BELEIDSPLAN POPNL I INLEIDING De omvangrijke en gevarieerde Nederlandse popsector is volop in beweging. Sinds de jaren negentig maken de poppodia in Nederland een verbouwingsgolf door die gepaard gaat met een sterke kwalitatieve en kwantitatieve groei. Ook de diversiteit van de moderne populaire muziek is bijzonder. Naast de van oudsher sterk vertegenwoordigde pop-, rock- en bluesmuziek, zijn in de snel veranderende samenleving steeds meer nieuwe muziekstromingen opgekomen: hiphop, dance, elektronische muziek, urban, nu-jazz, hindi-pop, drum ‘n’ bass, latin, reggaeton, crossover, balkan beatz en vormen van wereldmuziek.1 In 2008 is het 20 jaar geleden dat de dance-muziek met de opkomst van de house een plek veroverde in Nederland. Nu trekken de dance-events in Nederland jaarlijks circa twee miljoen bezoekers en staat de kersverse winnaar van de Popprijs 2007: Armin van Buren op één in de World DJ Top 100, met Tiësto als goede tweede. Een andere bijzondere ontwikkeling is de opkomst van de popgerelateerde muziekvakopleidingen. Net voor de eeuwwisseling opende in Tilburg de Fontys Rockacademie. Nu ruim acht jaar later zijn er zes pop/rockacademies, plus popafdelingen bij conservatoria. Daarnaast hebben de invloeden van de digitalisering en medialisering van de samenleving een enorme weerslag op de ontwikkelingen in de popsector. Tegenwoordig opereren bands en dj’s in een digitale omgeving waar muziek alom vertegenwoordigd is en via ongekend veel distributievormen bij het publiek terechtkomt. Met als voorlopig grootste succes MySpace, waar iedere zichzelf respecterende Nederlandse muzikant een eigen pagina heeft naast de paar miljoen pagina’s van andere bands en artiesten. In 2008 is het 50 jaar geleden dat de single ‘Rock Little Baby Of Mine’ van de Tielman Brothers de geboorte van de Nederlandse rock-’n-roll inluidde2. Na een halve eeuw Nederpop is men er ondertussen van doordrongen dat de popcultuur een wezenlijke bijdrage levert aan de Nederlandse cultuur. Zo zijn er in Nederland een half miljoen3 mensen die actief popmuziek maken door een instrument te bespelen of songmateriaal te componeren. Popmuziek staat hiermee qua grootte op de tweede plaats van de amateurkunstbeoefening in Nederland! Hoe gepassioneerd de popmuzikanten hun kunstvorm beoefenen, blijkt uit het feit dat zij hieraan gemiddeld ruim 6,5 uur per week besteden. Deze gegevens komen uit het onderzoeksrapport 395 minuten dat in januari 2008 is gepresenteerd tijdens het Noorderslag Seminar te Groningen. Het onderzoek is uitgevoerd door TNS NIPO en &Concept, in opdracht van de Popunie en Kunstfactor. Popmuziek staat midden in de samenleving vanwege de hoge publieksparticipatie, de grote economische potentie en de kracht om mensen te verbinden. Niet voor niets wijst de Raad voor Cultuur op de sterke interculturele component van popmuziek met als grote voorbeeld de succesvolle Nederlandse rappers en dj’s met hun enorme diversiteit in etnische afkomst. 4 Het merendeel is in Nederland geboren, maar hun ouders komen onder andere uit Marokko, Suriname, de Nederlandse Antillen, Kaapverdië en Turkije. Toch valt op dat na drie generaties popmuziekliefhebbers wel de ondernemersgeest binnen de popmuziek wordt geprezen maar de politieke erkenning nog lang geen vanzelfsprekendheid is. Popmuziek mag zich van alle cultuurdisciplines verheugen in de grootste publieke belangstelling en daarmee lijkt het logisch dat ook op lokaal niveau popmuziek en popmuziekinitiatieven zich ontwikkelen naar een volwassen en professionele status. Het tegendeel is waar. Hoewel steeds meer gemeentes het belang inzien van een gedegen popbeleid, vertaalt dit zich nog niet naar voldoende faciliteiten en middelen. De professionaliseringsslag in het podiumcircuit heeft de vergroting van de stabiliteit noodzakelijk gemaakt. Deze professionalisering, gekoppeld aan de flink gestegen exploitatiekosten, maakt dat er bij een groeiend aantal podia minimaal een bezettingsgraad van 80% nodig is, soms zelfs 95%, om quitte te draaien.5 Dit maakt het programmeren van risicovolle programmering, met name jong relatief onbekend talent, extreem lastig. Daarbij bracht de teloorgang in de verkopen van muziekalbums platenmaatschappijen ertoe om risicodragend te investeren in nieuwe muziek en artiesten enorm te beperken. De bezuinigingen in deze branche vinden zijn weerslag op de sector. Want hoewel bij iedereen de succesverhalen over de nieuwe ‘do it yourself’ mogelijkheden van technologie als middel voor promotie en distributie tot de verbeelding spreken, is de kans om net als YouTube-ster Esmée Denters een platencontract te krijgen bij Justin Timberlake of ongeacht welke andere grote platenmaatschappij, nagenoeg nihil. Tegelijkertijd studeren er nu jaarlijks honderden studenten af aan de muziekvakopleidingen, die dolgraag verder willen in de popmuziek. Ook zien we op de podia en in de buurtcentra een enorme aanwas van jong urbantalent. Wil Nederland dit potentieel aan creatief talent voldoende benutten, dan zijn stimuleringsimpulsen nodig en zal er flink moeten worden geïnvesteerd in de popcultuur! Om die reden ligt er een belangrijke taak voor de provinciale ondersteuningsorganisaties om lokale initiatieven te adviseren en te ondersteunen. Dit doen de provinciale ondersteuningsinstellingen door producten te ontwikkelen die de kwantiteit en kwaliteit van de popvoorzieningen in Nederland vergroten. Daarnaast initieert POPnl programma’s gericht op het bevorderen van actieve en passieve cultuurparticipatie en het stimuleren van de ontplooiing van jong poptalent. Gemeente Den Haag: Haagse Popnota, maart 2007 Bron: www.50jaarnederpop.nl 3 Bork, R. van: 395 minuten amateur-popmuziek in Nederland, januari 2008 4 Raad voor Cultuur: Innoveren, participeren! Maart 2007 5 Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur: Rotterdam has got that pop, juli 2006 1 2
1
