BELEIDSPLAN 2011-2014
PILOT STARTGROEP PEUTERS
BASISSCHOOL DE VOSSESCHANS PEUTERSPEELZAAL ‘t VELDMUISJE
Voorwoord Dit beleidsplan is geschreven voor de pilot startgroep peuters. Bij deze pilot zijn betrokken: basisschool De Vosseschans en peuterspeelzaal ‘t Veldmuisje. Beide zijn gevestigd in Ter Aar. Het beleid betreft de periode oktober 2011- augustus 2014. De motivatie om deel te nemen aan deze pilot komt voort uit de ervaring binnen de basisschool op het gebied van de taalontwikkeling van haar leerling populatie. De afgelopen jaren heeft het ontwikkelen van de taal binnen de basisschool een prominente plaats gekregen. Er is veel geïnvesteerd in het taal/leesonderwijs. Het latente gevoel dat het taalniveau van de kinderen bij de instroom een achterstand laat zien, is inmiddels met harde gegevens onderbouwd. De afname van de Reynell en Schlichtingtest bij de instroomleerlingen heeft dit gevoel omgezet in harde gegevens. Deze ervaring maakt, dat we ons bewust zijn dat het belangrijk is om ook in de voorschoolse periode de focus te richten op de aanpak, aansturing en aanbod. Een goede samenwerkingsrelatie met de peuterspeelzaal is al aanwezig. Daarnaast staan de pedagogisch medewerkers van de peuterspeelzaal open voor het professionaliseren van het aanbod binnen de peuterspeelzaal. Ook willen zij graag gebruik maken van de professionaliteit binnen het basisonderwijs. Door deel te nemen aan deze pilot wordt het mogelijk om de plannen en ideeën die er zijn te faciliteren en uit te proberen. Op deze wijze kunnen we samen actief aan de slag te gaan om met deze samenwerking en aanpak de optimale groeikansen voor ieder kind zo vroeg mogelijk in gang te zetten en een doorgaande ontwikkeling te waarborgen.
2
Waar staan de deelnemende partijen voor De missie van basisschool De Vosseschans is: “Optimale groeikansen voor ieder kind”. Waarbij welbevinden en betrokkenheid de uitgangspunten zijn voor het bereiken van optimale groeikansen. Door deel te nemen aan de pilot ontstaat een situatie waarin we meedenken, meewerken en verantwoording dragen voor een optimale start voor ieder kind. De doorgaande lijn in de ontwikkeling van het kind wordt nog eerder opgepakt. Peuterspeelzaal ’t Veldmuisje stelt zich tot doel een verbindende schakel te zijn in de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar . Een plek waar kinderen elkaar ontmoeten en waar leren en spelen hand in hand gaan. Basisvoorwaarden voor het kunnen ontwikkelen is het bieden van een omgeving waarbinnen het kind zich gerespecteerd, veilig en begrepen voelt. En de omgeving het kind de kans biedt zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Het scheppen van een ontwikkelingsstimulerende omgeving door deskundige groepsleiding en uitdagende materialen maakt dat het kind zich door het spel breed en optimaal kan ontwikkelen en leren. (betrokkenheid). Het bieden van structuur tijdens het spel, aanmoediging, uitleg en hulp door deskundige leiding maken dat plezier en leren hand in hand gaan. Het spel wordt gezien als de optimale leervorm. Het stimuleren van de ontwikkeling is verbonden met het werken naar ontwikkelingsdoelen. Door een goede systematische en methodische wijze wordt een kind in zijn/haar ontwikkeling en welbevinden gevolgd en begeleid.
In het verlengde van bovenstaande is een goede samenwerking met de ouders een belangrijke voorwaarde. Het betrekken van de ouders bij de ontwikkeling van hun kind is essentieel om een doorgaande lijn te kunnen waarborgen. Het uitwisselen van informatie, afstemming en overleg tussen ouders en peuterspeelzaal zijn hierbij onontbeerlijk.
