2
INTERVIEW FRANK DIERCKX
VENNOOTSCHAPSBELASTING
“België is een fiscaal paradijs met een zeer hoge fiscale druk.”
5
PERSONENBELASTING
Voorstellen voor de volgende regering
Pleidooi voor een fiscale vereenvoudiging
6
BTW
7
Van belastingconcurrentie naar concurrentie op ‘voorspelbaarheid’
BIJLAGE
1
VRIJDAG 25 MEI 2007
Foto: Corbis
België fiscaal paradijs
EDITORIAAL
10
J U N I : TA X F R E E D O M DAY
Frank Dierckx, Managing Partner PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
et is daarmee duidelijk dat we in België nog steeds gebukt gaan onder een loodzware belastinglast. Hoewel we hiervoor ook veel terugkrijgen, zoals de terugbetaling van ziektekosten of andere sociale zekerheidstoelagen of de tot op de maan zichtbare en verlichte autosnelwegen, met of zonder vignet. De zwaarte van die belastingdruk wordt manifest zichtbaar als we weten dat de Tax Freedom Day in bijvoorbeeld de Verenigde Staten op 30 april viel of in het Verenigde Koningrijk op 1 juni aanstaande valt. Ondanks die zware druk is het Belgische fiscale beleid de laatste jaren sterk verbeterd. Denken we maar aan de notionele interestaftrek, de verlaging van de personenbelasting of meer recent de btw-eenheid. Maar de weg is nog lang en de concurrentie met andere landen blijft sterk om investeringen aan te trekken. We moeten dus waakzaam blijven en ons
H
systeem continu aanpassen als we fiscaal niet willen eindigen als dinosaurussen. Fiscale politiek blijft een van de belangrijkste onderscheidende factoren in de strijd om investeringen. Met de Tax Freedom Day in zicht, is dit het geschikte moment om na te denken over het concept van de Tax Freedom Day zelf, over de maatregelen die reeds genomen zijn, en een aantal voorstellen te formuleren om ons systeem nog verder aan te passen. Wat betreft die voorstellen zijn er natuurlijk veel mogelijke opties. Maar we concentreren ons hier op twee mogelijkheden. Enerzijds stellen we maatregelen voor om investeringen aan te trekken, voornamelijk voorstellen in verband met de vennootschapsbelasting en de btw. Anderzijds doen we suggesties om het systeem te vereenvoudigen, met voorstellen die tegelijk de interne economie zouden aanzwengelen én inspelen op
een van de diepste emoties van de Belg, met name de baksteen in zijn maag. Voor die eerste reeks maatregelen stellen we in eerste instantie voor om één technische aanpassing door te voeren
Foto: VDA
Net als vorig jaar hebben we opnieuw de Tax Freedom Day berekend, de dag waarop iedere inwoner al zijn belastingen heeft betaald en kan beginnen werken voor zichzelf. Dit jaar valt de Tax Freedom Day, net zoals vorig jaar, op 10 juni. Vanaf die dag werken we dus weer allemaal voor onszelf.
hoofdkwartieren, wat belangrijk is om investeringsbeslissingsbevoegdheden naar hier te halen. Daarnaast lanceren we het voorstel om het globaal tarief van de vennootschapsbelasting onder de
«We moeten waakzaam blijven en ons systeem continu aanpassen als we fiscaal niet willen eindigen als dinosaurussen»
die een van de grote nadelen van ons DBI-regime (Definitief Belaste Inkomsten) zou wegwerken. Want dit vormt een obstakel om België opnieuw attractief te maken voor het vestigen van regionale
magische grens van 20% te brengen. Voor btw stellen we 'gewoon' een vereenvoudiging van het systeem voor. De Belg zelf zit sinds twee jaar geplaagd met een fiscale aangifte die veel weg
heeft van een lottoformulier, en waar dit jaar opnieuw 52 codes bijkomen. Daarom lijkt ons een zekere vereenvoudiging noodzakelijk. Dit zou het geschikte moment zijn om een aantal 'kleine aftrekken' te vervangen door één globalere aftrek. Die zou zowel binnen een eerder gebudgetteerde maatregel kunnen vallen, als een maatregel kunnen zijn die én de economie aanzwengelt én de Belg helpt zijn oerdroom te verwezenlijken: alle kleine aftrekken met betrekking tot woonaftrek vervangen door de mogelijkheid om interestlasten op een lening om een woning te verwerven, af te trekken van zijn beroepsinkomen. Nu de verkiezingen voor de deur staan en er weldra nieuwe beleidslijnen moeten worden uitgetekend, en aangezien de verkiezingen stipt vallen op de dag waarop de Belg geen belasting meer zal moeten betalen, is dit het gepaste moment om precies hierover te reflecteren. 쏆
Onder de verantwoordelijkheid van PwC’
Vanaf 10 juni betalen we geen cent meer aan de fiscus
2
BIJLAGE
BELGIË FISCAAL PARADIJS
VRIJDAG 25 MEI 2007
B E LG I S C H E F I S C A L I T E I T O N D E R D E LO E P
«België is een fiscaal paradijs met een zeer hoge fiscale druk» Een gesprek met Frank Dierckx, Managing Partner Foto: LVA
bij PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
Dierckx: Tax Freedom Day (TFD) is de dag waarop al onze belastingen betaald zijn en we voor onszelf beginnen werken. Men berekent dat moment op basis van het bruto binnenlands product (bbp) en de totale belastinghoeveelheid. Het bbp wordt voor een stuk gebruikt om de belastingen te betalen. We berekenen hoeveel dagen we moeten werken om die belastingen gezamenlijk te betalen. Vandaar dus Tax Freedom Day: vanaf die dag zijn we bevrijd van belastingen.
TFD valt net als vorig jaar op 10 juni. De fiscale drukis dus niet verminderd, ondanks meerdere maatregelen. Hoe komt dat? Dierckx: Men zou verwachten dat TFD dit jaar vroeger valt, er zijn inderdaad maatregelen genomen om de belastingen te verlagen. Dat TFD dit jaar nog steeds op 10 juni valt, toont dat men daarin niet geslaagd is. In absolute cijfers heeft België nog steeds een zeer hoge belastingdruk, hoewel we er relatief veel voor terugkrijgen. Ik denk aan sociale zekerheid, betaling van ziektekosten, veel infrastructuur... De vraag is of dat voldoende is, ons overheidsapparaat is bijvoorbeeld erg duur.
Dierckx: Als we minder willen betalen en voor minder belastinggeld dezelfde service willen hebben, moeten er twee zaken gebeuren. Enerzijds zijn er maatregelen nodig waardoor het terugverdieneffect groter is en er dus meer ondernemingen naar België komen. Anderzijds moeten we kijken naar de efficiëntie van de dure overheid.
TFD valt samen met de dag van de verkiezingen, misschien een voorteken voor de nieuwe legislatuur? Heeft u in dit verband een boodschap voor de toekomstige regering?
Zo kan je de fiscale druk verlagen en tegen een lagere prijs eenzelfde dienstverlening bieden. 'België een fiscaal paradijs', dat is gezien de fiscale druk toch een contradictio in terminis, niet? Dierckx: We zijn natuurlijk géén fiscaal paradijs pur sang: een zonnig eiland in
Tax Freedom Day valt net als vorig jaar op 10 juni. De fiscale druk is dus niet verminderd, ondanks meerdere maatregelen. Foto: LVA
Tax Freedom Day, het moment bij uitstek voor een evaluatie van het Belgische belastingsysteem. Frank Dierckx geeft uitleg over de nog steeds hoge fiscale druk in ons land en de maatregelen om die druk te verlagen, onze concurrentiepositie te handhaven en het belastingsysteem te vereenvoudigen. Een verhaal over belastingverlagende maatregelen, zoals de aanpassing van de vennootschapsbelasting of technische interventies zoals de DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten). Dierckx begint met het concept van Tax Freedom Day.
de Caraïbische Zee met weinig infrastructuur en zonder belastingen, en dat zullen we ook nooit worden. Dat hoeft zelfs niet, onze samenleving is complexer en tegenover belastingen staan diensten. Toch zijn we een fiscaal paradijs voor bepaalde ondernemingen. In de vennootschapsbelasting heeft de introductie van de notionele interestaftrek bepaalde flows naar België gehaald. Dat is goed, en dat soort maatregelen blijft nodig. België is veeleer een geheel van 'kleine fiscale paradijsjes', binnen een systeem met een zeer hoge fiscale druk. Hoe verhouden we ons ten opzichte van de ons omringende landen? Dierckx: In deze geglobaliseerde wereld komt het erop aan snel te zijn want ook de anderen passen zich aan. We zijn er de laatste jaren wel op vooruitgegaan. Denk aan de notionele interestaftrek, de
Vanaf de verkiezingen houdt u 100% van uw eigen salaris Tax Freedom Day Jacques Vanneste Gewoon hoogleraar Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen Gasthoogleraar K.U. Leuven Campus Kortrijk
De overheidsontvangsten zijn de brandstof voor het overheidsoptreden in de economie. Daarmee doet zij het overheidsapparaat functioneren in domeinen zoals justitie, onderwijs of de gemeentelijke administratie. Het is ook de financieringsbron van sociale uitkeringen en interesten op de overheidsschuld. Uitgedrukt ten opzichte van het bbp (bruto binnenlands product) worden de overheidsontvangsten ook wel de collectieve lastendruk genoemd in een bepaald land. Een land dat 50% van het bbp afroomt via allerlei belastingen en heffingen, gebruikt de helft van de toegevoegde waarde gerealiseerd door personen en vennootschappen voor publieke
Bronnen van de fiscale en parafiscale ontvangsten in België (2006) Indirecte belastingen 30%
8,8% Directe belastingen op vennootschappen
Sociale zekerheidsbijdragen 30,8%
1,6% Kapitaalbelastingen 28,8% Directe belastingen op huishoudens
TIJD Graphics - Bron: NBB–Belgostat
voorzieningen en uitkeringen. De andere helft van de toegevoegde waarde blijft netto over voor consumptie of sparen.
