 7% van de mannen. Bij de analyse per gewest blijken specifieke regionale verschillen in de houding ten opzichte van de in België ervaren problemen. Zo maken de Belgische Marokkanen in Vlaanderen zich in verhouding minder zorgen over het feit dat ze als buitenlander worden behandeld (18,8% meldde dit probleem), maar zij lijken veel gevoeliger voor het probleem van het racisme dan de Belgische Marokkanen in de twee andere gewesten. In Vlaanderen vermeldt 25,4% dit probleem en dat is een verschil met tien punten tegenover het algemeen gemiddelde (15,2%). Tijdens de focusgroep in Antwerpen verklaart een jongeman uit Vlaanderen over dit onderwerp:
“We hebben discussies gehad over racisme bij de politie, racisme op televisie, racisme in het onderwijs. Praten over racisme in het onderwijs, dat is taboe…”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
79
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
In Wallonië klaagt daarentegen maar een kleine minderheid van de ondervraagde mensen over racisme (2,7%). Bij de groep die in het Brusselse Gewest woont, wordt dit probleem door 12,7% vermeld. Een andere Belgische Marokkaan van de tweede generatie vertelt in dit verband:
“Ik ben leraar. Onlangs nog had een leerkracht misplaatste woorden gebruikt tegen een leerling van Marokkaanse herkomst en dat heeft gevolgen gehad. Ik heb de indruk dat het een cyclisch verschijnsel is: het begon met de Italianen en nu zijn wij aan de beurt. Ik heb het ook meegemaakt in nachtclubs... Het racisme is een fenomeen dat niet gemakkelijk te stoppen valt…”
Vergelijking van de instellingen en de regels in de twee landen Wanneer de ondervraagde personen gevraagd worden om de twee landen te vergelijken op het vlak van de maatschappelijke instellingen en regels, komen er meestal gunstige antwoorden voor België uit de bus, wat in tegenspraak lijkt te zijn met de weinig optimistische standpunten van de Belgische Marokkanen bij de vergelijking van de huidige situatie in de twee landen en hun toekomstige evolutie.
Marokko
België
Goed in beide landen
Slecht in beide landen
Geen idee
Totale steekproef
Tabel 3: Vergelijking van de twee landen op het vlak van de maatschappelijke instellingen en regels
Democratie, mensenrechten
1,3%
83,6%
5,8%
1%
8,3%
Gezondheid en sociale zekerheid
0,3%
91,7%
3,3%
0,5%
4,3%
Onderwijs
5,5%
69,5%
16,9%
2,8%
5,3%
Arbeidsmogelijkheden
1,3%
83,1%
4%
6,3%
5,3%
Werking van de rechtbanken
2,8%
60,5%
11,8%
9,8%
15,1%
22,7%
32,0%
23,2%
10,3%
11,8%
8,3%
51,6%
18,6%
5%
16,4%
Verdraagzaamheid van de mensen voor anderen Respect voor maatschappelijke regels
In de meeste gevallen zijn de uitgedrukte meningen gunstig voor België: in sommige gevallen gaat het om meer dan vier vijfde. In die gevallen is er sprake van een echte consensus, vooral op het vlak van gezondheid, democratie en arbeidsmogelijkheden. Met betrekking tot Marokko zijn die cijfers te verwaarlozen, want ze draaien rond 1%. We moeten wel wijzen op de minder gunstige score (32%) voor België op het vlak van het onderwerp ‘verdraagzaamheid van de mensen voor anderen’.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
80
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Vergelijking van de waardenstelsels en de levenskwaliteit in de twee landen De meeste ondervraagde personen staan heel gunstig tegenover de Belgische instellingen en tegenover het respect voor de maatschappelijke regels, maar de verschillen tussen de twee landen worden kleiner wanneer we kijken naar het waardenstelsel en de levenskwaliteit. Het gebeurt zelfs dat de vergelijking in het voordeel van Marokko uitvalt. Dat is het geval bij een vergelijking van beide landen op het vlak van het respect voor godsdienst en cultuur.
Marokko
België
Goed in beide landen
Slecht in beide landen
Geen idee
Tabel 4: Vergelijking van de twee landen op het vlak van de waardenstelsels en de levenskwaliteit
26,4%
30,7%
31,5%
4,8%
6,5%
Waarde toegekend aan menselijk werk
5,5%
62,7%
12,8%
4%
14,9%
Morele waarden van de samenleving
19,4%
36,3%
23,9%
4,3%
16,1%
Respect voor godsdienst en cultuur
41,3%
16,6%
28,5%
6%
7,6%
Gedrag van de overheidsagenten
4,8%
47,9%
12,1%
19,4%
15,9%
Gelijke behandeling voor iedereen
5,8%
38,8%
14,1%
22,2%
19,1%
Mogelijkheid dwingen
1,3%
63,7%
8,1%
5,5%
21,4%
Totale steekproef
Rustig en vreedzaam leven
om
rechten
af
te
De resultaten van deze vergelijking zijn op veel punten in tegenspraak met de antwoorden op de vraag naar het gevoel van de Belgische Marokkanen over de algemene situatie en de toekomst van het gastland en het land van herkomst. We herinneren ons nog dat de meeste ondervraagde personen een soort empathie vol optimisme betoonden voor hun land van herkomst, die in tegenstelling staat met een afwijzende houding tegenover de instellingen, de werking en de situatie op het vlak van de mensenrechten in dat land. We kunnen dan ook het volgende veronderstellen: wanneer de mensen worden gevraagd om de algemene situatie te vergelijken, waarbij de twee samenlevingen voorkomen als abstracte eenheden, zijn zij geneigd om een beroep te doen op identiteitsreferenties en bijgevolg hun land van herkomst te idealiseren. Wanneer ze omgekeerd worden gevraagd om een vergelijking te maken op basis van welbepaalde criteria, zijn zij geneigd om hun gastland meer te waarderen en hun land van herkomst te stigmatiseren. Een opvoeder in Luik zegt in dit verband over België:
“…Dit is echt een surrealistisch land… België is een uitzonderlijk land…” We kunnen dus stellen dat het idee of het abstracte beeld dat de mensen zich vormen van hun samenleving, ongeacht de fouten en de gebreken ervan, de affectieve en identiteitsbanden voedt en
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
81
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
versterkt die hen verbinden met wat zij hun ‘moederland’ noemen. “Mijn land is altijd sympathiek, ook al behandelt het mij onrechtvaardig,” zou de dichter zeggen.
2. Vertrouwen in de instellingen Een van de onderwerpen van de enquête had betrekking op het vertrouwen in de instellingen, zowel in Marokko als in België. De vragenlijst omvatte dus een lijst van instellingen waarover de ondervraagde personen zich moesten uitspreken door aan te geven in welke instelling zij het meeste vertrouwen hebben en in welke zij het minste vertrouwen hebben. De tabellen 5, 6, 7 en 8 geven de antwoorden weer gerangschikt volgens afnemende volgorde van voorkomen.
Vertrouwen in de Marokkaanse instellingen Van de dertien Marokkaanse instellingen in de vragenlijst krijgen de religieuze instellingen en het koningshuis het meeste vertrouwen (52%). De regering komt op de derde plaats met 11%. Vervolgens komen de onderwijsinstellingen en de liefdadigheidsorganisaties die een vertrouwen genieten dat rond het algemeen gemiddelde ligt. Bij de instellingen die de belangen van de burgers vertegenwoordigen zoals het parlement, de politieke partijen en de vakbonden, merken we dat die veel minder vaak worden vermeld, bijvoorbeeld in vergelijking met de liefdadigheidsorganisaties. Het vertrouwen in deze verschillende instellingen samen (6,2%) ligt nog altijd gevoelig lager dan het vertrouwen in de liefdadigheidsorganisaties (7%). Maar het zijn de overheidsinstellingen die belast zijn met gezondheid, justitie, de handhaving van de orde en de veiligheid, dat wil zeggen de instrumenten die ten dienste moeten staan van de burgers, die het minste vertrouwen genieten. Met een volledig verwaarloosbare mate van vertrouwen vormen zij de meest omstreden instellingen van het land. Het totale vertrouwen in deze instellingen is even groot als het vertrouwen in de media, dat lager ligt dan het algemeen gemiddelde.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
82
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Tabel 5: De Marokkaanse instellingen die het meeste vertrouwen waard zijn – Rangschikking in dalende volgorde (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Religieuze instellingen
30,8
27,6
29,2
Koningshuis
25,8
20,2
22,9
Regering
10,1
11,8
11,0
Onderwijsinstellingen, sociale diensten
10,6
4,4
7,5
Liefdadigheidsorganisaties
4,5
9,4
7,0
Parlement
2,5
4,4
3,5
Media
3,0
3,4
3,2
Rechtbanken
1,5
3,0
2,2
Vakbonden, beroepsverenigingen
1,0
3,0
2,0
Politieke partijen
1,5
0
0,7
Leger
1,0
0
0,5
Instellingen voor (gezondheids)zorg en sociale zekerheid
0,0
1,0
0,5
Politie
0,5
0
0,2
Geen antwoord
7,1
11,8
9,5
Totaal
100
100
100
Bij de Marokkaanse instellingen die het minste vertrouwen waard zijn (zie tabel 6) is de politie de meest omstreden van de dertien opgegeven instellingen, met een maximumcijfer van ongeveer een vierde van de getuigenissen. De regering, die op de tweede plaats komt, is de enige instelling die tegelijk gewaardeerd wordt en omstreden is, aangezien zij ook op de derde plaats staat bij de instellingen die het meeste vertrouwen waard zijn. De studenten wantrouwen de regering het meest. Daarna komen de werklozen. De meningen van de werknemers lopen sterk uiteen. De gezondheidsdiensten in Marokko blijken een slecht imago te hebben, net als de media, de politieke partijen en het gerechtelijk systeem. Dit zijn trouwens ook de instellingen die het laagste cijfer krijgen wat het vertrouwen betreft.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
83
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Tabel 6: De Marokkaanse instellingen die het minste vertrouwen waard zijn – Rangschikking in dalende volgorde (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Politie
25,3
22,7
23,9
Regering
14,6
15,8
15,2
Instellingen voor (gezondheids)zorg en sociale zekerheid
15,7
8,4
12
Media
10,1
10,8
10,5
Politieke partijen
8,6
5,9
7,2
Rechtbanken
4
6,9
5,5
Liefdadigheidsorganisaties
3
4,9
4
Koninghuis
1,5
5,9
3,7
Parlement
3
3
3
Vakbonden, beroepsverenigingen
3,5
2
2,7
Religieuze instellingen
0,5
2
1,2
Leger
1,5
0,5
1
1
0
0,5
7,6
11,3
9,5
100
100
100
Onderwijsinstellingen, sociale siensten Geen antwoord Totaal
Vertrouwen in de Belgische instellingen Met betrekking tot het vertrouwen van de Belgische Marokkanen in de Belgische instellingen, is de situatie vrij gelijkaardig als voor de Marokkaanse instellingen. Er zijn evenwel enkele uitzonderingen. De religieuze instelling krijgt hier het meeste vertrouwen (22%). Maar in tegenstelling tot Marokko vormen de diensten voor gezondheid en sociale zekerheid een van de instellingen die de meeste steun genieten bij de mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen. Die instellingen staan bovenaan de lijst bij de vrouwen met een vertrouwenscijfer van 25%, een cijfer dat heel wat hoger ligt dan bij de mannen (18,2%). In vergelijking met de twee vorige instellingen geniet de Belgische regering aanzienlijk minder vertrouwen (13,2%), maar zij bekleedt toch nog een comfortabele positie, aangezien zij op de derde plaats komt op een lijst van veertien instellingen. De vakbonden genieten een vrij grote mate van vertrouwen (10,2%). De uitingen van vertrouwen ten gunste van de vakbonden zijn vooral afkomstig van de mannen (15%), meer dan van de vrouwen (5,6%). Net als in Marokko krijgen de politie, de media en het parlement (zowel het Belgische als het Europese Parlement) een score van vertrouwen die duidelijk lager ligt dan het gemiddelde van het algemene vertrouwen. Een jonge Belgische Marokkaan uit Brussel vertelt:
“Er is overal discriminatie. Ik ben woest. Op school, bij de politie… Er zijn altijd problemen met de
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
84
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
politie en de jongeren. We voelen ons uitgestoten door de rijke gemeenschappen … Altijd controles, controles en controles. Het zijn altijd dezelfden, ze vernederen ons. Ik liep een keer in een chique wijk en de politie stopte, controleerde ons en zei ons dat we moesten terugkeren naar onze wijken, naar onze gemeenschap, in Schaarbeek en Molenbeek, … De Belgische staat heeft ons verplicht om allemaal samen te gaan wonen. Het is zoals in Frankrijk: als er geen HLM’s (goedkope huurflats in Frankrijk) zouden zijn, zouden er geen problemen zijn. Ze moeten respect voor ons hebben.”
Tabel 7: De Belgische instellingen die vertrouwen waard zijn – Rangschikking volgens dalende volgorde (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Moskeeën
20,2%
23,6%
21,9%
Instellingen voor gezondheidszorg en sociale zekerheid
24,7%
18,2%
21,4%
Belgische regering
14,6%
11,8%
13,2%
Vakbonden, beroepsverenigingen
5,6%
14,8%
10,2%
Onderwijsinstellingen
10,6%
7,9%
9,2%
Politieke partijen
2,5%
3,4%
3,0%
Rechtbanken
1,5%
4,9%
3,2%
Marokkaanse verenigingen
2,5%
3,9%
3,2%
Liefdadigheidsorganisaties
4,0%
1,5%
2,7%
Vertegenwoordigers van het Koninkrijk Marokko (ambassade, consulaat)
2,0%
3,4%
2,7%
Europees Parlement
2,0%
2,0%
2,0%
Politie
3,5%
0%
1,7%
Parlement
2,0%
1,0%
1,5%
Media
1,5%
,5%
1,0%
Geen antwoord
2,5%
3,0%
2,7%
Totaal
100
100
100
Als we kijken naar de resultaten in verband met de Belgische instellingen waarin de ondervraagde personen het minste vertrouwen hebben, valt op dat het oordeel over de politieke partijen, de media en de politie heel sterk gelijkend zijn. Zowel in België als in Marokko lijken deze instellingen altijd omstreden te zijn. De instellingen die in Marokko sterk omstreden zijn, zijn dat ook in België. Met een globaal cijfer van 17% behoren de Marokkaanse instellingen die aanwezig zijn op het Belgische grondgebied (ambassade, consulaat, Marokkaanse verenigingen) tot de categorie van de meest omstreden instellingen. De getuigenis van deze Belgische Marokkaan geeft goed de mening van de ondervraagde personen over het Marokkaanse consulaat in België weer:
“Er was sprake van het Marokkaanse consulaat (lacht). Weet u, er is een groot probleem op het vlak van communicatie of informatie. In de eerste plaats denk ik dat dit de verantwoordelijkheid is van ons
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
85
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
land van herkomst. Er zijn mensen die heel bekwaam zijn, ze zijn gedetacheerd vanuit Marokko, maar in welke omstandigheden moeten zij werken en voor welk loon? Over welke middelen beschikken zij en op welke samenwerking en ondersteuning kunnen zij rekenen bij de instanties van Wallonië? Ik ben er zeker van dat de Turken beter georganiseerd zijn, met veel sterkere contacten dan de Marokkaanse gemeenschap.”
We stellen ook vast dat de liefdadigheidsorganisaties heel weinig omstreden zijn. Tabel 8: De Belgische instellingen die het minste vertrouwen waard zijn – Rangschikking in dalende volgorde (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Media
20,2%
17,7%
19,0%
Politie
13,1%
19,7%
16,5%
Politieke partijen
17,2%
15,3%
16,2%
Vertegenwoordigers van het Koninkrijk Marokko
9,6%
7,4%
8,5%
Marokkaanse verenigingen
7,1%
9,9%
8,5%
Belgische regering
7,6%
6,9%
7,2%
Rechtbanken
5,1%
5,4%
5,2%
Europees Parlement
5,1%
2,0%
3,5%
Liefdadigheidsorganisaties
2,5%
3,4%
3,0%
Parlement
3,5%
2,0%
2,7%
Vakbonden, beroepsverenigingen
1,5%
2,5%
2,0%
Moskeeën
1,5%
1,5%
1,5%
1%
0%
0,5%
Geen antwoord
5,1%
6,4%
5,7%
Totaal
100
100
100
Onderwijsinstellingen
Uit de analyse per gewest blijkt dat de groep van de Belgische Marokkanen in Brussel veel meer belang hecht aan de religieuze instelling dan de groepen in de twee andere gewesten. In het Brussels Gewest ligt het vertrouwenscijfer tegenover de moskeeën op 34,4%. In Vlaanderen is dat maar 13% en in Wallonië 6,8%. Zo komt de moskee voor de Belgische Marokkanen in Brussel op de eerste plaats in de rangschikking van vertrouwen in de verschillende instellingen. In Vlaanderen staat de moskee op de derde plaats en in Wallonië op de vijfde plaats. Voor sommige Belgische Marokkanen is de moskee de plaats waar de voorschriften van de islam en een ethische code worden geleerd. Op de vraag wat de bijdrage van de islam is, antwoorden de jongeren uit Gent:
“… opvoeding, hoe je moet leven en omgaan met anderen, respect voor de anderen, voor de familie, voor oudere mensen…”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
86
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Het tweede verschil tussen de gewesten dat we hier moeten vermelden, heeft betrekking op het vertrouwen in de Belgische onderwijsinstellingen. In Vlaanderen bedraagt het vertrouwen in die instellingen 15,2%, in Wallonië daalt het 8% en in Brussel tot 5,3%. Daardoor staat deze instelling op de eerste plaats in de algemene rangschikking voor Vlaanderen, op de vierde plaats in Wallonië en de vijfde plaats in Brussel. Een jonge leerkracht uit Luik geeft zijn visie op het Belgische onderwijssysteem:
“Wat de scholen betreft, ben ik betrokken partij, want ik ben leraar. Wat mij pessimistisch maakt, is het aantal onderwijsnetten die in België bestaan. Je hebt het net dat deel uitmaakt van de overheid en daarnaast heb je ook een net van de kerk. Je hebt het gemeentelijk en het provinciaal onderwijs, … Kortom, je hebt een hele reeks netten die niet allemaal dezelfde slaagkansen of dezelfde onderwijskwaliteit bieden. Mijn vader heeft mij op een katholieke school geplaatst en ik werk ook in een katholieke school. Je hebt meer slaagkansen in een katholieke school dan in een officiële school.”
3. Mate van engagement in het politieke leven en in het verenigingsleven Deelname aan het verenigingsleven Volgens de gegevens van onze enquête ligt de betrokkenheid van de ondervraagde personen bij diverse verenigingen in België op 22,4%. Dat is toch wel een hoog aandeel. Maar er bestaat een groot verschil tussen de mannen (27%) en de vrouwen (17,7%). De mate van deelname varieert ook met de leeftijd, vooral bij de vrouwen: wanneer ze ouder zijn dan 34 jaar worden de vrouwen veel minder actief in het verenigingsleven. Bij de mannen ligt de deelname tussen 25 en 34 jaar op 30% en na de leeftijd van 54 jaar is er totaal geen engagement meer. Tabel 9: Mate van betrokkenheid bij verenigingen volgens geslacht (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Werkenden
22,2
26
24,7
Werklozen
21,3
33
27,6
Studenten
15
24
19
Thuiswerkende vrouwen
12,3
-
12,3
Totaal
17,3
27
22,4
Over het geheel genomen zijn de werklozen, zowel bij de mannen, de vrouwen, de jongeren als de minder jonge mensen, het meest actief in het verenigingsleven (27,6%). Maar er bestaat een groot verschil tussen de mannen en de vrouwen in deze categorie, met een verschil in mate van engagement tussen de twee geslachten van bijna 12%. Er is ook een verschil van 9% tussen de vrouwelijke en de mannelijke studenten. In alle maatschappelijke groepen lijken de mannen dus blijkbaar meer geneigd om mee te werken in het verenigingsleven dan de vrouwen. De betrokkenheid van de vrouwen bij het verenigingsleven biedt hun wel een zekere erkenning in de samenleving en een bepaalde zelfstandigheid. Deze vrouw verklaart dit als volgt:
“We zaten opgesloten in onze problemen, de vereniging geeft ons kracht. Maar er zijn nog altijd veel vrouwen die niet buiten mogen. Zij krijgen geen toelating van hun man om zich aan te sluiten bij een vereniging…”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
87
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Ook deze vrouw getuigt tijdens de focusgroep in Brussel:
“Die vrouwen herleven. Ze zijn als het ware herboren. Zij waren huisvrouwen, ze waren vergeten vrouwen. Het actief zijn in een vereniging, het delen van dingen met andere vrouwen, het praten over hun lijden, helpt hen enorm. Het is niet vanzelfsprekend om alleen te zijn, dat kan tot depressies leiden… Het verenigingsleven biedt als het ware een mogelijkheid tot wedergeboorte. De vrouwen kunnen alles zeggen wat ze op het hart hebben. ”
Bij de mannen en vrouwen die deelnemen aan het verenigingsleven, is 36,55% lid van een vakbond, 22,58% van een sportvereniging, 16% van een culturele vereniging, 12% van een religieuze vereniging en 13% van allerlei andere verenigingen.