3
In deze pilot willen op de verschillende niveaus werken aan de volgende doelen. Schoolniveau: Een goede samenwerking tussen peuterspeelzaal en basisschool, waarbij we leren van elkaars expertise. Het optimaliseren van de start voor ieder kind bij aanvang van de basisschool door ontwikkelingskansen/mogelijkheden goed op te pakken. Informatievoorziening tussen peuterspeelzaal en basisschool verloopt volgens vaste stappen. Mondelinge en schriftelijke overdracht met overdrachtsformulier. Verhogen van de betrokkenheid van de ouders bij de ontwikkeling van hun kind. De ontwikkelingslijnen van de peuter verloopt naadloos in de ontwikkelingslijnen van de kleuter. Er wordt op de basisschool al gewerkt met de ontwikkelingslijnen. De referentieniveaus van het SLO zijn hierbij leidraad.
Niveau pedagogisch medewerksters. Leidsters hebben kennis van de ontwikkelingslijnen van de peuter- en begin kleuterfase en kunnen dit inzetten. Leidsters weten welke ontwikkelingsdoelen horen bij de aanvang van groep 1 van de basisschool. Leidsters kunnen deze doelen gericht inzetten bij de keuze van activiteiten en bij het inzetten van interventies. Leidsters kunnen groepsplannen maken, er mee werken en evalueren. Leidsters kunnen de methode inzetten ter ondersteuning van de ontwikkeling van het kind. Leidsters gebruiken het spel als optimale vorm voor de ontwikkeling. Zij creëren uitdagende situaties en bieden uitdagend materiaal aan. De leidsters onderhouden een goede informatievoorziening naar de ouders . Kindniveau; Het welbevinden van ieder kind is het uitgangspunt voor zijn/haar ontwikkeling.
4
Het kind wordt herkend in zijn ontwikkelingsfase en vandaaruit gestimuleerd tot ontwikkeling. Indien de ontwikkeling (positief of negatief`) extra ondersteuning vraagt zal indien nodig ook externe hulp worden gezocht. De referentieniveaus van het SLO zijn de doelen waarnaar gewerkt wordt aan het einde van de peuterspeelzaal. Het werken met de methode Peuterpraat draagt mede bij aan het realiseren van de doelen. Voor de taalontwikkeling liggen deze doelen op het gebied van : mondelinge taalvaardigheid o woordenschat en woordgebruik, o vloeiend en verstaanbaar vertellen o luisteren, o gesprekjes voeren, o mening uiten en vragen stellen ontluikende- en beginnende geletterdheid o leesplezier o oriëntatie op boek, verhaal en geschreven taal o fonemisch bewustzijn en alfabetisch principe taalbeschouwing. Peuterpraat is een methode waarbij ook de rekenontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling aan bod komt. Voor rekenen liggen de doelen op het gebied van: getallen o omgaan met de telrij, hoeveelheden en getallen meten o algemeen, tijd, geld, inhoud,gewicht, lengte, meetkunde o construeren, experimenteren met vormen en figuren, oriënteren en lokaliseren
5
Voor de sociaal-emotionele ontwikkeling liggen deze doelen op het gebied van : zelfbeeld, ontwikkeling van identiteit ontwikkeling van de zelfstandigheid sociaal gedrag/ontwikkeling sociale vaardigheden werkhouding en concentratie
Aan de hand van de specificatie van deze doelen kan per kind zijn ontwikkeling duidelijk in kaart worden gebracht. (Bijlage 1). De leerkrachten in groep 1 kunnen de ontwikkelingslijn van het kind direct oppakken.