«De overheidsontvangsten zijn de brandstof voor het overheidsoptreden in de economie.»
Een meer tastbare voorstellingswijze hiervan gebeurt via de Tax Freedom Day. In het geschetste voorbeeld zou die op 1 juli vallen. De eerste jaarhelft werken de inwoners van het land voor de financiering van de overheidsbestedingen en transferuitgaven. Vanaf het begin van de grote vakantie wordt volledig voor eigen rekening gewerkt, en dit tot 31 december.
Tax Freedom Day in het buitenland De Tax Freedom Day 2007 in de Verenigde Staten viel op 30 april laatstleden, dus precies na eenderde van het jaar. In Australië werd Tax Freedom Day al op 24 april gevierd. In het Verenigd Koninkrijk is het wachten tot 1 juni 2007. Verschuivingen in de Tax Freedom Day zijn het spiegelbeeld van veranderingen in de fiscale druk. Tussen 1995 en 2004 is de belastingdruk gemiddeld met 0,7% bbp toegenomen in de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) (figuur rechts). In EU-landen zoals Noorwegen, Portugal en Spanje
nam de belastingdruk met bijna 3% toe. In Ierland, Duitsland, Polen en Nederland was er daling met circa 3%. Hongarije en Slowakije noteerden een forse daling.
De Tax Freedom Day 2007 voor België In de figuur links wordt de structuur weergegeven van de fiscale en parafiscale ontvangsten in België voor het jaar 2006. Het betreft hier de ontvangsten van de globale overheidssector (de federale overheid, de sociale zekerheid, de gemeenschappen en gewesten, en de lokale overheid). Drie categorieën hebben een gelijkaardig aandeel van circa 30% in het totaal, nl. de directe belastingen op de huishoudens (28,8%), de indirecte belastingen (30,8%) en de sociale zekerheidsbijdragen (30,0%). De directe belastingen op vennootschappen vertegenwoordigen 8,8% van het totaal. De kapitaalbelastingen vormen de restcategorie. Zij hebben betrekking op de roerende voorheffing, de onroerende voorheffing, de successie- en
registratierechten. Het overgrote deel van deze kapitaalbelastingen wordt gedragen door de huishoudens. Voor 2006 is het aandeel van de fiscale en parafiscale ontvangsten 44,2% van het bbp, wat leidt tot de Tax Freedom Day op
10 juni in 2006. De middellange termijnprojectie van het Planbureau voor de periode 2007-2012 raamt de belastingdruk voor 2007 op 44,2 %. Dit betekent dat de Tax Freedom Day in België voor 2007 opnieuw op 10 juni valt. 쏆
Veranderingen in belastingdruk in de OESO (1995-2004) Turkije IJsland Korea Griekenland Noorwegen Portugal Spanje Australië Zweden Mexico Oostenrijk België Zwitserland Verenigd Koninkrijk Italië Tsjechië Luxemburg OECD totaal (+0.7) Frankrijk Denemarken Japan Nieuw-Zeeland Finland Canada Verenigde Staten Ierland Duitsland Polen Nederland Hongarije Slowakije (1) (1) 1998-2003
-7 -6 -5 -4 -3 -2 -1
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
TIJD Graphics - Bron: OECD 2006
3
BELGIË FISCAAL PARADIJS BIJLAGE
VRIJDAG 25 MEI 2007
Bravo België! De voorbije jaren heeft België zijn imago op de nationale en internationale fiscale scène onafgebroken verbeterd. Hieronder bespreken we een aantal lovenswaardige fiscale maatregelen, zoals de notionele interestaftrek, die de fiscale aantrekkingskracht van ons land zondermeer ten goede komen.
werklast voor de administratie te verminderen. Die krijgt hierdoor meer ruimte om een kleiner aantal verrichtingen op accuratere wijze op te volgen en te controleren.
VENNOOTSCHAPSBELASTING
PERSONENBELASTING
Foto: LVA
Notionele interestaftrek
«België is een geheel van 'kleine fiscale paradijsjes', binnen een systeem met een zeer hoge fiscale druk.»
ingevoerde btw-eenheid, de verlaging van de personenbelasting tot maximaal 50%, of recenter, de vrijstelling voor patentinkomsten. Nederland en Luxemburg zijn onze directe concurrenten voor het aantrekken van investeringen. Verder weg wordt het moeilijker. Veel OostEuropese landen bijvoorbeeld hebben dusdanig lage vennootschapsbelastingen dat wij daar enkel van kunnen dromen. Op het vlak van Onderzoek en Ontwikkeling hebben ondertussen heel wat landen bijzondere maatregelen genomen. Het is een patchwork van diverse maatregelen in alle landen, en de concurrentie is groot. Welke maatregelen zijn nodig om de concurrentiepositie te behouden of te verbeteren? Dierckx: Je kan twee richtingen uit. Ofwel ga je verder in het systeem van 'België als fiscaal paradijs, of fiscale paradijsjes' en wijzig je specifieke zaken. Ofwel gooi je het systeem volledig om. Het voordeel van het tweede is de zichtbaarheid ervan en de duidelijke boodschap. Het nadeel ervan is dat de effecten vaak moeilijker becijferbaar zijn. Een regering gaat niet snel over tot bijvoorbeeld een halvering van de personenbelasting of het terugbrengen van de vennootschapsbelasting tot 10%. Hoewel er grote terugverdieneffecten mogelijk zijn, zijn de effecten pas twee à drie jaar later zichtbaar. Men kiest daarom meestal voor semi-chirurgische ingrepen, één maatregel voor één bepaalde belasting. Je moet investeerders aantrekken én ervoor zorgen dat er geld overblijft voor dienstverlening. Een grote maatregel die alles terugbrengt tot één eenvoudig systeem is moeilijk. Daarom ook doen wij zeer specifieke voorstellen. Wat betreft onroerende goederen stelt u één grote maatregel voor? Dierckx: Voor onroerende goederen bestaan er nu vele kleine aftrekken. Wij stellen voor om die te vervangen door één aftrek. Een aftrek van de rente van het bedrijfsinkomen. Dat stimuleert de economie en als er meer huizen gekocht worden, profiteert de bouwsector en de financiële sector mee. Eén maatregel betekent bovendien een vereenvoudiging. Als hierdoor meer mensen een huis kopen, is dat op langere termijn goed nieuws voor de pensioenen. We creëren zo mogelijkheden voor een vierde pensioenpijler bestaande uit onroerend goed, naast het overheidspensioen, de pensioenen van ondernemingen, groepsverzekeringen, pensioenfondsen en het pensioensparen. Tot slot, welke maatregelen stelt u voor op het vlak van indirecte belasting en de btw? Dierckx: We kampen met een zeer zwaar controlesysteem. Andere landen doen dat vaak eenvoudiger. In ons land telt een btw-aangifte maar liefst 32 vakjes. Zo maak je kosten, zowel voor de ondernemingen als voor de administratie. Daarom stellen we op dat niveau niet meteen belastingverlagende maatregelen voor, maar vereenvoudigende maatregelen. Dat spaart de ondernemingen en de overheid kosten. 쏆
Belgische vennootschappen en Belgische inrichtingen van buitenlandse ondernemingen hebben recht op een fiscale aftrek voor hun zogeheten 'kosten van verschaft risicokapitaal'. Ze mogen immers een notionele (dus fictieve) interest aftrekken tegen een percentage dat wordt berekend op het volledige bedrag van hun boekhoudkundig eigen vermogen inclusief ingehouden winsten. Weliswaar na enige fiscale correcties om misbruik en dubbel gebruik tegen te gaan. Economische spelers kunnen hun activiteiten financieren met vreemd vermogen of met eigen vermogen. Marktconforme rentekosten zijn doorgaans volledig fiscaal aftrekbaar, terwijl uitgekeerde dividenden in de belastbare grondslag zitten. Zo is er een niet-verantwoorde economische discriminatie tussen ondernemingen die voor hun financiering een beroep doen op eigen vermogen en ondernemingen die vreemd vermogen aanwenden. Om die discriminatie weg te werken, wordt een notionele interestaftrek toegestaan aan ondernemingen die zich financieren met eigen vermogen. De notionele interestaftrek bedraagt momenteel 3,781%. Uit berekeningen blijkt dat het effectieve belastingtarief daardoor nu rond 26% of zelfs lager ligt (i.p.v. 33,99%). De notionele interestaftrek is, zeker ook in een internationale context, uniek in zijn soort en munt uit door zijn relatieve eenvoud. Het illustreert hoe een eenvoudige maatregel een belangrijke invloed kan hebben op het investeringsgedrag van grote internationale spelers. En daardoor wellicht in een nabije toekomst tot de nodige terugverdieneffecten zal leiden.
0% registratierecht bij inbreng Opnieuw met de bedoeling investeringen met eigen vermogen aan te moedigen, heeft België het proportioneel registratierecht bij inbreng, in geld of in natura, van 0,5% afgeschaft met ingang van 1 januari 2006. Een maatregel die investeringen in België aanzwengelt. Bovendien kadert hij in een golf van afschaffingen van dergelijke kapitaalbelasting in talrijke andere Europese landen.
Uitbreiding toepassingssfeer Moeder-Dochterrichtlijn naar verdragslanden België heeft recent de vrijstelling roerende voorheffing over dividenden, mits naleving van de voorwaarden van de Europese Moeder-Dochterrichtlijn, uitgebreid naar moedermaatschappijen met vestiging in zo goed als alle verdragslanden. Omdat internationale groepen lokale bronheffing vaak als een belemmering beschouwen (ook al genieten ze van een krediet in hun thuisland), zal deze maatregel zeker aanzetten tot investeringen in België. Niet in het minst van bijvoorbeeld Amerikaanse, Japanse, Chinese, Braziliaanse, Canadese en Australische groepen.