Belangstelling voor de politiek Uit allerlei onderzoeken en opiniepeilingen die de voorbije jaren in Marokko zijn uitgevoerd, blijkt dat de grote meerderheid van de burgers geneigd is om zich buiten de politiek te plaatsen. Bij de Marokkaanse parlementsverkiezingen in december 2007 ging slechts 37% naar de stembus. De gegevens van deze enquête bevestigen die trend. Tabel 10: Belangstelling voor de politiek volgens geboorte (%) Marokkaanse politiek
Belgische politiek
Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Helemaal niet
38,2
62,6
51,3
23,1
19,6
21,3
Weinig
16,1
18,7
17,5
16,1
18,2
17,3
Matig
22,6
13,6
17,8
37,1
34,1
35,5
Zo veel mogelijk
15,6
3,3
9,0
18,8
25,2
22,3
Veel
5,4
0,9
3,0
3,8
2,8
3,3
Geen antwoord
2,2
0,9
1,5
1,1
0
,5
Totaal
100
100
100
100
100
100
De helft van de ondervraagde personen verklaart niet geïnteresseerd te zijn in het politieke leven in Marokko: 62,6% van de mensen die in België geboren zijn en 38,2% van zij die in Marokko geboren zijn. Naarmate we afdalen in de tabel, neemt het aandeel af, zodat het positieve deel (met de vermelding ‘zo veel mogelijk’ en ‘veel’) leegstroomt, vooral voor de mensen die in België geboren zijn: slechts 4% van hen zit in dit positieve deel van de tabel. Dit aandeel neemt wel toe tot 21% bij de mensen die in Marokko geboren zijn. Uit figuur 1 blijkt dat de gemiddelde scores voor elke leeftijdsgroep tussen -1 en -0,5 liggen voor de mensen die in België geboren zijn en tussen -0,2 en 0,2 voor de mensen die in Marokko geboren zijn.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
88
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Figuur 1: Belangstelling voor de Marokkaanse politiek
Belangstelling voor de politiek
0,20 0,00
Geboren in Marokko
-0,20 -0,40 -0,60 -0,80
Geboren in België
-1,00 -1,20 15-24 jaar
25-34
35-44
45-54
55+
In verband met de belangstelling voor de Belgische politiek (figuur 2) stellen we vast dat de belangstelling voor de politiek varieert afhankelijk van de leeftijd in de twee groepen, maar niet in dezelfde mate: bij de mensen die in België geboren zijn, neemt de belangstelling voor de Belgische politiek toe met de leeftijd (r = 0,20, p < 0,01) en bij de mensen die in Marokko geboren zijn, neemt de belangstelling af met de leeftijd (r = - 0,25, p < 0,01).
Figuur 2: Belangstelling voor de Belgische politiek
Belangstelling voor de politiek
0,40 Geboren in Marokko 0,20 0,00 -0,20
Geboren in België
-0,40 -0,60 -0,80 15-24 jaar
25-34
35-44
45-54
55+
De belangstelling voor de politiek wordt meestal in verband gebracht met de leeftijd, maar ook met de scholing, maar dan wel op omgekeerd evenredige manier. Wanneer we de correlatie analyseren tussen de belangstelling voor de Marokkaanse politiek en de scholing bij de personen die in Marokko geboren zijn (r = 0,21, p < 0,05), merken we dat hoe meer mensen geschoold zijn hoe minder zij zich interesseren voor het politieke leven in Marokko. Dat geldt niet voor de Belgische politiek. Het is interessant om vast te stellen dat de verschillen tussen de groepen aanzienlijk kleiner zijn geworden. Bij het meten van de belangstelling voor de Marokkaanse politiek bevinden de respondenten zich hoofdzakelijk in het negatieve deel van de tabel (totale desinteresse), maar in het geval van België is er een verschuiving van het gewicht naar het midden toe. Meer dan een derde van de ondervraagde personen verklaart ‘matig’ geïnteresseerd te zijn in het politieke leven in België en slechts een vijfde
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
89
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
verklaart zich daar helemaal niet voor te interesseren. Iets meer dan een vierde heeft min of meer grote belangstelling voor die politiek. Figuur 3: Belangstelling voor de Marokkaanse politiek
Figuur 4: Belangstelling voor de Belgische politiek 150
250
Frequentie
Frequentie
200 150 100
100
50
50 0
0 0
1 2 3 4 5 Belangstelling voor de politiek
6
0
1
2
3
4
5
6
Belangstelling voor de politiek
Het belangrijke verschil zit dus in de spreiding van de antwoorden. Die spreiding is voor België min of meer willekeurig en voor Marokko neemt zij de vorm aan van een positieve asymmetrie. Waarschijnlijk houdt die asymmetrische spreiding verband met het bestaan van een gesloten politieke wereld die geen aansluiting heeft met de rest van de Marokkaanse samenleving. De willekeurige structuur van de spreiding van de belangstelling voor de Belgische politiek geeft aan dat de integratie van de immigranten in het politieke proces een significant niveau heeft bereikt. Opvallend is dat de belangstelling voor de politiek aanzienlijke verschillen vertoont volgens de gewesten, zoals blijkt uit de volgende figuur. Figuur 5: Belangstelling voor de politiek volgens gewest Belangstelling voor de politiek
0,40 Vrouwen 0,30
Mannen
0,20 0,10 0,00 -0,10 -0,20 -0,30 Vlaanderen
Wallonië
Brussel
In Wallonië, waar de groep van de Belgische Marokkanen het meest achtergesteld is op sociaaleconomisch vlak, liggen de scores op de schaal van de belangstelling voor de politiek meestal hoger dan het gemiddelde, vooral bij de vrouwen. Omgekeerd haalt de sociaaleconomisch meest bevoorrechte groep, namelijk die in Vlaanderen, de laagste scores. Die lage score is nog lager bij de vrouwen. In het Brussels Gewest liggen de waarden voor deze variabele rond het algemeen gemiddelde.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
90
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Deze resultaten laten vermoeden dat hoe minder de immigranten- of allochtone bevolking sociaaleconomisch geïntegreerd is, hoe meer belangstelling zij betoont voor de politiek, ongetwijfeld omdat de burger- en politieke rechten die zij geniet enkel de uiting zijn van een vooral pragmatisch burgerschap.
3. Lidmaatschap van politieke partijen Lidmaatschap van Marokkaanse politieke partijen Deelnemen aan het politieke leven is een van de middelen om concreet vorm te geven aan een actief burgerschap. Een van de belangrijkste vormen van die deelname is gaan stemmen. Op de vraag of de ondervraagde personen hebben deelgenomen aan de algemene verkiezingen in Marokko sinds zij zich in België hebben gevestigd, is het antwoord bijna unaniem: 92% van de mannen en 94,4% van de vrouwen verklaart nooit te hebben deelgenomen. 95,5% van de personen in de steekproef heeft niet deelgenomen aan de verkiezingen van september 2007 omdat zij op het moment van de verkiezingen niet in Marokko waren en omdat er geen stembureaus voorzien waren op het consulaat in België. Het blijkt duidelijk dat de overgrote meerderheid van de ondervraagde personen, namelijk 85%, zich niet herkent in de Marokkaanse politieke partijen en wanneer zij toch beslissen om lid te worden van een partij, kiest 5,5% van hen voor de PJD (Partij voor Rechtvaardigheid en Democratie), 3% voor de PI (Istiqlal-partij) en de overige 4,5% kiest voor een andere partij9. Tabel 11: Lidmaatschap van Marokkaanse politieke partijen (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
PJD (Parti de la justice et du développement)
8,1
2,8
5,5
PI (Parti de l’Istiqlal)
3,8
2,4
3
USFP+PPS+PSU (Socialisten)
5,4
0,5
2,8
MNP (Mouvement national populaire)
0,5
-
0,2
UC+PNI+PND (Union constitutionnelle + Parti national indépendant + Parti national démocrate)
1,6
1,4
1,5
78,5
90,5
84,8
Geen antwoord
2,2
2,4
2,2
Totaal
100
100
100
Geen enkele partij
9 We moeten hier ook nog Al adl wa al ihssan (Gerechtigheid en Barmhartigheid) vermelden. Deze politiek-religieuze beweging is geen politieke partij en zelfs niet eens een officiële vereniging, maar zij is wel sterk aanwezig in Europa en Marokko. De beweging verenigt politiek-religieus charisma en activisme rond de persoon van de oprichter Abdessalam Yassine. Zij is erg actief in de arme achtergestelde wijken en in haarden van uitsluiting waar de mensen analfabeet en werkloos zijn. In 2006 kwam zij in actie in Marokko om de politieke situatie te veranderen met een profetische ‘Quawma’ (revolutie) en de beweging kent een groeiende aanhang in Marokko, Europa en zelfs in de Verenigde Staten.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
91
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
Om het gebrek aan belangstelling voor de Marokkaanse politieke partijen te verklaren, kunnen we redelijkerwijs stellen dat de politieke partijen in het land niet goed werken. De partijen worden immers beschouwd als anomische organisaties, ze worden beschuldigd van corruptie, cliëntelisme en paternalisme en ze zouden ver verwijderd zijn van de gemeenschappelijke waarden van de leden van de samenleving. Vandaar een gevoel van algemeen wantrouwen tegenover de partijen.
Lidmaatschap van Belgische politieke partijen 76% van de ondervraagde personen verklaart stemrecht in België te hebben verworven. 97% van hen heeft daadwerkelijk deelgenomen aan de verkiezingen. We herinneren er hier aan dat stemmen verplicht is in België. Bijna 40% van de Belgische Marokkanen die we tijdens deze enquête ondervroegen, voelt zich verwant met de PS of de sp.a, de twee socialistische formaties in België. Dit is het hoogste verwantschapscijfer, maar het wil niet noodzakelijk zeggen dat zij militant of actief lid zijn van deze politieke partijen. Op de tweede plaats komen de Belgische Marokkanen die zich verwant voelen met de groene beweging (9,5%). Zij behoren vooral tot de eerste generatie immigranten. We vinden hen vooral in Wallonië, waar het lidmaatschap van de groene beweging 14% bedraagt, tegenover 3% in Vlaanderen en 8,5% in Brussel. De sociaaldemocratische en liberale partijen hebben ook hun aanhangers bij de Belgische Marokkanen (respectievelijk 7% en 5,3%) – we vinden ze vooral bij de mensen van de tweede generatie. Aan de rand van het politieke spectrum, zowel links als rechts, vinden we vrij weinig extremistische Belgische Marokkanen.
Tabel 12: Lidmaatschap van Belgische politieke partijen (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Liberale partijen (MR, VLD)
3,8
6,5
5,3
Sociaaldemocratische partijen (CDH, CD&V)
4,3
9,3
7,0
Socialistische partijen (PS, sp.a)
45,2
38,3
41,5
Groene partijen (Ecolo/Groen)
13,4
6,1
9,5
Rechts-radicale en nationalistische partijen (FNB, VB)
1,1
0
0,5
Links-radicale en communistische partijen (PTB, PvdA)
1,1
2,3
1,8
Ik heb geen specifieke affiniteit met een partij
15,1
17,3
16,3
Ik voel mij verwant met geen enkele partij
23,1
28,0
25,8
Geen antwoord
1,6
1,4
1,5
Totaal
100
100
100
De mensen die verklaren geen enkele specifieke affiniteit te hepen met de Belgische politieke partijen en zij die stellen dat er geen enkele partij is waarmee zij zich verwant voelen, maken samen wel een aandeel van 42% uit. Volgens de steekproef gaat het om mensen die maar heel elementair onderwijs
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
92
Hoofdstuk IV: Beeld van Marokko en van België bij de Belgische Marokkanen
hebben gehad. Ten slotte moeten we noteren dat het aandeel van hen die verklaren geen enkele affiniteit te hebben met de Belgische partijen of zij die stellen dat er geen enkele partij is waar zij zich verwant mee voelen, kleiner is in Wallonië dan in de andere gewesten. Figuur 6: Lidmaatschap van de Belgische politieke partijen 0,8
(1)
0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2
(2) Lager onderwijs
Secundair onderwijs
Universitair onderwijs
1 - Zij die zich niet verwant voelen met de Belgische politieke partijen of die er geen affiniteit mee hebben (r = -0.16, p < .5) 2 - Zij die zich verwant voelen met een politieke partij (r = 0.16, p <.5). Algemeen genomen is er een verband tussen het gevoel van verwantschap met de Belgische politieke partijen en de subjectieve sociale status (r = 0,24, p < 0,01). Er is ook een verband met het gevoel van gehechtheid aan het land van herkomst (r = 0,10, p< 0,5) en ook met een overdreven morele strengheid op het vlak van seksualiteit (r = 0,15, p < 0,01). Dit lijkt de conclusie te bevestigen die we al getrokken hebben uit de analyse van de gegevens in verband met de Marokkaanse politieke partijen, waaruit namelijk blijkt dat de affectieve banden van de immigranten met hun land van herkomst geen grote hinderpaal vormen voor deelname aan het politieke leven in hun gastland. Noch de culturele banden van de Marokkaanse immigranten met hun land van herkomst, noch de affectieve banden die hen met dit land verbinden, hebben hen dus verhinderd om betrokken te zijn bij het Belgische politieke leven. Die betrokkenheid heeft ongetwijfeld te maken met het gevoel van vervreemding tegenover de politiek in het land van herkomst, in combinatie met het verlangen om hun lot in het gastland te verbeteren. Een vrouwelijke consultant getuigt in dit verband:
“… Ik zou zeggen dat de Belgische Marokkanen overwegend kiezen voor links en de groene partijen. Onlangs hebben sommigen zich naar centrumrechts gericht en enkelen zelfs naar extreem-rechts. We kunnen die houding verklaren door twee zaken: 1. De politieke partijen trekken de kaart van de immigratie. Het is een ‘winkel’ 2. Tegelijk is er een discours dat stelt dat de immigranten zich beschermd voelen door de socialisten, voor wie sociale aangelegenheden een leidmotief zijn. De socialisten krijgen de stemmen van de Marokkanen en blijven aan de macht en de Marokkanen van hun kant krijgen geld van het OCMW. De Marokkanen spelen het slachtoffer. Er zijn zelfs zakenlui (zelfstandigen) die voor de PS stemmen, omdat zij het gevoel hebben dat die partij hen beschermt.”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
93
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
1. Gevoelens van de Belgische Marokkanen ten opzichte van de EU
Algemene houding ten opzichte van de Unie en de eenheidsmunt De ondervraagde personen stelden zich meestal gematigd en voorzichtig op ten opzichte van de Europese Unie. De gemiddelde score voor deze variabele, gemeten op een schaal van 1 tot 5 punten, bedraagt 3,52. Het neutrale punt op deze schaal is 3, dat is een min of meer gemiddelde beoordeling. Maar het aandeel ‘geen antwoord’ ligt vrij hoog (21,4). Figuur 1: Algemene houding ten opzichte van de EU 50%
40%
30%
44,5%
20% 33,9%
10% 0,6%
11,0%
10,0%
0% Heel negatief
Negatief
Negatief en positief
Positief
Heel positief
200
Frequentie
150
100
50
0
0,00
1,00
Heel negatief
Koning Boudewijnstichting
2,00
3,00
4,00
5,00
6,00
Mean =3,52 Std. Dev. =0,842 N =319
Heel positief
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
95
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Wanneer specifieke aspecten van de EU ter sprake komen, verschuiven de scores verder naar het negatieve deel van de schaal. Met betrekking tot de euro bijvoorbeeld ligt het gemiddelde van de scores boven de neutrale waarde van deze schaal van 1 tot 5. Maar wanneer we de spreiding van de scores onderzoeken, blijkt dat 35% van de respondenten een negatieve of zelfs heel negatieve houding aanneemt tegenover de eenheidsmunt, namelijk een aandeel dat drie keer groter is dan het aandeel van hen die een negatieve of heel negatieve mening gaven over de EU (1,6%). Ten slotte moeten we erop wijzen dat 20% van de ondervraagde personen geen mening heeft gegeven over dit punt. Figuur 2: Houding ten opzichte van de eenheidsmunt 40% 120 100 Frequentie
30%
20% 29,2%
33,7%
23,2%
10% 11,4% 0%
Heel Negatief Negatief Positief negatief en positief
2,5% Heel positief
80 60 40 20 0
0,00 1,00 2,00 Heel negatief
3,00
4,00
5,00 6,00 Heel positief
Mean =2,93 Std. Dev. =1,061 N =315
Houding ten opzichte van de uitbreiding van de EU met de landen van Oost-Europa Wanneer we kijken naar de impact van de uitbreiding van de EU naar het oosten voor de Marokkaanse gemeenschappen in België, stellen we ook hier een vrij negatieve houding vast.
Tabel 1: Houding ten opzichte van de uitbreiding van de EU (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
4,0
7,4
5,7
Heeft geen impact gehad
15,2
14,8
15,0
Heeft een negatieve impact gehad
23,7
33,0
28,4
Heeft geleid tot meer werkloosheid bij de niet-Europese bevolking en vooral bij de Marokkanen
10,6
9,9
10,2
Geen mening
45,5
33,4
39,5
Overige
1,0
1,5
1,2
Totaal
100
100
100
Heeft een positieve impact gehad
Wanneer we de ondervraagde personen naar hun mening vragen over de impact van de uitbreiding voor de eigen belangen van hun gemeenschap, zijn er maar heel weinig die zich positief opstellen (5,7%). Het aandeel van hen die het gevoel hebben dat die uitbreiding een negatieve impact heeft, bedraagt daarentegen 38,6%. In die categorie menen sommigen dat de nieuwe immigranten uit
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
96
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Oost-Europa hun plaats innemen op de arbeidsmarkt. Een van de jongeren uit Gent geeft zijn mening over dit onderwerp:
“De Polen nemen ons werk af.” Anderen hebben kritiek op het gedrag van de mensen uit Oost-Europa (zoals bijvoorbeeld het feit dat ze bedelen), omdat ze menen dat dit nadelig is voor de oudere immigrantengemeenschappen, omdat de meeste Belgen denken dat die mensen Marokkanen of Turken zijn. Op de vraag wat zij denken van de komst van die Oost-Europeanen naar België, geven de ondervraagde jongeren blijk van een zekere vijandigheid:
“…De laatst aangekomenen zijn de Polen, de Slovaken, de Tsjechen en de Roma (zigeuners) . Die zijn erg! Die zijn echt heel erg! Jongens, meisjes, jong of oud... zij lopen op straat met hun hele familie en… zij bedelen. Het probleem is dat de Belgen zeggen: ‘Het zijn weer die smerige Turken of Marokkanen.» Zij maken dat onderscheid niet en zeggen: “Het zijn allochtonen». In de meeste gevallen zeggen ze dat het Marokkanen zijn, ook al gaat het om Kosovaren. Dat is niet eerlijk tegenover ons! De godsdienst speelt ook een rol: het feit dat het christenen zijn, speelt in hun voordeel, en dat geldt niet voor ons. Wanneer er een probleem is met hen, zeggen ze dat ze Kosovaren of Slovaken zijn, maar ze spreken niet over hun godsdienst. Zodra er iets gebeurt met Marokkanen of Turken, zeggen ze altijd dat het moslims zijn of islamitische jongeren. Voor ons wordt alles altijd verdraaid naar de godsdienst.” De komst van nieuwe migranten naar België lijkt de jonge Belgische Marokkanen in elk geval in een lastige situatie te brengen: het beeld dat die nieuwkomers overbrengen en het onthaal dat ze krijgen van de Belgen roepen vaak herinneringen op aan situaties die de Belgische Marokkanen of de Belgische Turken van de tweede of de derde generatie ook hebben meegemaakt. Maar die laatsten willen niet het risico lopen om te worden afgewezen door de ‘autochtonen’ en vrezen dat ze zullen worden gelijkgeschakeld met die nieuwkomers. Sommige Belgische Marokkanen nemen dan ook een discriminerende houding aan tegenover deze immigranten uit Oost-Europa, ook al hebben zij zelf te maken gehad en hebben zij nog altijd te maken met gelijkaardige pesterijen omwille van hun herkomst. Een jongere van zestien jaar verklaart over dit onderwerp het volgende:
“Zij spreken onze taal niet goed… Ze lachen niet op dezelfde manier als wij, ook hun manier van lachen… is anders…” Deze vraag is zeker het uitdiepen waard aan de hand van een specifiek sociologisch onderzoek om het discriminerende gedrag en de oorzaak daarvan, vooral op school, te analyseren.