6
Vormgeving van de pilot
Er is een duidelijk kader gesteld waaraan voldaan moet worden bij deelname aan de pilot. Onderstaande aspecten moeten gedurende de gehele periode van de pilot terug te vinden zijn. De maximale periode van de pilot bedraagt vier jaar. De startgroep wordt gevormd door maximaal 16 kinderen en is een heterogene groep; Het aanbod in de startgroep bedraagt minimaal 12,5 uur per week; De kinderen die deelnemen aan de startgroep bezoeken de groep minimaal12,5 uur per week. Het aanbod wordt ondersteund door een methode die een brede ontwikkeling voorstaat . De methode voldoet aan de eisen conform artikel 5 van de wet. Naast de pedagogisch medewerker van de peuterspeelzaal staat dagelijks een HBO geschoolde leerkracht. Invulling meetbare aspecten. Gewerkt gaat worden met de methode Peuterpraat. Certificering van deze methode wordt nog door de AED aangevraagd. In overleg met Gemeente is aangegeven dat de Gemeente in deze de volledige verantwoordelijkheid draagt voor de keuze van deze methode. De HBO leerkracht is per 01-12-2011 aangesteld. Zij zal voor vier ochtenden per week vanaf 01-08-2012 de peutergroep gaan ondersteunen. De aanloopperiode zal gebruikt worden voor scholing, collegiale consultatie en voorbereiding.
7
Welke doelen streven wij aan het eind van de pilotperiode na. De doorgaande lijn van peuterspeelzaal naar basisschool wordt gewaarborgd. De Pedagogische medewerkers m.b.v. methode, materialen en eigen vaardigheden in staat zijn om de ontwikkelingskansen van kinderen te zien en hier actief op kunnen inspelen; De doelen van de ontwikkelingslijnen van het SLO als leidraad fungeren bij het begeleiden van het kind in zijn/haar ontwikkeling. Deze ontwikkelingslijnen bekend zijn bij de pedagogisch medewerkers. Pedagogische medewerkers met behulp van de observatielijsten vanuit Peuterpraat gericht kunnen signaleren en de daarbij behorende interventies systematisch kunnen opzetten en uitvoeren. De ouders betrokken worden bij het taalaanbod binnen de peuterspeelzaal en hiermee ook in de thuissituatie aan de slag kunnen gaan. Overdracht naar de basisschool indien nodig geoptimaliseerd wordt. Momenteel vindt er al een warme overdracht plaats. Naast het overdrachtsformulier wordt ook het kind ook doorgesproken met de intern begeleider. Het werken met de doelen van de ontwikkelingslijnen maakt het mogelijk dat de leidsters van de peuterspeelzaal meer gedetailleerde informatie kunnen geven door gebruik te maken van de specificaties van de doelen. De leerkrachten van groep 1 kunnen dan naadloos aansluiten bij de ontwikkelingsvoorsprong of - achterstand. De uitval van de instroom kinderen op de Reynell en Schlichting test een afname laat zien in de uitval in de D en E score. Gedurende het schooljaar overlegmomenten worden gepland tussen PSZ medewerksters en leerkrachten van de groepen 1 en 2. Collegiale consultatie een werkvorm is die gebruikt wordt voor professionalisering en persoonlijke ontwikkeling.
8
In het schooljaar 2011-2012 wordt de Cito taal en rekenen beide voor het eerst afgenomen in groep 1 en 2. Vanaf 2013-2014 streven we naar een verbetering van het resultaat op deze toets op taal- en rekengebied. Percentages kunnen nog niet worden ingevuld.
9
Plan van aanpak Periode oktober 2011 – augustus 2012. Deze periode staat vooral in het teken van : Regelen van benoemingen. Scholing van de betrokken personen bij de pilot; Aanschaf van een methode en implementatie; Collegiale consultatie tussen peuterspeelzaal en leerkrachten van de groep 1. Werken met groepsplannen binnen de peuterspeelzaal. Themakratten samenstellen die een uitnodigend aanbod ondersteunen en deze uitproberen’ PR activiteiten ondernemen voor profilering van de peuterspeelzaal. Onder het kopje “ financieel” wordt inzicht gegeven over de kosten die worden gemaakt voor de invulling van de pilot van het eerste jaar.