Gesmaakte politiek inzake dubbelbelastingverdragen België heeft recent een aantal opmerkelijke dubbelbelastingverdragen afgesloten en zich daardoor in positieve zin laten opmerken op de internationale fiscale scène. Zo was België het allereerste land dat een dergelijke overeenkomst met Hongkong afsloot en zich op die manier profileerde wat betreft Europees-Aziatische investeringen. De vrijstelling van bronheffing over dividenden, indien voorwaarden zijn nageleefd, heeft hiertoe zeker bijgedragen. Het nieuwe verdrag met de Verenigde Staten (dat normaal in 2008 van kracht zal zijn) sluit aan bij een vastgestelde tendens in Europa: nieuwe verdra-
gen met de Amerikanen die, mits naleving van voorwaarden, in een vrijstelling van bronheffing over zowel dividenden als interesten voorzien. En op die manier dus het investeringsklimaat aanmoedigen. De talrijke roadshows in het Westen en het Oosten van diverse Belgische toppolitici onderstrepen het belang dat de overheid terecht aan deze verdragen hecht als exponenten van de lovenswaardige initiatieven van België op internationaal fiscaal vlak.
Rulingpraktijk heeft een upgrade ondergaan Vanaf 2005 heeft de Belgische praktijk van fiscale rulings of voorafgaande akkoorden een upgrade ondergaan. De onderwerpen die aan de Rulingcommissie kunnen worden voorgelegd, zijn qua aard aanzienlijk uitgebreid. Terwijl de Rulingcommissie zich ertoe verbindt om binnen een termijn van drie maanden voor een rulingbeslissing te zorgen. Bovendien zijn aan de ruling voorafgaande, anonieme bijeenkomsten mogelijk zonder dat men verplicht is nadien een rulingaanvraag in te dienen. Uit de praktijk blijkt dat dergelijke initiële informele gesprekken met de Rulingcommissie een nuttig kanaal zijn dat toelaat om vrijblijvend eerste ideeën en beschouwingen uit te wisselen alvorens formeel een rulingaanvraag neer te leggen.
dat het document in kwestie door de administratie is ontvangen.
Btw-tariefverlaging België heeft in belangrijke mate bijgedragen tot een voortzetting van de mogelijkheid om een lager tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten, en dit tot 2010. Deze maatregel leidt tot het behoud van duizenden jobs, in de eerste plaats in de bouwsector.
Self-billing (eigenhandige facturering) Op het vlak van e-facturering en het gebruik van de self-billingmethode bieden de regels al een grote mate van flexibiliteit. Hierdoor kunnen bedrijven hun efficiëntie verhogen en de kosten drukken.
Invoering van een rulingpraktijk voor btw De mogelijkheid een ruling aan te vragen werd uitgebreid naar het gebied van de btw, waardoor de termijn voor het verkrijgen van een beslissing sterk inge-
Belastinghervormingen De Wet van 10 augustus 2001 zorgde voor hervormingen in de personenbelasting, gespreid over vier jaar en gericht op de verdere uitwerking van vier belangrijke actieterreinen. Een eerste maatregel betrof een verlaging van de belastingdruk op beroepsinkomsten, door de tarieven van de forfaitaire beroepskosten en van de belasting op het inkomen te wijzigen. De tarieven van 55% en 52,5% werden in dat opzicht afgeschaft. Een tweede aspect van de belastinghervorming moest een einde stellen aan de ongunstige maatregelen voor gehuwde paren en wettelijk samenwonenden, door een neutraliteit in te voeren, ongeacht de persoonlijke levensstijl van de belastingplichtige. Ten derde waren de hervorming en diverse andere maatregelen erop gericht een gunstige fiscale behandeling te bewerkstelligen voor gezinnen en belastingplichtigen met kinderen of ouders ten laste. Bijvoorbeeld, de aftrek voor
Rechtszekerheid en 'administrative governance'
«De notionele interestaftrek bedraagt momenteel 3,781%. Uit berekeningen blijkt dat het effectieve belastingtarief daardoor nu rond 26% ligt.»
Versterkt fiscaal klimaat voor investeringen in Onderzoek & Ontwikkeling De Belgische wetgever voorziet in diverse fiscale maatregelen die innoverende activiteiten in België stimuleren. Zo zijn er een aantal gedeeltelijke vrijstellingen van Belgische bedrijfsvoorheffing op aan onderzoekers betaalde lonen. Daarnaast is er een verhoogde investeringsaftrek in het geval van met Onderzoek en Ontwikkeling samenhangende investeringen. Recent is er ook een maatregel in werking getreden om inkomsten uit nieuwe octrooien te belasten tegen amper 6,8%.
BTW Elektronische overheidsdiensten Belastingplichtigen kunnen hun documenten elektronisch indienen. Dit heeft een aantal duidelijke voordelen. Men wil op die manier de administratieve kosten drukken, partijen de mogelijkheid geven op het allerlaatste moment nog gegevens door te sturen of meerdere documenten tegelijk naar één enkele bestemmeling te verzenden. Men heeft bovendien de garantie
genheid geven hun belastingaangiften elektronisch in te dienen. Het systeem is nog niet perfect maar biedt de belastingplichtige via het web vlot toegang tot een selectie van officiële formulieren en documenten, al wat wetgeving betreft en het merendeel van de circulaires en andere toelichtingen en instructies van de administratie. Daarnaast kan men online berekenen hoeveel belasting men de staat verschuldigd is. Voor het vijfde jaar op rij kunnen belastingplichtigen hun aangifte elektronisch indienen via Tax-on-web. Massaal succes van dit systeem bleef tot nu toe uit. Toch neemt het aantal gebruikers en functies toe en is het systeem veel gebruiksvriendelijker geworden. De administratieve vereenvoudiging dringt ook door tot de domeinen van de fiscale procedure en van de harmonisering tussen het fiscale en het socialezekerheidsregime van bepaalde voordelen. Ten slotte, de nieuwe 'aftrek voor enige woning' heeft de fiscale behandeling rond de eigen woning vereenvoudigd. Omdat zowel rentelasten, kapitaalaflossingen i.v.m. hypothecaire leningen als daarmee verband houdende individuele levensverzekeringspremies nu onder één belastingvermindering ondergebracht zijn.
kort is. In het verleden duurde het wel eens maanden, zelfs jaren om bepaalde beslissingen erdoor te krijgen. Nu bedraagt de termijn in de regel ongeveer drie maanden.
Fiscale eenheid voor btw-doeleinden België heeft recent een regime van btweenheid ingevoerd. Groepen die aan de nodige voorwaarden voldoen, kunnen hierdoor voor btw-doeleinden als één belastingplichtige worden aanzien. Door een btw-eenheid kunnen distorsies in het regime voorkomen worden door zich louter te baseren op de wettelijke structuur van gelijkaardige economische en commerciële activiteiten. Het concept draagt overigens bij tot een grotere btw-neutraliteit. Het ligt in de lijn van het principe dat de economische realiteit belangrijker is dan de vorm. Bovendien draagt de btweenheid bij tot een vereenvoudiging van het btw-regime en een efficiënter belastingsysteem, door de verplichtingen en
kinderopvangkosten werd uitgebreid naar kinderen tot 12 jaar, terwijl de leeftijdsgrens voordien 3 jaar was. Tot slot zorgde de belastinghervorming voor een voordeligere fiscale behandeling voor duurzame ontwikkeling en in het geval van ecologische motieven. Het Wetboek van de Inkomstenbelastingen voorziet nu in een terugbetaling van kosten verbonden met woon-werkverkeer en een belastingfaciliteit voor wie gebruik maakt van het openbaar vervoer, carpooling of te voet of per fiets naar het werk gaat. Ook zijn er nu stimuleringsmaatregelen voor energiebesparende aanpassingen in woningen.
Elektronische overheidsdiensten en administratieve vereenvoudiging Via diensten zoals Fisconet, Finform, Tax-on-web en andere online-initiatieven wil de fiscale overheid haar meest recente informatie en documenten aanbieden en belastingplichtigen de gele-
Zoals voor de vennootschapsbelasting, waar de rulingpraktijk toegepast wordt, heeft de belastingadministratie ook hier een klimaat gecreëerd dat belastingplichtigen op constructieve en proactieve wijze de kans biedt op voorhand zekerheid te krijgen rond het fiscale regime van allerlei zaken. De fiscale administratie deed inspanningen voor een beter bestuur, om zo de rechtszekerheid waar nodig te waarborgen. Een circulaire geeft duidelijke richtlijnen voor belastingcontroles en 'beste praktijken' bij de administratie. Een reeks wetswijzigingen en circulaires dienden om een beter bestuur en meer rechtszekerheid te ondersteunen, en een vertrouwensrelatie tot stand te brengen tussen de fiscale overheid en de belastingplichtigen.