POPnl De provinciale popkoepels hebben zich in januari 2003 verenigd in POPnl, met als doel een nationaal platform te bieden voor informatie, promotie, belangenbehartiging en productontwikkeling ten behoeve van de amateurpopmuziek in Nederland. POPnl kan bogen op een professioneel netwerk in 12 provincies en de stad Amsterdam. Deze bundeling van krachten heeft geleid tot meer slagkracht. Zo heeft de organisatie onder andere het initiatief genomen voor de uitgave POP met beleid, handreiking voor gemeenten en de SENA Performers POPnl Award. II
POSITIE POPnl
Missie POPnl wil een katalyserende rol vervullen bij de ontwikkeling van regionaal, provinciaal en landelijk popbeleid. POPnl ziet het als haar missie om een optimaal en florerend popmuziekklimaat te realiseren in Nederland, middels het initiëren en uitzetten van doelgerichte, participatieve ondersteuningsproducten voor lokale popmuziekorganisaties en amateur- en semi-professionele muzikanten. Popmuziek moet hierbij worden geïnterpreteerd in haar meest uitgebreide vorm. Dus niet alleen de traditionele genres (rock, blues), maar ook nieuwe genres (urban) en aan popmuziek gelieerde genres, zoals jazzdance en wereldmuziek. Ook dj’s en vj’s beschouwen wij als muziekmakers. De prioriteit ligt bij muzikanten die zich vooral richten op het presenteren van eigen werk. Om dit te realiseren heeft POPnl zichzelf een aantal doelen gesteld: het stimuleren van actieve en passieve cultuurparticipatie via popmuziek door kinderen, jongeren en volwassenen; het verbeteren van de kwantiteit en kwaliteit van de voorzieningen voor de beoefening van popmuziek; het bevorderen van de promotie en de kwaliteit van de popmuziek. Uitgangspunt hierbij is de benadering van popmuziek als een waardevol onderdeel van het cultuurbeleid, met veel positieve effecten op het onderwijs, culturele diversiteit, economische ontwikkeling en aantrekkingskracht op verschillende publieksgroepen. Doelgroep Enerzijds de 500.000 actieve amateurpopmuzikanten die Nederland rijk is en anderzijds het brede spectrum van lokale muziekorganisaties, zoals: organisaties van popmuzikanten (amateurs en semi-professioneel), dit kunnen zowel bands zijn maar ook collectieven van muzikanten; facilitaire organisaties voor deze muzikanten zoals oefenruimtes, kleinschalige podia en lokale muziekcafés; muziekonderwijs (muziekvakonderwijs, muziekscholen, particuliere muziekdocenten); lokale presentatiemogelijkheden (podia, buurthuizen, muziekcafés, festivals); de lokale overheden, daar waar het betreft het adviseren van de overheid bij beleidsontwikkeling met betrekking tot popmuziek. POPnl hecht veel belang aan de jongste generatie. Binnen de amateurkunst spreekt popmuziek bij uitstek enorm veel kinderen en jongeren aan en heeft op diverse manieren een positief effect. Veelvuldig onderzoek heeft aangetoond dat het van jongs af aan bespelen van een instrument en het passief beluisteren van muziek een positieve invloed heeft op intelligentie, sociaal gedrag en het concentratievermogen.6 Diversiteit Al eerder in dit stuk kwam de rol ter sprake van de grote diversiteit van bevolkingsgroepen die bereikt kunnen worden met popmuziek en de popcultuur. POPnl heeft projecten die zich richten op zowel de pop/rock georiënteerde jongeren als de meer op straatcultuur gerichte stromingen, oftewel ‘urban culture’ met disciplines als rap, beatboxen, r ‘n’ b, raï, enzovoort. Met al de producten en diensten van POPnl streven we naar voldoende vertegenwoordiging van de diverse popstromingen en -culturen in Nederland. Werkwijze POPnl is in eerste instantie een samenwerkingsverband waarbinnen iedere partner zelf en zelfstandig verantwoordelijk is voor haar activiteiten. Het samenwerkingsverband is vooral bedoeld om: 6
Prof. Dr. Bastian, H.G.: Muziek maakt slim, 2003
2
gebruik te maken van elkanders ervaringen/netwerk en producten; in gezamenlijkheid nieuwe activiteiten te ontwikkelen; haar visie en doelstellingen op nationaal niveau onder de aandacht te brengen; te functioneren als gesprekspartner voor andere (belangen)organisaties; efficiency voordelen te realiseren; aanspraak te kunnen maken op financiële middelen die de eigen regio overstijgen. POPnl streeft niet naar een specifieke organisatieopbouw, maar werkt projectmatig waarbij de individuele organisaties samenwerken aan collectieve doelen. Hoewel alle individuele organisaties binnen POPnl hun eigen doelstellingen hanteren zijn er collectieve doelstellingen geformuleerd die voor alle partners opgang doen. Deze doelstellingen richten zich zowel op de doelgroep (extern) als op de samenwerking (intern). Externe doelstellingen De externe doelstellingen zijn bepaald aan de hand van een interne analyse van de meest noodzakelijke individuele doelstellingen. Als voornaamste externe doelen hebben we geformuleerd: I. Alle partners constateren een ‘tekort’ aan gemeentelijk popmuziekbeleid. Hiervoor is de handleiding Pop met beleid, handreiking voor gemeenten ontwikkeld. Na een uiterst succesvolle introductie is in de komende cultuurplanperiode de implementatiefase aangebroken. II. De professionalisering in de popmuziek staat nog in de kinderschoenen. De (grotere) podia in Nederland hebben al wel de eerste stappen gezet, maar vooral op lokaal niveau moet er veel in gang gezet worden. Hierbij moet gedacht worden aan: lokaal overleg en afstemming tussen muziekorganisaties onderling; lokaal overleg tussen muziekorganisaties en andere organisaties (overheid, scholen en culturele organisaties); productontwikkeling van advies voor muzikanten op muzikaal, organisatorisch, juridisch en zakelijk gebied; de werving en positie van vrijwillige medewerkers, immers zij zijn vaak de uitvoerders/producenten. III. Inbedding van lokale muziekproducties in gemeentelijk beleid (cultuur, evenementen, welzijn, economie). IV. Het realiseren van geschikte speel- en oefenfaciliteiten. Interne doelstellingen Om de externe doelstellingen mogelijk te maken is het belangrijk dat ook de ondersteuningsorganisaties zelf kunnen beschikken over een geschikt apparaat. Er is echter sprake van enorme verschillen in de mogelijkheden van de diverse ondersteuningsorganisaties. Daar waar men