Gebrek aan zichtbaarheid en beeld van de EU Het aandeel van de mensen dat geen mening heeft gegeven of wilde geven over alle vragen in verband met de Europese Unie ligt hoog en we moeten daar dan ook rekening mee houden.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
97
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Een aanzienlijk deel van de ondervraagde personen, van 20% tot 39% afhankelijk van de vragen, verklaart geen mening te hebben. We kunnen dit interpreteren als een gebrek aan informatie of zichtbaarheid van het beleid en de doelstellingen van de EU. De mensen die geen antwoord gaven, vinden we in dit geval in alle maatschappelijke klassen, vooral onder de werkenden, de werklozen en de thuiswerkende vrouwen. Zij hebben een min of meer hoog onderwijsniveau. Doordat zij niet echt een opvallend gemeenschappelijk kenmerk vertonen, wordt de hypothese van het gebrek aan zichtbaarheid aannemelijk. De vraag welk beeld zij hebben van de EU heeft daarentegen veel meer antwoorden opgeleverd. De meeste respondenten beschouwen de EU als een economische mogendheid (57%). Ongeveer een vijfde meent ook de belofte te zien van de ontwikkeling van een gemeenschappelijke cultuur (9,2%) en van democratie (10,2%) en meer dan één op tien ziet de Eu als een politieke en militaire supermacht (11,2%). Kortom, het totaalbeeld van de EU valt veeleer gunstig uit. Tabel 2: Perceptie van het beeld van de EU (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Mannen
Unie van economische mogendheden
54,3
66,7
53,4
52,0
56,6
Gemeenschappelijk cultuurproject
17,3
1,9
12,1
7,1
9,6
Democratisch project
9,9
6,7
11,2
13,3
10,3
Club van christenen
3,7
2,9
6,9
5,1
4,7
Uitbuiting, imperialisme
1,2
1,9
0
3,1
1,5
Politieke en militaire supermacht
7,4
12,4
10,3
14,3
11,1
Bureaucratische structuur
2,5
3,8
2,6
3,1
3
Geen antwoord
3,7
3,7
3,5
2
3,2
Totaal
100
100
100
100
100
De negatieve beoordelingen van de EU (een club van christenen, een bureaucratische structuur of een imperialistische macht) liggen rond de 9%.
2. De samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de Europese Unie Hoe zien de Belgische Marokkanen de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de Europese Unie? Dit deel van het rapport wil nagaan in welke mate zij zichzelf beschouwen als actieve actoren in het economische en politieke leven en in de civiele samenleving op transnationale schaal. Die analyse zou moeten uitwijzen in welke mate de Belgische Marokkanen die hebben ingestemd met dit onderzoek, bereid zijn om meer betrokken te zijn bij de samenwerkingsrelatie tussen Marokko en België.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
98
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Betekenis van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU Allereerst willen we erop wijzen dat het onderzoek van de antwoorden zonder mening veelzeggend is. We zien dat een groot deel van de respondenten (voor de meeste vragen tussen 30% en 50%) zich onthoudt van elke mening, ongetwijfeld omwille van een gebrek aan informatie over de samenwerkingsprojecten. Tabel 3: Betekenis van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Geen mening
Meer democratie
55,6
62,1
58,9
29,4
Meer arbeidskansen
65,2
67,5
66,3
17,0
Meer aandacht voor de mensenrechten
33,8
28,6
31,2
30,9
Meer openheid naar de wereld
65,7
70,0
67,8
22,9
Einde van de onafhankelijkheid
11,6
15,8
13,7
47,9
Moreel verval
16,2
19,7
18,0
50,4
Uitbuiting
16,2
21,2
18,7
47,1
Meer immigratie uit Marokko naar Europa
33,8
28,6
31,2
40,4
We kunnen redelijkerwijs ook nog andere factoren zoals onzekerheid en scepticisme tegenover bepaalde instellingen inroepen om dit hoge percentage van antwoorden zonder mening te verklaren. De meeste ondervraagde personen betonen een heel beperkt vertrouwen in de Marokkaanse instellingen, ook al tonen zij zich optimistisch over de toekomst van Marokko. De meeste respondenten hebben nochtans gekozen voor gunstige stellingen over de samenwerking. Voor de meesten onder hen betekent deze samenwerking “meer openheid naar de buitenwereld” (68%), “meer arbeidskansen” (66%), “meer democratie” (59%) en “meer aandacht voor de mensenrechten” (31%). Deze Belgische Marokkaan getuigt in dit verband als volgt:
“Dankzij de economische evolutie van Marokko denk ik dat de situatie verbetert. Ik kom er sinds vijf jaar regelmatig voor mijn werk en om privéredenen. Ik denk dat er een terugkeer naar Marokko is, dankzij de economische aspecten en de bewustwording van de Marokkaanse overheid en de pers…” De mensen die zich bezorgd tonen om de onafhankelijkheid van Marokko of die bang zijn voor de negatieve effecten van de samenwerking, maken maar een kleine groep uit, die in alle gevallen niet groter is dan 20% van de ondervraagde personen.
Impact en huidige stand van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU Een groot aantal van de ondervraagde personen wil zich niet uitspreken over de vraag of de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU kunnen bijdragen tot verandering op economisch, politiek, cultureel vlak en voor de mensenrechten.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
99
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Tabel 4: Beoordeling van de impact voor Marokko van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Geen mening
Ontwikkeling van democratische rechten en vrijheden
10,1
17,7
14,0
53,1
Verbetering van de kwestie van de Sahara
37,4
44,8
41,1
35,4
Meer respect voor de mensenrechten
46,0
53,2
49,6
30,2
Verbetering van de economische situatie
19,7
25,6
22,7
41,9
Aantasting van culturele waarden
39,4
43,3
41,4
35,9
9,6
7,4
8,5
51,6
36,9
40,9
38,9
47,4
Aanslag op de nationale soevereiniteit Privatisering van de openbare sector en aanmoediging van buitenlandse investeringen
We stellen wel vast dat de meeste mensen die hun mening geven, menen dat de samenwerking heeft geleid tot meer respect voor de mensenrechten in Marokko (49,6%), ook al heeft de meerderheid (53%) geen mening over de beloften van “ontwikkeling van democratische rechten en vrijheden”. Een groot aantal ondervraagde Belgische Marokkanen denkt ook dat de samenwerking tussen Marokko en de EU heeft bijgedragen tot de verbetering van de kwestie van de Sahara (41%). Maar een even groot aantal ondervraagde mensen (41,4%) vreest dat de samenwerking leidt tot een aantasting van de culturele waarden en een verslapping van de sociale banden, terwijl het aandeel van mensen die in de samenwerking een bedreiging voor de nationale soevereiniteit zien, het kleinst is (8,5%). Ten slotte is het interessant om vast te stellen dat een niet verwaarloosbaar deel van de mensen die hun mening hebben gegeven over de samenwerking, geneigd is om te geloven dat zij economische kansen kan bieden voor Marokko (22,7%). Nog altijd op basis van tabel 4 kunnen we er ook op wijzen dat een aanzienlijk deel van de ondervraagde personen geen mening wilde geven over de rol die de samenwerking tussen Marokko en de EU kan spelen op het vlak van economische, politieke en culturele ontwikkeling. Dit voorbehoud wijst naar alle waarschijnlijkheid op onvoldoende communicatie of een gebrek aan informatie. We mogen niet vergeten dat de media op de laatste plaats staan van de lijst met dertien Belgische instellingen die zijn onderzocht en gerangschikt volgens de mate van vertrouwen in de instellingen en dat zij boven aan de lijst prijken van instellingen waarin de ondervraagde personen het minste vertrouwen hebben. Als we in dit verband de gegevens in verband met het vertrouwen in de media en die in verband met de rol van de samenwerking tussen Marokko en de EU op het vlak van economische, politieke en culturele ontwikkeling met elkaar kruisen, stellen we vast dat de mensen die liever geen mening geven over deze vraag in verhouding weinig vertrouwen hebben in de media (24% van hen), terwijl maar 16% van degenen die zich wel hebben uitgesproken weinig vertrouwen hebben. We kunnen dus veronderstellen dat er een verband bestaat tussen het niet willen geven van een mening over dit onderwerp en het gebrek aan vertrouwen in de media en het gebrek aan betrouwbare informatie.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
100
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Het feit dat de vertegenwoordigers van het Koninkrijk Marokko en België niet in staat zijn om hun medeburgers vertrouwen in te boezemen, speelt ongetwijfeld ook een rol bij deze houding. Tijdens de focusgroepen maakte een man de volgende bedenking:
“De administratie laat te wensen over, het is de corruptie die het echte probleem vormt…” Een andere Belgische Marokkaan getuigt ook over zijn ervaringen in Marokko:
“Ik investeer liever in België, want je hebt hier meer administratieve faciliteiten. In Marokko steken ze stokken in de wielen. Dat heb ik ervaren. In België duurde het zeven maanden om een stuk grond te kopen, de bouwvergunning te krijgen en te beginnen bouwen, maar in Marokko had ik zes jaar nodig om alleen maar de grond te verwerven.” Je zou ook een verband kunnen aantonen tussen de weigering om te antwoorden en het gebrek aan vertrouwen in bepaalde Marokkaanse instellingen als het parlement, de politieke partijen, het gerecht en de media. Die conclusies lijken te worden bevestigd door de antwoorden op de vraag over de huidige stand van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU (tabel 5). 27,7% meent namelijk dat het moeilijk is om een mening te geven. Daarbij komt dan nog eens het deel ‘zonder mening’, dat 24% bedraagt, en het deel van de mensen voor wie de samenwerkingsrelaties dubbelzinnig zijn. Er is ongetwijfeld een verband te leggen tussen die standpunten en een gebrek aan informatie. Het niet voldoen aan de nood aan informatie kan een belemmering vormen voor het ontstaan van een transnationaal burgerschap. Tabel 5: Perceptie van de huidige stand van de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
De relaties worden steeds sterker
23,7
23,2
23,4
Zij leveren een grote bijdrage voor de ontwikkeling van Marokko
18,2
19,2
18,7
Ze zijn dubbelzinnig
7,6
7,9
7,7
Ze zijn nog altijd paternalistisch
5,1
3,4
4,2
Het is moeilijk om een mening te geven
25,3
30,0
27,7
Geen mening
25,8
22,7
24,2
We moeten er wel op wijzen dat de rest van de respondenten meestal gunstig staat tegenover de samenwerking: 23,4% heeft de indruk dat de relaties steeds sterker worden, 18,7% meent dat zij nuttig zijn voor de ontwikkeling van Marokko. Slechts 4% is van mening dat deze relaties nog altijd doordrongen zijn van paternalisme.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
101
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
3. De Belgische Marokkanen en het versterkt statuut De veronderstelling over het gebrek aan informatie en zichtbaarheid met betrekking tot de samenwerkingsrelaties tussen Marokko en de EU wordt bevestigd door zowel kwantitatieve gegevens (tabel 6) als door kwalitatieve gegevens (focusgroepen en individuele gesprekken). Op de vraag wat de Belgische Marokkanen denken van het versterkt statuut dat de Europese Unie aan Marokko heeft toegekend, heeft een bepaald aantal onder hen een gelijkaardige mening als deze leerkracht, die melding maakt van het gebrek aan informatie over dit statuut:
“Waar heeft dat mee te maken? Gaat het om regelingen op het vlak van immigratie of op het vlak van de gemeenschappelijke markt?” Meer dan een derde van de mensen die bereid waren om te antwoorden op de vraag of Marokko het versterkt statuut kan verwerven in zijn relaties met de EU10, verklaart dat zij daar nog niets over weten. Daarbij komen nog de sceptici die een aandeel van 13,7% vertegenwoordigen. Tabel 6: Denkt u dat Marokko het versterkt statuut kan verwerven in zijn relaties met de EU? Vrouwen
Mannen
Totaal
Absoluut
17,7
22,7
20,2
Alles hangt af van de economische vooruitgang
26,3
24,1
25,2
Ik weet het nog niet
39,9
32,0
35,9
Ik denk het niet
12,1
15,3
13,7
Nooit
2,5
3,4
3
Overige
1,5
2,0
1,7
0
0,5
0,2
100
100
100
Geen antwoord Totaal
Slechts een vijfde van de ondervraagde personen is er stellig van overtuigd dat Marokko het versterkt statuut kan verwerven in zijn relaties met de EU, terwijl een uiterst kleine minderheid meent dat Marokko dat statuut nooit zal krijgen (3%). De ondervraagde personen kregen ook een aantal argumenten pro en contra voorgelegd die kunnen worden ingeroepen om Marokko het versterkt statuut in zijn relaties met de EU toe te kennen of te weigeren. De enquête stelde voor om het toekennen van dit statuut ondergeschikt te maken aan acht voorwaarden en de weigering aan zes voorwaarden die werden geformuleerd in de vorm van argumenten voor en tegen het toekennen van het versterkt statuut. Elke persoon moest een gunstige en een ongunstige voorwaarde kiezen. De antwoorden staan weergegeven in tabel 7 en 8 en staan gerangschikt in dalende volgorde van voorkomen.
10 Op het moment dat het onderzoek werd uitgevoerd, had de EU het versterkt statuut nog niet toegekend aan Marokko. Intussen is dit statuut sinds oktober 2008 toegekend.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
102
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Tabel 7: Om welke redenen kan de EU het versterkt statuut toekennen aan Marokko? Vrouwen
Mannen
Totaal
Marokko is een economisch belangrijke markt
27,8%
42,9%
35,4%
Marokko heeft een belangrijke geopolitieke en strategische ligging
19,7%
19,7%
19,7%
De arbeidskracht is er goedkoop
13,6%
10,8%
12,2%
Om de migratiebeweging vanuit Afrika naar Europa af te remmen
11,1%
11,8%
11,5%
Omwille van zijn natuurlijke rijkdommen
8,1%
7,4%
7,7%
Marokko vormt een brug tussen de MENA-regio (het MiddenOosten en Noord-Afrika) en de Afrikaanse landen, met name ten zuiden van de Sahara
5,6%
9,4%
7,5%
Omwille van zijn jonge bevolking
8,6%
4,9%
6,7%
Omwille van zijn politieke evolutie
6,6%
3,0%
4,7%
Geen antwoord
4,0%
3,9%
4,0%
Het argument dat het vaakst wordt ingeroepen om het versterkt statuut toe te kennen, is dat “Marokko een belangrijke economische markt vormt” (35,4%), gevolgd door het argument dat wijst op de “geopolitieke en strategische ligging” van Marokko (20%). Ver onderaan staat het argument van de “goedkope arbeidskracht” (12%) en dat van het afremmen van de illegale immigratie (11,5%). De twee eerste argumenten worden erkend door de meerderheid van de ondervraagde personen (55%) en de vier volgende argumenten krijgen de goedkeuring van een heel sterke meerderheid (79%). Die argumenten worden gekenmerkt door het feit dat ze kunnen worden ingeroepen door beide partners (Marokko en de EU), elk volgens hun eigen strategieën en eigen doelstellingen, ook al lijken zij meer te passen in de economische en veiligheidslogica van de EU. Ten slotte meent slechts 5% van de geïnterviewde personen dat de vorderingen die Marokko heeft gemaakt op politiek vlak een geldig argument vormen om het versterkt statuut te verwerven. Bij de ongunstige argumenten worden in dalende volgorde het vaakst de volgende redenen aangehaald: de angst voor een nieuwe immigratiegolf (32%), de islamitische identiteit van Marokko (28,4%), maar ook de tekortkomingen op het vlak van de democratie en de mensenrechten. Die drie argumenten worden aangegeven door een heel grote meerderheid van de ondervraagde personen (81%).
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
103
Hoofdstuk V: De Belgische Marokkanen en de Europese Unie
Tabel 8: Om welke redenen kan de EU negatief reageren op het verzoek van Marokko in verband met het versterkt statuut? Vrouwen
Mannen
Totaal
Uit angst voor een nieuwe immigratiegolf
35,4%
29,1%
32,2%
Het is een moslimland
26,3%
30,5%
28,4%
Niet voldoende verbetering op het vlak van de democratie en de mensenrechten
19,7%
20,7%
20,2%
De Marokkaanse economie is niet voldoende ontwikkeld
14,1%
17,2%
15,7%
De corruptie van de Marokkaanse regering
0,5%
0,5%
0,5%
-
0.5
0.3
Ik weet het niet
6,1%
6,4%
6,2%
Geen antwoord
0%
0,5%
0,2%
Omwille van allerlei moeilijkheden waar het Afrikaanse continent mee worstelt
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
104
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaalculturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
1. Identiteit en nationaliteit Omdat ze geconfronteerd werden met ernstige sociaaleconomische problemen, hebben de Marokkaanse immigranten ervoor gekozen om Belgisch staatsburger te worden in de hoop hun levensomstandigheden te verbeteren door het verwerven van politieke rechten. Het is in die geest dat de meeste Marokkaanse immigranten de Belgische nationaliteit hebben verworven. Volgens de gegevens van de enquête bezit 78% al de Belgische nationaliteit en heeft 4,5% de nodige stappen gezet om die nationaliteit te verkrijgen. Verder is 11% van plan om dat te doen en slechts 6% is niet van plan om de Belgische nationaliteit aan te vragen. De vraag is in welke mate die nieuwe, in eerste instantie formele, identiteit het politieke en culturele integratieproces van degenen die we allochtonen noemen, heeft bevorderd.
Dubbele Marokkaanse en Belgische identiteit Op de vraag met welk land zij zich het nauwst verwant voelen, antwoordt bijna de helft van de ondervraagde Belgische Marokkanen dat zij zich net zo verwant voelen met Marokko als met België. De getuigenis van deze jongere van de tweede generatie uit Brussel is veelzeggend:
“Ik ben een Belgische Marokkaan. Ik heb twee culturen, twee rijkdommen. Ik ben dat alles tegelijk.” Een jonge vrouw bevestigt dit gevoel door eraan toe te voegen:
“…maar ik heb kunnen goochelen met beide en het beste van elke cultuur genomen.” Uit het aantal keren dat zij naar Marokko terugkeren, blijkt nochtans dat de ondervraagde personen sterke banden hebben met hun land van herkomst: 62% van hen gaat minstens één keer per jaar naar Marokko, 26% gaat er één keer om de twee jaar naartoe en slechts 8% zegt zelden of nooit meer naar Marokko te gaan (3,4%). De meerderheid van degenen die naar Marokko gaan, doet dat tegelijk om er hun vakantie door te brengen en op bezoek te gaan bij hun ouders (69%). Met de leeftijd overheerst het plezier van het weerzien met de verwanten boven de vrije tijd. We kunnen dan ook volledig logisch besluiten dat de intense banden met het land van herkomst voor de mensen die om economische redenen hun vaderland hebben verlaten, de uiting is van
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
105
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
een essentiële waarde, namelijk die van het moederland. Het hoge aandeel mensen dat de wens heeft geuit om in Marokko begraven te worden (77%), getuigt ook van die sterke band met het land van herkomst. Het is veelbetekenend dat het aandeel van degenen die in Marokko begraven willen worden, bijna even groot is als dat van het aantal genaturaliseerde personen. Achter die paradoxale overeenkomst kunnen alle tegenstellingen van de naturalisatie en de identiteit schuilgaan.