Acties voor een groter gebruik van informatietechnologie Allerlei initiatieven werden voorgesteld aan particuliere belastingbetalers en werkgevers om het gebruik van elektronische werkmiddelen thuis te stimuleren. Via private pc-plannen kunnen werkgevers hun werknemers een tegemoetkoming geven in de aankoop van een pc thuis. Anderzijds kunnen ze hun werknemers zelf een pc en een internetverbinding aanbieden tegen gunstige fiscale voorwaarden, zowel voor de werknemers als voor de werkgever zelf. 쏆
4
BIJLAGE TA X F R E E D O M DAY
BELGIË FISCAAL PARADIJS
VRIJDAG 25 MEI 2007
EEN BLIK OVER DE GRENZEN
Wat zette andere landen ertoe aan om hun fiscale regelgeving aan te passen? België heeft recent een aantal fiscale maatregelen doorgevoerd om het investeringsklimaat onder andere via fiscale weg te stimuleren. Denken we maar aan de verlaging van het VennB-tarief (vennootschapsbelastingtarief) van 40,17% naar 33,99% in 2002, de introductie van de notionele interestaftrek in 2005, of de aftrek voor inkomsten uit octrooien in 2007. Ook andere Europese landen bleven niet stilzitten. Sommige landen verlaagden net als België het VennB-tarief, andere stelden fiscale maatregelen voor in het kader van Onderzoek & Ontwikkelings (O&O)- of financieringsactiviteiten. Het leek ons nuttig te achterhalen wat andere landen ertoe aanzette om hun fiscale regelgeving aan te passen in de zin zoals wij het aan de nieuwe Belgische legislatuur zouden willen voorstellen. Zoals een 100% DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten) en 0% bronheffing over interesten aan niet-inwoners, en wat de impact was op de lokale fiscale en bedrijfseconomische markt. Redenen genoeg voor een korte rondvraag in het PricewaterhouseCoopers International Tax Services (ITS) netwerk over een aantal actuele fiscale onderwerpen. Friedrich Rödler (Oostenrijks Senior Partner en ITS Leader), Ramón Mullerat (Spaans ITS Leader), Armin Marti (Zwitsers ITS Leader), Gabriella Erdõs (Hongaars TAX Leader), Ruud Sommerhalder (Nederlands ITS Leader), Mary Walsh (Iers ITS Leader), Panikos Tsiailis (Cypriotisch TAX Leader) en René Beltjens (Luxemburgs ITS Leader) verleenden graag hun medewerking.
EUROPESE GOLF TOT VERLAGING VENNB-TARIEF
쐀 Friedrich, tot 2004 bedroeg het VennB-tarief in Oostenrijk 34%. Vervolgens werd dit tarief verlaagd tot 25%. Wat waren hiervan de achterliggende redenen?
Mede in het licht van de uitbreiding van de Europese Unie (EU) met tien nieuwe lidstaten, trokken de ons omringende landen substantiële buitenlandse investeringen aan door een combinatie van lage loonkosten en heel lage belastingtarieven. De Oostenrijkse regering reageerde hierop met een ingrijpende belastinghervorming in 2005. Een van de kernaspecten hiervan was de verlaging van het VennB-tarief naar 25%.
'bijdragebelasting' (contribution tax, aan 25%). Door de combinatie van deze maatregelen lag het werkelijke belastingtarief tussen 20-25%. Maar vaak veel lager. Buitenlandse (financiële) investeerders konden bovendien genieten van een tarief van 4,25%. Toen de termijn van de fiscale gunstmaatregelen was afgelopen, werd het VennB-tarief verlaagd tot 25%, hoewel het 'bijzondere' tarief van 4,25% behouden bleef. Door de onderhandelingen voor toetreding tot de EU, diende Cyprus een btw in te voeren. Naast het ontbreken van btw was ook het verschil in tarief (25% versus 4,25%) niet langer houdbaar. De nieuwe btw-inkomsten hebben de Cypriotische overheid in staat gesteld een uniform VennB-tarief van 10%, samen met een 0% bronheffing over interesten, in te voeren. Hierdoor kan Cyprus op een eenvoudige maar krachtige wijze binnenlandse investeerders een hart onder de riem steken en tegelijk heel wat buitenlandse investeerders aantrekken.
Kurt De Haen Director PricewaterhouseCoopers Tax Consultant
De Tax Freedom Day in het buitenland Australië België Canada Kroatië Duitsland Litouwen Polen Slovenië Verenigd Koninkrijk Verenigde Staten Zweden
24 april 11 juni 19 juni 15 juni 5 juli 11 mei 24 juni 21 juni 1 juni 30 april 8 augustus
2007 2007 2006 2006 2006 2006 2006 2006 2007 2007 2006 spraak van het Europees Hof van Justitie in de zaak Marks & Spencer hierin al hun toepassing vinden. Deze en andere regimes hadden zonder meer een positieve invloed op het bruto nationaal product (bnp) en de tewerkstellingsgraad.
100% DEELNEMINGSVRIJSTELLING EN 0% BRONHEFFING OVER INTEREST
TIJD Graphics
lichting van fiscale stimuli die vanuit de Europese Commissie op gang kwam, nam Ierland de beleidsbeslissing om over te stappen op één enkel laag én duurzaam VennB-tarief van 12,5%. Dit tarief is van toepassing op vrijwel alle handelsactiviteiten. Dit is een van de redenen waarom Ierland intussen een voorkeurlocatie is geworden voor buitenlandse investeerders uit alle mogelijke industrieën.
AD HOC FISCALE STIMULI VOOR ONDERZOEK EN ONTWIKKELING EN FINANCIERINGSACTIVITEITEN
derde uitlener verschuldigd zou zijn. Op kantonale/gemeentelijke niveaus kunnen ook de Zwitserse financieringsbijhuizen het stelsel van 'gemengde onderneming' genieten. Dit stelsel bepaalt dat slechts een deel van de inkomsten belastbaar is. Zwitserse financieringsbijhuizen kunnen bovendien op het vlak van de kapitaalbelasting een gunstig kantonaal/gemeentelijk tarief toepassen. De combinatie van een statuut van 'gemengde onderneming' met de aftrek van notionele interest maakt Zwitserland tot een bijzonder aantrekkelijke locatie voor financieringsbijhuizen.
쐀 Ruud, ook Nederland heeft recent opnieuw een verlaging van het VennB-tarief naar 25,5% doorgevoerd? 쐀 Gabriella, was er een gelijkaardige drijfveer voor de verlaging van het VennB-tarief in Hongarije?
Het proces om de Hongaarse VennB-tarieven te verlagen, begon in de late jaren '90. Dat kwam vooral omdat de toenmalige tarieven relatief hoog waren en de perceptie bestond dat door deze hoge belastingdruk niet alle inkomsten gedeclareerd werden. Rond 2003 werd beslist het VennB-tarief pakweg elke twee jaar met 2% te verlagen en te evalueren of dit de perceptie zou veranderen. In 2004 was er een eerste verlaging van 18 naar 16%. Overheidsstudies wijzen nu uit dat verdere verlagingen voorlopig niet nodig zijn.
Dat klopt. Voor een internationaal bedrijf dat op zoek is naar een geschikte vestigingsplaats, is het efficiënter om eerst een selectie te maken op basis van enkele eenvoudig herkenbare en relevante kenmerken. Gezien deze praktijk, ook in andere landen trouwens, is het van belang een aantrekkelijk vestigingsklimaat te ondersteunen met een laag VennB-tarief. Vandaar dat Nederland zijn VennB-tarief gradueel heeft verlaagd. Tot enkele jaren geleden was het 35%, sinds 2007 is het teruggebracht naar 25,5%. Een tariefverlaging van VennB heeft op termijn een gunstiger effect op de economie en tewerkstelling dan het louter verlagen van de lasten op arbeid.
쐀 Panikos, Cyprus daarentegen is altijd blijven vasthouden aan het tarief van 10%. Kan je dat even toelichten?
Het lage VennB-tarief in Cyprus is het gevolg van een langetermijnpolitiek van de Cypriotische regering om buitenlandse investeringen naar Cyprus te halen. In het midden van de jaren '70 werden een aantal fiscale gunstmaatregelen ingevoerd. Er bestonden twee types van directe belastingen: de VennB. (aan 42,5%) en de
쐀 Tot slot, Mary, wat waren de redenen voor de verlaging van het tarief in Ierland?
Ierland heeft meer dan vijftig jaar ervaring in het gebruik van fiscaal gunstige tarieven om de ontwikkeling van zijn economie een duwtje in de rug te geven. Met de verdere uitbouw van de lokale economie en rekening houdend met de door-
쐀 Armin, Zwitserland staat bekend als een land met een fiscaal-vriendelijk klimaat voor royalty- en financieringsinkomen. Klopt dat?
Een Zwitserse licentiemaatschappij is onderworpen aan de standaard VennBregeling en geniet dus geen bijzonder fiscaal regime. Royalty-ontvangsten worden samen met de andere bedrijfswinsten belast tegen het wettelijk voorziene federale, kantonale en gemeentelijke tarief. Maar de kantonale en gemeentelijke belastingwetten bieden verschillende fiscaal interessante opties. De twee, voor licentiemaatschappijen, relevante systemen zijn enerzijds het statuut van de gemengde onderneming, en anderzijds het regime van de houdstermaatschappij. Daarnaast hebben een aantal kantons recent de toepassing van de regeling inzake Zwitserse financieringsbijhuizen uitgebreid, naar bijhuizen belast met het beheer van het intellectuele eigendom. Ze staan dus de aftrek van een 'notionele' royalty/interestkost van de belastbare inkomsten toe. Royaltybetalingen zijn in Zwitserland bovendien vrij van bronheffing. Net zoals de Zwitserse licentiemaatschappij is het Zwitserse financieringsbijhuis onderworpen aan de standaard VennB-regeling. De lokale vestiging heeft wel de mogelijkheid een bijzonder regime aan te vragen. Dit houdt in dat het buitenlandse hoofdkwartier de Zwitserse vestiging fondsen verschaft voor de financiering van groepsondernemingen. En dat het Zwitserse bijhuis een notionele interestaftrek kan genieten ten belope van de interest die het anders aan een
쐀 Ruud, in het Nederlands belastingrecht werd onlangs de 'octrooibox' ingevoerd om O&O- activiteiten te stimuleren. Hoe werkt dit systeem?
Met de octrooibox heeft de belastingplichtige de keuze om zelfontwikkelde immateriële activa waarvoor aan hem een of meer octrooien zijn verleend, onder te brengen in een box. Bij de keuze voor de box worden gemaakte voortbrengingskosten geactiveerd. De winst - de opbrengsten minus de afschrijving en eventueel andere kosten - die toerekenbaar is aan het zelfontwikkelde immateriële actief, wordt belast tegen een tarief van 10%. Daarbij blijven de opbrengsten die aan het actief zijn toe te rekenen, niet beperkt tot formele royaltystromen. De octrooibox werkt op dezelfde wijze voor transacties in groepsverhoudingen en transacties met derden. Nu al blijkt dat de introductie van de octrooibox, net als de voornoemde tariefverlaging, wereldwijd positief ontvangen is.