in de provincies Drenthe, Overijssel, Gelderland, Flevoland, Utrecht, NoordHolland, Zeeland en Limburg onderdeel is van een provinciaal ondersteuningsinstituut met een veel bredere doelstelling, is er meestal sprake van één consulent met een parttime functie en vaak van een minimale omvang. Daar waar sprake is van een meer autonome organisatie (Friesland, Amsterdam, Zuid-Holland en Noord-Brabant) is er sprake van meerdere consulenten met een hogere output. In de provincie Groningen is alleen sprake van een vrijwilligersorganisatie. De mogelijkheden van de verschillende partners zijn daarom sterk uiteenlopend. Intern is het uitgangspunt dat de sterkste organisaties de zwaarste lasten dragen, maar om op nationaal niveau een vooraanstaande rol te kunnen spelen is het belangrijk dat er gelijkmatigheid is. Om dit te realiseren zijn er een aantal interne doelstellingen gesteld, namelijk: iedere partner heeft minimaal een parttime consulent met secretariële ondersteuning; middels digitale techniek (website) heeft iedere partner toegang tot een centraal archief van producten, activiteiten; iedere partner is in staat om een bijdrage te leveren aan gezamenlijke productontwikkeling. Beleid ten aanzien van publieksbereik en educatie Met het publieksbereik zit het bij de producties en programma’s van de leden van POPnl zeer goed. Ondanks het feit dat onze projecten voornamelijk gericht zijn op jong relatief onbekend poptalent zien we al jaren een stijgende lijn in de publieke belangstelling. De gunstige bezoekcijfers voor popmuziek zijn een tendens voor de gehele sector. In 2006 bracht het publiek 3,1 miljoen keer een bezoek aan de VNPF-podia. Popconcerten en dansavonden zijn in 2006 opnieuw beter bezocht. Het gemiddelde bezoek per concert in 2006 steeg met 11% ten opzichte van 2005 en zelfs met 26% ten opzichte van 2004. Poppodium Paradiso heeft in 2007 ruim een half miljoen bezoekers getrokken, wat in de bijna veertig jarige geschiedenis van het podium nog niet was voorgekomen. Ook het Onderzoek Marktbeschrijving Podiumkunsten 2006 van TNS NIPO, in opdracht van het Bureau Promotie Podiumkunsten, toont de enorme belangstelling voor popmuziek. Pop/rock is het best bezochte genre. 40% van de Nederlandse bevolking heeft in 2006 één of meerdere malen een pop/rockconcert bezocht. Opleiding, inkomen en sociale klasse hebben geen invloed op het bezoek aan pop/rockconcerten, in tegenstelling tot de meeste andere podiumkunsten, die vaker de hoog opgeleide sociale klasse aanspreken. Een wat minder positieve conclusie is dat bezoekers van cabaret en kleinkunst, musical, opera en operette, toneel, klassieke muziek, ballet en dans minder dan gemiddeld naar pop/rockconcerten gaan. Dit geldt nog sterker voor de pop/rockbezoeker. Deze is het meest monocultureel en gaat veel minder dan gemiddeld naar andere
3
kunstdisciplines, met uitzondering van festivals.7 Wil de overheid juist deze steeds grotere groep cultuurconsumenten bereiken, dan lukt dit het beste via popmuziek. Dit geldt ook voor actieve beoefening. Popmuziek wordt vooral door lager opgeleide mannen beoefend. Het is juist deze groep die naar verhouding weinig participeert in de kunst. Popmuziek is dus ideaal om deze groep wel te bereiken.8 De poppodia programmeren steeds meer andersoortig aanbod met raakvlakken met de pop, waaronder jazz, theater, dichtkunst, film en culturele talkshows; samen goed voor 34% van het programma en 14% van de bezoekers.9 Tevens zien we tijdens concerten en dance-events steeds meer kruisbestuivingen met andere kunstdisciplines en technologie. Deze ontwikkelingen zien we ook in de producties en programma’s van POPnl terug. Door bezoekers van popconcerten al op jonge leeftijd in aanraking te brengen met andere kunstvormen, verhoog je de kans dat zij zich ontwikkelen tot culturele veelvraten. Maar daar heeft de popsector wel financiële ondersteuning bij nodig. POPnl inventariseert ‘good practises’ en brengt deze onder de aandacht bij muziekorganisaties. In het manifest Kunst – goed om te doen! uit 2006 van het Platform Amateurkunst lezen we: 'Kunst en cultuur zijn belangrijke elementen voor een leefbare en bruisende samenleving en stimuleren de innovatieve en creatieve vermogens van mensen. Daarom dienen ze door de overheid actief ondersteund te worden. De overheid kan dit vooral doen door actieve kunstbeoefening en talentontwikkeling te bevorderen. Dit zijn ideale instrumenten om de kwaliteit van de creativiteit van de bevolking te stimuleren en het klimaat voor kunst en cultuur in het algemeen te verbeteren.'10 Alle leden van POPnl hebben de afgelopen jaren een schat aan ervaring opgedaan met het ontwikkelen van producties en programma’s gericht op actieve en passieve cultuurparticipatie. Positie in het culturele veld POPnl als onderlinge samenwerkingspartner zoekt uitdrukkelijk ook de samenwerking met andere nationale partners. Er zijn goede contacten met de brancheorganisatie voor poppodia en –festivals, de VNPF. Deze brancheorganisatie kan een belangrijke rol vervullen als intermediair om podia en festivals te motiveren ruimte te geven aan lokaal talent. Een andere partner, het Nationaal Pop Instituut (NPI), is per 1 januari 2008 opgegaan in het Muziek Centrum Nederland (MCN). Het NPI heeft zich altijd gericht op de meer professionele muzikant, de economische facetten van de popmuziek en producten voor talentontwikkeling. Hoewel de partners binnen POPnl in het verleden hebben gekozen om los van het NPI een eigen organisatie te ontwikkelen, om op die manier meer bij te kunnen dragen aan de ondersteuning van de amateurpopmuziek, zien we zeker mogelijkheden voor nieuwe samenwerkingsverbanden. Ook zijn er contacten met Kunstfactor, het sectorinstituut voor de amateurkunst, dat op 1 januari 2007 is ontstaan uit een fusie van vijf ondersteuningsorganisaties voor de amateurkunst. Kunstfactor richt zich op de amateurkunst van alle kunstvormen. De wortels van de amateurmuziek binnen Kunstfactor liggen hoofdzakelijk in de HaFaBra (harmonieën, fanfares en