Dubbele Marokkaanse en Europese identiteit Zowel uit de kwalitatieve als de kwantitatieve gegevens blijkt trouwens het ontstaan van een gemengde identiteit die zich uit via het gevoel van een dubbele gehechtheid aan Marokko en Europa. Op de vraag: “Welke omschrijving past het best bij u?” drukt 55% de nood uit om eerst herkend te worden als Marokkaan en vervolgens als Europeaan. 21% omschrijft zichzelf door de volgorde van prioriteit om te keren (“Ik ben in de eerste plaats Europeaan en vervolgens Marokkaan”). Op die manier komt het totale cijfer voor de dubbele identiteit op 76%. Deze jongeman identificeert zichzelf als volgt:
“… Op mijn manier ben ik het nog altijd in opbouw zijnde resultaat van de Europese cultuur en de Arabisch-islamitische cultuur.” Het komt daarentegen veel minder voor dat mensen het gevoel aangeven dat ze maar bij één land horen: een vijfde van de onderzochte groep (of 19%) heeft het gevoel alleen bij Marokko te horen, terwijl het gevoel van uitsluitend bij de Europese Gemeenschap te horen vrijwel niet voorkomt (0,5%). Tabel 1: Welke omschrijving past het best bij u? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Ik hoor alleen bij Marokko
31,2
8,4
19
Ik hoor in de eerste plaats bij Marokko en daarna bij Europa
60,8
50
55
4,2
35,1
20,8
0
0,9
0,5
Geen antwoord
3,8
5,6
4,7
Totaal
100
100
100
Ik hoor in de eerste plaats bij Europa en vervolgens bij Marokko Ik ben alleen maar Europeaan/Europese
In dit verband is het interessant dat er een significant verschil bestaat tussen de individuen volgens de plaats waar ze geboren zijn. Bij de mensen die een gevoel van dubbele identiteit hebben en daarbij voorrang geven aan Marokko, vinden we 50% van de mensen die in België geboren zijn en 61% van de mensen die in Marokko geboren zijn. De verhouding tussen het aantal van degenen die in Marokko geboren zijn en het aantal van degenen die in België geboren zijn, bedraagt 1,22. Maar in de categorie van de mensen die zeggen in de eerste plaats deel uit te maken van Europa, daalt die verhouding tot minder dan één (0,12). Dat wil zeggen dat de mensen die in België geboren zijn, meestal geneigd zijn om in de eerste plaats hun Europese identiteit te vermelden. Een ander interessant gegeven: het
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
106
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
aandeel van de mensen die zich uitsluitend identificeren met hun land van herkomst bij de mensen die in Marokko geboren zijn, ligt bijna vier keer zo hoog als bij de personen die in België geboren zijn. De verhouding tussen het aantal van de eerste groep en het aantal van de tweede groep bedraagt 3,71, wat wil zeggen dat de mensen die in Marokko geboren zijn, veel meer gehecht zijn aan hun land van herkomst dan de anderen. Uit een algemeen overzicht van de gevoelens van aanhorigheid blijkt dan ook een evolutie van de identiteitsbeelden die in een verschillend tempo verloopt volgens de volgende stappen: Marokkaan → Marokkaanse Europeaan → Europese Marokkaan → Europeaan Uit de gegevens van tabel 1 zou je kunnen afleiden dat de overgang van één enkele etnische identiteit naar een gemengde identiteit binnen één en dezelfde generatie plaatsheeft in een versneld tempo. Bij de leden van de eerste generatie zie je dan de behoefte verschijnen om zowel herkend te worden als Marokkaan en als Europeaan, en wel in die volgorde. Een man van de eerste generatie stelt hierover het volgende:
“…Ik omschreef mezelf eerst als Marokkaan, een verdediger van een tolerante islam… Sinds ik kinderen heb, begin ik een Belgische identiteit te vinden in de familie en ben ik meer Vlaming in België. Ik heb een multidimensionele variabele identiteit, in de juiste betekenis van het woord…” Bij de tweede generatie begint die rangorde (Marokkaan en vervolgens Europeaan) zich geleidelijk aan om te keren, maar in een trager tempo. We zullen waarschijnlijk verschillende generaties moeten wachten voor zich bij de afstammelingen van de vroegere immigranten de trekken van één enkele – in dit geval Europese – identiteit zullen aftekenen.
Religieuze identiteit en nationaliteit Naast de nationale identiteit, die kan variëren afhankelijk van de omstandigheden en van de ene generatie tot de andere, bestaat er een meer stabiele identiteit die losstaat van de nationaliteit, namelijk de religieuze identiteit. Wanneer je aan de ondervraagde personen vraagt om de uitdrukking te kiezen die hun het beste omschrijft, verkiest 36%van hen om herkend te worden als moslim zonder enige verdere omschrijving. Hun antwoorden wijzen op een voorkeur voor een religieuze identiteit ontdaan van elk cultureel particularisme. Op die manier identificeren zij zich met een abstracte en transnationale islam. Dit gevoel bezielde ook de Gentse jongeren tijdens de discussiegroep. Op de vraag “Wie van jullie beschouwt zich meer als moslim dan als Marokkaan?”, antwoorden alle jongeren tegelijk:
“…Wij zijn in de eerste plaats moslims…” En op de vraag “Wat brengt de islam jullie bij?”, antwoorden de jongeren: “Respect, dat is wat wij uit de islam halen. Dat (respect) halen wij niet uit ons Marokkaan-zijn. Marokkaan zijn, dat is gewoon als Belg zijn, weet je.”
“Een moslim… dat is in de eerste plaats een moslim en daarna zal hij zich Spanjaard voelen.”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
107
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Op de vraag of zij ook praktiserend zijn, antwoorden ze allemaal:
“We proberen het.” De categorie van de mensen die zichzelf als ‘Belgische Marokkaan(se)’ zien, komt wel op de tweede plaats, met een aandeel van 23,7%, en met een meerderheid van mannen en minder vrouwen. De categorie van mensen die zich identificeren als Marokkaanse moslim, komt op de derde plaats met een aandeel van ongeveer 23% en het aandeel van hen dat zich uitsluitend omschrijft als Marokkaan ligt nauwelijks hoger dan 12,5%. In dit verband is het ook het vermelden waard dat de meeste mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen, wel de Belgische nationaliteit hebben, maar dat weinigen van hen (7,7%) de behoefte uitdrukken om zich met die nationaliteit te identificeren. Uit de vergelijking van de immigranten die in Marokko geboren zijn en zij die in België geboren zijn, blijkt dat er op dit vlak geen verschillen bestaan tussen beide groepen.
Tabel 2: Aspecten van identificatie (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Moslim
38,9
33,5
36,2
Belgische Marokkaan(se)
19,7
27,6
23,7
Marokkaanse moslim
21,2
24,6
22,9
Marokkaan(se)
12,6
12,3
12,5
Wereldburger
12,1
12,3
12,2
Belgische nationaliteit
8,6
6,9
7,7
Arabier/Berber/Sahraoui
5,6
7,9
6,7
Maghrebijn
6,1
3,4
4,7
Marokkaanse Europeaan/Europese
1,0
1,0
1,0
EU-burger
1,0
0,5
0,7
Belg van Marokkaanse afkomst en van het islamitisch geloof
0,5
0
0,2
0
1,5
0,7
Geen antwoord
De voorrang die de religieuze identiteit krijgt, wordt bevestigd door de antwoorden over de geloofsovertuiging. De meerderheid van de ondervraagde personen (58,5%) verklaart immers gelovig te zijn en herkent zich in de waarden van de islam. Een vrouw uit Brussel getuigt in dit verband: “Ik heb een complexe en complete identiteit… met de waarden die mij zijn doorgegeven door mijn ouders, de islam, de open godsdienst zoals die in Marokko wordt beleden. Naastenliefde is verenigbaar met andere godsdiensten, omdat de drie godsdiensten eenzelfde grondslag hebben.” 18,3% van de respondenten verklaart Maghrebijn te zijn. Tegelijk verklaart 13% van de ondervraagden dat zij gehecht zijn aan de waarden van democratie (13%) of sociaaldemocratie (10,5%). De waarden
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
108
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
van scheiding van kerk en staat (1,3%) en die in verband met revolutionaire ideologieën (0,8%) of patriottisme (1,5%) komen heel weinig voor.
2. Gehechtheid aan geloofsovertuigingen
Geloof en godsdienstbeoefening De meerderheid van de ondervraagde personen beschouwt zich als gelovig. Toch stelt slechts 12% van de respondenten dat zij praktiserende gelovigen zijn, terwijl 18% verklaart te de religieuze voorschriften te volgen zonder praktiserend te zijn. Daarbij moeten we ook nog de 68,3% voegen van degenen die proberen de voorschriften te volgen. Het aandeel van de niet-gelovigen is bijna nihil. Figuur 1: Mate van geloofsovertuiging
60%
40% 68,3%
20%
18,0%
12,2%
1,2%
0,2%
0%
rd oo tw an
ig n lov be ge Ik iet n
n ee G
de en er tis ge ak vi Pr elo g
de n lg ze fte vo ieu hri Ik lig rsc re oo v
de r n ee ifte ob r pr sch en Ik oor olg v v te
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
109
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Figuur 2: Evolutie van de mate van geloofsovertuiging 50%
40%
30%
41,5%
20%
44,6%
10% 13,9% 0%
Verzwakt
Niet veranderd
Versterkt
Er valt een trend tot versterking van de geloofsovertuiging vast te stellen. Zo stelt 44,6% van de ondervraagde personen dat hun religieuze overtuiging sterker is dan vroeger en een gelijkaardig aandeel verklaart dat hun overtuiging onveranderd is gebleven. Toch stelt ook 14% het gevoel te hebben dat hun geloofsovertuiging in de loop der tijd zwakker is geworden. Dit is misschien de belangrijkste vaststelling, gezien de algemene context en sfeer die worden gekenmerkt door de opkomst van een zeker religieus fundamentalisme binnen de moslimwereld. Uit de vergelijking volgens geboorteplaats blijkt dat de mensen die in Marokko geboren zijn, minder onderhevig zijn aan verandering en vooral aan een verzwakking van hun geloofsovertuiging. Het aandeel van de leden van de tweede generatie van wie de geloofsovertuiging is veranderd – zowel versterkt als verzwakt – is twee keer zo groot als bij de eerste generatie (18% tegenover 9%). Een analyse naar leeftijd toont dat de geloofsovertuiging bij de leden van de eerste generatie toeneemt met de leeftijd (r = 0,18, P < 0,05). Bij de leden van de tweede generatie blijkt er geen significant verband tussen beide variabelen te zijn. Uit de vergelijking tussen de drie gewesten blijkt dan weer dat de mate van godsdienstigheid bij de Belgische Marokkanen aanzienlijk verschilt van gewest tot gewest. Figuur 3: Gelovigheid volgens gewest
Mate van geloofsovertuiging
0,20
0,10
0,00
-0,10
-0,20
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
De groep Belgische Marokkanen in Brussel onderscheidt zich van de groepen in Vlaanderen en Wallonië door een hoge mate van godsdienstigheid. Het verschil tussen de Belgische Marokkanen in Brussel en die in de andere twee gewesten is significant boven de drempel van 0,008. In Brussel vinden we ook
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
110
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
een grotere mate van versterking van de geloofsovertuiging. In dit geval is het verschil significant vanaf de drempel van 0,005.
Islam en scheiding van kerk en staat Uit de kwalitatieve en kwantitatieve gegevens van de enquête blijkt een trend om de islam aan te passen aan de culturele en politieke realiteit van de Belgische samenleving. De meeste ondervraagde Belgische Marokkanen aarzelen niet om zich uit te spreken voor godsdienstvrijheid. Zo stemt 83% van de ondervraagde personen gemakkelijk in met het principe “niemand is verplicht om zich aan te passen aan de anderen, iedereen heeft het recht om te leven volgens zijn principes”, 73% is voor een verstandhouding tussen de seculiere en de conservatieve groepen en 52% spreekt zich uit voor de scheiding van religieuze en staatsaangelegenheden. Tabel 3: Bent u voor of tegen de onderstaande stellingen? Ik ben voor
Ik ben tegen
Geen idee
Religieuze en staatsaangelegenheden moeten absoluut gescheiden worden, zij mogen niet vermengd worden.
52,1
22,4
25,4
Islam en christendom staan op gelijke voet.
37,4
30,9
31,7
De seculiere groepen moeten zich aanpassen aan de conservatieve groepen.
11,7
45,6
42,6
De conservatieve groepen moeten zich aanpassen aan de seculiere groepen.
12,5
46,1
41,4
Niemand is verplicht om zich aan te passen aan de anderen, iedereen heeft het recht om te leven volgens zijn principes.
83,3
5,2
11,5
De twee groepen moeten elkaar kennen en zoeken naar gemeenschappelijke punten.
73,3
8
18,7
Een Marokkaan heeft geen andere vriend dan een Marokkaan.
3,2
84
12,7
De vrijheid van denken, van godsdienst en geweten is belangrijk, maar de staatsveiligheid komt voor alles.
35,7
29,7
34,7
Ingrepen van het leger in de politiek zijn terecht.
11,5
38,9
49,6
De trend van de islam om zich aan te passen aan de nieuwe realiteit, wordt bevestigd door het feit dat de tegengestelde groepen (seculiere/conservatieve groepen) een minderheid blijven (12%). Er valt ook nog een andere opmerkelijke evolutie vast te stellen in de perceptie van de relaties tussen de islam en het christendom. Meer dan een derde van de ondervraagde personen (37,4%) beschouwt de islam en het christendom op voet van gelijkheid. Dit aandeel kan gelden als de meest relevante aanwijzing van het ontstaan van een seculiere en individuele Europese islam.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
111
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
3. Democratische waarden We kunnen stellen dat democratieën zijn opgebouwd rond de waarden van vrijheid, gerechtigheid, rechtvaardigheid, verdraagzaamheid en respect. De vrijheid van denken en de politieke vrijheden behoren daarbij tot de hoogste waarden. We kunnen veronderstellen dat de gehechtheid van de Marokkaanse immigranten aan die waarden een teken is van de opkomst en de ontwikkeling van een geïndividualiseerde islam die de autonomie van het individu en de vrije persoonlijke keuze aanvaardt en bevordert en dus ook de keuze om zich al dan niet te onderwerpen aan de verplichtingen van de islamitische traditie.
Algemene vragen over de vrijheid van meningsuiting Op de vraag of de wetten van een land voorrang moeten geven aan de bescherming van de staat of van de burgers, kiest een overweldigende meerderheid van de ondervraagde personen voor het tweede (90%). Maar met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting heeft een groot deel van hen toch de neiging om dat te relativeren (46,5%). De mensen met een vaste mening over de vrijheid van denken en van meningsuiting vertegenwoordigen in totaal een aandeel van 31,5% – waarbij 26,5% het onterecht vindt dat mensen worden gestraft om wat ze schrijven of zeggen en slechts 5% dit rechtvaardig vindt. Opvallend is het grote aandeel van mensen die niet antwoorden; die vinden we vooral bij de jongeren van minder dan 34 jaar (69%), waarvan 65,6% tot de tweede generatie behoort. Tabel 4: Vindt u het terecht of onterecht om mensen te straffen voor wat ze schrijven of zeggen? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
5,4
4,7
5,0
Ik vind dat onterecht
21,5
30,8
26,5
Dat kan variëren van geval tot geval
48,9
44,4
46,5
Geen antwoord
24,2
20,1
22,0
Totaal
100
100
100
Ik vind dat terecht
Met betrekking tot de politieke vrijheid wordt er nog vaker geen antwoord gegeven: 30% van de ondervraagde personen wil geen standpunt innemen. We stellen ook een verzwakking vast van de positieve houding tegenover de politieke vrijheid in vergelijking met de houding tegenover de vrijheid van meningsuiting. Zo spreekt 19,8% zich uit tegen het verbod van politieke partijen, wat 6,7 punten minder is dan bij de houding tegenover de vrijheid van meningsuiting (“Ik vind het onterecht om mensen te straffen voor wat ze schrijven of zeggen”). Het aandeel van hen die vinden dat het terecht is om een partij te verbieden omwille van haar standpunten, is daarentegen twee keer zo groot als het aandeel van hen die menen dat het toegestaan is om mensen te straffen voor wat ze schrijven of zeggen. 40,4% meent dat dit afhangt van de omstandigheden.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
112
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 5: Vindt u het terecht of onterecht om een politieke partij te verbieden omwille van haar standpunten? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
9,1
10,3
9,8
Ik vind dat onterecht
18,3
21
19,8
Dat hangt van de situatie af
41,4
39,7
40,4
Geen antwoord
31,2
29,0
30
Totaal
100
100
100
Ik vind dat terecht
Specifieke vragen over de vrijheid van meningsuiting Wanneer we de ondervraagde personen verzoeken om een standpunt in te nemen over precieze vragen en hun mening te geven over het verbod op een islamistische of een Amazighpartij of een partij over de Sahara, krijgen we antwoorden met een andere structuur en die ook aanzienlijk verschillen van geval tot geval. Met betrekking tot het verbod op een Amazigh-partij is het aandeel van mensen die daarmee instemmen, vrijwel onbetekenend (2,8%). Maar het aandeel van mensen die tegen dit verbond zijn, bedraagt in totaal 48,4% en bereikt een maximum van ongeveer 55% bij de mensen die in België geboren zijn. We herinneren er hier aan dat slechts 19,8% zich uitsprak tegen het verbod van een politieke partij wanneer de specifieke aard van die partij niet werd aangeduid. Tabel 6: Vindt u het terecht of onterecht om een politieke partij te verbieden omwille van haar ideeën over de Amazigh-kwestie? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
Ik vind dat terecht
1,6
3,7
2,8
Ik vind dat onterecht
41,4
54,7
48,4
Dat hangt van de situatie af
25,3
13,1
18,8
Geen antwoord
31,7
28,5
30,0
Totaal
100
100
100
We stellen ook vast dat het aantal mensen dat stelt dat hun houding tegenover een verbod op een Amazigh-partij kan verschillen afhankelijk van de omstandigheden, twee keer hoger ligt dan het aantal van degenen die dezelfde houding aannamen ten opzichte van het verbod op een politieke partij in het algemeen. Deze Belgische Marokkaan meent bijvoorbeeld:
“De Amazigh-beweging, dat is een politieke kwestie, afgezien van de taalkwestie. De politici zoeken een probleem om zin te geven aan hun beleid. Ik ben tegen die rivaliteit tussen het Arabisch en het Berbers.”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
113
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Met betrekking tot het verbod op een politieke partij omwille van haar islamistische ideeën, moeten we aandacht vragen voor twee vaststellingen: de eerste is dat het aandeel van de mensen die zich uitspreken voor het verbod een zeker niveau haalt (9,3%). De tweede is dat het verschil tussen hen die resoluut tegen die maatregel zijn en zij die relativeren kleiner wordt, zoals blijkt uit de onderstaande tabel: Tabel 7: Vindt u het terecht of onterecht om een politieke partij te verbieden omwille van haar islamistische ideeën? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
9,1
9,3
9,3
Ik vind dat onterecht
32,8
37,9
35,5
Dat hangt van de omstandigheden af
32,3
30,4
31,2
Geen antwoord
25,8
22,4
24
Totaal
100
100
100
Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
4,3
5,1
4,8
Ik vind dat onterecht
36,6
43
40
Dat hangt van de omstandigheden af
32,3
32,2
32,2
Geen antwoord
26,8
19,7
23
Totaal
100
100
100
Ik vind dat terecht
Tabel 8: Vindt u het terecht of onterecht om mensen te straffen voor hun islamistische ideeën? (%)
Ik vind dat terecht
De antwoorden op de vragen over de vrijheid van meningsuiting en van denken in verband met specifieke situaties leidt tot meestal dezelfde vaststellingen. Bij vergelijking van de antwoorden op de algemene vraag over de vrijheid van meningsuiting en van denken met de antwoorden in verband met de vrijheid van elk individu om zijn mening te geven over de Saharakwestie of zijn islamistische ideeën te uiten, blijken er aanzienlijke verschillen te zijn. We stellen immers vast dat er veel meer mensen zijn die zich uitspreken tegen het straffen van iemand om wat hij of zij schrijft of zegt over de Saharakwestie dan mensen die het onterecht vinden om iemand te straffen voor wat hij of zij in het algemeen schrijft of zegt (43% tegenover 23,5%).
