Beleidsregel SMW 2016 en 2017 Inleiding: Maatschappelijke uitdaging De snel veranderende samenleving stelt ons keer op keer voor nieuwe vragen en problemen. Typerende veranderingen zijn de groeiende individualisering, het verdwijnen van eenduidige normen en waarden, de toenemende informatiestroom en het ingewikkelder worden van het functioneren van de maatschappij. Ouders zoeken in deze dynamische samenleving naar nieuwe wegen en middelen om hun kinderen op te voeden en hebben soms extra steun nodig. De drempel naar opvoedingsondersteuning of hulpverlening is voor hen vaak te hoog. Een laagdrempelige voorziening als schoolmaatschappelijk werk weet ouders vaak wel te bereiken. Met de meeste kinderen/jongeren gaat het goed. Soms staan individuele factoren hun ontwikkeling in de weg. Toegenomen kennis maakt dat deze nu eerder onderkend en behandeld kunnen worden. Dit legt extra druk op de school, want met name daar zullen leerlingen met ontwikkelingsproblemen opgespoord moeten worden. De wens om kinderen/jongeren met verschillende mogelijkheden en kenmerken weer samen te laten leren en opgroeien, maakt dat de leraar in het reguliere onderwijs in de begeleiding van leerlingen met problemen ook een belangrijke rol heeft. De opvoedingstaken en de behoefte aan zorg vragen meer van leerkrachten dan zij op grond van hun opleiding kunnen bieden. Een schoolmaatschappelijk werker kan hier uitkomst bieden. Naast het bieden van hulp kan hij de verbinding realiseren tussen de basiszorg in de school en (gespecialiseerde) zorg buiten de school (bron: www.servicepuntsmw.nl). Soms verhinderen omstandigheden leerlingen om optimaal te presteren op school. Dit kan zijn door problemen met leren en in hun ontwikkeling, in dit geval is de school verantwoordelijk voor het primaire proces (onderwijs) en de daarbij behorende schoolondersteuning. Soms is er meer aan de hand en worden de problemen veroorzaakt door gedrag of thuissituatie. In dit geval levert de gemeente een bijdrage door subsidies ter beschikking te stellen voor onder andere schoolmaatschappelijk werk (SMW) dat functioneert volgens de in bijlage 1 opgenomen kwaliteitscriteria. Maatschappelijk effect De jeugd beweegt zich op drie zogenaamde leefdomeinen. Dit zijn de gebieden waarin de jeugd zich min of meer dagelijks bevindt. Per domein zijn er andere partijen actief. Ook kan de rol van een partij wisselen per domein. Deze drie domeinen zijn: · Thuis · School (en later: werk) · Vrije tijd · In het leefdomein ‘school’ is de schoolmaatschappelijk werker de specialist op het gebied van (preventieve) hulpverlening. Het schoolmaatschappelijk werk signaleert in een vroeg stadium hulpsignalen en hiermee neemt op de langere termijn zwaardere zorg af. De schoolmaatschappelijk werker is de linking pin naar de wijkteams en hij/zij bepaalt aan de hand van een risicotaxatie of een casus wordt toegeleid naar het wijkteam. Landelijk beleidskader Jeugdwet Wet Passend Onderwijs Gemeentelijk beleidskader Beleidsplan Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel 2015-2018 “Rotterdam Groeit” Beleidskader Jeugd 2015-2022