brassbands). Sinds de fusie richten zij zich ook op amateurpopmuziek, zij het nog in beperkte mate. De samenwerking met Buma Cultuur richt zich vooral op het verder ontwikkelen van de SENA POPnl Awards, de Muzikantendag en het ontwikkelen van gezamenlijke seminars op Noorderslag. Verdere partners zijn overheden, de VNG, het IPO en: het primair en secundair onderwijs; muziekscholen; de brede school; de muziekvakopleidingen; de poppodia; de popfestivals; de popmuzikanten; lokale- en regionale popmuziekorganisaties. Zoals gememoreerd is POPnl als projectorganisatie opgezet. Wij signaleren, stimuleren en verspreiden nieuwe ontwikkelingen op het gebied van amateurpopmuziek en waar nodig initiëren wij projecten gericht op talentontwikkeling. Vooral hierdoor zijn er goede mogelijkheden tot effectieve samenwerking met voornoemde partners. De producten en diensten zijn hoofdzakelijk gericht op de amateurs en semiprofs in Nederland, het internationaal vertegenwoordigen en promoten van de popmuziek laten we over aan onze partner MCN. Innovatie Al eerder in dit stuk kwamen de invloeden die digitalisering en medialisering hebben op de popsector aan bod. De mogelijkheden om digitaal muziek te componeren en op te nemen zijn door de nieuwe technologie beschikbaar geworden voor iedereen. Bands en dj’s opereren in een digitale omgeving die zorgt voor een enorme dynamiek met veel innovatie. Zo zijn er in het afgelopen jaar al dj’s gesignaleerd die muziek maken door bewegingen te maken met de controllers van een Wii-spelcomputer. De Nederlandse dj Timski is één van de eerste die zich deze cross-over tussen TNS NIPO: Onderzoek marktbeschrijving podiumkunsten 2006, mei 2007 Zie noot 3 9 Vereniging Nederlandse Poppodia en –festivals: In-sight Poppodia 2006, oktober 2007 10 Platform Amateurkunst (PAK): Kunst – goed om te doen! 2006 7 8
4
games en dj’en met zelfgemaakte software eigen heeft gemaakt. Wel vergt de digitalisering en medialisering van de pop een nieuw soort popmuzikant. Vroeger kon je nog wegkomen met een slordige biografie vol tikfouten en een mislukte vakantiekiek als persfoto. Tegenwoordig moet je pagina op MySpace qua lay-out overeenstemmen met het gevoel dat je muziek oproept en moet je ook aantonen dat je genoeg vrienden hebt, wil een programmeur van een podium je als voorprogramma van een band boeken. De popmuzikant van nu kiest (noodgedwongen) voor een crossmediale en multidisciplinaire aanpak. Ook de onderlinge samenwerkingspartners van POPnl hebben in de afgelopen periode gebruik gemaakt van nieuwe technologische ontwikkelingen. Zo hebben ze onder andere concerten via internet live gestreamd en vj’s en muzikanten beeld en geluid laten integreren op het podium. Ook in de komende cultuurplanperiode staan grensoverschrijdende technologische projecten op het programma. Daarnaast verstrekken we informatie aan muzikanten over de voor- en nadelen van de huidige technieken en de ontwikkelingen op het gebied van auteursrecht. Cultureel ondernemerschap en bedrijfsvoering Met consulenten/adviseurs in alle provincies, plus de stad Amsterdam, weet POPnl door te dringen tot de haarvaten van de Nederpop. Met onze unieke landelijke dekking weten we de amateurpopmuziek in heel Nederland daadwerkelijk te bedienen en bereiken. We beschikken over een infrastructuur en producten en diensten die ons in staat stellen veel te betekenen voor de ontwikkeling van actieve popmuzikanten. Wij streven niet naar het optuigen van een landelijk POPnl instituut. Zo is het secretariaat ondergebracht bij één van de partners. Wel willen wij voor het komende cultuurplan inzetten op het aannemen van een secretaris. Hij of zij draagt zorg voor de contacten tussen de provinciale partners en ziet toe op de verslaglegging (inhoudelijk en financieel) van onze producten. Daarnaast maakt iedere partner binnen POPnl minimaal 5% van zijn tijd vrij voor overkoepelende activiteiten. Tevens nemen we hiervoor mensen aan op projectbasis. In 2004 zei de toenmalige staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan bij de opening van het Noorderslag symposium het volgende over ondernemerschap en de popsector: 'Popmuziek is vandaag een volwassen stroming met nieuw aanstormend talent, bestaande bands en helden van weleer. Met een sector waar eigen initiatief, creativiteit en ondernemerschap voorop staat en succesvol is. Dat laatste, ondernemerschap, is vaak reden om het juist als een minder volwaardige factor in de kunst en cultuurwereld te zien. Dat vind ik niet terecht. Zeker als we het hebben over het belang van jongeren en cultuur - nog steeds een hot item binnen de cultuurwereld - is popmuziek het meest vanzelfsprekende aanknopingspunt.' Deze uitspraak legt meteen de vinger op de zere plek. De popsector is nog steeds een sector die voor een groot deel afhankelijk is van vrijwilligers, of mensen met een zeer kleine dienstbetrekking.11 Die toewijding is van enorme waarde, maar de aansturing van de popsector vereist meer dan passie voor de muziek. De qua uren vaak beperkte dienstverbanden maken het werken aan continuïteit lastig. Dit geldt voor de leden van POPnl niet anders. Er zijn nog steeds een aantal provincies waar de popmuziek nog onvoldoende is ingebed in de culturele infrastructuur. Deze partners kunnen zich optrekken aan de wat sterkere organisaties binnen POPnl. Wel streven we naar een meer evenredige vertegenwoordiging binnen de provincies. Marketing De communicatie van POPnl richt zich op overheden, belangengroepen, podia en artiesten en niet direct op de consumenten van popmuziek. Aan overheden, podia en belangengroepen levert POPnl advies en informatie op het terrein van beleidsvorming en faciliteiten. Tevens initieert POPnl samen met overheden (en derden) nieuwe projecten en ontwikkelingen op het terrein van de popmuziek in Nederland. Van overheden en fondsen betrekt POPnl daarvoor de nodige financiële middelen. Aan artiesten levert POPnl via de aangesloten provinciale popkoepels advies en informatie (panels Muzikantendag en Noorderslag) en tevens