쐀 Mary, van welke aard zijn de fiscale gunstmaatregelen die Ierland recent in zijn fiscale wetgeving invoerde op het vlak van O&O- en intellectuele eigendom?
Een eerste maatregel bestaat in een belastingkrediet voor O&O, van toepassing op de bijkomende uitgaven voor O&O die worden gedaan in vergelijking met een basisjaar, voorlopig vastgeprikt op 2003. Daarnaast is er in Ierland een belastingvrijstelling - van maximaal 5 miljoen euro op jaarbasis - van toepassing op alle in Ierland ontvangen royaltyinkomsten in verband met octrooien. Op voorwaarde dat het om binnen de Europese Economische Ruimte ontworpen of ontwikkelde octrooien gaat.
쐀 Ramón, het Spaans belastingrecht heeft een aantrekkelijke maatregel om houdstervennootschappen naar Spanje te brengen?
Inderdaad. Sinds 2002 zijn afschrijvingen op financiële goodwill voor de overname van buitenlandse aandelen fiscaal aftrekbaar over twintig jaar. Het moet echter gaan om goodwill die niet toewijsbaar is aan de onderliggende activa. De belangrijkste beweegreden was het aanwakkeren van de internationale groei van Spaanse ondernemingen.
쐀 Friedrich, moet de invoering in Oostenrijk van een grensoverschrijdende fiscale eenheid en afschrijving van goodwill in hetzelfde kader worden gezien?
Het nieuwe concernbelastingregime laat toe verliezen van binnen- en buitenlandse groepsondernemingen met elkaar te verrekenen, en biedt de mogelijkheid in het kader van een aandelentransactie verworven goodwill fiscaal af te schrijven. Experts zien de nieuwe concernbelastingregeling als het meest moderne systeem in de EU. De regeling werd door de Europese Commissie voorgesteld als een voorbeeld voor EU-conforme groepsbelastingsystemen, vermits de vereisten van de uit-
쐀 Panikos, Cyprus heeft een 100% deelnemingsvrijstelling (in tegenstelling tot bijvoorbeeld 95% DBIaftrek in België) en kent geen bronheffing op interestbetalingen. Kan je dit even kaderen?
In het midden van de jaren '70 nam Cyprus een aantal maatregelen om buitenlandse investeerders aan te trekken. Een bronheffing over dividenden of interesten werd daarbij terecht als een (psychologische) drempel gezien, net als de afwezigheid van een volledige deelnemingsvrijstelling. Daarom kent de Cypriotische fiscale regelgeving niet langer bronheffing over interesten en dividenden en is er een 100% deelnemingsvrijstelling. Wat betreft dat laatste was het inderdaad de bedoeling dat Cypriotische ondernemingen fiscaal geruggensteund worden om projecten op te zetten in het buitenland, voornamelijk bouwprojecten in het Midden-Oosten met behulp van Cypriotisch personeel. En dat ze deze buitenlandse winsten vervolgens vrij van Cypriotische belasting terug in de Cypriotische economie zouden kunnen investeren. De vrijstelling geldt trouwens ook voor buitenlandse ondernemingen die in Cyprus hun houdstermaatschappij willen vestigen en trekt op die manier dus ook buitenlands vermogen naar Cyprus.
쐀 René, welke logica ligt aan de basis van de volledige deelnemingsvrijstelling en afwezigheid van bronheffing in Luxemburg?
Het antwoord van Luxemburg ligt in lijn met dat van Cyprus. Als klein land is Luxemburg erg afhankelijk van de internationale economie en dus van grensoverschrijdende investeringen. Luxemburg heeft een sterke en duurzame reputatie als fiscaal aantrekkelijk land, en dat is voor een groot stuk gestoeld op de 100% deelnemingsvrijstelling en 0% bronheffing over interesten. De kracht van deze regelgeving, die trouwens al vele jaren geldt, schuilt in de eenvoud ervan. Dit haalt buitenlandse investeerders over de streep.
5
BELGIË FISCAAL PARADIJS BIJLAGE
VRIJDAG 25 MEI 2007
VENNOOTSCHAPSBELASTING
VO O R ST E L L E N O M H E T F I S C A L E P R O F I E L VA N B E LG I Ë T E V E R ST E V I G E N
Lokale spelers aanmoedigen om te blijven én buitenlandse investeerders aantrekken België heeft de voorbije jaren zijn imago op de nationale en internationale fiscale scène aanzienlijk verbeterd. Maar daarmee is het werk nog niet achter de rug. De volgende legislatuur zou op het vlak van fiscaliteit van ondernemingen een aantal zaken moeten verwezenlijken om ten volle te kapitaliseren op de reeds geleverde en gewaardeerde inspanningen. Een 100% DBI-aftrek (Definitief Belaste Inkomsten) en een verlaging van het VennB-tarief (vennootschapsbelasting) zijn hier zondermeer prioriteiten!
Kurt De Haen, Director PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
De slag om buitenlandse investeerders
Vennootschapsbelasting als magneet voor buitenlandse investeerders Jacques Vanneste Gewoon hoogleraar Faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen aan de Universiteit Antwerpen Gasthoogleraar K.U. Leuven Campus Kortrijk
Foto: Corbis
De neerwaartse concurrentiespiraal in het tarief van vennootschapsbelastingen
België: goed bezig, maar de klus is nog niet geklaard! Als klein land is België sterk afhankelijk van het stimuleren van de lokale economie, van buitenlandse investeerders en van de internationale economie in het algemeen. Op fiscaal niveau is dat niet anders: momenteel zijn er in België nog maar weinig internationale spelers van wie de effectieve beslissingsmacht zich in ons land bevindt. En niets wijst erop dat dit op korte of middellange termijn zal veranderen. Daarom is het belangrijk dat het Belgische fiscale beleid erop gericht is beloftevolle lokale spelers aan te moedigen om in ons land te blijven, én buitenlandse investeerders aan te trekken. Uiteraard is er stevige internationale fiscale concurrentie. België zal nog heel wat jaren moeten opboksen tegen landen met een traditioneel aantrekkelijk fiscaal imago, zoals Luxemburg, Ierland en Nederland. Het zal nog even duren vooraleer internationale tax managers ons land spontaan aan die lijst zullen toevoegen. Bovendien heeft de EU-uitbreiding het aantal spelers in de arena gevoelig uitgebreid en zijn Cyprus, Hongarije en Malta te duchten tegenstrevers in deze fiscale concurrentiestrijd. Het volstaat te verwijzen naar het 2005 Global Competitiveness Report van het World Economic Forum. Hieruit blijkt dat België in 2005 in de rangschikking van competitieve economieën van de 6de naar de 31ste plaats is gezakt. Die rangschikking van 117 landen is gebaseerd op internationale statistieken en een bevraging van 11.000 bedrijfsleiders, die landen evalueren op basis van economische, sociale en administratieve criteria. Finland staat voor de derde keer aan de top, gevolgd door de Verenigde Staten, Zweden, Denemarken en Taiwan. Zonder de waarde van deze rangschikking te willen overschatten, merken we toch op dat van de landen van 'het oude Europa' alleen Italië en Griekenland lager op de lijst staan dan België. Hierna volgen een aantal fiscale maatregelen die de nieuwe legislatuur zou moeten overwegen om het fiscale profiel van België nog meer te verstevigen.
100% DBI-aftrek en VennB van 19% prioritair! Op basis van onze ruime ervaring op dit vlak en getoetst aan wat andere traditionele landen te bieden hebben, staan een
100% DBI-aftrek en een verlaging van het VennB-tarief tot bijvoorbeeld 19% bovenaan ons prioriteitenlijstje.
Graag een 100% DBI-aftrek voor dividenden Onder de huidige fiscale wetgeving is er, mits aan een aantal kwalitatieve en kwantitatieve voorwaarden is beantwoord, een 95% DBI-aftrek voor dividenden. Mits naleving van enkel de taxatievoorwaarde in hoofde van de dochter waarvan aandelen worden vervreemd, maar zonder minimumdeelnemingsvoorwaarde, zijn verwezenlijkte netto-meerwaarden op aandelen 100% belastingvrij.
de fiscale aantrekkingskracht van ons land ongetwijfeld exponentieel doen toenemen, tegen een wellicht verwaarloosbare budgettaire kost. Als we kijken naar andere 'kleinere' landen, zoals Cyprus, die per definitie sterk zijn aangewezen op een open economie, kan dit zeker een drijfveer worden voor verdere expansie binnen en buiten België, om op die manier de gerealiseerde bedrijfswinst na belasting zonder verdere Belgische VennB naar de (Belgische) aandeelhouder te repatriëren. Deze fondsen kunnen dan worden aangewend voor verdere investeringen in België of voor verdere expansie in het buitenland. Studies over de recente Nederlandse maatregelen tonen aan dat fiscale stimu-
«De volgende legislatuur moet een aantal zaken verwezenlijken om ten volle te kapitaliseren op de geleverde en gewaardeerde inspanningen»
Ons huidige fiscaal regime inzake DBI-aftrek is zeker niet oninteressant voor buitenlandse beleggers, maar kent één groot nadeel (dat psychologisch vaak zwaar doorweegt): de DBI-aftrek is beperkt tot 95%. Traditioneel fiscaal gekende landen zoals Nederland en Luxemburg stellen daartegenover een 100% DBI-aftrek voor dividenden. Daardoor valt België als land van vestiging van een houdstermaatschappij, en dus vaak ook van een internationaal hoofdkwartier, meestal uit de boot. Dit is jammer, niet in het minst omdat de 5% belastbare grondslag van een genoten dividend vrij makkelijk weg te werken is. Bijvoorbeeld via een marktconforme interest- of andere kost. Nogmaals, eenvoud is macht: het loutere feit een kandidaat-investeerder te moeten uitleggen om bijvoorbeeld schuldfinanciering in een Belgische holding te plaatsen is op zich al complexer dan pakweg het fiscaal regime in Nederland en Luxemburg (en Cyprus, Zweden en vele andere), waardoor een keuze snel gemaakt is. Een 100% DBI-aftrek voor dividenden zal
li inzake VennB 'vlot' worden terugverdiend gezien de positieve impact op de tewerkstellingsgraad.