“Leren loont!” Rotterdams Onderwijsbeleid 2015-2018 Werkdocument Verbinding Passend Onderwijs - Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel dat door FOKOR, de vereniging voor samenwerkende schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam, en de Gemeente in januari 2014 is vastgesteld. Juridische grondslag Subsidieverordening Rotterdam 2014 Algemene Wet Bestuursrecht Subsidieregeling schoolmaatschappelijk werk in het MBO (regeling vervalt per 01-01-2018) Beschikbaar budget Het budget voor het voorschoolse veld is nog nader te bepalen. Op dit moment wordt het Schoolmaatschappelijk Werk in het voorschoolse veld opgezet en gevolgd tot het eind van het jaar in een aantal proefgebieden. De richtlijn voor de inzet van het beschikbare budget vanaf 2016 is afhankelijk van de uitkomsten van de proeffase. De implementatie van deze resultaten vindt plaats in de eerste helft van 2016. De gemeente stelt voor de uitvoering van het schoolmaatschappelijk werk in het primair, voortgezet en praktijkonderwijs in 2016 € 4.653.231,00 beschikbaar. Dit bedrag bestaat uit een bedrag per school (BRIN-nummer volgens DUO) van maximaal € 8.000,per po-school en een bedrag per leerling van € 30,02 voor reguliere basisscholen. Voor het vo geldt een bedrag van maximaal € 16.000,- per locatie met een eigen BRIN-nummer. Bij het vo geldt geen bedrag per leerling. Voor het MBO geldt in 2015 onderstaande verdeelsleutel. De verdeelsleutel blijft voor 2016 in de basis hetzelfde. Er kunnen nog kleine verschuivingen optreden aan de hand van de meest recente gegeven van DUO. Naam mboinstelling
Aantal leerlingen uit Rotterdams APCgebied
% van het totaal aantal Rotterdamse APC-leerlingen1 binnen het Rotterdamse mbo, per instelling
Aandeel in restant bedrag voor APCverdeling (€ 621.000)
Beschikbaar budget per instelling
ROC Albeda College
€43.000
7509
50,6%
€ 314.226
€ 357.226
ROC Zadkine
€43.000
5682
38,3%
€ 237.843
€ 280.843
11,1%
€ 62.100
€ 105.100
Overige mboinstellingen Grafisch Lyceum Rotterdam Hout- en Meubileringscollege Scheepvaart & Transport College Wellantcollege
Totaal 1
Vaste voet
€43.000 €10.750
538
3,6%
€ 22.356
€ 33.106
€10.750
179
1,2%
€ 7.452
€ 18.202
€10.750
815
5,5%
€ 34.155
€ 44.905
€10.750
117
0,8%
€ 4.968
€ 15.718
€129.000
14279
100%
€ 621.000 € 750.000,00
Met een Rotterdamse APC-leerling wordt gedoeld op een leerling woonachtig in een Rotterdams armoedeprobleemcumulatiegebied.
Bron: Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) ieder jaar wordt subsidie verstrekt op basis van de meest recente gegevens van DUO.
Bij deze subsidie wordt uitgegaan van co-financiering. De verdeling is als volgt:
Primair Onderwijs Voortgezet Onderwijs Middelbaar Beroepsonderwijs
Schoolbesturen 25% 75% 50%
Gemeente 75% 25% 50%
Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. Daarnaast moet er aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de Rijksbijdrage. Een vermindering van de Rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. Vooralsnog is er alleen een specifieke Rijksregeling SMW voor MBO, welke aflopend is. Begrotingsvoorbehoud Uw subsidie wordt verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd en wordt daardoor verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld (art 4:34 Awb). Doelstelling Doel van het SMW is het bieden en/of regelen van schoollocatiegebonden zorg- en hulpverlening aan leerlingen en indirect de ouders/ verzorgers van leerlingen en het ondersteunen van de school in de zorgstructuur waarvan de SMW –er deel uitmaakt. De SMW’er biedt kortdurende hulpverlening, toeleidingen naar het wijkteam en schoolondersteuning daar waar nodig. Doelgroep De subsidie is bestemd voor alle bij een Rotterdamse school ingeschreven leerlingen van 0-23 jaar (Voorschools 0-4, PO, VO en MBO 4-23). Kwaliteitseisen Zie bijlage 1: Kwaliteitsindicatoren SMW 2014-2015. Het servicepunt maakt een analyse van de kwaliteitsindicatoren en stuurt deze naar de gemeente en de afzonderlijke schoolbesturen. Dit wordt gedaan na afloop van het schooljaar. Subsidievoorwaarden 1. U realiseert op alle scholen waar u schoolmaatschappelijk werk verzorgt de kwaliteit die is verwoord in bijlage 1. Kwaliteitsindicatoren SMW 2014-2015. 