indirect optreedmogelijkheden (POPnl Award). In onze communicatie naar buiten toe hechten wij belang aan de herkenbaarheid van waar POPnl voor staat. Dit willen wij bewerkstelligen door een aantal kernwaarden uit te dragen. Deze kernwaarden zijn: Samenwerken: POPnl is voortdurend bezig duurzame relaties te ontwikkelen met strategische partners voor een optimale dienstverlening aan haar klanten. POPnl mobiliseert vanuit de samenwerkende organisaties kennis en ervaring in het belang van de klanten en de eigen organisatie; Expertise: POPnl bouwt haar sterkte op functionele kennis, is een autoriteit in wat ze doet en is afhankelijk van de kennis en ervaring van haar medewerkers. POPnl zorgt voor continue overdracht van expertise; Professioneel en gepassioneerd: POPnl gaat met passie voor haar doel en neemt in haar enthousiasme anderen mee op haar weg. POPnl medewerkers beschikken over zowel materie- als domeinkennis; Innovatief en toekomstgericht: POPnl betrekt haar innovatie niet alleen op de producten en diensten, maar ook op de ondernemersgeest van haar medewerkers en de wijze waarop POPnl naar de markt kijkt en deze uitdaagt. POPnl werkt aan de toekomst van de Nederlandse popmuziek via het scheppen, produceren en programmeren van producties en programma’s gericht op educatie en talentontwikkeling.
11 Bij de VNPF-podia werken 6.444 mensen. Tweederde (67%) werkt als vrijwilliger in relatief korte dienstverbanden (gemiddeld 4 uur per week). Het meeste werk wordt echter verzet door 1.666 betaalde krachten in banen van gemiddeld circa 19 uur per week. Bron: zie noot 9
5
III
TERUGBLIK 2005-2008
Handreiking en internettest voor Popbeleid Eén van de grootste wapenfeiten in de afgelopen cultuurplanperiode is de ontwikkeling en uitgave van POP met beleid – handreiking voor gemeenten in januari 2006. Ter ondersteuning van de lokale popsector heeft POPnl in samenwerking met haar leden in Brabant (BraM), Limburg (SPL) en Zuid-Holland (Popunie) de opdracht gegeven tot het schrijven van de handreiking. De belangrijkste doelstelling is lokale bestuurders en ambtenaren te voorzien van een helpdesk (handreiking en website) voor popmuziekbeleid dat past bij de omvang en ambitie van de eigen gemeente. Voor de ontwikkeling van de handreiking is samengewerkt met lokale overheden (Vereniging van Nederlandse Gemeenten), vertegenwoordigers van podia en festivals (onder andere de VNPF) en relevante (pop)onderzoekers. Nationale afstemming heeft plaatsgevonden met het ministerie van OCW en het toenmalige Nationaal Pop Instituut. De handreiking is gepresenteerd tijdens het Noorderslag Symposium in januari 2006. De drieduizend gedrukte exemplaren vonden al snel hun weg naar (beleids)medewerkers van gemeenten, de podia en de centra voor de kunsten. Daarnaast is de handreiking ook te downloaden via de website www.popnl.nl en de websites van de provinciale popkoepels. Hiervan wordt gretig gebruik gemaakt, in diverse gemeentelijke overheidsstukken wordt naar de uitgave verwezen. Naast de handreiking is op de website van POPnl ook een type-test beschikbaar, waarmee getest kan worden welk type beleid het beste bij een gemeente past, of welk beleid de gemeente op dat moment voert. Deze test brengt op hoofdlijnen ideeën in beeld over de rol die de gemeente kan spelen bij popbeleid. De test brengt ook discussie op gang. Omdat het heel goed kan zijn dat de beleidsmedewerker van de gemeente andere opvattingen en beelden heeft van het popbeleid dan een wethouder of de directeur van het poppodium. Het gaat er om welke opvattingen, wensen en beleidsuitgangspunten men heeft voor de popsector. En ook dat men met het invullen van de test een dialoog met het veld op gang kan brengen. De uitslagen zijn vertaald in vier typen popbeleid. POPnl biedt desgewenst ondersteuning bij de implementatie van nieuw popbeleid. Seminars Rond het thema van de handreiking, het voeren van gemeentelijk popbeleid, heeft POPnl seminars en paneldiscussies georganiseerd, met het doel meer beleidsmedewerkers en belangstellenden te wijzen op de handreiking. Januari 2006: presentatie en symposium op Noorderslag te Groningen. 21 en 22 april 2006: presentaties tijdens conventie PopaanZee te Vlissingen. 30 mei 2006: seminar in samenwerking met De Kunst te Alkmaar. 5 oktober 2006: seminar en paneldiscussie te Tilburg. 17 november 2006: seminar te Leeuwarden. 12 januari 2007: Terugblik en vooruitblik één jaar POP met beleid tijdens de Noorderslag Seminars te Groningen. 21 september 2007: seminar te Hoogeveen in Drenthe. 24 januari 2008: seminar te Kampen in Overijssel. Jaarlijks organiseert POPnl een eigen forum tijdens het Noorderslag Symposium over een aansprekend onderwerp dat past bij de doelstellingen. In 2008 is met als thema de presentatie van het reeds eerder gememoreerde nationaal onderzoek naar popmuziekbeoefening 395 minuten. De Nationale Muzikantendag Jaarlijks organiseert POPnl tijdens de Nationale Muzikantendag een aantal workshops ten behoeve van de informatievoorziening aan muzikanten om hiermee de deskundigheid bij hen te vergroten. In 2007 stonden op het programma: POPnl presenteert: Hoe promoot je jouw band? Een panel van ervaren managers, programmeurs en boekers legt uit hoe je jouw band het best kan organiseren. Hoe pak je de promotie van je band aan om optredens te krijgen? En als je geboekt bent, hoe zorg je dan voor veel publiek? De beste garantie om weer aan meer shows te komen. POPnl presenteert: Hoe Kom je aan Optredens? Wie benader je? Hoe benader je iemand? Welke gage kun je wanneer vragen? Is het verstandig om aan popprijzen mee te doen? POPnl presenteert: Alles over je Demo! De demo is vaak een onmisbare stap naar het krijgen van optredens en een platendeal. Er komt nogal wat kijken bij het opnemen van een demo. POPnl stelt in de volgende cultuurplanperiode een landelijke prijs in. De prijs is voor een organisatie/persoon die zich in het afgelopen jaar bijzonder heeft ingezet voor de Nederlandse popmuziek en zal worden uitgereikt op de Nationale Muzikantendag.