Verlaag het nominale VennB-tarief tot pakweg 19% Het 'standaard' Belgische VennB-tarief is momenteel 33,99%. Voor zogeheten kleine en middelgrote ondernemingen gelden verlaagde tarieven. Natuurlijk is met het standaard VennB-tarief niet alles gezegd: het 'effectieve' VennB-tarief moet vergeleken worden met dat van andere landen. Op dit vlak is de recente invoering van de notionele interestaftrek een goede zaak. Daardoor zou het VennB-tarief, overeenkomstig de berekeningen van de overheid, namelijk zakken van 33,99% naar een effectief tarief van circa 26% of zelfs lager. Belgische fiscale wetgevers moeten zich er terdege van bewust zijn dat potentiële buitenlandse investeerders zich bij hun investeringsbeslissingen vaak laten leiden door het standaardtarief van de belasting. Op dat moment maken ze geen
genuanceerde analyse van het effectieve belastingtarief. Dit soort denkoefening is te rudimentair en daardoor fundamenteel misleidend. Maar in de praktijk stellen buitenlandse investeerders op die manier lijsten op van potentiële investeringslanden. Als een land niet voorkomt op die lijsten in de initiële fase van het investeringsbeslissingsproces, blijkt het achteraf moeilijk om nog een plaats te veroveren. Vandaar dat we een lans breken om het standaardtarief VennB vast te prikken op pakweg 19% en zo op relatief eenvoudige wijze België aantrekkelijker te maken voor buitenlandse kandidaat-investeerders. Eenvoud is namelijk een krachtig instrument en betaalt zich doorgaans snel en in veelvoud terug.
Ook graag, maar minder dringend: 0% roerende voorheffing (rv) over interesten, fiscale eenheid in VennB en... zet de verdragspolitiek verder! Een recent zeer gewaardeerd fiscaal initiatief van België was de uitbreiding van de rv-vrijstelling mits naleving van de voorwaarden van de EU Moeder-Dochterrichtlijn, naar moedermaatschappijen met vestiging in zo goed als alle verdragslanden. Indien een algemene afschaffing van rv over interesten aan nietinwoners niet bespreekbaar zou zijn, zou België kunnen overwegen om de toepassingssfeer van de rv-vrijstelling over interesten uit te breiden naar niet-inwoners uit verdragslanden. Mits naleving van de voorwaarden van de EU Interest & Royaltyrichtlijn. Momenteel is België, samen met Griekenland, het enige land in ‘het oude Europa’ dat geen fiscale consolidatie in de VennB toepast. Onlangs heeft ons land fiscale eenheid voor btw-doeleinden ingevoerd. Het invoeren van een regeling van (internationale) fiscale consolidatie in de VennB kan het imago van België op internationaal fiscaal niveau alleen maar ten goede komen. Nu er meer duidelijkheid is in de Marks & Spencer-zaak, die voor het Europees Hof van Justitie is gekomen, zijn er nog minder hindernissen voor België om hiervan werk te maken. Ten slotte moedigen wij België aan de gewaardeerde verdragspolitiek verder te zetten zodat Belgen die in het buitenland investeren, kunnen genieten van aantrekkelijke plafonds inzake lokale bronheffing. 쏆
De grafiek onderaan schetst het verloop van het normaal of standaardtarief van de vennootschapsbelasting van 1985 tot 2006 voor België en de EU-15 en, vanaf 1995, voor de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie (de landen die vanaf 1 mei 2004 lid zijn geworden van de Europese Unie). Het gemiddelde nominale standaardtarief in de EU-15 daalde van 46% in 1985 naar iets minder dan 30% in 2006. Het gemiddelde tarief van de tien nieuwkomers in 2004 ligt bijna 10 procentpunten lager dan dat van de EU-15. Tariefverlagingen werden steevast gecompenseerd door maatregelen waarbij de belastinggrondslag werd verbreed zodat de ontvangsten toenamen.
De effectieve belastingdruk in de vennootschapsbelasting Al is het nominale tarief een eye-catcher op de shortlist bij investeringsbeslissingen van internationale ondernemingen, de slag om buitenlandse investeerders aan te trekken wordt ook op andere vlakken gevoerd. Zo heeft België via de notionele interestaftrek een primeur gelanceerd die via roadshows wereldwijd werd bekendgemaakt. Dankzij deze maatregel kunnen ondernemingen die veel eigen vermogen hebben vanaf het aanslagjaar
2007 hun belastbare winst significant reduceren. Door allerlei fiscale bepalingen kan de effectieve belastingdruk flink afwijken van het standaardtarief. En precies die effectieve belastingdruk is de juiste maatstaf bij internationale vergelijkingen (tabel hieronder). Zo bedroeg de effectieve of impliciete belastingdruk in België op vennootschapswinsten 22,6% in 2004. Dit is een toename met 3,1 procentpunt tussen 1995 en 2004. In diezelfde periode groeide de belastingopbrengst met 0,9% bbp.
Elementen ivm de ontwikkeling van effectieve belastingdruk op bedrijfsinkomsten Land
Effectieve belastingdruk 2004
Verschil. 04 tot 95
%
% punten 22,6 27,8 21,2 8,2 18,8 25,7 26,6 16,9 6,2 5,7 20,2 20,0 19,2 19,6 29,4 20,6 26,3 19,4
België CZ* DK DE EE* EL ES* FR IE IT LV* LT* LU NL* AT(1) PL* PT(1) SK* FIN SE* UK
3,1 -3,6 0,9 -19,1 3,7 12,9 5,6 2,9 -4,7 -7,0 1,2 2,2 -21,5 4,8 -14,5 0,9 10,6 0,2
*CZ, EE, ES, LT, NL, PT: 1995-2003 ; LV: 1999-2003 ; PL: 19992004 ; SK: 2000-2003 ; SE: 1995-2001 (1): Inclusief zelfstandigen TIJD Graphics - Bron: Europese Commissie
De vennootschapsbelasting in België en in de EU normaal nominaal tarief en opbrengst (1985-2006) Normaal nominaal tarief op de vennootschapsbelasting België Ongewogen gemiddelde van de EU-15 Tien nieuwe lidstaten van de EU-25
In procenten 50 40 30 20 10 0
1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
Ontvangsten vennootschapsbelasting België EU-15
In procenten bbp
4
3
2
1
0 1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004 2006r
TIJD Graphics - Bron: EC, OESO, IFS, INR, NBB
6
BELGIË FISCAAL PARADIJS
VRIJDAG 25 MEI 2007
Foto: Reporters
BIJLAGE
PERSONENBELASTING
VOORSTELLEN OM DE PERSONENBELASTING TE VEREENVOUDIGEN EN DE BELASTINGDRUK TE VERLICHTEN
Vereenvoudigen, dat is de boodschap! Elk jaar rond deze tijd stelt de belastingplichtige die zijn aangifteformulier ontvangt vast dat het nóg ingewikkelder is dan het vorige jaar. En hij had er toen al zo'n problemen mee... Dit jaar komen er opnieuw een aantal codes bij in de belastingaangifte.