Benoemingen: De HBO medewerker is benoemd per 01-12 -2011. Voor de aansturing van de pilot is de taalcoordinator benoemd. Deze aansturing vindt in nauw overleg plaats met de directeur. De directeur blijft de eindverantwoording dragen voor de pilot. Bemensing van de startgroep met ingang van 01-08-2012 is intern op de peuterspeelzaal geregeld. De peuterspeelzaalleidsters gaan meedraaien in groep 1.Om een goed beeld te krijgen voor de doorgaande lijn. Voor het samenstellen van de themakratten passend bij Peuterpraat is een medewerkster benoemd. Zij doet ook de vervanging van de twee leidsters die ervaring gaan opdoen in groep 1. Bijkomend voordeel is dat de vervangster ook in staat is om het samengestelde materiaal voor de themakratten uit te proberen.
10
Scholing: Gedurende de pilot zal door de directeur, de HBO’er, pedagogische medewerkers, leerkrachten groep 1 en de taalcoördinator scholing worden gevolgd. In de periode November 2011- augustus 2012 wordt deelgenomen aan de volgende scholingsbijeenkomsten. 9 en 28 november scholing op het gebied van de ontwikkeling van het jonge kind. Directeur en HBOleerkracht. 18 Januari 2012; workshop vanuit AED op het gebied van de signalering van spraak- en taalmoeilijkheden . Leidsters van de peuterspeelzaal. Leerkrachten groep 1, HBO –leerkracht, taalcoördinator. 23 januari 2012 informatieve bijeenkomst over de implementatie van Peuterpraat. Deze bijeenkomst wordt bijgewoond door HBO-leerkracht, leidsters peuterspeelzaal, taalcoördinator. 8 februari 2012 bijeenkomst met betrekking tot het gebruik van het handelingsprotocol meldcode kindermishandeling. Voorjaar 2012 directeur en taalcoördinator volgen de VVersterk managementmodules. In de komende jaren zal steeds in nauw overleg met alle betrokkenen gekeken worden welke scholing er nodig is op individueel of groepsniveau. Methode en implementatie. Vanaf 23 januari 2012 wordt gestart met de methode Peuterpraat. Dit is een nieuwe methode voor de pedagogisch medewerksters van de peuterspeelzaal. Er zal gestart worden met een informatieve-avond waarin alle betrokkenen uitleg krijgen over de inhoud van de methode. De stappen die hierna gezet zullen worden zijn: Planning maken van overlegmomenten met alle betrokkenen door de taalcoördinator voor de periode januari – juni.( Zie bijlage 2). Kiezen van een thema om mee van start te gaan. Voorbereiding en overleg over de wijze van invulling en benodigde materialen. Besluitvorming over wijze van het volgen van de ontwikkeling van het kind.
11
Opstellen van een groepsplan voor de kinderen die al een groepsplan hebben op het gebied van taal of er voor in aanmerking komen. Evaluatie van het thema met leidsters. De evaluatie zal in de periode tot juli 2012 tweemaal worden bijgewoond door een externe van de AED. Waarbij voorafgaand aan de evaluatie observatie en coaching door de externe in de groep plaats vindt. In de periode augustus-december 2012 komt de externe nog driemaal voor observatie, coaching en evaluatie. Regelen van de informatievoorziening naar de ouders met betrekking tot het aanbod vanuit de thema’s. Bij de start van het schooljaar 2012-2013 zal er uitwisseling plaatsvinden met de leerkrachten van groep 1 over de thema’s waarmee zij gedurende het schooljaar 2012-2013 gaan werken. Op deze wijze kan er gemakkelijk uitwisseling plaatsvinden tussen leerkrachten en leidsters, daarnaast draagt het voor beide bij aan de beeldvorming over de doorgaande lijn.