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
114
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 9: Vindt u het terecht of onterecht om mensen te straffen voor wat ze schrijven of zeggen over de Saharakwestie? (%) Geboren in Marokko
Geboren in België
Totaal
3,2
4,2
3,7
Ik vind dat onterecht
39,8
45,8
43
Dat hangt van de omstandigheden af
25,8
16,4
20,8
Geen antwoord
31,2
33,6
32,5
Totaal
100
100
100
Ik vind dat terecht
Het aantal mensen dat meent dat de algemene vrijheid van meningsuiting en van denken kan variëren afhankelijk van de omstandigheden, ligt wel twee keer hoger dan het aantal mensen dat veeleer een genuanceerde houding aanneemt ten opzichte van de vrijheid van meningsuiting over de Saharakwestie (46,5 tegenover 20,8%). Algemeen is het ten slotte zo dat de mensen die in België geboren zijn, meestal gunstiger staan tegenover politieke vrijheid en vrijheid van meningsuiting en van denken dan de mensen die in Marokko geboren zijn.
4. Sociaal-culturele waarden en algemeen welzijn
Het gevoel gelukkig te zijn Een voorschrift in de islamitische godsdienst stelt: “Wens voor je broer hetzelfde als voor jezelf”. Die regel kent zijn gelijke in de christelijke godsdienst: “Bemin je naaste als jezelf”. De perceptie die iemand heeft van zijn eigen gevoelstoestand kan zijn relaties met de anderen beïnvloeden. Daarom werd in de vragenlijst ook gepeild of de ondervraagde mensen zich al dan niet gelukkig voelen. De spreiding van de antwoorden op deze vraag heeft de vorm van een negatieve asymmetrie, wat wil zeggen dat de ondervraagde personen zich over het algemeen gelukkig (49,6%) en zelfs heel gelukkig (37,7%) voelen. Het algemene gemiddelde van de scores bedraagt 4,34, met een standaardafwijking van 0,70.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
115
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Figuur 4: Het gevoel gelukkig te zijn 250
Frequentie
200
150
100
50
0
0 1 2 3 Niet gelukkig
4
Mean =4,24 Std. Dev. =0,702 N =393 5 6 Heel gelukkig
Uit de vergelijking volgens geboorteplaats blijkt een significant verschil tussen de gemiddelde scores bij de personen die in België geboren zijn en bij de personen die in Marokko geboren zijn. De leden van de tweede generatie lijken inderdaad gelukkiger te zijn dan de mensen van de eerste generatie. Figuur 5: Het gevoel gelukkig te zijn volgens de evolutie van de geloofsovertuiging
Het gevoel gelukkig te zijn
4,40
4,20
Geboren in België
4,00
3,80
3,60
Geboren in Marokko Verzwakt
Onveranderd
Versterkt
Geloofsovertuiging
Nog veelzeggender is het verband tussen het gevoel gelukkig te zijn en de mate van geloofsovertuiging (r = 0,17, P < 0,05) en de mate van versterking van de geloofsovertuiging (r = 0,28, P < 0,01): dat verband bestaat voor de leden van de eerste generatie. Het geldt niet bij de mensen van de tweede generatie, zoals blijkt uit figuur 5 en 6. Figuur 5 toont inderdaad dat bij de mensen die in België geboren zijn het geluksgevoel maar heel weinig wordt beïnvloed door de mate van geloofsovertuiging. Figuur 6 toont bij de mensen die in België geboren zijn zelfs een heel groot geluksgevoel in combinatie met de afwezigheid van geloofsovertuiging.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
116
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Het gevoel gelukkig te zijn
Figuur 6: Het gevoel gelukkig te zijn volgens de mate van versterking van de geloofsovertuiging
5,00
Geboren in België
4,75 4,50 4,25 4,00 3,75
Geboren in Marokko
et ni
e uz ie lig a re n n de ifte ef r le sch Ik oor v
of lo ge
de r n ee ifte ob hr n pr sc eve Ik or l e vo t na r aa t m nie of r lo ee ge tis Ik rak p
Ik
Mate van geloofsovertuiging
Gevoelens van hoop en wanhoop Wanneer we alle ondervraagde personen vragen of de uitdrukking “Ik verwacht niets meer van het leven” bij hen past of niet, krijgen we antwoorden waarvan de spreiding overeenstemt met die in verband met het gevoel gelukkig te zijn. 80% stelt namelijk dat die stelling niet bij hen past of helemaal niet bij hen past. Er bestaat dus wel degelijk een gevoel van hoop. Figuur 7: Gevoelens van hoop en wanhoop 200
Frequentie
150
100
50
0 0 1 Wanhoop
2
3
4
5
6 Hoop
Mean =4,19 Std. Dev. =0,925 N =391
Deze variabele wijst op de aanwezigheid van een sterk gevoel van hoop bij de mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen. Dat gevoel wordt meestal in verband gebracht met het gevoel gelukkig te zijn (r = 0,21; P < 0,01). Het varieert ook afhankelijk van de mate van
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
117
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
geloofsovertuiging (r = 0,17; P < 0,05). Maar het verband tussen het gevoel van hoop en de geloofsovertuiging blijkt alleen te bestaan bij de leden van de eerste generatie. Het gemiddelde van de scores van de mensen van de tweede generatie op de schaal van hoop en wanhoop ten slotte ligt hoger dan die van de eerste generatie. Het verschil tussen beide groepen is significant.
Vertrouwen in de toekomst Om de mate van vertrouwen in de toekomst te beoordelen, werd onder andere de vraag gesteld of de ondervraagden meenden dat ze ooit rijk zouden worden. Ze moesten aangeven in welk mate ze het eens waren met de zin “Ik zal ooit beslist rijk zijn”. Die uitdrukking geeft inderdaad het idee weer van vertrouwen in zichzelf en in de toekomst. Figuur 8: Vertrouwen in de toekomst (“Ik zal ooit beslist rijk zijn”)
125
Frequentie
100
75
50
25
0 0,00 1,00 2,00 Geen vertrouwen
3,00
4,00
5,00 6,00 Vertrouwen
Mean =2,96 Std. Dev. =1,192 N =388
Zoals blijkt uit figuur 8, volgt de spreiding van de antwoorden een curve van Gauss, het algemene gemiddelde van de scores bedraagt 2,96 en wijst op een matig niveau van vertrouwen. In totaal koos ongeveer 26% voor de uitersten: 12,4% kruiste 1 aan op de schaal, wat betekent dat ze nooit beslist rijk zullen zijn en 13,4% koos voor 5 op de schaal, dat wil zeggen “Ik zal ooit beslist rijk zijn”. Algemeen genomen staat de hoop om rijk te worden in omgekeerde verhouding tot de leeftijd (r = 12, P < -0,05) en tot de mate van geloofsovertuiging (r = -12). Wanneer we de steekproef opsplitsen naar geboorteplaats, blijkt bij het verband tussen de variabele ‘vertrouwen in de toekomst’ en de leeftijd bij de mensen die in Marokko geboren zijn de hoop af te nemen naarmate de leeftijd stijgt. Bij de mensen die in België geboren zijn, neemt de hoop om rijk te worden daarentegen toe met de leeftijd (r = -30, P < 0,01). De hoop om ooit rijk te worden, wordt ook in verband gebracht met de mate van gehechtheid aan het leven (r = 0,42, P < 0,01) bij de leden van de eerste generatie in tegenstelling tot de anderen. Dat wil zeggen dat degenen die de hoop hebben om rijk te worden, meestal niet akkoord gaan met de uitdrukking “Ik verwacht niets meer van het leven”. We wijzen er ook op dat er geen verband bestaat tussen de hoop om rijk te worden en de mate van geloofsovertuiging.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
118
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Figuur 9: De hoop om rijk te worden volgens geboorteplaats en leeftijd
De hoop om rijk te worden
Geboren in Marokko 3,40 3,20 3,00 2,80
Geboren in België
2,60 2,40 2,20 2,00 15-24 jaar
25-34
35-44
45-54
55 jaar en ouder
Bij de immigranten die in Marokko geboren zijn, bestaat de hoop om hun lot te verbeteren of zelfs rijk te worden tot een bepaalde leeftijd. Zoals blijkt uit figuur 9, heeft deze hoop boven de leeftijd van 34 jaar de neiging om geleidelijk aan af te nemen. Dit gevoel zou ook invloed hebben op hun houding tegenover de immigratie. Wanneer men hen vraagt welke raad zij kunnen geven aan jonge Marokkanen die naar België willen komen, zegt 49% van de immigranten die jonger zijn dan 35 jaar dat zij hun niet zouden aanraden om naar hier te komen. Bij de mensen in de hogere leeftijdsgroepen ligt dat percentage op 59,4%. In totaal meent 53,4% van de ondervraagde personen dat het niet goed is om hen aan te moedigen om zich in België te vestigen.
5. Relaties en morele waarden binnen de familie gezin
De eer van de familie Een groot deel van de Belgische Marokkanen komt uit regio’s in het noorden en het oosten van Marokko. Volgens Raymond Jamous, die het culturele stelsel onderzocht van de Iqar’iyen, een Berberstalige groep uit de Rif Oriental, vormt de eer een van de centrale waarden van de cultuur van die groep. Hij omschrijft die als volgt: “De eer is een bepaalde relatie van groepen of van mensen met wat de bron is van elke maatschappelijke identiteit. Een mens is een bnu adam, dat wil zeggen een schepsel van God dat begiftigd is met intelligentie (aql) en passie (shahiyya). Een eergroep bestaat uit morele personen die specifieke domeinen controleren en daar bevoegdheid over hebben. Bij de Iqar’iyen zijn die domeinen van de haram, van wat verboden is: het grondgebied, de vrouw, het huis en de grond”.11 Een van de vragen in de enquête vroeg de ondervraagde personen om hun gevoel uit te drukken over de volgende zin: “Als de eer van de familie op het spel staat, kan ik zelfs een moord begaan”. Die zin benadrukt het mogelijk gewelddadige karakter van de verdediging van de eer. De meeste ondervraagde 11 Jamous R. (1981), Honneur et Baraka, Les structures sociales traditionnelles dans le Rif, Editions de la Maison des Sciences de l’Homme, p. 65.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
119
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
personen zeggen dat die zin, die ondubbelzinnig verwijst naar fysiek geweld, absoluut niet bij hen past (55%) of niet bij hen past (24%). Het aandeel van hen die zegt dat zij het enigszins of helemaal eens zijn met die zin, bedraagt 9%. Figuur10: De eer van de familie 250
Frequentie
200
150
100
50
0 0,00 1,00 2,00 Minimum
3,00 4,00 5,00 6,00 Maximum
Mean =1,82 Std. Dev. =1,159 N =391
Aangezien de vrouw het voorwerp is van haram (eer), kunnen we verwachten dat de mannen meer gehecht zijn aan deze waarde dan de vrouwen. De gegevens van de enquête bevestigen die veronderstelling. 16,7% van de mannen verklaart inderdaad dat zij zelfs een moord zouden kunnen begaan om hun eer te verdedigen, tegenover 2,8% van de vrouwen. Toch moeten we die standpunten ongetwijfeld relativeren, want het gaat hier enkel om intentieverklaringen en niet om daden. Algemeen hebben we een statistisch significant verschil vastgesteld tussen het gemiddelde van de scores van de mannen op de schaal van de eer en het gemiddelde bij de vrouwen (respectievelijk 2,14 en 1,49). Het spreekt dus vanzelf dat de eer in de eerste plaats een mannelijke waarde is. Tot slot moeten we er ook op wijzen dat de gehechtheid aan de waarde van eer algemeen genomen in omgekeerde verhouding staat tot de gehechtheid aan de waarde van scheiding van kerk en staat (r = -15, P < 0,04). Dit verband is nog sterker bij de mannen (r = -0,26, P < 0,01).
Seksuele vrijheid en homoseksualiteit Wanneer de ondervraagde personen vragen voorgelegd krijgen over seksuele vrijheid en homoseksualiteit, gebruiken de meesten de term immoreel. 52% meent dat de seksuele vrijheid in België een mate van immoraliteit heeft bereikt en 53,44% meent dat homoseksualiteit een van de grootste gevaren voor de moraal is.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
120
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Figuur 11: Seksuele vrijheid
Figuur 12: Homoseksualiteit 120
125
100
Frequentie
Frequentie
100 75 50
60 40
25 0
80
20
0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 Niet immoreel Immoreel
Mean =3,45 Std. Dev. =1,181 N =392
0
0,00 1,00 2,00 3,00 4,00 5,00 6,00 Niet immoreel Immoreel
Mean =3,50 Std. Dev. =1,272 N =393
Er bestaat een positief verband tussen het idee dat seksuele vrijheid en homoseksualiteit immoreel zijn en de waarde van eer (respectievelijk r = 0,20 en 0,21, P < 0,01) en een negatief verband met de waarde van scheiding van kerk en staat (respectievelijk r = -0,21 en -0,25, P < 0,01). Er bestaat een positieve correlatie tussen het idee dat homoseksualiteit immoreel is en de mate van geloofsovertuiging (r = 0,14, P < 0,01). Dat geldt niet voor de seksuele vrijheid. De specifieke meningen over seksualiteit vormen de afspiegeling van de morele principes van de ondervraagde mensen, geïnspireerd door religieuze voorschriften en het principe van eer.
Houding ten opzichte van seksualiteit Wanneer we de leden van het panel ondervragen over enkele specifieke standpunten in verband met seksualiteit, hebben de meest toegeeflijke meningen te maken met jongens die flirten (24,4% “Ik ben daar niet tegen”) en in mindere mate met het flirten van meisjes (23,1% “Ik ben daar niet tegen”). Bij onderzoek van de volledige tabel van meningen over seksualiteit blijkt dat een grote meerderheid van de ondervraagde personen (73%), zowel mannen als vrouwen, voorhuwelijkse seksuele betrekkingen van meisjes afkeurt. Dat aandeel bedraagt 84% bij de mensen die in Marokko geboren zijn en daalt tot 63,6% bij de mensen die in België geboren zijn. 60,7% meent hetzelfde in verband met jongens. Maar er is wel een statistisch significant verschil tussen het gemiddelde van de scores bij de vrouwen en de mannen als het gaat om voorhuwelijkse seksuele betrekkingen van jongens, (respectievelijk 1,42 en 1,57). In dit verband lijken de mannen toegeeflijker dan de vrouwen. De meer gereserveerde houding van de vrouwen zou vooral een uiting zijn van de nood om op gelijke voet behandeld te worden als de mannen. De meeste respondenten (54,5%) spreken zich uit tegen het idee om jongeren te dwingen om te trouwen met iemand die ze niet kennen. Maar ook hier is er opnieuw een statistisch significant verschil tussen de mannen en de vrouwen. Er zijn namelijk meer vrouwen dan mannen die tegen een gedwongen of gearrangeerd huwelijk zijn (59,4% tegenover 49,7%).
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
121
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 10: Houding tegenover seksualiteit (%)
Ik ben tegen
Ik ben niet tegen maar ook niet voor
Ik ben niet tegen
Meisjes die flirten
47,0
29,9
23,1
Jongens die flirten
42,0
33,6
24,4
Voorhuwelijkse betrekkingen van meisjes
73,0
18,8
8,1
Voorhuwelijkse betrekkingen van jongens
60,7
28,4
10,9
Jonge mensen die elkaar niet kennen met elkaar doen trouwen
54,5
31,7
13,8
Een jongeman uit Luik vat de kwestie tijdens de focusgroep als volgt samen:
“Als er iets verankerd zit in de cultuur, dan is het wel de godsdienst. Je mag de godsdienst niet buiten beschouwing laten. Er bestaan een traditie en waarden die sommige families beschermen bij gebrek aan openheid of gebrek aan ontwikkeling. Nu, als een familie lakser is in godsdienstige kwesties, zal zij zich dat duidelijk minder aantrekken. Als je een jongen neemt die geen zuster heeft, die geen meisje heeft, dan heeft hij thuis geen voorbeeld, hij voelt zich niet betrokken. Maar als je zegt: ‘He jong, ik heb je zus zien flirten... Dat is niet normaal. Ben jij dan geen moslim?’, dan is het anders. Je moet rekening houden met de godsdienst, dat maalt deel uit van de waarden. Nu, iedereen is vrij om dat te aanvaarden of niet. Dat is de realiteit. Er zullen altijd mensen zijn die ertegen zijn dat een Marokkaan met een Belgische trouwt of dat een Marokkaanse trouwt met een Belg, ook al is hij bekeerd. Er heerst een soort dubbelzinnigheid…”
Houding ten opzichte van het huwelijk Wanneer het panel zich moet uitspreken over een gemengd huwelijk van een vrouw van Marokkaanse herkomst en een Belgische man (zie eerste lijn tabel 12), zijn daar veel minder ondervraagde mensen tegen dan het aantal mensen dat zich uitspreekt tegen voorhuwelijkse relaties of tegen een gearrangeerd huwelijk. Er zijn bijna drie keer meer mensen die instemmen met dergelijke huwelijken dan het aantal dat zich toegeeflijk opstelt tegenover voorhuwelijkse betrekkingen van meisjes. Het is opvallend dat er geen verband is tussen de houding tegenover een gemengd huwelijk van een Marokkaanse vrouw met een Belgische man en de godsdienstigheid of de mate van versterking van de geloofsovertuiging. Dit bewijst dat morele oordelen op basis van religieuze voorschriften variëren volgens de verschillende context van het maatschappelijk leven en de verschillende domeinen van de sociale relaties. Tegelijk stellen we vast dat de Belgische Marokkanen meestal de voorkeur geven aan een niet-gemengd huwelijk boven een gemengd huwelijk. Het idee dat mannen en vrouwen trouwen met mensen die ze uit hun land van herkomst laten komen, geniet de goedkeuring van 50% tot 52,8%. In dezelfde gedachtegang zijn de meeste ondervraagde personen (62%) tegen het huwelijk van een moslimvrouw met een niet-moslim en 45,5% staat niet toe dat een man trouwt met een niet-moslimvrouw, ook al
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
122
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
verbiedt de sharia hun die keuze niet zoals dat wel het geval is voor de vrouwen. Maar wanneer we de ondervraagde personen vragen of ze voor of tegen het huwelijk van een Marokkaanse man met een Belgische vrouw zijn zonder iets te zeggen over de godsdienst, daalt het aantal tegenstanders met ongeveer de helft, zoals blijkt uit de volgende tabel: Tabel 11: Voorkeuren voor het huwelijk (%) Ik ben tegen
Ik ben niet tegen maar ook niet voor
Ik ben niet tegen
Marokkaanse vrouwen die trouwen met een Belgische man
39,6
38,1
22,3
Marokkaanse mannen die trouwen met een Belgische vrouw
20,4
42,1
50,4
Marokkaanse mannen die de vrouw met wie zij willen trouwen uit Marokko laten komen
12,4
37,2
50,4
Marokkaanse vrouwen die de jongen met wie zij willen trouwen uit Marokko laten komen
11,9
35,2
52,8
Vrouwen die bij een mannelijke arts gaan
13,2
42,1
44,7
Marokkaanse vrouwen die trouwen met een man die geen moslim is
61,8
23,8
14,5
Marokkaanse mannen die trouwen met een vrouw die geen moslim is
45,5
33,3
21,2
Er bestaat een verband tussen de houding tegenover mannen en vrouwen die trouwen met iemand die zij uit Marokko laten komen en het gevoel van eer (r = 0,14, P < 0,01 bij mannen en 0,13, P < 0,05 bij vrouwen). Dat betekent dat de mensen die gunstiger staan tegenover dergelijke huwelijken meer belang hechten aan het gevoel van eer. Maar ook al is er een verband tussen deze houding en de eer, toch is er geen verband met de geloofsovertuiging. We kunnen deze opmerking rechtvaardigen doordat zij de aandacht vestigt op de specifieke houdingen en gedragingen die geregeld worden door het principe van eer, die duidelijk onderscheiden zijn van de domeinen die worden geregeld door de religieuze wetten. Met betrekking tot de houding ten opzichte van gemengde huwelijken of het bezoek van vrouwen aan een mannelijke dokter stellen we vast dat er een omgekeerd verband bestaat tussen die houding en de godsdienstigheid en de mate van versterking van de geloofsovertuiging. Dus hoe godsdienstiger iemand is, hoe minder die persoon geneigd is dergelijke gedragingen te aanvaarden. Maar er lijkt geen verband te bestaan tussen deze aspecten van de maatschappelijke relaties en beschouwingen in verband met het principe van eer.