n de loop der jaren zijn er telkens nieuwe maatregelen bijgekomen die min of meer begrijpelijk waren en min of meer coherent met de bestaande maatregelen. Soms werden maatregelen vervangen of, erger, deels vervangen, waardoor de fiscaliteit almaar onoverzichtelijker is geworden voor wie geen specialist is. Is het niet hoog tijd om die schijnbaar losgeslagen evolutie een halt toe te roepen? En tot een eenvoudiger systeem te komen dat in de eerste plaats de belastingbetaler zelf ten goede komt, maar waarmee ook de belastingadministratie
I
nieuwe verlaging van het marginale tarief. Daarom zetten we hier enkele kwantificeerbare voorstellen op een rijtje die de personenbelasting kunnen vereenvoudigen en de belastingdruk verlichten. Een eerste, nogal voor de hand liggende mogelijkheid voor fiscale vereenvoudiging moet worden toegepast op het vlak van huisvesting. Een belangrijk domein voor een land als België, waar mensen ‘een baksteen in de maag hebben’. Het ultieme doel is een einde te stellen aan tal van kleine belastingverminderingen en de bestaande systemen te vervangen door één enkel systeem: niets meer en
ketel, plaatsing van een zonneboiler of fotovoltaïsche panelen, dubbele beglazing, isolatie…), uitgaven voor beveiliging tegen diefstal of brand, uitgaven voor renovatie van de woning in achtergestelde wijken in grootsteden, belastingvermindering voor uitgaven ter vernieuwing van tegen een redelijke huurprijs verhuurde woningen... Een hele reeks van stimulerende maatregelen, maar de belastingplichtige ziet door de bomen nog amper het bos. Door die maatregelen af te schaffen, noodzakelijk voor een vereenvoudiging, kan een budget vrijkomen waardoor de
«Het ultieme doel is een einde te stellen aan tal van kleine belastingverminderingen en de bestaande systemen te vervangen door één enkel systeem»
gebaat zal zijn. Voor de fiscus is die complexiteit immers synoniem voor te weinig efficiëntie en te hoge kosten, zowel bij het invoeren van nieuwe maatregelen als bij het controleren van de toepassing ervan bij de belastingplichtigen. Een vermindering van de totale belastingdruk is altijd welkom. Zeker omdat België, volgens de verslagen van de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), de Wereldbank en andere instellingen, koploper blijft als land waar het inkomen uit arbeid het zwaarst belast wordt. Die vermindering van de totale belastingdruk kan eenvoudig gerealiseerd worden door een verlaging van het in België zeer hoge marginale tarief (50% vanaf een inkomen van 32.270 euro voor de inkomsten van 2007), wat trouwens al gebeurd is bij de belastinghervorming van 2001. Met - het moet terloops gezegd - een verhoging van de belasting die aan het einde van de rit wordt geïnd… Het zou heel moeilijk zijn de algemene return te kwantificeren die wordt gegenereerd door een
niets minder dan de aftrekbaarheid van de interesten van een hypotheeklening die verband houdt met de verwerving, bouw of renovatie van een woning en de integrale verrekening van de onroerende voorheffing. De wetgever heeft al geprobeerd de materie te vereenvoudigen door de invoering van een nieuw systeem van één enkele belastingvermindering voor enige woning voor zowel interesten, kapitaalaflossingen als de daaraan gekoppelde levensverzekeringen. Een systeem dat sinds 1 januari 2005 van kracht is. Maar die maatregel geldt niet voor leningen die toen al bestonden, waardoor er nu vier systemen naast elkaar bestaan (afhankelijk van de vraag of de lening is aangegaan vóór 1989, vóór 1992, tot 31 december 2004 of na 1 januari 2005). Anderzijds zijn er ook talloze kleine belastingverminderingen, en ze nemen jaarlijks toe, die betrekking hebben op huisvesting. Bijvoorbeeld de energiebesparende uitgaven in de woning (vervanging of onderhoud van de verwarmings-
hierboven voorgestelde aftrekbaarheid van hypotheekleningen vergroot kan worden. De afschaffing zal ook het werk verlichten van bouwaannemers en ambachtslieden, want zij zouden zich niet langer eindeloos moeten bezighouden met de formaliteiten die samenhangen met de belastingverminderingen. Het komt er dus op aan echt te vereenvoudigen: de oude systemen moeten worden afgeschaft en vervangen door een eenvoudige aftrek van de aan een hypotheeklening gekoppelde interesten. Om budgettaire redenen zou men die aftrek kunnen ‘plafonneren’. Vanuit een budgettair oogpunt herinneren we ons dat de regering nog niet zo lang geleden het btw-tarief tot 6% wou verlagen voor alle werkzaamheden in de bouwsector. Een maatregel die door Europa is geblokkeerd. Men had dus een budget en aanvullende middelen voorzien om de bouwsector te steunen. Omdat die btw-verlaging niet mogelijk is, kan die steun vorm krijgen via een maatregel in de personenbelasting, zoals de
verruimde aftrek van interesten van hypotheekleningen. De bijkomende belastingverminderingen die zouden worden afgeschaft en plaatsmaken voor de loutere aftrek van interesten, kunnen gecompenseerd worden en effectiever gemaakt door een systeem van premies die worden toegekend bij bijvoorbeeld energiebesparende of milieuvriendelijke investeringen. Dit soort premies bestaat al, op regionaal, provinciaal of zelfs gemeentelijk niveau (plaatsing van zonneboiler, fotovoltaïsche panelen, dubbele beglazing…). Een premie betekent een onmiddellijke besparing voor wie ze ontvangt, in tegenstelling tot een belastingvermindering die over het algemeen slechts twee jaar na de uitgave effect heeft (op het moment dat de belastingadministratie geld terugstort of het te betalen belastingbedrag lager uitvalt).
Frédéric Souchon, Manager PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
‘Internet voor iedereen’ in 2006 en een deel van 2007).
Milieu... De laatste programmawet lijkt de goede richting uit te gaan (Onmiddellijke) premies hebben een groter effect op het gedrag van de belastingplichtige dan het systeem van (uitgestelde) belastingverminderingen. De regering lijkt hiermee rekening te hebben gehouden om de burgers aan te sporen minder vervuilende wagens te kopen. Want de laatste programmawet heeft onlangs de bestaande belastingvermindering vervangen door een pre-
mie bij de aankoop van een ‘schone’ wagen. Een premie die onmiddellijk van de factuur mag worden afgetrokken en dus een onmiddellijke impact heeft op de prijs van de wagen. Wat ongetwijfeld een ruimere doelgroep zal aanspreken. Tot slot stellen we, nog altijd in het domein van de ecologische stimulansen, een vereenvoudiging voor van de regels zoals die gelden voor de woon-werkverplaatsing: het toekennen van één enkele belastingvermindering aan wie zich milieubewuster verplaatst naar het werk. In plaats van de talloze verminderingen zoals op dit moment het geval is. 쏆
De fiscale en parafiscale druk in procent van het BBP 2004 50,4
Zweden
Gezin en werk
48,8
Denemarken
Ook in het kader van fiscale vereenvoudiging, en om het evenwicht tussen gezin en werk te bevorderen, kan men een reële verhoging van de forfaitaire beroepskosten overwegen en een verhoging van de aftrek van kinderopvangkosten tot de reëel betaalde bedragen. In ruil voor het afschaffen van een hele reeks kleine, ingewikkelde belastingaftrekken die weinig opleveren, zoals: de vermindering "voor bezoldigingen ingevolge het presteren van overwerk dat recht geeft op een overwerktoeslag"; de vermindering "voor het verwerven van aandelen waarop de belastingplichtige als werknemer heeft ingeschreven en die een fractie vertegenwoordigen van het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap die de belastingplichtige tewerkstelt"; de vermindering "voor uitgaven betaald door particulieren aan plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen en voor met dienstencheques betaalde prestaties"; of nog de vermindering "voor de verwerving van obligaties uitgegeven door het Kringloopfonds, het Startersfonds of het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost" (sic) Een andere vereenvoudiging is het achterwege laten van de techniek van het belastingkrediet (gebruikt bijvoorbeeld bij
45,0
België
44,2
Finland
43,4
Frankrijk
42,6
Oostenrijk
41,1
Italië
38,4
Tsjechië
38,1
Hongarije
37,8
Luxemburg
37,5
Nederland
36,0
Verenigd Koninkrijk
35,0
Griekenland
34,8
Spanje
34,7
Duitsland
34,5
Portugal
34,4
Polen
30,3
Slovakije
30,1
Ierland
39,7
EU 15
TIJD Graphics - Bron: OESO 2006
7
BELGIË FISCAAL PARADIJS BIJLAGE
VRIJDAG 25 MEI 2007
BT W
E E N VO U D I G E BT W-W E TG E V I N G V E R L A A GT D E KOST E N VO O R B E D R I J V E N É N OV E R H E I D
Voor btw is een 'duidelijke' wetgeving nodig met weinig wetswijzigingen Om investeerders te overtuigen in België te blijven en de bestaande jobs hier te houden, zijn initiatieven voor een betere regelgeving nodig, samen met een uitdunning van de gedetailleerde administratieve richtlijnen die het zakendoen in ons land bemoeilijken. Het meten van de administratieve kosten die bedrijven nu dragen, kan bovendien helpen om een volledig beeld en een degelijk inzicht te krijgen wat betreft de financiële kosten en administratieve inspanningen van ondernemingen vandaag om hun rol van niet-vergoede belastingontvangers waar te maken.
Ine Lejeune, Partner Global Leader Indirect Taxes Network PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
Overzicht van volume aan wetswijzigingen en administratieve toelichtingen in 2006
n deze tijden van globalisering krijgen zowel binnen- als buitenlandse ondernemingen die zaken doen in België te maken met zeer hevige concurrentie. De btw-regels binnen de EU zijn grotendeels hetzelfde. Meer dan 140 landen passen btw toe. Gemiddeld 30% van de belastinginkomsten in de OESO-lidstaten (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) is afkomstig uit btw. Ter vergelijking: de personenbelasting en belasting op bedrijfswinsten vertegenwoordigt iets meer dan 37% van de totale belastingopbrengsten. Door de verlaging van de vennootschapsbelastingtarieven is de concurrentie vandaag het meest voelbaar op het vlak van de kosten van het zakendoen en de voorspelbaarheid ('rechtszekerheid') van de regelgeving. De belangrijkste vraag van ondernemers is of de behandeling van de businesstransacties met zekerheid kan worden bepaald (zonder risico’s op boetes, discussies…) én of het eenvoudig zal zijn te voldoen aan alle regels.
I
Land
Aard
Aantal Paragrafen/blz.
Finland
Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Btw-toelichtingen Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Administratieve beslissingen Circulaires Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Uitgevaardigde administratieve richtlijnen Amendementen/wijzigingen van primair recht door middel van artikelen in de begrotingswet Amendementen/wijzigingen van afgeleid recht Business briefs (informatie aan bedrijven) Informatiebladen Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Btw-verwante artikelen Voorafgaande bindende rulings Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Administratieve instructies Ingediende amendementen/ wetswijzigingen Circulaires Parlementaire vragen Beslissingen Gepubliceerde rulings Informaties en mededelingen
3
Singapore
Zweden
Verenigd Koninkrijk
Noorwegen
Denemarken
Risico’s van de onbetaalde belastingontvanger
Wat zijn de kosten? De regering van het Verenigd Koninkrijk bracht de kosten voor de naleving van de btw-regelgeving in kaart. De facturatie en de indiening van btw-aangiften zijn de twee duurste administratieve taken. De btw-aangifte in het Verenigd Koninkrijk bestaat slechts uit 9 vakken. In België zijn dat er maar liefst 32. Wat zouden de kosten in België zijn om de juiste gegevens in een btw-aangifte te rapporteren?