6
SENA Performers POPnl Award – Alle 13 Goed! Aansluitend op de Nationale Muzikantendag vond er in de avonduren een presentatie plaats van acts voorgedragen door elk lid van POPnl. Er treden dus in totaal dertien acts op. Uniek aan deze wedstrijd is dat niet het publiek of een jury bepaalt wie de beste band van de avond is, maar de aanwezige programmeurs van podia en festivals die de in hun oren beste band boeken. De band die aan het eind van de avond de meeste boekingen in de wacht heeft gesleept wint de Award. De SENA Performers POPnl Award stimuleert bands om zelf zo actief mogelijk vervolgoptredens te genereren, waarbij de bands worden ondersteund door producten en diensten van de ondersteuningsinstellingen. In 2007 is deze avond voor een belangrijk deel gesponsord door de SENA, de instantie die belast is met de uitvoering van een deel van de wet op de naburige rechten. Met de participerende acts van 2007 is een promotie-cd gemaakt die is bijgesloten in de goodybag van Noorderslag 2008. Deze tas wordt verspreid onder de ruim tweeduizend participanten van de Noorderslag Seminars. Deelnemers aan de seminars zijn opinieleiders uit de creatieve popindustrie, waaronder de media, platenmaatschappijen, podia, boekingskantoren en beleidsmedewerkers. IV
PLAN 2009-2012
Professionalisering popbeleid Voor de komende cultuurplanperiode willen wij de koers die wij in het vorige cultuurplan ingezet hebben continueren. In de vijf jaar dat POPnl bestaat kunnen we vol trots zeggen dat we gezamenlijk al veel bereikt hebben. En dat met minimale middelen! Toch is dit nog maar een begin, want er moet nog heel veel gebeuren wil popmuziek in Nederland eindelijk de status en erkenning krijgen die het toekomt. In september 2005 lanceerde de SP de initiatiefnota Oorstrelend en hartveroverend. In deze nota wordt de zorg verwoord dat popmuziek teveel wordt overgelaten aan de markt, met als gevolg dat bijna alleen commerciële producten de kans krijgen een groter publiek te bereiken. Enkele citaten uit de notitie: In Nederland zijn er veel bands en artiesten met kwaliteiten, die volgens veel programmeurs een kans op het podium verdienen, maar die helaas door hun onbekendheid de kosten niet zullen dekken en daarom tóch niet worden geboekt. Het is de marktwerking in de culturele sector die er aldus voor zorgt dat veel talent in Nederland niet tot ontwikkeling komt. Bijna 90% van de Nederlandse markt, van 411 miljoen euro, is in handen van buitenlandse maatschappijen, die voornamelijk buitenlandse acts contracteren. Van de inkomsten uit de verkoop van geluidsdragers gaat 71% naar de platenmaatschappij […] Voor de auteursrechten geldt hetzelfde: de jaarlijkse omzet van Buma is 100 miljoen per jaar, waarvan 90 miljoen naar het buitenland wegvloeit. Dit is het logische resultaat van het feit dat de markt voor popmuziek grotendeels beheerst wordt door buitenlandse, meest Amerikaanse acts. Door de Nederlandse popmuziek níet te stimuleren laten we niet alleen belangrijke culturele, maar ook economische ontwikkelingskansen liggen. Nu het slechter gaat in de platenindustrie hebben veel majors te horen gekregen van hun moedermaatschappijen dat zij niet meer moeten investeren in dit soort (Nederlandse) acts. […] Het probleem van het verlies van een contract zit hem niet zozeer in de mogelijkheid tot opnemen. Het maken van een cd kan vandaag de dag in de woonkamer, als je maar de juiste apparatuur hebt. Maar een cd opnemen is voor een artiest nog maar een begin. De kracht van de platenmaatschappij zit hem in de afwerking van de cd, zij kan een goede producer inhuren, en vooral ook in de marketing. Een goede platenmaatschappij heeft veel contacten en opent deuren die voor de meeste artiesten gesloten zouden blijven. Het startbudget om een cd op te nemen, een producent in te huren, een videoclip te maken en de muziek te promoten, bepaalt in belangrijk mate het succes van een band. Het verschil in budget tussen de Amerikaanse acts die ons land overstromen en het budget waarover onze popartiesten kunnen beschikken maakt dat veel Nederlandse artiesten geen serieuze kans krijgen om op de eigen markt een plekje te veroveren. In Nederland wordt op 3FM slechts 11% Nederlands product gedraaid. Dat was nog minder, het laatste jaar is 3FM bezig om het Nederlandse product meer te promoten. Maar die 11% zijn vooral de bands die al doorgebroken zijn. De markt voor onbekend talent is bijzonder klein. […] Zendercoördinator Florent Luyckx klaagt over de kwaliteit van de opnames die hem toegestuurd worden. Volgens hem is er veel talent in Nederland, maar is de kwaliteit van de opnames te laag om al dit talent ten gehore te brengen. Hier wreekt zich volgens hem ook het feit dat de platenmaatschappijen het af laten weten.