2. De schoolmaatschappelijk werkers hebben een HBO opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MDW), Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) of een andere relevante opleiding aangevuld met de basiscursus SMW met succes afgesloten zoals afgesproken met de gemeente. Minimaal eens per 2 jaar vindt bijscholing plaats. De ondersteuning bestaat uit individuele werkbegeleiding en intervisie. Scholen en SMW- aanbiedende instellingen leggen hun werkafspraken- in onderling overlegvast in een jaarlijks vast te stellen werkplan. Dit werkplan is gebaseerd op de kwaliteitsindicatoren SMW. In het werkplan worden afspraken gemaakt over de verhouding tussen de improductieve uren, de indirect productieve uren en de declarabele uren. Onder declarabele uren worden die uren verstaan waarbinnen schoolgebonden taken worden verricht, inclusief registratie en voorbereiding, doch exclusief bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering. Bij deze subsidie wordt uitgegaan van co-financiering. (zie de verdeling onder het kopje ‘beschikbaar budget’). Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. 3. Er wordt gewerkt volgens het draaiboek (Servicepunt SMW), het toeleidings- en werkdocument schoolmaatschappelijk werk.
4. Conform het kostprijsonderzoek 2011 is de kostprijs van het SMW € 63,69 per uur. (op basis van een maximale kostprijs van € 85.981,50 per fte, 1350 uren x € 63,69). Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. 5. Het schoolmaatschappelijk werk vormt een sleutelrol in afstemming met de jeugdketen en fungeert als schakel tussen onderwijs en jeugdhulp. Wanneer meer of andere ondersteuning nodig is dan de school, het schoolmaatschappelijk werk of het samenwerkingsverband Passend Onderwijs kan bieden, schakelt de schoolmaatschappelijk werker tijdig naar het wijkteam waar het kind woont. Hiervoor volgt de schoolmaatschappelijk werker het stappenplan ‘toeleiding naar jeugdhulp vanuit primair/ voortgezet onderwijs’. Voor het MBO zal er in de loop van 2015 een vergelijkbaar stappenplan gemaakt worden. 6. Voor het po (uitgezonderd sbo) geldt dat de inzet van schoolmaatschappelijk werkers zoveel mogelijk volgens het principe van wijkteampoule’s georganiseerd dient te worden. De SMW’ers moeten per wijk een poule vormen van gemiddeld 2 SMW’ers. De SMW wijkteampoule dient vijf dagen per week gedurende kantooruren bereikbaar te zijn voor het wijkteam. De eerste helft van 2015 wordt beschouwd als een overgangsjaar waarin de poule’s gevormd worden. Met ingang van september 2015 moeten de poule’s een feit zijn. 7. Uw schoolmaatschappelijk werkers verlenen hun medewerking aan het verstrekken van gegevens ten behoeve van onderzoek van de gemeente. 8. De schoolbesturen leveren samen met de gemeente en in samenwerking met de aanbieders van het SMW een wezenlijke bijdrage aan het versimpelen van de registratiesystematiek van het SMW tezamen met de gemeente. 9. Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. Tevens moeten de aanbieders rapporteren over de kwaliteitscriteria. Bij de aanvraag voor vaststelling van de subsidieverlening via de website van de gemeente beschikbare aanvraagformulier verstrekt u per school over kalenderjaar 2016, onderstaande gegevens: o Totaal declarabele uren gemeente o Totaal declarabele uren schoolbestuur o Totaal declarabele uren gemeente + schoolbestuur o Plus extra ingekochte uren o het aantal cases voor schoolmaatschappelijk werk. o het aantal toeleidingen die er in die periode heeft plaatsgevonden. Deze gegevens dienen te worden uitgesplitst naar postcode 4 gebied (cijfers van de postcode) waar het kind woont en naar leeftijdsgroep bij aanmelding: 0 t/m 3 jaar, 4 t/m11 jaar, 12 t/m 17 jaar. Deze gegevens worden zowel per kalender- als per schooljaar als gerapporteerd. In het kader van ‘Leren Loont’ worden in de loop van 2015 nieuwe afspraken gemaakt en uitgewerkt over monitoring en evaluatie. MBO 10. moet aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de Rijksbijdrage. Een vermindering van de Rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. 11. Voor het MBO geldt dat de schoolmaatschappelijk werkers deelnemen aan de Zorgadviesteams (ZAT’s). Betalingssystematiek Het subsidiebedrag wordt uitbetaald in een betalingssystematiek van 8 betalingen per jaar. Wijze van aanvragen PO, VO en MBO De financiering van het SMW zal per januari 2016 overgaan van de instellingen naar de schoolbesturen. De subsidieaanvraag voor deze periode wordt door alle Rotterdamse schoolbesturen los van de integrale aanvraag Onderwijs gedaan. Dit laatste geldt alleen voor primair en voortgezet onderwijs. De aanvraag voor het voorschoolse gedeelte wordt gedaan door de SMWaanbieders. En de aanvraag voor het MBO wordt gedaan door alle Rotterdamse MBO-instellingen. De deadline voor de aanvraag van subsidie voor 2016 is 1 juli 2015. Aanvragen dienen te worden
aangevraagd via het digitale subsidieportaal van de gemeente Rotterdam www.rotterdam.nl/subsidies. Het streven is om het subsidiekader vanaf schooljaar 2017/2018 onderdeel te laten zijn van de beleidsregel Onderwijs. In 2015 doen de huidige aanbieders van schoolmaatschappelijk werk veel ervaring op met het verbinden van school aan de wijkteams. Zowel passend onderwijs als het NRJ zijn relatief nieuw. Daarom adviseert de gemeente aan de Rotterdamse schoolbesturen om de kennis en ervaring van de huidige aanbieders van schoolmaatschappelijk werk in deze overgangsperiode te benutten en op korte termijn afspraken te maken met de SMW-aanbieders. In de aanvraag dient u inzichtelijk te maken in hoeverre u vorm zult geven aan de samenwerking met de huidige smw-aanbieders en hoe u de personele continuïteit wilt borgen. In het werkdocument ‘Verbinding Passend Onderwijs - Nieuw Rotterdams Jeugdstelsel’ is vastgelegd dat is besloten dat de Rotterdamse schoolbesturen met medewerking van PPO een SMW wijkteampoule vormen als bedoelt in punt 9 van de voorliggende subsidievoorwaarden. De SMW’ers vormen hiermee per wijk een poule van gemiddeld 2 SMW’ers die vijf dagen per week bereikbaar is voor het wijkteam. De eerste helft van 2015 wordt beschouwd als een overgangsjaar waarin de poule’s gevormd worden. Vanaf schooljaar 2015-2016 moeten de poule’s een feit zijn. Dit betekent voor het po dat u in uw aanvraag inzichtelijk moet maken hoe u deze poule op wijkniveau gaat organiseren met eventueel andere aanwezige schoolbesturen in de wijk. Voorschoolse periode Voor het voorschoolmaatschappelijk werk (vsmw) geldt dat subsidiëring plaatsvindt rechtstreeks aan de instellingen (aanbieders vsmw) en niet via de schoolbesturen. Het is de bedoeling om nauw aan te sluiten bij de inzet van voorschoolmaatschappelijk werk vanuit Passend Primair Onderwijs (PPO) en aan te sluiten bij de beleidsregel onderwijs vanaf het schooljaar 2016/2017. Het streven is de voorwaarden voor de inzet vsmw in het voorschoolse veld op te nemen in de integrale aanvraag voor schooljaar 2016/2017. Wijze van verantwoorden Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. Tevens