Foto: Corbis
Btw belast de 'consumptie'. Het is een 'neutrale heffing', voor ondernemers zonder kosten. Dit is de theorie. In de praktijk outsourcet de staat de rol van btw-ontvanger aan de ondernemers. Die doen dit gratis. De kosten om aan de btwregelgeving te voldoen zijn hoog, en ook de risico’s zijn niet te onderschatten. De boetes kunnen oplopen tot 200%. En er zijn meerdere risico’s: aansprakelijkheid in hoofde van de financiële directeur, de bestuurders, ketenaansprakelijkheid wanneer een leverancier in gebreke blijft…
België
alvorens een onderneming belastingplichtige wordt. Er is bij voorkeur één tarief, maximaal twee. De regels zijn duidelijk zonder ruimte voor interpretatie. Bijkomende richtlijnen en aanschrijvingen van de administratie zijn kort en eenvoudig verwoord. Het aantal betwistingen en geschillen blijft daardoor beperkt. De kosten worden verlaagd voor de bedrijven én de overheid.
Hoe de efficiëntie van een btw-systeem meten? Bestaat er een 'perfect btw-systeem'? De
Wanneer is een btw-systeem efficiënt?
OESO meet de efficiëntie van btw-systemen met de C-efficiency ratio. Een hoge efficiëntieverhouding volgens de OESO wijst op een btw die uniform op een brede basis wordt toegepast en een effectieve inning. Een lage verhouding wijst op een erosie van de maatstaf van heffing door vrijstellingen, door tariefverminderingen, een minder goede naleving of zwak presterende belastingorganisatie, of een combinatie van deze factoren. België haalt een C-efficiency ratio van 42,9 %. Nieuw Zeeland voert de lijst aan met 96,4%. Een andere voorbeeld: Australië voerde
«Met een betere regelgeving en minder administratieve richtlijnen zou het zakendoen in ons land een stuk aantrekkelijker zijn»
De OESO hanteert succesfactoren voor een efficiënt btw-systeem. Een btw-systeem in de lijn van best practices op wereldvlak voldoet minstens aan 6 voorwaarden. De btw wordt op alle transacties toegepast met geen of weinig uitzonderingen. Er is een hoge drempel
DOUANE
dan weer in 2000 btw in. De beheerskosten zijn maar 0,88% van de geïnde ontvangsten. Deze hoge efficiëntiegraad wordt verklaard door een eenvoudige wetgeving, hoge drempels en technologie die door de btw-administratie én door de belastingplichtigen (de ondernemers) wordt gebruikt, en dit voor alle processen inclusief inspecties (e-audit).
3 3 7 +/- 75 blz. 7 40
Wijziging van +/- 22 wetsartikelen 170 blz.
7 10 22 11
3 26 10 4 50 8 5 105 42 +/-25 4
Gemiddeld aantal blz. 1-3 Gemiddeld aantal blz. 1-8
Wijzigingen van 4 wetsartikelen
Wijzigingen van 7 wetsartikelen +/- 200 blz. Wijzigingen van +/- 35 wetsartikelen 159 blz. 67 blz. 4
TIJD Graphics - Bron: Global Indirect Taxes Network PricewaterhouseCoopers, april 2007
vereisten voldoen om e-facturerings- en e-archiveringssystemen te gebruiken. De eerste aanschrijvingen van de administratie o.a. rond self-billing zijn zeer uitgebreid. Ook de andere ontwerpaanschrijvingen zijn heel gedetailleerd. Het wekt ten onrechte de indruk dat je, om geen btw-risico's te hebben, als bedrijf beter niet kan e-factureren en e-archiveren.
Wat doet België? Ook België wil de administratieve last voor de ondernemingen verlagen. E-facturering is een van de belangrijkste gebieden. Volgens de berekeningen van de Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging Vincent Van Quickenborne, levert elektronische facturering een kostenbesparing op van 3.051.516.507 euro . Dat is meer dan de totale berekende kosten van de btw-verplichtingen voor bedrijven in het Verenigd Koninkrijk. De wetgeving is eenvoudig zoals ook de Europese btw-regels terzake. Vandaag kunnen heel wat Belgische ondernemingen aan de wettelijke
Wijzigingen van 3 wetsartikelen 12 blz.
zijn een groot aantal voortdurend wijzigende bronnen raadplegen. Buitenlandse ondernemingen moeten bijvoorbeeld de aanschrijving over vennootschappen/niet-inwoners lezen, op zich al meer dan 100 bladzijden. Finland is, behalve economisch toonaangevend, ook op dit vlak koploper met weinig toelichting én een stabiele wetgeving.
Less is more
Wat kost een wetswijziging en wat brengt het op?
Hoe kunnen de kosten en de risico’s voor de ondernemingen, de 'belastingontvangers', verlaagd worden? Het beginpunt is een duidelijke wetgeving met weinig wetswijzigingen. Het is essentieel om zo weinig mogelijk administratieve richtlijnen en gedetailleerde instructies voor de belastingplichtige uit te vaardigen. Aanschrijvingen moeten vlot leesbaar zijn, zonder bijkomende details die de interpretatie bemoeilijken en tot discussie kunnen leiden. Zoals blijkt uit de tabel hierboven, moeten bedrijven die conform de Belgische btw-wetgeving willen
In het Verenigd Koninkrijk moeten de kosten van wijzigingen in de btw-wetgeving worden gemeten voor ondernemers. Beleidsmakers en wetgevers moeten een volledig inzicht krijgen vóór ze beslissen tot een wetswijziging. De Britse regering wil met het speciaal daartoe opgerichte Better Regulation Executive haar budgettaire doelstellingen realiseren én de kosten en administratieve verplichtingen tot een minimum beperken. In Denemarken en Nederland lopen gelijkaardige initiatieven. 쏆
D O UA N E K A N S L EC H TS 5 % VA N D E Z E N D I N G E N FYS I S C H CO N T R O L E R E N
België: douaneparadijs voor distributieactiviteiten De douaneautoriteiten staan wereldwijd aan de vooravond van een revolutionaire wijziging inzake de controle van goederenstromen. Uit vergelijkende studies tussen de belangrijkste zee- en luchthavens in de Europese Unie blijkt dat de douane nog slechts 5 % van de zendingen fysisch kan controleren. In Heathrow, Schiphol, Rotterdam, Felixstowe, Le Havre en Antwerpen bijvoorbeeld beperken deze controles zich tot minder dan 3 %.
Vroeger wist de toezichtsambtenaar op de kaai precies waar zich alle goederen bevonden. Door het groeiende handelsvolume sinds de jaren '80 zijn de controleactiviteiten aanzienlijk verminderd. Dit groeiende volume, de toenemende complexiteit en globalisering van de supply chain, en de snelheid van de goederenbeweging noodzaken een andere benadering van deze goederenstroom. De douaneautoriteiten evolueren naar een digitale uitwisseling van handelsgerelateerde informatie en een controlemethodologie die vertrekt van een risicoanalyse gebaseerd op de werking van interne bedrijfsprocessen. Een vereenvoudigde douanewetgeving, gestroomlijnde douaneprocessen en de creatie van coherente en interoperabele elektronische douanesystemen zoals NCTS (New Computerized Transit System) en PLDA (Papierloze Douane en Ac-
cijnzen) zullen een besparing qua tijd en geld betekenen voor ondernemingen in de douanetechnische afhandeling van de transacties. België wil een belangrijke draaischijf in de internationale handel blijven en moet er dus voor zorgen dat grenscontroles en de noodzakelijke formaliteiten de toenemende goederenstroom vergemakkelijken in plaats van belemmeren. Het is dan ook uiterst belangrijk dat België bij de eersten is om deze moderniseringen door te voeren. Snellere en eenvoudigere douaneformaliteiten in combinatie met gerichte en op risicoanalyse gebaseerde controles zullen buitenlandse ondernemingen aansporen om hun Europese distributie via België te (blijven) organiseren. Enkele concrete maatregelen die de concurrentiepositie van België op het vlak van douane zouden verbeteren:
1. Men moet waar mogelijk werken met risicoanalyses om te komen tot doelgerichte en tijdefficiënte controles. Dit impliceert het ontwikkelen van controlemethodes om de zelfcontrole van de ondernemingen te beoordelen (dit is grotendeels opgenomen in het veiligheidsprogramma voor het verlenen van de status van ‘geautoriseerde marktdeelnemer’ of authorised economic operator). Het opzetten en ‘auditen’ van deze interne controles kan in samenwerking met gespecialiseerde dienstverleners die best practices kunnen leveren. 2. Men kan ervoor zorgen dat de douaneautoriteiten in de belangrijkste zee- en luchthavens 24/24 en 7/7 bereikbaar zijn. Dit betekent een minimaal tijdsverlies zodat de goederen onmiddellijk doorgestuurd kun-
nen worden naar de bestemming in binnen- of buitenland, in die mate natuurlijk dat de havenondernemingen er gebruik van wensen te maken. Deze maatregel zal de mobiliteit in en rond de haven van Antwerpen bovendien ten goede komen. 3. Men dient een klantvriendelijke benadering van ondernemingen te
Dirk Aerts, Director PricewaterhouseCoopers Tax Consultants
ontwikkelen. Daarom moet het concept van klantencoördinator op een eenvormige en transparante manier worden ingevoerd. De eerste stappen zijn hiervoor genomen, maar de mentaliteit van de douaneambtenaar zal moeten veranderen. In plaats van controlerend zal hij nu faciliterend moeten denken. Een aantal landen zoals Nederland en Zwe-
«Met een vereenvoudigde douanewetgeving, gestroomlijnde douaneprocessen en elektronische douanesystemen kunnen we tijd en geld besparen»
den passen dit concept al langer toe. 4. Het uitwerken van effectieve green lanes (controlevrije internationale goederenstromen tussen België en belangrijke niet-Europese handelspartners zoals de US en China) voor multinationale groepen met hoofdzetel en/of een Europees distributiecentrum in België is een absolute prioriteit bij het aantrekken van investeringen. 5. Het stelsel van zekerheden kan vereenvoudigd tot één centrale zekerheid die alle invoerrechten, accijnzen en btw bij invoer dekt. 6. De retributies voor overwerk afschaffen. Deze maatregelen kunnen ertoe bijdragen dat België een douaneparadijs wordt voor alle internationaal opererende ondernemingen. 쏆