POPnl onderschrijft de noodzaak om meer ruimte en mogelijkheden te scheppen voor actieve popmuzikanten. Een muzikant wil worden gehoord. POPnl vindt het zorgelijk dat op dit moment een hele generatie jonge popmuzikanten tussen wal en schip dreigt te raken. Er moeten meer mogelijkheden komen om jong poptalent te scouten en te ondersteunen. Tevens moet er meer aandacht komen voor het promoten en het stimuleren van de Nederlandse popmuziek. Dit kan alleen in een gezond popklimaat. Hier zal POPnl zich de komende jaren sterk voor inzetten. POPnl wordt voor de doelgroepen(h)erkend als de ontwikkelaar van de professionalisering van het popklimaat, zij doet dit onder ander door de realisatie van producten als POP met beleid seminars en het jaarlijkse POPnl-panel op Noorderslag. Amateurkunst – passieve en actieve participatie Popmuziek maakt een continue ontwikkeling door, zo kent Nederland een rijke poptraditie met een aantal zeer succesvolle artiesten. Iedereen kent de Golden Earring, Kane, Ali B, Johan, Anouk, De Dijk, DJ Tiësto en Within Temptation. Deze nationale en in een aantal gevallen internationale paradepaardjes van de Nederlandse popscene,
7
vormen echter het topje van de ijsberg. In 2007 is voor het eerst door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoek gedaan naar de omvang van de Nederlandse kunstenaarspopulatie. In Nederland zijn bijna honderdduizend personen werkzaam als kunstenaar in de diverse kunstdisciplines. Van deze groep werken er dertienduizend in de muziek, als instrumentalist, componist, dirigent en/of songwriter. 12 In dit rapport is echter geen onderscheid gemaakt naar muziekgenres. Wel weten we dat er een half miljoen amateur-popmuzikanten actief zijn. Van die amateurpopmuzikanten is 65% jonger dan 35 jaar. Ze beoefenen een eigentijdse kunstdiscipline die artistiek uitdaagt, met een uitgesproken ambitie om beter te worden.13 Het aanbod van POPnl is voor 90% gericht op kinderen en jongeren. De Raad voor Cultuur wijst in zijn advies over het podiumkunstenbestel voor de jeugd op popmuziek als belangrijke pijler van de jeugd- en jongerencultuur, maar neemt deze helaas niet mee in haar advies aan de minister.14 Dit benadrukt weer eens hoe lastig het is voor popmuziek om toegang te krijgen tot publieke middelen. Popmuziek maken is, voor het merendeel van de beoefenaars, een dure hobby. De kosten voor oefenruimte, promotiemateriaal en instrumenten worden over een klein aantal betrokkenen omgeslagen. Veel amateurverenigingen ontvangen een bijdrage van de gemeente in de exploitatiekosten, bandjes nooit. Publieke voorzieningen zijn niet toereikend. Fondsen helpen nog wel eens mee bij het investeren van verenigingen in kleding en instrumenten, maar ook hier valt popmuziek buiten de boot.15 In oktober 2006 hebben Tweede Kamerleden het belang van amateurkunst voor de samenleving nadrukkelijk onder de aandacht gebracht en is er een motie aangenomen om een actieprogramma te ontwikkelen voor de actieve kunstbeoefening. In maart 2007 dichtte de Raad voor Cultuur in haar advies over cultuurbeleid nog veel belang toe aan amateurkunst en het versterken van het cultureel burgerschap. POPnl ziet zich als belangrijke partner in zowel het ontwikkelen van producten voor deze kunstbeoefening als het ondersteunen van lokale organisaties en bedrijven die een bijdrage willen leveren aan dit beleid. Eén van de projecten die in Brabant is ontwikkeld is B-Stage. Het doel van B-Stage is de ondersteuning van bands en acts bij verdere ontwikkeling en professionalisering. In dit coachingstraject worden talentvolle amateurbands geselecteerd via een uitgebreide en inhoudelijke selectieprocedure. De belangrijkste criteria zijn muzikale oorspronkelijkheid, instrumentbeheersing, compositorische originaliteit en de mate waarin de act in staat is motivatie en doelstellingen voor deelname aan het project te verwoorden. POPnl is dé ontwikkelaar van projecten en distributeur van kennis op het gebied van amateurpopmuziek, zij doet dit onder andere door de implementatie en distributie van producten als B-Stage, waarvan het streven is om dit de komende beleidsperiode in vier provincies te realiseren. Brede School, primair- en secundair onderwijs Popmuziek maakt op steeds vanzelfsprekendere wijze deel uit van het cultuureducatieve aanbod in het onderwijs. In de afgelopen jaren hebben de diverse partners binnen POPnl een schat aan ervaring opgedaan met educatief aanbod voor het primair- en secundair onderwijs. Zo zijn de educatieve projecten PopSport, PopKids, de High School Music Competition ontwikkeld. Dit zijn alledrie projecten waarmee ervaringen zijn opgedaan met honderden leerlingen uit diverse onderwijstypes, die zich bovendien bij uitstek lenen voor het scouten en verder ontwikkelen van jong poptalent. Ook de ontwikkelingen binnen de Brede School hebben de aandacht van POPnl. In de komende cultuurplanperiode willen we een aantal pilots opzetten voor de Brede School. Deze pilots worden gemonitord en gebundeld in een uitgave. Popmuziek leent zich uitstekend voor actieve kunstbeoefening. Uit onderzoek van professor Anne Bamford16 blijkt dat het bijwonen van uitvoeringen en het bezoeken van tentoonstellingen weliswaar een belangrijke ervaring is voor kinderen, maar dat juist actieve kunstbeoefening voor hen van cruciaal belang is. Het beleven van kunst dient voor alle kinderen een regelmatig en elementair onderdeel te vormen van de opvoeding. PopSport richt zich op het voortgezet onderwijs. In dit project krijgen beginnende schoolbands de mogelijkheid zich te ontwikkelen met behulp van een educatief project, waarin zij begeleid worden door (een deel van) hun schoolklas. PopKids richt zich op leerlingen in het primair onderwijs. In dit project worden workshops georganiseerd in de klas voor groep 4 t/m 8. Bij dit project komt een echte popband spelen in de klas. De band en het begeleidende lesboek en