Collegiale consultatie. In overleg met de leidsters is vastgesteld welke leidster de startgroep gaat begeleiden. Met ingang van januari 2012 vindt er collegiale consultatie plaats. Twee leidsters van de peuterspeelzaal gaan in deze periode ondersteuning bieden in groep 1 van de basisschool. Deze ervaring draagt bij aan het beeld van een doorgaande lijn voor de leidsters. Deze leidsters kunnen hun ervaring delen met de andere leidsters van de peuterspeelzaal. Een goede vorm van “collegiale besmetting”. Ook voor de leerkrachten van groep 1 zal deze collegiale consultatie inzicht geven in de ontwikkelingsfase bij de peuter. De twee leidsters stellen voor deze periode competentie(s) vast waaraan zij willen werken. Gedurende de periode januari-juni zal driemaal een overleg plaatsvinden met de taalcoördinator over de ontwikkeling op het gebied van de competentie.
12
PR activiteiten en profilering. In samenwerking met de voorzitter van de ouderwerkgroep wordt bekeken hoe de pilot extra ondersteund kan worden. Informatievoorziening naar de ouders via de Muizenpraat intensiveren. PR voor de pilot bij activiteiten van de ouderwerkgroep. Braderie, fancy-fair etc) Ondersteuning door de ouderwerkgroep van de thema’s bij raamschilderingen, te organiseren activiteiten etc. Bijzondere dagen (Sint, Kerst, Pasen, begin/einde schooljaar,) ouders uitnodigen voor een gezamenlijke activiteit.. Ouders uitnodigen bij de start en de afsluiting van een thema. Flyers maken met informatie over de startgroep en verspreiden binnen de gemeente, consultatiebureau en logopediste. Informatieavond wordt georganiseerd op 30 januari 2012 waarbij alle ouders uit de gemeente worden uitgenodigd die een peuter in de leeftijd van de startgroep hebben. Samenwerking opzetten met Kinderopvang voor eventueel bezoeken van de startgroep door kinderen van de Kinderopvang
13
Financien Inzet personeel en bijbehorende personeelslasten.
Inkomsten pilot
INKOMSTEN UITGAVEN 2011-2012 2011-2012 57.000,00
Loonlasten HBO’er
24.256,00
Loonlasten taal coördinator Groepsleerkrachten groep 1 Vervanging van leidsters PSZ door M. Nahuijzen Materiaal aanschaf
11.943,00 6.834,00 6.393,33 2.500,00
Workshop Herken E.M.S.
375,00
Cursus Opbrengstgericht werken 3 x 1 Kosten VVE certificering?
4.050,00
SUBTOTAAL
56.360,00 640,00
Te besteden TOTAAL
57.000,00
57.000,00
De nog niet ingezette middelen worden gedurende de periode 01-11-2011 tot 01-08-2012 gebruikt voor: individuele scholingsbehoefte pedagogisch medewerkers; kosten voor pr activiteiten
14
Meerjarenbeleidsplan 2012-2013. Evaluatie van ieder afgesloten thema o.l.v. taalcoördinator. Waarbij afspraken worden vastgelegd voor borging. Verfijnen van het werken in hoeken m.b.t. de aangeboden thema’s. Gebruik maken van video-interactie voor professionalisering. Evaluatie van de groepsplannen/handelingsplannen op 4 vastgelegde momenten. Uitbreiden van materiaal in de themakratten.. Samenwerking met consultatiebureau en logopedie intensiveren. Samenwerking met bibliotheek. (Gebruik van boeken bij thema’s, bezoek door peuters aan de bibliotheek, ondersteuning vanuit de bibliotheek over verschenen prentenboeken, bezoeken met ouders). Evaluatie toetsen/observaties voor een fine tunen van aanpak en overdracht. Scholing Gebruik van digitale middelen om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Website, woordjes op memorystick. (methode) Informatiemomenten plannen voor ouders door taal coördinator. (Tips voor voorlezen, prentenboeken, taalspelletjes, beantwoorden van vragen, onderlinge uitwisseling door ouders van ideeën en tips,) Activiteiten ondernemen met ouders waarbij begeleiding ligt op het communiceren met de peuter. (bezoek aan winkel, fietstocht, samen spelen).
15
16