moeten de aanbieders rapporteren over de kwaliteitscriteria. Bij de aanvraag voor vaststelling van de subsidieverlening verstrekt u per school over kalenderjaar 2016, onderstaande gegevens: o Totaal declarabele uren gemeente o Totaal declarabele uren schoolbestuur o Totaal declarabele uren gemeente + schoolbestuur o Plus extra ingekochte uren o het aantal cases voor schoolmaatschappelijk werk. o het aantal toeleidingen die er in die periode heeft plaatsgevonden. Deze gegevens dienen te worden uitgesplitst naar postcode 4 gebied (cijfers van de postcode) waar het kind woont en naar leeftijdsgroep bij aanmelding: 0 t/m 3 jaar, 4 t/m11 jaar, 12 t/m 17 jaar. Deze gegevens worden zowel per kalender- als per schooljaar als gerapporteerd. In het kader van ‘Leren Loont’ worden in de loop van 2015 nieuwe afspraken gemaakt en uitgewerkt over monitoring en evaluatie. Conform de SvR worden er tevens aan de hand van onderstaande systematiek de navolgende gegevens aangeleverd: Bij een subsidieverlening tot € 45.000,00 overlegt u: - Een inhoudelijke verantwoording over de activiteiten en/of prestaties zoals opgenomen in de verleningsbeschikking; - Niet-financiële subsidieverantwoording conform de UvSvR. Bij een subsidieverlening tot € 200.000,00 overlegt u: - Een inhoudelijke verantwoording over de activiteiten en/of prestaties zoals opgenomen in de verleningsbeschikking;
- Niet-financiële subsidieverantwoording conform de UvSvR. - Een assurancerapport met beperkte mate van zekerheid. Het rapport moet worden afgegeven door een accountant zoals bedoeld in artikel 393 lid 1 Boek 2, titel 9 Burgerlijk wetboek. De accountant dient gebruik te maken van de modellen uit het Controleprotocol, een bijlage bij de UvSvR. Wij raden u aan om voor het begin van de subsidieperiode contact op te nemen met uw accountant. U kunt dan afspreken welke informatie uw accountant nodig heeft om bij de vaststelling een assurancerapport af te geven. Bij een subsidieverlening vanaf € 200.000,00 overlegt u: - Een inhoudelijke verantwoording over de activiteiten en/of prestaties zoals opgenomen in de verleningsbeschikking; - Niet-financiële subsidieverantwoording conform de UvSvR. - Een assurancerapport met redelijke mate van zekerheid. Het rapport moet worden afgegeven door een accountant zoals bedoeld in artikel 393 lid 1 Boek 2, titel 9 Burgerlijk wetboek. De accountant dient gebruik te maken van de modellen uit het Controleprotocol, een bijlage bij de UvSvR. Wij raden u aan om voor het begin van de subsidieperiode contact op te nemen met uw accountant. U kunt dan afspreken welke informatie uw accountant nodig heeft om bij de vaststelling een assurancerapport af te geven. Wijze van vaststellen Voor de periode van 1 januari 2016 – 1 augustus 2016 is de deadline voor de aanvraag tot vaststelling uiterlijk 1 april 2017 via het subsidieportaal. Zoals hierboven aangegeven wordt er bij deze subsidie uitgegaan van co-financiering. (zie de verdeling onder het kopje ‘beschikbaar budget’). Een vermindering van de eigen bijdrage van de schoolbesturen zal leiden tot een evenredige vermindering van de bijdrage van de gemeente. Daarnaast moet er aantoonbaar maximaal gebruik worden gemaakt van de Rijksbijdrage. Een vermindering van de Rijksbijdrage zal leiden tot een evenredige vermindering van het aantal fte SMW gefinancierd door de gemeente. Afrekening vindt plaats op basis van verantwoorde uren. Conform het draaiboek schoolmaatschappelijk werk is de kostprijs van het SMW € 63,69 per uur. (op basis van een maximale kostprijs van € 85.981,50 per fte, 1350 uren x € 63,69).