De rol van de vrouw Wanneer we de vragen bekijken over de rol van de vrouw en haar plaats in de samenleving, treffen we dezelfde houdingen aan die verband houden met dezelfde factoren. Er bestaat een verband tussen het idee dat “het ideaal van de vrouwen bestaat in een gelukkige thuis en een gezin” en de mate van
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
123
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen Conclusions
geloofsovertuiging (r = -0,21, P < 0,01) en het gevoel van eer (r = -0,24, P < 0,01), dat wil zeggen dat degenen die tegen het idee zijn dat “het ideaal van vrouwen bestaat in een gelukkige thuis en een gezin”, ook degenen zijn die verklaren het minst godsdienstig te zijn en het minst belang te hechten aan het principe van eer. In overeenstemming met dit resultaat stellen we vast dat de personen die belang hechten aan de waarden van de scheiding van kerk en staat meestal geneigd zijn om het idee te verwerpen dat het ideaal van de vrouw bestaat in een gelukkige thuis en een gezin (r = 0,18, P < 0,01). In dit verband is het erg veelzeggend dat de gehechtheid aan de waarden van de scheiding van kerk en staat volledig aan het andere uiterste staat van het gevoel van eer, zoals hierboven omschreven, gezien het gewelddadige karakter ervan (r = 0,16, P < 0,01). Tabel 12: Houding tegenover de vrouw (%) Ik ben voor
Ik ben tegen
Geen antwoord
Het ideaal van de vrouwen is een gelukkige thuis en een gezin
59,9
23,9
16,2
De weg naar onafhankelijkheid van een vrouw loopt via werk en een vaste baan.
54,6
19,2
26,2
De man en de vrouw moeten samen bijdragen aan het gezinsbudget.
67,6
14,7
17,7
Zoals blijkt uit de bovenstaande tabel zijn de meeste ondervraagde personen het ermee eens dat het ideaal van de vrouw bestaat in een gelukkige thuis en een gezin. Zij staan voor het overgrote deel ook gunstig tegenover het principe van onafhankelijkheid van de vrouw en het idee dat “de man en de vrouw samen moeten bijdragen aan het gezinsbudget”. Maar de houding tegenover de onafhankelijkheid van de vrouw wordt beïnvloed door het gevoel van eer. De mensen die zich hebben uitgesproken tegen het idee van onafhankelijkheid van de vrouw, zijn meestal degenen die een grote waarde hechten aan de eer (r = 0,16, P < 0,05). Er is trouwens geen verband tussen die houding en de geloofsovertuiging. De geloofsovertuiging blijkt ten slotte net als het gevoel van eer geen enkel gevolg te hebben op het idee dat de man en de vrouw samen moeten bijdragen aan het gezinsbudget.
Sfeer in de familie Hoe zit het met de sfeer in de Belgisch-Marokkaanse families? Uit de gegevens van onze enquête blijkt de sfeer in de familie zoals die wordt ervaren, meestal veeleer positief dan negatief, meer ontspannen dan stormachtig. De gemiddelde scores voor de verschillende dimensies van de familiesfeer liggen hoger dan de mediane waarde, die gelijk is aan 2. Voor de eerste twee criteria (druk van de familie en conflicten in de familie) ligt het gemiddelde op 2,46. Voor het derde criterium (ongerustheid omwille van geruchten) ligt ze op 2,63.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
124
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 13: Sfeer in de familie (%) Veel
Matig
Nooit
Druk van de familie
5,3
42,7
51,9
Conflicten in de familie
5,9
42,1
52,0
Ongerustheid omwille van geruchten
6,6
23,4
70,1
We moeten vaststellen dat er maar weinig sterk verstoorde gezinnen zijn (tussen 5% en 7%). Maar het aantal gezinnen met matige spanningen ligt in de meeste gevallen op 42%. Uit de vergelijking van de gemiddelde waarden voor de verschillende criteria voor de sfeer in de familie blijkt een statistisch significant verschil tussen de mannen en de vrouwen, zoals te zien is in de onderstaande tabel (de hoge scores wijzen op een positief klimaat). Tabel 14: Gemiddelde waarden voor de verschillende criteria van sfeer in de familie volgens geslacht (%) Totaal
Vrouwen
Mannen
Sig.
Druk van de familie
2,46
2,39
2,53
0,029
Conflicten in de familie
2,46
2,36
2,55
0,002
Ongerustheid omwille van geruchten
2,63
2,51
2,75
0,000
Zoals te verwachten viel, ervaren de vrouwen meer druk van de familie en meer conflicten en maken zij zich vlugger zorgen over geruchten dan de mannen. Een bijzonder interessant resultaat is dat het gevoel van onder druk van de familie te staan, varieert volgens de mate van gehechtheid aan de waarden van scheiding van kerk en staat bij de vrouwen (r = 0,15, P < 0,05). De neiging tot ongerustheid omwille van geruchten neemt bij de vrouwen toe naarmate hun geloofsovertuiging sterker is (r = 0,20, P < 0,01). Dat verband verdwijnt volledig bij de mannen. Maar over het algemeen en zowel bij de mannen als bij de vrouwen wordt het gevoel gelukkig te zijn in verband gebracht met een positieve sfeer in de familie (r = 0,15, P < 0,01).
6. Interpersoonlijke relaties en verband met de cultuur Interpersoonlijke relaties met ‘echte’ Belgen De Belgische Marokkanen lijken sterk bereid om vriendschaps- en burenrelaties met autochtone Belgen uit te bouwen. Die vaststelling wordt zowel bevestigd door de kwantitatieve als de kwalitatieve gegevens. Volgens de enquête onderhouden vier Belgische Marokkanen op vijf persoonlijke en familiale vriendschapsrelaties met Belgen. Deze Belgische Marokkaan uit Brussel getuigt:
“Ik kom heel goed overeen met de autochtone Belgen en ik heb de hele tijd contact met hen.”
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
125
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 15: Vriendschapsrelaties met Belgen (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Ik heb goede Belgische vrienden bij wie ik op bezoek ga
53,1
68
60,6
Wij hebben Belgische kennissen bij wie wij als gezin op bezoek gaan
19,7
11,8
15,7
Ik ga om met Belgen omdat het moet
10,1
6,9
8,5
Ik ga niet om met Belgen
12,6
10,8
11,7
Geen antwoord
4,5
2,5
3,5
Totaal
100
100
100
Iets meer dan een vijfde van de ondervraagde personen verklaart geen contact met Belgen te hebben, of alleen als het moet. Wat is het profiel van die mensen? Wat verklaart hun houding? De eerste veronderstelling die in ons opkomt, is de taalbarrière. Maar de grote meerderheid van de mensen die niet omgaan met Belgen, hebben volgens hun subjectieve inschatting geen problemen op het vlak van de taal: 92,6% van zij die zeggen dat ze alleen omgaan met Belgen als het moet en 78% van degenen die helemaal geen omgang hebben met Belgen, spreekt Frans of Nederlands. En zij kunnen in ongeveer dezelfde verhouding die talen ook lezen en schrijven (respectievelijk, 92,6% en 68,3%). Bij vergelijking van de groepen van mensen die op de een of andere manier omgaan met Belgen en de groep die geen omgang heeft met Belgen, blijken significante verschillen op het vlak van godsdienstig gedrag. 57% van de mensen die geen contact hebben met Belgen, verklaart dat hun geloofsovertuiging de voorbije jaren is versterkt. Dit aandeel daalt tot 40% in de groep van mensen die vriendschapsrelaties hebben met Belgen. Deze laatste groep telt overigens bijna twee keer zo veel mensen die het gevoel hebben dat hun geloofsovertuiging is verzwakt als de eerste groep (15,6% tegenover 8,6%). Uit de regionale vergelijking blijkt dat de maatschappelijke integratie van de Belgische Marokkanen varieert van gewest tot gewest. De groep die zich heeft gevestigd in het Brussels Gewest blijkt sociaal het meest geïntegreerd. In dit gewest bedraagt het aandeel van de mensen die persoonlijke en familiale relaties onderhouden met de Belgen 85%, tegenover 72% in Wallonië en 61% in Vlaanderen. Dit laatste gewest onderscheidt zich door het vrij hoge aantal mensen dat geen relaties heeft met Belgen. Maar hoe groot de verschillen ook zijn, de groep die geen omgang heeft met Belgen en die het meest beïnvloed lijkt door een zekere verharding van de geloofsovertuiging, blijft in elk geval een minderheid.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
126
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 16: Vriendschapsrelaties met Belgen in de verschillende gewesten (%) Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Totaal
Ik heb goede Belgische vrienden bij wie ik op bezoek ga
48,6
56,8
70,9
60,6
Wij hebben Belgische kennissen bij wie wij als gezin op bezoek gaan
12,3
25,7
14,3
15,7
9,4
12,2
6,3
8,5
24,6
1,2
6,3
11,7
Geen antwoord
5,1
4,1
2,1
3,5
Totaal
100
100
100
100
Ik ga om met Belgen omdat het moet Ik ga niet om met Belgen
Relaties tussen de Belgische Marokkanen in België De enquête bevatte een vraag die het mogelijk maakt om de kwaliteit van de relaties tussen de Marokkaanse immigranten in België te beoordelen. We vroegen hen om te reageren op de vraag of zij al segregatie of druk hadden ervaren vanwege mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen en indien ja, van welke aard. Uit de antwoorden blijkt dat er een conflict over de normen en regels bestaat, vooral op religieus en etnisch vlak. Op het religieuze vlak zijn er min of meer significante verschillen tussen de mannen en de vrouwen. Zo verklaart 25% van de vrouwen (tegenover 9% van de mannen) dat zij druk hebben ondergaan vanwege personen van Marokkaanse herkomst over hun kledij. Maar om welke vrouwen gaat het? Traditionele of moderne vrouwen? Het criterium dat hier een rol speelt, blijkt verband te houden met de geloofsovertuiging. Bij de vrouwen die verklaren dat zij geen druk ervaren in verband met hun kleding, verklaart 25,5% ook te voldoen aan de religieuze voorschriften, en het aandeel van de vrouwen die aan deze voorschriften voldoen in de categorie vrouwen die onder druk zijn gezet, ligt amper hoger dan 8%. Hoe minder de vrouwen voldoen aan de religieuze voorschriften, hoe meer zij deze druk ervaren (r = 0,16, P < 0,05). Verscheidene vrouwen zeggen dat zij gedwongen zijn geweest om een hoofddoek te dragen om de druk en conflicten met de familie te vermijden (met hun vader, broer, echtgenoot en soms zelfs hun moeder). In dit verband moeten we beseffen dat het dragen van een hoofddoek of een sluier in het noorden van Marokko veeleer een sociologische dan een religieuze zaak is. De vrouwen die afkomstig zijn uit deze regio, worden van bij het huwelijk gedwongen om een hoofddoek te dragen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
127
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 17: Aspecten van segregatie binnen de gemeenschap (%) Vrouwen
Mannen
Geen antwoord
Neen
Ja
Neen
Ja
Mijn geloof
78,8
16,2
81,3
12,3
5.7
Mijn geloofsovertuiging
75,8
19,7
79,8
13,8
5.5
Mij kleding of mijn hoofddoek
69,7
25,3
84,7
8,9
5.7
Mijn etnische identiteit
79,3
15,2
79,3
14,3
6
Mijn stad of streek van herkomst in Marokko
80,3
14,1
81,8
12,3
5.7
Mijn accent
84,8
9,1
83,3
9,9
6.5
De wijk waar ik woon
86,9
8,1
87,7
5,9
6.4
Mijn leeftijd
93,4
1,5
91,1
3,0
5.5
Mijn geslacht
89,9
5,1
92,1
1,5
5.7
Mijn werk, mijn beroep
86,4
8,1
89,7
4,4
5.7
Over het algemeen houden de spanningen tussen de Belgische Marokkanen op religieus vlak verband met de mate van geloofsovertuiging. Zowel bij de mannen als de vrouwen hebben de mensen die verklaren het slachtoffer te zijn geweest van segregatie vanwege hun landgenoten omwille van hun godsdienst of hun geloofsovertuiging het gevoel dat hun geloofsovertuiging de voorbije jaren is verzwakt. Zo verklaart 30% van de personen die druk ondergaan omwille van de normen en regels, dat hun geloofsovertuiging verzwakt is. Degenen die zeggen dat ze geen druk ondervinden en die het gevoel hebben dat hun geloofsovertuiging is verzwakt, vertegenwoordigen maar 11,7% van de ondervraagde personen. Naast de spanningen over normen en regels op het religieuze vlak, zijn er ook nog spanningen van etnische of regionale aard. Ongeveer 15% verklaart daar last van te hebben gehad.
Bezoek aan Belgische en Marokkaanse culturele plaatsen De meeste Belgische Marokkanen beperken zich er niet toe om vriendschapsbanden aan te knopen met autochtone Belgen, maar zijn ook geneigd om Europese gedragingen over te nemen. Dat betekent niet noodzakelijk dat zij hun oorspronkelijke identiteit opgeven. Een jongere uit Gent verklaart hierover het volgende:
“… Je moet je goed integreren, maar dat wil niet zeggen dat je een deel van je identiteit moet opgeven voor een andere… Je moet je alleen normaal gedragen.” Uit de verzamelde gegevens blijkt een openheid voor de Belgische cultuur, die wel in intensiteit verschilt afhankelijk van de culturele locatie. Uit tabel 18 blijkt dat concerten van westerse muziek (rock, klassiek, jazz) het meest worden bezocht, namelijk door 73% van de ondervraagde personen. Daarna komt het theater (64%). 40% zegt nooit naar de bioscoop te gaan. Dit cijfer is ongetwijfeld te verklaren door het feit dat televisie en films op dvd’s een alternatief bieden voor het bioscoopbezoek.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
128
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 18: Culturele gewoonten en bezoek aan Belgische culturele plaatsen (%) Vrij vaak
Zelden
Nooit
Naar de bioscoop gaan
23,6
36,4
40,0
Naar het theater gaan
64,3
29,6
6,2
Naar een concert met westerse muziek gaan
73,3
19,8
6,9
Naar een fastfoodrestaurant gaan
15,7
36,2
48,1
Naar een Belgisch restaurant gaan
43,1
33,1
23,8
Thuis Belgische gerechten bereiden
16,2
27,8
56,0
Picknicken
17,5
56,4
26,0
Naar een Italiaans, Chinees, Mexicaans restaurant gaan.
42,8
37,9
19,3
Bij de culinaire activiteiten weten de Belgische restaurants 43% van de onderzochte groep aan te trekken. Een gelijkaardig aandeel bezoekt ook Italiaanse en andere restaurants. De ondervraagde personen betonen wel maar een vrij zwakke voorliefde voor fastfoodrestaurants, picknicks en ook voor het thuis bereiden van Belgische gerechten. Bij de Marokkaanse cultuurlocaties in België stellen we vast dat concerten van Marokkaanse muziek het vaakst worden vermeld (58%), gevolgd door Marokkaanse cafés (48,5%). In vergelijking met de Belgische, Italiaanse of Chinese restaurants gaan de ondervraagde personen veel minder vaak naar een Marokkaans restaurant: slechts 15,6% komt er vrij vaak en 43% verklaart nooit naar een Marokkaans restaurant te gaan. Tabel 19: Culturele gewoonten en bezoek aan Marokkaanse culturele plaatsen Vrij vaak
Zelden
Nooit
Naar een concert van Marokkaanse muziek gaan
57,8
33,2
9,0
Naar een Marokkaans restaurant gaan
15,6
41,5
42,8
Naar een Marokkaans café gaan
48,5
23,5
28,1
Samenkomen met vrienden
3,9
18,0
78,1
Familieleden bezoeken
1,8
18,7
79,5
Naar de moskee gaan
10,0
43,7
46,3
3,9
24,9
71,2
Gaan wandelen
Maar het meest opvallende fenomeen stellen we vast op het vlak van de interpersoonlijke relaties: ongeveer acht personen op tien verklaren dat zij nooit samenkomen met vrienden en dat zij nooit op bezoek gaan bij de leden van hun familie. Zeven personen op tien verklaren dat zij nooit gaan wandelen. Zelfs het moskeebezoek lijkt achteruit te gaan in vergelijking met de andere culturele activiteiten.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
129
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Uit deze vaststelling in verband met de interpersoonlijke relaties binnen de Marokkaanse gemeenschap in België blijkt vooral dat het sociale weefsel en de solidariteit steeds meer lijkt af te brokkelen. In verband met dit laatste punt wil meer dan de helft van de ondervraagde personen niet antwoorden op de vragen over liefdadigheid. 68% van degenen die wel antwoorden, verklaart dat zij geen enkele gift doen. In totaal zegt slechts 16% van de ondervraagde groep dat zij geld of goederen aan mensen in Marokko hebben gestuurd. Dit proces vertaalt zich in een verwijdering tussen kinderen en ouders, als gevolg van verplichtingen in verband met werk, het huwelijk of gewoon om een zekere onafhankelijkheid te verwerven. Dat leidt tot isolement en een gevoel van eenzaamheid en is dan ook een teken van een vrij zwakke affectieve toestand. Dit lijkt in tegenspraak met de verklaringen van de ondervraagde personen over het gevoel dat zij gelukkig zijn. Maar misschien kunnen we deze evolutie interpreteren als een proces dat leidt tot het ontstaan van zelfstandige personen, die de vertegenwoordigers zijn van een steeds individuelere islam.