cd nemen de leerlingen mee langs de verschillende muziekstijlen en natuurlijk krijgen de leerlingen ook zelf de kans om een stukje te rappen, of te drummen op een drumstel. De High School Music Competion richt zich op (school)bands tussen de 12 en 18 jaar oud. In deze landelijke talentenjacht draait het om het maken van een goede compositie naar aanleiding van een gedicht. In dit project worden de beste bands gecoacht door nationaal bekende popidolen. Bovenstaande projecten hebben met veel succes gedraaid in enkele provincies. Nu zijn de modules beschikbaar voor de andere partners binnen POPnl, zodat zij met enkele kleine aanpassingen aan de slag kunnen met zeer effectief lesmateriaal. De opgebouwde expertise wordt onderling uitgewisseld. CBS: Kunstenaars in Nederland, november 2007 Zie noot 3 14 Raad voor Cultuur: podiumkunstenbestel voor de jeugd 2009-2012, december 2007 15 Zie noot 3 16 Bamford, A.: Newerken en verbindingen: arts and cultural education in The Netherlands, mei 2007 12 13
8
POPnl is de ontwikkelaar van projecten op het gebied van cultuureducatie en doet dit enerzijds door nieuwe educatieve projecten te ontwikkelen en anderzijds door bestaande producties zoals PopSport, PopKids en de High School Music Competition in andere provincies uit te zetten. Creatieve industrie en cultureel ondernemerschap In januari 2007 verwoordt de Commissie Stevens in het Domeinrapport Cultuur en Vrije Tijd nogmaals het belang van de creatieve industrie: 'Het belang van Cultuur en Vrije Tijd voor economie en samenleving is aanzienlijk en neemt in gewicht toe. De 'creatieve industrie' behoort nationaal en internationaal tot de snelst groeiende onderdelen van onze economie en de waarde die mensen toekennen aan hun vrije tijd wordt steeds groter [...] Vergeleken met andere MKBsectoren zijn cultuur en vrije tijd behoorlijk arbeidsintensief (gemiddeld 7 werknemers) en genereren veel directe en indirecte werkgelegenheid, in het bijzonder aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Tot 2015 zal de werkgelegenheid in de vrijetijdsindustrie naar verwachting met ongeveer 10% groeien. Deze groei ligt boven het gemiddelde van Nederland.' POPnl is van mening dat investeren in poptalent een investering is in de creatieve industrie. Een investering die zichzelf in de toekomst terugverdient. In de afgelopen jaren zijn er verschillende MBO- en HBO-opleidingen gestart die zich direct of indirect richten op de popcultuur. De leden van POPnl hebben contacten met deze onderwijsinstellingen, gezamenlijk wordt er gewerkt aan producten en diensten op maat. POPnl wordt door de doelgroepen gezien als distributeur van kennis en projecten die de muzikanten ondersteunen in hun cultureel ondernemerschap, zij doet dit onder andere door de realisatie van de Workshops en Panels tijdens de Muzikantendag. Promotie hedendaagse popcultuur In de komende cultuurplanperiode werkt POPnl aan een grotere bekendheid bij de diverse overheden als actieve organisatie die een belangrijke rol speelt in de Nederlandse popcultuur. Tevens zullen wij ons sterker profileren bij muziek faciliterende organisaties, de creatieve industrie, de media, het muziekonderwijs, het bedrijfsleven en niet in de laatste plaats de popmuzikant. Naast het promoten van de organisatie zetten we ons krachtig in voor de promotie van de Nederlandse (amateur)popmuziek. Eén van de producten die we daarvoor hebben ontwikkeld is een tv-programma over de hedendaagse Nederlandse popcultuur. In de negendelige muziekserie komt een staalkaart van de Nederlandse popcultuur aan bod, maar tevens biedt het een platform aan beginnende bands om zich op TV te profileren. Centraal staat de muzikaliteit van bands en muzikanten. Door te kiezen voor een centraal vertrekpunt: namelijk de passie van een bekende muzikant voor zijn muziek maar vooral voor zijn instrument, wordt een kapstok gecreëerd waar de rest van de invulling omheen gebouwd is. In de komende cultuurplanperiode gaan we in overleg met verschillende tvproducers en omroepen om te kijken of het concept verder uitgewerkt kan worden tot een tv-programma. POPnl wordt door de doelgroepen als promotor en marketeer van popmuziek gezien, zij doet dit door de realisatie van onder andere de SENA Performers POPnl Award en de uitbreiding van de diensten en producten op de website www.popnl.nl, de uitreiking van de prijs voor de persoon die een bijdrage heeft geleverd aan de Nederlandse popcultuur en de ontwikkeling van een tv-programma over de hedendaagse Nederlandse popcultuur. Uitwisseling provincies Voor jong poptalent is het moeilijk om aan speelplekken te komen buiten de eigen regio. POPnl heeft een aantal producten ontwikkeld die juist de uitwisseling van bands, acts en dj’s uit verschillende regio’s en provincies stimuleren. Hier willen we de komende cultuurplanperiode sterk op inzetten, met als doel de mogelijkheden voor bands om podiumervaring op te doen flink uit te breiden. Belangrijk aandachtspunt is de uitwisseling van expertise tussen participanten van POPnl. Daarvoor stimuleren we het bezoek aan producten van individuele provinciale koepels en organiseren we regelmatig overleg. In het bedrijfsleven is het niet meer dan gebruikelijk dat geslaagde en kansrijke producten verder worden ontwikkeld. In de cultuursector daarentegen lijkt men vaak te lijden aan het 'Not-Invented-Here Syndrome', waarbij men geen gebruik wil maken van succesformules en men steeds opnieuw het wiel probeert uit te vinden. Wij vinden dit zonde van de ontwikkelingstijd die gestoken wordt in projecten. Daarom stimuleren we binnen POPnl informatie-uitwisseling over projecten. Provincies kunnen concepten van elkaar overnemen, waarbij er voldoende ruimte blijft voor een eigen creatieve invulling. In de komende cultuurplanperiode hebben verschillende provincies aangegeven bestaande concepten te willen implementeren binnen hun verzorgingsgebied.
9