7. Relatie met de media Uit andere gegevens van de vragenlijst is al gebleken dat de Belgische Marokkanen heel weinig vertrouwen hebben in de media. Dit verlies aan vertrouwen houdt volgens de ondervraagde personen verband met de manier waarop de media informatie overbrengen (en soms vervormen), met name over jongeren van Marokkaanse herkomst of het religieus extremisme. Een jonge Belgische Marokkaan getuigt:
“Het probleem zijn de media. Zij zijn een vijand voor de mens. Iedereen kijkt namelijk naar de televisie. Zelfs oude mensen die niet meer buitenkomen, kijken naar de televisie. Wanneer ze op televisie spreken over extremistische moslims, denken zij: ‘Daar weten we genoeg over’. Maar niet alle moslims zijn extremistisch, zie je…”
Kijkcijfers voor de Belgische en Marokkaanse televisiezenders Met betrekking tot televisie stellen we vast dat de aantrekkingskracht van de Belgische zenders enorm in tegenstelling staat met de vrij zwakke kijkdichtheid bij de Marokkaanse televisiezenders in België: 67,6% kijkt bijna elke dag naar Belgische zenders; dit aandeel daalt tot 37,4% voor de Marokkaanse zenders. We stellen ook vast dat slechts 4% van de ondervraagde personen verklaart nooit naar de Belgische televisie te kijken. Voor de Marokkaanse televisie ligt dat aandeel vier keer hoger. 17% van de ondervraagde personen kijkt immers nooit naar de Marokkaanse televisie.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
130
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 20: Kijkcijfers voor de Belgische en Marokkaanse televisiezenders (%) Belgische zenders
Marokkaanse zenders
67,6
37,4
3-5 dagen per week
12
13,7
1-2 dagen per week
5,5
11
Minder vaak
8
17,2
Nooit
4
17
Geen antwoord
3
3,7
Bijna elke dag
Kijkcijfers volgens gewest In Wallonië krijgen de Belgische televisiezenders de hoogste kijkcijfers (71%). Dit is ook het gewest waar de Marokkaanse zenders kunnen rekenen op de meeste belangstelling van de Belgische Marokkanen: 48,6% kijkt bijna elke dag, tegenover 41,8% in Brussel en 25,4% in Vlaanderen. In vergelijking met de twee andere gewesten, is Vlaanderen het gewest waar de kijkcijfers van de Belgische en Marokkaanse televisiezenders het laagst liggen. Tabel 21: Kijkcijfers voor de Belgische en Marokkaanse televisiezenders per gewest Belgische zenders
Marokkaanse zenders
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Vlaanderen
Wallonië
Brussel
Bijna elke dag
60,1
77
69,3
25,4
48,6
41,8
3-5 dagen per week
13
8,1
12,7
16,7
12,2
12,2
1-2 dagen per week
8,7
1,4
4,8
13
14,9
7,9
Minder vaak
7,2
8,1
8,5
18,8
13,5
17,5
8
1,4
2,1
23,2
5,4%
16,9
2,9
4,1
2,6
2,9
5,4
3,7
Nooit Geen antwoord
Kijkcijfers volgens leeftijd Als we het effect van de leeftijd bekijken, blijkt dat de kijkcijfers variëren afhankelijk van dit criterium, maar op een andere manier voor de Belgische en de Marokkaanse zenders: de oudste mensen kijken het meest naar de Marokkaanse en het minst naar de Belgische televisiezenders.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
131
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Maximum
5
Kijkcijfers
4
Minimum
Figuur 13: Kijkcijfers voor de Marokkaanse en de Belgische televisiezenders volgens leeftijd
3
Belgische TV 4
4
Marokkaanse TV
2
15-24 jaar
25-34
35-44
45-54
55+
Kijkcijfers voor de verschillende Marokkaanse en Arabische televisiezenders Uit de vergelijking van de kijkcijfers voor de verschillende Marokkaanse zenders blijkt dat 2M Maroc de meest bekeken zender in België is: 31,4% van de ondervraagde personen zegt bijna elke dag naar die zender te kijken. Al-Maghribia komt op de tweede plaats met 22,7% van de dagelijkse kijkers. De eerste Marokkaanse zender (Al-Ouala) behoort samen met Assadissa en de sportzender (Arriadia) tot de zenders die de Belgische Marokkanen het minste bekijken. Tabel 22: Kijkcijfers voor de Marokkaanse televisiezenders (%) Al Ouala
2 M Maroc
Al Maghribia
Assadissa
Arriadia
16,7
31,4
22,7
10,7
10,7
3-5 dagen per week
7,7
13
9
6,5
5,5
1-2 dagen per week
5,2
14,2
11
7,5
4,2
Minder vaak
13
15
14,7
14,7
13
Nooit
46,9
19,5
33,4
51,1
56,6
Geen antwoord
10,5
7
9,2
9,5
10
Bijna elke dag
Na de Belgische televisiezenders vormt de zender Aljazeera de belangrijkste rivaal voor de Marokkaanse stations op het Belgische grondgebied, met 23,4% dagelijkse kijkers. De kijkcijfers van Aljazeera nemen net zoals voor 2M en Al-Maghribia toe met de leeftijd, zoals blijkt uit de onderstaande figuur:
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
132
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Maximum
Figuur 14: Kijkcijfers voor de Marokkaanse televisiezenders en Aljazeera volgens leeftijd 5 2M Al Maghribia Al Jazeera
Minimum
Kijkcijfers
4
3
Al Oula Assadissa Arriadia
2
1 15-24 jaar
25-34
35-44
45-54
55+
Luistercijfers voor de Belgische en Marokkaanse radiozenders In vergelijking met de kijkcijfers voor de Belgische en Marokkaanse televisiezenders liggen de luistercijfers van de radio-uitzendingen veel lager. Maar ook hier hebben de ondervraagde mensen meer belangstelling voor de Belgische radiozenders: 49% verklaart nooit naar Marokkaanse radiozenders te luisteren. Dit aandeel daalt tot 28,7% voor de Belgische radiozenders. Tabel 23: Luistercijfers voor de Belgische en Marokkaanse radiozenders (%) Belgische radiozenders
Marokkaanse radiozenders
24,9
15,7
3-5 dagen per week
11
4,5
1-2 dagen per week
8,2
5 ,7
Minder vaak
21,9
19,5
Nooit
28,7
49,1
5,2
5,5
Bijna elke dag
Geen antwoord
Nochtans dalen de luistercijfers bij de Belgische radiozenders met de leeftijd, terwijl de luistercijfers bij de Marokkaanse radiozenders constant blijven met de leeftijd.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
133
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Maximum
Figuur 15: Luistercijfers voor de Belgische en Marokkaanse radiozenders volgens leeftijd 4,00 Belgen 3,50 3,00 2,50
Minimum
2,00 1,50 1,00
Marokkanen 15-24 ans
25-34
35-44
45-54
55+
Leescijfers van de Belgische en Marokkaanse kranten Met betrekking tot de geschreven pers richten de ondervraagde personen zich vaak tot de Belgische kranten en lijken zij bijna totaal geen aandacht te hebben voor de pers uit hun land van herkomst. Zo verklaart 68% van de ondervraagden dat zij nooit of heel zelden Marokkaanse kranten lezen (14,5%). Ongeveer 31% daarentegen leest bijna elke dag of drie tot vijf dagen per week Belgische kranten (12,5%). Tabel 24: Leescijfers voor de Belgische en Marokkaanse kranten (%)
Belgische kranten
Marokkaanse kranten
Bijna elke dag
30,7
8,2
3-5 dagen per week
12,5
1,7
1-2 dagen per week
13,7
2
Minder vaak
15,7
14,5
Nooit
22,7
68,1
4,7
5,5
Geen antwoord
Maar net zoals voor de luistercijfers van de Belgische radiozenders nemen de leescijfers voor de Belgische kranten af naarmate de lezers ouder worden.
Mate van internetgebruik Uit de ingezamelde gegevens blijkt een trend tot intensief internetgebruik bij de leden van de Marokkaanse gemeenschap in België. Het dagelijkse gebruik van dit informatica-instrument is inderdaad heel belangrijk geworden (42,9%) voor de personen van Marokkaanse herkomst die in België wonen en bijna 65% maakt er regelmatig gebruik van.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
134
Hoofdstuk VI: Identiteit, sociaal-culturele waarden en relaties van de Belgische Marokkanen
Tabel 25: Mate van internetgebruik (%) Vrouwen
Mannen
Totaal
Bijna elke dag
38,9
46,8
42,9
3-5 dagen per week
14,1
12,3
13,2
1-2 dagen per week
9,6
10,3
10
Minder vaak
14,6
8,4
11,5
Nooit
18,2
16,3
17,2
4,5
5,9
5,2
Geen antwoord
Maar hier blijkt duidelijk dat de mate van internetgebruik aanzienlijk varieert afhankelijk van de leeftijd.
Maximum
Figuur 16: Internetgebruik volgens leeftijd 4,50 4,00 3,50 3,00
Minimum
2,50 2,00 1,50 15-24 jaar
25-34
Koning Boudewijnstichting
35-44
45-54
55+
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
135
Conclusies
De belangrijkste bedoeling van dit onderzoek was een analyse te leveren van het integratieproces van de mensen van Marokkaanse herkomst die in België wonen, samen met een bespreking van de diverse aspecten van hun identiteit. Aan de hand van een kwantitatief onderzoek, focusgroepen en individuele gesprekken bood het onderzoek in de eerste plaats de mogelijkheid om een aantal sociaaldemografische gegevens over de Belgische Marokkanen te actualiseren (geboorteplaats en plaats van herkomst, redenen voor de immigratie, burgerlijke staat, materiële goederen, talenkennis). Vervolgens probeerde het onderzoek een sociaaleconomisch beeld van de Belgische Marokkanen te vormen en de subjectieve dimensie van de relaties van de Belgische Marokkanen met het land van herkomst en het gastland en ook met de instellingen van die landen te beoordelen. Het onderzocht onder andere het beeld van maatschappelijke problemen, het vertrouwen in de instellingen, de betrokkenheid bij de politiek en het verenigingsleven en het lidmaatschap van politieke partijen, zowel in België als in Marokko. Het onderzoek had ook aandacht voor de beelden en de standpunten van de Belgische Marokkanen over de Europese Unie, maar ook over de relatie van Marokko met de Europese Unie. Ten slotte probeerde het een beter beeld te krijgen van de identiteit en de sociaal-culturele waarden en ook van de mogelijkheden die de Belgische Marokkanen hebben om toegang te krijgen tot de verschillende onderdelen van een sociaal leven in België, zoals cultuur, netwerken van sociale relaties of de media. De analyse heeft allerlei belangrijke elementen opgeleverd, die zeker het vermelden waard zijn. •
Koning Boudewijnstichting
Op demografisch vlak kunnen we stellen dat de structuur en de samenstelling van de gezinnen van de Belgische Marokkanen veranderd zijn. De gezinsgrootte evolueert van aanvankelijk grote gezinnen naar kleinere gezinnen, met meer vrijgezellen en eenoudergezinnen, vooral als gevolg van echtscheidingen. Die situatie varieert wel van gewest tot gewest in België: zij is meer uitgesproken in Wallonië, waar de gezinsgrootte duidelijk kleiner is dan in Vlaanderen, waar de gezinnen groter zijn. De gezinsgrootte in het Brussels Gewest ligt daar ergens tussenin. Dit fenomeen kan verband houden met veranderingen in het aantal geboor tes binnen de immigranten- of allochtone gemeenschap, maar kan ook het gevolg zijn van de evolutie van de migratie. De migratie heeft zich door middel van individuele strategieën en een collectieve logica aangepast aan de situatie en aan het bestaande Europese migratiebeleid. De familieband als faciliterende factor voor immigratie door gezinshereniging is
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
137
Conclusies
geleidelijk aan vervangen door de huwelijksband, die momenteel het nieuwe instrument voor de migratiedynamiek vormt. •
In verband met de toegang tot de verschillende onderdelen van het maatschappelijk leven in België onderscheiden we twee soorten factoren die invloed kunnen hebben op de sociale promotie van immigranten en allochtonen: enerzijds zijn er factoren die verband houden met de individuele of collectieve ervaring (historiek van de immigratie, culturele en taalvaardigheden, enz.), en anderzijds heb je extra-individuele factoren (overheidsbeleid, economische conjunctuur, onthaal in de samenleving van het gastland). Hoewel de Belgisch-Marokkaanse gemeenschap een aantal mannelijke en vrouwelijke politici, zakenlui, leerkrachten, journalisten, kunstenaars, … telt, neemt dit niet weg dat de meeste Belgische Marokkanen een achtergestelde of kwetsbare situatie bekleden op de arbeidsmarkt en meer algemeen op sociaaleconomisch vlak. Uit het onderzoek blijkt dat een groot aantal van de Belgische Marokkanen in Wallonië onder de armoededrempel leven en een hoge werkloosheid kennen, in tegenstelling tot de Belgische Marokkanen in Vlaanderen, waar het armoedepeil het laagst is. De Belgische Marokkanen in Brussel nemen ook in dit verband een tussenpositie in.
Hoewel de opeenvolgende wijzigingen van de Belgische Nationaliteitswet bedoeld waren om de integratie te bevorderen, hebben die aanpassingen maar een beperkte impact gehad. Er zijn nog altijd problemen op het vlak van werkgelegenheid, werkloosheid en armoede en ze dreigen zelfs nog erger te worden. Allerlei factoren spelen op elkaar in en verklaren dat de problemen zo hardnekkig aanhouden, vooral voor de Belgische Marokkanen van de eerste generatie die niet beschikken over voldoende culturele en taalvaardigheden. De nieuwkomers kennen meestal een hoger onderwijsniveau, maar toch zijn ook zij niet beschermd tegen werkloosheid en armoede en dat geldt des te minder voor de vrouwen, zelfs wanneer zij genaturaliseerd zijn. De naturalisatie is een middel om de kansen op economische integratie van de mensen die Marokko geboren zijn, te verhogen, maar kan hen toch niet beschermen tegen de risico’s van armoede en een onzekere situatie, net zomin als het behoud van de natuurlijke identiteit een garantie vormt tegen onzekerheid. Veel Belgische Marokkanen beschouwen hun kwetsbare situatie op de arbeidsmarkt als een teken van discriminatie. Maar we mogen het verklarend vermogen van de variabele ‘discriminatie’ niet overschatten. Die variabele biedt maar één mogelijke verklaring, vooral ook omdat zij zelf in zekere mate verklaard wordt door de houding en de passionele identiteitsgevoelens van de mensen die menen dat zij het slachtoffer van discriminatie zijn. Die mening getuigt ongetwijfeld ook van de moeilijkheden om zich aan te passen aan de nieuwe leefomgeving. Maar dit gevoel is hoe dan ook aanwezig bij een meerderheid van de Belgische Marokkanen. En zij zien deze discriminatie niet alleen op de arbeidsmarkt, maar ook op school, waar sommigen onder hen het gevoel hadden dat ze werden uitgesloten, ondergewaardeerd, slecht begeleid en niet naar waarde geschat. Vreemd genoeg nemen sommige Belgische Marokkanen, en vooral jongeren, op hun beurt een discriminerende houding aan tegenover nieuwe immigranten (vooral uit Oost-Europa). Die vaststelling vergt ongetwijfeld een diepgaander onderzoek. Maar dat neemt niet weg dat het gevoel dat iemand het slachtoffer is van discriminatie, volgens ons gedeeltelijk te verklaren is doordat mensen er niet altijd in slagen een onderscheid te maken tussen de gevolgen van verschillende contextvariabelen die met elkaar verstrengeld zijn en elkaar onderling beïnvloeden. Daardoor ontstaat de neiging om alle factoren die al dan niet verband houden met discriminatie, op een hoop gooien.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
138
Conclusies
•
Dit gevoel verklaart gedeeltelijk de sceptische en dubbelzinnige houding van de Belgische Marokkanen tegenover de huidige situatie in België en de toekomst van het land. Hoewel zij over het algemeen tevreden lijken over hun subjectieve sociale status (‘het gevoel gelukkig te zijn’), lijken zij veel minder tevreden over de algemene situatie in hun gastland en veeleer ongerust over de toekomst ervan. Omgekeerd is hun houding ten opzichte van de huidige en toekomstige situatie in hun land van herkomst veeleer positief, ook al zijn zij tegelijk heel kritisch tegenover bepaalde specifieke situaties in Marokko. Die tegenstrijdige meningen wijzen op een verschillend niveau van bezorgdheid. Met betrekking tot Marokko heeft de heel kritische houding immers te maken met de economische, politieke en administratieve realiteit in het land. In verband met België gaat het vooral om problemen op het vlak van identiteit, racisme en werkloosheid. Die vaststellingen verdienen bijkomend onderzoek om een beter onderscheid te maken tussen deze verschillende inzichten, die zich vooral uiten door een terugtrekken uit de Marokkaanse politiek en een sterkere betrokkenheid bij het Belgische politieke leven.
De breuk van de Belgische Marokkanen met de politieke realiteit in hun land van herkomst en het ontstaan van een actief en pragmatisch burgerschap binnen de Belgische samenleving, heeft nochtans geen invloed op hun banden met het ‘ Moederland’. Die conclusies wijzen dan ook op het bestaan van een dubbele evolutie van de identiteit bij de Belgische Marokkanen; Daarbij zorgen de culturele en affectieve banden met het land van herkomst ervoor dat er een nationale identiteit los van het grondgebied blijft bestaan. Maar door de kritische houding tegenover de politieke realiteit in het land van herkomst ontstaat tegelijk een nieuwe burgeridentiteit die thuishoort in de Europese culturele ruimte in brede zin en ook meer specifiek in België. Deze twee uitingen van identiteit lijken misschien niet echt met elkaar te verzoenen en kunnen ook variëren in intensiteit, afhankelijk van de generatie en de maatschappelijke groep. Maar zij wijzen er wel op dat er geleidelijk aan een nieuwe synthese ontstaat in de vorm van een collectieve transnationale identiteit, met vertakkingen aan beide zijden van de sociaal-culturele grenzen. Vandaar de titel ‘Belgische Marokkanen : een dubbele identiteit in ontwikkeling’. •
Het bestaan van die identiteit is gemakkelijk vast te stellen doordat de Belgische Marokkanen het gevoel uiten dat zij zowel bij Marokko als bij Europa (en nog meer bij Belgie¨) horen, maar ook doordat zij blijken te kiezen voor vormen om hun geloof te belijden die een nieuw concept van de islam belichamen. Dit nieuw concept valt beter te combineren met de normen en idealen van een democratische liberale samenleving. In dit verband herinneren we eraan dat de islamitische doctrine gebaseerd is op vijf peilers die unaniem worden beschouwd als noodzakelijke plichten die alle moslims moeten nakomen en volgen. Die pijlers zijn de geloofsbelijdenis (chahâda), het gebed, het geven van aalmoezen (zakat), de vasten en de bedevaart. Daarbij komt nog de verplichting om de regels van de sharia toe te passen binnen de familie: die verplichting betekent dat men zich in verband met de persoonlijke situatie en in de familie moet onderwerpen aan de enige wet van de islam. Tegenover deze islam met al die verplichtingen, lijken de Belgische Marokkanen geneigd om de voorkeur te geven aan een meer individuele en seculiere islam. Het individuele karakter van de islam zoals we dat vaststellen bij de Belgische Marokkanen die we tijdens dit onderzoek hebben gesproken, blijkt uit een selectieve houding bij de uitvoering van de religieuze voorschriften waaraan zij zich normaal zonder enige beperking of enig voorbehoud moeten houden. En ook al beschouwen de meeste ondervraagde personen zichzelf als religieus, toch omschrijft maar een kleine minderheid van hen zich als praktiserend moslim. Verder verklaren sommigen ook niet te
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
139
Conclusies
praktiseren; de anderen – de meerderheid – lijken op selectieve en willekeurige wijze de religieuze voorschriften te kiezen waaraan zij zich willen onderwerpen. Een andere aanwijzing voor de opkomst van een individuele islam in de diaspora, is bijvoorbeeld ook de toenemende waardering voor de wereldse waarden en de dalende trend in het moskeebezoek, wat ook betekent dat er minder vaak collectief wordt gebeden. De meeste ondervraagde Belgische Marokkanen aanvaarden welwillend de principes van geloofsvrijheid en van de scheiding van kerk en staat. Een nietverwaarloosbaar deel van hen beschouwt de islam en het christendom zelfs als twee gelijke godsdiensten. Door die houding zijn zij in staat om zich gemakkelijker te integreren in het politieke leven in het gastland. •
In verband met de sociale en culturele aspecten van de integratie wijzen de gegevens van het onderzoek uit dat de Belgische Marokkanen steeds beter vertrouwd zijn met de manier van leven en werken in de Belgische samenleving. De meesten van hen lijken meer mogelijkheden te hebben om persoonlijke en familiale vriendschapsbanden aan te knopen met Belgen. Zij komen vaak in Belgische culturele ruimten (vooral voor muziekconcerten en toneelvoorstellingen) en hebben meer belangstelling voor de Belgische media, ook al neemt die belangstelling af met de leeftijd, ongetwijfeld naarmate het gevoel van nostalgie zich ontwikkelt en uitbreidt. De Belgische Marokkanen drukken duidelijk hun wantrouwen uit tegenover de Belgische media, omdat die een vervormd en weinig waarderend beeld van hen schetsen. In tegenstelling daarmee betonen de Belgische Marokkanen veel minder belangstelling voor persoonlijke vrijetijdsbesteding (wandelen, reizen). Uit de resultaten van het onderzoek blijkt ook een zorgwekkende trend tot lossere sociale en familiale banden in België: kinderen gaan steeds minder op bezoek bij hun ouders en de vriendschapsrelaties verslappen aanzienlijk. Daarbij lijken ook de gevoelens op het vlak van liefdadigheid af te nemen, waardoor het risico bestaat dat cynisme en onverschilligheid de kop opsteken. Die kunnen in het dagelijks leven tot uiting komen in de vorm van gevoelens van maatschappelijk isolement en eenzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dus de onzekere en kwetsbare situatie van de mensen in de diaspora, ook al geeft de meerderheid van de ondervraagde groep de indruk gelukkig te zijn en de hoop in het leven niet op te geven. Maar door de objectieve realiteit en de aard van de intermenselijke relaties ontstaat in de meeste gevallen een vrij zwakke affectieve situatie. In dit verband lijkt de toevlucht tot een nieuwe vorm van moslimspiritualiteit een aantal mensen te hebben geholpen om de ups en downs van het dagelijkse leven aan te kunnen. Die stelling valt te rechtvaardigen doordat er in zekere mate een verband blijkt te bestaan tussen het gevoel gelukkig te zijn en een versterkende geloofsovertuiging.
•
Algemeen kunnen we zeggen dat er discrepanties zijn tussen de verschillende aspecten van de integratie, vooral tussen de politieke en de economische integratie. Terwijl de economische integratie in België nog altijd op belangrijke belemmeringen stuit, verloopt de politieke integratie in een versneld tempo. We hebben namelijk vastgesteld dat de politieke en burgeractiviteiten van de Belgische Marokkanen vooral gericht zijn op het gastland en dat de Belgische Marokkanen meer afstand nemen van de politiek in hun land van herkomst. Maar de sociaal-culturele en economische banden met Marokko zijn wel nog heel sterk. De ondervraagde Belgische Marokkanen gaan vaak naar Marokko om hun ouders te bezoeken, om er bij hun vrienden te zijn, hun vakantie door te brengen, economische activiteiten uit te voeren (handel, aankoop van onroerend goed, toezicht op investeringsprojecten) of om te trouwen. Dat betekent niet dat zij in het gastland volledig geïsoleerd zijn. Het aandeel van de Belgische Marokkanen dat relaties heeft met autochtone Belgen ligt vrij
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
140
Conclusies
hoog, vooral in Brussel, waar er toch een zekere sfeer van multiculturaliteit heerst. Maar tegelijk merken we toch dat de Marokkanen in België in zekere mate terugplooien op het kerngezin en dat hun bezoeken aan familieleden of vrienden vrij schraal zijn. In die context lijken de Belgische Marokkanen die hebben deelgenomen aan dit onderzoek te bewijzen dat zij goed geplaatst zijn om een gemengde identiteit te ontwikkelen over de grenzen heen. Die identiteit is nog niet stabiel, maar draagt de belofte van nieuwe burgerwaarden in zich, tegen een achtergrond van een streven naar maatschappelijke erkenning, zelfrespect en respect van de anderen.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
141
Bibliografie
Adam I., « Les personnes d’origine étrangère et l’emploi aux niveaux fédéral et bruxellois », in Brans, Jacobs D., Martiniello M., Rea A., Swyngedouw M., Adam I., Balancier P., Florence E. et Van Der Straeten T., Recherches et politiques publiques : le cas de l’immigration en Belgique, Academia Press, 2004, pp. 243-267. Alaluf M., « Les droits politiques des étrangers : débat dans le monde politique belge », in Magnette, P. (Ed), De l’étranger au citoyen. Construire la citoyenneté européenne, De Boeck Université, Bruxelles, 1997, pp. 65-75. Alves Dos Santos J., Racisme et islamophobie dans les publications francophones du Vlaams Blok à Bruxelles, Mémoire de licence en science politique, Université libre de Bruxelles, Bruxelles, 2004. Bare D., « Les Marocains dans les charbonnages belges dans l’entredeux guerres », in Ouali N. (Ed), Trajectoires et dynamiques migratoires de l’immigration marocaine en Belgique, Academia Bruylant, LouvainLa-Neuve – Bruxelles, 2004, pp. 171-214. Bastenier A., Qu’est ce qu’une société ethnique ? Ethnicité et racisme dans les sociétés européennes d’immigration, PUF, Paris, 2004. Bastenier A., « L’incidence du facteur religieux dans la ‘conscience ethnique ‘ des immigrés marocains en Belgique », Social Compass, 45, 1998, pp. 195-218. Bastenier A. et Dassetto F., Immigrations et nouveaux pluralismes : une confrontation de sociétés, De Boeck- Wesmael, Bruxelles, 1990. Bastenier A. et Dasseto F., L’ Étranger nécessaire. Capitalisme et inégalité, éléments pour une analyse des phénomènes migratoires contemporains en Europe occidentale, FERES, Louvain-la-Neuve , 1997. Belguendouz A., Le Conseil de la communauté marocaine à l’étranger. Une nouvelle institution en débat, CARIM, rapport de recherche, 2009. Belguendouz A., « Expansion et sous-traitance des logiques d’enfermement de l’Union européenne : l’exemple du Maroc », Cultures & Conflits n°57, 1/2005, pp. 155-219
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
143
Bibliografie
Ben Mohammed N., « Les femmes musulmanes voilées d’origine marocaine sur le marché de l’emploi », in Brion, F. (Ed), Féminité, islamité, minorité : question à propos du hijab, Academia Bruylant, Louvainla-Neuve, 2004, pp. 49-62. Blaise P. et de Coorebyter V., « La reconnaissance et la représentation de l’islam », in MT, Coenen et Lewin R. (Ed), La Belgique et ses immigrés : les politiques, De Boeck université, Bruxelles, 1997, pp.223-237. Blaise P. et de Coorebyter V., « L’Islam et l’Etat belge », Res Publica, 1993, pp. 23-37. Blaise P. et Martens A., « Des immigrés à intégrer. Choix politiques et modalités institutionnelles », Courrier hebdomadaire du CRISP, 1992, pp. 1358-1359. Bribosia E., « Les discriminations fondées sur la nationalité dans l’Union européenne à la lumière de la protection des droits fondamentaux » in Bribosia E., Dardenne E., Magnette P. et Weyembergh A. (Ed)., Union Européenne et nationalité, 1999, pp. 189-226 Bousetta H., « Citoyenneté et participation politique : l’exemple des belges d’origine marocaine », in Collectif Migrations et Citoyenneté, Publications de l’Association Marocaine d’études et de Recherches sur les Migrations, Rabat, 2004. Bousetta H. et Martiniello M., « Les Marocains en Belgique : du travailleurs immigré au citoyen transnational », Hommes et migrations, 2003, pp. 1242 et pp. 94-116 Bousetta H., Immigration, post-immigration, polities and political mobilisation of ethnic minorities, thèse de doctorat en sciences sociales, Katholieke Universiteit of Brussels, Bruxelles, 2001, non publiée. Bousetta H. et Swyngedouw M., « La citoyenneté de l’Union européenne et l’enjeu de Bruxelles. Le droit supranational européen confronté aux réalités d’une société multiethnique et multinational divisée », Courrier hebdomadaire du CRISP, 1999, p. 1636. Bribosia E., Dardenne E. Magnette P. et Weyembergh A., Union européenne et nationalités. Le principe de non- discrimination et ses limites, Bruylant, Bruxelles, 1999. Brion F., « De la criminalité des immigrés à la criminalisation de l’immigration, pour une reconstruction d’objet », Revue de Droit Pénal et de Criminologie, 7/8, 1997, pp. 763-775. Brion F., « Immigration, crime et discrimination. Du doute méthodique au doute radical », in Brion F., Rea, A., Schaut C. et Tixhon A. (Dir), op. cit., pp. 11-38. Brion F., « Prendre le voile et faire face », in Brion, F (Ed), Féminité, islamité, minorité. Questions à propos du hijab, Academia-Bruylant, Louvain-La-Neuve, 2004, pp. 19-48. Castells M., Le pouvoir de l’identité, l’ère de l’information, Tome II, traduit de l’anglais par Paul Chamla, Fayard, Paris, 1999.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
144
Bibliografie
Collés L., « Entre le Maroc et la Belgique : un parcours littéraire et didactique avec Leila Houari », in Carion J., Jacques G. et Tilleuil J-L. (Dir), Aventures et Voyages au Pays de la Romane, Éditions Modulaires Européennes, 2002. Crahay M., L’école peut-elle être juste et efficace ? De l’égalité des chances à l’égalité des acquis, De Boeck Université, Coll. Pédagogie en développement, Bruxelles, 2000. Crutzen D. et Manço, A. (Dir.), Compétences linguistiques et sociocognitives des enfants de migrants. Turcs et Marocains en Belgique, L’Harmattan, Collection compétences interculturelles, Paris-TurinBudapest , 2003. Dassetto F., «Vers un islam belge ? », in Martiniello M et Swyngedouw M. (Ed), Où va la Belgique ? Les soubresauts d’une petite démocratie européenne, L’Harmattan, Paris, 1998, pp. 181-190. Dassetto F., « Paroles d’islam : individus, sociétés et discours dans l’islam européen contemporain », in Individu et société dans le monde méditerranéen musulman, Maisonneuve et Larose, Paris, 2000. Dassetto F., « Vingt ans d’islam belge », Migrations, 1990. Dassetto F., « Visibilisation de l’islam dans l’espace public », in Bastenier, A. et Dassetto, F. (Ed), Immigrations et nouveaux pluralismes. Une confrontation de sociétés, De Boeck université, Bruxelles, 1990, pp. 179-208. Dassetto F., Facettes de l’islam belge, Academia Bruylant, Louvaun-La-Neuve, 1997. Dassetto, F., « Islam en Belgique et en Europe. Facettes et questions », in Dassetto F. (Ed), Facettes de l’islam belge, op. cit., pp. 17-34. Dassetto F., « Le culte musulman en Belgique : un débat, des faits d’autres questions », in Derenne, C. et Kwaschin, J. (Ed), L’Islam en Belgique, Luc Pire, Bruxelles, 1998, 81-94. De la campagne C., Islam et occident. Les raisons d’un conflit, PUF, Paris, 2003. Derenne C. et Kwaschin, J. (1998), L’islam en Belgique, Luc Pire, Bruxelles, 1998. Eggericks T., Bahri A., Perrin N., Migrations internationales et populations « d’origine étrangère », Approches statistiques et démographiques, GéDAP-SPED, UCL, Initiative Charles Ullens, Fondation Roi Baudouin, Louvain-la-Neuve, 2006. Elias, N, Logiques de l’exclusion, traduit de l’anglais : Scotson T-L, Pocket, Paris, 2001. Feld S. et Manço, A., L’intégration des jeunes d’origine étrangère dans une société en mutation, L’insertion scolaire, socioculturelle et professionnelle en Belgique francophone, L’Harmattan, ParisMontréal, 2000.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
145
Bibliografie
Fondation Hassan II, Marocains de l’extérieur 2007, OCMRE, Rabat, 2007. Fondation Hassan II, Marocains résidant à l’extérieur, Le troisième âge, Imp. Galaxi com, Rabat, 2006. Fondation Hassan II, Migration Maghrébine. Enjeux actuels et contentieux, Université MI, CEMMM, FFNaumann., Oujda, 2006. Fondation Hassan II, Marocains de l’extérieur et développement pour une nouvelle dynamique de l’investissement, imp. Top Press, Rabat, 2005. Fondation Hassan II, Marocains de l’extérieur 2003, Imp. Edit, FHII, OIM, Rabat, 2003. Grignard A., « L’islam radical et sa présence en Belgique », in Cheref-Kahn C. et Lemaire J.C. (Ed.), Islam et musulmans dans l’espace européen : défis de la laïcité, Espace de libertés, Bruxelles, 2003, pp. 45-126. Haarscher G., « La place de l’islam dans la démocratie européenne », in Cheref-Kahn, C. et Lemaire J.C (Ed.), Islam et musulmans dans l’espace européen : défis de la laïcité, Espace de libertés, Bruxelles, 2003, 113-126. Hanotiau B., Les problèmes de sécurité sociale des travailleurs migrants, Larcier, Bruxelles, 1973. Intrand C. et Perrouty P-A., La diversité des camps d’étrangers en Europe : présentation de la carte de Migreurop, in Valluy (ed). L’Europe des camps, la mise à l’écart des étrangers, L’Harmattan, Paris, 2005, pp. 71-90. Jamous R., Honneur et Baraka.. Les structures sociales traditionnelles dans le Rif, Éditions de la Maison des Sciences de l’Homme, 1981. Kanmaz M. et Manço, U., « Les musulmans de Belgique entre intégration et stigmatisation » in Khader B. et Roosens C. (Ed.), Belges et Arabes. Voisins distants, partenaires nécessaires, Presses Universitaires de Louvain, Louvain-La-Neuve, 2004, pp. 83-109. Kaya A. et Kental F., Belgo-Turcs. Pont ou brèche entre la Turquie et l’Union européenne ?, Fondation Roi Baudouin, Bruxelles, 2007. Lambert P-Y, « La participation politique et les médias de la population musulmane de Belgique », in Manço U. (Ed), Voix et voies musulmanes de Belgique, Publication des Facultés universitaires SaintLouis, Bruxelles, 2000, pp. 63-92. Louchak D., Étrangers de quels droits ?, PUF, Paris , 1995. Lochak D., « La citoyenneté Européenne : facteur d’union ou vecteur d’exclusion ? », in Koubi G. (Dir). De la citoyenneté, Litec, Paris, 1995.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
146
Bibliografie
Magnette P., De l’étranger au citoyen. Construire la citoyenneté européenne, De Boeck, Bruxelles, 1997 Manço A., Valeurs et projets des jeunes issus de l’immigration, L’Harmattan, Paris-Montréal, 1998. Manço U., Travail social en milieu multiculturel et dynamiques identitaires de jeunes à Schærbeek, Recherche-action avec des animateurs et des éducateurs de rue sur les expressions identitaires ethnonationales et religieuses de jeunes schaerbeekois qui fréquentent leurs activités, Rapport de la première phase : mai 2008/mai 2009, CES, FUSL, CCF, 2009, non publié. Manço U., « Receiving and Institutionalizing Islam at the Municipal Level: The Case of Turkish Community in Schaerbeek », Migration Letters, Vol 2, n°3, 2005, pp. 280-307. Maréchal B., « Belgique » in Maréchal B, (Ed), L’islam et les musulmans dans l’Europe élargie : radioscopie, Académia-Bruylant, Louvain-la-Neuve, 2002, pp. 23-28. Martiniello M. et Rea A., « Construction européenne et politique d’immigration », in Coenen M.-T et Lewin R. (Ed), La Belgique et ses immigrés, les politiques manquées, De Boeck, coll. « Pol- His », Bruxelles, 1997, pp. 121-143. Mignon E., « La participation politique des étrangers en Belgique », Revue du droit des étrangers, 1988, pp. 49-112. Moniquet C., Dijad et islamisme en Belgique. Tout sur les réseaux et les ramifications, Jourdan le Clercq Éditions, Bruxelles, 2005 Morelli A. (Dir.), Histoire des étrangers et de l’immigration en Belgique de la préhistoire à nos jours, Editions Vie Ouvrière, Bruxelles, 1992 (2ème édition en 2004). Nasser H., « L’islam et les musulmans à l’heure du JT», in Khader B. et Roosens C. (Ed.), Belges et Arabes. Voisins distants, partenaires nécessaires, Presses universitaires de Louvain, Louvain-La-Neuve, 2004, pp. 149-159. Ouali N. (Ed)., Trajectoire et dynamiques migrations de l’immigration marocaine en Belgique, AcadémiaBruylant, Bruxelles, 2004. Ouali N., « Les Marocaines en Europe : diversification des profils migratoires », Hommes et Migrations, 2003, pp. 124271-82. Ouali N., « Politique migratoire et femmes migrantes en Belgique », in Charef M. (Coord.), Les migrations au féminin, Ed. Sud Contact, Agadir, 2002, pp. 61-83. Panafit L., « En Belgique, les ambiguïtés d’une représentation ‘ethnique’ », Le monde diplomatique, 2000.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
147
Bibliografie
Perrin N. et Poulain M., « Caractéristiques démographiques des populations issues de l’immigration en Belgique », in Haug W., Courbage Y. et Compton P. (Coord), Les caractéristiques des populations immigrées, Strasbourg : Editions du conseil de l’Europe, Strasbourg, 2002, pp. 57-132. Platti E., « Les musulmans et l’Etat en Belgique », Islamochristiana, 16, 1990, pp. 183-199. Rea A., « Délinquance et immigration : usage politique d’une association symbolique » in Brion F. et al., op. cit., pp. 39-76. Rea A., « La représentation politique des Belges d’origine étrangère aux élections communales de 2000 : le cas de Bruxelles », Les cahiers du CEVIPOL, http://www.ulb.ac.be/soco/ cevipol., 2002 Rea A., « La politique d’intégration des populations d’origine étrangère », in Martiniello M. et PonceletM. (Dir), Migrations et minorités ethniques dans l’espace européen, De Boeck, Bruxelles, 1993. Renaerts M., « L’historique de l’islam en Belgique et la problématique de sa reconnaissance », in Derenne C. et Kwaschin J. (Ed.), L’islam en Belgique, op.cit., pp. 53-70 Renaerts M. et Manço U., « Lente institutionnalisation de l’islam et persistance des inégalités face aux autres cultes reconnus », in Manço U. (Ed), Voix et voies musulmanes de Belgique, Publications des Facultés Universitaires Saint-Louis, Bruxelles, 2000, pp. 83-106 Samad A., L’immigration et les paradoxes de l’altérité, De Boeck, Bruxelles, 1991. Sanchez-Mazas, Le sécuritaire, le citoyen et l’immigré, CEMRIC (centre d’Etudes des migrations et des relations interculturelles), 9(18-19), 2004, pp. 47-58. Stengers J., « Émigration et immigration en Belgique au XIX°Siècle », in Les immigrations internationales de la fin du VIII Siècle à nos jours, Paris, 1980, pp. 283-317. Tratsaert K., « Analyse de la position des étrangers sur le marché du travail. Zoek de gelijkenissen, vind de verschillen » in Desmarez P., Van de Hallen P., Ouali, N., De Graef V. et Tratsaert K., Minorités ethniques en Belgique : migration et marché du travail, Academia Press, Gand, 2004, pp. 35-70. Valluy J., « La nouvelle Europe politique des camps d’exilés : genèse d’une source élitaire de phobie et de repression des étrangers », in Valluy J. (Ed), L’Europe des camps. La mise à l’écart des étrangers, L’Harmattan, Paris, 2005, pp. 13-70.
Koning Boudewijnstichting
B e l g i s c h e M a r o k k a n e n : E e n d u bbe l e i d e n t i t e i t i n o n t w i k k e l i n g
148
www.kbs-frb.be
De Koning Boudewijnstichting is een een onafhankelijke onafhankelijke en en pluralistische pluralistische stichting stichting in dienst van de samenleving. We willen op op een een duurzame duurzame manier manier bijdragen bijdragen tot meer rechtvaardigheid, democratie en respect respect voor voor diversiteit. diversiteit. De De Stichting Stichting steunt jaarlijks jaarlijkszo’n zo’n2.000 2.000organisaties organisaties individuen engageren enen individuen diedie zichzich engageren voorvoor een een betere samenleving. Onze actiedomeinen de komende jaren zijn: betere samenleving. Onze actiedomeinen voor devoor komende jaren zijn: armoede armoede sociale rechtvaardigheid, democratie België, democratie in de & sociale &rechtvaardigheid, democratie in België,indemocratie in de Balkan, Balkan, filantropie, gezondheid, leiderschap, lokaal engagement, erfgoed, erfgoed, filantropie, gezondheid, leiderschap, lokaal engagement, migratie, migratie, ontwikkeling, partnerschappen of uitzonderlijke ondersteuningen. De ontwikkeling, partnerschappen of uitzonderlijke ondersteuningen. De Stichting Stichting werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was. werd opgericht in 1976 toen Koning Boudewijn 25 jaar koning was. Meer info over onze projecten,
We werken met met een eenjaarbudget jaarbudgetvan van35 48miljoen miljoeneuro. euro. Naast ons eigen kapitaal Naast ons eigen kapitaal en
evenementen en publicaties vindt u op
en de belangrijke dotatie de Nationale Loterij, er devan Fondsen van de belangrijke dotatie van devan Nationale Loterij, zijn er dezijn Fondsen individuen,
www.kbs-frb.be.
individuen, verenigingen enDe bedrijven. De Koning Boudewijnstichting verenigingen en bedrijven. Koning Boudewijnstichting ontvangt ookontvangt giften en ook giften en legaten. legaten.
Een e-news houdt u op de hoogte. Met vragen kunt u terecht op
De Raad van Bestuur van de Koning Boudewijnstichting Boudewijnstichting tekent tekent de de krachtlijnen krachtlijnen
[email protected] of 070-233 728
uit en realisatie doet ze de eenStichting beroep en zorgt zorgt voor vooreen eentransparant transparantbeleid. beleid.Voor Voordede realisatie doet op 50-tal De Stichting eeneen beroep opmedewerkers. een 50-tal medewerkers. Zewerkt werktvanuit vanuitBrussel Brusselen enisis actief actief op op
Koning Boudewijnstichting, Brederodestraat 21, B-1000 Brussel
Belgisch, Europees en internationaal niveau. In België België heeft heeft de de Stichting Stichting zowel zowel lokale, regionale als federale projecten lopen.
02-511 18 40, fax 02-511 52 21
Om onze doelstelling te realiseren, combineren combineren we we verschillende verschillende werkmethodes. werkmethodes. We steunen projecten van derden of lanceren eigen eigen acties, acties, bieden biedeneen eenforum forumvoor voor
Giften vanaf 30 euro
debat en reflectie, en stimuleren filantropie. De resultaten resultaten van van onze onze projecten projecten en en
zijn fiscaal aftrekbaar.
acties worden verspreid via diverse mediakanalen. mediakanalen. De De Koning Koning Boudewijnstichting Boudewijnstichting
000-0000004-04
werkt samen met overheden, verenigingen, ngo’s, ngo’s, onderzoekscentra, onderzoekscentra, bedrijven bedrijven
IBAN BE10 0000 0000 0404
en andere stichtingen. We hebben een een strategisch strategisch samenwerkingsverband samenwerkingsverband met met
BIC BPOTBEB1
het European Policy Centre, een denktank in Brussel.